Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening Voor meer inlichtingen neem contact op met de plaatselijke RVA (werkloosheidsbureau). De adressen kunt u vinden in het telefoonboek of op de site: www.rva.be
Infoblad - werknemers Hoeveel bedraagt uw uitkering na een tewerkstelling? Hoe wordt de werkloosheidsuitkering berekend? Het bedrag van de werkloosheidsuitkeringen wordt vastgesteld op basis van uw laatst verdiende loon en van uw gezinstoestand. Daarenboven zijn de uitkeringen onderworpen aan de bedrijfsvoorheffing. De uitkeringen worden toegekend voor alle dagen van de week, met uitzondering van de zondagen (6 uitkeringen per week). In principe worden de uitkeringen toegekend voor onbeperkte duur…
Wat is het laatst verdiende loon? Het betreft uw eerste uitkeringsaanvraag binnen de werkloosheidsverzekering De RVA neemt het loon in aanmerking dat u hebt ontvangen gedurende uw laatste tewerkstelling van ten minste 4 aaneensluitende weken bij éénzelfde werkgever. Verder moet het gaan om loon waarop bijdragen voor de sociale zekerheid zijn gestort. Dit loon wordt echter begrensd (zie verder). Indien deze voorwaarden niet zijn vervuld, dan moet het bedrag van de werkloosheidsuitkering berekend worden op basis van een referteloon dat 1.387,49 euro bruto bedraagt (geïndexeerd bedrag geldig vanaf 01.01.2009).
Het betreft een latere aanvraag In principe wordt gedurende de ganse werkloosheid het bedrag van de uitkering berekend op basis van het loon dat in aanmerking werd genomen bij uw eerste aanvraag. Indien u evenwel geen uitkeringen hebt ontvangen gedurende ten minste 2 jaar en u in die periode een tewerkstelling hebt van ten minste 4 aaneensluitende weken bij éénzelfde werkgever, dan zal dit loon in rekening worden gebracht. Bent u meer dan 45 jaar op het ogenblik van de werkhervatting dan wordt de meest voordelige uitkering toegekend.
Geldig vanaf 01.01.2009 Bijgewerkt op 01.01.2009 111cc_n
1
Heeft uw gezinstoestand een invloed op het percentage van de uitkering? De werklozen worden ingedeeld in drie categorieën volgens de gezinstoestand: Samenwonenden met gezinslast (vroeger gezinshoofden genoemd) ontvangen 60% van het laatst verdiende loon gedurende hun hele werkloosheidsperiode. Alleenwonenden ontvangen 60% van hun laatst verdiende loon tijdens het eerste jaar werkloosheid en 53% daarna. Samenwonenden ontvangen 60% van hun laatst verdiende loon tijdens het eerste jaar werkloosheid. Gedurende de volgende 3 maanden, ontvangen samenwonenden 40% van dit loon. Deze periode wordt verlengd met 3 maanden per jaar in loondienst. Nadien ontvangt een samenwonende een forfaitaire uitkering van 438,36 euro per maand (geïndexeerd bedrag, geldig vanaf 01.01.2009). Samenwonenden met 20 jaar beroepsverleden als loontrekkende of met een graad van blijvende arbeidsongeschiktheid van minstens 33% op het ogenblik van de overgang naar forfaitaire uitkeringen, behouden hun uitkering aan 40%. Drie vergoedingsperiodes kunnen worden onderscheiden: samenwonenden met gezinslast
alleenwonenden
samenwonenden
1ste periode - deel A = 1ste jaar werkloosheid eerste 6 maanden
60% op de hoogste loongrens
60% op de hoogste loongrens
60% op de hoogste loongrens
1ste periode - deel B = 1ste jaar werkloosheid volgende 6 maanden
60% op de intermediaire loongrens
60% op de intermediaire loongrens
60% op de intermediaire loongrens
2de periode 60% = eerste 3 maanden van op de basisloongrens het 2de jaar (soms verlengd)
53% op de basisloongrens
40% op de basisloongrens
3de periode = na de tweede periode
53% op de basisloongrens
forfaitaire uitkering (behalve uitzonderingen)
60% op de basisloongrens
De hoogste loongrens bedraagt 2.206,46 euro per maand en geldt gedurende de eerste 6 maanden van de eerste vergoedingsperiode. De intermediaire loongrens bedraagt 2.056,46 euro per maand en geldt gedurende de volgende 6 maanden van de eerste vergoedingsperiode. De basisloongrens bedraagt 1.921,71 euro per maand en geldt na de eerste vergoedingsperiode (geïndexeerd bedragen geldig vanaf 01.01.2009). U kunt weer met een nieuwe cyclus beginnen, zo u gedurende 12 maanden voltijds tewerkgesteld was. Deze 12 maanden moeten gelegen zijn in een periode van 15 maanden. In geval van tewerkstelling binnen het programma DAC, IBF, PRIME of GEKO is de terugkeer naar 60% maar mogelijk na een tewerkstelling van 24 maanden (gelegen in een periode van 30 maanden). Voorts kunnen de eerste en de tweede periode verlengd worden, met name in geval van werkhervatting als voltijdse werknemer gedurende ten minste 3 maanden ononderbroken.
U woont alleen? U wordt beschouwd als alleenwonende. U wordt evenwel beschouwd als werknemer met gezinslast indien u alleen woont en: - onderhoudsgeld betaalt op basis van hetzij een gerechtelijke beslissing, hetzij een voor een notaris verleden akte in geval van een procedure van echtscheiding of van scheiding van tafel en bed met wederzijdse instemming; - vrijwillig onderhoudsgeld betaalt via een notariële akte (buiten een echtscheidingsprocedure) voor uw minderjarig kind of voor uw behoeftig meerderjarig kind.; - feitelijk gescheiden bent en het uw echtgeno(o)t(e) toegelaten is om door andere personen verschuldigde geldsommen te ontvangen( in toepassing van artikel 221 van het Burgerlijk Wetboek).
Geldig vanaf 01.01.2009 Bijgewerkt op 01.01.2009 111cc_n
2
U woont samen met andere personen? U wordt beschouwd als werknemer met gezinslast indien u voldoet aan één van de volgende voorwaarden. U wordt beschouwd als samenwonende indien u aan geen enkele van deze voorwaarden voldoet. Werknemer met gezinslast - voorwaarden: 1. U bent gehuwd en woont samen met uw echtgeno(o)t(e) die geen beroeps- of vervangingsinkomsten heeft 2. U woont samen met een partner die geen beroeps- of vervangingsinkomsten heeft In de gevallen 1. en 2. wijzigt de aanwezigheid van andere personen in het gezin uw toestand niet, zelfs al hebben deze personen inkomsten. 3. U woont niet samen met uw echtgeno(o)t(e) of een partner, doch uitsluitend met: a. één of meerdere kinderen, op voorwaarde dat u tenminste voor één van deze kinderen gerechtigd bent op kinderbijslag; b. één of meerdere kinderen, op voorwaarde dat niemand van hen een beroeps- of vervangingsinkomen heeft; c. één of meerdere kinderen en andere bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad voor zover gelijktijdig aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: - u bent gerechtigd op kinderbijslag voor tenminste één kind; - de andere bloed- of aanverwanten beschikken noch over beroepsinkomsten, noch over vervangingsinkomsten. d. één of meer bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad, die noch over beroepsinkomsten, noch over vervangingsinkomsten beschikken. In de gevallen bedoeld in dit punt 3, wijzigt de aanwezigheid van andere personen in het gezin uw toestand niet, op voorwaarde dat deze personen NIET beschikken over beroeps- of vervangingsinkomsten.
Wat is de invloed van een beroepsinkomen of een vervangingsinkomen ontvangen door deze andere personen? Principe Als beroepsinkomsten worden beschouwd alle inkomsten verkregen uit de uitoefening van een beroepsactiviteit, ongeacht de duur van de activiteit of het bedrag van het inkomen en ongeacht of het een financieel voordeel, dan wel een voordeel in natura betreft. De financiële en materiële voordelen uit arbeid in loondienst of uit arbeid als zelfstandige worden dus beschouwd als beroepsinkomsten.
Uitzondering Er wordt geen rekening gehouden met de geringe beroepsinkomsten van uw echtgeno(o)t(e) of partner indien voldaan is aan de 3 volgende voorwaarden: - u geeft deze inkomsten aan bij uw uitbetalingsinstelling (op een formulier C1, beschikbaar bij die instelling) wanneer u uw uitkeringsaanvraag indient of bij de aanvang van de uitoefening van de beroepsactiviteit of van de samenwoonst; - deze inkomsten komen voort uit een activiteit in loondienst; - het brutobedrag van deze inkomsten overschrijdt 612,00 euro per maand niet (geïndexeerd bedrag, geldig vanaf 01.01.2009). Er wordt geen rekening gehouden met de beroepsinkomsten van een kind indien het brutobedrag 371,51 euro per maand niet overschrijdt (geïndexeerd bedrag, geldig vanaf 01.01.2009). Het beroepsinkomen van een kind wordt niet als een beroepsinkomen beschouwd, en dit ongeacht het bedrag van het inkomen, gedurende de periode van 12 maanden vanaf het tijdstip waarop het kind na het einde van de studies voor het eerst een beroepsinkomen ontvangt.
Geldig vanaf 01.01.2009 Bijgewerkt op 01.01.2009 111cc_n
3
Wat is een vervangingsinkomen? De werkloosheidsuitkeringen; de wachtuitkeringen, overbruggingsuitkeringen en het brugpensioen; de uitkeringen inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering en moederschapverzekering worden beschouwd als vervangingsinkomsten, wat ook hun bedrag is BEHALVE als u samenwoont zonder echtgeno(o)t(e) of partner, maar met één of meerdere kinderen, worden deze uitkeringen - ontvangen door één of meerdere kinderen - niet beschouwd als vervangingsinkomsten, indien het totaal bedrag waarop ieder kind aanspraak kan maken 373,88 euro per maand niet overschrijdt (geïndexeerd bedrag, geldig vanaf 01.01.2009). De verbrekingsvergoedingen van een arbeidsovereenkomst, alle sommen betaald tot herstel van het verlies van een beroepsinkomen en de loopbaanonderbrekingsuitkeringen worden steeds beschouwd als vervangingsinkomsten, wat ook hun bedrag is. De vergoedingen ingevolge een arbeidsongeval of een beroepsziekte, de ouderdoms-, rust-, anciënniteits- en overlevingspensioenen (behalve de pensioenen van de ascendenten) worden niet beschouwd als vervangingsinkomsten voor zover de maandelijkse brutobedragen ervan 511,88 euro per persoon niet overschrijden (geïndexeerd bedrag, geldig vanaf 01.01.2009). Kinderbijslagen, uitkeringen aan mindervaliden, soldijen en militievergoedingen, studiebeurzen waarop geen inhoudingen voor de sociale zekerheid verricht worden, vergoedingen gestort aan gedetineerden die in de gevangenis werken en onderhoudsgelden worden nooit beschouwd als vervangingsinkomsten. De door het O.C.M.W. gestorte sommen worden niet beschouwd als vervangingsinkomsten, behalve als deze sommen worden uitkgekeerd aan de partner van de werkloze. In dat geval kan de werkloze geen uitkering ontvangen als samenwonende met gezinslast.
De pensioenen van de bloedverwanten in de opgaande lijn van de werkloze? Wie is bloedverwant in de opgaande lijn van de werkloze? De ouders, grootouders en overgrootouders en hun echtgenoten van de werkloze en/of van de levenspartner waarmee de werkloze gehuwd is. Wanneer u uitsluitend samenwoont met één of meerdere kinderen (indien u aanspraak kunt maken op kinderbijslag voor minstens één van hen) en andere bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad, worden de pensioenen van de bloedverwanten in de opgaande lijn met wie u samenwoont niet beschouwd als vervangingsinkomsten, indien het totaal brutobedrag ervan1.904,08 euro per maand niet overschrijdt (geïndexeerd bedrag, geldig vanaf 01.01.2009). Wanneer u uitsluitend samenwoont met andere bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad, worden de pensioenen van de bloedverwanten in de opgaande lijn met wie u samenwoont en die u ten laste zijn, niet beschouwd als vervangingsinkomsten, indien het totaal brutobedrag ervan 1.173,90 euro per maand niet overschrijdt (geïndexeerd bedrag, geldig vanaf 01.01.2009). Opmerkingen: Het bedrag van 1.173,90 euro wordt op1.904,08 euro gebracht, wanneer u op basis van een attest dat wordt afgeleverd door de FOD Sociale Zekerheid (bestuursdirectie uitkeringen aan personen met een handicap, www.handicap.fgov.be), aantoont dat de ouder of bloedverwant in de opgaande lijn wegens zijn gezondheidstoestand geen enkele autonomie meer heeft of deze verminderd is met minstens 9 punten op de binnen de wetgeving inzake de minder-validen toepasselijke medisch-sociale schaal. Indien meerdere bloedverwanten één of meerdere pensioenen ontvangen, worden deze laatste samengeteld om vergeleken te worden met de respectievelijke bedragen van1.904,08 euro of 1.173,90 euro.
Hebt u recht op een verhoogde uitkering als u meer dan 50 jaar bent? U moet daarvoor - minstens 50 jaar oud zijn; - 20 jaar arbeid in loondienst bewijzen; - sinds minstens 1 jaar voltijds werkloos zijn. Een werkhervatting kan nooit het voordeel van de anciënniteitstoeslag tenietdoen; - geen conventioneel brugpensioen noch brugpensioen als grensarbeider genieten, niet hebben verzaakt aan het conventioneel brugpensioen en zich niet in een hiermee gelijkgestelde situatie bevinden.
Geldig vanaf 01.01.2009 Bijgewerkt op 01.01.2009 111cc_n
4
Hoeveel bedraagt de anciënniteitstoeslag? De regels inzake het bedrag van de anciënniteitstoeslag verschillen naargelang uw gezinstoestand en leeftijd.
U bent werknemer met gezinslast De uitkering met anciënniteitstoeslag van de werknemer met gezinslast is gelegen tussen 40,62 euro (minimumbedrag) en 48,67 euro per dag (maximumbedrag).
U bent alleenwonende werknemer Na één jaar werkloosheid hebben de alleenwonenden recht op 53% van het laatst verdiende loon.
Vanaf 50 jaar U hebt recht op een anciënniteitstoeslag van 1,5% van het laatst verdiende loon. In totaal hebt u dus recht op 54,5% van het laatst verdiende loon. De uitkering met anciënniteitstoeslag van de alleenwonende werknemer van 50 tot minder dan 55 jaar is gelegen tussen 33,99 euro (minimumbedrag) en 40,28 euro per dag (maximumbedrag).
Vanaf 55 jaar U hebt recht op een anciënniteitstoeslag van 7% van het laatst verdiende loon. In totaal hebt u dus recht op 60% van het laatst verdiende loon. De uitkering met anciënniteitstoeslag van de alleenwonende werknemer vanaf 55 jaar is gelegen tussen 37,35 euro (minimumbedrag) en 44,35 euro per dag (maximumbedrag).
U bent samenwonende werknemer Na één jaar werkloosheid hebben de samenwonenden recht op 40% van het laatst verdiende loon. a. U hebt 20 jaar beroepsverleden bereikt alvorens forfaitair te worden vergoed
Vanaf 50 jaar U hebt recht op een anciënniteitstoeslag van 5% van het gemiddelde loon. In totaal hebt u dus recht op 45% van het laatst verdiende loon. De uitkering met anciënniteitstoeslag van de samenwonende werknemer van 50 tot minder dan 55 jaar is gelegen tussen 27,61 euro (minimumbedrag) en 33,26 euro per dag (maximumbedrag).
Vanaf 55 jaar U hebt recht op een toeslag van 10%. In totaal hebt u dus recht op 50% van het laatst verdiende loon. De uitkering met anciënniteitstoeslag van de samenwonende werknemer van 55 tot minder dan 58 jaar is gelegen tussen 30,77 euro (minimumbedrag) en 36,96 euro per dag (maximumbedrag).
Vanaf 58 jaar U hebt recht op een toeslag van 15%. In totaal hebt u dus recht op 55% van het laatst verdiende loon. De uitkering met anciënniteitstoeslag van de samenwonende werknemer vanaf 58 jaar is gelegen tussen 33,82 euro (minimumbedrag) en 40,65 euro per dag (maximumbedrag). b. U hebt 20 jaar beroepsverleden bereikt tijdens uw forfaitaire vergoedbaarheid De forfaitaire uitkering met anciënniteitstoeslag bedraagt 20,32 euro per dag.
Geldig vanaf 01.01.2009 Bijgewerkt op 01.01.2009 111cc_n
5
Wordt er bedrijfsvoorheffing ingehouden op de werkloosheidsuitkeringen? Op de uitkeringen wordt in principe een bedrijfsvoorheffing van 10,09% verricht. Evenwel zijn de volgende werklozen niet aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen (behalve wanneer zij hierom verzoeken), op voorwaarde dat ze geen enkel beroepsinkomen bovenop hun uitkeringen ontvangen: - de "werknemers met gezinslast"; - de alleenwonenden; - de samenwonenden die uitkeringen naar rata van 40% ontvangen, op voorwaarde dat hun echtgeno(o)t(e) enkel over vervangingsinkomens beschikt; - de samenwonenden die de forfaitaire uitkering ontvangen; - de werklozen die een vrijstelling genieten wegens sociale en familiale redenen. Op de bijpassing van de uitkeringen van werklozen tewerkgesteld door een plaatselijk werkgelegenheidsagentschap (PWA) wordt geen bedrijfsvoorheffing verricht.
Geldig vanaf 01.01.2009 Bijgewerkt op 01.01.2009 111cc_n
6