In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude,Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude
Versterken Sociale Netwerken INHOUDSOPGAVE 0. SAMENVATTING 1. INLEIDING
4
2. BEGRIPPEN
5
3. FEITEN EN CIJFERS
7
4. KADERS
9
5. IDEAAL TYPISCHE GROEPEN
11
6. ONDERSTEUNINGSSTRATEGIËN
14
7. GEWENSTE BEWEGING VAN DE VERANDERING
17
8. VOORKOMEN VAN TEGENGESTELDE BEWEGING
18
9. ROLVERDELING GEMEENTE-MAATSCHAPPELIJK MIDDENVELD-BURGER
19
10. VERVOLGPROCEDURE
26
BIJLAGEN SAMENSTELLING VAN DE WERKGROEP
28
OVERZICHT METHODIEKEN EN INSTRUMENTEN
29
VERSLAGEN BIJEENKOMST 30 SEPTEMBER 2013
36
Oktober 2013
Versterken Sociale Netwerken SAMENVATTING Voor u ligt de handreiking versterken sociaal netwerken. Dit document helpt u bij het maken van keuzes over uw rol en inzet als gemeente, samen met het maatschappelijk middenveld en inwoners. In de inleiding wordt de opdracht van de werkgroep aangegeven. Voortschrijdend inzicht heeft de werkgroep doen besluiten de opdracht zo uit te werken dat u stapsgewijs grip krijgt op dit lastige onderwerp om beleidskeuzes te kunnen maken en lokaal te kunnen afbakken. In hoofdstuk 2 t/m 4 zijn de begrippen verhelderd, feiten en cijfers benoemd en is aangegeven hoe het begrip versterken sociale netwerken prominenter op de sociale agenda is verschenen. In hoofdstuk 5 wordt nader ingegaan op diverse groepen. Er is een relatie zichtbaar tussen de mate van zelfredzaamheid van deze groepen en het niveau waarop zij steun nodig hebben. Dit resulteert in een model zelfredzaamheid/steun. In hoofdstuk 6 t/m 8 hebben wij aangegeven welke ondersteuningsstrategieën passen bij de diverse groepen in de samenleving. Vervolgens hebben we de gewenste beweging zichtbaar gemaakt die we beogen met de inzet op versterken van sociale netwerken nl. een verschuiving van zeer kwetsbare groep naar de kwetsbare groep en van de kwetsbare groep naar de zelfredzame groep. In hoofdstuk 8 is aangegeven welke risicofactoren invloed kunnen hebben op het resultaat en een tegengestelde beweging tot gevolg kunnen hebben. De rollen van overheid, professionals en burgers (vrijwilligers) zijn sterk in verandering door gekanteld denken en Welzijn nieuwe stijl. Hoofdstuk 9 geeft antwoord op de vraag hoe gemeenten invulling kunnen geven aan sturing en aan hun rol in het versterken van sociale netwerken. Ten aanzien van de veranderende rol van professionals is in deze handreiking ingegaan op de competenties van deze professionals. Vervolgens is ook de rol van de burger, die verantwoordelijkheid draagt voor zichzelf, de ander en de leefomgeving en regie neemt, benoemd. We brengen, gebruik makend van de participatieladder, de diverse rollen van de burger in beeld. In de bijlage is tenslotte een overzicht gegeven van een aantal bestaande (innovatieve) interventies en alternatieven. In de handreiking is input verwerkt van de expertmeeting van zorgprofessionals en Wmo adviesraden, waarvan het verslag als bijlage is toegevoegd.
De werkgroep versterken sociaal netwerk.
Oktober 2013
Versterken Sociale Netwerken 1. INLEIDING Voor u ligt een handreiking voor het versterken van sociale netwerken. Deze handreiking is opgesteld door de ambtelijke werkgroep “Versterken sociale netwerken” als onderdeel van het 3D project “Eigen Kracht” van Holland Rijnland. Als richtlijn heeft het 3D project vanuit de deelnemende gemeenten meegekregen om niet te komen met blauwdrukken, maar voldoende ruimte over te laten voor lokale invulling. Met deze handreiking komt de werkgroep met een verdiepingsslag in het thema om meer grip te krijgen op het vraagstuk. Een verdieping vooral gericht op de begrippen, de groepen en de veelheid aan methodieken en interventies die ontwikkeld zijn om sociale netwerken te kunnen versterken. De werkgroep is daarbij ondersteund door JSO die de bevindingen op overzichtelijke wijze heeft weergegeven in een kwadrant met enerzijds de dimensie vraagverlegenheid van de persoon en anderzijds de dimensie sterkte van diens sociale netwerk. Dit kwadrant vormt de basis voor de uitwerkingen in deze handreiking. Met deze handreiking kunnen gemeenten aan de slag om het volgende lokaal af te bakken. 1. Opdrachtformuleringen om gesubsidieerde organisaties en professionals te sturen op het versterken/gebruiken van sociale netwerken (bespreekbaar maken) 2. Stimuleringsmogelijkheden voor niet-gesubsidieerde organisaties en professionals; 3. Faciliteringsmogelijkheden voor burgers Deze opsomming gaat uit van een faciliterende, stimulerende gemeente die veel ruimte geeft aan de professionals en vrijwilligers van het maatschappelijk middenveld om samen met de burger en diens sociale netwerk tot versterking te komen. Op 30 september 2013 heeft er een klankbordbijeenkomst plaatsgevonden met welzijnsorganisaties en Wmo adviesraden / cliëntenraden om de onderlinge rollen en wederzijdse verwachtingen aan elkaar te toetsen en input op te halen voor het eindresultaat. De handreiking is in concept aan de deelnemers toegestuurd zodat iedereen met eenzelfde mindset aan kon schuiven. Centrale vraag aan onze maatschappelijke partners op deze bijeenkomst: wat hebben jullie van gemeenten en van elkaar nodig om sociale netwerken te kunnen versterken? De input van deze bijeenkomst is in de groene kaders aan het concept van deze handreiking toegevoegd en zijn aanleiding geweest voor hoofdstukken 3 en 9. Deze definitieve handreiking wordt aan de gemeenten in Holland Rijnland aangeboden om lokaal samen met hun maatschappelijke partners verder uit te werken.
4
Versterken Sociale Netwerken 2. BEGRIPPEN. In de regionale strategische visie staat het volgende beoogde effect van informele netwerken beschreven: Inwoners zijn zelfredzaam en participeren op eigen kracht met inzet van informele netwerken in de samenleving Hoe verhoudt het begrip informele netwerken uit de regionale strategische visie zich tot het begrip sociale netwerken in deze handreiking? De definities van deze begrippen zijn als volgt: Informeel netwerk (bron: Civiq) Een netwerk bestaande uit andere individuen en instellingen (zoals kerken en scholen) die vrijblijvend en zonder vaste structuur zorgen voor sociale binding en die in nauw contact staan met elkaar. Sociaal netwerk (bron: IMG) Een netwerk van betekenisvolle personen (familie, vrienden, kennissen en buren) dat functioneert als ondersteuningsbron voor het eigen welzijn en welbehagen en dat van de personen in het netwerk. Het verschil tussen deze twee begrippen is dat het informele netwerk zich richt op sociale binding in een leefgebied (stad, dorp, wijk of buurt) met interactie tussen individuen en instellingen, terwijl het sociale netwerk vanuit een emotionele band zich richt op het welzijn van de personen in dat netwerk. Het informele netwerk kan een basis vormen voor het opbouwen van een sociaal netwerk. In deze handreiking gaat het over het versterken van sociale netwerken. De werkgroep is van mening dat met het versterken van sociale netwerken er ook een positief effect uitgaat naar de sociale binding in onze samenleving. Daar zit de samenhang tussen sociale netwerken en informele netwerken. Een ander begrip dat we nader willen toelichten is informele zorg en hoe dit begrip zich verhoudt tot het begrip sociaal netwerk. Informele zorg (bron: zorg en welzijn) Zorg die onbetaald en niet beroepshalve wordt verricht: te onderscheiden in gebruikelijke zorg, mantelzorg, zelfhulp en vrijwillige zorg. Als volgt nader omschreven: Gebruikelijke zorg Zorg voor elkaar en voor het huishouden die binnen een huishouden als gangbaar wordt beschouwd.
Mantelzorger Een mantelzorger zorgt langdurig (minimaal 8 uur per week gedurende tenminste 3 maanden) en onbetaald voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende partner, ouder, kind of ander familielid, vriend of kennis.
5
Versterken Sociale Netwerken Zelfhulp Vorm van hulpverlening in zelfhulpgroepen die zich baseert op het uitgangspunt dat mensen in staat zijn zichzelf en elkaar te helpen door bewustwording, uitwisseling van gelijksoortige ervaringen en door het ondernemen van acties. Vrijwillige zorg Vrijwillige zorg wordt uitgevoerd door een vrijwilliger die uit vrije wil werkzaamheden verricht, buiten een vast dienstverband en onbetaald. De vormen gebruikelijke zorg en mantelzorg worden geleverd door personen in het sociale netwerk. Daar zit dus de samenhang tussen de begrippen informele zorg en sociaal netwerk. De andere twee vormen, zelfhulp en vrijwillige zorg, worden geleverd door personen buiten het sociale netwerk. Zij hebben geen emotionele band met de zorgvrager, maar kunnen dat op den duur wel ontwikkelen.
6
Versterken Sociale Netwerken 3. FEITEN EN CIJFERS. (bron SCP) Benoem in de handreiking ook datgene wat nu al goed gaat. Al die duizenden mantelzorgers en vrijwilligers die dagelijks hun stinkende best doen om zich al voor een ander in te zetten! De volgende cijfers zijn afkomstig van de website van Mezzo die als bron het Sociaal Cultureel Planbureau aanhaalt. Mantelzorg in Nederland. Er zijn ongeveer 3,5 miljoen Nederlanders van 18 jaar en ouder die mantelzorg verlenen, dat is 1 op de 4 volwassenen waarvan:
60% van de mantelzorgers is vrouw.
2,6 miljoen mensen (20% van de volwassen bevolking) geven meer dan acht uur per week en/of langer dan drie maanden hulp.
1,1 miljoen mensen geven zowel intensief als langdurig hulp.
450.000 mantelzorgers voelen zich zwaarbelast of overbelast.
Bijna de helft van de mantelzorgers is tussen de 45 en de 65 jaar.
Het percentage mantelzorgers van 65 jaar en ouder is toegenomen van 13% in 2001 naar 20% in 2008.
Van de mantelzorgers tussen de 18 en 65 jaar heeft 71% naast de zorgtaken ook betaald werk.
Jonge mantelzorgers Circa een kwart van de jongeren groeit op in een gezin met een ouder of broer/zus die chronisch ziek of gehandicapt is of psychiatrische problemen (inclusief verslaving) heeft. Deze kinderen worden ook wel jonge mantelzorgers genoemd. Zij zorgen voor hun naaste door:
Praktische of emotionele steun te geven en/of
Maken zich zorgen over de zorgsituatie en/of
Komen daardoor zelf zorg tekort
Vaak zijn er verborgen zorgen: de kinderen en jongeren laten hun eigen zorgen en klachten niet duidelijk merken. Vaak omdat ze hun ouders met niet nog meer problemen willen opzadelen. Ze vragen geen hulp en/of weten niet waar ze terecht kunnen. Kinderen en jongeren die opgroeien met zorg zijn, in vergelijking met hun leeftijdsgenoten, eerder zelfstandig. Ze leren al vroeg praktische vaardigheden.
Negatieve gevolgen overheersen echter op korte en langere termijn:
Ze hebben meer opgroei- en opvoedproblemen
Meer lichamelijke en emotionele klachten
Ze doen op latere leeftijd vaker een beroep op de (geestelijke) gezondheidszorg
7
Versterken Sociale Netwerken Vrijwillige zorg in Nederland. Naar schatting 25.000 vrijwilligers geven intensieve vrijwillige zorg (vrijwillige zorg is één op één hulp thuis aan mensen met een ernstige ziekte, beperking of met psychische problemen). Zij helpen naar schatting elk jaar 34.500 hulpbehoevenden. Mezzo schat de totale hulpvraag van deze vorm van zorg op 40.000 tot 50.000 mensen per jaar. De vraag is dus groter dan het aanbod. De meeste organisaties voor intensieve vrijwilligerszorg kampen met wachtlijsten. Hieruit concludeert de werkgroep dat de bereidheid om zich voor een ander in te willen zetten al behoorlijk groot is. Vaak vanuit een emotionele band (mantelzorg voor partner, familie of vriend) maar ook vanuit maatschappelijke betrokkenheid (vrijwillige zorg). In de plannen van het kabinet staat dat er in een zorgsituatie eerst wordt gekeken wat mensen zelf kunnen. Daarna wordt pas gekeken welke formele zorg en ondersteuning in aanvulling daarop nodig is. Dit kan leiden tot overbelasting van de mantelzorger. Door vroegtijdige samenwerking en afstemming van informele en formele zorg mogelijk te maken, wordt gewerkt aan preventie en behoud van de bereidheid om mantelzorg te (blijven) geven.
8
Versterken Sociale Netwerken 4. KADERS. Het thema “versterken van sociale netwerken” is de afgelopen jaren prominenter op de sociale agenda verschenen. Het is een belangrijk thema bij het gekanteld denken in het sociaal domein en op alle niveaus staat het thema in de schijnwerpers. Landelijk onder andere in het regeerakkoord, het zorgakkoord, de Jeugdwet en de conceptwettekst van de nieuwe Wmo. Op regionaal Holland Rijnland niveau in de strategische visie en het “eigen kracht” document van het 3D project. Op lokaal gemeentelijk niveau is het terug te vinden in menig visiedocument, beleidsplan en werkplan. Op organisatieniveau is het thema terug te vinden in de beleidsplannen en de methodieken van professionals. Op cliëntniveau in de persoonlijke behandelplannen en zorgplannen. Waar komt deze toename in de belangstelling voor dit thema vandaan? Uit diverse sociaal wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat:
Mensen met een goed sociaal netwerk gelukkiger zijn en een betere gezondheid / hogere levensverwachting hebben.
Ondersteuning vanuit het eigen sociale netwerk effectief en duurzaam is.
De inzet van sociale netwerken het beroep op professionele hulpverlening kan voorkomen dan wel verminderen, hetgeen een kostenbesparing kan opleveren.
Het versterken van sociale netwerken heeft dus een positief sociaal maatschappelijk effect alsmede een positief financieel effect. Laatst genoemde met de kanttekening dat deze kostenbesparing ook beperkt is daar het potentieel van de informele zorg al grotendeels wordt benut. (zie 3. feiten en cijfers informele zorg). Geplaatst in de context van de huidige tijd waarin sociale samenhang en economische welvaart onder druk staan, verklaart dit de toename van de belangstelling voor dit thema. Ondanks deze positieve effecten bestaan er ook sociale netwerken die dusdanig gesloten en zelfregulerend zijn dat ze voor het individu juist belemmerend kunnen werken voor deelname aan de samenleving. Het versterken van sociale netwerken is dan ook geen doel op zich. We willen het maatschappelijk effect bereiken dat de werkgroep Wmo van het 3D project in haar visie als volgt heeft omschreven: Inwoners van de Holland Rijnland gemeenten kunnen allemaal meedoen, kunnen zich ontplooien en verantwoordelijkheid nemen voor zichzelf, voor elkaar en de leefomgeving. De kracht van de samenleving wordt benut om diegenen die dat nodig hebben informeel te helpen en te steunen om mee te doen. De werkgroep versterken sociale netwerken sluit zich aan bij deze visie. Deze visie gaat uit van een positief mensbeeld waarin:
Aandacht voor elkaar en contact met elkaar vanzelfsprekend is.
Hulp vragen en hulp bieden vanzelfsprekend is.
Mensen zelf verantwoordelijk kunnen zijn voor het vormen van hun eigen netwerken.
Mensen om kunnen gaan met het dynamische karakter van sociale netwerken.
9
Versterken Sociale Netwerken Tijdens de verdiepingsslag is het de werkgroep duidelijk geworden dat de geschetste sociale omgang niet voor iedereen vanzelfsprekend is en het niet enkel een kwestie is van (niet) kunnen maar ook van (niet) willen, bij zowel de zorgvrager als bij diens sociale netwerk. Het is dus niet een één dimensionaal vraagstuk van “de burger”. Er zijn verschillende groepen burgers te onderscheiden met verschillende mate van vraagverlegenheid en sterktegradaties van hun sociale netwerk. Deze twee dimensies vormen het uitgangspunt voor deze handreiking.
10
Versterken Sociale Netwerken
5. IDEAALTYPISCHE GROEPEN. Grofweg 80% van de bevolking kan zich goed redden. Al dan niet met hulp of ondersteuning vanuit hun netwerk of zelf geregelde professionele hulp. Ongeveer 15% van de bevolking is kwetsbaar en tijdelijk aangewezen op reguliere en vaak enkelvoudige hulp of ondersteuning. Deze ondersteuning richt zich op financiële problemen, relationele problemen, langdurige geestelijke ondersteuning of persoonlijke malaise. Vaak in combinatie met slechte huisvesting en ontoereikend sociaal netwerk. In de meeste gevallen zijn de problemen bij tijdige signalering en eventuele multidisciplinaire ondersteuning op te lossen of in elk geval hanteerbaar te maken. Resteert een groep van zo’n 5% van de bevolking. Deze diverse groep bestaat bijvoorbeeld uit mensen die langdurig, en vaak al meerdere generaties lang, afhankelijk zijn van professionele, multidisciplinaire hulpverlening. Het gaat om onder meer probleemgezinnen, meervoudig gehandicapten, dak- en thuislozen en mensen met psychiatrische problemen. Er is een samenhang tussen de mate van zelfredzaamheid van bovenstaande groepen en het niveau waarop zij steun nodig hebben. Deze samenhang ziet er als volgt uit:
Delen we de bevolking in naar de eerder genoemde redenen (niet) willen en (niet) kunnen, dan geeft dit vier mogelijke groepen, als volgt: KUNNEN
NIET KUNNEN
WILLEN
A
B
NIET WILLEN
C
D
11
Versterken Sociale Netwerken Zoals in de inleiding al benoemd moet deze indeling gezien worden als een theoretisch model om het thema mee te verduidelijken. Het is niet de bedoeling dat we mensen een stempel A, B, C of D opplakken. Dat kan ook niet want mensen kunnen bewegen van de ene naar de andere groep. (zie hiervoor ook paragraaf 7 en 8). Groep A: Wel willen én ook kunnen Deze groep heeft een sterk sociaal netwerk en maakt daar als vanzelfsprekend gebruik van. Wanneer zij een vraag hebben, kunnen en durven zij deze ook aan het netwerk te stellen. Het netwerk is vervolgens bereid en in staat om de gewenste ondersteuning te geven. Groep B: Niet kunnen maar wel willen Vanuit het perspectief van de zorgvrager gaat het in deze groep om personen met kwalitatief onvoldoende sociale contacten waardoor ze geen ondersteuning kunnen vragen en ontvangen vanuit hun sociaal netwerk. Ze willen wel meer sociale contacten maar zijn onvoldoende in staat om deze daadwerkelijk aan te gaan. Redenen hiervoor kunnen onder andere zijn:
Het verlies van contacten door ziekte, verhuizing of overlijden van familie en vrienden.
Gebrek aan sociale vaardigheden.
Beperkte mobiliteit.
Beperkte maatschappelijke participatie.
Vanuit het perspectief van het sociale netwerk is de wil er wel om ondersteuning te bieden, maar kunnen ze dit niet. Het niet kunnen is vaak om praktische redenen zoals:
De geografische afstand tussen familieleden onderling.
Te druk met het eigen leven (gezin, werk, hobby’s)
Het ontbreken van kennis en kunde voor een specifieke hulpvraag.
Groep C: Niet willen maar wel kunnen In deze groep heeft de zorgvrager wel een sociaal netwerk om zich heen maar wil daar geen beroep op doen. Dit is vaak om persoonlijke redenen zoals:
Je dierbaren niet tot last willen zijn.
Je zwakte niet willen tonen aan je netwerk.
Gevoel van eigenwaarde, trots.
Angst voor afhankelijkheid.
We noemen dit de vraagverlegenheid bij de zorgvrager. Het “niet willen” vanuit het sociaal netwerk noemen we aanbodverlegenheid en heeft een opsomming van soortgelijke strekking.
Je niet willen opdringen of ongevraagd bemoeien met andermans leven.
De aanname dat je aanbod toch niet wordt geaccepteerd.
De houding om pas iets te doen als je iets gevraagd wordt.
12
Versterken Sociale Netwerken Groep D: Niet willen en niet kunnen. Deze groep betreft zorgvragers met een zeer zwak sociaal netwerk waar ze geen beroep op willen en kunnen doen. De paar sociale contacten die ze nog wel hebben zijn niet bereid of in staat om adequate vorm van ondersteuning te bieden. Deze groep kenmerkt zich door sociaal isolement. Vaak zijn ze op zichzelf aangewezen voor het oplossen van problemen. Ze vinden daarbij soms manieren om zich aan hun geïsoleerde situatie aan te passen. Een groot deel van deze groep vertoont echter zorgmijdend gedrag en heeft een negatief beeld van de samenleving. Zij komen pas in beeld als de situatie uit de hand loopt of tot overlast in de omgeving leidt. Bovenstaande groepsindelingen afgezet in de twee dimensies van vraagverlegenheid en sterkte van het netwerk geeft het volgende beeld:
13
Versterken Sociale Netwerken
6. ONDERSTEUNINGSSTRATEGIEËN. Iedere groep heeft een eigen aanpak nodig om diens sociale netwerk te kunnen versterken. Globaal omschreven als volgt: Groep A. Wel willen en kunnen = preventief. Bij deze groep richt de aanpak zich op het geven van vertrouwen en ruimte. De strategie richt zich op verantwoord loslaten. De rol van de overheid, in samenwerking met vrijwilligers en professionals, is vooral gericht op preventie door het faciliteren van een gevarieerd aanbod van collectieve en algemene voorzieningen.
Loslaten heeft een negatieve klank als; aan je lot overlaten. Benadruk dat het gaat om vertrouwen en ruimte geven aan degene die zelf kunnen én willen.
Groep B. Niet kunnen maar wel willen = collectief. Bij deze groep richt de aanpak zich op het vormen van een collectief rondom de persoon. De wijk of buurt waar men woont. Familie en vrienden maar ook de inzet van vrijwilligers en verenigingsleven. Het verenigingsleven en de collectieve inzet van informele netwerken vormen de basis van de zogenaamde civil society. Gemeenten moeten niet roekeloos snijden / bezuinigen in deze (basis) voorzieningen, maar juist investeren! Faciliteer wijkbewoners om elkaar te kunnen ontmoeten en onderling kansen en bedreigingen in de eigen woonomgeving zelf aan te kunnen pakken.
Groep C. Wel kunnen maar niet willen = individueel. Bij deze groep is juist een individuele aanpak van belang om de vraagverlegenheid en aanbodverlegenheid te doorbreken. Dit vergt een persoonlijke benadering met coaching en casework. Het hebben of opbouwen van een sociaal netwerk mag geen voorwaarde zijn voor professionele ondersteuning. Met andere woorden, het gaat om (niet) kunnen en (niet) willen maar zeker niet moeten.
Groep D. Niet willen en niet kunnen = ingrijpen. De strategie bij deze groep richt zich op interventie om het sociaal isolement te doorbreken. Inzet van (bemoei)zorg en arrangementen met maatwerkvoorzieningen. Inzet professionals en ervaringsdeskundigen. Sluit hierbij aan bij bestaande structuren als de zorgnetwerken.
14
Versterken Sociale Netwerken
Als volgt weergegeven:
JSO heeft voor de werkgroep een uitgebreide inventarisatie gemaakt van een groot aantal methodieken en interventies die in het land ontwikkeld zijn om de sociale netwerken voor de verschillende groepen te versterken. Zie de bijlage. Maak een wijkanalyse om de vertegenwoordiging van de verschillende groepen in beeld te brengen. Dat kan de basis vormen voor de inzet. Niet overal zal de indeling namelijk precies 5% - 15% - 80% zijn. Samengevat onderscheidt de werkgroep dus drie lagen: 1. De systeemlaag met de twee dimensies weergegeven in de twee assen. (figuur 1) 2. De menslaag met de vier te onderscheiden groepen. (figuur 2) 3. De organisatielaag met de op de groep gerichte ondersteuningsstrategieën. (figuur 3) Vatten we dit visueel samen dan ontstaat er een vrij drukke afbeelding met veel informatie die alleen goed begrepen kan worden vanuit de voorgaande paragraven. We willen dit totaalbeeld de lezer echter niet ontzeggen dus als volgt:
15
Versterken Sociale Netwerken
16
Versterken Sociale Netwerken
7. GEWENSTE BEWEGING VAN DE VERANDERING. Wat we beogen met de inzet op het versterken van sociale samenhang is een verschuiving vanuit de problematische groep D, naar de minder problematische (maar wel kwetsbare) groepen B en C én een verschuiving vanuit die kwetsbare groepen B en C naar de zelfredzame groep A.
We geven als gemeenten hiermee aan WAT we graag willen bereiken. Het zijn echter voor het overgrote deel onze maatschappelijke partners (professionele organisaties, vrijwilligersorganisaties, sociale / informele netwerken en de burger zelf) die bepalend zijn voor HOE ze deze gewenste beweging kunnen gaan realiseren. Uit de inventarisatie van JSO (zie de bijlage) blijkt al dat onze maatschappelijke partners heel actief en creatief zijn bij het invullen van dit HOE vraagstuk. Professionals en vrijwilligers vragen om ruimte van gemeenten om hun werk naar eigen inzicht te kunnen doen. Voer als gemeente regie op het resultaat, niet op het proces.
17
Versterken Sociale Netwerken 8. VOORKOMEN VAN DE TEGENGESTELDE BEWEGING. Tegelijkertijd willen we de tegenovergestelde richting juist zien te voorkomen. Verschillende groepen lopen een groter risico kwetsbaar te worden of te blijven. Bijna altijd geldt dat sprake is van tekorten op meerdere terreinen tegelijk, die mensen kwetsbaar maken. De risicofactoren zijn o.a.:
Slechte gezondheid Geringe mate van psychisch welbevinden Een inkomen onder 105% van het minimum loon Behorende tot een eenoudergezin Werkloosheid Huishoudens met een uitkering Niet-westerse allochtonen Een slechte beheersing van het Nederlands Geen werkenden in het huishouden
De beweging ziet er als volgt uit:
Ook bij het voorkomen van deze beweging ligt er een grote rol bij onze maatschappelijke partners HOE zij hier invulling aan kunnen geven. Door de huidige maatschappelijke ontwikkelingen (toename werkeloosheid, bezuinigingen, toename aantal scheidingen) neemt het aantal mensen met risicofactoren juist toe. Kwetsbaarheid overkomt je en is vaak geen keus.
18
Versterken Sociale Netwerken 9. ROLVERDELING GEMEENTE – MAATSCHAPPELIJK MIDDENVELD - BURGER.
Opmerkingen en suggesties op de klankbordbijeenkomst 30 september:
Meer aandacht voor vrijwillige organisaties waaronder ook kerken.
De benodigde competenties van de professionals benoemen.
Verantwoordelijkheidsladder met opschaling als VSN onvoldoende blijkt.
Speciale aandacht voor voorkomen van overbelasting van mantelzorgers.
Meer oog voor het systeem waar het individu deel van uitmaakt i.p.v. het individu.
Ontwikkel een brede sociale kaart vanuit de vraag van de klant en niet vanuit het aanbod van de organisaties.
Gemeente moet een faciliterende rol vervullen.
Geen belemmeringen door eigen regelgeving en bureaucratie.
Geef ruimte voor innovatieve initiatieven.
Geef ruimte om te experimenteren.
Gemeente moet duidelijke kaders stellen en heldere opdrachten formuleren.
Verbinding tussen gekantelde Wmo en wijkgericht werken. Andere focus van wijkwerkers van heel, schoon en veilig naar voorzieningen, participatie en vrijwillige inzet.
Gemeenten kunnen partijen samen brengen. De samenwerking tussen professionals en vrijwilligers stimuleren.
Gemeenten moeten organisaties niet voorschrijven welke methodieken ze moeten toepassen. Gemeenten gaan over het WAT en niet het HOE.
Betere samenwerking tussen organisaties en instellingen om de zorg / ondersteuning rondom de burger te organiseren.
Meer inzet op preventie om datgene wat goed gaat te behouden.
Betere balans tussen de kwetsbare en de sterke groepen.
Neem als gemeente geen belerende rol maar een stimulerende rol.
Regie zoveel mogelijk bij de burger zelf.
Gewenst gedrag belonen in plaats van ongewenst gedrag bestraffen.
Haal de perverse prikkels uit het financieringsysteem.
De klant moet veel meer centraal staan in plaats van het aanbod van de organisaties. Nu een hele lijst met methodieken maar waar zit de behoefte van de klant?
19
Versterken Sociale Netwerken
Er is een cultuuromslag nodig bij burger, professional, vrijwilliger en ambtenaar. Vergt veel tijd en van belang is nu al inzetten op meer bewustmaking.
Goede Communicatie is vereist! Breng de boodschap positief! Zet daarbij professionele communicatiemiddelen in.
Versterken is geen eenmalige actie, Vergt ook monitoren en nazorg.
Hoe vertaald deze grote hoeveelheid aan opmerkingen en suggesties zich naar een concrete rolverdeling tussen gemeente, aanbieders (professioneel én vrijwillig) en burger? De werkgroep probeert één en ander te verduidelijken aan de hand van de volgende driehoek:
Burger
REGIE
verantwoordelijkheden en bevoegdheden
Gemeente
Aanbieders
Rol van gemeente (bron VNG): VNG onderscheidt vier ideaaltypische modellen waarlangs gemeenten sturing kunnen geven. Benadrukt moet worden dat het ideaaltypen betreft. In de praktijk is er veelal sprake van mengvormen en tussenvarianten. Het komt maar zelden voor dat een gemeente voor al haar taken één enkel sturingsmodel hanteert. De sturingsmodellen zijn als volgt: Model 1. Eigen beheer (centrale sturing gemeente) Gemeente zit zelf zoveel mogelijk aan het stuur door bijvoorbeeld de toegang en de toeleiding naar ondersteuning in eigen beheer uit te voeren. In dit model loopt vrijwel alles via de gemeente en de gemeente voert ook zelf taken uit. Model 2. Gemeente als marktmeester (sturing gemeente op vraag én aanbod) Gemeente bepaalt het speelveld voor vraag en aanbod van ondersteuning. Is matchmaker tussen burgers en aanbieders. Gemeente stuurt als het ware “de Markt” met een samenhangend geheel aan afspraken en randvoorwaarden over kwaliteit en prijs.
20
Versterken Sociale Netwerken Model 3. Samenwerking (sturing op aanbod door aanbieders) Nauwe samenwerking tussen gemeente en maatschappelijke organisaties. Uitvoering op basis van gemeenschappelijke doelstelling en vertrouwen. Gemeente stuurt op resultaat en maatschappelijk effect en zit zelf niet in de uitvoering.
Model 4. Samenleving (sturing op vraag door burgers) Verantwoordelijkheid en initiatief voor maatschappelijke ondersteuning ligt primair bij burgers en in de samenleving. Gemeente kan burgers faciliteren bij het uitvoeren van eigen oplossingen en initiatieven en borgt een vangnet voor burgers die onvoldoende eigen regie kunnen voeren. De werkgroep concludeert, op basis van de gedane suggesties op de klankbordbijeenkomst 30 september, dat vanuit onze maatschappelijke partners een duidelijke voorkeur is voor model 3 en/of model 4. Keus gemeenten. Er is voor gemeenten niet één keus voor een bepaald sturingsmodel als het gaat om het thema versterken sociale netwerken. De keus is afhankelijk van de inzet die gemeenten willen plegen op een specifieke groep. Daarbij kunnen gemeenten er wel voor kiezen om aan een specifieke groep prioriteit te stellen, maar de inzet zal te allen tijde in brede zin voor alle groepen moeten zijn om enerzijds de gewenste veranderingsbeweging te kunnen realiseren en anderzijds de risicobeweging te kunnen voorkomen. De werkgroep doet de volgende voorzet: Het sturingsmodel 4. Samenleving zou goed passen bij het zogenaamde “loslaten” van de 80% groep. Gemeente zorgt samen met maatschappelijke organisaties voor een goed pakket aan basisvoorzieningen (onderwijs, sport, cultuur, welzijnswerk, maatschappelijke dienstverlening, gezondheidszorg, recreatie) en stimuleert en informeert burgers daar gebruik van te maken. De burger bepaalt zelf waar hij/zij gebruik van wenst te maken. Hier als gemeente op inzetten is investeren in je civil society met een preventieve werking richting de 15% en zelfs 5% groepen. In welzijnsjargon is dit de 0e lijn van de zorgketen. Zorg voor goede mantelzorgondersteuning en vrijwilligersondersteuning als basisvoorziening voor sociale netwerken in je gemeente.
Het sturingsmodel 3. Samenwerking zou goed passen bij de individuele aanpak en collectieve aanpak van de 15% groep. De burger redt het (tijdelijk) niet helemaal meer op eigen kracht. De professionals en de vrijwilligers van het maatschappelijk middenveld kunnen inspringen voor extra ondersteuning. Doel daarvan is om de burger zoveel mogelijk weer de regie over het eigen leven terug te laten krijgen, zodat weer volstaan kan worden met sturingsmodel 4. Hier zetten gemeenten samen met maatschappelijke organisaties in op een (tijdelijk) vangnet voor de burger om te voorkomen dat ze verder afglijden richting de 5% groep. In welzijnsjargon de 1e lijn van de zorgketen. Gemeenten moeten organisaties niet voorschrijven welke methodieken ze moeten toepassen. Gemeenten gaan over het WAT en niet over het HOE.
21
Versterken Sociale Netwerken Het sturingsmodel 2. Gemeente als marktmeester zou goed passen op de interventie aanpak van de problematische 5% groep. Deze groep kenmerkt zich door niet willen in combinatie met niet kunnen en voor een resultaatgerichte aanpak is enige doorzettingsmacht nodig. De match tussen vraag en aanbod is daarbij een stuk minder vrijblijvend als bij de sturingsmodellen 3 en 4 het geval is. In welzijnsjargon de 2e lijn van de zorgketen. Betere samenwerking tussen gemeente en instellingen om de specialistische zorg rondom de burger te organiseren. Rol van de professional. (bron Movisie) Movisie heeft naar aanleiding van de veranderende rol van sociaal werkers onder invloed van het gekantelde denken en Welzijn nieuwe stijl een competentieprofiel opgesteld. Als volgt: (NB: hij is ook zij) Competentie Verheldert vragen en behoeften
Toelichting De sociaal werker maatschappelijke ondersteuning (SWMO) luistert betrokken, actief en met open vizier naar burgers en hun netwerk en biedt hen vertrouwen. Hij bouwt op professionele wijze een vertrouwensrelatie op, geeft ruimte en vraagt door naar verwachtingen, wensen en mogelijkheden om zeker te zijn dat de daadwerkelijke vraag of behoefte helder wordt.
Versterkt eigen kracht en zelfregie
De SWMO begeleidt individuen, vrijwilligers, families en groepen bij het vinden van eigen oplossingen voor hun vragen. Hij motiveert, ondersteunt, informeert, adviseert en helpt hen om vaardigheden te ontwikkelen, keuzes te maken, het eigen netwerk aan te boren en hun eigen kracht en die van hun omgeving te versterken om tot gewenste resultaten te komen. Waar burgers niet in staat zijn om de eigen kracht te benutten of geen netwerk hebben, blijft de sociaal werker ondersteuning bieden of draagt hij de zorg over.
Is zichtbaar en gaat op mensen af
De SWMO kent burgers en wordt door hen gekend. Hij is een toegankelijk en laagdrempelig aanspreekpunt en gaat naar burgers toe in hun eigen leefsituatie om latente of door anderen gesignaleerde vragen en behoeften te achterhalen en hen daarbij te ondersteunen. Hij profileert zich zelfbewust met zijn kennis van de lokale samenleving bij samenwerkingspartners en beleidsmakers op zijn werkgebied en op aanpalende terreinen.
Stimuleert verantwoordelijk gedrag
De SWMO bevordert dat cliënten, mantelzorgers en burgers afhankelijk gedrag ombuigen in het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Hij stelt wedervragen en daagt uit tot nieuwe inzichten. Hij helpt cliënten en burgers belemmerende patronen te doorbreken. Hij zoekt gezamenlijk naar oplossingen die binnen het vermogen van cliënten en burgers liggen en stimuleert tot het aanleren van effectief gedrag.
Stuurt aan op betrokkenheid en participatie
De SWMO stuurt aan op betrokkenheid, verantwoordelijkheid en het benutten van het vermogen van burgers om zelf hun situatie te verbeteren. Hij stimuleert dat burgers eigenaar zijn van hun vragen op het gebied van zelfredzaamheid, participatie en sociale samenhang. Hij zoekt de optimale balans tussen zelfwerkzaamheid van de burger en interveniëren en weet het nemen van eigen initiatief als professional goed te doseren.
22
Versterken Sociale Netwerken Competentie Verbindt gezamenlijke en individuele aanpak
Toelichting De SWMO verbindt individuele vragen en behoeften met de potenties van vrijwilligers, actieve burgers en organisaties op individueel en collectief niveau. Hij stimuleert hierdoor wederkerigheid, sociale samenhang en de gezamenlijke aanpak van sociale vraagstukken. Hij ondersteunt en coacht actieve burgers en vrijwilligers opdat hun activiteiten een optimaal resultaat hebben.
Werkt samen en versterkt netwerken
De SWMO versterkt netwerken van cliënten en burgers. Hij ontwikkelt en ondersteunt samenwerkingsrelaties van burgers, professionals, verenigingen, ondernemers en beleidsmakers zodat een integrale en doelmatige aanpak gerealiseerd wordt. De sociaal werker heeft een breed netwerk. Hij deelt verantwoordelijkheden, maakt gebruik van deskundigheid van anderen, draagt zijn eigen deskundigheid over en pakt taken op in interdisciplinaire samenwerking
Beweegt zich in uiteenlopende systemen
De SWMO beweegt zich gemakkelijk in de leefwerelden van cliënten en burgers en kan ook goed overweg met partnerorganisaties en beleidsmakers. Hij kan in zijn contacten met burgers, professionals en instanties van perspectief wisselen en culturen en verschillende leefwerelden bij elkaar brengen. Hij kan omgaan met een grote diversiteit aan vragen, aanpakken en oplossingen op het gebied van zorg en welzijn
Doorziet verhoudingen en anticipeert op veranderingen
De SWMO heeft een antenne voor sociale verhoudingen tussen burgers en organisaties. Hij signaleert en herkent mogelijke kansen, problemen en tekorten, waardoor hij preventief en proactief samen met de burger hierop kan inspringen. Hij agendeert tekorten en kansen bij de juiste partijen. Bij dreigende escalatie of acute problemen grijpt hij tijdig in.
Benut professionele ruimte en is ondernemend
De SWMO heeft professionele ruimte optimaal nodig om samen met burgers, organisaties en professionals te ondernemen, te experimenteren en nieuwe mogelijkheden te creëren. Waar professionele ruimte ontbreekt, moet hij deze zien in te nemen. Hij biedt de best mogelijke kwaliteit, handelt oplossingsgericht, flexibel en doelmatig en reflecteert systematisch op zijn handelen. Hij maakt effecten zichtbaar, leert van ervaringen en deelt deze met collega’s en partners
De werkgroep heeft hier niets aan toe te voegen en adviseert gemeenten (onderdelen van) dit competentieprofiel te hanteren bij de opdrachtverstrekking aan professionele aanbieders. Ruimte en vertrouwen zijn daarbij kernwoorden.
Rol van de burger Ook de rol van de burger verandert door het gekanteld denken in het sociaal domein. Aan alle burgers wordt gevraagd verantwoordelijkheid te dragen voor zichzelf, voor de ander en de eigen leefomgeving. Regie te nemen over het eigen leven. Langer zelfstandig te kunnen blijven wonen. Betere deelname en betrokkenheid aan de samenleving. Zelf initiatieven te nemen. Het zijn allemaal veel gehoorde termen.
23
Versterken Sociale Netwerken De mate waarin burgers kunnen, willen of mogen participeren (afhankelijk van capaciteiten en vermogen), wordt goed weergegeven in de zogenaamde participatieladder. Als volgt:
De burger kan haar rol nemen als zij voldoende in haar kracht gebracht wordt door de gemeente. Vertaald naar het thema versterken sociale netwerken betekent dit: Informeren: De gemeente informeert de burger die als consument deze informatie tot zich neemt. Publicaties in kranten, folders en brochures waarin de gewenste mentaliteitsverandering op positieve wijze wordt gecommuniceerd. Raadplegen: De gemeente vraagt de mening van de burger maar hoeft daar geen consequenties aan te verbinden. De burger als klankbord bij bijvoorbeeld een enquête over bereidheid vrijwilligerswerk of sociale samenhang in een wijk. Adviseren: De gemeente vraagt de burger om advies bijvoorbeeld voor het verbeteren van de toegankelijkheid in de wijk. De burger als ervaringsdeskundige. Co-produceren: De gemeente en de burger werken nauw samen in concrete projecten. De burger als actieve partner bij bijvoorbeeld een klussendienst of verbetering van leefbaarheid (onderhoud groen) en veiligheid (goede verlichting, sociale controle ) in de wijk. Meebeslissen: De gemeente vraagt om de mening van de burger én neemt deze mening mee in de besluitvorming. Bijvoorbeeld buurtverenigingen / wijkraden die meedenken over beleid en inrichting van de leefomgeving of buurthulp initiatieven. De burger als medeverantwoordelijke. Zelfbeheer: De burger organiseert en voert zelf projecten uit. Gemeente faciliteert. De burger als planner en uitvoerder. Zoals al eerder beschreven is de mate waarop de burger kan participeren en welke positie de burger inneemt op de participatieladder een kwestie van kunnen en willen bij de burger zelf. Het is echter ook afhankelijk van de ruimte die de burger krijgt van gemeenten om te kunnen klimmen op deze participatieladder.
24
Versterken Sociale Netwerken
Ter illustratie een voorbeeld: In gemeente X komt een aanvraag voor een bouwvergunning binnen om de eigen woning uit te mogen breiden met een extra woongedeelte. Deze extra ruimte is bedoeld voor de oma van het gezin die na het overlijden van opa niet langer zelfstandig kan / wil blijven wonen. Oma wil bij één van de kinderen intrekken maar wel over een eigen leefruimte beschikken. Binnen de afdeling Wmo wordt deze aanvraag met veel enthousiasme ontvangen. Dit is nu precies wat we willen! Mensen bedenken hun eigen oplossing helemaal passend bij het gekantelde denken en willen dit ook nog vanuit de eigen middelen financieren. Eigen kracht op en top! Binnen de afdeling Vergunningen en Ruimtelijke ordening wordt de aanvraag minder enthousiast ontvangen want het is in strijd met het bestemmingsplan. De aanvraag wordt afgewezen….
Geen belemmeringen door eigen regelgeving en bureaucratie. Geef ruimte aan professionals en burgers om te komen met innovatieve initiatieven. Dit is voor gemeenten een belangrijke opgave voor het succesvol implementeren van alle gedane suggesties in deze handreiking. Als we als lokale overheid daadwerkelijk de rol als regisseur willen innemen en de uitvoering (het HOE) willen overlaten aan het samenspel tussen de professionals & vrijwilligers van maatschappelijke organisaties én de burger, dan moeten we als lokale overheid daar ook de ruimte voor bieden! Dat vraagt om vertrouwen en flexibiliteit.
25
Versterken Sociale Netwerken 10. VERVOLGPROCEDURE. Deze handreiking wordt eind oktober 2013 aangeboden aan de projectorganisatie 3D van Holland Rijnland. In Holland Rijnland wordt deze handreiking zowel ambtelijk als bestuurlijk formeel vastgesteld als zijnde voldoende voorgebakken om lokaal af te kunnen bakken. Het is aan de afzonderlijke gemeenten van de Holland Rijnland regio op welke wijze en met welke partners ze invulling gaan geven aan het versterken van sociale netwerken.
26
Versterken Sociale Netwerken BIJLAGEN.
Gemeente
Naam
Functie
Kaag en Braassem
Judith van der Zwaan
Senior adviseur maatschappelijke ontwikkeling en trekker van de werkgroep t/m mei 2013.
Hillegom
Rick Severijns
Beleidsmedewerker maatschappij en trekker van de werkgroep vanaf juni 2013.
Katwijk
Roely Piek
Beleidsmedewerker samenleving
Lisse
Suzanne Boekestijn
Beleidsmedewerker maatschappelijke ontwikkeling
Teylingen
Astrid Fattor
Beleidsmedewerker maatschappelijke ontwikkeling
Kaag en Braassem
Irene Pathuis
Adviseur maatschappelijke ontwikkeling
Vincent Kokke JSO
Adviseurs sociaal domein Dolf Lammerts van Bueren
Hieronder een aantal methodieken, methodes en of instrumenten ter versterking van sociale netwerken. Hier horen een aantal opmerkingen bij: Op vrijwel alle methoden bestaan vele varianten. Een methode koppelen aan een groep is derhalve niet meer dan een theoretisch principe gebaseerd op de uitgangspunten. Het is geen uitputtende lijst met methoden, het is slechts het topje van de ijsberg. Wel zijn te onderscheiden methoden benoemd die voor de verschillende groepen in principe geschikt zijn. Er is in het overzicht geen kostprijs opgenomen van de methodieken, omdat dit afhankelijk is van de aanbieder en de intensiteit van de inzet. Er bleken tijdens de inventarisatie behoorlijke marges te zitten in de kostprijs.
27
Versterken Sociale Netwerken Methodieken/meth ode/ instrumenten
Kenmerken
Min of meer vergelijkbaar
Plaatsing in het kwadrant
1. Eigen Kracht Conferentie
* prof. ondersteuning * aanpak van een probleem * versterken netwerk
- Familie Netwerk Beraden
* prof. of door vrijwilliger ondersteunt * voor kwetsbaren * versterken en uitbreiden netwerk
- Sociale netwerk strategieën (MEE) - Natuurlijk, een netwerk! - Sterk netwerk
* prof. ondersteuning * vorm van begeleiden * vergroten zelfredzaamheid * versterken netwerk * prof. ondersteuning * praktische thuisbegeleiding voor ouders van risicogezinnen * versterken en uitbreiden netwerk * prof. ondersteuning vrijwilligers * Ervaren vrijwilligers bieden ondersteuning aan gezinnen (die daar behoefte aan hebben) met ten minste één kind van 6 jaar of jonger * versterken sociale relaties * prof. en vrijwillige ondersteuning en begeleiding * gebiedsgericht * kwetsbare 70- plussers * verbinden zorg, welzijn, formele en sociale netwerken * afstemmen vraag en aanbod, wederkerigheid
- Maastrichtse Sociaal Netwerk Analyse (MSNA)
˃ probleem/ persoon centraal ˃ bestaand netwerk functioneel maken ˃ doorbreken vraagverlegenheid ˃ persoon centraal ˃ kwetsbaren ˃ bestaand netwerk zo nodig uitbreiden ˃ vraag articuleren ˃ persoon centraal ˃ zeer kwetsbaren ˃ versterken zelfredzaamheid ˃ ouders centraal ˃ kwetsbaren ˃ versterken en uitbreiden netwerk ˃ ouders centraal ˃ versterken sociale relaties ˃ uitvoering door vrijwilligers ˃ persoon centraal ˃ inzet prof. en vrijwilligers ˃ verbinden netwerken ˃ wederkerigheid
Evidence based 2. Netwerkcoach
Persoonlijke benadering
Evidence based 3. Community Support Evidence based 4. Reset (Thuisbegeleiding) Evidence based 5. Home Start
6. Even Buurten (Rotterdam) Innovatief
28
- Doorstart van Humanitas (thuisbegeleiding risicogezinnen door vrijwilligers) - Gezinscoach
- Berkumer Noaber (ouderen voor ouderen) koppelen vitale ouderen aan kwetsbare ouderen
Versterken Sociale Netwerken Methodieken/meth ode/ instrumenten 7. Tijd voor Elkaar Evidence based
8. Buren voor Buren (matchmakers)
9. Psychische problemen in de familie – groepscursus voor mantelzorgers Evidence based 10. Achterhoek Connect Innovatief
11.Buddynetwerk
Kenmerken
Min of meer vergelijkbaar
* prof. ondersteuning * ontwikkelen, versterken of vergroten netwerk * website voor vraag en aanbod in de buurt * wederkerigheid * specifiek betrekken kwetsbare bewoners * werkt aan verzelfstandiging van ontwikkelde netwerken * prof. bemiddelt tussen hulpvragers en vrijwilligers * vrijwilligers komen uit de wijk of zijn reintegranten en kunnen ook leerlingen zijn (maatschappelijke stage) * prof. ondersteuning (vanuit ggz) * lotgenotencontact * versterken en uitbreiden netwerk
* website, zowel openbaar als beveiligde omgeving, in combinatie met PAL4-iPad. * Zorg op afstand en tevens contact met mantelzorg, vrijwilligers, elkaar, etc. * laagdrempelig digitaal platform dat het voor ouderen, zieken en andere kwetsbaren makkelijk maakt deel te nemen aan de digitale wereld, in een beschermde omgeving. * website voor koppeling buddy aan hulpvrager (levensbedreigend of chronisch ziek; dement; eenzaam) * in een aantal gemeenten in Zuid-Holland
29
Plaatsing in het kwadrant ˃ persoon centraal ˃ ontwikkelen, versterken, vergroten netwerk ˃ wederkerigheid ˃ prof. begeleiding naar zelfstandigheid ˃ persoon centraal ˃ prof. begeleiding
- idem voor diverse psychische aandoeningen - Ontmoetingscentrum voor mensen met dementie en hun verzorgers
˃ mantelzorger centraal ˃ prof. ondersteuning ˃ versterken en uitbreiden netwerk ˃ persoon centraal ˃ prof. begeleid
- new@home (integratie jonge nieuwkomers) m.n. in deel Overijssel - Bestbuddies Nederland (koppelen van studentvrijwilliger met iemand van 16 tot 35 jaar met een licht verstandelijke beperking)
˃gericht op verbinden kwetsbare met vitale persoon ˃ kwetsbare persoon centraal
Versterken Sociale Netwerken Methodieken/meth ode/ instrumenten 12. Buurtkracht in Beeld Innovatief Gebaseerd op de Bronmethodiek Evidence based 13. Opzoomeren
Min of meer vergelijkbaar
* prof. ondersteuning * versterken netwerk in de buurt (achterban van organisatie) * website voor matchen vrijwilliger en taak * stimuleren vrijwillige inzet
- Burenhulpservice 2.0 (Vivaan, Veghel) Voor organisaties: - De methode Berkum - De Bijspringer
* Gebied(straat)gericht * Ontwikkelen, versterken en onderhouden sociale netwerken * uitdagen en verleiden * met en zonder prof. begeleiding
- Mensen Maken de Stad (gebiedsgerichte professionele interventie voor opbouwen straatnetwerk en maken straatafspraken) - Burendag Oranjefonds
14. Buurtreminiscentie
* prof. ondersteuning * opbouwen sociale netwerken door delen van verhalen
- narratief werken - Feijenoord Vertelt (SEV)
15. Inspiratieteams (Family Factory) http://www.familyfact ory.nu/voorwie/centra-voorjeugd-en-gezin 16. Zorgvoorelkaar.com
* landelijke organisatie stimuleert en steunt netwerk activiteiten van ouders * in eigen buurt/ via school/kdv * vaak via CJG
* opvoedparty (www.weekvandeopvoeding.nl) * Opvoeden Samen Aanpakken, netwerkgroepen van ‘Mama weet alles’ * Moeders Informeren Moeders * Groeikracht.net
Evidence Based
Faciliteren/Collectieve aanpak
Kenmerken
Innovatief 17. Deeljezorg.nl Innovatief
18. Wehelpen.nl Innovatief
* Online marktplaats voor vrijwillige hulp en prof. zorg waar men direct (zonder tussenpersoon) contact met elkaar kan opnemen * beschikbaar in diverse gemeenten * landelijke website van 13 zorgbelangorganisaties * sociaal netwerk voor informatie- en ervaringsuitwisseling, tips, vragen enz. m.b.t. zorg en welzijn * landelijke website als marktplaats voor het vinden en verbinden, organiseren en delen van hulp, aangevuld met gerichte informatie aan
30
Plaatsing in het kwadrant ˃ kwestie, gebied of organisatie centraal ˃ ontwikkelen, vergroten of versterken netwerk ˃ gebied staat centraal ˃ met en zonder prof. ondersteuning ˃ onderhoud, opbouwen, versterken sociale netwerken in het gebied ˃ groep of gebied staat centraal ˃ prof. ondersteuning ˃ groep staat centraal ˃ gericht op zelfhulp ˃ vergroten netwerk
˃ gericht op hulp ˃ vergroten netwerk ˃ afstemming prof. en vrijwillige hulp ˃ gericht op zelfhulp
˃ gericht op zelf onderlinge hulp organiseren
Versterken Sociale Netwerken Methodieken/meth ode/ instrumenten 19.Lotgenoten.nl
20.Vijf Sterren Dorpen (Drenthe)
Loslaten/ Faciliteren
21. Bewonersinitiatieven
22. Nederlandcares.nl Innovatief
23. Kangoeroewoningen
Kenmerken
Min of meer vergelijkbaar
hulpverleners en hulpbehoevenden * landelijke website * op basis van wederkerigheid ervaringen delen * thematische virtuele lotgenotengroepen * stimulering door uitgave nieuwsbrieven * prof. ondersteuning * gebiedsgericht * versterken onderlinge betrokkenheid en participatie * Uitlokken, stimuleren en/of waarderen van initiatieven van burgers * Eventueel themagerichte uitdagingen/inspiratie * landelijke website voor flexibel vrijwilligerswerk door jonge hoogopgeleide professionals * vrijwilliger kan zich aanmelden voor activiteit * werkt in een beperkt aantal steden * mogelijkheid tot bieden van mantelzorg m.b.v. een geschikte woonvorm (hoofdwoning en buidelwoning) * meest door woningcorporaties aangeboden voorziening
31
Plaatsing in het kwadrant ˃ gericht op zelfhulp
- ABCD methode
˃ gebied staat centraal ˃ prof. ondersteuning ˃ versterken sociale en formele netwerken ˃ thema- of gebiedsgericht ˃ eigen initiatief en zelf doen ˃aanbod mogelijk maken
˃ gericht op zelfhulp ˃ faciliteit voor sociaal netwerk
Versterken Sociale Netwerken Methodieken/meth ode/ instrumenten 24. Herstelwerk of 8fasenmodel Innovatief
Participatiegerichte benadering/ individuele voorziening
25. Wijk en Psychiatrie/ Kwartiermaken Evidence based
26. (Functie) Assertive Community Treatment Evidence based
27. De Alkmaarse Netwerktafel
Kenmerken
Min of meer vergelijkbaar
* prof. ondersteuning * veelal vanuit voorziening (maatsch. opvang) * uitgaan van eigen mogelijkheden en daarbij hulpbronnen zoeken in netwerk * versterken en opbouwen netwerk * wederkerigheid
- Houvast (voor zwerfjongeren) - Krachtwerk (vrouwenopvang) - Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen ( voor mensen met psychosociale beperkingen die door hun beperkingen niet volwaardig mee kunnen doen) - Zorgvernieuwingsproject MSS Eindhoven (combineren inzet kwartiermaken en ervaringsdeskundigen in een wijkgerichte benadering) - Schakels in de Buurt Amersfoort (schakelteam profs uit zorg en welzijn ondersteunen actief burgerschap en vergroten sociale samenhang. Geïntegreerde individuele en wijkgerichte aanpak)
* Prof. ondersteuning / MSS (Maatschappelijk SteunSysteem) * Vergroten en versterken sociale netwerk psychisch beperkten Samenwerking zorg, welzijn en formele netwerken * creëren (infrastructuur voor) ontmoeting en deelname activiteiten op wijkniveau * creëren contact en ondersteunen bij tussen groep onderling en andere wijkbewoners * presentiebenadering * prof. zorgteam (cure & care) en ervaringswerkers * gericht op behandeling mensen met ernstige en langdurige psychische aandoeningen (w.o. zorgmijders) * begeleiden en ondersteunen herstelproces gericht op meedoen * outreachend en eventueel drangdwangmiddelen inzetten * wijkgerichtheid t.b.v. MSS * prof. ondersteuning /MSS * participatie ondersteuning m.n. voor psychiatrisch beperkten * samenwerking voorzieningen en formele netwerken * vraag en aanbod bij elkaar brengen
32
Plaatsing in het kwadrant ˃ prof begeleiding ˃ meestal vanuit een individuele voorziening ˃versterken netwerk
˃ Intensieve prof. begeleiding ˃ meest vanuit individuele voorziening ˃ gericht op participatie en ontwikkelen netwerk
˃ Zeer intensieve prof. begeleiding ˃ meest vanuit individuele voorziening ˃ gericht op participatie en ontwikkelen netwerk
˃ prof. Begeleiding ˃ gericht op participatie
Versterken Sociale Netwerken Methodieken/meth ode/ instrumenten 28. Keyring Innovatief in Nederland
Kenmerken
Min of meer vergelijkbaar
* eigen kracht en wederkerigheid * vangnet van professional * zelfstandig wonen voor mensen met verstandelijke of psychische beperking * men ondersteunt elkaar bij het zelfstandig wonen en met hulp van een vrijwilliger die ook in de buurt woont
33
Plaatsing in het kwadrant ˃ eigen kracht en vrijwilligerswerk ˃ vangnet door prof. ˃ gericht op netwerkontwikkeling en inclusie
Versterken Sociale Netwerken
34
Versterken Sociale Netwerken
35
Versterken Sociale Netwerken
36
Versterken Sociale Netwerken
37
Versterken Sociale Netwerken
38
Versterken Sociale Netwerken
39
Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Schuttersveld 9, 2316 XG Leiden Postbus 558, 2300 AN Leiden Tel. 071 – 523 90 90 Fax. 071 – 523 90 99
[email protected] www.hollandrijnland.net