Schoolgids deel 2 nevenvestiging Theresialyceum 2015-2016
1
Procedures en spelregels Een school is een leergemeenschap met veel leden. Het leren en met elkaar omgaan verloopt soepel en productief, als iedereen zich aan een aantal algemene, elementaire gedragsregels houdt. Wij willen wat dat betreft ons heil niet zoeken in een zeer gedetailleerd reglement, maar in enkele algemene richtlijnen voor wat wij beschouwen als normaal, fatsoenlijk gedrag op onze school, van onze leerlingen, van onze medewerkers en van de school zelf, als instelling. De school kent naast de algemene regels in deze publicatie, een huishoudelijk reglement. Wij verwachten van onze leerlingen dat zij zich in de school en op het schoolterrein respectvol gedragen ten opzichte van hun medeleerlingen en de medewerkers van de school, dat zij dus niet pesten, uitdagen of schelden, ook niet via kanalen als internet en overige sociale media. We verwachten respect van onze leerlingen voor het schoolgebouw en de inventaris. Wij verwachten van onze leerlingen dat zij zich houden aan de gedragsregels die wij stellen in het huishoudelijk reglement. Die regels bevorderen een ordelijke, prettige gang van zaken in de school en wij vragen van al onze medewerkers dat zij toezien op de naleving ervan. Leerlingen kunnen dus door onze medewerkers tot de orde worden geroepen. Als dat gebeurt, dienen zij onmiddellijk gehoor te geven aan die oproep. Wij verwachten dat onze leerlingen hun ouders of verzorgers op de hoogte houden van hun vorderingen op school en dat zij alle lessen en andere schoolactiviteiten bijwonen. Als zij door ziekte of andere oorzaken verhinderd zijn, stellen zij ons daarvan op de hoogte volgens de procedure in het huishoudelijk reglement. De leerlingen mogen van ons, als school, goed onderwijs en betrokken begeleiding verwachten. Onze medewerkers zullen er alles aan doen om de leerlingen adequaat te begeleiden op weg naar hun diploma. De nevenvestiging van het Theresialyceum: locatie Frater van Gemert (hierna: nevenvestiging) staat voor kwalitatief goed onderwijs en onze zorgstructuur waarborgt dat wij onze leerlingen terzijde staan als dat nodig is - daar kunnen wij te allen tijde op worden aangesproken door ouders of leerlingen. Leerlingen en ouders die vragen hebben over dit reglement, geven wij graag een toelichting. Meer gedetailleerde regels zijn te vinden in het huishoudelijk reglement dat wij aan alle leerlingen uitreiken. Artikel 1 1.
Betekenis Het reglement regelt de rechten en plichten van leerlingen van de nevenvestiging van het Theresialyceum aan de Schout Backstraat.
Artikel 2
Begrippen In dit leerlingenstatuut wordt bedoeld met: Leerlingen: alle leerlingen die bij een school staan ingeschreven Ouders: ouders en wettelijke verzorgers van leerlingen Personeel: al degenen die op arbeidsovereenkomst aan de school verbonden zijn en degenen die ingeleend worden van derden Docenten: personeelsleden met een onderwijsgevende taak, daaronder mede begrepen eventuele aanstaande docenten, die als stagiaires in de school lesgeven OMO: de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs De school: school of instelling waaraan de rector door de raad van bestuur is benoemd, hier Theresialyceum / Theresialyceum locatie Frater van Gemert Raad van Bestuur: bevoegd gezag van de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs Locatiedirecteur: de gevolmachtigde leidinggevende van het Theresialyceum, locatie Frater van Gemert 2
Directie: rector en/of locatiedirecteur en/of conrector van het Theresialyceum Rector: de persoon die door de raad van bestuur is benoemd als eindverantwoordelijk schoolleider Leerlingenraad: een leerlingenraad is een raad die bestaat uit de door leerlingen gekozen of benoemde vertegenwoordigers. Een leerlingenraad behartigt de belangen van leerlingen. De leerlingenraad is bevoegd om - gevraagd en ongevraagd - advies uit te brengen aan de medezeggenschapsraad, met name over zaken die leerlingen direct aangaan Ouderraad: een ouderraad bestaat uit ouders die op basis van vrijwilligheid en op verzoek van de school hand- en spandiensten verrichten ten behoeve van de school en haar leerlingen Klassenvertegenwoordiger: een periodiek door de leerlingen van elke klas te kiezen vertegenwoordiger van de leerlingen van die klas Medezeggenschapsraad: het vertegenwoordigend orgaan van het Theresialyceum, als bedoeld in artikel 3 van de Wet medezeggenschap op scholen (stb 2006, 658) Deelraad: het vertegenwoordigend orgaan van de nevenvestiging, als bedoeld in artikel 20 juncto artikel 3 van de Wet medezeggenschap op scholen. Geleding: de volgende groepering binnen de school: personeel, leerlingen en ouders Mentor/klassendocent: docent, aangewezen om een leerling of groep leerlingen gedurende het schooljaar te begeleiden PTA: programma van toetsing en afsluiting WVO: wet op het voortgezet onderwijs Coördinerend docent: personeelslid met verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor de gang van zaken binnen een team Vertrouwenspersoon: medewerker met een specifieke taak voor opvang van leerlingen met persoonlijke problemen Inspectie: de inspectie, die op basis van de Wet op het Onderwijstoezicht belast is met het toezicht op het voortgezet onderwijs Artikel 3 1. 2. 3.
4
Het volgen van onderwijs op grond van de Leerplichtwet De leerling is verplicht alle onderwijsactiviteiten te volgen. Ongeoorloofd verzuim kan leiden tot disciplinaire maatregelen. Leerlingen hebben in bepaalde gevallen, ter beoordeling van de locatiedirecteur, recht op verlof buiten de vakantieperiodes. Dit verlof moet schriftelijk worden aangevraagd. Een leerling die de voortgang van de les verstoort, kan door de docent gedwongen worden de les te verlaten en dient zich te melden bij een daartoe aangewezen persoon. Een leerling die zijn leermiddelen, als bijv. boeken niet bij zich heeft, kan om die reden de toegang tot de les worden ontzegd.
3
5.
6.
Artikel 4 1.
2. 3.
4.
5.
6.
7.
8.
Als een leerling ziek/verhinderd is, melden de ouders hem/haar telefonisch af bij de school (tussen 08.00 uur en 08.30 uur). Wanneer een afmelding achterwege blijft, neemt de school contact op met de ouders. Te laat komen: Te laat komen kan leiden tot disciplinaire maatregelen Ongeoorloofd verzuim of te laat komen wordt gezien als spijbelen en wordt gemeld bij de leerplichtambtenaar. Onderwijstoetsing Toetsing van de leerstof kan op twee verschillende wijzen geschieden a. door oefentoetsen; een oefentoets is uitsluitend bedoeld om de leerling en de docent inzicht te geven in hoeverre de leerling lesstof begrepen en geleerd heeft. De oefentoets kan ook onverwacht worden gehouden, van oefentoetsen wordt het cijfer niet meegeteld voor het rapport. b. door beoordelingstoetsen; daartoe behoren o.a.: overhoringen, schriftelijk dan wel mondeling proefwerken werkstukken/spreekbeurten/practica boekverslagen gymnastiek opdrachten Van een cijfer dat het resultaat is van een af te nemen beoordelingstoets wordt van tevoren meegedeeld hoe zwaar deze meetelt voor de vaststelling van het rapportcijfer. Een proefwerk wordt ten minste één week van tevoren opgegeven. Een proefwerk kan alleen lesstof omvatten, die doorgaans niet korter dan een week voordat het proefwerk plaatsvindt, is behandeld. Een leerling hoeft niet meer dan twee proefwerken per dag te maken. Indien er zich bijzondere omstandigheden voordoen, welke door de locatiedirecteur, gemotiveerd worden aangegeven, kan hiervan worden afgeweken. Bijzondere omstandigheden zijn bijv. schoolexamens en proefwerkweken. Een docent beoordeelt een afgenomen beoordelingstoets binnen twee weken nadat deze is afgenomen, tenzij er zich bijzondere omstandigheden voordoen, dit ter beoordeling van de locatiedirecteur. De normen voor de beoordeling worden in gezamenlijk overleg binnen de vaksectie vastgesteld. Een leerling heeft het recht op inzage in en bespreking van zijn beoordelingentoets. Indien een leerling het niet eens is met de beoordeling van een toets tekent hij eerst bezwaar aan bij de docent. Blijkt dit niet mogelijk of levert dit geen bevredigend resultaat op dan kunnen achtereenvolgens de mentor en het daartoe door de locatiedirecteur aangewezen personeelslid worden ingeschakeld. Deze zullen elk binnen vijf werkdagen reageren. Van werkstukken, spreekbeurten of practica dient van tevoren schriftelijk bekend te zijn aan welke normen deze moeten voldoen, wanneer ze gereed moet zijn en welke sancties er staan op het niet of te laat verzorgen resp. inleveren ervan. Bij inleveren van de werkstukken, boekverslagen en dergelijke welke betrekking hebben op het schoolonderzoek of het examen geeft de docent een ontvangstbewijs aan de leerling. Ook de school c.q. de docent registreert. Als een leerling geoorloofd afwezig is bij het afnemen van een toets, ter bepaling van de locatiedirecteur, wordt de leerling in de gelegenheid gesteld deze toets alsnog te maken. De leerling neemt hiervoor zelf het initiatief. Zodra de leerling weer op school is, maakt hij een afspraak met de betreffende docent om de toets binnen een week in te halen. Als een leerling ongeoorloofd afwezig is geweest bij het afnemen van een toets wordt voor die toets het cijfer één toegekend. Als een leerling een werkstuk te laat inlevert zonder geldige reden dan wordt voor dat werkstuk het cijfer één toegekend. 4
Artikel 5 1.
2. 3.
Artikel 6 1.
2.
Artikel 7 1.
2.
3. 4. 5.
Rapporten De te hanteren berekeningswijze van de rapportcijfers dient voor elk vak aan het begin van het schooljaar voor alle rapporten van dat jaar aan de klas te worden meegedeeld. Een rapportcijfer mag niet op grond van slechts één beoordelingstoets worden vastgesteld. Afwijking geschiedt in overleg met de locatiedirecteur. Indien de leerling, de ouders of de docenten dit wenst/wensen wordt het rapport besproken. Overgaan en zittenblijven De normen waaraan een leerling moet voldoen om toegelaten te worden tot een hoger leerjaar dienen aan het begin van het schooljaar duidelijk te worden aangegeven. Het is niet mogelijk dat een leerling twee keer in een zelfde leerjaar blijft zitten. Hij/zij zal de school dan moeten verlaten. Uitzonderingen ter bepaling door de locatiedirecteur bijv. bij langdurige ziekte. Schoolkrant De locatiedirecteur stelt indien een schoolkrant aanwezig is in overleg met de redactie van de schoolkrant een redactiestatuut vast, waarin onder meer de mate van verantwoordelijkheid van de redactie voor de inhoud van de schoolkrant en de faciliteiten daarvoor worden geregeld. De locatiedirecteur kan de publicatie van een nummer van de schoolkrant of een deel daarvan verbieden indien dit in strijd met de grondslag of doelstelling van de school, een discriminerende of beledigende inhoud bevat dan wel iemands privacy schaadt. De schoolkrant is bestemd voor iedereen die bij de school betrokken is. Iedereen die bij de school betrokken is heeft recht bij de redactie kopij aan te bieden. De redactie, bestaande uit personeelsleden en leerlingen, is verantwoordelijk voor de inhoud van de schoolkrant en behoudt zich het recht voor aangeboden kopij te weigeren c.q. in te korten.
Artikel 8
Mededelingenbord Er is een mededelingenbord waarop de deelraad en de schoolkrantredactie, zonder toestemming van de locatiedirecteur mededelingen en affiches van nietcommerciële aard kunnen ophangen, tenzij de inhoud daarvan redelijkerwijs in strijd geacht kan worden met de grondslag of doelstelling van de school, er sprake is van uitlatingen van discriminerende of beledigende aard of schending van iemands privacy. Na toestemming van de locatiedirecteur heeft ook de individuele leerling het recht mededelingen op het mededelingenbord te hangen.
Artikel 9 1.
Gedragsregels Algemeen: a. De leerling houdt zich in het gebouw van de instelling en de daaraan verbonden terreinen en op het praktijk/stageadres aan de voorschriften die voor de instelling en het praktijk/stageadres gelden. b. Elke leerling wordt geacht bij te dragen aan een prettige en veilige sfeer op de instelling en op het praktijk/stageadres. c. Elke leerling wordt geacht zich te houden aan de regels en voorschriften zoals vermeld in het huishoudelijk reglement en elders. d. Als het bezit van wapens/drugs geconstateerd wordt heeft dat disciplinaire maatregelen tot gevolg. e. De locatiedirecteur behoudt zich het recht voor samen met de leerling de inhoud van zijn/haar tas en/of kluisje en/of kleding te inspecteren op verboden bezit. 5
f.
2.
3.
Artikel 10 1. 2.
3. 4. 5.
6.
7.
8.
Het is toegestaan binnen het gebouw controles uit te voeren. Door en op last van het bevoegd gezag kunnen ook kleding, kluisjes en andere eigendommen op verboden bezit gecontroleerd worden, dus ook door de politie. g. De school is niet aansprakelijk voor diefstal van of schade toegebracht aan eigendommen van leerlingen. Wangedrag Bij wangedrag kan de locatiedirecteur, afhankelijk van de aard van de overtreding, het besluit nemen over te gaan tot een schorsings- of verwijderingsprocedure. Strafbare feiten in en rond de school of in relatie met de school worden altijd gemeld bij de politie. De politie bekijkt wat de aard is van het strafbaar feit om vervolgens te bepalen wat de consequenties zijn. Er worden daarnaast maatregelen genomen door de locatiedirecteur en ouders worden geïnformeerd. Straffen Een straf dient om een leerling tot het inzicht te laten komen dat hij fout is geweest en heeft tot doel het gedrag te verbeteren. Bij het opleggen van een straf dient een redelijke verhouding te bestaan tussen de strafmaat en de ernst van de gedraging. Ook dient er zo mogelijk een relatie te bestaan tussen de aard van de gedraging en de soort straf. Het moet duidelijk zijn voor welke gedraging de straf gegeven wordt. Bij de praktische uitvoering van een straf dient met de mogelijkheden van de leerling rekening te worden gehouden. Bij verwijdering uit de les gaat de leerling naar de Time-Out. De docent zorgt eventueel in overleg met de mentor voor adequate maatregelen. Is de mentor afwezig dan kan de coördinerend docent de rol van de mentor overnemen. Schade / vermissing Verstandig omgaan met eigendommen voorkomt problemen: Voor opzettelijk aangerichte schade aan gebouwen, meubels, gereedschappen, enz., zal de leerling aansprakelijk worden gesteld. Op het vernielen van schooleigendommen of spullen van medeleerlingen volgen disciplinaire maatregelen; Speciaal voor het opbergen van schadegevoelige en waardevolle eigendommen zijn op school garderobekastjes aanwezig. Tegen een geringe vergoeding kunnen leerlingen via de conciërge een kastje huren; Fietsen, bromfietsen en andere persoonlijke bezittingen zijn niet door de school verzekerd. Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen bezittingen. De school is nimmer aansprakelijk voor schade aan of vermissing van eigendommen van de leerling. Overtreden van regels: De leerling volgt de aanwijzingen op van de leden van het personeel en gedraagt zich volgens de regels. Indien dit niet gebeurt, kan de docent of coach de leerling een straf opleggen; Indien de leerling van mening is dat hij/zij ten onrechte of onredelijk zwaar gestraft is dan kan hij/zij zich wenden tot de locatiedirecteur, die in overleg met de strafoplegger uiteindelijk beslist. Schorsing: a. De instelling kan de leerling gedurende een periode van maximaal één week met opgave van redenen schorsen. b. Hangende het overleg met de leerplichtambtenaar omtrent definitieve verwijdering kan worden besloten de leerling te schorsen. c. Een besluit tot schorsing wordt schriftelijk bij aangetekend schrijven aan de leerling en aan de ouders meegedeeld, onder vermelding van de motivering en de duur van de schorsing. 6
9.
10.
Artikel 11 1.
2.
3.
Tevens wordt verwezen naar bezwaarmogelijkheid en OMO reglement bezwaar en beroep in leerlingzaken. (zie artikel 13 hierna) Een schorsing die langer duurt dan één dag wordt met opgaaf van reden gemeld bij de Onderwijsinspectie. Verwijdering: De inschrijving van de leerling kan door de locatiedirecteur van de instelling, met inachtneming van het bepaalde in artikel 14 van het inrichtingsbesluit WVO worden beëindigd indien: a. De leerling, ondanks de aangeboden studiebegeleiding, blijk geeft van een gebrek aan studievorderingen. De leerling en de ouders zijn daar minimaal twee keer schriftelijk en tijdig over geïnformeerd. De locatiedirecteur heeft de inspanningsverplichting de leerling naar een andere, meer passende opleiding te begeleiden, waaronder ook een ander schooltype kan worden verstaan. Een leerling wordt op grond van onvoldoende vorderingen niet in de loop van een schooljaar verwijderd. b. De leerling met regelmaat de voorschriften van de instelling overtreedt, nadat de leerling en de ouders reeds schriftelijk zijn gewaarschuwd en zijn gewezen op de mogelijke consequenties van zijn/haar handelen of nalaten. c. De leerling met regelmaat de onderwijsactiviteiten volgens het vastgestelde rooster, zonder toestemming van de instelling, niet volgt, nadat de leerling en de ouders reeds schriftelijk zijn gewaarschuwd en zijn gewezen op de mogelijke consequenties van zijn/haar handelen of nalaten. d. De leerling zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig wangedrag. Procedure verwijdering: a. Het voornemen tot definitieve verwijdering wordt aan de leerling en, als de leerling minderjarig is, aan de ouders, gemotiveerd bij aangetekend schrijven medegedeeld. b. De leerling en zijn/haar ouders worden door de locatiedirecteur in de gelegenheid gesteld om binnen 10 werkdagen na dagtekening van het voornemen tot verwijdering hun zienswijze daarop kenbaar te maken. Wanneer zij van deze mogelijkheid gebruik wensen te maken dienen zij dit binnen 5 werkdagen na dagtekening van het voornemen schriftelijk bij de locatiedirecteur kenbaar te maken. c. Binnen 15 werkdagen na dagtekening van het voornemen tot verwijdering verzendt de locatiedirecteur van de instelling gemotiveerd bij aangetekend schrijven haar besluit aan de leerling en, als de leerling minderjarig is, aan diens ouders. Tevens wordt verwezen naar bezwaarmogelijkheid en OMO reglement bezwaar en beroep in leerlingzaken (zie artikel 13 hierna) d. De directie van de school kan de leerling gedurende de behandeling van het bezwaar tegen een besluit tot definitieve verwijdering de toegang tot de school ontzeggen. Klachtenafhandeling betreffende algemene klachten Klachten omtrent het leerlingenstatuut of klachten omtrent gedragingen en/of beslissingen van de locatiedirectie en/of het personeel kunnen, tegen iedereen, zowel mondeling als schriftelijk worden geuit. Diegene die de klacht heeft ontvangen komt de verantwoordelijkheid toe hier wat mee te doen. Levert dit geen bevredigend resultaat op dan kan de klacht schriftelijk worden neergelegd bij de locatiedirecteur. De locatiedirecteur zorgt ervoor dat de schriftelijke klacht op een behoorlijke manier en binnen redelijke termijn wordt afgehandeld. Het uitgangspunt hierbij is dat de klacht, in eerste instantie, wordt afgehandeld door de beklaagde. Indien dit niet mogelijk is, wordt de klacht door de locatiedirecteur afgehandeld. Bij de behandeling van klachten wordt er voldoende informatie aan de klager verstrekt, wordt de klager in de gelegenheid gesteld zijn of haar klacht toe te lichten, kan er eventuele informatie aan derden worden gevraagd. 7
4.
5. 6.
7.
8.
Artikel 12 1.
2. 3.
Artikel 13 1.
2.
3.
Artikel 14
Afronding van een schriftelijke klacht geschiedt door een schriftelijke gemotiveerde mededeling van de locatiedirecteur aan de klager. Hierin licht de locatiedirecteur zijn bevindingen en conclusies omtrent de klacht toe. Indien de klacht door bemiddeling is opgelost, wordt aangegeven op welke wijze dat geschiedt. Indien de klacht niet in deze voorfase is opgelost, kan de klacht worden voorgelegd aan de OMO klachtencommissie. Bij alle overige klachten betreffende algemene klachten is de OMO klachtenregeling van toepassing. Als lid 1 tot en met 4 zijn doorlopen staat de gang naar de klachtencommissie open. De klachtenregeling OMO kan worden opgevraagd bij de locatiedirecteur dan wel is te raadplegen op de website van het Theresialyceum. (www.theresialyceum.nl) Bij klachten die betrekking hebben op persoonlijke integriteit, te weten seksuele intimidatie, agressie, geweld (waaronder pesten) en discriminatie is dit artikel niet van toepassing. Deze klachten worden behandeld op de manier zoals staat beschreven in artikel 12 van dit leerlingenstatuut. Bij klachten die betrekking hebben op toelating, bevordering/afwijzing tot een volgend leerjaar, schorsing, definitieve verwijdering van leerlingen en onregelmatigheden bij het eindexamen is dit artikel niet van toepassing. Deze klachten worden behandeld op de manier zoals staat beschreven in artikel 13 van dit leerlingenstatuut. Klachtenafhandeling betreffende persoonlijke integriteit (ongewenst gedrag) Bij klachten die betrekking hebben op persoonlijke integriteit, te weten seksuele intimidatie, agressie, geweld (waaronder pesten) en discriminatie treedt de OMO regeling ter voorkoming van seksuele intimidatie, agressie, geweld (waaronder pesten) en discriminatie in werking. De vertrouwenspersoon van de Onderwijsgroep Tilburg is hierbij het eerste aanspreekpunt en begeleidt de klager bij het volgen van deze procedure. De regeling ter voorkoming van seksuele intimidatie, agressie, geweld (waaronder pesten) en discriminatie OMO kan worden opgevraagd bij de locatiedirecteur dan wel is te raadplegen op de website van het Theresialyceum (www.theresialyceum.nl). Klachtenafhandeling betreffende leerlingenkwesties Bij klachten die betrekking hebben op toelating, bevordering/afwijzing tot een volgend leerjaar, schorsing, definitieve verwijdering van leerlingen en onregelmatigheden bij het eindexamen treedt het OMO reglement bezwaar en beroep in leerlingenzaken in werking. De bezwaartermijn bedraagt voor besluiten met betrekking tot schorsing en bevordering (en afwijzing tot een volgend leerjaar) 1 werkweek en met betrekking tot toelating en (definitieve) verwijdering 6 werkweken na dagtekening van het primaire besluit. Bij een genomen besluit, of niet tijdig genomen besluit omtrent zaken uit lid 1wordt bezwaar gemaakt bij de rector. Dit geschiedt op de wijze zoals staat beschreven in artikel 4 van het OMO reglement bezwaar en beroep in leerlingenzaken.
Privacybescherming: a. Door de instelling worden ten behoeve van het begeleiden en volgen van het leerproces gegevens van de leerling vastgelegd in het leerlingenregistratiesysteem b. Bij de bescherming van de privacy volgen we de richtlijnen van het bestuur. Deze zijn opgenomen in het “privacyreglement Ons Middelbaar Onderwijs” (8 juli 2003). 8
c.
d.
Artikel 15 1.
2.
De leerlingenregistratie is alleen toegankelijk voor daartoe bevoegde personen. Behoudens voor zover dit blijkt uit enige wettelijke verplichting dan wel met de nadrukkelijke toestemming van de locatiedirecteur, de leerling en ouders/ verzorgers hebben derden geen toegang of inzage in de leerlingengegevens. Behoudens wettelijke voorschriften worden de gegevens over een leerling vernietigd, nadat de leerling de school heeft verlaten.
Slotbepaling In gevallen waarin dit reglement niet voorziet en voor zover het de rechten en plichten van de leerlingen betreft, beslist het bestuur OMO in de geest van dit reglement. Het reglement wordt vastgesteld door het bevoegd gezag en behoeft de instemming van de leerlingen- en oudergeleding van de deelraad. 30 januari 2015 J. van Emden directeur nevenvestiging Theresialyceum
9