info voor patiënten en familie
kritieke diensten
Opname in het Brandwondencentrum
Inhoud 01 Inleiding......................................................... 5 02 Het Brandwondencentrum..................................... 6 03 Brandwonden��������������������������������������������� 14 04 Diagnostiek������������������������������������������������ 19 05 Wondbehandeling ������������������������������������� 21 06 Operaties���������������������������������������������������� 22 07 Eten en drinken������������������������������������������ 26 08 Kinesitherapie��������������������������������������������� 27 09 Ergotherapie����������������������������������������������� 29 10 Psychologische begeleiding������������������������ 31 11 Dienst Patiëntenbegeleiding������������������������ 31 12 Plastische heelkunde���������������������������������� 33 13 Naar huis���������������������������������������������������� 34
01. Inleiding Welkom in het Brandwondencentrum van het Universitair Ziekenhuis Gent. In deze brochure proberen we u en uw familie zo goed mogelijk en stap voor stap een antwoord te geven op de vele vragen die u waarschijnlijk hebt. Uiteraard staat het deskundige team van het Brandwondencentrum 24u op 24u ter beschikking. Aarzel niet om ons te contacteren via het telefoonnummer 09 332 34 90. Wij wensen u en uw familie het allerbeste toe!
O P NA M E I N HET B RANDWO NDEN CEN TR UM
Het brandwondenteam
5
Wat is het Brandwondencentrum? Het Brandwondencentrum of kortweg BWC is een afdeling die gespecialiseerd is in de opvang van patiënten met ernstige brandwonden. Het BWC werd opgericht in 1985 en ligt op de eerste verdieping van polikliniek 8 (P8). Het BWC bestaat uit 2 delen: het eigenlijke Brandwondencentrum en het André Scheers Huis, een opvang- en ontmoetingsplaats voor brandwondenpatiënten en hun familie. In het BWC zelf is er plaats voor maximum 6 patiënten, zowel volwassenen als kinderen. We nemen patiënten op met zeer ernstige brandwonden, die naast wondzorg ook nood hebben aan gespecialiseerde intensieve zorg (intensive carepatiënten) en patiënten met uitgebreide brandwonden bij wie vooral wondzorg nodig is (mid care-patiënten).
Uw kamer Elke kamer beschikt over: DDTelevisie DDDvd-speler (centraal, vraag ernaar bij de verpleegkundige) DDTelevic-systeem met tv, radio, internet, telefoon en oproepsysteem DDElektrisch bed dat u zelf kunt bedienen DDDouchebrancard voor hydrotherapie DDToilet en lavabo DDTafel en enkele stoelen DDZetel DDMonitoring, spuit- en infuuspompen,… (volgens noodzaak)
Daarnaast worden soms ook andere patiënten die nood hebben aan uitgebreide wondzorg of Intensieve Zorg in het BWC opgenomen.
Het team
Patiënten met beperkte lokale brandwonden (Low Care-patiënten) worden opgenomen op de afdeling Plastische Heelkunde.
Het behandelingsteam in het BWC werkt multidisciplinair: professionals van verschillende disciplines werken met elkaar samen om de brandwondenpatiënten kwalitatief hoogstaande zorg te bieden.
Omwille van het verhoogd infectierisico bij (ernstige) brandwonden, worden alle patiënten verzorgd in afgesloten isolatiekamers en gelden strikte regels voor de verzorging van de patiënten. Daarom wordt ook het bezoek beperkt en vragen we alle bezoekers om een aantal beschermingsmaatregelen te respecteren. De behandeling en verzorging van brandwondenpatiënten gebeurt multidisciplinair. Dit wil zeggen dat er verschillende disciplines bij betrokken zijn: plastisch chirurgen, intensivisten, pediaters-intensivisten, verpleegkundigen, zorgcoördinatoren, psychologen, kinesitherapeuten, sociaal verpleegkundige, logistiek medewerkers,… Naast het eigenlijke BWC ligt het André Scheers Huis, een opvang- en ontmoetingsplaats voor brandwondenpatiënten en hun familie. Deze ruimte werd in juni 2002 geopend met steun van de vzw Vriendenkring van Brandwondenpatiënten van het UZ Gent. Het André Scheers Huis doet onder meer dienst als wachtruimte voor de familie van de patiënten die opgenomen zijn in het BWC. Ze kunnen er een kopje koffie drinken, tv kijken, … en er zijn tijdschriften en een speelhoek voor kinderen. Ook ex-brandwondenpatiënten die nood hebben aan sociale en/of psychologische ondersteuning zijn welkom in het André Scheers Huis.
De artsen Diensthoofd Brandwondencentrum: prof. dr. S. Monstrey Verantwoordelijk staflid Intensieve Zorg: dr. K. Colpaert Verantwoordelijk staflid Intensieve Zorg Pediatrie: dr. A. Verrijckt Verder bestaat het team uit: DDPlastisch chirurgen DDIntensivisten DDPediaters-intensivisten DDAndere disciplines volgens noodzaak: revalidatiearts, neus-, keel-, oorarts, oogarts, dermatoloog, psychiater De verpleegkundigen Het team staat onder leiding van een hoofdverpleegkundige en bestaat uit +/- 21 verpleegkundigen, gespecialiseerd in de intensieve zorg en brandwondenzorg: 4 vroegdiensten: 7-15u 3 laatdiensten: 14-22u 2 nachtdiensten: 22-7u
O P NA M E I N HET B RANDWO NDEN CEN TR UM
02. Het Brandwondencentrum
7
Zorgcoördinatoren Het takenpakket van de zorgcoördinatoren bestaat onder andere uit volgende: DDCoördineren en bewaken van de continuïteit van het zorgproces brandwondenzorg. DDAdvies geven over wondzorg. DDDeskundigheidsbevordering van het verpleegkundig personeel. Ander paramedisch personeel Kinesitherapeuten, ergotherapeuten, psycholoog, sociaal verpleegkundige, diëtist, logopedist. Logistiek medewerkers Onderhoudspersoneel
De isolatieprocedure Algemene maatregelen Vóór u het BWC binnenkomt: DDJassen, rugzakken, tassen,… in een blauwe locker in de bezoekersruimte achterlaten. DDHanden wassen + ontsmetten met handalcohol. DDEen blauwe beschermjas aantrekken.
Vóór u de patiëntenkamer verlaat: DDTrek de blauwe beschermjas en het eventuele masker uit en deponeer ze in de blauwe vuilniszak in de kamer. DDOntsmet de handen met handalcohol. Meer info over de isolatiemaatregelen vindt u aan de ingang van het BWC. Wat kunt u meebrengen naar de afdeling en wat niet? DDToiletgerief De afdeling voorziet de patiënten van tandpasta, tandenborstel, zeep, handdoeken, washandjes... Eigen toiletgerief is dus niet nodig. DDKledij Als u voldoende mobiel bent, mag uw familie propere kledij meebrengen van thuis. Bespreek dit vooraf met de verpleegkundige.
O P NA M E I N HET B RANDWO NDEN CEN TR UM
DDDoe ook een mond-neusmasker aan als u zich wat ziek voelt.
9
DDVoeding en frisdrank Elke patiënt heeft in de patiëntenkeuken op de afdeling een eigen kastje waar drank, fruit, koekjes,... kunnen bewaard worden. Voeding mag NIET in de kamer bewaard worden. Als u voedingsmiddelen mee hebt, geef ze dan af aan de verpleegkundige of logistiek medewerker voor u de kamer binnengaat. Zo houden wij een beter zicht op wat en hoeveel u eet of drinkt. DDBloemen en planten Om hygiënische redenen zijn bloemen en planten NIET toegestaan in de kamer.
Bezoektijden 15u tot 17u 18u tot 20u Maximum 4 bezoekers per bezoekmoment.
ling ter hoogte van de hals kan een gevaar betekenen voor de ademhaling. DDVolwassenen/kinderen met brandwonden ter hoogte van bv. gewrichten,… DDPatiënten met het Syndroom van Lyell (= een ernstige allergische reactie van de huid op medicatie, die sterke gelijkenissen vertoont met een verbranding). DDPatiënten met uitgebreide letsels aan weke delen (bv. spieren, vetweefsel…) door trauma, necrotiserende fasciitis,…
Wetenschappelijk onderzoek Het UZ Gent is een universitair ziekenhuis. Ook wetenschappelijk onderzoek behoort dus tot de taken van het het ziekenhuis. De kans bestaat dat u tijdens uw opname in het BWC (of op de afdeling) de vraag zal krijgen om uw medewerking te verlenen aan wetenschappelijk onderzoek. Dit is steeds een vrijblijvende vraag. Een eventuele weigering om deel te nemen aan wetenschappelijk onderzoek beïnvloedt op geen enkele manier uw behandeling in het BWC of het UZ Gent. Ook tijdens deelname aan wetenschappelijk onderzoek staat het u vrij om op elk moment uw medewerking stop te zetten.
Bezoek van kinderen onder de 12 jaar is in principe niet toegelaten aangezien zij vatbaarder zijn voor allerlei infecties. Uitzonderingen kan u aanvragen via de verpleegkundigen.
Alle wetenschappelijke onderzoeken, studies,… die in ons centrum worden uitgevoerd, zijn steeds goedgekeurd door het Ethisch Comité van het UZ Gent en verlopen volgens de geldende (inter)nationale wetgeving.
Bezoektijd op maat van de patiënt en familie is bespreekbaar. Dit kan individueel aangepast worden.
Dagindeling
Het is mogelijk dat er tijdens het bezoek een onderzoek, behandeling of verzorging moet worden uitgevoerd. Wij vragen u om dan te wachten in de wachtruimte.
Een dag op het Brandwondencentrum ziet er als volgt uit: Voormiddag
De opnamecriteria Wie wordt in het BWC opgenomen? DDKinderen en volwassenen met 2e graadsbrandwonden vanaf 10 of 20 % van het totale lichaamsoppervlak (afhankelijk van de leeftijd). DDKinderen en volwassenen met 3e graadsbrandwonden vanaf 5 % van het totale lichaamsoppervlak. DDAangezichtsverbrandingen: personen die verbrand zijn in het aangezicht hebben een risico op longverbranding door het inademen van rook e.d. Ook zwel-
Om 7u dragen de nachtverpleegkundigen hun shift over aan de ochtendverpleegkundigen. Rond 7.30u brengen de ziekenhuishelpsters uw ontbijt (indien van toepassing). Indien nodig helpen ze u bij het eten. Parametercontrole Na het ontbijt komt een verpleegkundige uw bloeddruk, pols, ademhaling, zuurstofsaturatie en temperatuur controleren. De meeste van deze waarden kunnen afgelezen worden op het scherm van de monitor waarmee u via diverse draden verbonden bent. Deze controles gebeuren meerdere keren in de loop van de dag, afhankelijk van de noodzaak.
O P NA M E I N HET B RANDWO NDEN CEN TR UM
DDLectuur Alleen nieuwe boeken en tijdschriften zijn toegestaan. Boeken uit de bibliotheek zijn om hygiënische redenen niet toegelaten. Wil u de krant of een tijdschrift lezen, dan kan u dit vragen. De vzw “Vriendenkring van Brandwondenpatiënten van het UZ Gent” zorgt voor gratis lectuur.
11
Vochtbalans De vochtbalans is heel belangrijk, omdat brandwondenpatiënten veel vocht verliezen via de wonden. De verpleegkundige noteert daarom wat en hoeveel u hebt gegeten en gedronken en meet hoeveel u geplast hebt via de blaassonde of de bedpan/het urinaal. Zo weten we perfect hoeveel vocht u in uw lichaam opgenomen hebt en hoeveel er uitgescheiden werd. Het is dus belangrijk om geen urine weg te gooien in het toilet. Als een strikte opvolging van de vochtbalans niet meer noodzakelijk is, laat de verpleegkundige dat weten. Verzorging De (wond)verzorging gebeurt in de loop van de voormiddag. Het exacte tijdstip kan – afhankelijk van de planning – variëren. Voor de start van de verzorging verhoogt de verpleegkundige de kamertemperatuur zodat u niet afkoelt. U krijgt voor en tijdens de verzorging voldoende pijnstilling. Om infecties te vermijden draagt de verpleegkundige tijdens de verzorging een masker, muts, steriele schort en handschoenen. Normaal gezien wordt u op de douchebrancard gewassen en worden uw wonden daar ook ontsmet. Bent u net geopereerd, dan wordt u een aantal dagen in bed verzorgd. Om de wondgenezing te evalueren maken we regelmatig foto’s van uw brandwonden.
Om 14u neemt de namiddagverpleegkundige het van de ochtendverpleegkundige over. Informatie over uw toestand wordt in detail doorgegeven. De shift van de ochtendverpleegkundige zit er om 15u op. Namiddag Om 14u starten de verpleegkundigen die u tot 22u zullen verzorgen. Het is mogelijk dat de verpleegkundige tijdens het bezoekmoment uw kamer binnenkomt om medicatie toe te dienen of om uw parameters te controleren. Hij of zij is uiteraard bereid om op de vragen van uw bezoekers te antwoorden. Tussen de bezoekmomenten werkt de verpleegkundige, indien nodig, uw verbanden bij. Als u dat wil, kan dan ook uw avondmaal opgediend worden. Wanneer het bezoek naar huis is, is er een kleine avondverzorging. We leggen dan verse lakens op uw bed (indien nodig), controleren de verbanden en dienen uw medicatie toe.
O P NA M E I N HET B RANDWO NDEN CEN TR UM
Na de verzorging komt de kinesitherapeut langs of is er tijd om wat te rusten of te eten.
13
In de loop van de voor- en/of namiddag komen artsen, kinesitherapeuten,… bij u op de kamer langs voor onderzoek of behandeling. Nacht De nachtverpleegkundigen zijn op de afdeling tot 7u ’s morgens. Rond 22u begint de nachtrust. U mag uiteraard nog naar tv kijken of wat lezen. Op geregelde tijdstippen moeten wij uw nachtrust verstoren om medicatie toe te dienen en uw parameters te controleren. We proberen altijd om u zo weinig mogelijk wakker te maken. Bij zwaar verbrande patiënten is er een kleine nachtverzorging: we controleren dan de verbanden en leggen indien nodig verse lakens. Rond 6u gebeurt, indien nodig, een bloedafname.
Multidisciplinair overleg Elke dinsdagmiddag vindt een multidisciplinair overleg plaats. Medewerkers van alle disciplines die betrokken zijn bij de verzorging en behandeling van brandwondenpatiënten overlopen dan samen alle patiënten en maken de planning voor de komende dagen en weken op. Vanzelfsprekend blijft het overleg tussen de verschillende disciplines niet beperkt tot het multidisciplinair overleg op dinsdagmiddag. In functie van de noden van de patiënten is er dagelijks overleg tussen verpleegkundigen, zorgcoördinatoren, plastisch chirurgen, intensivisten,…
03. Brandwonden De huid De huid is opgebouwd uit twee lagen: de epidermis (of opperhuid) en de dermis (of lederhuid). Daarnaast bevat de huid nog haarfollikels, kleine bloedvaten, zenuwuiteinden en talg- en zweetklieren.
De huid heeft verschillende functies: de lichaamstemperatuur regelen, het vocht in het lichaam op peil houden en beschermen tegen infecties. Door verbranding verliest de huid, het grootste orgaan van het menselijk lichaam, echter een belangrijk deel van zijn functies. Het gevolg is warmteverlies, vochtverlies en infectiegevaar.
Definitie en gradaties van brandwonden Een brandwonde is een schending van de integriteit van de huid door inwerking van externe factoren. Eerstegraadsverbranding Bij een eerstegraadsbrandwonde is enkel de opperhuid beschadigd. De brandwonde is droog, rood en pijnlijk. Binnen de vijf tot zeven dagen treedt spontane genezing op zonder littekenvorming. Tweedegraadsverbranding Er bestaan twee soorten tweedegraadsbrandwonden: oppervlakkige en diepe. Bij een oppervlakkige tweedegraadsverbranding is de wonde zeer pijnlijk en rood en treedt blaarvorming op. De wonden genezen spontaan na ongeveer veertien dagen tot drie weken en er is weinig tot geen littekenvorming. Het uitzicht van een diepe tweedegraadsverbranding is vaak wolkig wit-rood. Patiënten hebben ook een verminderd pijngevoel. De wonde heeft meestal meer dan drie weken tijd nodig om te genezen, wat een reële kans op littekenvorming inhoudt. Derdegraadsverbranding Bij een derdegraadsbrandwonde zijn de opperhuid en de lederhuid volledig vernietigd. De huid ziet er bruin, wit of zwart uit, afhankelijk van de oorzaak van de verbranding. Het wondoppervlak is droog, pijnloos, voelt kartonachtig aan en heeft een perkamentachtig uitzicht. Genezing is alleen mogelijk door middel van een of meerdere huidtransplantaties. Derdegraadsverbranding leidt bijna altijd tot littekens.
Soorten brandwonden Er bestaan thermische, chemische, elektrische en radiogene brandwonden. Thermische verbranding Thermische brandwonden onstaan door contact met hitte. De diepte van de brandwonden is niet altijd gemakkelijk te beoordelen. De ernst hangt onder andere af van de temperatuur en de contacttijd.
O P NA M E I N HET B RANDWO NDEN CEN TR UM
Om 22u worden de namiddagverpleegkundigen afgelost door de nachtverpleegkundigen.
15
Vlamverbranding Bij vlamverbranding is er direct contact met de vlam, bijvoorbeeld bij een huisbrand of kledij die vuur vat. Het gaat meestal om diepere brandwonden. Verbranding door hete vloeistoffen of stoom Blootstelling van de huid aan hete vloeistoffen (koffie, thee, soep, frituurolie…) of stoom kan brandwonden veroorzaken. De temperatuur van de vloeistof en de contactduur bepalen in grote mate de diepte van de brandwonden. Flitsverbranding Bij flitsverbranding is er geen direct contact tussen de huid en het vuur, maar staat het slachtoffer wel bloot aan stralingshitte. De contacttijd is meestal kort, waardoor de kans groter is dat de brandwonde oppervlakkig is. Contactverbranding Deze brandwonden worden veroorzaakt door een direct contact met een heet voorwerp (kachel, oven,…). De ernst van de verbranding hangt af van de temperatuur van het voorwerp, de duur van het contact en de eventuele druk tijdens de verbranding. Chemische verbranding Bij chemische verbranding ontstaan brandwonden door de inwerking van chemische stoffen op de eiwitstructuur van de huid. De zuren of basen tasten het levende weefsel aan. Een specifieke behandeling is vereist. Dit type brandwonden kan soms tot ernstige letsels van de huid en onderliggende weefsels leiden.
Een elektrische verbranding kan op twee manieren ontstaan: door de elektrische stroom zelf of doordat een kortsluiting een steekvlam veroorzaakt. De elektrische stroom veroorzaakt grote warmteontwikkeling op de plaats waar hij door het lichaam gaat. Dit kan leiden tot ernstige letsels van de huid en de onderliggende weefsels. Radiogene verbranding Deze verbranding wordt veroorzaakt door blootstelling aan het UV-licht van zonnestralen of eventueel zonnebankstralen. Radiogene brandwonden zijn meestal niet diep, maar wel heel pijnlijk.
O P NA M E I N HET B RANDWO NDEN CEN TR UM
Elektrische verbranding
17
Algemeen voorkomende problemen DDPijn DDVermoeidheid DDKoorts DDVerminderde eetlust DDMisselijkheid Verstoring van de huid en de lichaamscellen DDEr kan zwelling optreden ter hoogte van de brandwonde en later zelfs in het hele lichaam. Zeker bij aangezichtsverbrandingen zwelt het gelaat vaak erg op waardoor de oogleden dik worden. De zwelling verdwijnt na enkele dagen spontaan. DDDoordat de verdamping van het vocht in de huid bij verbranding twintig keer groter is, gaat er heel veel vocht verloren en heeft de patiënt een enorme behoefte aan extra vocht en calorieën. DDHet lichaam verliest ook veel warmte ter hoogte van de brandwonden. Om dit verlies te compenseren, wordt de temperatuur in de patiëntenkamers verhoogd. DDDe bacteriebarrière valt weg. Patiënten lopen dus een groter risico op infecties. Daarom worden ze geïsoleerd verzorgd en zijn er strikte procedures voor het medisch en paramedisch personeel en voor de bezoekers in verband met kledij, handen wassen, meebrengen van geschenkjes, e.d. Invloed op het cardiovasculaire systeem DDBij brandwonden heeft het hart het wat moeilijker en moet het harder werken. Daarom klopt het ook sneller.
04. Diagnostiek Laser Doppler Imaging De ernst van een brandwonde is afhankelijk van de diepte, de uitgebreidheid en de lokalisatie. De diepte bepaalt de ernst van de beschadiging en in welke mate spontane wondheling mogelijk is. De klinische beoordeling van de dieptegraad is vaak moeilijk. De brandwonde evolueert de eerste 24 tot 48 uur na de verbranding. Een goede beoordeling is pas na 2 à 3 dagen mogelijk. Een juiste inschatting van de dieptegraad is van groot belang om een passende behandeling te starten met het oog op een snelle wondgenezing. We gebruiken daarvoor Laser Doppler Imaging of LDI, ook wel ’scanner’ genoemd. Met deze methode kunnen we oppervlakkige en diepe wonden van elkaar onderscheiden. Die vragen immers om een andere behandeling. Met een rode laserstraal wordt het oppervlak gescand. Een groot deel van het licht wordt teruggekaatst door het weefsel en geeft geen Doppler-effect (een verandering in frequentie van geluids- of lichtgolven), maar een klein deel wordt weerkaatst door bewegende bloedcellen en geeft wel zo’n effect. Zones die oppervlakkig verbrand zijn, hebben een verhoogde doorbloeding. Zones die diep verbrand zijn, hebben een lage doorbloeding. Deze verhoogde of verlaagde doorbloeding kunnen via een kleurkaart op de computer weergegeven worden. Blauw duidt op een lage (=diepere brandwonde), rood (=oppervlakkigere brandwonde) op een verhoogde doorbloeding van de brandwonde.
DDDe cellen en de weefsels hebben ook meer zuurstof nodig.
Bij deze methode komen we niet in contact met de huid. De patiënt voelt dus niets van de procedure. Het is wel belangrijk om stil te blijven liggen.
Invloed op het ademhalingsstelsel
Een oppervlakte van 50 op 50 cm kan in een tijdspanne van 2 minuten gescand worden.
Bij het inademen van rook, hete of giftige gassen verbranden de longen. Wanneer de ademhaling sterk onderdrukt wordt, plaatst de arts een buisje (of endotracheale tube) via de mond of de neus tot in de luchtpijp. Een beademingstoestel helpt de patiënt ademen of neemt de ademhaling volledig over.
Uit verschillende studies is gebleken dat de nauwkeurigheid meer dan 93 % is vanaf de derde dag na de verbranding.
Invloed op de nieren
De zorgcoördinator voert de scan uit. Samen met de plastisch chirurg wordt de scan nadien geanalyseerd en volgt een beslissing over de verdere behandeling. De zorgcoördinator en/of plastisch chirurg geven u tenslotte toelichting bij het resultaat.
Als de nieren te zwaar belast worden, kan de patiënt problemen krijgen om afbraakproducten uit te scheiden. Dit kan leiden tot een opstapeling van allerlei afvalproducten en eventueel tot nierfalen. Het gebeurt af en toe dat de werking van de nieren tijdelijk moet worden overgenomen door een dialysetoestel.
De patiënt blijft tijdens de scan gewoon op de kamer. De procedure gebeurt tijdens de ochtendverzorging in bed.
O P NA M E I N HET B RANDWO NDEN CEN TR UM
Fysieke gevolgen van brandwonden
19
05. Wondbehandeling Het resultaat van de scan bepaalt de keuze tussen een conservatieve of chirurgische behandeling van de brandwonden. Voor een acceptabel esthetisch en functioneel resultaat streven we ernaar om de brandwonden binnen de drie weken genezen te krijgen.
Conservatieve behandeling Met ‘conservatieve behandeling’ bedoelen we dat de brandwonde spontaan geneest met behulp van zalven of verbanden. Eerstegraadsverbranding Bij een eerstegraadsverbranding is er geen wonde, wel een overreactie van de huid op teveel warmte. Het is belangrijk om de huid te hydrateren met een niet-geparfumeerde, hydraterende crème. Oppervlakkige tweedegraadsverbranding Blaren verwijderen we op een steriele manier. Ook alle losliggende huid wordt nauwkeurig verwijderd. Op deze wonden brengen we een antibacteriële crème aan. Daarover kunnen we een vetverband leggen om te voorkomen dat de kompressen in de wonde plakken. Tenslotte wordt de wonde afgesloten met een vochtopnemend kompres en een eindverband. Diepe tweedegraadsverbranding
De wondzorg verloopt op dezelfde manier als bij oppervlakkige tweedegraadsbrandwonden. De wonden krijgen ongeveer twee weken de kans om spontaan te herstellen. Daarna komen we op een kritisch punt in de behandeling. Artsen moeten dan kunnen inschatten of de wonden volledig genezen zullen zijn binnen de acht tot tien dagen. Als dit het geval is, wordt op dezelfde manier verder gewerkt. Als dit niet het geval is, wordt besloten om alsnog chirurgisch in te grijpen (zie verder). Bioptronlamp Deze lichttherapie gebruikt lineair gepolariseerd licht. Dat is een speciaal soort licht dat zich voortplant in vlakke golven, parallel aan elkaar. Het bioptronlicht bevat geen UV-stralen. Door een interne koeling van de lamp ligt de temperatuur ter hoogte van de huid maximaal 1 à 2 graden hoger dan onze normale lichaamstemperatuur. Verbranding van de huid door lineair gepolariseerd licht is dus onmogelijk. Patiënten reageren over het algemeen positief op deze therapie.
O P NA M E I N HET B RANDWO NDEN CEN TR UM
Dit soort brandwonden kunnen niet met zekerheid bij oppervlakkige tweedegraads of derdegraads wonden ingedeeld worden.
21
DDHet stimuleert specifieke cellen van het immuunsysteem (neutrofielen en macrofagen). DDHet herstelt beschadigde en verzwakte cellen (door herstel van de celmembraan). DDHet verhoogt de energieproductie in de cel. Met als gevolg: DDAanmaak van nieuwe bloedvaatjes (verbeterde doorbloeding). Een verbeterde doorbloeding zorgt voor betere wondheling en wondsluiting. DDAanmaak van nieuwe huid (door stimulatie van o.a. de keratinocyten). Bioptronlichttherapie is gebruiksvriendelijk en eenvoudig. De behandeling duurt elke dag +/- 10 minuten.
06. Operaties Wanneer? Bij diepe brandwonden is een huidtransplantatie noodzakelijk (behalve bij erg kleine wondjes).
De dag voor de operatie DDIndien nodig gebeuren er enkele routine-onderzoeken: elektrocardiogram, bloedafname, RX-foto van de longen. DDDe arts beoordeelt de resultaten van de onderzoeken en beslist de of operatie al dan niet kan doorgaan. DDVanaf +/- middernacht mag u niets meer eten of drinken. De verpleegkundige geeft u het exacte tijdstip.
De operatie DDDe meeste brandwonden worden in meerdere operaties behandeld. DDTijdens de eerste operatie wordt de verbrande huid verwijderd (“debrideren”). Meestal wordt de wonde daarna tijdelijk bedekt met menselijke donorhuid. Deze donorhuid blijft gewoonlijk een week ter plaatse om de wondbodem de kans te geven om zich voor te bereiden op de tweede operatie.
DDTijdens de tweede operatie wordt eerst de donorhuid verwijderd en de wondbodem opnieuw schoongemaakt. Daarna nemen we met een speciaal toestel gezonde huid bij de patiënt weg, meestal ter hoogte van de bovenbenen of het achterwerk. In deze huid (de “huident”) maken we kleine gaatjes zodat ze groter wordt. Daarna wordt de ent op de brandwonde aangebracht en gefixeerd met speciale nietjes, zodat de ent rustig kan ingroeien. Tenslotte wordt de gefixeerde ent nog eens extra op zijn plaats gehouden met Surfasoft®, een soort plastic folie. Die wordt ook met nietjes aan de huid vastgemaakt. DDAfhankelijk van de omvang van de brandwonden kunnen meer dan 2 operaties noodzakelijk zijn. Het is namelijk fysiek te belastend om uitgebreide brandwonden in 1 keer te debrideren en te bedekken met eigen huid.
Verzorging na de operatie: dag 1 t.e.m. dag 7 1 Wanneer u geopereerd bent, wordt u ongeveer 7 dagen lang in bed verzorgd. Soms kan deze termijn wat ingekort worden. DDDe geopereerde brandwonden worden dagelijks gecontroleerd en ontsmet en krijgen ook elke dag een nieuw verband. DDOok op de plaats waar de huid afgenomen werd (= donorplaats) hebt u een wonde, te vergelijken met een schaafwonde. Op die wonde krijgt u een speciaal verband dat ongeveer 10 à 12 dagen ter plaatse kan blijven. Als dit niet lukt, wordt de donorplaats bedekt met een zalf en een vetverband. Littekenvorming is mogelijk ter hoogte van de donorplaatsen. DDDe niet-geopereerde brandwonden worden verder verzorgd zoals voor de operatie. DDHet is belangrijk dat u de geopereerde zone niet teveel beweegt. De kinesist zal de betrokken zone vermijden en ook zelf mag u die niet teveel bewegen. Dit is de standaard werkwijze. Uiteraard wordt de verzorging steeds aangepast aan elke individuele patiënt en kan hiervan afgeweken worden in functie van de ernst en de omvang van de brandwonden, de evolutie van de wondheling...
1
O P NA M E I N HET B RANDWO NDEN CEN TR UM
Wat doet gepolariseerd licht?
23
De achtste dag na de operatie DDVanaf de achtste dag wordt u mogelijk opnieuw verzorgd in de douchebrancard. De Surfasoft® en een gedeelte van de nietjes worden verwijderd. De overige nietjes worden de volgende dag(en) verwijderd. DDVanaf nu mag u de geopereerde zone voor het eerst opnieuw volledig bewegen. De kinesist zal hierbij helpen.
O P NA M E I N HET B RANDWO NDEN CEN TR UM
Uiteraard krijgt u voldoende pijnstilling om de pijn tijdens de verzorging draaglijker te maken. Geef tijdig aan hoe pijnlijk de verzorging voor u is zodat we eventueel extra pijnmedicatie kunnen geven.
25
07. Eten en drinken
08. Kinesitherapie
Brandwondenpatiënten hebben veel meer behoefte aan vocht, calorieën, vitamine C, eiwitten en zink. Veel patiënten met (uitgebreide) brandwonden hebben de neiging om sterk af te vallen. We streven ernaar om u evenwichtig samengestelde voeding te bieden en u op uw ideale gewicht te brengen. Goed eten bevordert de wondheling!
Kinesitherapie is een belangrijk onderdeel van de behandeling van brandwondenpatiënten. Intensieve en doelgerichte kinesitherapeutische behandeling zo snel mogelijk na het ongeval, is in belangrijke mate bepalend voor het uiteindelijke functieherstel van de verbrande lichaamsdelen.
Nuttige tips
Het doel van de kinesitherapie is:
DDEet ook tussen de maaltijden door (pudding, melk, yoghurt). DDDrink de vloeibare voeding niet te snel. DDDrink naast de drinkvoedingen ook water, koffie of thee. DDZeg duidelijk aan de verpleegkundige wat en hoeveel u hebt gedronken en gegeten. Dat wordt dagelijks genoteerd zodat we een correcte vochtbalans kunnen opmaken. Enkele afspraken: DDDe uren waarop het eten wordt opgediend kunnen van dag tot dag verschillen omdat we nooit op voorhand weten wanneer de verzorgingen afgerond zullen zijn. DDDe logistiek medewerkers dienen het eten op en helpen ook patiënten die zelf niet kunnen eten vb. bij een handverbranding. DDBij opname vragen we meestal naar uw eetgewoonten. We houden in de mate van het mogelijke rekening met die gewoonten. DDFamilie en vrienden mogen frisdranken, voedingswaren en fruit meebrengen. In de patiëntenkeuken heeft iedere patiënt zijn eigen plaats in de koelkast en in de kast. Voor uw bezoekers de kamer binnengaan, kunnen ze het eten en/of drinken aan de verpleegkundigen of logistiek medewerkers afgeven. Wil u iets uit de patiëntenkeuken hebben, dan kan u ons dit gewoon vragen. DDPatiënten die een operatie ondergaan, moeten de nacht voor en de dag van de operatie nuchter blijven. DDPatiënten die beademd worden, kunnen niet eten. Zij krijgen sondevoeding (= vloeibare voeding) via een maagsonde in de neus. DDWe vragen bezoekers om niet te eten of te drinken in de patiëntenkamers.
DDHandhaving van de normale beweeglijkheid van alle gewrichten. DDHet bewegingsapparaat in optimale conditie houden. DDVermindering van oedeemvorming (zwelling). DDDe bloedcirculatie onderhouden. DDHuid- en/of gewrichtscontracturen voorkomen. DDDe ademhalingsfunctie verzorgen. Het is daarom noodzakelijk dat de oefeningen zo snel mogelijk na het ongeval starten (binnen de 24 uur). Deze oefeningen bestaan uit passieve mobilisatie (de therapeut beweegt het lidmaat), actieve oefentherapie en spierversterkende oefeningen. Uiteraard worden de oefeningen aangepast aan de dieptegraad van de verbranding, de pijn die u ervaart en uw algemene toestand. Na een operatie wordt een 7-tal dagen niet geoefend in de geopereerde zone zodat de getransplanteerde huid goed kan ingroeien zonder dat er schuif- en trekkrachten worden op uitgeoefend. We trachten de betrokken gewrichten preoperatief in de meest optimale conditie te brengen zodat u na de operatie zo weinig mogelijk functieverlies hebt. In de periode van immobilisatie zorgen de verpleegkundigen, ergotherapeuten en kinesitherapeuten ervoor dat uw ledematen in de juiste houding gepositioneerd worden. Dit gebeurt om huid- en/of gewrichtscontracturen te voorkomen. Dit zijn samentrekkingen van littekens over gewrichten heen waardoor de mobiliteit van de gewrichten vermindert. De juiste positionering gebeurt met behulp van spalken en/of kussens. De kinesitherapeut verzorgt ook de luchtwegen. Sommige brandwondenpatiënten hebben een inhalatietrauma opgelopen (= brandwonden ter hoogte van de longen door het inademen van hete lucht, rook of roetdeeltjes). Via allerhande technieken zoals tappotage (=kloppen op de borstkas), mechanische vibratie, ademhalingsoefeningen, houdingsdrainage, manueel ondersteunen bij het ophoesten, oefenen met een spirometer, aspiratie van het sputum,… kan de kinesitherapeut helpen om de ademhalingsfunctie in optimale conditie te houden of te verbeteren.
O P NA M E I N HET B RANDWO NDEN CEN TR UM
DDProbeer voldoende gezond en gevarieerd te eten. Bespreek met de verpleegkundige of diëtiste wat u graag wilt eten.
27
09. Ergotherapie Wat is een ergotherapeut ? Een ergotherapeut is een gezondheidswerker met een paramedische opleiding die werkt met mensen die om een of andere reden een beperking hebben. In het geval van brandwonden gaat het meestal om bewegingsbeperkingen. Ergotherapeuten leren patiënten om dagelijkse handelingen (opnieuw) uit te voeren. Lang niet alle brandwondenpatiënten krijgen ergotherapie. Dit hangt in grote mate af van de ernst, plaats en omvang van de brandwonden.
Waardoor kunnen bewegingen beperkt zijn? DDPijn: u bent geneigd om minder of zelfs niet meer te bewegen. DDZwelling: hindert bewegingen. DDVerbanden: voorwerpen voelen anders aan. Wanneer verbanden spannen of verschuiven over de wonde kunnen bewegingen stroever verlopen of onaangenaam aanvoelen. DDVeranderde huid: soms is pas geheelde huid overgevoelig of juist minder gevoelig. De huid krimpt en voelt weinig elastisch aan.
DDDrukkleding vermindert littekenvorming maar geeft weerstand aan de bewegingen.
Hoe bewegingsbeperkingen voorkomen/ behandelen? DDActief bewegen is heel belangrijk, daarom moedigen we u aan om zelf vaak te oefenen (rekening houdend met immobilisaties) en om zoveel mogelijk activiteiten zelf uit te voeren. DDGebruik het verbrande lidmaat maximaal: als u nog niet veel kan, schakel het lidmaat dan in om iets tegen te houden, maar laat het niet stil liggen. Mits het gebruik van een tijdelijk hulpmiddel of een aanpassing gaat het vaak wel.
O P NA M E I N HET B RANDWO NDEN CEN TR UM
DDBedrust en immobilisatie: door langdurige bedrust en immobilisatie kan de spiermassa verminderen en kunnen spieren en gewrichten stijver worden waardoor bewegen moeilijker wordt.
29
DDSoms gebruiken we rustspalken/correctiespalken: deze zorgen voor een juiste positie van het lidmaat. DDDoor zoveel mogelijk actief te oefenen kunnen beperkingen afnemen.
Hoe werkt een ergotherapeut aan maximale zelfredzaamheid? In de eerste plaats is bewegen heel belangrijk. De ergotherapeut voorziet een actieve oefentherapie, met focus op het uitvoeren van dagelijkse handelingen. DDNoodzakelijke handelingen: eten en drinken, mond schoonvegen, neus snuiten, in ogen wrijven, ergens krabben bij jeuk,… DDHandelingen die u graag wil doen: telefoneren, televisie bedienen, lezen, schrijven, bril opzetten,… DDVerplaatsingen in en uit bed: naar bed, stoel, toilet, lavabo… Handelingen waarin u beperkt bent, moet u toch zoveel mogelijk zelf proberen uitvoeren. De bewegingen zullen daardoor verbeteren. Probeer ondanks de pijn toch voldoende te oefenen en te bewegen, zonder te forceren. Forceren geeft immers vaak extra littekenvorming. Lukken bepaalde handelingen niet, dan zoeken we naar aanpassingen of bieden we tijdelijk hulpmiddelen aan. Ook het verminderde uithoudingsvermogen wordt geleidelijk terug opgebouwd door: DDhet hoofdeinde van het bed rechtop te plaatsen
10. Psychologische begeleiding Psychologische begeleiding maakt deel uit van de brandwondenzorg. Een brandwondenongeval is ingrijpend en schokkend. Vaak brengt het heel wat emoties en zorgen met zich mee en zitten patiënten en de mensen uit hun omgeving met vragen. Tijdens uw opname in het BWC zal een psycholoog langskomen om kennis te maken met u en uw naaste familie. U kan uw vragen en zorgen delen, krijgt de gelegenheid om te spreken over het ongeval en kan uw emoties ventileren. Tijdens de opname zal de psycholoog op geregelde tijdstippen langskomen. De psycholoog biedt een luisterend oor, volgt uw toestand op en geeft de nodige informatie. Ook na de opname in het BWC, blijft de psycholoog betrokken: tijdens de opname op een andere afdeling in het ziekenhuis en in de nazorgfase. De taken van de psycholoog zijn divers en kunnen verschillen van persoon tot persoon. De psycholoog biedt immers ‘maatwerk’: hulp op maat van iedere afzonderlijke patiënt. Dit kan gaan van gevoelens bespreekbaar maken (angst, afschuw, machteloosheid en afhankelijkheid), voorbereiding op operaties, ondersteunende gesprekken met familieleden, informeren, voorbereiden op nazorg, begeleiding bij het omgaan met littekens tot psychotherapie. U kan de psychologen bereiken op tel. 09 332 68 78. Ook na uw opname kan u levenslang (gratis) een beroep doen op de psychologen in het ziekenhuis.
11. Dienst Patiënten begeleiding Taakomschrijving
DDop de rand van het bed te zitten DDin de stoel te zitten DDrecht te staan DDconditietraining: veel bewegen onderhoudt en bouwt de conditie opnieuw op.
Een opname op het BWC is ingrijpend voor u maar ook voor uw familie en de mensen uit uw omgeving. In het BWC gaat zeer veel aandacht naar de medische behandeling. De opname kan echter ook veel vragen en emoties bij u oproepen. U voelt zich misschien angstig, verdrietig, onzeker,… Een gesprek met de sociaal werker kan een hulp zijn. U kan
O P NA M E I N HET B RANDWO NDEN CEN TR UM
DDHet lidmaat in een correcte houding leggen: afhankelijk van de plaats van verbranding houdt u het lichaamsdeel in een hogere positie om zwelling tegen te gaan (vb. hand hoger dan elleboog) of in een positie die helpt om verstijving van gewrichten, verkorting van spieren of krimpen van verbrande huid tegen te gaan (vb. pols niet laten afhangen bij verbranding van de pols, balletje vasthouden bij verbranding van hand, geen of slechts klein kussentje achter hoofd bij verbranding van de hals).
31
met al uw vragen en bekommernissen bij ons terecht. Kunnen wij geen passend antwoord geven op uw vragen, dan helpen wij u verder op weg. Al van bij de opname in het BWC kunnen problemen rijzen zoals het invullen van administratieve documenten (bv. ziekenfonds- en verzekeringspapieren), het regelen van huisvesting, voorzien in opvang van de kinderen,… Wanneer u een tijdje in het BWC bent en het ontslag in zicht komt, kan de dienst Patiëntenbegeleiding hulp bieden bij de voorbereiding van het ontslag: thuiszorg regelen, thuisverpleging plannen, revalidatiecentrum zoeken,... Een opname op het BWC heeft ook financiële consequenties zoals inkomensverlies, hospitalisatiekosten, medicatie en nazorg. Het is niet altijd evident om deze kosten te dragen. De dienst Patiëntenbegeleiding kan mee naar oplossingen zoeken. Via de polikliniek kan u ook na het ontslag nog een beroep doen op de dienst Patiëntenbegeleiding. Zowel patiënten als familieleden kunnen een persoonlijk gesprek bij de dienst Patiëntenbegeleiding aanvragen (via de verpleegkundigen van het BWC of rechtstreeks op tel. 09 332 41 44 of 09 332 41 45).
12. Plastische heelkunde Deze afdeling bevindt zich op 2 verschillende plaatsen: DDPlastische en Thoracovasculaire heelkunde (gebouw K12B, 5de verdieping), tel. 09 332 27 70 DDUro-Gynaeco-Plastisch platform (gebouw K1-K2, 5de verdieping), tel. 09 332 31 96
Algemeen DDAls brandwondenpatiënt komt u naargelang uw wens of noodzaak op een eenof een tweepersoonskamer. DDElke kamer heeft een toilet, lavabo, tv en koelkast. DDDe bezoekuren lopen van 14.30 tot 20.00 uur Uw verblijf op Plastische Heelkunde zal op een aantal vlakken verschillen of gelijklopen met uw verblijf op het BWC.
O P NA M E I N HET B RANDWO NDEN CEN TR UM
Wanneer de wonden nagenoeg genezen zijn of er nog slechts enkele restdefecten zijn, beslist de plastisch chirurg in samenspraak met de intensivist om u naar de afdeling Plastische Heelkunde te transfereren.
33
DDLichttherapie: kan ook volgens noodzaak. DDKine- en ergotherapie: dezelfde kinesisten als in het BWC (op 5K12B) of collega’s (op 5K1-K2) kunnen bij u langskomen. DDSociale dienst: als u een dossier hebt, wordt dit verder opgevolgd door de sociaal verpleegkundige van het BWC of collega’s. DDDe psychologische begeleiding die tijdens het verblijf in het BWC werd opgestart, wordt voortgezet door de psychologen van het BWC. DDDagelijkse zaalronde door de plastisch chirurg(en). DDNazicht van de resterende wonden: tweemaal per week of volgens noodzaak. DDDe isolatiemaatregelen zijn niet meer in dezelfde mate noodzakelijk. In ieder geval zal de stap naar de afdeling Plastische Heelkunde een aanpassing vergen. De kwaliteit van de zorgverlening is even goed en het team is even deskundig, maar toch kan u als patiënt het gevoel hebben dat u minder aandacht krijgt. In het BWC was u immers één van de zes patiënten, en op de nieuwe afdeling maakt u deel uit van een groep van +/-30 patiënten. Bovendien wordt nu een grotere zelfstandigheid van u verwacht. De eerste stappen naar meer zelfstandigheid hebt u reeds in het BWC gezet.
13. Naar huis Poliklinische controle Bij het definitieve ontslag uit het ziekenhuis krijgt u een eerste afspraak mee voor de poliklinische controle. Meld u aan bij de receptie van de polikliniek Plastische Heelkunde op het gelijkvloers van gebouw K12C. Daarna neemt u plaats in de wachtzaal en wacht u tot uw naam wordt afgeroepen. U wordt gezien door een plastisch chirurg en een van de zorgcoördinatoren die u eerder in het BWC ontmoette. U kan bij hen terecht met al uw vragen. Schrijf ze desnoods thuis op een briefje. Indien u nog attesten nodig heeft (thuisverpleging, werkgever, verzekering,…), kan u ze nu aan de arts vragen. Voor uitgebreide informatie rond littekenbehandeling en nazorg verwijzen wij u graag naar de afzonderlijke brochure.
Ambulante verpleegkundige zorg Het is mogelijk dat de arts de toestemming geeft om naar huis te gaan, maar dat hij/zij het toch noodzakelijk vindt dat u elke dag behandeld wordt door een verpleegkundige of dat u dagelijks lichttherapie krijgt. Thuisverpleegkunde DDU kunt een beroep doen op een thuisverpleegkundige in de buurt (via uw mutualiteit of een zelfstandig thuisverpleegkundige). DDU krijgt de nodige formulieren mee vanuit het BWC of de afdeling: - een attest voor thuisverpleging - een formulier voor de thuisverpleegkundige waarop de wondzorg beschreven staat DDAls u hulp nodig heeft om thuisverpleging te organiseren, kan u terecht bij de sociaal verpleegkundige.
Psychische zorg U kan na uw opname in het ziekenhuis nog psychische klachten ervaren. Dit is niet verwonderlijk: brandwonden hebben niet alleen een effect op de huid, maar kunnen ook sporen nalaten op psychisch en sociaal vlak. Er is tijd nodig om een nieuw evenwicht te vinden na het brandwondenongeval en de ingrijpende opname in het ziekenhuis. Heel wat mensen ervaren volgende klachten: Posttraumatische stress Veel mensen ervaren na het ongeval kortdurend posttraumatische stressklachten zoals herbeleving van het ongeval (nachtmerries, flash-backs), vermijden van situaties die aan het ongeval doen denken, verhoogde angst, prikkelbaarheid en minder goed functioneren dan voor het ongeval. Somberheid en wisselende stemmingen Ook gevoelens van lusteloosheid en neerslachtigheid kunnen voorkomen. Sommige mensen spreken ook over ‘slechte dagen’. Geen zin hebben om te eten, moe zijn, een leeg gevoel hebben, … het zijn emoties die op sommige dagen meer op de voorgrond komen dan op andere.
O P NA M E I N HET B RANDWO NDEN CEN TR UM
DDDouchetherapie: kan indien nodig voortgezet worden in een aparte douchekamer.
35
Slaapproblemen Al tijdens de opname kan u slaapklachten hebben: moeite met in- of doorslapen, heel oppervlakkig of onrustig slapen, … Die moeilijkheden kunnen na uw ontslag aanhouden. Tijdens de ziekenhuisopname wordt in overleg met de arts soms slaapmedicatie voorgeschreven. Na opname raden we u aan om samen met uw huisarts te bespreken in hoeverre deze slaapmedicatie nog noodzakelijk is en op welke manier ze eventueel kan afgebouwd worden. Sociale angst Diepe brandwonden leiden tot littekens. Uw lichaam ziet er anders uit dan voor het ongeval. Het kan moeilijk zijn om dit te aanvaarden. Sommige mensen vermijden sociale contacten, uit schaamte voor hun veranderde uiterlijk, of uit angst om aangesproken te worden over wat er gebeurd is. Problemen met seksualiteit De huid is gevoelig en speelt daarom een belangrijke rol bij de intimiteitsbeleving. Littekens kunnen het seksuele leven beïnvloeden omdat ze er voor zorgen dat de huid anders aanvoelt. Ook gevoelens van onzekerheid en schaamte kunnen problemen geven bij de seksualiteitsbeleving.
Bij sommige mensen blijven de klachten evenwel aanhouden. Praat hierover met mensen die u dierbaar zijn. U kan voor ondersteuning ook terecht bij de psychologen van het BWC. Zij zoeken uit hoe uw klachten het best verholpen kunnen worden en zullen u indien nodig het advies geven om psychotherapie te overwegen. Die kan u volgen bij een psycholoog van het Brandwondencentrum. We kunnen u ook verwijzen naar gespecialiseerde hulp dichter bij huis.
Terug aan het werk Op een bepaald moment zal uw arbeidsongeschiktheidsperiode ten einde lopen. Indien uw lichamelijke conditie het toelaat om terug aan het werk te gaan maar u voelt er zich mentaal nog niet klaar voor is het belangrijk om dit te bespreken met de arts en/of psycholoog. Zij bekijken samen met u uw bezorgdheden en hoe er aan tegemoet gekomen kan worden. Soms is het niet realistisch het werk meteen voor de volle 100 % te hervatten en raden we aan om eerst een tijd deeltijds te werken. Als blijkt dat er nog andere factoren meespelen, kan de arbeidsongeschiktheid verlengd worden.
O P NA M E I N HET B RANDWO NDEN CEN TR UM
Bij de meeste mensen zijn deze klachten van voorbijgaande aard.
37
Wat als u niet naar huis terug kan?
Vragen? Noteer ze hier
Soms is het mogelijk dat u na ontslag uit het ziekenhuis niet onmiddellijk naar huis terug kan. Daar kunnen verschillende redenen voor zijn: DDU heeft nog teveel zorg nodig DDU heeft nood aan revalidatie DDUw woning is onbewoonbaar DD…
OP N AME I N HET BR ANDW ON DENC ENT RUM
In dat geval zal de sociaal verpleegkundige samen met u en uw familie naar een passende oplossing zoeken.
39
v.u.: Eric Mortier, afgevaardigd bestuurder UZ Gent, De Pintelaan 185, 9000 Gent
Brandwondencentrum
MODULO.be - 338644 - juli 2015 - AS
Gebouw P8, 1ste verdieping Tel. 09 332 34 90 Deze brochure werd enkel ontwikkeld voor gebruik binnen het UZ Gent. Alle rechten voorbehouden.Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het UZ Gent.
UZ Gent Postadres De Pintelaan 185 Toegang C. Heymanslaan B 9000 Gent T: +32 (0)9 332 21 11
[email protected] www.uzgent.be volg ons op