Info boekje ouderavond. Welkom in L2

Info boekje ouderavond

Welkom in L2

Schooljaar 2013-2014

1

Infoboekje tweede leerjaar

Beste ouders, Het is zover ! Uw zoon of dochter zit in een nieuwe klas en dat is even wennen. Niet alleen aan de nieuwe meester, maar ook aan de andere manier van lesgeven, gewoonten, de nieuwe methode van taal, afspraken en leefregels. Deze brochure dient ter ondersteuning van uw geheugen na deze oudercontactavond, want er komt heel wat informatie op u af .

1. Wie ben ik ? Bart Verwaetermeulen 015/43.64.86. [email protected] 2. Algemene afspraken : Geld en maandrekeningen : - liefst zo weinig mogelijk geld meegeven, we gebruiken een maandrekening die tijdig betaald wordt. - Indien contante betaling, graag gepast geld meegeven.

Op tijd op school : - Voor het belsignaal graag ! De schooluren vangen aan om 8.35 uur en 13.30 uur Afwezigheden : - Wat te doen bij afwezigheid van uw zoon/dochter? Zie schoolreglement. - Vroeger vertrekken op vakantie tijdens schooluren mag niet ! Eventuele gemiste lesuren zullen niet worden ingehaald. Ook rapporten zullen niet op voorhand meegegeven worden, maar worden pas het volgende schooljaar afgeleverd.

2

Snoep ? -

Geen snoep op school, tijdens de speeltijden kan een stuk fruit of een « droge koek » genuttigd worden. Woensdag hebben we speciaal aandacht voor het eten van fruit, de zgn. “fruitdag” . Op de speelplaats eten we dan géén koeken.

Proeven : - In het tweede leerjaar wordt er nog niet « geblokt » voor de proeven. Wel wordt de leerstof grondig herhaald in de klas en is misschien de les overlezen wel nuttig voor sommige kinderen. Zaak is de kinderen niet te overbelasten met een paar uurtjes oefenen thuis. - Proeven worden meegegeven naar huis en de volgende dag getekend terugbezorgd (niet op élke bladzijde, vooraan is voldoende). Eindproeven blijven op school en worden overlopen tijdens het oudercontact. Er wordt op de proeven niet geschreven of verbeterd. - Het heeft meestal weinig zin de punten van de proeven te vergelijken met die op het rapport, daar ook dagelijks werk, zinsdictees, allerhande toetsen in schriften e.d. , mee verrekend worden.

Schriften : - Schriften en schoolboeken worden elk jaar opnieuw netjes gekaft en voorzien van een opschrift (behalve de agenda!). Géén plakband op de binnenkaft van de boeken kleven a.u.b. !

3

Afspraken : - De kinderen worden ook beoordeeld op aandacht, zorg en gedrag. Deze aandachtspunten worden weergegeven in het rapport op het blad met “sociale vaardigheden”. - Strafwerk? Wanneer kinderen anderen opzettelijk pijn doen krijgen ze steevast een straftaak. Ook wanneer ze driemaal een opmerking krijgen, en op het “extra huistaak”- bord staan volgt een strafwerk. U begrijpt dat er grenzen zijn, ook aan geduld.

3. Wat reilt en zeilt er in het tweede leerjaar ?

Zorg en schiften In schriften wordt netjes geschreven. De korte datum in gewone schriften en op losse werkbladen, de volledige datum in de agenda. Indien er niet netjes of met (te)veel fouten (overschrijffouten) geschreven wordt, kan het zijn dat deze foute woorden thuis moeten worden geoefend.

We schrijven met balpen en tekenen (lijnen allerlei) met potlood. Kinderen die zeer netjes schrijven mogen met vulpen schrijven. Ikzelf bepaal wanneer een leerling mag overschakelen. U wordt op de hoogte gebracht via de agenda. Natuurlijk kan het zijn dat je terug moet overschakelen naar het schrijven met balpen, wanneer het schrijven met vulpen niet meer verzorgd is.

4

We verbeteren door een horizontale streep te trekken (met potlood !) door het verkeerd geschreven woord. Indien een letter nog kan tussengevoegd worden mag dit zonder eerst te doorstrepen. We verbeteren bij de rekenles met groene balpen. In het taal- en rekenschrift worden belangrijke zaken ook met groene balpen geschreven. Computers

Er wordt bijna dagelijks op de computers gewerkt ! Deze worden vooral ingeschakeld bij hoekenwerk en reken- en taalopdrachten. Voordeel is dat kinderen die klaar zijn extra oefeningen aangeboden krijgen en onmiddellijke controle hebben via de computer . Ikzelf kan altijd nakijken, wat ze gedaan hebben, hoelang ze gewerkt hebben en welke fouten ze maakten. Niet alleen de “vlugge” kinderen komen aan bod. Soms mogen juist de zwakkeren alleen op de computer werken met oefeningen op hun niveau. Ik probeer zoveel mogelijk gewone inoefeningsprogramma’s voor te schotelen ; aan spelletjes met lange inleidingen en speelmomenten hebben we niets ! Het gebeurt dat sommige rekenblaadjes niet in het werkschrift worden ingevuld, maar dat de inoefening gebeurt op de computer (wordt met stempel weergegeven). De kinderen maken meer oefeningen op dezelfde tijd, ook hier worden hun oplossingen onmiddellijk door de computer nagekeken.

Differentiatie Kinderen werken op hun niveau, d.w.z. dat niet elk rekenboek (bvb) er hetzelfde zal uitzien op het einde van het schooljaar. Sommige kinderen hebben meer werk verricht omdat ze nu eenmaal heel bedreven zijn in bvb wiskunde, opstelletjes schrijven, lezen,… het belangrijkste is dat niemand zich zit te vervelen als hij/zij klaar is met de basisopdrachten. Basisopdrachten die natuurlijk door alle kinderen moeten gemaakt worden zodat ze een goede basis hebben om verder goed mee kunnen volgen in het derde leerjaar. We proberen uiteraard de lat voor iedereen zo hoog mogelijk te leggen.

Welke vakken ? 1.

Rekenen

5

Niet alle leerlingen maken evenveel oefeningen, de basisleerstof moet natuurlijk wel worden afgewerkt. Extra inoefening (om de snelle rekenaars niet op hun honger te laten zitten) wordt aangeboden bij de maan- en ster oefeningen. Vaak wordt deze inoefening ook aangeboden op de computer. Voor rekenen gebruiken we steeds dezelfde manier om leerstof aan te brengen: Eerst wordt met materialen (concreet) gewerkt, dan schematisch (blad of bord) en ten slotte abstract (denkproces, uit het hoofd). Sterke rekenaars mogen, in afspraak met de zorgjuf, zelfstandig oefeningen maken in het werkboekje “sterk rekenwerk”. Ze hebben een correctorboekje waar ze hun werk mee nakijken, ook de zorgjuf neemt hen af en toe mee en kijkt hun werk na.

 Getallenkennis - groeperen - getallen tot 100 - werken op het honderdveld - tientallen, eenheden honderdtal (honderdplak)  Logisch denken - Komt enkel nog voor bij aflezen van tabellen e.d.  Bewerkingen: optellen en aftrekken - splitsingen blijven erg belangrijk! - Ook is het belangrijk om dezelfde verwoording te gebruiken thuis als in de klas, dit om verwarring te voorkomen - Er wordt in deze methode van Talrijk sterk gedifferentieerd, wat wil zeggen dat niet alle leerlingen evenveel oefeningen of dezelfde moeilijkheidsgraad voorgeschoteld krijgen. Zonnetjes zijn basisoefeningen (voor iedereen), maantjes zijn extra oefeningen (zelfde soort als de zonnetjes) en de sterren zijn moeilijke oefeningen (uitbreiding voor de snelsten) - Uw zoon of dochter maakt dus op eigen tempo en naar eigen mogelijkheden (niveau) een werkblad. Nogmaals …we proberen de lat altijd zo hoog mogelijk te leggen!  Bewerkingen: vermenigvuldigen en delen - Tde maaltafels worden in de klas aangeleerd maar ook thuis! - Tafels worden (bijna) elke dag getoetst. - Dit is vooral geheugenwerk, maar wordt eerst erg inzichtelijk aangebracht (materialen). In het tweede leerjaar moeten de leerlingen de maaltafels beheersen! De deeltafels worden ook aangeleerd maar moeten pas einde derde leerjaar beheerst en geautomatiseerd (zéér vlot gekend) zijn!

6

-

Er volgt nog een speciale avond voor de maal- en deeltafels later op het jaar! U wordt daarvoor, ergens in november, uitgenodigd per brief.

 Metend rekenen - Materialen leren kennen en hanteren (veel weeg- en meetoefeningen), begrippen bijbrengen - 1 meter, 1 liter, 1 centimeter, 1 kilogram, 100 gram, … - Schatten - Platte en gebogen oppervlakken - Hoeken, veelhoeken, soorten, … - De klok tot op 5 minuten nauwkeurig lezen - Werken met geld; wisselen, juist betalen, teruggeven,...  Breuken - Vanuit delen vertrekkend, wordt vooral met materialen gewerkt - Geheel, deel, helft, kwart, anderhalf, ½ , ¼, … - Vooral doe-lessen, handelend leren (knippen, leggen,tekenen,…)  Vraagstukken - Vragen oplossen. - Formule in een antwoordzin noteren. - Zelf vragen formuleren en het antwoord geven. - Tabellen aflezen.

2.

Taal

 Luisteren :

klasgesprek, niet-talige geluiden, babygeluiden, talige geluiden, dierengeluiden, luisteren en nazeggen, één is teveel, muziek beluisteren, welk woord is weg ?, ervarings- en gevoelsspelen, auditieve signalen, een radiobericht, poppenspel, uitbeelden beluisterde tekst, begrijpen van een beluisterd lied,…

 Spreken :

klasgesprek, levend schilderij, jabbertalk, rollenspel, vertellen over een huisdier, telefoneren, dramatisch bewegen, rijmrijen, voordragen, poppenspel, verhaal bij praatplaatjes, uitbeelden van een beluisterde tekst, kringgesprek,…

7

 Lezen :

technisch lezen : zuiver, correct, technisch lezen Natuurlijk leest elk kind op z’n eigen tempo ! Lezen is niet te forceren, enkel door veel inoefening kan er vooruitgang geboekt worden. Om U een rchtlijn te geven: tegen eind november zou uw kind AVI leesniveau 3 moeten beheersen, om op het einde van het tweede leerjaar minimum niveau 5 te behalen. In de taalmethode wordt er sterk « gedifferentieerd » (In het Nederlands : op niveau van elk kind gewerkt!).

Elke week wordt er 3x aan niveaulezen gedaan, samen met de zorgjuffen en mogelijks de ambulate leerkracht. De leerlingen lezen dan in groepjes in hun eigen AVI niveau. Lezen is één van de hoofdleerdoelen in het tweede leerjaar ! We brengen maandelijks een bezoek aan de bib in Rumst, deze boekjes mogen mee naar huis. Een blad met de inwisselmomenten van de boeken krijgt u nog, zo vergeet uw spruit op deze wisseldag zijn/haar boeken niet terug mee te brengen naar school. Goed oefenen dus ! Begrijpend lezen : De inhoud van de leesles wordt getoetst door allerlei vraagjes. Voorlezen : Rond een voorgelezen tekst wordt een kringgesprek gehouden en vraagjes worden beantwoord.

 Schrijven

Technisch schrijven : Voor technisch schrijven staat het foutloos leren schrijven van vaste en veranderlijke woordbeelden centraal. De lln. maken kennis met spellingregels waaraan ze zich moeten houden. In het tweede leerjaar moet ik hen gevoelig maken voor deze afspraken rond schrijven, maar uiteraard worden er nog veel fouten geschreven. Het is de bedoeling dat de leerlingen tegen het einde van het zesde leerjaar deze regels beheersen.

8

Maak u dus nog niet teveel zorgen over het zelfstandig, foutloos leren schrijven! De kinderen leren nu pas enkele eenvoudige spellingregeltjes. In het derde leerjaar wordt veel meer de nadruk gelegd op echte spellingregels. Tegen het einde van het tweede leerjaar moeten de leerlingen wel foutloos een woord of tekst kunnen overschrijven van het bord of een werkboek. Ze leren woorden ook maar beheersen door gedurende de hele lagere school vaak geconfronteerd te worden met (nieuwe) woorden (bv. waarom is “blauw” met een “au” geschreven? Dat weet je gewoon door dat woord vaak tegen te komen in teksten e.d. er is immers geen spellingsregel voor.) Dit jaar werken we ook weer met het programma “woordkasteel” (gratis via het net thuis te downloaden) voor extra inoefening van de woorden van de woordenbank (voor u thuis is dat groep 4 = tweede leerjaar). Met de nieuwste uitgave van Tijd voor Taal komt ook een oefenprogramma “Bingel”, waarbij de leerlingen ook thuis de aangeleerde leerstof die in de klas werd gegeven, kan geoefend worden. We leggen de kinderen uit hoe ze ermee kunnen werken. Belangrijk is om niet vooruit te lopen op de gegevens leerstof. Creatief schrijven : zinnen bewerken en chronologisch ordenen, rijmen, afgebeelde personen beschrijven, geboortekaartjes, een dierenpaspoort, een dierengeluid, op herfstwandeling (informatieve tekst), gevoelens bij een afbeelding noteren, tegenstellingen, informatie ordenen, pictogrammen, een brief aan de Sint, een geschenkenlijst samenstellen,…

 Taalbeschouwing :

Woordenschat : klas en school, babyzorg, telefoneren, dierengeluiden, verdrietig en blij, schoonmaken,… Taalsystematiek : werkwoorden herkennen, zinnen aanvullen, woorden samenstellen, begrip « doe-woord », zinnen afbouwen, naamwoorden en soortnamen, verwijswoorden, vraagteken en uitroepteken, hoofdletters, waar- en wanneerdelen,…

9

Verbeteren en zelfcorrectie Bij rekenlessen worden vaak zogenaamde « correctiesleutels » gebruikt. De lln. kijken dus zelf hun werk na. Ik doe dan enkele steekproeven om eventuele fouten die bleven staan aan te stippen.. Zo weten de kinderen dat ze goed moeten nakijken. Hetzelfde geldt voor “klassikaal verbeterde” werkjes, daar mogen in principe geen fouten meer in staan. Ook klassikaal worden er taken nagekeken, (“klassikaal verbeterd” -stempel), deze taken worden ook door een steekproef nagekeken. 3. Godsdienst

 Er wordt meestal in een thema gewerkt : Welkom, gevoelens, verhalen rond Jezus en wat ze voor ons betekenen, de natuur, ik wil het goede doen, 40-dagentijd en ramadan Aan tafel met Jezus, mijn draagtas (wat draag ik mee/uit, mekaar “dragen”), , …  Van elke belangrijke gebeurtenis in het kerkelijk jaar wordt een neerslag gemaakt in het godsdienstwerkschrift, dus niet dagelijks !  Het zijn vooral vertel- en doe-lessen waarbij ervaringen worden uitgewisseld en/of opgedaan. Deze gaan door in de kussenhoek waar ook een bord hangt waarop thema’s worden uitgewerkt en geillustreerd.  Ook de eerste communie wordt in het tweede leerjaar gevierd. (U krijgt bericht over de infovergaderingen.) 4. Lichamelijke opvoeding (twee uur per week)

 Om de veertien dagen gaan we zwemmen onder begeleiding van meester Wilfried. De data worden meegegeven (ook op het maandoverzicht!) zodat niemand zijn zwemgerief kan vergeten (hum..).  Wanneer dat toch gebeurt zal er géén zwemgerief ter beschikking kunnen gesteld worden door het zwembad, omdat men in het zwembad geen zwembroeken meer ter beschikking stelt.

10

 Indien wegens gezondheidsredenen niet kan gezwommen worden, wordt een briefje meegegeven door de ouders. Er wordt in verschillende groepen (gedifferentieerd ) gezwommen : Meester Wilfried leert het zwemmen aan Ikzelf oefen met de “dolfijntjes” dat zijn de kinderen die al kunnen zwemmen. Juf Mirelle werkt met de watergewenners.  Er is een turnweek (2 uur turnen ) en een zwemweek (1 uur zwemmen en 2 uur turnen).

5. Muzische opvoeding

 Handvaardigheid en tekenen zitten in deze lessen vervat, ook drama en expressie, dans en zang komen aan bod komen. - Tekenen :

water- of dekkende verf, druktecnhnieken, potlood, pandakrijt, ecoline, stift, wasco, zin voor details, afwerking van figuren,…

- Handvaardigheid : kennismaking met allerlei materialen ; karton, papier, papierdeeg, houtdeeg, klei,…met de bijhorende technieken. - Zang :

1 uurtje per week : ritmeoefeningen, improviserend zingen, op toon zingen,… vooral veel samenzang en plezier beleven ! (Soms met de CD maar meestal met de gitaar)

-

Drama en expressie : rollenspelen, uitbeelden, typetjes neerzetten,…

-

Dans :

alle “klassiekers” komen aan bod, ook af en toe volksdansen,vrij bewegen op muziek e.d.

11

6. Wereldoriëntatie

In het tweede werken we met de nieuwe methode “Open Wereld” die gelinkt is aan zonnekind. Volledig afgestemd op de nieuwe aanpak van WO in het basisonderwijs en rekening houdend met de eindtermen. Een abonnement op zonnekind nemen mag maar hoeft niet, ikzelf zorg voor kopieën, indien nodig. -

Werken in thema’s of projecten ; de klas, herfst, verwarming, vogels, Sinterklaas, het jaar,… Bezoeken en uitstappen ; stad, boerderij, schapen scheren, motorhome, herfstwandeling, Sint Romboutstoren in Mechelen… Verkenning van de ruimte en tijd ; de school, de klas, jaarkalender, maand, week,… Af en toe een opzoektaak thuis (prentmaterialen) waarvoor meestal enkele dagen tijd gegeven wordt. De kaft WO wordt regelmatig meegegeven naar huis, ook voor proeven (niet blokken, wel overlezen !)

7. Verkeer (halfuur per week)

Verkeer Vooral het verkeersgedrag en de veiligheid van de voetganger en fietser worden uitgebreid bekeken, waaronder ook aandacht voor verkeersregels, verkeerslichten, verkeerstekens, foutief/goed gedrag,…

12

8. Schrift (halfuur per week)

-

herhalen van de kleine letters en verbindingen correcte pengreep, schrijfhouding,… aanleren van de hoofdletters hulplijntjes van 2,5 mm instructie wordt gegeven in de klas + inoefening, verdere inoefening in schoonschrift gebeurt vaak thuis als huiswerk.

De hoofdletters die we al geleerd hebben gebruiken we tijdens gewoon schrijfwerk !

Zo dat was het, hopelijk is één en ander wat verduidelijkt en valt deze avond niet te zwaar te verteren. Aarzel vooral niet bij vragen of opduikende problemen contact op te nemen !

Bedankt voor Uw luisterbereidheid!

13

Meester Bart