Industriële hygiëne Informatiebrochure in het kader van “het welzijn op het werk”
Inhoudstafel
Inhoudstafel
1
1.
Inleiding
2
2.
Interventiedomeinen
3
2.1.
Analyses en metingen 2.1.1. Chemische vervuilende stoffen 2.1.2. Stof 2.1.3. Microbiologie 2.1.4. Asbest en vervangingsproducten 2.1.5. HVAC – Klimaatregeling
3 3 4 4 6 6
2.2.
Voedingshygiëne 2.2.1. HACCP-audit 2.2.2. Opleiding ‘voedingshygiëne’
8 9 10
2.3.
Toxicologie 2.3.1. Toxicologische databank 2.3.2. Infosessie rond een produkt en zijn afgeleiden 2.3.3. Opleiding over het gebruik van onderhoudsproducten
11 11 13 14
3.
Laboratoria
15
4.
Contact
16
Informatiebrochure –Industriële hygiëne
1
1. Inleiding Het begrip bedrijfshygiëne werd geïntroduceerd in het kader van de wet betreffende het welzijn op het werk (wet van 4 augustus 1996). Het houdt dan ook verband met andere preventiedomeinen, zoals ergonomie, veiligheid op de werkvloer, arbeidsgeneeskunde en psychosociale aspecten van het werk. Vanuit wettelijk oogpunt is elke werkgever verantwoordelijk voor een planmatige benadering van preventie op het werk. Voor de uitwerking, programmering, toepassing en evaluatie van het welzijnsbeleid laat hij zich bijstaan door een Interne Dienst voor Preventie en Bescherming. Deze dienst bestaat uit een multidisciplinair team, waartoe preventieadviseurs behoren die gespecialiseerd zijn in bedrijfshygiëne. Indien de Interne Dienst geen preventieadviseur in bedrijfshygiëne heeft, moet de werkgever een beroep doen op zijn Externe Dienst. We kunnen bedrijfshygiëne definiëren als het vaststellen (opsporen, identificeren en inventariseren), evalueren en beheersen van chemische, fysische of biologische factoren die een belasting vormen voor de gezondheid in de werkomgeving. Bedrijfshygiëne heeft tot doel de factoren te beheersen die een belasting vormen voor de gezondheid van werknemers, en beroepsziekten op korte en langere termijn te vermijden. De uitgevoerde metingen in het kader van bedrijfshygiëne moeten: het welzijn garanderen van de werknemers dankzij een verbetering van de arbeidsvoorwaarden; de tevredenheid en de motivatie van de werknemers verhogen, wat onvermijdelijk invloed zal hebben op absenteïsme; beroepsziekten en dus absenteïsme op lange termijn vermijden, evenals de noodzaak tot eventuele wederinschakeling van getroffen werknemers. Onze afdeling Bedrijfshygiëne komt tussen ofwel op uw vraag, ofwel op vraag van de preventieadviseurs (preventieadviseur veiligheid, arbeidsgeneesheer… ). Afhankelijk van het soort meting kan het noodzakelijk zijn een beroep te doen op een extern laboratorium. Na uitvoering van de metingen en - in voorkomend geval - de ontvangst van de resultaten van het laboratorium, wordt een verslag opgesteld. Dit verslag bevat niet alleen de resultaten en hun interpretatie, maar ook voorstellen ter voorkoming of reductie van het probleem.
Informatiebrochure –Industriële hygiëne
2
2. Interventiedomeinen 2.1. Analyses en metingen 2.1.1. Chemische vervuilende stoffen Verschillende organische en anorganische substanties worden gebruikt op de werkplek. Deze stoffen kunnen (in min of meer belangrijke hoeveelheden) opgenomen en verspreid worden in de omgevingslucht en kunnen leiden tot het ontstaan van pathologieën bij de werknemers die er aan blootgesteld zijn. Voorbeelden: Bij het uitvoeren van laswerken worden rookgassen vrijgesteld; deze kunnen toxische stoffen bevatten waarvan de hoeveelheid in de atmosfeer kan gemeten worden; Bij het gebruik van ontvetters die solventen bevatten, kan de concentratie van deze stoffen in de atmosfeer oplopen, zeker wanneer het werk uitgevoerd wordt in een slecht geventileerde ruimte; Bij werkzaamheden aan de laadkaaien in de gebouwen kan de atmosferische concentratie van de uitlaatgassen (koolstofmonoxyde, stikstofdampen en zwaveldioxyde) toenemen wanneer het afzuigsysteem voor deze uitlaatgassen ontoereikend is. Anderzijds voorziet de wetgeving dat de werkgever overgaat tot het nemen en analyseren van stalen van substanties, gevaarlijke produkten en de omgevingslucht op de werkplek: Indien de blootstelling aan een chemische vervuilende stof duidelijk is gebleken in het kader van het werkproces en werd aangetoond door een risicoanalyse; Indien zich bij een of meerdere werknemers symptomen voordoen die wijzen op een intoxicatie met de opgespoorde chemische vervuilende stof. De metingen van chemische vervuilende stoffen kunnen continu of punctueel worden uitgevoerd. ⇨ Punctuele metingen Ze worden uitgevoerd indien er sprake is van nagenoeg voortdurende blootstelling aan de chemische vervuilende stof. Afhankelijk van de te analyseren vervuilende stoffen gebruiken we: Ofwel een manuele pomp en colorimetrische buisjes: met deze methode kan de aanwezigheid van een brede waaier van stoffen worden bepaald; Ofwel een analysator die het gebruik van een plaatje met 10 DRÄGER-microbuisjes vereist: deze techniek is iets preciezer dan de vorige en zal deze gaandeweg vervangen. Nochtans is het aantal stoffen dat kan worden gemeten momenteel nog tamelijk beperkt. Voor deze metingen moet geen beroep worden gedaan op een extern en gespecialiseerd laboratorium. ⇨ Continu metingen Continu metingen worden uitgevoerd wanneer de blootstelling aan de vervuilende stof en haar concentratie veranderlijk zijn van moment tot moment. Men bekomt, afhankelijk van de meetduur, slechts een gemiddelde concentratie. Afhankelijk van de te analyseren vervuilende stoffen gebruiken we: Een pomp met laag of hoog debiet: een duurdere methode dan de voorgaande die echter veel nauwkeuriger resultaten oplevert; Specifieke absorbantia, die de chemische stof, die gemeten wordt, absorberen. Voor de uitvoering van deze analyse wordt beroep gedaan op een extern en gespecialiseerd laboratorium
Informatiebrochure –Industriële hygiëne
3
2.1.2. Stof Het aantal deeltjes, aanwezig in de lucht, of veroorzaakt door het werk, wordt gemeten. Onderzoek kan gedaan worden naar: De concentratie aan stof, wanneer er een risico bestaat op het ontstaan van ziektes bij de werknemers. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn in schrijnwerkerijen als het afzuigsysteem afwezig of inefficiënt is. Hierbij wordt verwezen naar de limietwaarden van de concentratie gedefinieerd door de wettelijke bepaling; De concentratie aan stof in de werkplaatsen, zoals burelen, informaticalokalen, … Men bevindt zich hier steeds onder de wettelijke limieten, maar een vergelijking kan gemaakt worden met andere metingen die eerder werden uitgevoerd tijdens andere onderzoeken of in andere gelijkaardige ondernemingen. Net als voor de chemische vervuilende stoffen, bepaalt de wet dat de werkgever overgaat tot het nemen van monsters en het analyseren van stoffen, gevaarlijke samenstellingen en de lucht op de werkvloer: Indien een blootstelling aan stofdeeltjes duidelijk is gebleken in het kader van het werkproces en werd aangetoond door een risicoanalyse; Indien een of meerdere werknemers symptomen vertonen die wijzen op een intoxicatie met de opgespoorde stofdeeltjes. Twee soorten metingen worden uitgevoerd, afhankelijk van het stofgehalte: ⇨ Matige tot hoog stofgehalte Continumetingen worden uitgevoerd om de gemiddelde concentratie over een bepaalde tijdspanne te bepalen. Het is mogelijk hetzij de gemiddelde concentratie te bepalen, of het totaal stof, of de inhaleerbare fractie en dit voor een duur van de meting van minimum 4 uur. ⇨ stofgehalte in specifieke werkplaatsen zoals informaticalokalen Continumetingen worden uitgevoerd om de evolutie van de concentratie aan stof in de loop van de tijd te bepalen. Er wordt gebruik gemaakt van een stofanalysator. Deze methode laat toe de concentratie aan stof in functie van de tijd te kennen (totaal stof, inhaleerbaar en alvéolaire) of een telling van de meest gevoelige deeltjes te bekomen. Deze metingen vereisen steeds de medewerking van een extern en gespecialiseerd laboratorium. 2.1.3. Microbiologie De microbiologische analyses beogen het zoeken naar: De aanwezigheid van bacteriën (zonder de soort te determineren, behalve voor legionella) De aanwezigheid, alsook het type, van schimmels; ter hoogte van oppervlakken, water en omgevingslucht, … We moeten een beroep doen op dit type van onderzoek: Bij gekende aanwezigheid van schimmels op muren van de werkplaats; Wanneer we willen nagaan of de klachten die door het personeel worden geuit afkomstig zijn van de microbiologische luchtkwaliteit op de werkplaats. Problemen met de hygiëne van de werklokalen en de aanwezigheid van schimmels kennen een belangrijke stijging sinds de intrede van klimatisatie-installaties. Soms kunnen ze de klachten verklaren die in relatie staan met het “Sick Building Syndrome”. Dit syndroom wordt gekenmerkt door één of meerdere niet specifieke symptomen ter hoogte van de huid, de slijmvliezen, de luchtwegen en/of het
Informatiebrochure –Industriële hygiëne
4
centraal zenuwstelsel. De symptomen zijn aanwezig wanneer de personen in het gebouw vertoeven en verdwijnen bij het verlaten van het gebouw. De microbiologische metingen worden uitgevoerd op de werkplaats: Wanneer we de aanwezigheid opmerken van schimmels op de wand van een lokaal. Om klachten van medische aard, die door het personeel worden geuit, te kunnen objectiveren. In het kader van meetcampagnes in het bedrijf. Afhankelijk van de soorten aanwezige micro-organismen kunnen verschillende analyses worden overwogen: ⇨ Staalname door contact ter hoogte van een oppervlak De staalname wordt uitgevoerd door het aandrukken van een voedingsbodem op het oppervlak. Er kan gezocht worden naar de aanwezigheid van bacteriën en schimmels. Na staalname wordt het staal naar het laboratorium opgestuurd voor incubatie en analyse. ⇨ Staalname van lucht Dit onderzoek vergt het gebruik van een RCS pomp die de lucht over de voedingsbodem blaast. Deze meting moet uitgevoerd worden wanneer er klachten zijn van het personeel die in relatie kunnen staan met blootstelling aan biologische agentia (bacteriën en schimmels). Een meting van de buitenlucht is altijd noodzakelijk om een referentiewaarde te bekomen. ⇨ Staalname op glasplaat Het is mogelijk om micro-organismen in lucht te determineren op een significante manier door een staalname door contact te verrichten op een vooraf ontsmette glasplaat die meerdere dagen in de werkplaats blijft liggen. Het betreft een meting over een periode gespreid en die de staalname in lucht, met de RCS pomp, aanvult. ⇨ Staalname van water ter hoogte van de luchtbevochtiger (vergaarbak) Deze analyse moet voorzien worden in geval van specifieke klachten van het personeel en wanneer er een pulsiegroep van airconditioning met vergaarbak aanwezig is. Een staal van het water uit de vergaarbak wordt genomen en opgevangen in een steriele fles. Eén tot twee weken na de staalname kent men de fysico-chemische parameters zoals de zuurtegraad (pH), het geleidingsvermogen, het ATP gehalte en de aanwezigheid van microfauna en bezinksel. ⇨ Andere analyses In functie van klachten die door het personeel worden geuit kunnen andere onderzoeken voorzien worden zoals stof in de tapijten, endotoxines, de ondoordringbaarheid van de filters van de pulsiegroepen, enz. Het is ook mogelijk om analyses uit te voeren van het leidingwater (drinkbaarheid). ⇨ Opzoeking naar legionella Deze bacterie ontwikkelt zich volgens zeer strikte voorwaarden in de warmwaterleidingen, de koeltorens van gebouwen en soms in fonteinen. Een waterstaal wordt genomen met een steriele fles en naar het laboratorium gebracht voor onderzoek. Microbiologische analyses vergen steeds de samenwerking met een extern en gespecialiseerd laboratorium.
Informatiebrochure –Industriële hygiëne
5
2.1.4. Asbest en vervangingsproducten Asbest is een natuurlijke substantie die overvloedig werd gebruikt tot het einde van de jaren 70 en waarvan wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat de vezels aanleiding kunnen geven tot het ontstaan van kankers van de luchtwegen. Het Koninklijk Besluit van 16 maart 2006 stelt dat wanneer asbest aanwezig is op de werkplek, er een inventaris moet opgemaakt worden. Metingen van asbest in de atmosfeer zijn niet steeds vereist. Metingen worden uitgevoerd: bij het opstellen van een asbestinventaris of bij het aanpassen hiervan; wanneer het materiaal dat asbest bevat beschadigd is en men de mate van blootstelling aan asbest van het personeel wil kennen; wanneer men de aanwezigheid van asbest in een materiaal wil aantonen. Verschillende soorten van metingen worden onderscheiden in functie van hun doel: ⇨ Analyse van een staal Voor het opsporen van asbest in een staal doen we bij voorkeur een beroep op de optische microscopie volgens de optische methode (methode van McCrone). De staalname evenals de analyse worden uitgevoerd door een extern en gespecialiseerd laboratorium. ⇨ Metingen van de concentratie van asbestvezels in de lucht Voor dit type van meting doen we in de eerste plaats een optische microscopie. Indien de resultaten hiervan de grenswaarde overschrijdt, zal er bijkomend een elektronische microscopie uitgevoerd worden die, in tegenstelling tot de optische microscopie, toelaat om het onderscheid te maken tussen echte asbestvezels en vezels die lijken op asbestvezels. ⇨ Meting van de concentratie aan kunstvezels van minerale oorsprong Deze meting wordt uitgevoerd om vast te stellen of vervangproducten van asbest al dan niet aanwezig zijn. De meting van hun concentratie in de atmosfeer vereist dezelfde apparatuur als deze gebruikt voor de meting van asbest. De analysemethode is op elk vlak gelijkaardig. De metingen die uitgevoerd worden in het kader van asbest vereisen steeds de samenwerking met een extern en gespecialiseerd laboratorium. 2.1.5. HVAC – Klimaatregeling Verwarming en luchtverversing met behulp van airconditioningsystemen (Heating, Ventilation and Air Conditioning- HVAC) kunnen, in het geval ze slecht onderhouden zijn, een oorzaak zijn van klachten en ziekten bij het personeel, werkzaam in deze lokalen. Deze installaties dienen onderhouden te worden in alle lokalen waar gewerkt wordt. Er dienen klimaatmetingen uitgevoerd te worden in het geval men volgende zaken vaststelt: vervuilde of bezoedelde lucht; grote tochtvormingen of luchtstromen; buitensporige warmte of koude; buitensporige droogte of vochtigheid; onaangename geuren.
Informatiebrochure –Industriële hygiëne
6
Bovendien, refererend naar artikel 58 van het ARAB, moeten de installaties verse lucht en stofvrije lucht kunnen opvangen. In de gebouwen die uitgerust zijn met air conditioningsystemen, kan onze Externe Dienst u een standaardmodule aanbieden, waarbij thermisch comfort, ventilatie gemeten wordt en microbiologische staalnames uitgevoerd worden. Staalnames van water ter opsporing van Legionella vervolledigen deze analyse. In specifieke gevallen kunnen ook nog andere analyses uitgevoerd worden. ⇨ Standaardmodule: Er worden metingen uitgevoerd in één of meerdere lokalen waar de betrokken klimaatregelinginstallatie voor de luchtbehandeling zorgt. Er worden eveneens metingen uitgevoerd in de buitenlucht, ter vergelijking met de waarden van de binnenlucht. In een welgekozen lokaal van het gebouw: Het verluchtingsniveau wordt bepaald met behulp van een CO2- meting in de omgeving. Microbiologische analyses van de omgevingslucht worden uitgevoerd, meer bepaald worden bacteriën en schimmels gemeten. Er gebeurt een staalname ter hoogte van de werkposten en ter hoogte van de ventilatieroosters. De resultaten zouden vergelijkbaar moeten zijn met de resultaten uit de buitenlucht en aan de pulsiegroep. Microbiologische bepaling door contactanalyse aan de ventilatieroosters. Aan de pulsiegroepen: Staalname van het water van de bevochtigers (vergaarbakken): de fysico-chemische waarden (zoals pH, de elektrische geleidbaarheid van het water, de ATP activiteit, de kleur van het genomen waterstaal en de al dan niet aanwezigheid van neerslag in het water) en de microbiologische waarden (het aantal bacteriële kolonies opgekweekt bij 25°C en 37°C, de aanwezigheid van thermoactinomyceten, de schimmels, eventueel microflora) zullen bepaald worden. Staalnames door contactanalyse ter hoogte van de filter (propere zijde), de pulsieventilator en de onderdelen van de batterij. Opmerking: deze metingen zullen niet noodzakelijk gelijktijdig uitgevoerd worden in de lokalen, daar de bevochtigers in principe leeg zijn en onderhouden worden tijdens de zomerperiodes. Buiten: Meting van de temperatuur en de relatieve vochtigheid: deze metingen worden gedaan om een referentiewaarde te hebben voor de interne metingen die uitgevoerd werden. Mirobiologische staalname van de buitenlucht ter hoogte van het luchtinlaatrooster: deze metingen laten toe na te gaan of de gedane observaties in de werklokalen te wijten zijn aan een besmetting van buiten of het werkelijk gaat om een specifiek probleem in de lokalen waar de metingen zijn uitgevoerd. Opmerking: deze metingen worden slechts 1 maal uitgevoerd per meetcampagne. Voor het ganse gebouw: Microbiologische analyses om de aanwezigheid van Legionella op te sporen in het water: de staalname zal plaatsvinden waar warm water en aërosol geproduceerd worden (temperatuur tussen 25°C en 55°C). De plaatsen waar speciaal aandacht a an geschonken dient te worden, zijn de koeltorens en de douches (zeker wanneer er warm water gestockeerd wordt). In tweede instantie zullen de kranen en de decoratieve fonteinen bekeken worden.
Informatiebrochure –Industriële hygiëne
7
Tijdens elke standaardmeting wordt een checklist ingevuld waarin ook andere belangrijke beschouwingen worden genoteerd, zoals de properheid van de lokalen, de staat van de pulsiegroepen, het onderhoudsniveau, de inplanting en de staat van de plaats waar men buitenlucht extraheert en de info verkregen van het personeel. ⇨ Specifieke module - bijkomende metingen De bijkomende metingen worden best uitgevoerd in een lokaal waar de standaardmetingen werden uitgevoerd, of in een lokaal waar er veelvuldig klachten zijn. Afhankelijk van het probleem, zullen deze bijkomende metingen bestaan uit: Meting van vluchtige organische stoffen in de atmosfeer, om bv. klachten over irritaties te onderzoeken. Continumeting van formaldehyde, waar er klachten zijn m.b.t. huidirritatie en ademhalingsproblemen op plaatsen waar nieuw meubilair is geïnstalleerd. Punctuele metingen van atmosferische ozon waar er klachten zijn gesignaleerd, in de lokalen waar zulke types van apparaten (printers, fotocopieermachines, …) zijn geplaatst. Endotoxinemetingen in de lucht waar personen symptomen van (pseudo)griep vertonen. Totale stofmeting (hetzij totale stofgehaltes, inadembare stoffen) en microbiologische staalnamen van de lucht, door contact, in tapijten of vaste vloerbedekking waar de properheid te wensen over laat.
2.2. Voedingshygiëne De Europese Richtlijn 852/2004 en het Koninklijk Besluit van 22 december 2005 betreffende de levensmiddelenhygiëne verplichten de onderneming om: Erover te waken dat alle handelingen m.b.t. de fabricatie en verkoop van voedingsmiddelen op een hygiënische wijze worden uitgevoerd. De kritische punten inzake hygiëne te identificeren. De controleprocedures conform de wetgeving op te stellen, toe te passen, te respecteren en bij te werken. Ervoor te zorgen dat de hygiënische verplichtingen van het KB gerespecteerd worden. De betrokken personen te informeren en op te leiden i.v.m. de risico’s en hun preventie. Deze verplichtingen moeten enerzijds nageleefd worden door de werknemers in de voedingssector (traiteurs, restaurants, voedingsmiddelenindustrie), maar gelden ook voor elke werkgever van een onderneming met een bedrijfsrestaurant. Om de betrokken werkgevers te helpen om aan hun wettelijke verplichtingen te voldoen heeft ARISTA specifieke produkten m.b.t. voedingshygiëne ontworpen.
Informatiebrochure –Industriële hygiëne
8
2.2.1.
HACCP-audit
Een HACCP-analyse is een techniek om de voedingshygiëne in keukens te beheren (HACCP betekent Hazard Analysis & Critical Control Points hetgeen betekent risicoanalyse en het beheersen van de kritische punten). De audit bestaat uit een complete screening van de keuken (via een checklist) betreffende de lokalen, de voorraadkamers, het materiaal, het onderhoud, de bereidings- en kookprocedures, de organisatie, het afvalbeheer, enz. Van deze audit wordt een gedetailleerd verslag opgemaakt dat dient als basis voor het beheersplan. Deze audit wordt uitgevoerd door een preventieadviseur van ARISTA in samenwerking met de verantwoordelijke van de keuken en de IDPB. Indien gewenst, kan AristA U helpen bij het opbouwen van het HACCP beheersplan. Het beheersplan bevat documenten voor het beheer en de opvolging van kritische punten die door de eerder uitgevoerde audit naar voren zijn gekomen. Het bevat o.a. de te nemen preventiemaatregelen, de op te zetten controlemogelijkheden, de personen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering en de frequentie van de controles, de eventuele aanpassingen van de arbeidsomstandigheden, de opvolging van het geheel. Het plan wordt in samenwerking en in onderling overleg met de vertegenwoordigers van de onderneming ingevuld. De vertegenwoordigers van de onderneming ontvangen de beheers- en de opvolgingsdocumenten. M.b.v. deze documenten kunnen de verantwoordelijken een opvolging en een controle van de kritische punten organiseren.
Informatiebrochure –Industriële hygiëne
9
2.2.2.
Opleiding ‘voedingshygiëne’ Deze cursus is opgebouwd rond een vragenlijst (kwis) en maakt de deelnemers bewust van de besmettingsgevaren die er in de voedingssector bestaan en van het belang om hygiëneregels na te leven. Doelstellingen
De deelnemers moeten op het einde van de opleiding in staat zijn de aangeleerde hygiëneregels toe te passen om besmettingen van de ene bereiding op de andere te vermijden en ervoor te zorgen dat microbes die al in grondstoffen aanwezig zijn, zich niet vermenigvuldigen.
Voor wie?
De opleiding richt zich voornamelijk tot restauranthouders, traiteurs, keukenbeheerders, uitbatingverantwoordelijken en keukenpersoneel.
Programma
Praktische informatie
Het begrip “besmetting” en de 3 gevaarcategorieën Hygiënevereisten voor lokaal en materiaal Basisprincipes voor ontvangst en opslag van goederen, en de « first in – first out » methode Basisprincipes voor het bereiden en verdelen van maaltijden Regels voor de afwas Schoonmaak- en ontsmettingstechnieken Regels voor afvalverwijdering en het bestrijden van ongedierte Controlemethodes zoals opsporing van chemische stoffen en controle van de temperatuur van koelkasten. Persoonlijke hygiëne en werkkledijvoorschriften De deelnemers antwoorden in kleine groepen om hen met elkaars mening te confronteren en vooroordelen en lacunes te ontdekken. De opleider corrigeert de kwis per onderwerp en voegt tegelijkertijd de gewenste bijkomende informatie toe. De opleiding vindt plaats in uw onderneming of in de leslokalen van AristA. De opleiding duurt een halve dag. Elke groep bestaat uit 10 tot 15 deelnemers. De opleiding kan aangepast worden aan de specifieke behoeften van uw onderneming. Voor individuele deelnemers organiseert AristA regelmatig inter-company opleidingen.
Informatiebrochure –Industriële hygiëne
10
2.3. Toxicologie 2.3.1. Toxicologische databank Toxico is een on-line databank die momenteel meer dan 3.000 toxicologische fiches bevat. Elke toxicologische steekkaart bevat een bepaalde hoeveelheid informatie: Naam van het product, Naam van de fabrikant en/of leverancier, Gebruik van het product, Fysische en chemische kenmerken van het product, Etikettering, Reglementering, Schadelijkheid, Risicocategorieën en voorstellen voor geleide onderzoeken voor het gezondheidstoezicht, Eerste hulp bij ongevallen, Wettelijke voorschriften op het gebied van risico's en veiligheid (R en S), Aanbevolen beschermingsmiddelen, Impact op het leefmilieu, Diverse bemerkingen van de afdeling Toxicologie over het betreffende product. U kunt de toxicologische steekkaarten ook aanvragen bij uw preventieadviseur – arbeidsgeneesheer. Dit instrument ondersteunt de preventieadviseurs bij de risicoanalyse die in elke onderneming moet worden uitgevoerd. Deze fiches kunnen opgeslagen en afgeprint worden als simpele gebruikersfiches of als uitgebreide fiche voor de preventieadviseurs. Onze afdeling toxicologie zorgt ervoor dat de databank actueel blijft en staat ook in voor de aanmaak voor nieuwe fiches. Zij staat ook te uwer beschikking voor specifiek toxicologisch advies over een product op uw aanvraag. Via de gebruiksvriendelijke zoekmotor kan de klant opzoekingen doen op naam van het product, per fichenummer of per productcategorie.
Informatiebrochure –Industriële hygiëne
11
1-ASBL ARISTA VZW (*) AV. H. JASPAR 122 1060 SINT-GILLIS
ACIDE SULFURIQUE / ZWAVELZUUR 99-100% Nr.toxicologische fiche: 6746 Laatste aanpassing :
2003-08-25
Fabrikant :
MERCK-EUROLAB / VEL
Leverancier :
ETIKETTERING
Corrosief (C).
BESCHERMINGSMIDDELEN
Beschermingshand schoenen
Beschermingskledij
Gezichtsscherm
Gasmasker
Plaatselijke afzuiging
EERSTE ZORGEN BIJ INADEMING In frisse lucht brengen, het slachtoffer uitstrekken, de romp iets hoger. Toezicht houden in afwachting dokter BIJ OPNAME DOOR DE MOND Niet doen braken. Water laten drinken bij bewustzijn. Dokter raadplegen of hospitaliseren. BIJ OOGCONTACT Overvloedig met water spoelen.
Een oftalmoloog raadplegen. BIJ HUIDCONTACT Overvloedig met water en zeep reinigen. Dermatoloog raadplegen.
BESCHERMING VAN HET MILIEU Restanten niet in de afvoer werpen. Restanten afzonderlijk bewaren en afvoeren. Als chemisch afval te beschouwen. Kan het grondwater bevuilen. Niet afvoeren in de buurt van grondwaterlagen.
Informatiebrochure –Industriële hygiëne
12
2.3.2.
Infosessie rond een produkt en zijn afgeleiden Op uw aanvraag kan ARISTA een informatiesessie rond toxicologie ontwikkelen betreffende het gebruik van een speciaal produkt in de onderneming. Voor wie?
Het doelpubliek bestaat uit alle personen die tijdens hun werk dit (deze) produkt(en) moeten gebruiken evenals hun directe hiërarchische lijn.
Programma
Deze informatie kan voor elk produkt de volgende elementen bevatten: Fysische staat en eigenschappen (vluchtigheid, brandbaarheid, enz); De weg langs waar een gevaarlijk product in ons lichaam kan binnendringen; Giftigheid van een product voor de mens en eventuele acute en chronische risico’s; Bio-transformatie (verspreiding en aanpassing in het organisme) en bio-beschikbaarheid (plaatsen van het organisme waar het product gedoseerd kan worden); Biologische gevolgen en gevolgen voor de werkpost; Maximumwaarden voor blootstelling; Collectieve en individuele beschermingsmiddelen;enz. Na deze informatie is er kans tot een discussie met de gebruikers om een antwoord te geven op hun praktische vragen.
Praktische informatie
Informatiebrochure –Industriële hygiëne
De opleiding duurt een halve dag. Het aantal deelnemers is beperkt tot max. 15 personen.
13
2.3.3.
Opleiding over het gebruik van onderhoudsproducten In de schoonmaaksector bestaan er twee bekende risico’s, namelijk het gebruik van onderhoudsproducten enerzijds en bepaalde werkhoudingen en onaangepaste en repetitieve bewegingen anderzijds. Deze dynamische opleiding bevat veel praktische groepsoefeningen. Er wordt met situatiefoto’s en videofilms gewerkt. Doelstellingen
De opleiding geeft de deelnemers inzicht in risico’s en stelt hen in staat de juiste preventiemaatregelen te treffen (welke veiligheidsregels gevolgd en welke beschermingsmiddelen gebruikt moeten worden, wat een goede werkhouding is en hoe het materiaal correct gebruikt wordt).
Voor wie?
De opleiding is gericht op schoonmaakpersoneel: schoonmakers/-sters, schoonmaakbedrijven, Plaatselijke Werkgelegenheids-agentschappen (PWA), thuishulp …
Programma
Deel 1: Gebruik van onderhoudsproducten Samenstelling en hoofdcategorieën van onderhoudsproducten De manier waarop een product het organisme binnendringt (inademing, contact met de huid, inslikken) Impact op het organisme (irriterend, bijtend, schadelijk, giftig), huid- en ademhalingsallergieën Etiketten over gezondheid, veiligheid en milieu Beschermingsmiddelen en eerste-hulp. Hygiëne- en veiligheidsaanbevelingen voor, tijdens en na het gebruik van onderhoudsproducten Deel 2: werkhoudingen Ken uw rug Gouden regels voor een goede werkhouding (rechtstaand werken en op grondniveau, werken met een lange steel, draaibeweging, vensters zemen, …)
Praktische informatie
De opleiding vindt plaats in uw onderneming of in de leslokalen van AristA en duurt een halve dag. Elke groep bestaat uit 10 tot max. 15 deelnemers. De opleiding kan aangepast worden aan de specifieke behoeften van uw onderneming. AristA organiseert ook regelmatig opleidingen voor individuele deelnemers.
Informatiebrochure –Industriële hygiëne
14
3. Laboratoria Niet-limitatieve lijst van laboratoria waarmee we samenwerken: Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid – Louis Pasteur Laboratorium voor Arbeidshygiëne en Toxicologie – K.U.L. Leuven Laboratorium WTCB Institut Provincial d’Hygiène et de Bactériologie du Hainaut
Informatiebrochure –Industriële hygiëne
15
4. Contact Wenst u bijkomende informatie over de verschillende interventies die in deze brochure zijn beschreven, aarzel dan niet om onze afdeling verkoop te contacteren: Secretariaat Risicobeheer T 02 533 74 01 F 02 533 74 47
[email protected]
Informatiebrochure –Industriële hygiëne
16