Protocol
Indicatiestelling voor Ondersteunende Begeleiding
Colofon Uitgave: Postadres:
Centrum Indicatiestelling Zorg, januari 2006 CIZ, postbus 232 3970 AE Driebergen tel.: 030-698 16 30 E-mail:
[email protected]
Voorwoord Sinds 1 januari jl. is de uitvoering van de indicatiestelling AWBZ in handen van het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ). De wettelijke kaders van het CIZ zijn gelegen in de AWBZ, het Besluit Zorgaanspraken en het Zorgindicatiebesluit. Indicatiebesluiten komen tot stand volgens de Algemene Wet Bestuursrecht. In het Besluit Zorgaanspraken staat onder art. 2 lid 3: “De aanspraak op zorg bestaat slechts voorzover de verzekerde, gelet op zijn behoefte en uit oogpunt van doelmatige zorgverlening, redelijkerwijs daarop is aangewezen”. Voor de invulling van de begrippen doelmatigheid en redelijkheid heeft het CIZ beleidsregels ontwikkeld. Deze zijn vervat in protocollen voor de indicatiestelling voor de functies: Ondersteunende Begeleiding, Activerende Begeleiding, Huishoudelijke Verzorging, Verblijf, Behandeling, Verpleging en Persoonlijke Verzorging. Daarnaast is er een protocol Gebruikelijke Zorg. Voor u ligt het protocol Ondersteunende Begeleiding, zoals dat op 26 mei jl. door de Raad van Bestuur van het CIZ is vastgesteld. Dit protocol zal conform eerdere toezeggingen worden aangeboden aan de Staatssecretaris, die het dan - gehoord het advies van College voor Zorgverzekeringen (CVZ) - kan vaststellen als beleidsregel. Met het ministerie is afgesproken dat, voorafgaand aan de goedkeuring door de Staatssecretaris, de vastgestelde documenten al gehanteerd kunnen worden. In februari 2005 zijn de medewerkers van het CIZ een intensief trainingstraject gestart over de basiskennis van de indicatiestelling; het toepassen van werkdocumenten maakt daar een belangrijk onderdeel van uit. Gezien de noodzaak van uniforme toepassing van de documenten is monitoring van de toepassing ervan door de verschillende CIZ-regio’s noodzakelijk. De ontwikkeling van jurisprudentie en adviezen van CVZ over indicatiegeschillen zijn hiervoor belangrijke instrumentaria. Dit protocol Ondersteunende Begeleiding heeft de status van protocol van het CIZ, geaccordeerd door de Raad van Bestuur van het CIZ, d.d. 17 november 2005 (besluit 05/145). Het treedt in werking op 1 januari 2006.
A.J. Vermeulen MBA Voorzitter Raad van Bestuur
Protocol Ondersteunende Begeleiding mei 2005
pagina 2 van 12
Inhoudsopgave Voorwoord .......................................................................................................
2
1.
Uitgangspunten ........................................................................................
4
2.
Het CVZ-kader .........................................................................................
5
3.
De toegang tot Ondersteunende Begeleiding ................................................
7
4.
Veelgestelde vragen .................................................................................
10
4.1
Het onderscheid Ondersteunende Begeleiding algemeen (OB alg) en Ondersteunende Begeleiding in dagdelen (OB dag) .................................
4.2
OB bij de verschillende grondslagen .....................................................
10 10
4.3
OB en vrijwilligers ..............................................................................
10
4.4
OB en ontlasting van de mantelzorg .....................................................
11
4.5
OB en administratieve ondersteuning ....................................................
11
4.6
Dagactiviteiten van verpleeg- en verzorgingshuizen en welzijnsactiviteiten .........................................................................
4.7
Inloopfunctie in het dagactiviteitencentrum ...........................................
4.8
Onderwijs en AWBZ ............................................................................
11
4.9
OB DAG in ZIN en OB ALG in PGB ........................................................
12
4.10
OB en de functie cliëntondersteuning ....................................................
12
4.11
OB en respijtzorg (weekend, vakantie, logeeropvang) .............................
12
4.12
Indiceren voor jeugd met psychiatrische problematiek is aan BJZ .............
12
Protocol Ondersteunende Begeleiding mei 2005
pagina 3 van 12
11 11
1.
Uitgangspunten Doelstelling van de modernisering AWBZ is meer keuzevrijheid voor de klant en flexibilisering voor de aanbieders. In het indicatiestellingsproces wordt de zorgbehoefte in kaart gebracht. Middels toepassing van het wegingskader (w.o. gebruikelijke zorg en de mogelijkheden van de mantelzorg) wordt de aanspraak op de AWBZ in termen van functies en klassen vastgesteld. De functies geven de behoefte aan zorg aan onafhankelijk van de locatie waar deze geleverd wordt en ook het tijdstip waarop. Ondersteunende Begeleiding (OB) heeft een drieledig doel: ondersteunen van de cliënt in het handhaven van de zelfredzaamheid en zinvolle dagbesteding bij een beperkt regelvermogen, integratie in de samenleving ter voorkoming van een sociaal isolement en ondersteunen van het cliëntsysteem ter voorkoming van overbelasting van de mantelzorg.
Protocol Ondersteunende Begeleiding mei 2005
pagina 4 van 12
2.
Het CVZ-kader
De omschrijving van de AWBZ-functies is vastgelegd in het Besluit Zorgaanspraken. Uitwerking van de functie Ondersteunende Begeleiding volgens “Functiegerichte aanspraken, een gids voor uitleg in de praktijk” (CVZ, november 2003) Ondersteunende Begeleiding Ondersteunende Begeleiding omvat ondersteunende activiteiten in verband met een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking, een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap of een psychosociaal probleem, gericht op bevordering of behoud van zelfredzaamheid of bevordering van de integratie van de verzekerde in de samenleving, te verlenen door een instelling (BZA, artikel 6). Kenmerkend voor deze functie is: De functie betreft handhaven van de zelfredzaamheid door het compenseren van beperkingen, acceptatie van de situatie en het bevorderen van integratie in de samenleving door begeleiding bij het dagelijkse leven (waar men ook woont) in verband met problematische regie over het leven (regelvermogen), toezicht en praktische hulp. De functie is gericht op het behoud van (verworven) vaardigheden. Hieronder valt ook enige verzorging die door de begeleider kan worden uitgevoerd in directe samenhang met de functie begeleiding. Voorzover aan bovengenoemde voorwaarden wordt voldaan kan gedacht worden aan de volgende activiteiten: Begeleiden bij beperkte vaardigheden van een cliënt, zoals dagelijkse bezigheden regelen, besluiten nemen, plannen en uitvoeren van taken, beheerszaken regelen, communicatie, oriëntatie naar plaats tijd en persoon. Begeleiden bij de integratie in de samenleving en sociale participatie bij dreigend sociaal isolement. De noodzaak van deze begeleiding is aanwezig bij mensen met een sterk beperkte zelfredzaamheid die verband houdt met één van de genoemde grondslagen. Men kan vooral denken aan cognitieve beperkingen, waaronder een verstandelijke beperking, oriëntatiestoornissen (zoals bij dementie) of ernstige psychische stoornissen. De noodzaak voor ondersteunende begeleiding kan ook aanwezig zijn bij mensen met een lichamelijke of zintuiglijke aandoening. In tegenstelling tot de andere groepen beschikken zij veelal over een adequaat regel- en organisatievermogen. Zij zijn vaak voldoende zelfredzaam en in staat, al dan niet met gebruikmaking van voorliggende voorzieningen of mantelzorg, maatschappelijk te participeren. Onder omstandigheden (dreigend sociaal isolement) is het mogelijk dat er een aanspraak op ondersteunende begeleiding bestaat. De functie is niet alleen bedoeld voor volwassenen en ouderen die onvoldoende in staat zijn hun eigen leven te regelen en een eigen huishouden te organiseren. Ondersteunende Begeleiding is ook mogelijk voor cliënten in en gezinshuishoudens waar sprake is van langdurige en intensieve zorg voor een persoon met een sterk beperkte zelfredzaamheid. De begeleiding kan hier nodig zijn als een vorm van respijtzorg; namelijk verlichting brengen bij degenen/naasten die voortdurende zorg bieden. Men kan denken aan begeleiding in het gezin van een ernstig-meervoudig gehandicapt kind dat thuis woont bij de ouder(s); of begeleiding rond een
Protocol Ondersteunende Begeleiding mei 2005
pagina 5 van 12
thuiswonend persoon met gevorderde dementie die van de partner of vanuit de familie voortdurend hulp krijgt. Deze vormen van individuele ondersteunende begeleiding zijn ofwel bij de cliënt thuis ofwel buitenshuis en worden uitgedrukt in uren per week. Ook kan Ondersteunende Begeleiding worden geboden als groepsgewijze dagactiviteit (in dagdelen per week) buitenshuis, gericht op structurering van tijdbesteding. Ondersteunende Begeleiding in dagdelen kan ook nachtopvang betreffen (de functie verblijf is namelijk per definitie gedurende het etmaal). De functie Ondersteunende Begeleiding omvat geen zaken, zoals informatie en advies over maatschappelijke voorzieningen (bijv. ouderenadvisering), bemiddeling naar voorzieningen, maaltijdservice, klussendiensten, woonservice of welzijnsdiensten zoals sociaal-culturele activiteiten. Vervoer bij Ondersteunende Begeleiding in dagdelen (dagbesteding AWBZ) kan in samenhang worden geboden namelijk indien de thuiswonende cliënt één of meerdere dagdelen in de instelling moet zijn en er sprake is van een medische indicatie voor dat vervoer. NB. Ondersteunende Begeleiding vanuit de AWBZ heeft enige overlap met welzijnsactiviteiten, maar een onderscheid kan wel degelijk worden gemaakt. De AWBZ-zorg is individueel georiënteerd, gericht op het opheffen van c.q. het omgaan met beperkingen. AWBZ-zorg is altijd gebaseerd op één of meerdere grondslagen. Welzijn heeft meer betrekking op het opheffen van belemmerende factoren (bijvoorbeeld de woonomgeving) en het bieden van voorzieningen voor een zinvolle invulling van het bestaan (o.a. sociaalculturele activiteiten). Beperkingen zijn gelegen in de cliënt en belemmerende factoren hebben betrekking op zijn/haar omgeving. Het aangrijpingspunt voor AWBZ -zorg ligt dus in de beperkingen van de cliënt op grond van een somatische ziekte, een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, een psychiatrische aandoening, een psychogeriatrische ziekte/stoornis of een psychosociaal probleem. Naast de beperkingen in de cliënt kan er nog sprake zijn van belemmerende factoren. Dit zijn hindernissen voor de cliënt om te kunnen participeren of activiteiten uit te voeren, maar zijn buiten de cliënt gelegen. Het opheffen van belemmerende factoren in de externe omgeving maakt in principe geen onderdeel uit van de AWBZ.
Ondersteunende begeleiding Het gaat om handhaven van de zelfredzaamheid en integratie in de samenleving. Meestal in verband met een beperkt regelvermogen of andere beperkingen die tot een sociaal isolement dreigen te leiden. Ondersteunende begeleiding kan zich ook richten op degenen die langdurig en intensief voor een ander zorgen. Dit kan in de vorm van respijtzorg (logeren) of in de vorm van ondersteuning van de verzorger(s). Nachtopvang valt onder ondersteunende begeleiding. Zowel individuele begeleiding als begeleiding in groepsverband is mogelijk. Vervoer naar ondersteunende begeleiding in dagdelen is mogelijk als dit medisch noodzakelijk is. Het onderscheid tussen ondersteunende begeleiding en welzijn wordt bepaald door de vraag of het probleem wordt veroorzaakt door een beperking van de verzekerde zelf of door het ontbreken van adequate algemene voorzieningen in de omgeving.
Protocol Ondersteunende Begeleiding mei 2005
pagina 6 van 12
3.
De toegang tot Ondersteunende Begeleiding
De AWBZ-functie Ondersteunende Begeleiding is geïndiceerd wanneer er naast een van de zeven grondslagen ook sprake is van beperkingen en wel in het bijzonder in de sociale redzaamheid. Beperkingen in de sociale redzaamheid uiten zich op twee fronten: gebrek aan dagelijkse structurering en regie en aan maatschappelijke participatie leidend tot sociaal isolement. Daarnaast is de functie ook aangewezen ter ondersteuning van de sociale omgeving van de cliënt. Dat kan aan de orde zijn als andere wettelijk voorliggende voorzieningen niet aangewezen zijn om deze beperkingen op te lossen. OB is niet primair gericht op herstellen van kwaliteit van leven, maar op compenseren van zelfredzaamheidstekorten. OB kan nooit geheel en structureel de sociale redzaamheid overnemen, er is steeds sprake van aanvulling op de eigen mogelijkheden van de cliënt. De indicatiesteller dient zich altijd op de hoogte te stellen van de individuele omstandigheden van de cliënt wat kan leiden tot onderbouwd afwijken van deze richtlijnen.
Het afwegingskader 1
Is er een grondslag aanwezig?
Ja Æ door naar vraag 2 Nee Æ geen indicatie voor AWBZ-zorg
2
Is de stoornis (verder) behandelbaar?
Ja Æ verwijs naar BH of behandeling in tweede compartiment Nee, deels, Æ door naar vraag 3
3
Is er een beperking in de sociale redzaamheid, in het cognitief functioneren en bij psychische stoornissen en wel vooral in: Regelvermogen; Regie; Leervermogen; Communicatie; Organisatievermogen, wat de maatschappelijke participatie belemmert of leidt tot sociaal isolement?
JaÆ door naar vraag 4 Nee Æ geen indicatie voor OB
En/of Zijn er beperkingen op meerdere gebieden van het dagelijks leven, namelijk in: ADL en/of; Mobiliteit en/of; Vervoer en/of; Huishouden en/of; Sociale contacten en/of; Dagbesteding/onderwijs/werken/of; Recreatie, sport? 4
Is beperking m.b.v. revalidatie (AWBZ of tweede compartiment) te verminderen?
Ja Æ verwijs ook naar tweede compartiment of AB Æ door naar vraag 5 Nee Æ door naar vraag 5
5
Is het probleem met Gebruikelijke Zorg op te vangen of te verminderen/verbeteren?
Ja Æ trek gebruikelijke zorg af van de zorgbehoefteÆ door naar 6 Nee Æ er is sprake van structurele extra zorgbehoefte aan doelgerichte begeleiding Æ door naar vraag 7
Gebruikelijke zorg: Begeleiding door ouders (bv. Begeleiding bij
Protocol Ondersteunende Begeleiding mei 2005
pagina 7 van 12
opgroeien/ontplooiing, inclusief de daarbij behorende opvang, begeleiding van vrije tijdsactiviteiten, ontwikkelingsgerichte activiteiten/ afhankelijk van leeftijd en ontwikkeling. Begeleiding door partner: bij het onderhouden van sociale contacten, recreatie, bezoek medische voorzieningen, vervoer in het kader van het dagelijks leven: kerk, kroeg, winkelen enz. is begeleiding door de partner voor een groot deel Gebruikelijke Zorg, zie verder werkdocument Gebruikelijke Zorg. Ondersteunende Begeleiding is aanvullend op algemeen gebruikelijke zorg/activiteiten (alleen de extra zorg wordt geïndiceerd). 6
Zijn er signalen van (dreigende) overbelasting van de mantelzorg?
Ja Æ indicatie voor OB Nee Æ door naar 7
7
Kan de gevraagde begeleiding in redelijkheid en kwalitatief verantwoord uitgevoerd worden door een vrijwilliger 1 (en is deze (nog) beschikbaar?) of heeft de te bezoeken instelling zelf de taak voor begeleiding te zorgen (bv. bibliotheek, NS)?
Ja Æ geen indicatie voor OB Nee Æ door naar vraag 8
8
Is OB structureel noodzakelijk?
Ja Æ indicatie voor OB Nee Æ bij kortcyclische ondersteuning: overweeg verwijzing naar niet geïndiceerde cliëntondersteuning
Normering Gefundeerd afwijken van normering is altijd mogelijk. OB alg., individueel geboden.
1
Volwassenen (waaronder ouderen)
Niet complexe problematiek, wekelijkse begeleiding bij zelfstandig wonen, of begeleiding en praktische hulp (in combinatie met persoonlijke verzorging) of bij dreigend sociaal isolement: klasse 1-2.
Volwassenen
Begeleid zelfstandig wonen, complexe problematiek, meerdere malen per week noodzaak tot structurering dagelijks leven, klasse 2-3.
Volwassenen
Wonend in geclusterde woonsetting, noodzaak tot meerdere contacten per dag: klasse 4-5.
Kinderen
Thuiswonend, complexe problematiek op veel levensterreinen, ter ontlasting mantelzorg: klasse 1-2-3(4, indien reguliere voorzieningen niet voldoen). Let op mogelijke samenhang met AB en tijdelijk Verblijf (in de praktijk aangeboden in de vorm van “logeeropvang” en dergelijke).
Daar, waar de begeleiding door een vrijwilliger kan worden uitgevoerd is geen aanspraak op AWBZ.
Protocol Ondersteunende Begeleiding mei 2005
pagina 8 van 12
OB dag
Als respijtzorg/mantelz orgondersteuning
Wanneer OB dag niet adequaat: klasse 4
Respijtzorg/zonder verblijf
Maximaal klasse 9, wanneer OB dag niet adequaat: OB alg
V&V: met Verblijf
De omvang van de zorg wordt bepaald door de zorgbehoefte van de cliënt. Daarbij wordt een maximum van 14 dagdelen gehanteerd. Verwacht wordt, dat de meeste cliënten behoefte hebben aan een indicatie tussen de 5 en 10 dagdelen.
GZ/GGZ: met verblijf
Maximaal klasse 9
Zonder verblijf
Maximaal klasse 9
Protocol Ondersteunende Begeleiding mei 2005
pagina 9 van 12
4.
Veelgestelde vragen 4.1
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Het onderscheid Ondersteunende Begeleiding algemeen (OB alg) en Ondersteunende Begeleiding in dagdelen (OB dag)
OB alg is een persoonlijke ondersteuning van het individu met beperkingen, OB dag is een groepsgewijs aangeboden gestructureerd programma, door een instelling. Bij OB dag is het mogelijk indien nodig ook een indicatie voor vervoer te krijgen. Vervoer naar tijdelijk verblijf waarin ook OB dag wordt geleverd, moet worden gezien als vervoer naar verblijf in een AWBZ-instelling. Hiervoor gelden andere regelingen. OB alg wordt in uren per week geboden, OB dag in dagdelen Bij dagbesteding kan sprake zijn van een combinatie van OB en AB in dagdelen. Bij OB alg is er sprake van (individuele begeleiding bij) activiteiten. OB dag zijn over het algemeen programma’s. Het vertoeven in een gemeenschappelijke ruimte, waarin wordt voorzien in toezicht, eten en drinken en incidentele aandacht is geen OB in dagdelen. Er is altijd sprake van (een behoefte aan) doelgerichte activiteit. Er kan sprake zijn van een combinatie tussen OB dag en OB alg en van OB dag en AB dag, bij één persoon. OB in dagdelen kan zowel voor extramuraal als intramuraal wonenden worden geleverd.
4.2
OB bij de verschillende grondslagen
Alle zeven grondslagen geven toegang tot de functie OB. Dat wil niet zeggen dat alleen een grondslag –zoals bij geen enkele functie – aanspraak geeft op de functie. Steeds is er sprake van beperkingen in het dagelijks functioneren ten gevolge van die grondslag. De beperkingen waarop OB zich vooral richt zijn beperkingen in de sociale redzaamheid, het regel- en regievermogen. Daarnaast kan er sprake zijn van sociaal isolement of dreiging daarvan. Dit geldt vooral, wanneer er bij de maatschappelijke participatie behalve begeleiding ook persoonlijke verzorging of communicatieondersteuning nodig is tijdens het begeleiden (bv. assistentie bij toiletgang, eten en drinken, assistentie voor doof-blinden). Zonder deze hulp kunnen deze cliënten niet deelnemen aan maatschappelijke activiteiten. Deze hulp (persoonlijke verzorging) wordt, wanneer in combinatie met begeleidingsbehoefte, geïndiceerd onder de functie OB.
4.3
OB en vrijwilligers
Bij de afweging of er een indicatie voor OB bestaat wordt ook de mogelijkheid dat vrijwilligers kunnen worden ingezet overwogen. Of vrijwilligers kunnen worden ingezet is afhankelijk van een aantal factoren: 1. Is er een vrijwilliger beschikbaar, 2. Is de vrijwilliger in staat om de gevraagde zorg te verlenen Wanneer begeleiding noodzakelijk is en er zijn geen vrijwilligers beschikbaar, kan conform het gestelde onder voorliggende voorzieningen, OB worden geïndiceerd. Wanneer de vrijwilliger uitvalt, is OB geïndiceerd.
Protocol Ondersteunende Begeleiding mei 2005
pagina 10 van 12
4.4
OB en ontlasting van de mantelzorg
Een tweede doelstelling waarop de functie OB zich richt vormt het ondersteunen van het systeem in de langdurige en intensieve zorg voor een persoon met een sterk beperkte zelfredzaamheid. Vooral in situaties waarin de grondslag PG, psychiatrie of verstandelijke handicap aan de orde is, dreigt overbelasting in de dagelijkse omgang. Maar ook langdurige mantelzorg aan een lichamelijk ziek of gehandicapte kan tot overbelasting leiden. De begeleiding kan hier nodig zijn als een vorm van respijtzorg; namelijk verlichting brengen bij degenen/naasten die voortdurende zorg bieden. Ook hier geven alle grondslagen toegang. De ondersteuning van de mantelzorg geschiedt –uiteraard – waar mogelijk in de door de cliënt en mantelzorger gewenste vorm. Eerst zal worden gekeken of het indiceren van OB dag voldoet aan de behoefte, wanneer dit niet mogelijk is is OB alg de optie.
4.5
OB en administratieve ondersteuning
Regieproblemen kunnen zich op veel terreinen voordoen. Wanneer er alleen voor administratie en financiën ondersteuning wordt gevraagd, is het zaak te zoeken naar andere, voorliggende, voorzieningen. Indien specifieke deskundigheid noodzakelijk is i.v.m. de grondslag en de beperkingen van de cliënt, kan eventueel de functie Ondersteunende Begeleiding worden geïndiceerd (activiteit 2.2, 2.3). De indicatie zal dan altijd ook ondersteuning op andere levensgebieden betreffen.
4.6
Dagactiviteiten van verpleeg- en verzorgingshuizen en welzijnsactiviteiten
Dagactiviteiten gericht op het structureren van het dagpatroon e.d. vallen onder OB dag. Het gaat daarbij om een programmatische, methodische aanpak. Er is structureel professionele begeleiding aanwezig op de groep. Er wordt doelgericht gewerkt. Activiteiten die een recreatief doel dienen, vallen onder welzijnsactiviteiten. Hiervoor is geen indicatie noodzakelijk.
4.7
Inloopfunctie in het dagactiviteitencentrum
Wanneer iemand is aangewezen op gestructureerde dagactiviteiten, is een indicatie voor OB dag op zijn plaats. Het Dagactiviteitencentrum (DAC) gericht op mensen met psychiatrische problematiek is hierin een laagdrempelige voorziening, waarvoor wel een indicatie moet worden gesteld. Inmiddels is voorzien in landelijk instrumentarium (formulierenset MO)
4.8
Onderwijs en AWBZ
Als het gaat om speciaal onderwijs of een reguliere school met een aparte voorziening voor de doelgroep van kinderen die zijn aangewezen op speciaal onderwijs, (extra middelen), is voor de extra benodigde begeleiding (en ook verpleging en verzorging) onder omstandigheden een indicatie voor AWBZ zorg mogelijk. Remedial teaching, huiswerkbegeleiding e.d. behoren niet tot de AWBZ. Wel kan in het reguliere onderwijs, wanneer er geen indicatie voor speciaal onderwijs is afgegeven, zonodig persoonlijke verzorging of verpleging binnen schooltijd worden geïndiceerd.
Protocol Ondersteunende Begeleiding mei 2005
pagina 11 van 12
4.9
OB DAG in ZIN en OB ALG in PGB
De hoofdregel is dat een functie alleen of in ZIN of in PGB kan worden afgenomen. Uitzondering op deze hoofdregel vormen OB en AB. Bij deze functies kan de verzekerde er voor kiezen om voor de uren een PGB aan te vragen en de dagdelen in ZIN af te nemen of andersom.
4.10
OB en de functie cliëntondersteuning
Bij vragen om informatie, advies en voorlichting, dan wel kortdurende en kortcyclische ondersteuning is de functie cliëntondersteuning aangewezen. Cliëntondersteuning (bv. MEE) heeft een taak in het laagdrempelig ondersteunen van mensen met beperkingen of een chronische ziekte, onafhankelijk en naast de zorgketen. De ondersteuning is geen voorliggende voorziening, maar kan levenslang en levensbreed worden geboden.Er is geen indicatie voor nodig.
4.11
OB en respijtzorg (weekend, vakantie, logeeropvang)
OB dag (zonder VB) kan geïndiceerd worden als nachtopvang gedurende een of meer nachten in een instelling ten behoeve van ontlasting mantelzorg en/of ter observatie (bijv. bij nachtelijke onrust waarbij interventies gedurende dag tot geen of weinig effect resulteren). Wanneer het gaat om een of meerdere ETMALEN per week dan wordt Verblijf tijdelijk geïndiceerd, mogelijk in combinatie met OB-dag waarbij deze laatste dan bedoeld is voor de dagactiviteiten. Deze vormen van transmurale zorg kunnen langdurig worden geïndiceerd, wanneer daarmee VB langdurig wordt voorkomen of uitgesteld. OB algemeen kan ook geïndiceerd zijn voor andere vormen van respijtzorg. Denk aan ontlasting van de mantelzorg door een indicatie voor OB algemeen voor bijv enige uren begeleiding per week.
4.12
Indiceren voor jeugd met psychiatrische problematiek is aan BJZ
Sinds 1 januari 2005 is de Wet op de jeugdzorg van kracht. Sinds die datum indiceert Bureau jeugdzorg voor AWBZ zorg voor jeugdigen met gediagnosticeerde of te diagnosticeren psychiatrische problematiek. Bureau jeugdzorg hanteert eigen protocollen voor de indicatiestelling.
Protocol Ondersteunende Begeleiding mei 2005
pagina 12 van 12