SCHRIFTELIJKE VRAAG
nr. 16 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 5 oktober 2015
aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT
Loopbaanbegeleiding - Stand van zaken Indien iemand niet tevreden is over zijn huidige jobinvulling of indien iemand niet goed weet welke kant op te gaan na een studie of werkonderbreking, kan die persoon terecht bij een loopbaanbegeleider. Het betreft een persoonlijke keuze, hetgeen een duidelijk verschil is met outplacement. Binnen de loopbaanbegeleiding zal men ondersteuning krijgen bij het nemen van beslissingen rond die loopbaan. De nodige competenties worden uitgeklaard of versterkt. Op die manier kan de persoon in loopbaanbegeleiding sterker staan binnen de arbeidsmarkt. Elke zes jaar heeft iemand recht op 8 uur loopbaanbegeleiding. Men dient te voldoen aan vier voorwaarden: - wonen in Vlaanderen of Brussel; - voltijds of deeltijds werken als werknemer of zelfstandige; - de laatste 2 jaar minimum 1 jaar als werknemer of zelfstandige gewerkt hebben; - de voorbije 6 jaar nog geen loopbaanbegeleiding gevolgd hebben. Hierop zijn er nog vier uitzonderingsregels. Indien men de loopbaanbegeleiding volgt bij een erkend loopbaancentrum, kan men een beroep doen op loopbaancheques. 1. Hoeveel erkende loopbaancentra zijn er in Vlaanderen in 2012 - 2013 - 2014 en 2015? Graag totaalaantal per jaar en opdeling naar provincie. 2. Hoeveel loopbaancheques werden in 2012 - 2013 – 2014 en 2015 uitgegeven? Graag totaalaantal per jaar met opdeling naar: a) provincie waar ze uitgegeven werden; b) provincie waar ze gebruikt werden; c) aantal uren per jaar als equivalent met de uitgegeven loopbaancheques. 3. Hoeveel uur werd er effectief aan loopbaanbegeleiding gedaan in 2012 - 2013 – 2014 en voor zover bekend in 2015? Graag totaalaantal uren per jaar met opdeling naar de provincie waar ze gegeven werden. 4. Wat is de totale kostprijs per jaar inzake de uitgifte van loopbaancheques in 2012 2013 – 2014 en voor zover bekend 2015?
5. In welk budget voor loopbaancheques werd er in 2012 - 2013 - 2014 en 2015 voorzien voor loopbaanbegeleiding? 6. Heeft de minister zicht op het aantal mensen dat, in de loop van 2012 - 2013 - 2014 en voor zover mogelijk 2015 begeleiding volgde, nu een nieuwe wending gaf aan hun carrière? 7. Indien geen beroep wordt gedaan op een erkend loopbaancentrum, kan men bij een psycholoog of therapeut terecht. Heeft de minister weet van het aantal mensen dat bij een niet-erkend loopbaanbegeleider terechtkon? Graag overzicht van de laatste drie jaar. 8. Wat is de visie van de minister over psychologen/therapeuten die zelf loopbaanbegeleiding geven? Wat zijn de controlemogelijkheden bij een niet-erkend loopbaancentrum om de kwaliteit van dienstverlening te garanderen? Op basis van welke erkenning kan een psycholoog of een therapeut loopbaanbegeleiding geven? 9. Wat is de evaluatie van de minister inzake de loopbaanbegeleiding? Welke acties zal hij nemen inzake het nog meer ondersteunen van deze maatregelen gezien de goede resultaten die ermee behaald worden?
PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT
ANTWOORD
op vraag nr. 16 van 5 oktober 2015 van ROBRECHT BOTHUYNE
1. Het evaluatierapport ‘Evaluatie van de loopbaancheque twee jaar na lancering’ werd reeds aan de Commissie Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid overgemaakt. Het vernieuwde loopbaanlandschap nam pas een aanvang vanaf juli 2013: cijfers voor 2012 kan VDAB niet aanbieden, de cijfers voor 2013 betreffen enkel de tweede helft van 2013 en zijn dus de weergave voor een halfjaarlijkse werking. Aantal centra met hoofdzetel in betreffende provincie:
Antwerpen Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen Brussel Buiten Brussel en Vl. TOTAAL 2.
Eind 2013 25 14 17 12 12 14 0
Eind 2014 35 18 24 17 18 16 1
T.e.m. oktober 2015 42 21 34 25 23 21 2
94
129
168
a) De loopbaancheques zijn een digitaal instrument. Alle cheques worden online uitgegeven. De woonplaats van de burger kan gezien worden als de plaats van uitgifte. Aantal gestarte loopbaancheques (eerste en tweede cheques) opgedeeld naar woonplaats van de klant:
Antwerpen Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen Brussel Buiten Brussel en Vl. TOTAAL
2013
2014
1326 573 889 842 468 104 0
4402 2488 3286 2548 1612 311 11
2015 augustus) 3995 1671 2887 2224 1464 331 12
4202
14658
12584
(t.e.m.
b) VDAB beschikt enkel over de woonplaats van de burger die een loopbaancheque aanvraagt en kan niet nagaan in welke mate de loopbaancheque in een andere provincie opgenomen wordt. De loopbaancentra registreren geen locatie voor hun dienstverlening. c) Zie vraag 3.
3. Aantal uren effectieve loopbaanbegeleiding opgedeeld naar woonplaats van de klant (gebaseerd op de gestarte eerste en tweede loopbaancheques in het gegeven jaar):
Antwerpen Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen Brussel Buiten Brussel en Vl. TOTAAL
2013
2014
5031,5 2130,5 3204 3130,5 1692 402 0
17349,5 10053 13094,5 9941,5 6522 1224,5 41,5
2015 augustus) 14046,5 6029,5 10188,5 7821 5125,5 1169,5 41
15590,5
58226,5
44421,5
(t.e.m.
Bij de cijfers voor 2015: het betreft hier ook gegevens over loopbaanbegeleidingen die nog niet zijn afgerond. 4. Effectieve totale kostprijs van de loopbaancheques
in k€
2013
2014
4.326
9.261
Voor 2015 kan er nog geen werkelijke kost gegeven worden, deze wordt pas berekend op het einde van het werkjaar. Voor 2013 gaat het over een halfjaarlijkse werking. 5. Voorziene budget voor loopbaancheques
in k€
2013
2014
2015
7.763
11.490
10.421
6. VDAB monitort enkel het gebruik van de loopbaancheque. De inhoud en het resultaat van een loopbaanbegeleiding is vertrouwelijk en blijft tussen de burger en het loopbaancentrum. De evaluatie na twee jaar vernieuwd loopbaanlandschap is gericht op het systeem van de loopbaancheques, niet zozeer op het product loopbaanbegeleiding. Dit is onderwerp voor een meer kwalitatieve en longitudinale studie over loopbaanbegeleiding. Deze is op dit moment nog niet ingepland. 7. VDAB heeft geen zicht op deze dienstverlening, vermits daar geen officiële aanvragen voor gebeuren. De loopbaancheque kan enkel aangewend worden bij een door de minister gemandateerd centrum. 8. De minister gunt mandaten aan de loopbaancentra. Hierbij wordt de professionele deskundigheid van het centrum nagegaan. Deze deskundigheid dient te worden aangetoond aan de hand van ervaring in begeleiding van transities op de arbeidsmarkt. Aan loopbaanbegeleiders zelf worden geen erkenningen gegeven. Het loopbaancentrum geeft via zijn mandaataanvraag aan dat de loopbaanbegeleiders over de nodige professionele deskundigheid (zullen) beschikken. VDAB volgt als regisseur enkel de kwaliteit op van de gemandateerde loopbaancentra, niet van een niet-erkend centrum.
9. In het BVR loopbaanbegeleiding werd gevraagd om een evaluatie op te maken na twee jaar werking. Het rapport over de evaluatie over de loopbaancheque, 2 jaar na lancering, is reeds overgemaakt aan de commissie. Samen met de sociale bekijken we momenteel deze resultaten en bespreken mogelijke knelpunten en/of bijsturingen.