Individueel zorgplan diabetes type 2
De beste dagelijkse zorg voor u en uw diabetes begint bij uzelf
Inhoudsopgave: Hoofdstuk 1: Waarom persoonlijk zorgplan Uitleg Individueel Zorgplan 4 Persoonsgegevens 6 Gegevens behandeling 7 Welke controles mag u verwachten 14 Hoofdstuk 2: Afspraken diabetesbehandeling Doel diabetesbehandeling en afspraken met uw huisarts/praktijkondersteuner 18 Hoofdstuk 3: Voeding Individueel zorgplan voeding Informatie voeding. Koolhydratentabel
24 26 30
Hoofdstuk 4: Beweging Individuele zorgplan beweging Informatie beweging
44 46
Hoofdstuk 5: Risico roken en overmatig alcoholgebruik Individueel zorgplan roken Informatie risicofactor alcoholgebruik
50 52
Hoofdstuk 6: Voeten en onderbenen Individueel zorgplan voetenzorg Informatie voeten en onderbenen
54 56
Hoofdstuk 7: Zelfcontrole. Zelfcontrole
62
2
Aantekeningen
3
Hoofdstuk 1: Waarom een persoonlijk zorgplan. Waarom een individueel zorgplan met betrekking tot diabetes type 2. In een individueel zorgplan legt u samen met uw huisarts en/of praktijkondersteuner vast welke doelen u wilt bereiken met betrekking tot uw diabetesbehandeling. Hierin wordt niet alleen vermeld welke zorg u mag verwachten. In dit plan wordt ook vastgelegd wat u kunt doen om goed voor uzelf en uw diabetes te zorgen. Wat mag u van uw huisarts en/of praktijkondersteuner verwachten? Regelmatige controles en doorverwijzing naar een specialist als dit nodig is. De huisarts en/of praktijkondersteuner houden u op de hoogte van alle stappen die ondernomen worden om de behandeling van uw diabetes zo optimaal mogelijk te houden. Zij geven ook duidelijk aan waarom de behandeling eventueel gewijzigd moet worden. (bijvoorbeeld aanpassing medicatie, aanpassing voedingsadvies)
4
Wat er van u wordt verwacht? Dat u goed voor uzelf en uw diabetes zorgt. Uw inzet is onmisbaar voor een goede behandeling. Dat u samen met uw huisarts de doelen vaststelt voor uw diabetesbehandeling. Bijvoorbeeld welke bloedglucosewaarden en andere streefwaarden (bijv. cholesterol, bloeddruk, gewicht) u wilt bereiken; Dat u aangeeft hoe u deze waarden wilt bereiken; Dat u uw kennis over diabetes vergroot en dat u ook aangeeft hoe u deze kennis wilt vergroten. Voor informatie over diabetes type 2 en over de bijbehorende zorg verwijzen wij u naar de bijgesloten Zorgwijzer.
5
Persoonsgegevens Naam: ……....................................................................... Geboortedatum:……………………………………………… Adres:…………………………………………………………. Postcode/plaats:……………………………………………... Telefoonnummer:……………………………………………. Emailadres:………………………………………………….. Ziektekostenverzekering:…………………………………… Polisnummer:………………………………………………… Bij nood waarschuwen: Naam:…………………………………………………………. Adres:………………………………………………………… Postcode/plaats:…………………………………………… Telefoonnummer:…………………………………………… Relatie tot u:………………………………………………….
6
Huisarts: ……………………………………………………. Praktijkondersteuner:…………………………………….. Adres:………………………………………………………… Postcode/plaats:……………………………………………. Telefoonnummer:…………………………………………… Emailadres:…………………………………………………... Diabetesverpleegkundige:……………………………….. Telefoonnummer:…………………………………………… emailadres…………………………………………………… Ziekenhuis:………………………………………………….. Adres:…………………………………………………………. Postcode/plaats:……………………………………………... Telefoon: .……………………………………………………. Patiëntnummer……………………………………………….
7
Diëtiste: …………………………………………………….. Adres:…………………………………………………………. Postcode/plaats:……………………………………………... Telefoonnummer:…………………………………………… emailadres:…………………………………………………… Fysiotherapeut:…………………………………………….. Adres:…………………………………………………………. Postcode/plaats:……………………………………………... Telefoonnummer:……………………………………………. Emailadres:…………………………………………………... Pedicure:……………………………………………………. Adres:………………………………………………………… Postcode/plaats:…………………………………………….. Telefoonnummer:……………………………………………. Emailadres:…………………………………………………...
8
Podotherapeut:……………………………………………... Adres:…………………………………………………………. Postcode/plaats:……………………………………………... Telefoonnummer:……………………………………………. Emailadres:…………………………………………………... Apotheek:…………………………………………………… Adres:………………………………………………………… Postcode/plaats:…………………………………………….. Telefoon:……………………………………………………… Emailadres:…………………………………………………
9
Individuele gegevens met betrekking tot uw diabetes en de behandeling daarvan: Hoe lang heeft u diabetes: o Minder dan 3 maanden o Tussen de 3 en 12 maanden o Minder dan 3 jaar o Langer dan 3 jaar Hoe ziet uw behandeling eruit: o Voedingsadvies o Voedingsadvies en tabletten o Voedingsadvies, tabletten en insuline o Voedingsadvies en insuline Gebruikt u tabletten voor uw diabetes Ja / Nee Zo ja, welke tabletten gebruikt u (Merk en hoeveelheid):………………………………….. ……………………………………………………………… Gebruikt u insuline? Ja / Nee Welke insuline gebruikt u (merk en hoeveel eenheden per dag):…………………………………………………… ………………………………………………………………. Welke insulinepen gebruikt u en welk soort naalden Merk insulinepen ……………………………………………………………… Merk en soort naalden: ……………………………………………………………….
10
Controleert u op dit moment uw eigen bloedglucosewaarden: o Ja. o Nee o Zo ja, welke bloedglucosemeter gebruikt u…….. …………………………………………………………… o
Wordt uw bloedglucosemeter tenminste 1 keer in het jaar gecontroleerd en door wie? ……………..
…………………………………………………………….. Weet u de gemeten waarden van uw bloedglucose meter op de juiste manier te interpreteren? o Ja o Nee, het is mij nog niet altijd duidelijk. Met welke zorgverleners heeft u op dit moment te maken: o Huisarts o Praktijkondersteuner o Diabetesverpleegkundige o Internist o Neuroloog o Cardioloog o Oogarts o Vaatchirurg Andere zorgverleners: o Diëtiste o Podotherapeut o Pedicure met aantekening diabetische voet o Fysiotherapeut o Psycholoog o Maatschappelijk werker
11
Hebt u naast uw diabetes nog andere aandoening(en): o Zo ja, welke andere aandoening(en): ……………………………………………………… o Nee Hebt u op dit moment lichamelijke problemen: o Ja o Nee Zo ja, om welke problemen gaat het dan: o Ontregelde bloedglucosewaarden. o Hoge bloedglucosewaarden (hyper) >10 o Lage bloedglucosewaarden (hypo) <4 o Problemen met hart en bloedvaten o Hoge bloeddruk o Hoge (schadelijke)cholesterolwaarde o Overgewicht o Ogen o Geen gevoel of pijn in de voeten en benen o Wondjes op het lichaam. Bijvoorbeeld op en onder de voeten, op de benen en op de handen of armen. o Maag en darmen. o Nieren. o Vermoeidheid. o Andere problemen, namelijk:……………………………………………… ………………………………………………………… …………………………………………………………
12
Rookt u? o Ja o Nee o Zo ja, hoeveel sigaretten per dag/week?................................../......................... Gebruikt u alcohol? o Ja o Nee o Zo ja, hoeveel glazen alcohol per dag/week?............................./............................... Hoeveel actieve lichaamsbeweging heeft u per dag? (betreft wandelen, fietsen, traplopen, boodschappen doen, stofzuigen etc) o Minder dan een uur per dag o Tussen de 1 en 2 uur per dag o Meer dan 2 uur per dag Doet u aan sport?: o Ja o Nee o Zo ja, welke sport en hoeveel uur per week? .....................................................................................
13
Welke controles mag u verwachten van uw huisarts en/of praktijkondersteuner? Direct na de diagnose Binnen 3 maanden na de diagnose Driemaandelijkse controle Jaarlijkse controle De uitleg over de Referentie/streefwaarden vindt u in de bijgesloten Zorgwijzer. Direct na de diagnose: Welk onderzoek Hoe Cholesterol Bloedonderzoek Glucosewaarde
Werking nieren
Bloeddruk
Gewicht: BMI en/of middelomtrek
Voeten
Meten nuchtere bloedglucose waarden Urine:Albumine/ kreatinine ratio Bloedonderzoek kreatinineklaring Meten bloeddruk
Wegen en uitrekenen BMI middelomtrek Hoe Lichamelijk onderzoek
Ref W < 2,5 mmol/l < 7 mmol/l
SW
GW
M < 2,5 V < 3,5 > dan 60 ml p/m Bovendruk < 140 mmHG Onderdruk < 90 mmHG BMI < 25 M < 94 cm V < 80 cm Problemen
Wat te doen
Ref W is referentiewaarde SW is persoonlijke streefwaarde GW is gemeten waard
14
Hoe
Binnen 3 maanden na de diagnose: Welk Uitslag onderzoek onderzoek
Fundusfoto van de ogen
Wat te doen
Ogen
Driemaandelijkse controle: Welk onderzoek Hoe Ref W Glucosewaarde
HbA1c (mag ook 1 x per jaar volgens de Zorgstandaard) Bloeddruk (als daarvoor medicijnen worden geslikt) Gewicht (BMI en/of middelomtrek
Meten nuchtere bloedglucose waarde Bloedonderzoek
< 7mmol/l
Meten bloeddruk
Bovendruk < 140 mmHG Onderdruk < 90 mmHG BMI < 25
Wegen en uitrekenen BMI middelomtrek Hoe
Complicaties Als die er al zijn Spuitplaatsen (bij insulinegebruik)
SW
GW
< 7 % of < 53 mmol/mol
M < 94 cm V < 80 cm complicaties
Wat te doen
Lichamelijk onderzoek en vragen Lichamelijk onderzoek
Ref W is referentiewaarde SW is persoonlijke streefwaarde GW is gemeten waarde
15
Jaarlijkse controle Ref W Welk onderzoek Cholesterolgehalte
Hoe Bloedonderzoek
Bloedglucose waarde
Meten nuchtere bloedglucose waarde Bloedonderzoek
HbA1c Werking nieren
Bloeddruk
Gewicht (BMI en/of middelomtrek)
Urine:Albumine/ kreatinine ratio Bloedonderzoek kreatinineklaring Meten bloeddruk
Wegen. Uitrekenen BMI Middelomtrek Hoe
Spuitplaatsen (bij insulinegebruik)
Lichamelijk Onderzoek
Voeten
Lichamelijk onderzoek
SW
GW
< 2,5 mmol/l < 7 mmol/l
< 7 % of < 53 mmol/mol M < 2,5 V < 3,5 > dan 60 ml p/minuut Bovendruk < 140 mmHG Onderdruk < 90 mmHG BMI < 25 M < 94 cm V < 80 cm Problemen
Wat te doen
Ref W is referentiewaarde SW is persoonlijke streefwaarde GW is gemeten waarde
16
Jaarlijks gesprek met uw huisarts. Hebt u problemen in het dagelijks leven met uw diabetes? In het individueel zorgplan heeft u een aantal doelen vastgesteld. Zijn deze haalbaar voor u of moeten ze worden aangepast.
Jaarlijks of tweejaarlijks onderzoek (tweejaarlijks als er geen problemen zijn met de ogen. Hoe Welk Uitslag Wat te doen onderzoek onderzoek Fundusfoto van de ogen
Ogen
Als u tussentijds vragen heeft over uw behandeling van uw diabetes, neem dan contact op met uw huisarts of praktijkondersteuner. Voor praktische vragen kunt u contact opnemen met de Diabeteslijn van de Diabetesvereniging Nederland. Het telefoonnummer is 033-4630566. Het email adres is:
[email protected].
17
Hoofdstuk 2: Afspraken diabetesbehandeling Doel diabetesbehandeling. Diabetes is 24 uur per dag aanwezig. Het doel van de behandeling is goede regulatie van de bloedglucose waarden en een goede kwaliteit van leven. Hoe kunt u dit bereiken: Nauwkeurig met uw medicijnen omgaan en tijdig uw medicijnen innemen Goed reguleren van uw bloedglucosewaarden Gezond gewicht houden of krijgen. Gezond eten. Voldoende beweging. Stoppen met roken Voorkomen van hoge bloeddruk of ervoor zorgen dat deze daalt Voorkomen van hoge (slechte) cholesterolwaarden in uw bloed of ervoor zorgen dat deze dalen Alert zijn op veranderingen in uw lichaam Dagelijks controleren van uw voeten
18
Afspraken met huisarts en/of praktijkondersteuner: Therapietrouw o U bent verantwoordelijk voor het nauwkeurig innemen van uw medicijnen en/of inspuiten van uw insuline. Uw apotheker kan uw advies geven over het gebruik van medicijnen en informatie geven over de (bij)werking van medicijnen. De apotheker kan u ook advies geven over de interactie met mogelijk andere medicatie. Meten bloedglucosewaarden o U gaat naar uw huisarts of de praktijkondersteuner om uw bloedglucose waarden te laten meten. o U meet zelf de bloedglucosewaarden. Voorwaarde hiervoor is dat u weet wanneer u de bloedglucose moet meten en hoe u de gemeten waarde moet interpreteren. Hebt u hierbij hulp nodig? Ja/Nee.
o
o o o o
Bloeddruk U probeert ervoor te zorgen dat uw bloeddruk niet te hoog wordt of bij een te hoge bloeddruk daalt. Hiervoor kunt u advies vragen bij de praktijkondersteuner en de diëtiste. Medicijnen: Ja/Nee. Zo ja welke medicijnen?....................................... Door verwijzing naar een diëtiste: Ja/Nee. Wat kunt u zelf doen om ervoor te zorgen dat uw bloeddruk daalt? ……………………………………………………… ………………………………………………………
19
Cholesterol o U probeert ervoor te zorgen dat uw (slechte)cholesterolwaarden niet verhoogd zijn of bij verhoogde cholesterolwaarden dalen. o Voor advies kunt u terecht bij de praktijkondersteuner en de diëtiste. o Medicijnen Ja/Nee. o Zo ja welke medicijnen?........................................ o Doorverwijzing naar de diëtiste: Ja/Nee. o Wat kunt u zelf doen om ervoor te zorgen dat uw cholesterolwaarden dalen:..................................... ………………………………………………………… Gezond eten o U let erop dat u gezond eet. Voor advies over gezonde voeding kunt u terecht bij de diëtiste. Doorverwijziging naar diëtiste: Ja/Nee. Wat kunt u zelf doen om gezond te eten? (Meer informatie vindt u in het hoofdstuk 3 over voeding) ………………………………………………………… ………………………………………………………... Overgewicht o U probeert bij overgewicht af te vallen. Hoe wilt u afvallen en welke hulp heeft u daarbij nodig? Voor advies kunt u terecht bij de diëtiste. Doorverwijzing naar diëtiste: Ja/Nee. Wat kunt u zelf doen om af te vallen (voor informatie zie hoofdstuk 3 Voeding) ………………………………………………………… …………………………………………………………
20
Stoppen met roken o U gaat stoppen met roken. Hoe wilt u gaan stoppen met roken en welke hulp heeft u hierbij hulp nodig? (voor informatie zie hoofdstuk 5 Roken) ............................................................................... ………………………………………………………… Bewegen o U gaat op een gezonde manier meer bewegen. Voor advies over gezond bewegen kunt u terecht bij uw praktijkondersteuner en/of de fysiotherapeut. Doorverwijzing naar de fysiotherapeut: Ja/ Nee. Op welke manier zorgt u er zelf voor dat u meer gaat bewegen? (voor informatie zie hoofdstuk 4 Bewegen) ………………………………………………………... ……………………………………………………….. Veranderingen in lichaam o U bent alert op veranderingen in uw lichaam. Als u een verandering opmerkt en u vertrouwt het niet neemt u dan contact op met uw huisarts en/of praktijkondersteuner.
21
Voetcontrole Controleer uw voeten elke dag op wondjes en beschadigingen. Neemt u bij wondjes of beschadigingen van voeten of huid contact op met uw huisarts. Uw huisarts kan u eventueel door verwijzen naar een podotherapeut. Ook bij geen of een vreemd gevoel in de voeten en benen kunt u het beste contact opnemen met uw huisarts. Hoe u uw voeten en huid het beste kunt verzorgen staat vermeld in het hoofdstuk voeten en huid. o Controleert u uw voeten elke dag? Ja/nee. o Laat u uw voeten verzorgen door een pedicure met aantekening diabetische voet? Ja/nee. o Indien nee, dan maakt u alsnog een afspraak met een pedicure. o Zijn er problemen met uw voeten en moet u doorverwezen worden naar de podotherapeut? Ja/nee. o Zo ja, u maakt een afspraak met de podotherapeut. Educatie U wilt uw kennis over diabetes vergroten. Hoe wilt u dit gaan doen? o Door het volgen van de cursus “Leven met diabetes” van de Diabetesvereniging Nederland. o Door het lezen van informatie op internet. www.dvn.nl www.diep.info www.diabetesfonds.nl o Door het stellen van vragen aan de leden van het diabetesteam. (huisarts, praktijkondersteuner, die
22
Aantekeningen
23
Hoofdstuk 3 Voeding (meer informatie over voeding vindt u op bladzijde 26 tot en met 29) Individueel Zorgplan voeding: Wat wilt u wijzigen in uw dagelijkse voedingspatroon? o Het ontbijt o De lunch o De warme maaltijd o De tussendoortjes o Anders, namelijk ……………………………………………………………….. Hoe wilt u dit wijzigen? ......................................................................................... .......................................................................................... .......................................................................................... ………………………………………………………………… Hoeveel koolhydraten kunt u per dag eten en hoe kunt u deze verspreiden over de maaltijden en tussendoortjes: ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… …………………………………………………………………
24
Hoeveel kilogram wilt u afvallen? o o o o
Minder dan 5 kilogram. Tussen de 5 en 10 kilogram. Meer dan 10 kilogram. Anders, namelijk ……………………………………………………
Hoe wilt u gaan afvallen? ……………………………………………………………….. ………………………………………………………………. Welke ondersteuning heeft u nodig van uw diëtiste? ………………………………………………………………. ………………………………………………………………. ………………………………………………………………. Startdatum:...................................................................... Evaluatiedatum:………………………………………….. Wat gaat er goed en waar zijn nog problemen? ………………………………………………………………. ……………………………………………………………….
25
Informatie voeding De behandeling van diabetes start met het: aanpassen van de voeding. en het stimuleren van de dagelijkse beweging. Als dit niet voldoende resultaat oplevert zal de behandelaar medicatie voorschrijven die de bloedglucose waarden in het bloed verlagen. In dit hoofdstuk gaat het voornamelijk om het aanpassen van de voeding en wat u daar zelf aan kunt doen. Hierbij kunt u hulp krijgen van een diëtiste. Waar moet u op letten als het gaat om diabetes en voeding? - koolhydraten in de voeding - gezonde voeding - gevarieerde voeding Koolhydraten in de voeding: Koolhydraten zijn een verzamelnaam voor alle suikers die in onze voeding voorkomen. De koolhydraten worden in het lichaam omgezet in glucose en zo in het bloed opgenomen. Als u eet stijgt dus de glucosewaarde in het bloed. Als u te weinig eet kan het zijn dat de glucosewaarde in het bloed niet voldoende stijgt. Er moet dus een balans zijn tussen het eten van koolhydraten (belangrijk als bouwstof voor het lichaam) en de bloedglucose verlagende medicijnen. Met de diëtiste kunt u afspraken maken hoeveel koolhydraten u per maaltijd kunt eten en hoe u de inname van koolhydraten over de dag kunt verspreiden. In deze map treft u een koolhydratentabel aan. Hierin kunt u zien hoeveel koolhydraten er in bepaalde voeding zit.
26
Waarom gezond eten: Personen met diabetes hebben een groter kans op hart- en vaatziekten. Om te voorkomen dat dit risico nog groter wordt krijgt u het advies om gezond te eten. Om af te vallen. Overgewicht bij personen met type 2 diabetes kan leiden tot hogere bloedglucosewaarden, een hogere bloeddruk en hogere (schadelijke)cholesterolwaarden. Door af te vallen zullen de bloedglucosewaarden, de bloeddruk en de (schadelijke)cholesterolwaarden dalen waardoor er minder kans is op hart- en vaatziekten. Daarnaast zal de insuline in uw lichaam beter werken als u minder gewicht heeft. Wat kunt u zelf doen om gezond en gevarieerd te eten: Het eten van verschillende soorten voeding zodat u alle voedingsstoffen binnen krijgt. Zie de bijgevoegde schijf van vijf. Het eten van onverzadigde vetten in plaats van verzadigde vetten. De onverzadigde vetten kunnen uw cholesterolwaarde verlagen waardoor de kans op hart- en vaatziekten afneemt. Denk bijv. aan het gebruik van vloeibare boter en olie. Het eten van voldoende brood, aardappelen, pasta, rijst of peulvruchten. Hierin zitten veel koolhydraten, eiwitten, vitamine B en vezels. In deze producten zitten echter ook veel koolhydraten. Het is daarom wel van belang om het eten van deze voedingsmiddelen af te stemmen op het gebruik van de medicijnen die u gebruikt om uw bloedglucosewaarden te verlagen en de beweging die u dagelijks heeft.
27
Het eten van voldoende fruit en veel groente. In fruit zitten echter wel vrij veel fruitsuikers dus koolhydraten. Ook hier geldt dat het eten van de hoeveelheid fruit afgestemd moet worden op het gebruik van de medicijnen die u eventueel gebruikt om uw bloedglucosewaarden te verlagen en de beweging die u dagelijks heeft. Niet teveel zout eten. Wel veel drinken (in ieder geval anderhalve liter per dag), maar niet teveel alcohol. Hoe gaat u om met uw dagelijkse voeding. Bent u zich er bewust van? Naar aanleiding van uw bezoek aan de diëtiste kunt u samen besluiten om veranderingen aan te brengen in uw dagelijkse voeding. U maakt dan samen een individueel zorgplan. Hierin kunt u de volgende afspraken vermelden: wijzigingen in het dagelijkse voedingspatroon (indien nodig) Hoeveel kilo u in overleg met de diëtiste wil gaan afvallen (indien nodig) Hoeveel koolhydraten u per dag kunt eten en hoe deze verspreidt kunnen worden over de verschillende maaltijden en tussendoortjes. Welke ondersteuning verwacht u van de diëtiste. Meer informatie over voeding en diabetes is te vinden op de volgende websites: www.diep.info in de rubrieken: diabetes en leefstijl: eten en drinken, hoge glucosewaarden en lage glucosewaarden. www.voedingscentrum.nl.
28
De schijf van vijf: 1. Groente en fruit Belangrijk vanwege: vitamines, zoals vitamine C en foliumzuur, mineralen zoals kalium, vezels en bioactieve stoffen. 2. Brood, (ontbijt)granen, aardappelen, rijst, pasta en peulvruchten Belangrijk vanwege: koolhydraten, eiwit, vezels, Bvitamines en mineralen zoals ijzer. 3. Zuivel, vlees(waren), vis, ei en vleesvervangers Belangrijk vanwege: eiwit, mineralen zoals ijzer en calcium, B-vitamines en visvetzuren. 4. (Onverzadigde) vetten en olie Belangrijk vanwege: vitamine A, D en E en essentiële vetzuren 5. Dranken Belangrijk vanwege: water.
29
Koolhydratentabel voedingsmiddelen aardappelen, gebakken aardappelen, gekookt aardappel anders (zonder aardappelen): -bacon-ui -champignon-ui -ham-kaas -kruiden-knoflook -pikant -prei-room -tomaat-kaas aardappelmeel aardbeien abrikozen achterham agar agar ahorn stroop alfalfa all bran (vezel rijk ontbijt product) amandelen ananas, vers andijvie ansjovis appel appelmoes appelsap appelstroop
eenheidKcaleiwitkoolh. vet 100 gr 160 2 19,3 8,6 100 gr 85 2,6 18,6 0
100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 50 gr
220 2 2 210 2 3 210 3 3 180 1 3 190 1 3 165 1 5 220 3 3 322 0 80 24 1 5 40 1 10 130 18 2 306 6,2 74,6 348 0 90 2 21 3
1 eetl. 25 100 gr 100 gr 100 gr 1 stuk 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr
591 50 14 10 41 76 40 244
1
5
19 5 0,5 12 2 1 1 0 0,2 10 0 19 0,1 11,9 1 60
23 20 21 18 20 16 22 0,1 0 0 5 0,3 0 0 0 55 0,2 0,2 1 0,6 0 0 0
eenheidKcaleiwitkoolh. vet
30
voedingsmiddelen Artisjok asperges, blik asperges, gekookt aubergine
100 gr 100 gr 100 gr 100 gr
9,47 47 47 14
2,9 10,6 0,2 4 3 0 4 7 0 0,5 3 0
1 1 1 stuk 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 1 stuk 55 basilicum saus, Grand'Italia gram beefburger 1 stuk beschuit 1 stuk bessen: -aal-/rode 100 gr -blauwe 100 gr -zwarte 100 gr bessensap 100 gr biefstuk 100 gr bier 100 gr bieslook 100 gr bieten 100 gr big mac 1 stuk bio garde 150 gr bitterbal (bereid) 1 st.
3 2 10 167 105 380 900 145 124
0.2 0.2 0.2 2,1 18,9 18 0 6 1
191
4
0
19
84 32
12 1
0 7
4 0
26 16 38 39 115 42 28 20 572 85 59
1 1 1 0,5 22 0,3 4 2 26 7 2
augurk -zoetzuur medium -zuur medium -zure bom avocado baars bacon bak en braad vet bami goreng met vlees banaan
1 0 0,5 0 2,5 0 6,3 16,4 0 2,7 0 34 0 100 19 5 30 0
5 0 11 0 8 0 9 0 0 3 3,8 0 5,8 0,3 3 0 45 32 8 2 3 4
31
voedingsmiddelen Bleekselderij bloedworst bloemkool boekweit boekweit grutten boerenkaas boerenkool bonen bosbessen blauw bosbessen rood boterhamworst bouillonblokjes (vlees) bounty boursin braad haring bramen brie (50+) brie (60+) broccoli brood (wit) brood (volkoren) bruine bonen bulgaarse yoghurt cacaopoeder camembert cashewnoten cassave cervelaatworst champignons chineese kool chocolade (melk)
eenheidKcaleiwitkoolh. vet 100 gr 12 11 2 0,2 100 gr 380 15 3 34 100 gr 20 2,7 3 0,3 100 gr 335 11,7 72,9 2,4 100 gr 346 10 72 2 1 beleg 70 4 0 6 4 1 100 gr 41 4 100 gr 266 20 43 1,5 100 gr 39 1 9 0 100 gr 56 1 11 0,7 100 gr 315 12 3 28 100 gr 49 3,2 0 4 1 stuk 245 3 24 15 80 gr 330 8 1 33 100 gr 219 17 4 15 100 gr 37 1 6 0 1 25 100 gr 317 22 100 gr 365 17 0 33 100 gr 41 3,6 3 0 100 gr 226 6,5 50 0 100 gr 208 5,7 40 2,8 100 gr 266 20 43 1,5 100 gr 87 5 6 5 1 eetl 19 1 1 1 100 gr 314 18 2 26 100 gr 578 18 25 47 100 gr 148 1,1 35,5 0,2 100 gr 390 19 1 35 100 gr 16 3 1 0 100 gr 12 1 2 0,3 100 gr 528 8 52 32
32
voedingsmiddelen Chocolade puur chocolademelk chocolade mousse cichorei citroen coca cola coca cola light cornet beef corn flakes cottage cheese courgette cranberry croissant custard poeder dadels doperwten drop druiven druivensap dulse (zeewier) eenden filet eendenei ei (kippenei) eierkoek entrecote, rund fazant filet americain feta forel frambozen friese nagelkaas frieten
eenheidKcaleiwitkoolh. vet 100 gr 512 4 52 32 100 gr 86 3,5 10 3,2 100 gr 305 1,6 34 18 100 gr 15 1 3,2 0,1 1 stuk 10 0 2,5 0 100 ml 44 0 11 0 0 0 0 100 ml 0 100 gr 289 16 0 25 100 gr 329 8 72 0,8 100 gr 102 15 1,5 4 100 gr 6 0,5 1 0 100 gr 22 0,5 5 0 1 stuk 170 3 18 9 100 gr 340 0 85 0,1 100 gr 298 1,5 73 0 100 gr 63 5 10 0 100 gr 168 12 30 0 100 gr 66 0,5 16 0 100 gr 74 0,5 18 0 100 208 0 44,2 3.2 100 gr 341 20 0 29 1 stuk 178 13 0 14 1 stuk 82 7 0,9 6 1 stuk 89 1 18 1 100 gr 145 23 0 6 0 9 100 gr 205 31 100 gr 145 18 2 7 100 gr 233 13,6 0 24,1 100 gr 195 21,5 0 11,4 100 gr 22 1 4 0 100 gr 263 31 1 15 100 gr 310 4 38 16
33
voedingsmiddelen frikadel garnalen gehakt geitenkaas geiten melk geitenvlees gember wortel vers (djahé) gerst gierst gist gorgonzola gort goudse kaas: -jong -oud granaat appelmoes grapefruit griesmeel groene erwten (heel) groene kool guane haas halvarine Hamburger (gemalen rundvlees) hangop (van 300 gr. karnemelk) haring haring (pan) haver havermout hazelnoten
eenheidKcaleiwitkoolh. vet 1 st 227 11 7 17 100 gr 90 18 0 2 100 gr 312 15 0 28 100 gr 205 13 0 17 100 ml 68 3,4 4,5 4 100 gr 123 20,6 0,1 3,8 100 gr 45 0,1 69 0 100 gr 349 8,2 78,8 1 100 gr 361 9,9 72,9 2,9 100 gr 190 40 3 2 100 gr 330 19 1 28 100 gr 338 10 70 2 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr
344 365 63 30 333 270 33 70,5 115 364
23 2,2 28 25 2,2 29 0,5 16,4 0,3 0,5 7 0 11 70 1 21 43 1,5 3 4 0,7 0,8 17 0,3 22 0 3 0,5 0,4 40
100 gr 268 17,9
0
21,2
3,5
1
100 gr 63
10
100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr
18 0 25 16 0 15 13 66,1 5,4 13 62 7 14 6 60
297 199 313 363 620
34
voedingsmiddelen heilbot honing huzaren salade kaas (goudse) kaas (komijn) kaas (edammer) kaas (camembert) kabeljauw kalfslapjes kalkoen kalkoen filet kapucijners karnemelk karnemelkse pap karper kastanjes kelp kersen kervel ketchup (eetlepel) ketjap (eetlepel) kievietsbonen kikker erwten kippenbouillon kippefilet kippenham kiwi knäckebröd: -lichtgewicht -flinterdun
eenheidKcaleiwitkoolh. vet 100 gr 113 17 0 5 100 gr 322 0,4 80 0 1 eetl 39 0 3 3 100 gr 344 23 0 28 100 gr 218 31 2 10 100 gr 345 29 2 25 100 gr 328 18 2 26 100 gr 76 18 0 0,5 100 gr 102 21 0 2 100 gr 143 20 0 7 100 gr 83 19 0 1 100 gr 266 20 43 1,5 100 ml 30 3 3,5 0,4 100 gr 49 3,4 8 0,5 100 gr 115 18 0 4,2 100 gr 165 7,5 40,2 1,1 100 gr 203 4 35 1 100 gr 42 0,5 10 0 100 gr 57 3,4 11,5 0,9 1 16 0 4 0 1 20 1 4 0 100 gr 265 20 43 1,5 100 gr 360 20,5 61 4,8 100 ml 12 0,6 2 0 100 gr 111 21 0 3 100 gr 88 20 2 0 1 stuk 28 0 6 0 1 st 1 st
28 20
1 1
5 4
0 0
35
voedingsmiddelen -vezel rijk knoflook knolselderij koffie kokosmelk kokosnoot komkommer konijn koolraap koolrabi koolvis kousenband krab kreeft krenten kruisbessen kwark: -room-, 40+ -half vette, 20+ -half magere lamsfilet lamskotelet lever leverpastei levertraan leverworst leverworst(saksische) limoen linzen lof (brussels) macadamia noten macaroni (gekookt)
eenheidKcaleiwitkoolh.vet 1 st 35 1 4 1 100 gr 13 0,3 30.9 1,4 100 gr 36 2 7 0 100 gr 1 0 3 0 100 ml 252 3,2 5,2 24,9 100 gr 389 4 3 40 100 gr 8 1 1 0 100 gr 160 21 1 8 100 gr 24 1 5 0,2 100 gr 24 2 4 0,1 100 gr 72 18 0 0 100 gr 65 3 12,5 0,2 100 gr 80 16 0 2 100 gr 82 16 0 2 100 gr 308 2 75 0 100 gr 28 1 6 0 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 6 st 100 gr
166 96 74 143 279 133 317 900 421 384 28 270 16 110 346
12 12 12 20 18 20 14 0 12 13 0,7 21 1 1 12
3 3 3 0 0 2 0 0 1 2 9,5 43 3 2 71
12 4 1,5 7 23 5 29 100 41 36 0,2 1,5 0,1 11 1,5
36
voedingsmiddelen eenheidKcaleiwitkoolh. vet maïs 100 gr 373 3,5 22,1 1,0 maïzena 100 gr 342 0,3 85 0 makreel 100 gr 158 17 0 10 mandarijn 1 stuk 17 0 4 0 mango 100 gr 64 1 15 0 margarine 100 gr 751 0,5 0,4 83 mayonaise 50% 100 gr 766 1,7 3 83 mayonaise 80% (zaanse) 100 grl 144 0 1,4 16 melk (half volle) 10 cl 50 4 5 1,5 melk (magere) 10 cl 33 3,2 4,9 0,1 melk (volle) 10 cl 64 3,2 4,7 3,6 6 0 meloen (honing) 100 gr 28 1 meloen (water) 100 gr 24 1 5 0 mierikswortel 100 gr 38 1,3 9,6 0,2 molsla (paardebloemblad) 100 gr 56 2,7 9,2 0,7 morellen 100 gr 48 1 11 0 0 1 mosselen 100 gr 50 10 mosterd 10 gr 8 0,5 0,6 0,4 mosterd bladen 100 gr 31 3 5,6 0,5 mozzarella 100 gr 300 26,5 1 21 nasi goreng met vlees 100 gr 169 5 26 5 nectarine 1 stuk 50 1 12 0 noedels (soba) 100 gr 360 10,8 73 1,8 noedels (somen) 100 gr 341 8,4 71,8 1,3 oesters 100 gr 65 9 5 1 olie (eetlepel) 1 90 0 0 10 olijven 100 gr 232 6 7 20 ontbijtkoek 100 gr 297 4 68 1 ontbijt spek 100 gr 785 5 0 85 paardenbiefstuk 100 gr 107 20 0 3 paardenrookvlees 100 gr 88 22 0 0
37
voedingsmiddelen paling papaja paprika (groen) paprika (rood) paranoten passievrucht pastinaak paté patrijs peen (wortel) peren peren (blik) pekelvlees peper (rode) perziken peterselie peulen piccalilly pindakaas pinda's pompoen postelein prei pruim puddingpoeder raap raapstelen rabarber (verse) radijsjes rammenas
eenheidKcaleiwitkoolh. vet 100 gr 209 14 0 17 100 gr 36 1 8 0 100 gr 28 1 6 0 100 gr 48 2 10 0 100 gr 674 15 5 66 100 gr 90 2,2 21,2 0,7 100 gr 76 1,7 17,5 0,5 100 gr 420 11 4 40 100 gr 203 35 0 7 100 gr 28 1 7 0 100 gr 41 0,5 10 0,4 100 gr 80 0 20 0 100 gr 289 16 0 25 100 gr 93 3,7 18,1 2,3 100 gr 35 0,5 8 0 100 gr 56 4 10 0 100 gr 30 2,5 5 0,1 1 8 0 2 0 eetlepel 1 122 5 3 10 eetlepel 100 gr 655 27 13 49 100 gr 553 1 15 46,7 100 gr 8 1 1 0,2 100 gr 28 2 5 0 1 stuk 24 0 6 0 100 gr 342 0,3 85 0,1 100 gr 40 1 4 0 100 gr 10 2 0,5 0,1 100 gr 10 0,5 2 0,1 100 gr 12 1 2 0,2 100 gr 28 2 5 0,2
38
voedingsmiddelen reuzel rode bessen rode biet rode kool rogge roggebrood (licht) rolmops rookvlees rookworst room (koffieroom) roomboter roomijs rosbief rozenbottels rozijnen rundbouillion rundergehakt rundvet rundvlees rijst (zilvervlies) rijstepap saffloer olie (koud geslagen) salami sandwich sardines (blik) savooikool scampi schapenmelk schapenvlees schelvis schorseneren
eenheidKcaleiwitkoolh. vet 100 gr 900 0 0 100 100 gr 26 1,4 5 0 100 gr 36 2 7 0,2 100 gr 28 2 4 0 100 gr 309 10 65 1,1 1 snee 49 2 10 0 1 stuk 125 10 1 9 100 gr 182 32 0 6 100 gr 338 13 4 30 100 gr 205 2,7 3,8 20 100 gr 751 0,5 0 83 100 gr 204 4 20 12 100 gr 115 22 0 3 100 gr 104 3,6 22 0 100 gr 264 2,5 64 0 100 ml 2 0 0,3 0 100 gr 197 20 0 13 100 gr 900 1,5 0 90 100 gr 197 20 0 13 100 gr 362 9,4 77,9 1 100 gr 81 3,5 10 3 100 gr 884 19,1 100 gr 1 stuk 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr
414 159 240 29 90 95 293 155 68
0
100
18 0 38 5 28 3 24 0 16 2,4 4 0,6 18 0 2 5,4 4,5 6,2 17 0 25 18,9 0 8,2 1 16 0
39
voedingsmiddelen schouderham selderij (knol) sesam zaad sinaasappel sinaasappelsap sjalotten sla slasaus (50% slaolie) slagroom (zonder suiker) snijbiet snijbonen soepgroenten sojabonen soja bloem (eetlepel) sojaboon kiemen soja kaas (tofu) spek (mager) spek (vet) sperziebonen spiering spinazie spits kool spruiten stokvis (ongeweekt) suiker (wit) suiker (rietsuiker) sukade tarwe (volkoren) tarwekiemen taugé thee (zwarte)
eenheidKcaleiwitkoolh. vet 100 gr 194 16 1 14 100 gr 32 2 5 0,4 5 gr 30 1,3 0,3 2,7 1 stuk 48 1 11 0 100 ml 60 1 14 0 100 gr 36 1,5 8,2 0,2 100 gr 10 0,5 2 0 100 ml 496 1,1 6 5,2 100 gr 335 2 3 35 100 gr 24 3 3 0,4 100 gr 16 2 2 0 100 gr 32 2 6 0 100 gr 403 34,1 33,5 17,7 1 28 4 3 0 100 gr 46 6,2 5,3 1,4 100 gr 72 7,8 2,4 4,2 100 gr 506 13 0 42 100 gr 781 4 0 85 100 gr 32 3 5 0,4 100 gr 98 18,6 0 2,1 100 gr 10 2 0,5 0,3 100 gr 33 3 4 0,6 100 gr 53 4 7 1 100 gr 338 80 0 2 100 gr 400 0 100 0 95 0 100 gr 396 0 100 gr 322 0,5 80 0 100 gr 311 14 62 2,4 100 gr 351 27 45 7 100 gr 83 9 6,2 4 100 gr 349 22,6 58,2 2,4
40
voedingsmiddelen tomaten tomatensap tongfilets tonijn, eigen nat tonijn, olie tuinbonen tuinkers tutti frutti ui varkens kotelet varkensschnitsel varkensvlees (gemiddeld) veenbessen veldsla venkel vermicelli vetarme geraspte kaas vissticks vla vlierbes volkorenbeschuit volkorenbrood vijgen walnoten witlof witte bonen witte kool wit brood wijn wortelen yoghurt ijs
eenheidKcaleiwitkoolh. vet 100 gr 16 1 3 0 100 gr 20 1 3,5 0,2 100 gr 76 18 0, 0 100 gr 113 27 0 0,5 100 gr 240 21 0 16 100 gr 36 5 4 0,3 100 gr 10 2 0,3 0,3 100 gr 224 2 54 0 100 gr 44 1 10 0 100 gr 358 15,4 0 30,5 100 gr 168 21 0 8 100 gr 280 16 0 24 100 gr 46 0,4 10,8 0,7 100 gr 20 2 3 0,4 100 gr 28 2,8 5,1 0,4 100 gr 346 12 71 1,5 100 gr 307 29,5 0,1 18 100 gr 167 12 14 7 100 gr 99 3 15 2,9 100 gr 72 2,6 16,4 0,5 100 gr 335 9 68 3 100 gr 208 5,7 40 2,8 60 0 100 gr 256 4 100 gr 677 15 8 65 100 gr 12 1 2 0 100 gr 334 21 58 2 100 gr 24 2 4 0,2 100 gr 235 8 46 1,5 100 gr 85 0,1 4,2 0 100 gr 32 1 7 0 100 gr 88 4,2 16 0,9 100 gr 119 3 20 3
41
voedingsmiddelen
eenheidKcaleiwitkoolh. vet
zalmfilet zalm in blik(roze) zalm in blik(rode) zonnebloem pitten zonnebloempittenolie zuring zuurkool zwarte bessen zwarte bessen drank
100 gr 100 gr 100 gr 100 gr 100 ml 100 gr 100 gr 100 gr 100 gr
206 160 215 560 884 28 12 38 60
20 0 14 23 0 7,5 19 0 15,5 24 19,9 47,3 0 0 100 2,1 5,6 0,3 2 1 0,2 1,5 8 0 0 15 0
42
Aantekeningen
43
Hoofdstuk 4 Beweging (meer informatie over beweging vindt u op de bladzijden 46 tot en met 49) Individueel Zorgplan beweging: Waarom wilt u bewegen? ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… Welk realistische doel of doelen wilt u bereiken met extra bewegen en/of sporten? ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… Aan welke vorm van beweging en/of sport denkt u? ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… Hoeveel keer in de week wilt u gaan bewegen en/of sporten en hoe lang achter elkaar? ………………………………………………………………… …………………………………………………………………
44
Startdatum?..................................................................... Evaluatiedatum?.............................................................. Hoe bevalt het extra bewegen en sporten tot nu toe? ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… Zijn de door u gestelde doelen gehaald? o Ja o Nee Zo ja, wilt u op dezelfde manier doorgaan? ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… Zo nee, wat wilt u veranderen? .......................................................................................... …………………………………………………………………
45
Informatie beweging: De behandeling van diabetes start met het: aanpassen van de voeding. het stimuleren van de dagelijkse beweging. Als dit niet voldoende resultaat oplevert zal de behandelaar medicatie voorschrijven die de bloedglucosewaarden in het bloed verlagen. In dit hoofdstuk gaat het voornamelijk om het stimuleren van de beweging en wat u daar zelf aan kunt doen. Welke voordelen heeft regelmatige beweging voor mensen met diabetes: door de beweging kunt u afvallen en op een beter gewicht komen of voorkomen dat u zwaarder wordt. de insuline gaat beter werken. Op de lange termijn neemt de hoeveelheid glucose in uw bloed neemt af. Verlaging bloeddruk. Vermindering schadelijk cholesterol in uw bloed. Beweging maakt de spieren, hart- en bloedvaten soepel Op den duur minder vaatproblemen in de kleine bloedvaten Beweging maakt u fitter en u krijgt er meer energie van. Vermindert dagelijkse stress en spanning. Bewegen is goed tegen langdurige stress en depressies.
46
Voorbeelden dagelijkse beweging: traplopen in plaats van de lift nemen. Stofzuigen of andere huishoudelijke bezigheden. Boodschappen halen met de fiets in plaats van met de auto. De hond uitlaten. Tuinieren. Voorbeelden rustige sporten: fietsen wandelen gymnastiekoefeningen Natuurlijk zijn er ook sporten die meer inspanning kosten zoals: zwemmen sporten op de sportschool duursporten tennissen Gezonde beweging betekent in ieder geval minimaal een half uur per dag ( mag ook 2 keer 15 minuten per dag) matig intensief bewegen. Dit is echter wel afhankelijk van uw leeftijd, conditie en eventuele beperking. Als u wilt bewegen om overgewicht te verminderen of te voorkomen dan is het beter om dagelijks 60 minuten matig intensief te bewegen. Wat moet u doen voordat u gaat bewegen: Overleg met uw huisarts en/of praktijkondersteuner welke lichamelijke activiteiten en sporten u wel en niet kunt doen. Als u wilt gaan sporten dan laat eventueel een sportkeuring uitvoeren. Kies een sport met deskundige begeleiding. Licht uw (sport)omgeving in dat u diabetes hebt.
47
Zorg bij sporten voor goede, leren passende sportschoenen. Waar moet u op letten voor en tijdens de lichamelijke inspanning: Bouw het regelmatig bewegen of sporten langzaam op zodat uw lichaam kan wennen aan de extra lichamelijke inspanning. Als u zelf uw bloedglucosewaarde meet kunt u deze het beste een uur voor de lichamelijke inspanning meten. Liever geen lichamelijke inspanning bij een bloedglucose waarde onder de 8 mmol (kans op een hypo. In de Zorgwijzer wordt het verschijnsel hypo uitgelegd). Als uw bloedglucosewaarden een uur voor het sporten te laag is heeft u nog tijd om wat te eten en te drinken zodat uw bloedglucosewaarden weer kunnen stijgen. Liever geen lichamelijke inspanning bij een bloedglucose waarde boven de 15 mmol. Er bestaat dan de kans op verzuring van het lichaam. Het lichaam heeft dan niet voldoende energie. (Dit verschijnsel heet een hyper en wordt in de Zorgwijzer uitgelegd) Door de lichamelijke inspanning gebruikt het lichaam meer glucose. Daarom is de kans op een lage bloedglucosewaarden in het bloed groter. Als u zelf uw bloedglucose meet is het belangrijk dat u deze ook na de lichamelijke inspanning meet. Neem zo nodig voor en na de lichamelijke inspanning extra koolhydraten. Neem altijd druivensuiker of een koolhydraatrijk drankje mee tijdens de lichamelijke inspanning. Luister naar uw lichaam. Voorkom pijn, duizeligheid, misselijkheid tijdens de lichamelijke inspanning.
48
Doe altijd een warming up en cooling down ter voorkoming van spierpijn en blessures op lange termijn. Voor mensen met diabetes die insuline gebruiken geldt het volgende: Vermijdt matig intensieve of intensieve lichamelijke inspanning binnen een uur nadat u insuline heeft gespoten. Spuit geen insuline in spiergroepen die u tijdens de lichamelijke inspanning langdurig gebruikt. Waar moet u op letten na de lichamelijke inspanning: Als u zelf uw bloedglucosewaarden meet is het ook verstandig om zelfs nog enkele uren na de lichamelijke inspanning uw bloedglucosewaarden te meten. Uw bloedglucose kan zelfs uren na de lichamelijke inspanning nog dalen. Controleer uw voeten. Kijk of er geen blaren of andere beschadigingen op uw voeten zitten als gevolg van de lichamelijke inspanning (sporten).
49
Hoofdstuk 5: Risicofactoren roken en overmatig alcoholgebruik Stoppen met roken is voor iedereen belangrijk. Personen met diabetes lopen nog meer risico als zij roken. Risico’s roken: Verhoogt de kans op hart- en vaatziekten. Overgewicht en roken, vergroot de kans op hoge (schadelijke)cholesterol en een hoge bloeddruk waardoor risico op hart- en vaatziekten nog groter wordt Roken verlaagt ook het goede cholesterol in uw lichaam. Roken leidt tot grotere schommelingen in uw bloedglucosewaarden door verminderde werking van de insuline in het lichaam. Individueel Zorgplan Stoppen met Roken Wat kunt u doen als u zin heeft in een sigaret? ………………………………………………………………… Van wie wilt u hulp of advies hebben als u stopt met roken en welke hulp: o Uw huisarts of praktijkondersteuner o Mensen in uw omgeving o Anders nl:………………………………………….......... o Welke hulp: …………………………………………………………………
50
Hoe verkrijgt u informatie en advies over stoppen met roken? Cursus stoppen met roken (via bijvoorbeeld een thuiszorgorganisatie) Op www.stivoro.nl vindt u alle informatie over stoppen met roken OP www.hartstichting.nl vindt u alle informatie over stoppen met roken. Evaluatiedatum stoppen met roken: ………………………………………………………………… Bent u gestopt met roken? Ja/Nee. o Zo nee; tegen welke moeilijkheden bent u aangelopen: ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… Wat kunt u zelf doen om de hiervoor genoemde moeilijkheden op te lossen? …………………………………………………………… …………………………………………………………… Welke andere hulp kunt u gebruiken om alsnog te stoppen met roken? …………………………………………………………… …………………………………………………………… Wat is de nieuwe streefdatum waarop u gestopt wilt zijn met roken? ……………………………………………………………
51
Informatie risicofactor alcoholgebruik Matig alcoholgebruik is goed voor uw harten bloedvaten. Hierbij geldt als vuistregel dat een man maximaal 2 glazen alcohol per dag mag drinken en een vrouw 1 glas alcohol. Het liefst tijdens een maaltijd en niet op een lege maag. Nadelen overmatig alcohol: Teveel alcohol verhoogt de bloeddruk. Teveel alcohol vergroot ook de kans op hart- en vaatziekten. Waar moet u als persoon met diabetes op letten als u alcohol gebruikt: Alcohol kan uw bloedglucose verlagen. U kunt het best een glas alcohol drinken tijdens de maaltijd want dan is het effect op uw bloedglucose het minst. Als u ver voor een maaltijd alcohol gebruikt of ver na de maaltijd kunt u het beste iets met koolhydraten erbij eten. Alcohol kan nog uren na het gebruik uw bloedglucose verlagen. Als u ’s avonds wat drinkt is het verstandig om voordat u naar bed gaat nog iets te eten waar koolhydraten in zitten. Als u wilt afvallen kunt u beter geen alcohol drinken. Alcohol levert vrij veel calorieën op. Evenals de hapjes die erbij gegeten worden.
52
Aantekeningen
53
Hoofdstuk 6: Voeten en onderbenen (voor meer informatie over voetenzorg vindt u op de bladzijden 56 tot en met 61) Individueel zorgplan voetenzorg: U hebt u op dit moment klachten aan uw voeten en onderbenen. Welke klachten? .......................................................................................... ………………………………………………………............... Gaat u naar een pedicure met aantekening diabetische voet? o Ja. Hoe vaak per jaar gaat u naar de pedicure?............................................................... o Nee o Ik maak een afspraak met de pedicure. o Datum afspraak:…………………………………… U hebt hulp nodig van een podotherapeut (verwijzing via de huisarts). Welke hulp verwacht u van de podotherapeut: .......................................................................................... …………………………………………………………………
54
Welke behandeling stelt de podotherapeut voor? ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… Welke afspraken maakt u met de podotherapeut? ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… Wat kunt u zelf aanpassen in de dagelijkse zorg voor uw voeten en onderbenen om klachten en problemen te voorkomen? ………………………………………………………............... ………………………………………………………............... ………………………………………………………...............
55
Informatie voeten en onderbenen Bij diabetes is de hoeveelheid glucose (suiker) in het bloed verhoogd. Daardoor kan het zijn dat u op langere termijn problemen krijgt met bloedvaten en zenuwen. Vooral in de voeten en de onderbenen kan dit problemen geven. Wat kunt u er zelf aan doen om klachten aan de voeten en de onderbenen te voorkomen: Reguleren bloedglucosewaarden, Goed reguleren van uw bloedglucosewaarden. Als dit problemen geeft kunt u het beste contact opnemen met uw huisarts. Controleren voeten en onderbenen. Elke dag controleren van uw voeten en huid of er geen beschadigingen, wondjes, oneffenheden of verkleuringen aan de huid te zien zijn. Als dit zo is neemt u dan contact op met uw huisarts. Door de klachten eerder te behandelen voorkomt u ergere klachten. De onderkant van uw voeten kunt u het beste controleren met behulp van een spiegel. Hebt u een vreemd gevoel in uw benen of voeten of juist helemaal geen gevoel. Neemt u dan contact op met uw huisarts. Dit kunt u het beste controleren door met uw vingers te drukken op plaatsen aan de voeten of onderbenen. Zo bemerkt u of er pijnlijke plekken zijn of juist plekken die doof aanvoelen.
56
Verzorging voeten en huid van onderbenen. Was uw voeten dagelijks met een milde zeep. Goed afspoelen van de voeten is belangrijk want er mogen geen zeepresten achterblijven. Wrijf uw voeten niet door maar dep ze droog. Ook tussen de tenen en bij de nagelriemen. Zorg dat u voeten echt droog zijn voordat u sokken en schoenen aantrekt. Als de huid van uw voeten en onderbenen droog is kunt u de huid insmeren met babyolie of vaseline. Gebruik geen talkpoeder om uw voeten in te wrijven want uit talkpoeder kunnen korreltjes ontstaan die de voeten kunnen beschadigen. Laat uw voeten niet weken in een voetenbad. De huid van de voeten wordt dan te week waardoor er makkelijker wondjes en beschadigingen kunnen ontstaan. Verzorgt u uw eigen voeten? Knip dan uw nagels niet tekort en recht af (om ingroeien van de nagels te voorkomen) Gebruik altijd een stompe schaar. Een scherpe puntige schaar kan weer wondjes veroorzaken. Bewegen van de voeten is goed voor de bloedsomloop van de voeten. Hiervoor zijn speciale oefeningen voor de voeten. De podotherapeut of huisarts kan advies geven. Gebruik geen gaas en verband ter bescherming van uw voet. Dit veroorzaakt drukplekken. Bij problemen aan voeten altijd contact opnemen met de podotherapeut.
57
Voetverzorging door pedicure met aantekening diabetische voet. Voor een goede voetverzorging kunt u het beste contact opnemen met een pedicure met aantekening diabetische voet. Zij heeft de kennis om uw voeten en ook de nagels van voeten op de juiste manier te verzorgen en te behandelen. Verwijzing naar podotherapeut. Zijn er problemen aan de voeten dan kunt u uw huisarts om een verwijzing vragen naar de podotherapeut. Wanneer kan uw huisarts u het beste doorverwijzen naar een podotherapeut? (De podotherapeut kan op zijn beurt u weer doorverwijzen naar een pedicure met aantekening diabetische voet) Als er sprake is van een verandering van de stand van de voet. Bijvoorbeeld klauwstand van de voet of doorgezakte voet. Hierdoor kunnen drukplekken aan de voeten ontstaan. De podotherapeut kan samen met u kijken wat hieraan gedaan kan worden om de drukplekken aan de voeten te laten verdwijnen en in de toekomst te voorkomen. Hebt u last heeft van harde brokkelige nagels? Laat deze dan verzorgen door de podotherapeut of de pedicure met aantekening diabetische voet. Hebt u last heeft van likdoorns of eksterogen. Laat u deze dan weghalen door de podotherapeut of pedicure met aantekening diabetische voet. Gebruik geen likdoornpleisters. Hebt u last heeft van eeltvorming aan de voeten. De pedicure met aantekening diabetische voet of de podotherapeut kan deze eeltvorming verwijderen. Komt deze eeltvorming elke keer
58
weer terug en ook op aparte plaatsen laat u dan in ieder geval doorverwijzen naar een podotherapeut. Er kan dan sprake zijn van drukplekken waarvoor u een apart zooltje in de schoenen moet dragen om deze drukplekken te laten verdwijnen. De podotherapeut kan deze zooltjes maken. Welke schoenen kunt u het beste dragen? Leren soepele schoenen met een goede pasvorm die geen drukplekken veroorzaken Schoenen die lekker zitten Leren schoenen zonder al te veel stiksels en naden die drukplekken kunnen veroorzaken. (Leer ventileert het beste) Schoenen met een stevige soepele zool Schoenen zonder afgesleten hakken en zolen. Nieuwe schoenen kunt u het beste kopen aan het einde van de dag. Dan zijn uw voeten vaak opgezet. Hierdoor koopt u de schoenen wat ruimer waardoor u voorkomt dat uw nieuwe schoenen tijdens het dragen gaan knellen. Welke sokken kunt u het beste dragen? Katoenen of wollen sokken want deze materialen nemen het meeste vocht op. Voorkom knellende elastieken randen aan sokken. Draag in de nacht,indien nodig, thermo (wollen) sokken om uw voeten warm te houden. Een kruik voor uw voeten kan te heet zijn zonder dat u dit voelt. Hierdoor is het mogelijk dat u zich verbrandt aan de kruik. Daarom wordt het afgeraden om ’s nachts een kruik mee naar bed te nemen om uw voeten warm te houden.
59
Belangrijk! Loop nooit op blote voeten of op kousenvoeten. Bij welke beschadigingen en veranderingen aan uw voeten en onderbenen kunt u het beste uw huisarts of podotherapeut raadplegen? wondjes en blaren. Zeker als u de wondjes en blaren niet voelt. Eelt vorming die iedere keer terug komt en eelt vorming op een aparte plaats aan de voet. infecties en eczeem tussen de tenen. een ontstoken plek aan de voet. Bijvoorbeeld een ontstoken nagelriem maar ook andere ontstekingen aan de voet. Een zweer aan de voet. Een deel van de voet is opvallend wit en voelt koud aan. Een deel van de voet (en ook onderbeen) is blauw verkleurd of zelfs zwart. Bij welke gevoelsveranderingen aan uw voeten en onderbenen kunt u het beste contact opnemen met uw huisarts? Jeuk en kriebels die niet verdwijnen. Het gevoel alsof er veel kleine beestjes over uw huid lopen. Een strak gevoel alsof er een band over uw huid loopt die aangetrokken wordt. Een schrijnende, zeurende pijn Een stekende pijn Een heet of koud gevoel Een doof gevoel. Het lijkt of u op watten of op stelten loopt Geen gevoel. Dit moet blijken uit het voetonderzoek.
60
Meer informatie over het voorkomen en behandelen van problemen met de voeten en onderbenen bij personen met diabetes kunt u vinden op de volgende websites: www.dvn.nl www.diep.info in de rubriek voetenzorg. Informatie over vergoeding van een consult bij de pedicure (met aantekening diabetische voet) en /of podotherapeut kunt u vinden in uw zorgpolis.
61
Hoofdstuk 7: Zelfcontrole Waarom zelfcontrole? Een belangrijk behandeldoel bij diabetes is het goed reguleren van de bloedglucosewaarden. Door uw bloedglucose regelmatig te controleren kunt u nagaan of uw bloedglucose goed geregeld is. Deze is goed geregeld als de hoeveelheid glucose in uw bloed niet minder is dan 4 mmol/l en niet meer dan 10 mmol/l. (mmol/l staat voor millimol per liter en is een bepaalde maat). Zelfcontrole is het middel om te kijken hoe voeding, in- en ontspanning en medicatie met elkaar samenwerken. Is er balans of niet? Wanneer meten bloedglucose waarde? In overleg met de huisarts zal afgesproken worden hoe vaak u het beste uw bloedglucosewaarden kunt meten. Voor een persoon met diabetes die alleen tabletten gebruikt zal er af en toe de bloedglucose gemeten moeten worden. Vaak gebeurt dit bij de huisarts. Zo kan de huisarts het effect zien van het eten van meer of minder koolhydraten en meer of minder beweging. Maar als u de mogelijkheid heeft dit ook zelf te doen kunt u samen met de huisarts en/of praktijkondersteuner afspreken hoe vaak u uw bloedglucosewaarden gaat meten en op welke momenten van de dag. Als uw diabetes goed is ingesteld kunt u toe met minder zelfcontrole. Voor een persoon met diabetes die insuline gebruikt geldt: Hoe meer injecties per dag hoe vaker men moet meten.
62
Zinvolle zelfcontrole: Zelfcontrole is een middel om de controleren of de glucosewaarden zoveel mogelijk binnen de afgesproken persoonlijke streefwaarden blijven. Extra controleren is zinvol: Als u regelmatig te hoge- of te lage bloedglucosewaarden heeft. Bij ziekte en koorts. Als uw behandeling wijzigt. Bijv meer of minder tabletten of insuline of de overgang van tabletten naar insuline. Bij het gevoel een hypo te hebben bij onverwachte inspanning – ontspanning (periode van stress) In de vakantie. (ander eten, ander dagritme, veel warmer) Bij ziekte Als u een zwangerschapswens heeft of zwanger bent. Ter geruststelling in verband met onzekerheid. Hoe kunt u het beste zelf uw bloedglucose meten? Kies een bloedglucose meter die bij u past Wissel iedere keer als u wilt meten het naaldje. Kijk na of de code van uw stripjes overeenkomen met de code op uw bloedglucosemeter (dit hoeft niet bij alle bloedglucose meters) Controleer uw bloedglucose alleen als u schone handen hebt. Prik aan de zijkant van de vinger. Wissel van prikvinger.
63
Als u zelf een bloedglucose meter heeft is het belangrijk om deze 1 keer per jaar te laten ijken. Dit kan in het laboratorium van een ziekenhuis maar er zijn ook meter controledagen. In het bijgevoegde diabetesdagboekje kunt u op overzichtelijke wijze uw bloedglucose uitslagen en de gebruikte medicatie en/of soorten en hoeveelheden insuline noteren. Uitleg over het dagboekje en een voorbeeld van een invulschema treft u aan op de volgende bladzijden. Doel van het dagboekje: Door het opschrijven van de uitslagen van de bloedglucosetest kunt u nooit vergeten wat de waarde was. U krijgt over een langere periode een overzicht waardoor het zichtbaar wordt of uw wel of niet goed gereguleerd bent. Als u geregeld een uitschieter heeft wordt dit op deze manier inzichtelijk en kunnen u en uw huisarts en/of praktijkondersteuner er wat aan doen. Dag: Hier vermeldt u de datum en de dag waarop u meet. Tijd: In overleg met uw huisarts en/of praktijkondersteuner kan worden bepaald hoe vaak en wanneer uw bloedsuiker moet worden gecontroleerd. Insuline: Voor het tijdstip van insuline injectie(s) zijn de volgende afkortingen gebruikt: O = voor ontbijt M = voor middageten A = voor avondeten S = voor slapen
64
Voor het opschrijven van de gemeten bloedsuikerwaarden zijn de volgende afkortingen gebruikt: Nu = nuchter NO = na ontbijt VL = voor de lunch NL = na de lunch VA = voor het avondeten VS = voor het slapen gaan Opmerkingen: Gebruik deze kolom voor het noteren van bijzondere gebeurtenissen zoals hypo’s, ziekte (griep en koorts), verjaardagstaart, uit eten geweest en sport. Streefwaarden: Glucosewaarden nuchter < 7mmol en 1-2 uur na de maaltijd < 9 mmol. Persoonlijke notities Type insulinepen ………………………………. Type naald……………………………………….. Type glucosemeter…………………………….. Type teststrips…………………………………. Type prikpen…………………………………….. Type lancetten……………………………………
65
Dag
Tijden Nu
Insuline 1,5 u NO
VL
1,5 u NL VA
1,5 u NA
VS
N
O
M
Opmerking A
S
Ma Di Wo Do Vrij Zat Zon
66
Dag
Tijden Nu
Insuline 1,5 u NO
VL
1,5 u NL VA
1,5 u NA
VS
N
O
M
Opmerking A
S
67
Ma Di Wo Do Vrij Zat Zon
68