Ik ben mijn beste vriend - Miel Blok
Ineens…. Heb je elkaar iets uit te leggen Het huwelijk is de ultieme bezegeling. De bezegeling van je lot. Vrijheid? Jammers…. Een eigen mening? Helaas…. Allemaal afgelopen. Je trouwdag is de mooiste dag van je leven, volgens veel mensen. Dat lijkt me niet meer dan logisch. Het eerste deel van je trouwdag zul je je altijd herinneren als de laatste dag van je vrijgezelle bestaan! En dat is nogal wat. Vanaf het moment dat je “ja” uit je mond hoort komen, verandert je leven. Routinematig zul je voortaan langs de grillen en nukken van je partner moeten slalommen. Everyday is like Sunday. Een hoogtepunt in de muziekgeschiedenis. Geschreven en uitgevoerd door Morrissey. Een poeet, een held, een icoon. Woorden schieten tekort. Tranen springen in mijn ogen. Everyday is like Sunday. Every day is silent and grey. Een citaatje. En meteen nog maar eentje. Om het af te leren. At the seaside town, that they forgot to bomb… come, come nucleair bomb. Hmmm.... In dat dorp ben ik wel eens geweest. Ergens halverwege het midden van de Nederlandse kustlijn. Aan zee dus. Als plaats de draak der draken. Vakantieoord voor iedereen die touw en molensteen al thuis heeft liggen. Voor een waardige afsluiting van twee weken ‘pret’. Zaterdagmiddag, net na de lunch. Denny had het wel weer gezien thuis. Hij verveelde zich. En de testosteron gierde door zijn aderen. Ondanks zijn onrustige hormoonhuishouding, had Denny geen zin in Marilou. Avontuur was wat hij zocht! Marilou stond te strijken in de woonkamer. Denny ging boodschappen doen. Althans, dat was zijn uitleg toen hij de autosleutels pakte. Vrooooooem! De Opel Astra van het echtpaar had er zin in. Om zijn gemoedstoestand te onderstrepen, draaide Denny de volumeknop van de geluidsinstallatie in zijn burgertruttenauto vol rechtsom. Lemmy Kilmister spuwde hele en halve woorden via de speakers de auto in. “Orgasmatron” maakte Denny allesbehalve rustiger. Als een Motorhead in hoogtijminuten, voelde hij zich alsof hij zojuist een flinke dosis amfetamine had gesnoven. De Astra reed harder en harder. Denny’s rechtervoet trapte dieper en dieper. Motorhead was nog niet klaar, of Denny had zijn bestemming al bereikt. Een garageplein aan de andere kant van het dorp. Om mijn leven interessant te houden, heb ik afwisseling nodig. En een beetje spanning. Ik was al een tijdje vrijgezel. Ik wilde een nieuwe vriendin. Eentje die me echt nieuwe ervaringen kon bieden. Na wat research en zoekwerk, had ik haar
1
gevonden. Toegegeven, helemaal perfect was ze niet. Een beetje ziek wel. Gilles de la Tourette. Helemaal geweldig! Dat leek me wel wat. Niets zo spannend als onverwachte scheldkanonnades. En afwisselend bovendien. Zaterdagochtend, rond een uur of vier over half tien. De eettafel was leeg op een koffiemok na. Ook leeg. Leon trok zijn jas aan en liep door de voordeur naar buiten. De laatste werkdag van de week. Hij keek uit naar zijn weekend. Eerst moest hij opschieten om zijn winkel op tijd te openen. Hij stapte in zijn Opel Astra. Tijdens de rit dacht hij na over wat hij die avond zou willen doen. Sinds zijn scheiding was zijn leven wat eenzijdig geworden. Naast werken deed hij niets. Plezier had hij niet of nauwelijks. Leon, toch een man van vlees en bloed, was een wandelende tijdbom. De sexuele frustraties stonden tot aan zijn lippen. Hij rookte een sigaret. In een poging om rustig te blijven. Werk aan de winkel! En vooral ook in de winkel. Plastic Passion. Sinds jaar en een paar dagen bij uitstek het adres voor opblaasbaar genot. Marshall was de broer van Denny. Hij zat in een rolstoel. Niet alleen omdat hij lui was. Een tragisch auto-ongeluk had zijn lot bezegeld. Sinds die fatale dag was zijn leven bergafwaarts gegaan. Aanvankelijk woonde Marshall in een hersteloord. Ergens diep in de bossen verscholen. Zijn opvliegende en gemene karakter maakten zijn woonsituatie daar onmogelijk. Met de regelmaat van de klok kreeg hij klappen of erger van de andere kreupelen. Waartoe een gehandicapte niet in staat is nadat hij ernstig is beledigd… Alle slaag deed zijn herstel weinig goed. Sterker nog. Hij boekte geen enkele fysieke vooruitgang. Sinds kort bewoonde hij een gelijkvloerse seniorenwoning. Terwijl hij zijn dertigste verjaardag nog moest vieren. Hij kwam weinig buiten. Vrienden had hij nauwelijks. Denny kwam hem wel iedere zaterdag opzoeken. Verder bleef het akelig stil. De tragiek van Hij die onder een auto loopt. Denny was de deur nog niet uit, of Marilou trok de stekker van het strijkijzer uit het stopcontact. Ze belde Mieke, haar buurvrouw. Mieke was getrouwd met Erik, de beste vriend van Denny. Beide koppels waren alweer zes jaar geleden het huwelijksschip in gegaan. Marilou vroeg Mieke of ze zin had om mee te gaan naar de gevangenis. De enthousiaste kreet aan de andere kant van de lijn liet weinig te raden. De broer van Marilou zat al ruim twee jaar vast. Op een onbewaakt moment had hij besloten om loverboy te worden. Hij vond een meisje dat bereid was hasj voor hem te smokkelen. Vanuit het buitenland. Omdat hasj vaak in erg grote bolletjes naar Nederland komt, liepen ze al snel tegen de lamp. Nu zat hij vast. Hij sterkte zich bij de gedachte dat hij
Ik ben mijn beste vriend - Miel Blok
toch ‘the better end of the deal’ had gekregen. Het meisje zat namelijk ook in het cachot. In Marokko. Marilou had een briefje achtergelaten voor Denny. Met de mededeling dat ze haar broer ging bezoeken. Samen met Mieke. Ze gingen vrij regelmatig op bezoek. Marilou was al een paar jaar behoorlijk uitgekeken op Denny. Waarom waren ze ook zo vroeg getrouwd? Al meteen nadat Denny klaar was met de LTS en zij nog in haar eindexamenjaar van de huishoudschool zat. Een tripje naar het huis van bewaring was dan ook een welkome afwisseling. Even weg uit de sleur. Even weg bij haar echtgenoot. Even een klein beetje avontuur. Allemaal verpakt in een goede daad. Waarom reed die slome Astra niet wat sneller? Het avontuur wachtte niet eeuwig. Bovendien duurde het bezoekuur, logisch, niet meer dan zestig minuten. En het stond op het punt van beginnen. Denny zette zijn auto stil. Hij stapte uit en liep in de richting van Plastic Passion. De garage die Leon zijn winkel noemde. Denny speelde al langer met de gedachte om de winkel eens te bezoeken. Vandaag kon hij zichzelf echt niet meer inhouden. Tijd voor de daad bij het woord. Tijd voor wat nieuw geluk in zijn leven. Tijd voor opblaasbaar genot! Hij rammelde aan de deur. Helaas. De winkel was nog niet open. Teruggekomen in zijn auto, dacht Denny na. Poe… Dat viel niet mee. Hij was altijd al beter geweest met zijn handen dan met zijn hoofd. Een muziekje dan maar. “Call Of The Wild” van Heart. Ann Wilson zong hem toe over hoe warm en gepassioneerd ze verlangde naar de man van haar dromen. Denny kon een gevoel van ongehagen niet onderdrukken. Of was het jaloezie? Het maakte niet zoveel uit. Prettig was het allerminst. Waar was de passie in zijn leven? Marilou? Hij was op zijn achttiende met haar getrouwd. Nooit had hij een andere vriendin gehad. Voor Marilou gold hetzelfde. De relatie was inmiddels nogal bekoeld. Met als gevolg dat Denny nu in zijn auto zat te wachten tot de garagewinkel met opblaasartikelen, open zou gaan. Soms leek het leven niet meer dan een aaneenschakeling van dieptepunten. Soms denk je dat je een pechdag hebt. Misschien zelfs dat je voor het ongeluk bent geboren. Het zit ook niet altijd mee. Maar alle pech en ongeluk zijn maar relatief. Gerelateerd aan echte pech. Als een percentage op de “Schaal van Groningen”. Hoe lager het percentage. Hoe meer het meevalt. Bij 100% op de Schaal van Groningen, ben je zojuist wakker geworden met een kater en een naald in je kont. Na een avondje ‘feesten’ met wat potige vrienden. Verkracht in een hoekje van een woonkamer. Met
2
vier lotgenoten naast je. Is gedeelde smart dan halve smart? Waarschijnlijk niet, als je er samen achter komt dat je zojuist bent bespoten met een cocktail van verschillende soorten HIV-positief bloed. Dan heb je toch echt iets uit te leggen wanneer je die middag thuiskomt bij je vrouw en kinderen. Het bezoekuur in de gevangenis was zojuist begonnen. Marilou en Mieke meldden zich als bezoek voor Marilou haar broer. Ze haastten zich naar de grote bezoekruimte. Mieke liep, zoals ze altijd deed, in een rechte lijn naar de broer van haar buurvrouw. Ze omhelsde hem. En sleurde hem mee naar een achterkamertje. Marilou en Mieke waren niet voor niets voor een goede daad naar het gevang afgereisd. Gevangenen zijn soms net mensen. Met behoeftes. Behoeftes die verder reiken dan wachten tot een celgenoot een blokje zeep laat vallen onder de douche. Marilou kon natuurlijk niet achterblijven. Ze trok haar jas uit, plaatste haar handen in haar zijden en riep: “Wie wil?” Een dozijn bajesklanten sprong op en rende van hun eigen bezoek naar de vrouw van Denny. Alsof ze Monopoly-kaartjes ‘verlaat de gevangenis zonder te betalen’ stond uit te delen. Marilou koos een gelukkige. Ze had zin in een goede daad! Ook zij verdween in een achterkamertje. Iedere zaterdagochtend deed Marshall zijn boodschappen. Een heidens karwei. In zijn rolstoel ging hij alle winkels af om zijn spulletjes te verzamelen. Marshall had zich vandaag verslapen. Het resultaat van een vrijdagavond in eenzaamheid drinken. Thuis. Hij moest zich haasten. Aan het begin van de middag had hij een afspraak met Sandra. En die wilde Marshall voor geen goud missen. Met een karretje achter zijn stoel, rolde hij richting de winkelstraat. Al na een minuut of tien sloeg het noodlot toe. Ook die dag was Denny’s invalide broer niet voor het geluk geboren. Hij was halverwege zijn huis en de supermarkt. Met twee lekke banden. Door het glas gereden. Zowel Marshall als zijn beide achterbanden zuchtten diep. Marshall kreeg nieuwe lucht. Zijn banden niet meer. Wat nu te doen? Hij kon geen kant op. Hij moest toch eten en drinken hebben. En dan had hij niet te vergeten de afspraak met Sandra. Marshall besloot Denny te bellen. De enige persoon die hem nog zou willen helpen. Geen gehoor….. Het zat weer niet mee. Marshall besloot dat zijn beste optie was om bij de pakken neer te zitten. Net als op de dag dat die Astra hem aanreed. Toen lag hij bij de pakken neer. Op straat. Eindelijk verscheen daar de verlossing voor Denny zijn lijden. Leon. Hij opende zijn garagewinkel en ontstak het licht. Denny stapte nogmaals uit zijn auto. “Goedemorgen. Ik kom eens kijken wat je hier zoal verkoopt.” Hij zag een bonte verzameling plastic
Ik ben mijn beste vriend - Miel Blok
spullen. “Ga vooral je gang. Ik neem aan dat je komt kijken voor iets dat je aan iemand anders wilt geven?” Denny keek schaapachtig naar Leon. “Nee hoor. Ik kom voor mezelf. Mijn vrouw behaagt me niet meer zo. Ik ben op zoek naar hernieuwd geluk.” “Dat kan hoor. Ik verkoop hier genot in vele plastic soorten en maten. Niets is te gek bij Plastic Passion.” Toegegeven, de collectie opblaaspoppen in het winkeltje was verbluffend. De prijzen ook. Schandalig duur! “heb je ook iets dat meer in mijn budget past? Om een van deze dames te kunnen kopen, moet ik een persoonlijke lening afsluiten. En dat loopt natuurlijk een beetje in de gaten bij mijn vrouw.” Leon wreef met zijn hand over zijn stoppelbaard. “Ik denk dat ik wel iets voor je heb. Loop maar even mee.” In een hoek achterin de garage stond een grote doos. Leon opende de doos en graaide wat verfrommelde dames naar boven. “Deze kosten niet meer dan vijf Euro per stuk.” Denny voelde nattigheid. “Maar waarom zijn deze exemplaren dan zoveel goedkoper? Zijn ze niet goed?” “Integendeel. Ze zijn uitstekend. Dat hebben ze in het verleden stuk voor stuk bewezen.” Leon zijn blik dwaalde af naar een poppenserviesje dat naast de doos met opblaaspoppen stond. Hij kreeg tranen in zijn ogen. “Excuses. Ik dwaalde even af. Anderhalf jaar geleden ben ik gescheiden. Dat servies is nog van mijn dochtertje. Sinds de dag van mijn scheiding, heb ik alleen nog maar hier gewerkt. En dat werd me soms teveel. Ik ben ook maar een mens. Deze opblaasdames hebben me allemaal een keer een dienst bewezen. Daarom weet ik dat ze goed zijn. Helaas gaat testen wel ten koste van de nieuwprijs. En daarom zijn ze goedkoop.” Dat was de nattigheid die Denny voelde. Plakkerige nattigheid. “Bedankt voor het aanbod. Ik denk toch dat ik pas. Als ik gebruikt wil, dan kan ik thuis ook terecht.” “Het enige waar ik je dan nog mee kan helpen, hangt hier. In de dierensectie. Dieren zijn aanmerkelijk goedkoper dan vrouwen.” Denny vond dat dieren ook veel minder zeuren dan vrouwen. Het was niet helemaal zoals hij het vooraf had bedacht. Maar goed. Twee minuten later stapte hij weer in zijn auto. Zijn zojuist verworven opblaasschaap legde hij op de passagiersstoel. Ook opblaasbaar genot had een maximumprijs voor Denny. Tevreden met zijn aankoop, reed Denny richting de seniorenwoning van Marshall. Veel zin had hij niet, maar hij ging toch maar even een kopje koffie drinken. Waar was zijn telefoon eigenlijk? Thuis laten liggen… Ook al goed. Marilou had hem vast niet gebeld. Eerst maar eens koffie. Denny belde aan bij Marshall. Het bleef akelig stil. Dat was vreemd. Marshall was op zaterdag aan het begin van de middag altijd thuis. Misschien was hij gevallen of zo? Denny opende de deur met de reservesleutel. Alle gordijnen waren dicht. Pikkedonker. Denny liep op de tast rond maar vond Marshall nergens. Wat hij wel vond, was de hoek van de salontafel. Met zijn scheenbeen. Heel erg hard.
3
“Auw! G@%$#&*%mme! Waarom is het hier midden op de dag zo donker?” De deurbel klonk. Denny strompelde naar de deur. Met één hand hield hij zijn scheen vast. Hij verging van de pijn. En opende de deur. “Hallo! Ik ben Sandra van Servicebureau Speciale Zorg. U hebt me besteld voor vanmiddag.” Denny, die nog steeds voorovergebogen over zijn been wreef, keek op. Hij had geen flauw idee waar de dame het over had. Marilou en Mieke fatsoeneerden zichzelf zo goed en zo kwaad als het ging. Het voelde goed om een goede daad te verrichten. Ook al voelde ‘goed’ op dat moment een beetje branderig. Ze hadden voor wat zonneschijn gezorgd in het doorgaans grauwe gevangenisleven. Opgelucht wandelden ze naar buiten. Alhoewel…. “Mieke, hoeveel mannen zitten daar eigenlijk vast? We hebben er wel een heleboel moeten teleurstellen.” Daar zat wat in. De zonneschijn voor de twee gelukkigen deed de grauwheid van de rest alleen maar triester lijken. “Ik voel me toch nog niet helemaal voldaan. En van Denny hoef ik weinig te verwachten vanavond. Zoals iedere andere avond eigenlijk.” Zo. Klare taal. Mieke kon niet anders dan zuchten. “Ik weet wat je bedoelt. Zo’n retourtje gevangenis smaakt iedere keer weer naar meer.” De dames hadden ervaring. Al ruim twee jaar bezochten ze met regelmaat de gevangenis waar Marilou’s broer verbleef. En sinds een jaar ook andere gevangenissen. Omdat iedere dag boerenkool met worst na een tijdje ook saai wordt. Ze vermaakten zich prima tijdens hun tripjes ‘voor het goede doel’. Op die ene keer na dan…. Op die mooie lentedag. Enthousiast en ietwat lichtzinnig stapten ze de bezoekruimte binnen. In het Pieter Baan Centrum. Zoals altijd was de ontvangst grandioos. Rijen dik, echte vrienden, zoals Herman Brood en Henny Vrienten ooit schreven en zongen. Allemaal netjes wachtend op hun beurt. Of op een beurt. Om het even. Alles was mooi. Alles was prachtig. Precies tot het moment waarop Marilou’s uitverkorene wat te fanatiek werd. Twee volle dagen gijzeling in het peeskamertje volgden. Het kostte Marilou de grootste moeite om Denny bij thuiskomst uit te leggen dat ze bij haar oma had gelogeerd. De oma in het bos. Die met de grote oren. Het Pieter Baan Centrum meden ze vanaf die dag. Nu waren ze op zoek naar een wegrestaurant. Marilou wilde zichzelf opfrissen. En even weg uit de drukte op de weg. De baasjes in Den Haag zijn er maar druk mee. Rapporten, notities en memo’s vol met mogelijke oplossingen voor het fileprobleem in Nederland. Gratis of goedkoper openbaar vervoer? Rekeningrijden? Meer stroken asfalt? Carpoolen? Dichter bij huis gaan werken? Talloze mensen breken dagelijks hun hoofd over het vraagstuk. Terwijl
Ik ben mijn beste vriend - Miel Blok
de oplossing zo simpel is…. Wil Nederland minder lange files? Dan stel ik voor dat iedereen in een kortere auto gaat rijden. “U weet toch nog wel van onze afspraak?” Natuurlijk wist Denny dat niet. Hij kon zich met moeite herinneren wat zijn eigen afspraken waren. Laat staan die van Marshall. Hij ging op zoek naar de acteur in zichzelf. Om het spel in de deuropening mee te kunnen spelen. “Huh?” Verder kwam hij niet. Gelukkig is zwaar onvoldoende soms al genoeg. “Dat geeft helemaal niets hoor. Ik kom wel vaker bij mensen die wat in de war zijn. Zoals ik net al zei, ik ben Sandra. Van Servicebureau Speciale Zorg. De instelling voor geestelijk of lichamelijk ongelukkige mensen met vleselijke behoeften. We hebben een afspraak vanmiddag. Ik kom je verwennen!” Denny schraapte zijn keel. Wat was dit nu weer? Hij was helemaal niet geestelijk of lichamelijk ongelukkig. Hij had een ongelukkig huwelijk. Meer niet. Maar…… o ja…… ze kwam voor Marshall! Probleem was dat hij op dat moment onvindbaar bleek. “U komt voor mijn broer. Niet voor mij.” “Zeg maar gewoon je hoor. Ik ben pas 18. En je hoeft jezelf helemaal niet te schamen. Ik kom voor een man die slecht ter been is. Volgens mij ben jij dat. Mij fop je niet.” Denny hinkte op één been. En op twee gedachten. Hij leek op dat moment inderdaad verdacht veel op een kreupele. En het onrustige gevoel van die ochtend was nog steeds niet verdwenen. Hij gooide zijn opblaasschaap op de bank. “Je hebt gelijk. Sorry. Kom binnen, dan lopen we direct door naar de slaapkamer. Hoeveel tijd heb ik? Vind je het erg als ik een cd-tje van Motorhead opzet?” Sandra vond alles prima. Ze toonde zichzelf een wel heel erg makkelijk meisje. Leon vond het wel weer mooi geweest. De middag vorderde gestaag en hij had die dag al aardig wat plastic verkocht. Hij besloot de garage te sluiten. Tijd voor weekend. Nadat hij netjes had opgeruimd. Achterin de garage zag hij de grote doos en het poppenserviesje weer staan. Opnieuw dwaalden zijn gedachten af. Naar vroegere tijden. Betere tijden. Wat zou hij zijn leven samen met zijn ex en zijn dochtertje graag terug willen hebben. Al was het maar voor even. Dronken van melancholie pakte hij de doos en het serviesje op. Hij zette ze in de kofferbak van zijn Opel Astra. Hij sloot de deur van zijn winkel en vertrok. Op weg naar….. tja…… herinneringen? Hij dacht aan Elvis Presley. The King had in 1959 al hetzelfde probleem als Leon nu. In “Baby Let’s Play House” verhaalde hij over de vrouw die hij kwijt raakte. En weer terug wilde hebben. Om samen vadertje en moedertje te spelen. Leon kon Elvis zijn woorden perfect passend over zijn eigen hoop en gedachten heen leggen. Wat zag hij daar op straat? Een rolstoel met een karretje. En een huilende jongeman op de stoep.
4
Medeleven won het van zijn zelfmedelijden. Hij stopte zijn auto bij de rolstoel en stapte uit. “Vanwaar het droeve gezicht? Het is vandaag zo’n mooie herfstdag!” Leon had zelf eigenlijk ook zin om te huilen. Maar goed. Nu was niet de tijd. Hij stond naast Marshall. “Mijn rolstoel heeft twee lekke banden. Ik kan niet lopen en ik moet boodschappen halen. En aan het begin van de middag heb ik een afspraak met Sandra. Ze komt me verwennen. Op dit moment vind ik vandaag allesbehalve een mooie herfstdag. Ik heb het koud. En zin om iemand te schoppen. Maar dat kan ik niet.” Leon bekeek de situatie van voren en van achteren. Toch knap. Zeker bij zoiets abstracts als een situatie. Hij vond wel een oplossing. “Het begin van de middag is al lang voorbij. Die afspraak kun je dus vergeten. Maar ik kan je wel helpen.” Leon zou geen goede opblaaspoppenverkoper zijn, als hij niet ook goede service verleende. Bij kapotte poppen bijvoorbeeld. Hij toverde een plaksetje uit het handschoenenkastje. “Ik zal dat varkentje eens even wassen.” Vijf minuten later had hij de klus geklaard. Marshall’s stoel deed weer wat hij moest doen. Rollen. Met moeite toonde Marshall zijn dankbaarheid. De mannen namen afscheid. Marshall rolde de horizon tegemoet. Leon verdween in de andere richting. Op weg naar herinneringen. Met de slijterij als eerste halte. De Grijze Kiekendief was een wegrestaurant als duizenden. Mensen dronken wat of aten iets eenvoudigs. Marilou en Mieke zaten rustig bij te komen. Soigneren, zouden sommige mensen dat noemen. Onder het genot van een kopje bosvruchtenthee en een stukje appeltaart. De ochtend die ze hadden beleefd, bracht herinneringen naar boven. En frustraties. “Ik begin steeds meer het gevoel te krijgen dat Denny en ik een zakelijke overeenkomst hebben in plaats van een huwelijk. De hartstocht is helemaal weg. Als we al een keer met elkaar vrijen, dan lijkt het steeds onpersoonlijker te worden. Naspel vindt hij bijvoorbeeld al een tijdje onzin. Terwijl dat voor mij heel veel betekent.” Marilou moest even haar hart luchten. Op de ochtend van haar laatste verjaardag, lag ze met Denny in bed. Nadat ze haar kado had uitgepakt, maakten ze een nummertje. Denny was al snel klaar. Hij stond op om de televisie in de woonkamer aan te zetten. Marilou bleef onbevredigd achter. Aan de ontbijttafel confronteerde ze haar man met het ontbreken van iedere vorm van naspel. Denny zijn weerwoord was helder. “Ejaculeren heet in de volksmond niet voor niets klaarkomen. Als iets klaar is, moet je stoppen. Anders heet het ineens overdrijven.” De twee vrouwen zaten stil tegenover elkaar. Ze keken naar de auto’s op de snelweg. Hoe ze voorbij het wegrestaurant schoten. Als waren het spermatozoïden op weg naar een te bevruchten eitje. “Sex met je eigen man moet speciaal zijn. En niet hetzelfde als met een willekeurige opgesloten
Ik ben mijn beste vriend - Miel Blok
crimineel.” Mieke slikte een hap appeltaart door. “Amen. Dat is alles wat ik nog kan zeggen. Ik heb zin in nog een willekeurige crimineel. Of een willekeurig ander iemand. Ik weet wel iets leuks. Ga je met me mee?” Marilou knikte instemmend. Maar ze wilde eerst nog een kopje thee. Denny was moe. Motorhead ook. Van het marathonconcert in de slaapkamer. En Sandra…. Sandra was helemaal klaar. Slachtoffer van het huwelijk van Denny en Marilou. “Ik bedenk me ineens dat ik helemaal geen geld op zak heb.” Denny had zijn laatste oortje versnoept toen hij het opblaasschaap kocht. “Dat geeft niet, hoor. We zetten het wel op je rekening. Vond je het net zo fijn als ik?” Sandra kroop richting de voordeur. Haar gezicht vertrok van de pijn. Ze was wel verbaasd over het feit dat Denny ineens als een jonge hinde achter haar aan dartelde. Hij was toch….? “Ik vond het heerlijk. Je was precies wat ik nodig had. Volgende week weer?” Sandra knikte en kroop verder. Naar haar fiets. Denny zag dat ze ook een krantenwijk had. Snel sloot hij de deur. Een paar tellen hoorde hij gemorrel aan het voordeurslot. Hij opende de deur weer en zag zijn oudere broer. “Waar heb jij in hemelsnaam uitgehangen?” Marshall zag blauw van de kou. Zijn ogen waren rood door het huilen. “Ik had rolstoelpech. Help me even met de boodschappen. Wie was dat meisje dat net zo moeizaam op haar fiets stapte?” Denny pakte twee tassen uit het karretje. Hij zette ze neer in de keuken. “Dat was Sandra. Je date van vanmiddag. Zonde dat je er niet was. Maar goed. Ik heb meer dan waar voor je geld gekregen.” Marshall stond als bevroren tegenover Denny. En toch liep hij van hitte en woede rood aan. “Wat heb je met Sandra gedaan??? Dat was mijn hoer! Ik krijg niet voor niets geld bovenop mijn uitkering. Sandra is bedoeld om me gelukkig te houden. Nu moet ik een hele week zonder. Hoe haal je het in je hoofd?” “Rustig maar. Ik moet zeggen dat Sandra een bijzondere gave heeft om mensen gelukkig te houden. Ik weet het goed gemaakt. Ik regel een andere hoer voor je. Maar eerst gaan we eten. Ik heb honger.” Twee flessen wodka. Van een uitstekend jaar. Dat was het resultaat van Leon zijn tussenstop. De eerste fles was inmiddels net zo half leeg als de brandstoftank van zijn auto. De reis naar herinneringen bleek lang. Eindeloos bijna. Tot het moment dat de lamp in Leon zijn hoofd aan ging. Een door alcohol beneveld lichtje. Maar toch. Beter dan duisternis. Leon zou zijn herinneringen zelf opnieuw gaan beleven. Alles wat hij nodig had, was een rustige plek. Een afgezonderde parkeerplaats. In een rechte streep reed hij naar Pink Parrot. De plaatselijke parenclub. Leon wist de weg. De eigenaar had hem de afgelopen anderhalf jaar regelmatig de toegang ontzegd. Alleenstaande
5
mannen mochten niet binnen. Hij reed het bos in en kwam op de parkeerplaats. Zie zo. Eerst een slokje wodka. Leon opende de kofferbak van zijn auto en tilde de doos en het serviesje eruit. Werk aan de winkel! De doos zat vol met liefst negen gebruikte opblaaspoppen. Na een keer diep ademhalen, begon Leon te blazen. Om op adem te blijven, nipte hij tussendoor van zijn wodka. Een half uurtje later had hij alle vrouwen voorzien van voldoende lucht. Hij plaatste ze in een cirkel op het asfalt. Naast zijn auto. Leon zelf sloot de kring. Hij voorzag alle dames van een poppenkopje wodka. En keek de kring eens rond. Dit was niet bepaald de gezinssamenstelling zoals hij die had tot zijn scheiding. En die hij graag terug wilde hebben. Maar goed. Een mens kan niet alles hebben. Alcohol was ineens een goede raadgever. Leon besloot nieuwe herinneringen te gaan maken. Mooiere herinneringen zelfs. Hij had nu negen vrouwen voor zichzelf. Voorheen was dat er slechts eentje. Leon nam nog een flinke slok wodka en beraadde zich over de te volgen strategie. Zaterdagavond was traditiegetrouw de avond waarop Gino zijn geld moest verdienen. Op andere dagen draaide vrijwel niemand het bospad op om zijn parenclub te bezoeken. Ruim drie jaar geleden opende Gino voor het eerst de deuren van Pink Parrot. Na een akkefietje met zijn vriendin. Hij ontving inmiddels mensen uit het hele land. Het idee kwam nadat hij met een andere vrouw naar bed was geweest. Zijn vriendin kwam erachter. Ze was kwaad omdat hij was vreemdgegaan. Gino vond dat vreemdgaan een te negatieve klank had. En daar wilde hij iets aan doen. Om zijn eigen blazoen op te poetsen. En tegelijkertijd wat centjes te verdienen. Hij zag twee mogelijkheden. Ten eerste vroeg hij zich af of het wel echt vreemdgaan was, als je het met een bekende deed. Hij vond zelf van niet. Een prima veronderstelling, maar bijster veel brood zag hij er niet in. Gino vond zichzelf een ondernemer. Zijn handelsgeest zei hem voor de tweede mogelijkheid te gaan. Sociale acceptatie. Als iets dat fout is maar vaak genoeg fout wordt gedaan, wordt het vanzelf normaal. En daarmee goedgekeurd. In de Nederlandse taal zie je dit verschijnsel bij iedere nieuwe uitgave van de Dikke Van Dale. Gino had hard gewerkt die dag. De voorbereidingen op een nieuwe avond richting sociale acceptatie, liepen op hun eind. De middag liep inmiddels richting de avond. En de zon liep in het westen hard richting de horizon. “You’re once, twice… three times a lady.” Mieke zette snel een ander radiostation op. De dames voelden zich niet echt aangesproken door The Commodores. Once a lady was in het tuchthuis verloren gegaan. Twice a lady lag die avond ook niet in de lijn der verwachtingen. Gelukkig was driemaal nog steeds scheepsrecht. Ze zetten hun geld
Ik ben mijn beste vriend - Miel Blok
maar op three times a lady. Morgen zouden ze weer de ideale huisvrouw spelen. Marilou was benieuwd naar het idee van Mieke. De avond viel. Nog een uurtje rijden en ze hadden hun woonplaats weer bereikt. “Ken je Pink Parrot? Die parenclub in het bos?” Mieke verraste Marilou met haar vraag. “Ummm…. Ja, daar heb ik wel eens van gehoord. Wil je daar naartoe dan? We zijn toch helemaal geen paar?” “Ik zeg ook niet dat we naar binnen moeten gaan. Het kan veel makkelijker. En goedkoper. Het is zaterdagavond. Ongetwijfeld de drukste avond van de week. Als we buiten wachten op een strategische plaats, vinden we vast wat avontuur voordat het naar binnen loopt.” Kijk. Dat was nog eens een knap staaltje kosten tegen baten afzetten. Marilou en Mieke zouden zonder te betalen profiteren van het aanbod van Pink Parrot. En als de kosten nul zijn, vallen de baten nooit tegen. De Opel Astra draaide de parkeerplaats op. Mieke parkeerde in de buurt van een andere Astra. Achter die auto hoorden ze een man. Druk pratend. Ze schonken geen aandacht aan hem. Liever posteerden ze zichzelf bij de ingang van Pink Parrot. Hopend op een mooie vangst. Ze hadden al snel prijs. Twee stellen liepen richting de club. Mieke en Marilou vielen ze aan als hongerige wolven. In een oogwenk hadden ze de mannen het struikgewas in gelokt. De partners van de mannen bleven verbouwereerd achter. “Proost, dames. Op een mooie avond. En mag ik zo vrij zijn om te zeggen dat jullie er stuk voor stuk verrukkelijk uitzien?” De tweede fles wodka was leeg. Leon stond inmiddels middenin de kring. De koning te rijk. Hij praatte en praatte. Steeds luider. En met steeds wildere armgebaren. De negen opblaaspoppen waren diep onder de indruk. Dacht Leon. Zonder uitzondering zaten ze met open mond om hem heen. Hun ogen wijd opengesperd. “Zoals ik net al vertelde, ben ik anderhalf jaar geleden gescheiden. Mijn vrouw heeft me verlaten. Vanavond wil ik de periode van verdriet afsluiten. Met jullie. En op weg gaan naar hernieuwd geluk. Ook met jullie.” Onveranderd stonden de felrood gekleurde lippen wagenwijd open. Zoals te doen gebruikelijk bij opblaaspoppen. Maar goed. Leon voelde zich belangrijk. Populair. Geliefd. “Nu moeten jullie niet denken dat ik al anderhalf jaar lang een zielig mannetje ben, hoor. Ook al heeft mijn ex mijn hart gebroken. En mijn dochtertje meegenomen. Ik leef gewoon door. En dat is best knap. Al zeg ik het zelf.” Leon was niet meer te stoppen. Melancholie en wodka vormden samen schijnbaar ook een paar apart. Zoals Dennie Christian en Marsupilami. Hoeba, hoeba….? “Weten jullie wat ook knap is? Masturberen en bij het klaarkomen in je eigen oog spuiten! Maar dat terzijde. Ik ben klaar voor het begin van de rest van mijn leven. Jullie ook?” Begerig keek hij de kring rond. Hij was vurig als nooit tevoren. Snel kleedde de verkoper zich uit en stapte hij
6
naar een willekeurig exemplaar uit zijn opblaasharem. Deze avond ging Leon zich eens goed laten verwennen. Op de parkeerplaats naast zijn auto. Denny en Marshall zaten in de auto. “Waarom kun je niet gewoon een hoer bij mij thuis laten komen? Dat zou toch veel handiger zijn? Je weet dat ik niet graag zonder rolstoel van huis ga. Ik kan trouwens nog steeds niet geloven wat je me hebt geflikt met Sandra.” Denny hoorde het gezeur van zijn broer gelaten aan. “Het geld groeit niet op mijn rug, Marshall. Ik moest een creatieve en goedkope oplossing vinden om jouw geiligheid in goede banen te leiden. Daarom heb ik geen dame bij jou thuis besteld. We rijden naar Pink Parrot. Om te kijken of ze daar nog wat vrouwelijke kliekjes voor je hebben. Dat is een stuk goedkoper. En het is niet alsof je beter bent gewend.” Marshall had een gezicht als een oorwurm. Maar iets was op dat moment veel beter dan niets. Denny zette zijn auto tussen twee andere Opel Astra’s in. Op de parkeerplaats. Hij hielp Marshall met uitstappen. Vanuit de struiken klonk gegiechel en gekir. Vanachter de auto naast die van Denny, hoorden de broers piepend plastic en mannelijk gekreun. Veel belangrijker was wat ze zagen. Twee dames bij de ingang van de interrelationele ruilbeurs. Ze oogden wat verloren. Precies waar Denny op had gehoopt! Hij vroeg de vrouwen waarom ze nog niet binnen waren. “Onze mannen zijn net met twee andere vrouwen de struikjes in gegaan. Echt ongehoord! Die sloeries sleurden ze zo mee! Wat nog veel erger is, is dat de mannen het helemaal niet erg vonden. Daar staan we dan. Onze zaterdagavond valt zo helemaal in duigen.” Denny zag Marshall’s kans schoon. “De avond kan nog best een succes worden, hoor. De date van mijn broer is vanmiddag ook met een ander aan de haal gegaan. Hij zit in hetzelfde schuitje. Misschien iets voor één van jullie?” De twee keken verheugd in Marshall’s richting. Denny pakte de minst lelijke vrouw bij de hand en beende samen met haar naar zijn broer. “Hee! En ik dan? Mag ik niet mee?” De overgebleven vrouw klonk ontgoocheld. Denny besloot dat hij zijn plan niet meer moest veranderen. “Nee, helaas. Mijn broer kan maar één vrouw aan. En ik heb vanmiddag een opblaasschaap gekocht.” Nadat Marshall en de vrouw achter de bladeren waren verdwenen, nam Denny weer plaats achter het stuur. Hij blies zijn schaap op. Knal!…… Knal! Twee schoten vulden de wijde omgeving met geluid. Gino stond voor de drie Opels. De overgebleven vrouw stond schuin achter hem. Even daarvoor voelde ze zich verlaten. Vernederd bovendien. Waarom moest zij de laatst overgeblevene zijn? Kwaad was ze de parenclub binnengegaan. Om Gino te vertellen wat zich zoal afspeelde op en rondom zijn parkeerterrein. De baas van Pink Parrot verslikte zich in een slok
Ik ben mijn beste vriend - Miel Blok
cola toen hij het hoorde. Sexpiraten op zijn parkeerplaats! Kwaadwillende lieden die zijn brood roofden. Gino kon en wilde het niet over zijn kant laten gaan. Hij pakte een jachtgeweer van achter de bar. En rende naar buiten, waar hij twee schoten loste. Hij hoorde gillende vrouwen. Een auto toeterde plots. En een luid klap klonk. “Kom tevoorschijn, stelletje schooiers! Als jullie je hier willen vermaken, dan komen jullie maar als betalende klanten naar binnen. Dit is diefstal! Ik geef jullie drie tellen om uit het struikgewas te komen. Anders schiet ik nog twee keer. En dan niet meer in de lucht.” De dreigementen kwamen wat barbaars over. Ze sorteerden wel effect. Nog geen drie tellen later stonden acht mensen in een rij voor Gino. Te trillen van angst. En de kou. Drie setjes naakte mensen. Leon met een luchtloze opblaaspop voor zijn lijf. Ze was zojuist ontploft. Denny had alles nog aan op zijn broek na. Het schaap zat nog tegen hem aangeklemd. Ter hoogte van zijn kruis. “Vinden jullie dit normaal? Ik zou de politie moeten bellen! Ik probeer hier een bedrijf te runnen. Mensen zoals jullie richten me nog ten gronde.” De angst maakte langzaam plaats voor schaamte. Schoorvoetend keken de acht om zich heen. Wat bij een aantal onvermijdelijk leidde tot….herkenning. En direct daarna tot nog meer schaamte. Marilou begon zachtjes te huilen. “Denny….. Jij hier?” Het opblaasschaap beeldde Denny’s snel tanende enthousiasme perfect uit door op de grond te vallen. Zijn eigen vrouw stond naakt naast een vreemde man. Hijzelf was zojuist uit zijn auto gestapt tijdens een robbertje met een opblaasbaar beest. “Ja, Marilou. Ik hier. En ik lieg niet als ik zeg dat ik het jammer vind dat jij hier ook ben. Ik ga nu. Ik zie je straks thuis wel. Volgens mij moeten we eens praten of zo.”
7
Het eerste boek van Miel Blok is nu te koop:
Ik ben mijn beste vriend Sommige mensen hebben geen vrienden, anderen zeggen dat ze een heleboel vrienden hebben. Ik heb er een paar. Van die paar vrienden heb ik een absolute favoriet. Dat ben ik zelf. Dit is mijn blik op onze wereld. Dingen die ik meemaak en denk, mensen die ik zie. Vreemde situaties. En vooral die ik gewoon heb verzonnen. Over vroeger en nu. En de toekomst. Over plaatsen dichtbij en oorden ver weg. Over mensen en over zij die denken dat ze mens zijn. Over wereldissues en schijnbaar onbenullige kneuteractiviteiten. Soms wat vergezocht, lomp en confronterend. Maar altijd… ben ik mijn beste vriend. Proost!
‘Ineens…. Heb je elkaar iets uit te leggen’ is één van de verhalen uit ‘Ik ben mijn beste vriend’. Kijk op www.ikbenmijnbestevriend.nl en bestel het boek nu!