INDUSTRIËLE ELEKTRICITEIT DERDE GRAAD BSO – DERDE LEERJAAR LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS september 2006 LICAP – BRUSSEL D/2006/0279/018
INDUSTRIËLE ELEKTRICITEIT DERDE GRAAD BSO – DERDE LEERJAAR LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS LICAP – BRUSSEL D/2006/0279/018 (vervangt leerplan D/1999/0279/055 met ingang van september 2006) ISBN 978-90-6858-615-2
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel
Inhoud Lessentabel ........................................................................................................................5 1
Studierichtingsprofiel ...........................................................................................7
1.1 1.2 1.3 1.4
Instroom en beginsituatie ................................................................................................................7 Algemene doelstellingen ..................................................................................................................7 Na te streven attitudes......................................................................................................................8 Uitstroom ...........................................................................................................................................9
2
Algemene didactische wenken ............................................................................9
2.1 2.2 2.3
Stage...................................................................................................................................................9 Geïntegreerd en projectmatig werken.............................................................................................9 Het gebruik van Informatie en Communicatie Technologie (ict)................................................12
3
De geïntegreerde proef.......................................................................................12
3.1 3.2 3.3 3.4
Opvatting van de geïntegreerde proef ..........................................................................................12 Opdracht ..........................................................................................................................................12 Het dossier.......................................................................................................................................13 Evaluatie van de geïntegreerde proef ...........................................................................................13
4
Evaluatie ..............................................................................................................13
4.1 4.2
Procesevaluatie ...............................................................................................................................14 Productevaluatie .............................................................................................................................14
5
Leerplandoelstellingen, leerinhouden en didactische wenken.......................15
5.1 5.2
Realisaties - Stage...........................................................................................................................15 Uitvoeringsmethoden .....................................................................................................................17
6
Minimale materiële vereisten .............................................................................29
7
Bibliografie ..........................................................................................................31
7.1 7.2 7.3 7.4
Grondbegrippen van de regeltechniek, industriële bussystemen en PLC ...............................31 Elektrische machines......................................................................................................................32 Pneumatica ......................................................................................................................................33 Elektronica .......................................................................................................................................33
3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
3 D/2006/0279/018
Lessentabel
www.vvkso.be
3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
5 D/2006/0279/018
1
Studierichtingsprofiel
1.1
Instroom en beginsituatie
Het leerplan sluit aan op de 3de graad bso 'Elektrische installaties'. Leerlingen kunnen ook instromen uit de 3de graad tso: •
Elektriciteit-elektronica/Elektromechanica: −
•
In de 3de graad werden de inhouden van dit leerplan op algemene en theoretische basis behandeld, dit specialisatiejaar kan voor deze afgestudeerden bijdragen tot het verhogen van de praktische ervaring.
Elektrische installatietechnieken: −
Voor deze afgestudeerden kan het verhogen van praktische kennis nagestreefd worden.
In de 2de en 3de graad 'Elektrische installaties bso' werden er vooral beroepsvaardigheden ingeoefend zoals het aan de hand van de nodige documenten en instructies opbouwen van huishoudelijke en industriële elektrische installaties, het oplossen van eenvoudige schakeltechnische problemen en gelokaliseerde fouten vakkundig herstellen. In ieder geval dienen de leerlingen over de volgende kennis en vaardigheden te beschikken: •
grondige basis van contactorschakelingen (ster driehoek - omkeer - 2 snelheden ...);
•
kennis over de werking van enkele huishoudapparaten;
•
noties van domotica en het daaraan verbonden bussysteem;
•
in- en uitgangen van een logische stuureenheid kunnen herkennen en aansluiten, zonder noties van programmatie;
•
de diverse schemavormen (stroombaanschema ...) en andere tekeningen (opstellingsplan ...) kunnen lezen en interpreteren;
•
de attitude om probleemoplossend te handelen en te zoeken naar oplossingen voor problemen die zich stellen.
De leerlingen hebben nagenoeg geen ervaring met de elektronica. Zij bezitten echter voldoende kennis van de elektriciteit om de leerinhouden van elektronica en lab te verwerken en de daaraan gekoppelde doelstellingen te bereiken.
1.2
Algemene doelstellingen
Het gestructureerd creatief denken en handelen staat centaal in deze opleiding. Er wordt voornamelijk aandacht besteed aan uitvoeringstechnische aspecten in functie van concrete realisaties, met zin voor kwaliteit, veiligheid, gezondheid en milieu. De klemtoon ligt op het herkennen, toelichten en verwerken van de ontwerpaspecten om te komen tot praktische realisaties. Het gaat hier uitdrukkelijk over het complete proces met de volgende aspecten: omschrijving van de behoefte, de conceptuele fase, de voorbereiding van de uitvoering, de uitvoeringsfase en de kwaliteitscontrole. In dit specialisatiejaar beoogt men het inzichtelijk handelen van de leerlingen te verhogen via het verdiepen van sommige theoretische aspecten. Verder zal via praktijkgerichte toepassingen de kennis van besturings- en automatiseringstechnieken worden verhoogd.
3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
7 D/2006/0279/018
In het bijzonder zullen volgende items aan bod komen: •
Tekenen/schetsen als communicatiemiddel;
•
Welzijn op het werk in functie van VCA B-attest;
•
Bijzondere elektrische machines en overbrengingsmechanismen;
•
Elektronische componenten, vermogenelektronica;
•
Elektropneumatische sturingen;
•
Industriële energieverdeling;
•
Monteren en demonteren, machineonderdelen.
Tijdens de lessen ‘Realisaties – Stage’ is het vooral de bedoeling dat de leerlingen projecten uitwerken die hen in staat stellen de, tijdens de lessen ‘Uitvoeringsmethoden’, onderwezen inhouden te implementeren in een praktische toepassing. De professionele aanpak in de projectplanning, het inzicht in de werking, de wettelijke voorschriften, de foutenanalyse, het uitbreiden van bestaande projecten moeten leiden naar een doorgedreven beroepsbekwaamheid. De leerling moet zijn verantwoordelijkheid nemen in de uitvoering en de afwerking in functie van de reële tijd hem/haar toegemeten. Tijdens bedrijfsstages wordt er gestreefd naar het toetsen van de schoolse kennis aan de industriële realiteit, de leerlingen zullen er geconfronteerd worden met de technologische evolutie en proeven van een de nijverheidsmentaliteit en het bedrijfsklimaat. De inhouden “grondbegrippen van de regeltechnieken”, “industriële bussystemen” en “PLC” behandelen de basisprincipes van randapparatuur voor een PLC in besturingstechniek zoals signaalgevers, actoren en diverse interfaces. Deze principes worden zodanig omschreven dat de leerlingen een duidelijk inzicht krijgen in automatisering en dat ze zo de opgedane kennis kunnen verwoorden, verklaren en toepassen in praktische realisaties. Om de band met de praktijk zo reëel mogelijk te houden, is het bestuderen van documentatie van fabrikanten noodzakelijk. De leerlingen moeten een praktisch inzicht verwerven in een aantal elektronische componenten en hun toepassingen, en leren meten met de oscilloscoop.
1.3
Na te streven attitudes
De leerlingen: •
treffen maatregelen opdat richtlijnen i.v.m. veiligheidspreventie, milieu, gezondheid, hygiëne en ergonomie zouden kunnen worden nageleefd;
•
zijn erop gericht om binnen de voorgeschreven tijd een opgedragen taak nauwkeurig te voltooien;
•
handelen kwaliteitsvol en kostprijsbewust;
•
zijn bereid zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden (andere materialen, andere gereedschappen, nieuwe opdrachten, nieuwe technologieën …);
•
zijn resultaatgericht, probleemoplossend ingesteld en volhardend bij het zoeken naar oplossingen om, ondanks moeilijkheden, het einddoel te bereiken;
•
zijn bereid informatie te raadplegen en op te zoeken;
•
functioneren in een team;
•
leven regels en afspraken na;
•
zijn bereid correct en volledig te rapporteren;
•
zijn besluitvaardig;
8 D/2006/0279/018
3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
•
leven zich in, in de situatie waarin mensen zich bevinden, ze brengen er begrip voor op en gaan er tactvol mee om;
•
komen beleefd en empathisch uit voor hun mening;
•
handelen met het oog op tevredenheid en welzijn van zichzelf en van de anderen;
•
zijn klantgericht.
1.4
Uitstroom
Na het beëindigen van dit specialisatiejaar kan men o.a. de volgende beroepsactiviteiten uitoefenen: •
Onderhouds- en installatietechnicus in kleine ondernemingen
•
Monteur bij installateurs van huishoudelijke en industriële installaties
•
Magazijnier in elektro-groothandel
•
Elektricien in grote bedrijven
Gemotiveerde leerlingen kunnen zich verder vervolmaken in een 3de leerjaar van de 3de graad tso.
2
Algemene didactische wenken
2.1
Stage
We willen hier het belang van de bedrijfsstages voor de leerlingen benadrukken. Het geeft hen de kans om in gespecialiseerde domeinen de "werkrealiteit" te beleven, niet alleen op technologisch maar ook op administratief en sociaal vlak. Om het bedrijfs- en realiteitsgerichte karakter van de opleiding te ondersteunen is dergelijke stage onontbeerlijk. Het behoort tot de opdracht van de school zinvolle stageplaatsen te zoeken die de school zal toelaten het specialisatiejaar adequaat uit te bouwen en de leerlingen een zo volledig mogelijke opleiding aan te bieden. Van zeer groot belang is de stagebegeleiding. De leraren moeten de leerlingen op de stageplaatsen opvolgen. Deze regelmatige contacten bevorderen de samenwerking tussen scholen en bedrijven en zal er toe bijdragen dat de stage voor de leerling zinvol verloopt.
2.2
Geïntegreerd en projectmatig werken
2.2.1
Geïntegreerd werken
De volledige integratie van de vakken ‘Realisaties’ en ‘Uitvoeringsmethoden’ dient centraal te staan, de twee vakken dienen elkaar te ondersteunen. Een mogelijkheid om integratie te bevorderen is het werken met projecten. Het leerproces van de leerling staat daarbij centraal: de didactiek vertrekt niet van kennisoverdracht, maar van het verwerven van kennis door zelfwerkzaamheid.
3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
9 D/2006/0279/018
2.2.2
Projectmatig werken
2.2.2.1
Wat is een project?
In de context van dit leerplan verstaan we onder een project, een praktische realisatie van een installatie, machine of een machineonderdeel. De leerkracht streeft ernaar om binnen elk project zoveel mogelijk doelstellingen en attitudes aan bod te laten komen. Elk project dient in min of meerdere mate te verlopen volgens het technologische proces. Onderstaande flowchart licht dit proces toe.
Opdrachtbeschrijving vanuit een reële behoefte en formuleren van de eisen
Opdoen van de relevante voorkennis en verzamelen van de nodige gegevens
bijsturen evaluatie
OK
Voorbereiding, planning en organisatie
evaluatie
bijsturen
OK
Uitvoeren, realiseren
bijsturen
evaluatie
bijsturen
OK
Einde project
10 D/2006/0279/018
3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
2.2.2.2
De keuze van projecten
De grootste uitdaging is het kiezen van geschikte projecten in een logisch en pedagogisch verantwoord continuum, die ook nog binnen de gestelde tijd- en plaatsruimte en met de ter beschikking gestelde middelen kunnen worden gerealiseerd. Belangrijke richtlijnen hierbij zijn: •
De projecten dienen om de leerplandoelstellingen te realiseren.
•
De moeilijkheidsgraad van de projecten neemt geleidelijk toe. Elk nieuw project refereert enerzijds naar kennis en vaardigheden uit vorige projecten maar biedt anderzijds ook telkens iets nieuws aan. Elk nieuw (deel)project bevat nieuwe, herhalende en verdiepende doelstellingen.
•
Beperk de projecten in de tijd.
2.2.2.3
Een dossier van projecten
De leerling kan een “dossier van (deel)projecten” bijhouden en aanvullen. Mogelijke dossierinhouden: •
Een omschrijving van de projecten en de gestelde kwaliteitseisen.
•
Verwijzingen naar informatiebronnen. (brochures, handboeken, technische fiches, cd-rom’s, websites, …)
•
Verwerkingsdocumenten in verband met de voorkennis (samenvattingen, geformuleerde oplossingen, verantwoording van gemaakte keuzes …).
•
Tussentijdse opdrachten en toetsen.
•
Documenten in verband met de voorbereiding (schetsen, tekeningen, schema’s, materiaalhoeveelheden, componenten, kostprijs …).
•
Planning van de uitvoering (werkvolgorde, tijdsbesteding …).
•
Opvolgingsfiche van de uitvoering.
•
Documenten in verband met evaluatie en rapportering.
•
Foto’s van de realisatie.
2.2.2.4
Vertaling in een jaarplan
Wanneer alle projecten afgewerkt zijn dienen alle leerplandoelstellingen één of meerdere malen aan bod te zijn gekomen. Om het overzicht te behouden worden de leerplandoelstellingen het best opgelijst, wordt bijgehouden in welke projecten ze aan bod komen, welke diepgang er wordt gevraagd en bereikt, welke evaluatiemethoden er worden gehanteerd, welke elementen van belang zijn voor bijsturing, welke punten in een volgend project extra aandacht vragen. Dit overzicht vervult tevens de rol van jaarplan.
2.2.2.5
Randvoorwaarden
Hieronder worden enkele essentiële voorwaarden die deze leerplanvisie ondersteunen opgesomd: • De meest geschikte opbouw van de leerstofonderdelen wordt bestudeerd en door het lerarenteam gedragen. Alle actoren dienen deze vormingsvisie te steunen en blijvend te stimuleren. De opdrachtverdeling van de leerkrachten staat in functie van deze integratie via projectwerking. •
Polyvalente en gedreven leerkrachten die niet de inhoud maar de leerling centraal plaatst.
•
De leerkrachten coachen en inspireren hun leerlingen om eigenhandig hun opleiding te sturen op inhoudelijk vlak.
3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
11 D/2006/0279/018
•
Een krachtige leeromgeving met aangepaste infrastructuur en voldoende ruimte om aan projecten te werken. Een werkplaatsklas is hiervoor zeer geschikt. Een werkplaats met in de nabijheid een klas – waar regelmatig ondersteunende theorie kan worden gegeven – uiteraard ook.
•
Aangepaste leermiddelen en evaluatie-instrumenten moeten worden ontwikkeld.
•
Beperkte klasgroepen om via differentiatie recht te doen aan elke individuele leerling.
2.3
Het gebruik van Informatie en Communicatie Technologie (ict)
Het is evident dat van de mogelijkheden die de computer, op het didactisch vlak biedt, optimaal gebruik moet worden gemaakt. Typische mogelijkheden die op dit leerplan betrekking hebben zijn: •
Het opzoeken van onder meer: kenmerken van materialen, gereedschappen en uitvoeringstechnieken via Internet, cd-rom’s, …
•
Eenvoudige rekenbladen of geprogrammeerde formulieren om de kostprijs te berekenen.
•
CAE en simulatiesoftware om op een actieve manier kennis en inzichten te verwerven.
Er dient opgemerkt dat de programma’s die men aanwendt dermate gebruiksvriendelijk zijn dat de klemtoon ligt op de te verwerven leerplandoelstellingen en zeker niet op de beheersing van één of ander softwarepakket.
3
De geïntegreerde proef
Voor de concretisering van de geïntegreerde proef verwijzen we naar: •
De omzendbrief SO 64 van 25 juni 1999 punt 8 “Evaluatie en bekrachtiging van de studies”.
•
Het algemeen kader in verband met de geïntegreerde proef van het VVKSO, te raadplegen via de website http://www.vsko.be/vvkso/.
•
Een algemeen model voor de geïntegreerde proef voor deze en andere studierichtingen, te downloaden (in PDF-formaat) via de website http://www.vsko.be/vvkso/.
3.1
Opvatting van de geïntegreerde proef
De geïntegreerde proef wordt opgevat als een realiteitsgebonden project rond de realisatie van een industriële, geautomatiseerde elektrische installatie. Het is aanbevolen te vertrekken van een deels gerealiseerd project uit de lessen “Realisaties - Stage” dat door een individuele leerling, of een groep van leerlingen begeleid zelfstandig verder wordt uitgewerkt. De belangrijkste theoretisch - technische en praktische vormingscomponenten uit het studierichtingprofiel komen aan bod. Waar mogelijk worden ook componenten uit de algemene vorming bij de proef betrokken.
3.2
Opdracht
Het project moet alle aspecten bevatten die in de visie op de studierichting werden opgenomen: conceptuele aspecten, voorbereidende en uitvoeringsgerichte aspecten en aspecten in verband met de kwaliteit. De concrete opdracht dient in hoofdzaak uit de volgende componenten te bestaan: •
Het samenstellen en bijhouden van een dossier.
•
De praktische realisatie van een installatie of een gedeelte daarvan.
•
De mondelinge toelichting van de realisatie, in een kort tijdsbestek, via een presentatie.
12 D/2006/0279/018
3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
3.3
Het dossier
Het dossier bevat de volgende elementen: •
Een omschrijving van de opdracht met de vooropgestelde kwaliteitseisen.
•
Tekeningen en schema’s van het voorontwerp.
•
Uitgewerkte uitvoeringsschema’s, dimensionering van de installatie, materiaallijst, prijsaanvragen, berekening van de kostprijs, gereedschappen, uitvoeringstechnieken …
•
Naslagdocumenten van de planning en organisatie, de werkvolgorde, de veiligheidsaspecten …
•
Documenten rond de opvolging: logboek, tussentijdse evaluaties, adviezen, bijsturingen, kwaliteitscontrole.
•
Stagedocumenten indien er een verband bestaat tussen de geïntegreerde proef en een eventuele stage.
•
Elementen ter ondersteuning van de toelichting: foto’s, dia’s, pc-presentaties …
Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van ict om het dossier te realiseren.
3.4
Evaluatie van de geïntegreerde proef
In de loop van het schooljaar gebeuren tussentijdse evaluaties waarvan minstens één met de jury. Dergelijke evaluaties kunnen leiden tot adviezen en bijsturing. De eindevaluatie op het einde van het schooljaar mag niet beperkt worden tot een productevaluatie van het dossier, de praktische realisatie en de presentatie. Zij moet gebaseerd zijn op het volledige proces en rekening houden met de hoofddoelstellingen van de studierichting. Daarbij zullen de volgende hoofdaspecten aan bod komen: • Het concept. •
De voorbereiding van de uitvoering, het inzichtelijk handelen bij de uitvoering zelf.
•
De kwaliteitscontrole.
4
Evaluatie
De evaluatie is geen doel op zich en maar dient om leerlingen te oriënteren, hen vooruit te helpen en het leerproces te sturen, niet om hen terecht te wijzen. Evaluatiemomenten zijn meer leermomenten dan beoordelingsmomenten. Evalueren is meestal geen afzonderlijke activiteit meer maar wordt sterk geïntegreerd in het leerproces. De geloofwaardigheid en het succes van onderwijsvernieuwingen zoals “geïntegreerd” en “projectmatig” werken neemt toe indien leerlingen ervaren dat de evaluatie op een “aangepaste wijze” verloopt, zij passen hun leergedrag aan. De prestaties van de leerlingen dienen globaal gewaardeerd te worden en vanuit de meest diverse standpunten benaderd. Er dient op een evenwichtige wijze rekening gehouden te worden met het proces als het product. Bij de evaluatie worden de volgende aspecten in een verantwoord evenwicht in rekening gebracht, in overeenstemming met het profiel van de studierichting: •
Cognitieve aspecten: kennen, begrijpen, inzien, toepassen …
•
Psychomotorische aspecten (vaardigheden): nadoen, beheersen, oog-hand-coördinatie, ritme, snelheid nauwkeurigheid
•
Attitudes: doorzetting, efficiëntie, sociale gerichtheid, …
3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
13 D/2006/0279/018
4.1
Procesevaluatie
De procesevaluatie kan gebeuren: •
Aan de hand van een opvolging van de door de leerling geleverde prestaties waarin de neerslag (verwerking, reflectie en kritiek) ligt van het verwerkingsproces.
•
Door een regelmatige individuele begeleiding van de leerling die moet leiden naar zelfevaluatie waardoor de leerling zijn eigen handelen kan bijsturen om tot kwaliteitsverbetering te komen.
•
Langsheen de verschillende opeenvolgende oefeningen en opdrachten waaraan het inzicht en de persoonlijke vorming van de leerling kan getoetst worden.
Enkele indicaties in verband met procesevaluatie: •
Gaat de leerling logische, gestructureerd en zorgvuldig te werk?
•
Ontwikkelt de leerling zelfredzaamheid en groeit hij/zij naar meer zelfstandigheid?
•
Maakt de leerling efficiënt gebruik van de ter beschikking gestelde gereedschappen en leermiddelen?
•
Voert de leerling een opdracht volgens voorschrift uit?
•
Voert de leerling spontaan controleberekeningen uit?
•
Reflecteert de leerling na het uitvoeren van opdracht?
4.2
Productevaluatie
De productevaluatie kan gebeuren: •
In de vorm van rechtstreekse communicatie: individuele gesprekken, groepsbesprekingen en overleg.
•
Als onrechtstreekse communicatie: bespreking van het werk van de leerling, onderlinge vergelijkingen en tegenstellingen, …
Enkele indicaties in verband met productevaluatie: •
Is een tekening conform de normen?
•
Is het resultaat van een berekening correct?
•
Voldoet de uitvoering van een installatie aan de vooropgestelde eisen?
Leerplannen van het VVKSO zijn het werk van leerplancommissies, waarin begeleiders, leraren en eventueel externe deskundigen samenwerken. Op het voorliggende leerplan kunt u als leraar ook reageren en uw opmerkingen, zowel positief als negatief, aan de leerplancommissie meedelen via e-mail (
[email protected]) of per brief (Dienst Leerplannen VVKSO, Guimardstraat 1, 1040 Brussel). Vergeet niet te vermelden over welk leerplan u schrijft: vak, studierichting, graad, licapnummer. Langs dezelfde weg kunt u zich ook aanmelden om lid te worden van een leerplancommissie. In beide gevallen zal de Dienst Leerplannen zo snel mogelijk op uw schrijven reageren.
14 D/2006/0279/018
3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
5
Leerplandoelstellingen, leerinhouden en didactische wenken
Uitbreiding: een aantal leerplandoelstellingen en leerinhouden zijn bedoeld als uitbreiding, deze zijn aangeduid met (U). Alle leerinhouden die bij een (U)-doelstelling staan zijn uiteraard ook (U).
5.1
Realisaties - Stage
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
1
•
Opdrachtomschrijving
•
Teamwerk
2
3
4
De projecten plannen.
Van de uit te voeren werkzaamheden de tekeningen en schema’s lezen, de uitvoeringstekeningen maken. Een veilige en betrouwbare industriële energieverdeling installeren.
Motoren schakelen, beveiligen, regelen en installeren.
3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
−
Persoonlijke taken
−
Tijdsbestek
•
Netwerkplanning
•
Organisatie magazijn
•
Loonkost
•
Materiaalkost
•
Tekeningen en schema’s
•
Componenten herkennen
•
Uitvoeringstekeningen
•
Herkennen toestellen
•
Netvormen
•
Elementen
•
Kenplaten
•
Documentatie
•
Selectiviteit
•
Communicatie (bussen)
•
Herkennen toestellen
•
Componenten
•
Programmeren
•
Kenplaten
•
Machineveiligheid
15 D/2006/0279/018
5
6
7
8
9
In functie van het VCA-attest, de voorschriften i.v.m. basisveiligheid herkennen.
Onderhouds– en herstelwerkzaamheden voorbereiden en uitvoeren.
Na het uitvoeren van de werkzaamheden de zelfevaluatie doorvoeren.
Bij de uitvoering rekening houden met de organisatie van het bedrijf.
In een bedrijf kennismaken met de bedrijfscultuur en werkzaamheden uitvoeren.
16 D/2006/0279/018
•
Basisveiligheid
•
Preventie en welzijn
•
Voorschriften
•
Collectieve beschermingsmiddelen
•
Persoonlijke beschermingsmiddelen
•
Gevaarlijke situaties
•
Machinegebruik
•
EHBO-kit
•
Maatregelen ongeval
•
Milieuvoorschriften
•
Gevaarlijke producten
•
Ergonomie
•
Werking
•
Foutenanalyse
•
Functie onderdelen
•
Montage – demontage
•
Gevaren
•
Schema’s lezen
•
Herstelling – controle
•
Criteria
•
Procesevaluatie
•
Productevaluatie
•
Installatieteam
•
Installatiebedrijf
•
Nascholing
•
Statuut werknemer
•
Contacten
•
Bedrijfscultuur
•
Bedrijfsorganisatie
•
Arbeidsritme
•
Rendement – efficiëntie
•
Richtlijnen – voorschriften
•
Flexibiliteit
•
Teamwerk
•
Methodische en procesmatige werking van het bedrijf.
•
Preventie en welzijn op het werk.
3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
DIDACTISCHE WENKEN •
Ontleed klassikaal de gegevens van één bestaand project.
•
Laat de leerlingen begeleid zelfstandig eigen projecten uitwerken volgens het hierboven aangegeven stramien.
•
Besteed bij de begeleiding van projecten voldoende aandacht aan; −
functiediagram;
−
het tekenen of bestuderen van het elektrisch schema;
−
het ontleden van het pneumatisch schema;
−
het opstellen van de aansluitlijsten, bedradinglijsten, stuklijsten en kastlay-out;
−
eventueel kan de leerling zelfstandig, op basis van de stuklijst, een kostprijsberekening opmaken.
•
Stel het functiediagram samen met de leerlingen op, het is niet de bedoeling dat de leerlingen het functiediagram zelfstandig kunnen opstellen, ze moeten het wel kunnen lezen.
•
Schrijf het PLC-programma samen met de leerlingen.
•
Laat de leerlingen de installatie onder toezicht maar zelfstandig in bedrijf stellen en de foutenanalyse uitvoeren.
•
Laat een gebruikershandleiding opstellen indien het project een stuurkast van een machine betreft.
5.2
Uitvoeringsmethoden
5.2.1
Grondbegrippen van de regeltechnieken
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
10
•
11
12
De begrippen regelen en sturen toelichten aan de hand van voorbeelden.
De functie van de verschillende elementen van een regelkring toelichten.
Verschillende types sensoren bespreken naar gelang het meetprincipe en de verwerking van de signalen.
3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
•
•
Begrippen −
regelen
−
sturen
Regelkring −
opbouw
−
blokschema
−
terminologie
Eigenschappen en toepassingen: −
temperatuursensor
−
druksensor
−
niveausensor
−
debietsensor
−
toerentalmeting
−
optische sensor
17 D/2006/0279/018
13
14
15
16
De gangbare standaardsignalen bespreken.
•
De werking van de regelaars aan de hand van een voorbeeld toelichten.
Standaardsignalen
•
De werking van de corrigerende organen in een toepassing toelichten.
0…10V
−
0…20mA, 4…20mA
−
200…1000 hPa
Regelaars
•
De parameters bij de verschillende regelacties toelichten. (U)
−
−
aan/uit-regelaars (hysteresis)
−
continue regelaars
−
tegengesteld werkende regelaars
Corrigerende organen voor
•
−
elektrisch vermogen
−
gassen
−
vloeistoffen
−
vaste stoffen in korrelvorm
−
starre assen (elektrische motoren)
Regelacties −
P
−
I
−
D
−
PI
−
PID.
DIDACTISCHE WENKEN •
De leerlingen die afstuderen zullen in hun latere job hoofdzakelijk geconfronteerd worden met sensoren die beschouwd worden als opnemers van grenswaarden, dus met sensoren als binaire detectoren.
•
Het is zeker niet de bedoeling om de sensoren te beschouwen als meetopnemers en zo op het domein van de regeltechniek terecht te komen.
•
Verduidelijk aan de hand van voorbeelden uit de leef- en werkomgeving de begrippen regelen en sturen (verwarming van de huiskamer).
•
Maak gebruik van een klein didactisch model (bakoven met temperatuurregelaar) om de verschillende elementen van de regelkring te situeren en dan het blokschema op te stellen.
•
Door de veelheid aan sensoren en corrigerende organen is het onmogelijk om deze allemaal te bespreken. Het is hier wenselijk de sensoren te bespreken die in het vak realisatie aan bod komen.
•
De SI-eenheid van druk is Pascal, maar de bar wordt wel geaccepteerd voor gebruik in de nijverheid 1 bar = 0,1 MPa = 100 kPa of 1 bar = 100.000 Pa.
5.2.2
Industriële bussystemen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
17
Het principe van een bussysteem voor PLC toelichten.
•
Principe bussysteem
18
De soorten industriële bussystemen onderscheiden en hun specifieke toepassing.
•
Bussystemen:
18 D/2006/0279/018
−
ASI-bus
3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
19
20
Belangrijke begrippen binnen het ethernetsysteem omschrijven.
De verschillende toestellen aansluiten en instellen.
−
Profibus
−
Ethernet
−
Can (U)
•
Voor- en nadelen
•
Toepassingen
•
Visuele herkenningspunten
•
Aansluittechnieken
•
Onderdelen per bus
•
Switch
•
Hub
•
Router
•
Blokschema
•
Frequentieomvormer
•
Pneumatische module
•
Decentraal I/0-eiland
21
Het aansluiten van verschillende actoren op een bussysteem toelichten.
•
Aansluiten van componenten op een bussysteem
22
PLC-programma via een bussysteem laden. (U)
•
PLC-programma
23
Bussysteem integreren in PLC-programma. (U)
•
Integratie van een bussysteem naar keuze
DIDACTISCHE WENKEN •
Zeer belangrijk binnen dit gedeelte is dat er in de leeromgeving een bussysteem of verschillende busopstellingen voorhanden zijn. Dit kan zeer beperkt op een didactisch paneel.
•
Visualisatie gestuurd via een bus, frequentieomvormer aansluiten op een bussysteem, pneumatische module aansluiten op een bussysteem, sturen van een decentraal I/O-eiland via een bussysteem,….
•
Besteed voldoende tijd aan de toepassing van de diverse bussystemen: Asi-bus: veiligheidstoepassingen, laagste in busstructuur, Profi-bus: 2° niveau, Ethernet: hoogste en meest transparant.
•
Wijs op de voordelen van een bussysteem: eenvoudige bekabeling, wijzigingen binnen de programmering, dus kosten besparend.
•
De visuele herkenning bij de bussen: Asi-geel, Profi–paars, ethernet – gestructureerde bekabeling.
•
Bespreek het onderscheid tussen switch, hub, router.
•
Het programmeren doe je best in de realisaties, een beperkte uitleg kan gebeuren langs een didactisch paneel.
3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
19 D/2006/0279/018
5.2.3
PLC
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
24
•
Mechanische montage
•
Elektrische configuratie
•
Aansluiting ingangskaart
•
Aansluiting uitgangskaart
•
Principeschema
•
Cyclische programmawerking
•
PLC-geheugen
•
EN-functie
•
OF-functie
•
Draadbreukdedectie
•
EXOF-functie
•
SET/RESET-functie of SR-flip/flop
•
Draadbreukdetectie bij S/R-functie
•
Flankdetectie (stijgend en dalend)
•
Gebruik van merkers
25
26
De fundamentele opbouw van een PLC in een blokschema visualiseren.
Het begrip programmacyclus omschrijven.
De basisbesturingsfuncties bij een PLC herkennen en toepassen.
27
De verschillende programma-elementen van tijdfuncties verklaren.
•
Soorten tijdfuncties
28
De soorten tellerfunctie toepassen in een PLC programma. (U)
•
Soorten tellers
•
Opbouw in LAD
•
Ingang van een teller
•
Uitgang van een teller
•
Opteller
•
Afteller
•
OP/AF-teller
•
Toepassingen
•
Opbouw en werking van een vergelijking
•
Integervergelijking
•
Double Integervergelijking
•
Real vergelijker
Vanuit een relaisschema het verschil duiden tussen een combinatorisch en sequentieel proces. (U)
•
Relaisschema
•
Verschil tussen de processen
Gekende motorschakelingen programmeren in een ladderdiagram.
•
Ladderdiagram van motorschakelingen
29
30
31
De comparatorfuncties toepassen in programma’s. (U)
20 D/2006/0279/018
3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
32
Door beredenering een PLC-programma ontwerpen met functieblokken. (U)
•
PLC-programma
33
De basisprincipes en het gebruik van het functiediagram toelichten.
•
Functiediagram
•
Toepassingsgebied
•
Voordelen
•
Grafcet
•
De stap
•
De initiële stap
•
Acties
•
Overgangen
•
Voorwaarden
•
Beschrijvend
•
Technologisch
•
Werkwijze
•
Oefeningen
•
Principe
•
PLC-programma
•
Initialisatie
•
Memoriseren
•
Oefeningen
34
35
36
37
Het doel van de initiële fase toelichten.
Overgangsvoorwaarden en onderbrekingscommando’s toepassen op een probleem.
De opbouw van een functiediagram toelichten.
Een functiediagram omzetten in een PLC programma. (U)
38
De begrippen monostabiele en voorwaardelijke actie toelichten.
•
Voorwaardelijke actie
39
Het onderscheid tussen monostabiele en bistabiele functies verklaren en hun gebruik toelichten. (U)
•
Memoriseren van een actie
•
R/S-geheugen
•
Bistabiele verbruikers
•
Enkelvoudige
•
Meervoudige: keuze, exclusieve keuze, sprong, herhaling .
•
Gelijktijdige werking
•
Doel
•
Soorten deelprogramma’s
•
Soorten hoofdprogramma’s
•
Einde cyclus
•
Desactiveren met en zonder geheugen
•
Als afzonderlijk deelprogramma
•
Digitaliseren
•
De analoge ingang
•
De analoge uitgang
40
41
42
43
Het functiediagram van een sequentieel proces toelichten.
Het doel van hoofd en deelprogramma’s toelichten. (U)
Stopcyclussen toelichten
Aan de hand van een voorbeeld het digitaliseren van een analoog signaal toelichten. (U)
3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
21 D/2006/0279/018
44
Aan de hand van een voorbeeld de decimale waarde van en analoog signaal interpreteren. (U)
•
Configureren van analoge in- en uitgangen
DIDACTISCHE WENKEN •
Vermijd in elk geval combinatorische problemen bij het behandelen van sequentiële sturingen, want daardoor wordt een functiediagram ervaren als een complexe beschrijving voor eenvoudige problemen.
•
Het is NIET de bedoeling de leerlingen op te leiden tot PLC-programmeurs, wel is het belangrijk dat de leerlingen een goed inzicht hebben in de structuur van een functiediagram, besteed daarom voldoende aandacht aan de betekenis, implicaties en implementaties van:
•
−
de initiële stap,
−
de overgangsvoorwaarden,
−
de acties verbonden aan een specifieke stap of fase,
−
de stopcycli,
−
het herstarten van een installatie.
Verklaar het digitaliseren van een analoge waarde aan de hand van een eenvoudige grafiek, sta even stil bij de termen resolutie en nauwkeurigheid maar vermijd te theoretische uiteenzettingen. Duid de leerlingen op het verband tussen de decimale meetwaarde en de oorspronkelijk gemeten grootheid. Verwacht echter niet dat ze dit verband zelfstandig afleiden.
5.2.4
Elektrische machines
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
45
•
Principiële werking
•
Rotortypes
•
Beveiligingssystemen
•
Mechanische remmen
•
Elektrische remmen
•
Toepassingen
•
Samenstelling
•
Werking
•
Zin van het veld
•
Draaizin
•
Unipolaire fasewikkeling
•
Bipolaire fasewikkeling
•
Stapfrequentie
•
Aansluiten
•
Blokschema stuurkaart
•
Manueel starten, stoppen en omkeren
46
47
48
Principiële werking van een driefasige asynchrone motor toelichten.
De principiële samenstelling van de remsystemen omschrijven.
Een stappenmotor en aansluiten in een project.
De stuurkaart bedienen vanuit PLC met verschillende stapmotoren.
22 D/2006/0279/018
3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
49
50
51
52
Een algemene beschrijving van de bouw van een DC-motor en het werkingsprincipe weergeven.
Het doel en de voornaamste eigenschappen van de servosystemen toelichten.
Het principe van een snelheidsregeling bespreken.
Het begrip "overbrenging" en overbrengingsmechanisme toelichten.
3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
•
Bouw
•
Werkingsprincipe
•
Checklist aansluiting
•
Checklist fouten opsporen
•
Toepassingen
•
Toepassingen
•
Eigenschappen
•
Gebruikte motoren −
AC-servosystemen
−
DC-servosystemen
•
Samenstelling
•
Absolute en relatieve encoders
•
Blokschema
•
Frequentieregelaar
•
Mogelijke parameters
•
Softstarter
•
Algemeenheden −
toerentalverhouding
−
slip
•
Soorten
•
Toepassingen
•
Koppel
•
Werking
•
Stand van de assen
•
Verschillen in uitvoering
•
Wrijvingswielen
•
Toerentalverhoudingen
•
Vlakke riemen
•
V-riemen
•
Tandwielen
•
Worm en wormwiel
•
Kettingen
•
Tandriemen
•
Praktische werking
•
Omzetmechanismen
•
Onderbroken beweging
•
Spaninrichtingen −
kettingen
−
riemen
23 D/2006/0279/018
53
De algemene regels voor het monteren van de voornaamste types motoren toepassen.
•
Algemene regels
•
Gereedschappen
•
Veiligheid
•
Voor- en nadelen
•
−
kogellagers
−
rollagers
−
druklagers
−
smeren
Opstelling motor −
aan machine
−
op een console
−
op een fundering
•
Uitlijnen van motoren
54
Soorten netstructuren omschrijven.
•
Netstructuren
55
De principes van hernieuwbare energie toelichten. (U)
•
Batterijen
•
Invertoren
•
UPS
DIDACTISCHE WENKEN •
Een intense samenwerking met realisatie is vanzelfsprekend.
•
De aangeboden leerinhoud dient op een zeer praktijkgerichte wijze aangebracht te worden. Diepgaande theoretische beschouwingen zijn dan ook te vermijden.
•
De wetmatigheden zullen aan de hand van de in de praktijk voorkomende toepassingen geïllustreerd worden.
•
De leerlingen zullen zoveel mogelijk informatie verzamelen (bv. bij leveranciers) over de verschillende elementen uit de leerinhouden, deze informatie op een verantwoorde manier klasseren en op het gepaste moment leren gebruiken.
•
Steeds verwijzen naar praktische toepassingen en de eigen realisaties .
•
Maak gebruik van catalogi en internet.
•
De stuurkaarten en simulatieprogramma’s tonen.
•
De voor– en nadelen aanhalen van een DC-motor t.o.v. een AC-motor.
•
Al de leerinhouden ondersteunen aan de hand van didactische opstellingen.
•
Bij de behandeling van hernieuwbare energie zeker aanhalen dat er een diversiteit bestaat, de oplaad– en ontlaadtijden onderscheiden bij batterijen, het probleem van de recyclage.
24 D/2006/0279/018
3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
5.2.5
Lab pneumatica
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
56
•
Compressor
•
Luchtbehandeling
•
Distributie
•
Onderlinge samenhang
•
Schema
•
Onderdeelfunctie
•
Functie
•
Filter/waterafscheider
•
Reduceerventiel
•
Olievernevelaar
•
Collectoren
•
Geluiddempers
•
Olieafscheiders
•
Enkelwerkend
•
Dubbelwerkend
•
Magnetische zuiger
•
Stangenloos (U)
•
Slagcilinder (U)
•
Duplexprincipe (U)
•
Draaicilinder (U)
•
Pneumatische motor (U)
•
Elektronpneumatisch
57
58
59
60
61
62
De onderdelen van een persluchtinstallatie opnoemen.
De functie en de samenstelling van een luchtbehandelingsapparaat bespreken. (U)
Weten hoe afgewerkte perslucht te zuiveren. (U)
De functie van persluchtcilinders toelichten en aan sluiten in een project.
De functie van elektroventielen toelichten en aansluiten in een project.
De persluchtleidingen en hun toebehoren aansluiten in een project.
De functie van de bijzondere ventielen toelichten en aansluiten.
3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
−
monostabiele
−
bistabiele
•
Ventielblokken
•
Andere (U)
•
Vaste leidingen
•
Soepele leidingen
•
Hulpstukken
•
Smoorventiel
•
Snelheidsregelventiel
•
Terugslagklep (U)
•
Snelontluchter (U)
•
Reduceerventiel (U)
25 D/2006/0279/018
63
64
Het begrip vacuüm toelichten en de functie van de toestellen beschrijven.
De functie van hydraulische toestellen beschrijven, toelichten en aansluiten. (U)
•
Ontstaan van vacuüm
•
Vacuümpomp
•
Vacuümcentrale
•
Venturi
•
Vacuostaat
•
Zuignappen
•
Oliepomp
•
Oliefilter
•
Veiligheidsventiel
•
Elektrohydraulische ventielen
•
Koeling
•
Hydraulische cilinders
•
Hydraulische motor
DIDACTISCHE WENKEN •
Theorie, demonstraties, individuele oefeningen en implementatie in de projecten wisselen elkaar af.
•
Het klassikaal opbouwen van de basisschakelingen helpt de werking van de componenten verduidelijken.
•
Veel aandacht wordt besteed aan het lezen van de symbolen volgens CETOP. Software van firma's (o.a. Festo, Martonair, Sempress) kan bijdragen tot het vlot omspringen met de symbolen.
•
Er wordt veel aandacht besteed aan probleemanalyse. Belangrijke elementen daarin zijn: signaaldetectie, signaalverwerking en de oplossingsmethode.
•
Bij voorkeur worden enkele sturingen uitgevoerd in het lab als voorbereiding (of als ondersteuning) van de projecten in de praktijk. Coördinatie tussen Lab pneumatica en Praktijk is wenselijk.
•
Toepassen van al deze actoren in de realisaties, aansturen via PLC in een project.
•
Leidingen aansluiten in de realisaties binnen een project.
•
Leer de leerlingen een eenvoudig functiediagram lezen, het is niet de bedoeling dat ze zelf de functiediagrammen schrijven.
•
Besteed uitgebreid tijd aan probleemanalyses bij enkele manipulatoren maar hou de toepassingen eenvoudig…Het is niet de bedoeling de leerlingen op te leiden tot programmeurs.
5.2.6
Elektronica en lab
5.2.6.1
Passieve componenten
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
65
•
Begrippen: weerstand, grootheid, eenheid en symbolen
•
Technologie van vaste weerstanden voor kleine vermogens (databoeken, catalogi)
•
Kleurencode, tolerantie, E-reeksen, codering, vermogen
•
Universeelmeter als ohmmeter
De verschillende weerstanden herkennen en hun waarde aflezen.
26 D/2006/0279/018
3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
66
67
De verschillende condensatoren herkennen en hun waarde aflezen.
De verschillende spoelen herkennen en hun waarde aflezen.
•
Begrippen: capaciteit, grootheid, eenheid, symbolen en werkspanning
•
Technologie van vaste condensatoren: elektrolytische, tantaal, folie en instelbare condensator.
•
Toepassingen −
koppelcondensator
−
ontkoppelcondensator
•
Begrippen: zelfinductie, grootheid, eenheid, symbolen
•
Technologie van spoelen: −
•
uitvoeringsvormen in functie van hun toepassingsgebied
Toepassingen: −
RLC-kring
−
relais en schakeltransistor
DIDACTISCHE WENKEN •
Kleurencode, tolerantie, vermogen opzoeken aan de hand van databoeken, tabellen, catalogi, cd-rom en internet.
•
De weerstandswaarde bepalen aan de hand van de kleurencode in oefeningen.
•
Metingen worden, zoveel mogelijk aansluitend bij de theorie, door de leerlingen zelf uitgevoerd.
5.2.6.2
Labinstrumenten
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
68
•
De functie van de functiegenerator
•
De aansluitingen en instellingen van de functiegenerator (golfvorm, frequentie en offset)
•
Checklist voor een goede instelling van een gewenst uitgangssignaal
•
De oscilloscoop als meetinstrument
•
Beeldvorming op het scherm
•
Eenvoudig blokschema van de oscilloscoop
•
De functies van de oscilloscoop
•
De aansluitingen en instellingen van de oscilloscoop
•
Checklist voor een goed afleesbaar en stabiel beeld:
69
De functiegenerator instellen en aansluiten.
De oscilloscoop instellen en aflezen.
•
3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
−
volt/div,
−
time/div,
−
ground, DC en AC,
−
triggering: bron, mode, level
Interpretatie van de meetresultaten
27 D/2006/0279/018
•
Nauwkeurigheid van de oscilloscoop
•
Berekening van de gemeten grootheden
•
Metingen met de oscilloscoop: −
meten van een gelijkspanning
−
meten van een sinusoïdale wisselspanning
−
meten van periode en frequentie
−
meten van een blokspanning zonder en met DC-component
DIDACTISCHE WENKEN •
Metingen worden, zoveel mogelijk aansluitend bij de theorie, door de leerlingen zelf uitgevoerd.
•
Sta even stil bij de effectieve waarde van de sinusoïdale spanning bij het meten met een oscilloscoop.
5.2.6.3
Actieve componenten
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
70
•
De junctiediode
•
De Zenerdiode
•
De LED
•
Uitmeten van de diode
•
Symbool
•
De transformator
•
De gelijkrichting
•
De afvlakking
71
De diodetypes onderscheiden.
Zelfstandig een gestabiliseerde voeding uitmeten in functie van de belasting.
72
De functie van een transistor als schakelaar toelichten. (U)
•
MOSFET als schakelaar
73
Zelfstandig een testschakeling bouwen met een operationele versterker (OPAMP), de in- en uitgangssignalen meten en het gedrag van de schakeling omschrijven. (U)
•
Eigenschappen
•
Als inverterende versterker
•
Als niet-inverterende versterker
•
Als somversterker
•
Als verschilversterker
•
Als comparator
•
Principes:
74
Zelfstandig een vermogenregeling bouwen, de signalen meten en het gedrag van de schakeling toelichten.
−
amplituderegeling (Fase aan- en afsnijding)
−
tijdregeling (Perioderegeling)
•
De thyristor
•
De diac
•
De triac
DIDACTISCHE WENKEN •
Metingen worden, zoveel mogelijk aansluitend bij de theorie, door de leerlingen zelf uitgevoerd.
28 D/2006/0279/018
3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
6
Minimale materiële vereisten
ALGEMEEN •
Een afgewerkt project met de bijbehorende documenten: schema’s, functiediagrammen ...
•
Verschillende af te werken projecten, waarvoor voldoende componenten, toestellen, meetapparaten, machines en gereedschappen beschikbaar zijn.
•
Voor deze studierichting dient men te beschikken over een werkplaatsklas waar de theorie en de realisaties elkaar kunnen treffen. Zij bepaalt in hoge mate het leef - en werkklimaat van de leerlingen. Voor alle betrokkenen blijft het een uitdaging om voor deze leerlingengroep een aangename en doeltreffende leeromgeving te creëren.
•
Er dient aandacht te zijn om de werkomgeving in de industrie zo goed mogelijk te benaderen.
•
We behoeden er ons voor de leerlingen de werkelijke werksituaties te verbloemen.
GRONDBEGRIPPEN VAN DE REGELTECHNIEK, INDUSTRIËLE BUSSYSTEMEN EN PLC •
Opstellingen met sensoren: passieve en actieve opnemers, halfgeleidersopnemers voor het meten van niveaus, debieten, druk, drukverschil, temperatuur, beweging, verplaatsing, snelheid, ...
•
Didactische opstelling van een regelkring
•
Verschillende bussystemen op kleine didactische panelen
•
Een afzonderlijk netwerk uitgebouwd in de praktijkruimte en ook werkelijk in dienst tijdens de realisaties
•
Didactische panelen met PLC’s
•
PLC’s in functie van de uit te voeren projecten
ELEKTRISCHE MACHINES •
Driefasige asynchrone motor(en) met de nodige beveiligingen
•
Gelijkstroommotor(en) met snelheidsregeling
•
Remsystemen
•
Stappenmotor(en) met sturing
•
Servosysteem
•
Snelheidsregelaar
•
Softstarter(s)
•
Hernieuwbare bronnen (U)
•
Pc op internet
•
PLC met nodige stuurkaarten
•
Toepassingen van koppelingen (motor-pomp, motor-generator, praktijkvoorbeelden)
•
Voorbeelden van lagers
•
Technische documentatie (handboeken, catalogi, tabellen ...)
•
Didactische panelen en modellen
•
Bord, projectiesysteem
PNEUMATICA •
Enkel- en dubbelwerkende cilinders
•
Draaicilinder(s) (U)
•
Reservoirtjes, manometers, drukverklikkers, reduceerventielen, membraanbediende ventielen, verzorgingseenheden
3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
29 D/2006/0279/018
•
De noodzakelijke types ventielen (monostabiel, bistabiel ...)
•
Drukschakelaars
•
Kleppen
•
Projectiesysteem
ELEKTRONICA EN LAB Een vaklokaal dat, door zijn concept en uitrusting, de mogelijkheid biedt om er de leerinhouden van dit vak geïntegreerd te onderwijzen is aanbevolen. Om de lessen efficiënt te laten verlopen wordt aanbevolen telkens twee lesuren na elkaar te voorzien. •
•
Klassikaal −
Een oscilloscoop
−
Een LF-generator (eventueel met digitale aflezing)
−
Didactische meettoestellen (spanning, stroom), goed af te lezen voor de volledige klas
−
Een regelbare gestabiliseerde voeding
−
Een scheidingstransformator
−
Een didactisch, verticaal paneel met de gepaste bouwelementen voor demonstratieproeven
−
PC(s)
−
Een projectiesysteem
−
Databoeken, tabellen, catalogi
Per leerling of per meetgroep −
Een universeel plug-in-systeem met componenten voor de diverse metingen
−
Digitale multimeter(s)
−
Een oscilloscoop
−
Een LF-generator
−
Een regelbare voeding
30 D/2006/0279/018
3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
7
Bibliografie
7.1
Grondbegrippen van de regeltechniek, industriële bussystemen en PLC
MAESEN, Y., THEUNIS, L. Programmeerbare sturingen. Wolters Plantijn, BREIMER, I.J., Procesautomatisering: Deel 1 Grondslagen meet- en regeltechniek - Deel 2 Regeltheorieën en regelkringen. Wolters-Noordhoff bv, Damspoort 157, 9728 PS Groningen. CUPPENS, J., Digitale technieken - 1 a/b Combinatorische en sequentiële logica. Die Keure, Oude Gentweg, 8000 Brugge. DEVOS, R., EERLINGEN, K., Inleiding tot de Industriële Elektronica. De Sikkel, Malle. ELANTS, J.P. e.a., Elektrotechnische installaties ... •
Deel 1 Van theorie naar praktische uitvoering
•
Deel 2 Ontwerpen
•
Deel 3 Toepassen
Wolters-Noordhoff bv, Damspoort 157, 9728 PS Groningen. HAY, J., Regeltechniek 1. Die Keure, Oude Gentweg, 8000 Brugge. LATJES, J.F.M., Serie Schakel- en regeltechniek: Deel 1 Inleiding tot de stuur- en regeltechniek - Deel 2 Oplossingen voor het regelen en sturen van processen. Nijgh & Van Ditmar Educatief, Postbus 3075, 2280 GB Rijswijk. LEENE, B. e.a., Serie Digitale technieken •
Deel 1 Talstelsels en binaire codes
•
Deel 2 Elementaire logische functies
•
Deel 3 Combinatorische schakelingen
•
Deel 4 Sequentiële schakelingen
•
Deel 5 Geheugenschakelingen
•
Deel 6 DA/AD-omzetters en opnemers
•
Deel 7 Inleiding computers en microprocessors
Digitale technieken voor het mto •
Deel 1 Schakelalgebra/combinatorische schakelingen
•
Deel 2 Combinatorische/sequentiële schakelingen
•
Deel 3 AD/DA-conversie/inleiding computers en microprocessors
Serie Digitale ontwerptechniek •
Deel 1 Totaal digitaal
•
Deel 2 Programmeerbare logica.
3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
31 D/2006/0279/018
Wolters-Noordhoff bv, Damspoort 157, 9728 PS Groningen. MARIEN, H., PLC - Programmeerbare Logische Sturingen dl 1. Die Keure, Oude Gentweg, 8000 Brugge. OUWEHAND, J., Pneum., elektr. en log. besturingstechniek en softwaretechniek dl 1 - PLC-techniek dl 2. Nijgh & Van Ditmar Educatief, Postbus 3075, 2280 GB Rijswijk. RIJSBERMAN, Regeltechniek. H.P.M. Speec. ROELOFS, J., Serie Meettechniek - Deel 1 Analoge meetapparatuur en meetschakelingen. Nijgh & Van Ditmar Educatief, Postbus 3075, 2280 GB Rijswijk. SICK, Optoelectronic sensors. AG & CO D-8910 Landsberg/Lech, box 1751, Germany. Technische documentatie van onderstaande producenten: •
KOBOLD INSTRUMENTATIE NV, Industriepark 14, B 1730 Mollem
•
SIC OPTOELECTRONICS NV, Industriezone "Doornveld" 5, 1731 Assa
•
E.M.D., Brusselsesteenweg 799, 9219 Gent
•
DATA LOGIC, Leuvensesteenweg 530, 1930 Zaventem
•
OMRON, SIEMENS, TELEMECANIQUE ...
VAN DE KAMP, W., Niveaumeettechniek in theorie en praktijk. Endress en Hauser BV, postbus 5102, 1410 AC Naarden, Nederland. VANDE VELDE, G., Analyse van Machinesystemen. Plantyn Santvoortbeeklaan 21-23, 2100 Deurne.
7.2
Elektrische machines
CLAERBOUT, L., Elektrotechniek deel 2. Plantyn, Santvoortbeeklaan 21-23, 2100 Deurne. KNOL, H., Serie Elektrische energie-omzetting •
Deel 2a Gelijkstroommachines
•
Deel 2b Energietechniek voor elektronici
•
Deel 3 Wisselstroommachines
•
Deel 4 Vermogenselektronica
Nijgh & Van Ditmar Educatief, Postbus 3075, 2280 GB Rijswijk OP t' ROODT, M.A.J., Elektrische Machines deel 3. Van In, Grote Markt 39, B 2500 Lier. POLLEFLIET, J., Van Elektronische Vermogencontrole tot Aandrijftechniek. Uitgeverij Nevelland. STANDAERT, K., VAN DER BORGHT, F., Gedifferentieerd leerpakket elektriciteit •
3a Gelijkstroommachines
•
3b Aandrijftechniek
•
4 El. wisselstroommachines
Standaard Educatieve Uitgeverij, Belgiëlei 147a, 2018 Antwerpen.
32 D/2006/0279/018
3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
Technische documentatie van onderstaande producenten: •
BOSCH: kleine DC motoren
•
HITACHI, DANFOSS, LENZE: Frequentieregelaars
•
ESCAP VIA TELEREX NV: Stappenmotoren, Bisschoppenhoflaan 255, 2100 Antwerpen.
•
BAUER: Stappenmotoren
•
CROUZET: Kleine synchrone motoren.
7.3
Pneumatica
BELMANS, J., Hydraulische en elektrohydraulische technieken. Standaard Educatieve Uitgeverij, Belgiëlei 147a, 2018 Antwerpen. BELMANS, J., Pneumatische en elektropneumatische technieken. Standaard Educatieve Uitgeverij, Belgiëlei 147a, 2018 Antwerpen. BOLTEN, A.W.G., Serie Digitaal besturen •
Deel 1 en 2 Pneumatiek
•
Deel 3 Hydrauliek
Wolters-Noordhoff bv, Damspoort 157, 9728 PS Groningen. MARTONAIR, Pneumatische Automatisatie. Norgren Martonair, Driebomenstraat 62, 1180 Brussel. OUWEHAND, J., Serie besturingstechniek en automatiseringstechniek •
Deel 1 Pneumatische, elektrische en logische besturingstechniek en softwaretechniek
•
Deel 2 PLC-techniek
Nijgh & Van Ditmar Educatief, Postbus 3075, 2280 GB Rijswijk. TACK, L., Oplossen van pneumatische automatiseringsproblemen. Cursus, VTI Roeselare. http://www.pneumatica.be
7.4
Elektronica
CUPPENS, J. e.a., Halfgeleider bouwstenen •
1a Passieve componenten, dioden en toepassingen
•
1b Transistoren en FET's, spanningsregelaars, thyristoren en optokoppelaars
Die Keure, Oude Gentweg, 8000 Brugge. CUPPENS, J. e.a., Analoge techniek •
1a Versterkerschakelingen met bipolaire en unipolaire transistoren
•
1b Operationele versterkers in de lineaire IC-elektronica
Die Keure, Oude Gentweg, 8000 Brugge. POLLEFLIET, J., Vermogenselektronica. Die Keure, Oude Gentweg, 8000 Brugge. 3de graad bso – 3de leerjaar Industriële elektriciteit
33 D/2006/0279/018