In deze uitgave o.a.: VOC Symposium 2012 Non Source Operations Tankontwikkelingen : Rusland
1 CIMIC-bataljon Jaargang 73 - uitgave 331 nummer 2 - 2012
Wmr Adriaansen - Engelandvaarder
VIDEO-OBSERVATIE Video-observatie is niet meer weg te denken uit onze samenleving. Er is steeds meer behoefte aan video-observatie oplossingen zowel in tijdelijke als permanente situaties. Video-observatie als ondersteuning voor de handhaving van openbare orde en veiligheid. Heijmans heeft een aantal oplossingen, die uitermate geschikt zijn voor de inzet bij evenementen, openbare orde vraagstukken, en wegwerkzaamheden. Deze oplossingen zijn voornamelijk gebaseerd op draadloze video overdracht en zijn geschikt voor inbouw in voertuigen en motoren. Voor de Inframarkt heeft Heijmans een camera ontwikkeld die onder alle omstandigheden maximale prestaties kan leveren. De camera is een samenstelling van een professionele videocamera ondergebracht in een zeer hoogwaardige buitenbehuizing. Deze Infracamera is uitermate geschikt om toe te passen zowel als observatie camera (bv. bij spits of plusstroken) en als incident management camera. Deze oplossing leent zich ook uitstekend voor de observatie van bedrijventerreinen en binnensteden.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Anthony Elbers 06-54982293 Heijmans Communicatie & Beveiliging, Postbus 498, 5600 AL Eindhoven Kijk op www.heijmans.nl of bel 040 295 7100
High End Security: Voor de High End Security markt heeft Heijmans diverse Security oplossingen zoals een volledig stand Alone Thermische camera geschikt voor onder andere Defensie doeleinden. Deze totaaloplossing bestaat uit een bestuurbare thermische camera op een kantelbare mast van minimaal 6 meter en heeft een interne stroomvoorziening goed voor tenminste 25 dagen. De mast is ook voorzien van de laatste technische ontwikkelingen op het gebied van draadloze video overdracht. UMTS (Universal Mobile Telecommunications System) COFDM (Coded Orthogonal Frequency Division Multiplexing) en Satelietverbindingen of een combinatie hiervan behoren tot de mogelijkheden. De video streams zijn encrypted zodat meekijken onmogelijk wordt gemaakt. Door deze verschillende technieken te combineren ontstaat een hightech Security oplossing die uitermate geschikt is voor de beveiliging van uitgestrekte gebieden en/of grote periferieën van risico-objecten.
VOC-Mededelingen verschijnt 1 x per kwartaal
Inhoudsopgave
Ereleden
Blauw-witte artikelen zijn vaste rubrieken
oud-res-lkol J. Moes, oud-res-maj E.J. Vinkhuyzen, oud-res-elnt ir. J.J. Heyse, bgen b.d. J.M.A. Thomas, lgen b.d. A.J.G.M. Blomjous, res-ritm jhr. ir. M.O.M. van der Goes.
Van de redactie
4
Dagelijks bestuur
Van de Wapenoudste
5
VOC symposium ‘The Capability Gap’
6
genm b.d. jhr. J.H. de Jonge oud-res lkol mr. D. van Zuidam res-elnt drs. R.J. Groot res-elnt mr. C.D.J. Bijleveld ritm b.d. G.H. Snellen lkol b.d. D.G.G.M. Alexander ritm L.J.J. Reinders maj. b.d. N.H. Hoogsteder cad-sgt J. Okker lkol D.M. Brongers oudres-ritm drs. J.M.S. van Griethuysen
voorzitter vice-voorzitter secretaris penningmeester ledenadministratie bestuurslid bestuurslid bestuurslid toehoorder bestuur toehoorder bestuur toehoorder bestuur
Foto impressie VOC symposium
12
50 jaar Nederlandse Cavalerie in Duitsland
15
Non Source Operations
21
Tankontwikkelingen in Rusland
25
res-elnt drs. R.J. Groot, Graaf Florislaan 64, 1405 BW Bussum, T 06 - 53408840 - E
[email protected]
1 CIMIC Bataljon: Interview met de BC
29
Ledenadministratie, aanmelding lidmaatschap
1 CIMIC Bataljon: Inlichtingen
30
1 CIMIC Bataljon: PsyOps
34
1 CIMIC Bataljon: Civil Administration
37
Sjef Adriaansen: Engelandvaarder
40
Te paard de oorlog in?
44
1812 - In de voetstappen van Napoleon
46
Secretariaat
ritm b.d. G.H.Th. Snellen, Acaciastraat 4, 4921 MA Made, E
[email protected], Rekeningnummer 159555 t.n.v. VOC te Bussum. De leden wordt verzocht aan dit adres opgave te doen van adreswijzigingen, benoemingen, bevorderingen, onderscheidingen, eervolle ontslagen enz. Inloggegevens voor het besloten (alleen leden) deel van de website kunnen alhier worden opgevraagd onder vermelding van uw naam, rang en geboortejaar.
Redactie kol S.M.M. van Hoof lkol D.M. Brongers lkol b.d. E. Westerhuis maj T.J.H.L.M. Van Rijckevorsel maj H. Plakke res-maj F. Koolhof tlnt H.C.J. van Vulpen hr Dennis Boom
voorzitter redactie vice-voorzitter redactie eindredactie redactielid redactielid redactielid redactielid fotograaf
De redactie dringt er bij de scribenten op aan de kopij en bijbehorende foto’s elektronisch (min. 300 dpi) aan te leveren. Overname artikelen - met bronvermelding - is toegestaan.
Commerciële exploitatie Green Paper Association, Hr. J.J. Akkerman, Reijnier Vinkeleskade 14 B, 1071 SP Amsterdam, T 06 - 53 56 95 50, E
[email protected]
Mededelingen 50 74e Algemene Ledenvergadering
51
Operatie Sprong Voorwaarts
52
Regelmatig Terugkerende Bijeenkomsten
53
VOC-activiteitenkalender 54 Personeelsmutaties 55
Het adverteren door bedrijven in de VOC Mededelingen houdt niet in dat deze bedrijven automatisch de voorkeur hebben bij het verwerven van producten/diensten door het ministerie van Defensie.
Overlijdensberichten 55
Redactieadres lkol b.d. E. Westerhuis - Sprielderhout 36 - 3881 PT Putten tel : +31 341 266630 - e-mail :
[email protected] of
[email protected] - website : www.voc-cavalerie.nl E
[email protected] Vormgeving Druk Coverfoto Achterblad
DRUK Concept & Design - drukvooru.nl Practicum - Soest - www.practicum.nl T-90 MS ‘Tagil’ - Rusland Non Source Operations - 103 Verkesk
Kopij voor het volgende nummer inzenden voor 1 augustus 2012 3
Van de Redactie
Buiten-gewone tijden Zoals in de vorige uitgave aan de orde kwam, blijkt de cavalerieofficier een alleskunner te zijn. En we raakten afgelopen kwartaal ook bekend met een term van deze tijd : de Capability Gap. In deze uitgave blikken we op het betreffende symposium terug en we voegen nog een relatief nieuw begrip als hoofdthema toe : de ‘niet-letale effectbrengers’. Het is goed mogelijk dat u nog niet bekend bent met dit
scheidene mensen uit zijn eenheid aan het woord, zoals
begrip, maar een groeiend aantal van onze ‘alleskun-
de S2, PSYOPS (Psychological Operations) en het reser-
ners’ beweegt zich al enige tijd binnen dit element van
vistennetwerk Civil Administration.
de krijgsmacht. In deze uitgave schijnen wij daarom een
Buitengewone ontwikkelingen in buiten-gewone tijden.
licht op dit nog onderbelichte maar groeiende organisa-
Dan is het prettig en vertrouwd om dit in balans te bren-
tieonderdeel 1 CIMIC bataljon. De C-OOCL (Operationeel
gen met meer herkenbare onderwerpen uit de wereld
Ondersteunings Commando Land) brigadegeneraal
van de ‘letale effectbrengers’. Zo vindt u, naast een aan-
Maijers gaf in de commando-overdracht van het bataljon
tal terugkerende rubrieken, een beschouwing over de
in oktober 2011 aan dat het 1 CIMIC bataljon (vooralsnog)
tankontwikkelingen in Rusland, m.n. over de moderne
de enige organisatie binnen de KL is die mag uitbreiden
T-90 gevechtstank en deel 2 van ‘50 jaar Nederlandse
binnen zowel de beroeps- als de reservecomponent.
Cavalerie in Duitsland’.
Een interessante ontwikkeling voor onze alleskunnende cavalerieofficieren om hun window of opportunity voor
In het kader van de jaarlijkse mei-herdenkingen schen-
een nieuwe functie te verkennen en te verruimen.
ken we aandacht aan het indrukwekkende verhaal van wachtmeester Sjef Adriaansen, Engelandvaarder, verzets-
De beleidsbrief van minister Hillen over de bezuiniging
strijder en geheim agent tijdens de Tweede Wereldoorlog.
dreunt dieper en dieper door binnen de KL en er wordt
Verder heeft onze redacteur Henk-Jan van Vulpen de
intensief inspanning geleverd door het CLAS (Comman-
oud-reserve ritmeester jonkheer Willem Clifford Kocq van
do Landstrijdkrachten) om dit voor de militair ingrijpende
Breugel geïnterviewd. Hij vertelt ons over zijn belevenis-
proces zo effectief en zorgvuldig mogelijk vorm te geven.
sen met het Tweede Eskadron Pantserwagens Landsverk
Een boeiende keuze die C-LAS luitenant-generaal De
M38 tijdens de meidagen van 1940.
Kruif in dit traject heeft gemaakt, is om een beroep te doen op de inzet van reservisten die vanuit hun civiel
Al met al is dit een uitgave met de bedoeling om ons al-
specialisme op allerlei niveaus een rol hebben in het
ler blikveld verder te verruimen.
transitieprogramma. Ook in dit programma is een aantal
Het zou in deze buiten-gewone tijden kunnen bijdragen
van onze cavalerieofficieren (beroeps én reserve) aan
aan uw proces om een situationeel bewustzijn te ont-
het werk. Het 1 CIMIC bataljon is de hofleverancier van
wikkelen en een effectieve SWOT-analyse op te stellen,
de hierbij betrokken reservisten.
zowel ten gunste van het wapen der cavalerie als voor
In deze uitgave een interview met de bataljonscomman-
u als cavalerist in het bijzonder. Voelt u zich dan gerust
dant, luitenant-kolonel Jan Vonk en ook laten we ver-
geroepen deze inzichten met ons te delen.
4
Van de Wapenoudste
Evenementen
De vereniging kijkt in het eerste kwartaal van dit jaar terug op twee geslaagde grootscheepse evenementen. In Soesterberg troffen vele leden en externe genodigden elkaar op het jaarlijkse VOC symposium. De opkomst was hoger dan ooit en gedurende de hele dag werden vakinhoudelijke inzichten gedeeld en bediscussieerd.
De voorzitter met het nieuwe VOC Erelid Maurits van der Goes
Zoals verwacht waren het met name jonge en veelal nog actief dienende officieren die ingeschreven hadden. Maar ook reservisten en oud-officieren mengden zich volop in de gesprekken die plaats vonden in syndicaatsverband zowel als plenair. In april zagen veel leden elkaar tijdens de Algemene Vergadering van de vereniging. Het werd gehouden in ’s Hertogenbosch en wij konden aldaar genieten van Brabantse gastvrijheid waar de ons ontvangende wethouder van Olden, lid der vereniging, het prachtige stadhuis open stelde voor de bijeenkomst. Nu waren het met name de oudere leden die zich aangemeld hadden. Ter vergadering stemden de leden in met het voorstel om aftredend ondervoorzitter reserve-ritmeester jhr. ir. M.O.M. van der Goes te benoemen tot Erelid. Dit was niet geheel verrassend voor hen die enigszins op de hoogte waren van de enorme staat van dienst van Maurits. Niet alleen twintig jaar de vereniging gediend in diverse bestuursfuncties maar in die periode kwamen
“Eenieder heeft al langere tijd kunnen constateren dat het blad aantrekkelijker is geworden...” ook vele initiatieven van zijn hand. Wij hebben veel aan hem te danken, hetgeen nu vastgelegd is in dit erelidmaatschap. De Erepenning van de VOC werd ter vergadering uitgereikt aan luitenant-kolonel D.M. Brongers vanwege zijn langdurige en grote inzet in de dagelijkse leiding van de redactie van het blad Mededelingen. Eenieder heeft al langere tijd kunnen constateren dat het blad aantrekkelijker is geworden op allerlei terrein. Maar ook de betaalbaarheid van het blad is door zijn initiatieven aanmerkelijk verbeterd. De penning bevat de woorden ‘Initiatief & Vasthoudend’. Tenslotte stemde de vergadering in met de samenstelling van het nieuwe Bestuur waarvan u de namen aantreft in de colofon op bladzijde 3.
5
VOC symposium ‘The Capability Gap’ Majoor Erik Douze Op vrijdag 9 maart 2012 vond in het Officierscasino te Soesterberg het jaarlijkse VOC Symposium plaats. Thema was hoe het gemis van de Leopard-2 gevechtstank binnen de Nederlandse krijgsmacht te compenseren. Onder leiding van de dagvoorzitter kolonel Gerard Koot werd het een bijzonder geslaagde en geanimeerde bijeenkomst. De foto’s van deze dag zijn van oud-reserve eerste luitenant Erik Attema. ‘Chatham House Rules’ Hebben we wel een ‘capability gap’? Een kleine groep mensen is bezig geweest om inzicht te krijgen in welke tactische situaties onze troepen in toekomstige operatiegebieden problemen krijgen door het gemis van een tankcapaciteit. Ook probeerden zij antwoord te krijgen op de vraag of er systemen zijn die deze tankcapaciteit kunnen compenseren. TNO stelde voor een zogenaamde Concept Development and Assessment Game (CDAG) toe te passen om deze vraag te kunnen beantwoorden. Deze bijdrage aan VOC mededelingen beschrijft de uitvoering en uitkomsten van het symposium. Hierin gaf commandant landstrijdkrachten luitenant-generaal de Kruif zijn visie over de ‘capability gap’. De Belgische majoor Gert van Goethem gaf aan hoe België is omgegaan met de opheffing van hun tankcapaciteit. Verschillende bedrijven kregen de kans om aan te geven hoe zij met hun product een bijdrage kunnen leveren aan het dichten van de ‘capability gap’. In de middag kregen de deelnemers aan het symposium de kans om zelf een klein deel van een CDAG uit te voeren als beeldvorming over een klein deel van het uitgevoerde onderzoek. De dag van het symposium Een rustige opstart met de ontvangst van de gasten, vertegenwoordigers van bedrijven, begeleiders van de syndicaten en overige deelnemers, waaronder een brede vertegen-
6
woordiging van andere wapens. De laatste instructies aan de syndicaatsbegeleiders en het symposium begon met een woord van welkom van de Wapenoudste der Cavalerie. Hij benadrukte het bijzondere aan de VOC : haar gemêleerde samenstelling van leden, waardoor een unieke inbedding in de Nederlandse samenleving wordt gerealiseerd. Veel van onze leden zijn reservist en werkzaam in de civiele overheid en industrie. Hij stelde voor om onze huidige inzichten aan te wenden om er het beste uit te halen voor de nabije toekomst voor gehele Krijgsmacht. Hierna volgde een korte introductiefilm waarin het laatste schot van de Leopard-2A6 NLD was te zien. De dagvoorzitter gaf vervolgens een korte inkijk in het programma van het symposium. De introductiefilm was het enige ogenblik van emotie van deze dag. Het vervolg van de dag zou bestaan uit pragmatisch vooruitkijken. Vervolgens introduceerde hij luitenant-generaal De Kruif als eerste spreker op het symposium. Het verlies van de tank moet worden opgelost, maar dat hoeft niet perse met eigen middelen te gebeuren. Afgelopen operaties wijzen er al op waar we met internationale samenwerking toe in staat zijn. De rol van de tank is in verloop van de tijd geschoven naar die van ondersteuner van de infanterie waar de ‘gap’ dus zeker is te voelen. Hoewel de ‘capability gap’ niet volledig is te dichten, zijn al verschillende zaken aan het veranderen om
aan het probleem tegemoet te komen. Binnen het militair vermogen zal in de conceptuele component het bereden optreden van de CV90 verbeteren en blijft Nederland trainen met buitenlandse tankeenheden. In de fysieke component is een mogelijke oplossing te vinden binnen een bereik waarin we trainen met Duitse tanks en Duitse bemanningen of met Duitse tanks met Nederlandse bemanningen. (Daar is een leuke business case van te maken). Binnen de mentale component proberen we het verlies van de unieke omgang met tijd ruimte factoren dat tankers hebben te bewaren. De plaatsing van cavaleristen bij infanterieeenheden is een maatregel die hierin past. Verder kun je je afvragen of het niet beter is om de verenigingen VIO en VOC samen te voegen tot één vereniging… België Hierna werd majoor Gert van Goethem geïntroduceerd. Deze had een bijzondere presentatie. Niet alleen omdat er in 30 minuten ongeveer 40 dia’s de revue passeerden zonder dat er een detail aan de aandacht van de toeschouwers ontsnapte, maar ook omdat het een zeer interessante presentatie was. België heeft een strategische keuze gemaakt als gevolg van gewijzigde omgevingen en nieuwe bedreigingen. De keuze is daarbij gevallen op het voorkomen, tegengaan, beheersen en stabiliseren van conflicten in complexe omgevingen tegen een irreguliere opponent. Ook in niches opereren
tegen een reguliere opponent (hoger geweldspectrum) in complexe omgevingen behoort tot hun toekomstige mogelijkheden. Daarbij staat destabilisatie en vernietiging van een opponent centraal. Daarbij hanteert België de volgende uitgangspunten: • de operatie omgeving is altijd complex: weer, terrein, bedreiging, burgerbevolking, GO’s, NGO’s1, media • de taak van de manoeuvre eenheid is het opereren tegen het personeel van de opponent (anti personele focus) • activiteiten hierin zijn: manoeuvreren, terrein in bezit nemen, bezetten en controleren • op alle actoren in de omgeving moet invloed kunnen worden uitgevoerd • beslissende acties zijn meestal te voet • de compagnie is de bouwsteen2 Hierop baseren de Belgen hun doctrine en materieelkeuze. In de basis zorgt het laagste niveau voor de taken ‘vinden en binden’. Dit zijn de groep, de sectie en het peloton. Hierbij heeft het peloton al wel de beschikking om zich te verweren tegen een sterkere (gepantserde) tegenstander. Op compagniesniveau zijn zwaardere middelen (‘slaan’) beschikbaar om een gevecht om te buigen naar winst. Daarnaast zijn aanvullende anti-tank effecten in de middelen van de compagnie gewaarborgd: anti-tank en middelen 1 2
Governmental Organizations, Non-Governmental Organizations Auteur: tegenover onze brigade als de hoeksteen.
Optreden in een andere wereld
7
Concept Development & Assesment Game tegen infrastructuur en bunkers. De gevechtsafstanden van de middelen variëren van ongeveer 2500 meter tot korte afstanden van 400 meter. Natuurlijk heeft België ook zijn uitdagingen in z’n reorganisatie. In een eerdere editie van internationale tankontwikkelingen omschreef ik de nationale belangen en de discussie rondom de DF90. Voorlopig heeft de discussie ertoe geleid dat België nog niet de totale vereiste hoeveelheid DF90’s in zijn bewapening heeft. Dit tekort wordt voorlopig opgevuld door hun Leopard-1V, die België nog steeds niet van de hand heeft gedaan. De eerste ‘winst’ was binnen. De gasten waren duidelijk onder de indruk van deze presentatie en de beantwoording van enkele vragen uit de zaal. Kolonel Koot gaf een korte presentie over operationele setting en ambitieniveau. Niet in het programma opgenomen maar een waardevolle aanvulling op het thema van de dag, was het betoog van commandant OTCMan. Hij gaf de stand van zaken van het reorganisatieprogramma ‘Atlanta’ in relatie tot de manoeuvre. Hij gaf hiermee een vergelijking van hoe België hun reorganisatie aanpakt en hoe Nederland de reorganisatie aanloopt. Concept Development and Assesment Game De korte introductie van het CDAG en het tactische scenario moesten de gasten in de ‘mindset’ zetten voor de middag waarin zij een onderdeel uit het totale onderzoek naar de planalternatieven van de Leopard-2A6 gingen beleven. Maar niet voordat de aanwezige vertegenwoordigers van de bedrijven de kans hadden om elk in 1 minuut te vertellen waarom zij waardevol zijn voor het centrale thema van de dag. Maar niet voordat de aanwezige bedrijven uit de defensie industrie de kans hadden om elk in een ‘one minute elevator pitch‘ te vertellen welke toegevoegde waarde zij hebben bij het verminderen van de uitdaging van de ‘capablity gap’. Zij gaven kort weer welk materieel en/of diensten
8
zij speciaal tijdens dit VOC symposium presenteerden voor een aangepaste grond gebonden manoeuvre. Na de lunch was het tijd om de handen uit de mouwen te steken. De syndicaten gingen aan de slag met het tactische vraagstuk dat hen was voorgelegd: Een konvooi van 10 logistieke voertuigen moest over een afstand van 200 kilometer verplaatsen onder bescherming van een escorterende eenheid. Het scenario speelde zich af in de plaats Gweru in Afrika op het moment dat het konvooi na een tweehonderd kilometer lange rit bijna op het eindpunt is aangekomen. Hoewel de ingeschatte dreiging van de S2 was gegeven, werd het konvooi toch verrast. Het werd niet alleen beschoten door draagbare anti-tank wapens, maar het stond ook op het punt te worden beschoten door een T-72 tank van de opponent vanuit een andere positie dan werd voorzien. De syndicaten die elk een wapensysteem vertegenwoordigden, konden door middel van het plannen van extra wapensystemen bekijken hoe ze het gemis van een tank konden opheffen. Natuurlijk mochten ze daarbij geen tankcapaciteit inplannen. Het syndicaat dat de tanks vertegenwoordigde, moest zich beperken tot alleen dit wapensysteem. Door de oplossingen van alle ‘tankloze’ syndicaten te vergelijken met dat van het tanksyndicaat, is er een indicatie waar problemen kunnen ontstaan of waar door middel van samenstellen van wapensystemen oplossingen kunnen worden gevonden voor de ‘capability gap’. Geconcentreerde gezichten bij elke syndicaat. De ene deelnemer had moeite om te begrijpen wat nu de werkelijke situatie was. De andere deelnemer had geen notie van wat de andere wapensystemen kunnen. Weer andere deelnemers dachten het antwoord op de vraag te hebben maar moesten tot hun verbazing opmerken dat ze nog nooit hadden stilgestaan bij de werkelijke capaciteiten en inzetbeperkingen van wapensystemen. Naast een beschrijving van het gedachte operationele optreden moest een inschatting worden gedaan over de volgende effecten of eindsituaties :
vijandelijke dreigingen voor het konvooi zijn op tijd tegengegaan en nevenschade is beperkt gebleven. Hieronder volgt een korte samenvatting van de belangrijkste constateringen. Tanks Vijandelijke dreigingen op tijd tegengaan kan redelijk tot goed door goede ‘situational awareness’ (mits goede verkenningsmiddelen aanwezig zijn). Daarnaast is de tank een zeer dominant middel dat door zijn uitstraling ook een pacifiërende werking heeft. Nevenschade zal in vergelijking met de andere wapensystemen beperkt blijven.
paalde bloktijd het wapen tot beschikking te krijgen. De wapeninzet wordt verplicht gecoördineerd door een forward air controller. Na een kritische vraag van C-OTCMan kwam aan de orde dat de capaciteit van twee AH-64’s wordt gehalveerd indien zij zelf worden bedreigd door Surface to Air Missiles. Artillerie De pantserhouwitser heeft de mogelijkheid om rook te verschieten in de gegeven situatie waardoor het zicht van de opponent wordt ontnomen. Inzet van vuursteun kost echter een behoorlijke reactietijd en coördinatie.
CV9035 NL - ‘King of the hill’, maar het is geen tank
Pantserinfanterie Gebruik van het anti-tankwapen Gill, dat uitgestegen wordt ingezet, was in dit scenario niet aantrekkelijk. Vijandelijke dreigingen op tijd tegengaan kan redelijk tot goed ter voorkoming van het 2e en 3e tankschot door middel van vinden en binden, mits goede verkenningsmiddelen aanwezig zijn.
Genie Een gedegen route verkenning had misschien uitgewezen dat de route door de stad eigenlijk niet had moeten worden genomen. Verder kan de genie in het kader van mobiliteit het konvooi assisteren met een brugleggende tank of een genietank. In het kader van contra-mobiliteit zou moeten
Gevechtshelikopters Met behulp van moderne doelaanwijzingsmiddelen kunnen de wapens zeer nauwkeurig worden ingezet maar de beschikbaarheid van de AH-64 Apache is van beperkte duur. Een goede planning is daarom nodig om gedurende een be-
worden gekeken naar het hinderen van de wapens van de tegenstander. Gek genoeg kwam bij de taak bescherming niet de oplossing van één van de syndicaatsleden terug: het in de schootslijn van de tegenstander duwen van een bus of iets dergelijks. Een ballistische airbag (een beetje in het
9
Toshiba raadt Windows® 7 aan.
verlengde van deze oplossing) is misschien wel helemaal geen gek idee. TNO onderzoek Afsluitend werd de huidige status van het formele onderzoek toegelicht. Na een verzuchting van de voorzitter ‘weer een infanterist’ kreeg de Luitenant-kolonel Huub Klein Schaarsberg het woord. De conclusies van de syndicaten bleken goed te passen in het onderzoek. Met het wegvallen van de Leopard-2A6 ontstaat er een ‘capability gap’ die andere systemen grotendeels, maar niet geheel, kunnen opvangen. Als er echter in een operatie behoefte is aan gevechtstanks dan kan Nederland daarin niet meer voorzien. Uit het onderzoek is helder geworden dat ieder systeem zijn eigen voor- en nadelen heeft waarbij de kracht in de combinatie van de systemen zit. Haal je één element weg dan kun je het effect vaak nog wel bereiken, maar gaat dat ten koste van aspecten als tijdigheid en precisie. Uiteindelijk komt dit neer op operationele risico’s te velde doordat eenheden, denk aan pelotons of teams, meer dan in het verleden afhankelijk worden van effectbrengers waar zij niet direct de beschikking over hebben. Informatie over het operatiegebied, de middelen en de intentie van een tegenstander is daarmee in belang gestegen. Als deze tegenstander dan ook nog beschikt over tanks worden de problemen alleen nog maar groter. Om effectief te kunnen opereren is een gesloten sensor to shooter keten en de gehele C2 of zo u wil, de C4I keten, essentieel. Allemaal met als doel zorgen dat de eenheid die wordt geconfronteerd met een sterkere tegenstander, tijdig middelen kan inroepen die het klusje voor hem kunnen klaren, of liever nog het klusje hebben geklaard voordat de eenheid met het probleem wordt geconfronteerd. Weten wat de mogelijkheden, maar zeker ook de onmogelijkheden zijn van de diverse systemen is daarbij essentieel. De Leopard-2A6 is een van de beste tanks ter wereld, maar kent ook z’n beperkingen op gebied van bijv. bescherming, optiek en inzet in een woestijnomgeving. Een gevechtsheli is een formidabel middel dat in staat is om plaatselijk en tijdelijk overwicht te verkrijgen. De crux zit ‘m echter in plaatselijk en tijdelijk. Daarbij komt dat een enkele Hellfire raket toch de waarde vertegenwoordigt van enkele middenklasse auto’s bij elkaar. Hetzelfde is trouwens van toepassing voor de Gill-antitank raket, nog los van de constatering dat een anti-tankschutter ten eerste kwetsbaar is en ten tweede moet uitstijgen voordat een schot kan worden afgegeven. Een kanonschot is dan toch een stuk goedkoper en een tank veel mobieler. Ons nieuwe infanteriegevechtsvoertuig is eigenlijk overal ‘king of the hill’ maar is niet ontworpen met als doel zelfstandig de confrontatie te zoeken met vijandelijke tanks. Daarvoor zijn toch echt andere middelen noodzakelijk. Al met al heeft ieder systeem zijn eigen sterke en zwakke punten. De kracht zit ‘m nog steeds in het zoeken van de goede combinatie van middelen. Gezien onze huidige financiële situatie behoort een nieuwe of een andere tank voorlopig niet tot de mogelijkheden en zijn we voor wat
betreft het middel tank afhankelijk geworden van anderen. Om te zorgen dat een commandant tijdens inzet een UAV, een tank, heli of welk middel dan ook, kan inzetten is het natuurlijk essentieel dat deze commandant over de kennis en ervaring beschikt om dat te kunnen doen. Dat betekent dus integratie van al deze middelen in opleiding en training. Maar het betekent ook dat al deze middelen naadloos met elkaar moeten kunnen ‘praten’. Hoewel nieuwe investeringen hier goed rekening mee houden is de conclusie toch dat hier echt nog wel ruimte voor verbetering is. Zowel nationaal als in internationaal verband. Meer dan ooit zal de laagste eenheidscommandant moeten kunnen werken in internationaal verband en effecten kunnen aansturen die in het verleden op brigadeniveau of hooguit bataljonsniveau beschikbaar waren. Al met al wordt er nog meer van onze mensen gevraagd. Voor wat betreft de ‘capability gap’ is de omvang uiteindelijk echt afhankelijk van de specifieke situatie waarin we terechtkomen. Het is en blijft echter een verantwoordelijkheid van defensie om te zorgen dat we zijn voorbereid op alle opties. Het kunnen inzetten van tanks, in welke configuratie dan ook, is daarbij van essentieel belang. Afsluiting Het einde van de dag naderde. Inhoudelijk een sterk symposium, maar de verzorging om het symposium heen was bij sommige deelnemers ook opvallend. Eén aanwezige brigade-generaal sprak zijn waardering voor de uitnodiging en de inhoud van het symposium. Verder gaf hij aan vooral ook onder de indruk te zijn van de aankleding van het symposium. Een luchtig einde aan een intensieve dag die door generaal-majoor de Jonge werd afgesloten met een dankwoord aan verschillende personen die deze dag hadden mogelijk gemaakt. Zowel inhoudelijk als organisatorisch een mooie dag waarin de deelnemers op een constructieve wijze hebben meegedacht over de ‘capability gap’.
11
12
13
Protection on the move Thermal infrared and radar signatures make combat vehicles exposed to sensors and target acquisition systems and thus vulnerable to detection and attack. The risk of detection increases dramatically with movement. Vehicles therefore require advanced signature management equipment in order to achieve sufficient protection against detection and identificaation. Saab Mobile Camouflage System MCS is a high-tech and flexible solution providing multispectral protection for vehicles during movement and in combat. Any configuration of MCS can be complemented with heat reduction CoolCam. The CoolCam system is designed to reduce heat penetration through the hull into vehicles when operating in extremely hot climates, such as desert and tropical regions. Saab Mobile Camouflage System is combat proven and in operation in many countries and used by armed forces around the world. www.saabgroup.com
AntICIPAte tomoRRoW
ProduCT
MCS/CoolCaM
FunCTion
Mobile CaMouflage
ArenA
laND
Tot eind 2012 heeft het Museum Nederlandse Cavalerie een tijdelijke tentoonstelling ingericht met als thema ‘De Nederlandse Cavalerie in Duitsland 1961 - 2011’. Ook de VOC Mededelingen besteedt in het kader van een halve eeuw cavalerie in de Bondsrepubliek, in een drietal afleveringen aandacht aan dit onderwerp. Deel 2 richt zich op de oefenterreinen van Hohne en Munster en de jaarlijkse schietseries.
NEDERLANDSE CAVALERIE IN DUITSLAND 1961-2011 Luitenant-kolonel b.d. Bert Schoemaker & Luitenant-kolonel b.d. Ed Westerhuis
Van 121 Lichte Brigade tot 1 Duits-Nederlands legerkorps Oefen- en schietterreinen Bij het oefenen door tank- en verkenningseenheden wordt in praktische zin een onderscheid gemaakt tussen schietoefeningen en tactische oefeningen. De ideale situatie is die waarbij de combinatie van beide zou kunnen worden beoefend. Het schieten met pantservoertuigen kent dermate veel vredes- en veiligheidsbeperkingen, dat dit alleen in specifiek daartoe bestemde gebieden mogelijk is. Als gevolg van de toeneming van het aantal gemechaniseerde (rups) en gemotoriseerde (wiel) eenheden in de Koninklijke Landmacht vanaf 1950 werd het tekort aan oefenterreinen en oefengelegenheid in Nederland steeds problematischer. Voor het tactisch oefenen door eskadrons en bataljons kon dit worden opgevangen door oefenterreinen te huren in het buitenland.
Vanaf 1951 - al voordat Nederlandse eenheden in WestDuitsland werden gelegerd - maakte de Cavalerie gebruik van het schiet- en oefenterrein Bergen-Hohne. Dit terrein met een omvang van 28.400 hectare werd door de Duitsers in 1936 in gebruik genomen voor het oefenen van hun Panzertruppen. Na de Tweede Wereldoorlog komt het in Britse handen. Meerdere eenheden van bataljonsgrootte kunnen gelijktijdig geoefend kan worden. Wanneer het oefenterrein in gebruik is voor schietoefeningen kan het niet gelijktijdig gebruikt worden voor tactische oefeningen en omgekeerd. In de loop der jaren breidde zich het aantal landen waar gebruik gemaakt kon worden van grotere en kleine oefenterreinen aanzienlijk uit, zoals België, Frankrijk, Denemarken, Noorwegen, Groot-Brittannië, Hongarije en Polen. Voor de Nederlandse eenheden blijft tot op heden het Major NATO
43 Tkbat tijdens oefening ‘Rob Roy’ in 1967
15
Training Area Bergen-Hohne de primaire optie. Andere oefenterreinen in West-Duitsland, waar Nederland regelmatig gebruik van maakt of heeft gemaakt zijn Sennelager (tot 1958 en na 1965), Garlstedt (voor eenheden van met name 41 Pantserbrigade), Munster-Süd en MunsterNord (vanuit Bergen-Hohne bereikbaar via de Wietzendorf Corridor Route), Vogelsang (sinds 1960) en het in Zuid Duitsland gelegen Grafenwöhr.
Maj Ebbink, S3-43 Tkbat tijdens de oefening Saxon Drive in 1978
B-esk 101 Tkbat tijdens oefening ‘Griffin Enforcing’ in 1998 Oefenen buiten de oefenterreinen Voor het kunnen houden van oefeningen op brigade- en hoger niveau waren de beschikbare oefenterreinen in Nederland in de periode van de Koude Oorlog, maar ook daarna, niet toereikend. Dit soort grote oefeningen vereiste dat de deelnemende eenheden op basis van realistische tijd/ruimte factoren konden worden geoefend. Dit gold ook voor het totale verbindingssysteem, de commandoposten van de eenheden, de gevechtssteun- en de vuursteun en het logistieke systeem. Voorts was het kunnen beoefenen van tactische verplaatsen, het concentreren van eenheden in verzamelgebieden, het ontplooien en het daadwerkelijk beoefenen van de diverse gevechtsvormen als de aanval of het vertragend gevecht door alle deelnemende manoeuvre- en ondersteunende eenheden op deze schaal erg belangrijk. Voor het houden van tactische oefeningen in Duitsland door grote eenheden (brigade/divisie/legerkorps) werd daarom mede gebruik gemaakt van gebieden buiten de oefenterreinen. Daarvoor werden steeds afspraken gemaakt met de Duitse overheid. Deze gaf binnen de kaders van de Duitse wet toestemming en zorgde voor berichtgeving enz. met betrekking tot de oefening. Bekende grootschalige oefeningen uit deze tijd zijn o.m. ´Big Ferro´, ´Saxon Drive´, ´Harte Faust´, ´Clover Fortune´, ´Atlantic Lion´, ´Certain Strike´ en ´Free Lion´. Om een indruk te geven van de omvang van deze oefeningen, aan de FTX (full troop exercise) Atlantic Lion in 1983 namen 44.000 militairen deel, van wie 33.000 Nederlanders. In het oefengebied zuid van Hannover - 20.000 km2 - werden 12.500 wielvoertuigen, 1.700 rupsvoertuigen en 145 helikopters ingezet. In tegenstelling tot in Nederland hoefde niet vóóraf met elke particulier in Duitsland toestemming voor het gebruik van zijn terrein te worden overeengekomen. Daarvoor konden
16
A-esk 43 Tkbat tijdens FTX Free Lion in 1988 vooraf afspraken worden gemaakt op het niveau ‘Bundesland’. Voorafgaande aan de oefening werd de bevolking uitgebreid geïnformeerd over wat ging of kon gebeuren. Tijdens en na de oefening waren zogenoemde schadecommissarissen actief. Uitgangspunt daarbij was dat geleden schade snel en volstrekt correct werd afgehandeld. Voor het goed laten verlopen van de oefening was de oefenleiding met de oefenstaf en de scheidsrechters/hulpleidersorganisatie verantwoordelijk. Die hulpleidersorganisatie vergde op zich al een groot aantal militairen met voertuigen, verbindingsmiddelen en ondersteuning. Oefeningen op legerkorpsniveau trokken veel belangstelling. Voor het ontvangen en rondleiden van bezoekers (civiele, politieke en militaire autoriteiten) werd een aparte organisatie opgezet. NATO Truppenübungsplatz Bergen-Hohne Het schiet- en oefenterrein Bergen-Hohne is het grootste in zijn soort in Europa. Op 1 april 1958 wordt het terrein door de Britten overgedragen aan de Bundeswehr en wordt het terrein aangewezen als Major NATO Training Area. Het terrein ligt ca. 40 kilometer ten noorden van Hannover en 60 kilometer ten zuiden van Hamburg. Aan de buitenrand van het terrein ligt een brede betonweg voor militaire voertuigen, de zogenoemde Panzerringstraße, met een lengte van
Rivierovergang bij de rivier de Hunte in 1967 door 43 Tkbat 65 km. De belangrijkste functie van het terrein is het bieden van mogelijkheden voor schietoefeningen met diverse wapensystemen. Op het terrein zijn rondom 22 schietbanen gesitueerd voor het schieten met kanon/boordwapen en/of mitrailleurs van gevechtstanks, pantserinfanterievoertuigen en verkenningsvoertuigen. Negen van deze banen zijn ook geschikt voor het schieten met diverse typen antitankwapens. Verder zijn er 14 stellinggebieden voor het schieten met artilleriestukken. Zes van deze gebieden liggen buiten de grenzen van het schiet- en oefenterrein. Daarnaast zijn er nog handvuurwapen-, handgranaat- en mitrailleurschietbanen en schietbanen voor mortieren. De hoofdschootsrichting van alle wapens is globaal gericht naar het middengedeelte van het terrein, waardoor de bijbehorende onveilige sectoren de grootst mogelijke diepte hebben. Tenslotte zijn er voorzieningen zoals bivakplaatsen, munitiedepots en spuitplaatsen voor de voertuigen, mogelijkheden voor het beoefenen van luchtverdediging,
het optreden in oefendorpen en diepwaden of amfibische oversteek. In bepaalde perioden en tijdens de weekends van schietseries kan het terrein ook worden gebruikt voor tactische oefeningen. In de weekends werd regelmatig door 41 en 43 Tankbataljon gebruik gemaakt van deze oefengelegenheid (vrijdagmiddag tot zondagavond). In de weekends van Nederlandse schietseries wordt heden ten dage ook door in Nederland gelegerde eenheden nog veelvuldig van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.
Oefening ‘Korte Teugel’ op het oefenterrein Munster-Nord door het A-esk 41 Tkbat in 1982
Amfibische oversteek van de Örtze door B-esk 103 Verkbat in 1971
Oefenterrein Munster Niet ver van het schiet- en oefenterrein Bergen-Hohne liggen de oefenterreinen Munster-Nord en Munster-Süd. Deze werden met een Panzerstraße in de jaren 1970-1975 met elkaar en met het oefenterrein Bergen-Hohne verbonden, de zgn. Wietzendorf Corridor Route. Munster is het grootste Duitse garnizoen. Daar zijn onder meer de Kampftruppenschule 2 en 3 ondergebracht. Panzerlehrbrigade 9 waarmee 41 en 43 Tankbataljon nauwe contacten onderhiel-
17
den - behoorde tot de Kampftruppenschule 2. Nederlandse kerninstructeurs voor de Leopard 1 en Leopard 2, volgden op de Panzertruppenschule in Munster een omscholingscursus. Van de oefenterreinen Munster-Süd en Munster-Nord werd met name door 43 en 41 Tankbataljon veel gebruik gemaakt ten behoeve van tactische oefeningen op eskadronsniveau en schietoefeningen met mitrailleurs.
oefeningsopbouw : • elementaire en voortgezette stationaire oefeningen vanaf de ‘betonplaat’ • gevechtsschietoefeningen voor enkele tank, voor tank sectie ( 2 tanks) en tankpeloton ( 5 en later 4 tanks) In 1982 verschoot een dienstplichtige tankbemanning bij 41 Tankbataljon tijdens het jaarprogramma voor de eerste
De Wietzendorf Corridor Route tussen Langemannshof en Munster-Süd
Avondschieten op baan 6 in 1982
Schietopleiding tanks De mogelijkheden voor het schieten met tanks en een aantal andere zware wapens zijn in Nederland beperkt en na het sluiten in 2004 van het Cavalerie Schietkamp (CSK) op Vlieland voor tanks, zelfs nihil. De schietopleiding voor tanks gold zowel voor de tanks van de tankbataljons als voor de tanks bij de verkenningseskadrons en verkenningsbataljons. In de eerste jaren werden de oefeningen in hoofdzaak geschoten vanuit een stilstaande tank, later met één rijdende tank op de gevechtsbaan enkele tank (‘Einzelpanzer’), vervolgens met twee tanks (´Doppelpanzer´ door een tanksectie) en daarna als gevechtsschietoefeningen met een heel peloton (´Battle Run´ met vijf en later vier tanks). In de loop der jaren zijn de kwaliteiten van de wapensystemen Leopard 1 en 1V, Leopard 2A4, 2A5 en 2A6 waarmee in Bergen-Hohne werd geschoten, aanzienlijk verbeterd. Het opleidingsniveau werd vooral verbeterd door gebruik van de diverse onderwijsleermiddelen als bedieningssimulator, de video-oefenuitrusting en de pelotonsvuurleidingstrainer. De eisen die op basis van kennis en kunde werden gesteld aan waarneming en doelonderkenning, vuurleiding, snelheid van vuuropening en richtnauwkeurigheid onder diverse zicht- en lichtomstandigheden, konden mede om die reden sterk verhoogd worden.
oefening, gemiddeld 96 granaten 105 mm en 4750 patronen 7.62 mm voor de coax- en torendakmitrailleur. Vanaf 1983 - met de invoering van de Leopard-1V en Leopard-2A4 ging het na de afronding van de elementaire oefeningen in hoofdzaak om het in pelotonsverband (4 tanks) uitvoeren van diverse gevechtsschietoefeningen, waarbij zowel stilstaand als rijdend, het uitschakelen van een diversiteit aan soorten doelen op diverse afstanden, bij dag en verminderd zicht, werd beoefend. Als basis hiervoor gold een ‘tactische’ opdracht (scenario) voor het peloton, waarbij : • in een bepaald tijd / ruimte frame • onder diverse (terrein en zicht) omstandigheden, • in ontplooide formatie optredend (‘op linie’) • in voorwaartse en/of achterwaartse bewegingen (sprongsgewijs) • zowel vanuit als tussen meerdere vuuropstellingen • zowel stilstaande als bewegende (soorten) doelen op diverse afstanden • binnen gestelde tijdseisen uitgeschakeld dienden te worden.
De tankschietoefeningen met scherpe munitie kenden een opbouw in perioden (schietseries) met toenemende moeilijkheidsgraad. Er waren oefeningen voor: • schooleskadrons (CSK Vlieland en later ook Bergen-Hohne) • jongste parate lichting (1e maal Bergen-Hohne) • oudere/oudste parate lichting (2e maal Bergen-Hohne) Zowel bij de jongste als de oudste parate lichting was de
18
Voor deze pelotonsgevechtsschietoefeningen (´Battle Run´) werden bij voorkeur de schietbanen 6 en 9 in Bergen-Hohne gebruikt. Bij Grafenwöhr in Zuid-Duitsland bevinden zich ook een aantal grote tankschietbanen, waar in het verleden enige keren de tankschietwedstrijden om de Canadian Army Trophy (CAT) zijn gehouden. Cavaleriewedstrijden De schietoefeningen van de tank- en verkenningseenheden van de Nederlandse Cavalerie werden - en worden voor de verkenningseenheden nog steeds - voornamelijk gehou-
Een peloton van 43 Tkbat maakt zich in 1977 gereed voor een Battle Run op baan 9 den op het NATO schietterrein Bergen-Hohne tijdens de ´Schiet- en Oefenperioden Bergen (SOB), in de volksmond beter bekend als ´schietseries´. Zo mogelijk werden er in het recente verleden jaarlijks wedstrijden gehouden m.b.t. het tankschieten en het tactisch optreden voor de tankpelotons van de tankeskadrons. Na de invoering van de Leopard-1 en Leopard-2, werd er somtijds voor het tankschieten ook deelgenomen door de tanks van de verkenningseskadrons van de verkenningsbataljons. De deelnemers waren door loting aangewezen tanks, tanksecties en later pelotons van de deelnemende eenheden. Na invoering van het zgn. Onderdeels Aanvullingssysteem (ONDAS) i.p.v. het Individueel Aanvullingssysteem (INDAS), werd de ouderdom van de dienstplichtige lichting bepalend voor de vraag of het eskadron reeds het niveau van deelneming had. Dat gold voor zowel de schietvaardigheid als de tactische test. Voor deze testen en wedstrijden werden wisselprijzen beschikbaar gesteld. Tankschieten (eskadronsbeker) • BULT FRANCIS CUP ( v.a. 1956 ) voor tks / tksie / tkpel (per deelnemend esk)
Tactisch optreden (eskadronsbeker) • WAPENOUDSTE CAVALERIEBEKER (v.a. 1987 ) voor een peloton (per deelnemend esk) Tankschieten + tactisch optreden (eskadronsbeker) • BERGEN OP ZOOMBEKER ( v.a. 1978 ) voor 2x een peloton (per deelnemend esk)
Tankschieten (bataljonsbeker) • LUITENANT - GENERAAL GITZBEKER ( v.a. 1976 ) voor 2x een peloton (van twee esks per bat)
Schietserie Bergen-Hohne in 2007
19
Canadian Army Trophy De ‘Canadian Army Trophy’ werd in 1963 door de Canadese regering aangeboden als prijs voor de NAVO tankschietwedstrijden. Onderlinge samenwerking, teamwork en verhoging van het prestatieniveau binnen de NAVO tankeenheden waren de doelstellingen. De tweejaarlijkse wedstrijd werd gehouden tussen tanks en later tankpelotons van deelnemende eskadrons/bataljons van de NAVO lidstaten, die troepen gelegerd hadden in Centraal Europa. In de eerste jaren was het een wedstrijd tussen landen, later tussen twee legergroepen: NORTHAG (Northern Army Group - Nederland, Engeland, België, Duitsland) en CENTAG (Central Army Group - Canada, USA, Duitsland). De CAT ging naar het hoogst scorende land en later naar NORTHAG of CENTAG. In die laatste opzet was er ook een prijs voor het best scorende peloton ‘overall’. In 1987 en in 1989 werd de Canadian Army Trophy, voor wat betreft het beste tankpeloton, door Nederland gewonnen: de ‘tankers’ van 43 Tankbataljon, respectievelijk 41 Tankbataljon waren de concurrerende teams van de andere deelnemende landen de baas. De prijs voor het hoogst scorende peloton ‘overall’ werd in die jaren door Nederlandse (dienstplichtige) ‘tankers’, uitgerust met de Leopard 2A4, gewonnen. In 1991 werd de laatste wedstrijd om de CAT gehouden. Bezuinigingen en dientengevolge troepenreducties, hadden ook op dat gebied hun gevolgen. Wordt vervolgd.
20
Non Source Operations door de ISTAR-verkenner Majoor Chris Sievers In dit artikel laat commandant 103 verkenningseskadron de lezer kennismaken met een nog niet eerder beschreven activiteit van verkenningsoperaties die, als uitbreiding op zijn reguliere taken, sinds enkele maanden beoefend en getraind wordt door de ISTARverkenner. Het betreft een activiteit uit het HUMINT spectrum, namelijk: Non Source Operations (NSO). Verkenningsoperaties Non Source Operations (NSO) hebben een belangrijke overlap met Reconnaissance Operations (verkenningsoperaties). Bij beide operaties gaat het namelijk om het (grondgebonden) verzamelen van data (informatiebouwstenen). Verkenningsoperaties die door grondgebonden verkenners worden uitgevoerd bestaan uit een samenhangend geheel van verkennings- en bewakingsactiviteiten. Hierbij bestaan
1
verkenningsactiviteiten uit het visueel waarnemen, of op andere wijze detecteren, van relevante actoren en factoren in een operatieomgeving met als doel gegevens (data) te verkrijgen over deze actoren en factoren teneinde hiermee een bijdrage te leveren aan de productie van inlichtingen over de dynamiek van het systeem waarin deze actoren en factoren een rol spelen1. Het effect dat met verkennen wordt bereikt is dus kennis- (knowledge) en begripsvorming (understanding) over deze dynamiek. Bewakingsactiviteiten bestaan uit het systematisch en onafgebroken toezicht houden op de eerder genoemde actoren en factoren met als doel te waarschuwen of te alarmeren bij mogelijke inbreuken op de veiligheid van of door de actoren en factoren van invloed. HUMINT De ISTAR-verkenner dient bovengenoemde activiteiten te beheersen om Non Source Operations te kunnen uitvoeren. HUMINT is een categorie inlichtingen die wordt verkregen uit gegevens en informatie welke zijn verzameld of verstrekt door menselijke bronnen2. In het kader van het produceren van inlichtingen over de dynamiek van systemen in operatieomgevingen is HUMINT bijzonder van belang, omdat het inzicht kan bieden in de intenties van personen, groeperingen en systemen als geheel. HUMINT wordt onder andere bedreven door het Joint Intelligence Surveillance Target Acquisition & Reconnaissance Commando (JISTARC). De eenheden die zich hier specifiek mee bezig houden, zijn 105 Field HUMINT (Source en Non Source Operations) Eskadron en 103 en 104 Verkenningseskadron (Non Source Operations). Zij voeren HUMINT activiteiten uit op het tactische en operationele niveau van optreden. HUMINT wordt verdeeld in algemene activiteiten (Basic HUMINT Activities) en activiteiten uitgevoerd door
Een systeem is een netwerk van mensen, organisaties, middelen en gebeurtenissen die onderling verbonden zijn en actief is in een operatieomgeving. Een system kent eigen structuur en gedrag en heeft eigen capaciteiten.
2
Bron: JDP2.
21
Design Sagem: Alain Gouez, Béatrice Nault - © A. Paringaux - 2012
MULTIPLY YOUR COMBAT FORCE CAPABILITIES
Sagem advanced warfighter solutions Imagine a complete warfighter system for your troops and field tested by them. A human-centric, open, scalable system that keeps pace with your evolving needs, systems and services. Sagem gives you the tailored warfighter solutions you need, with full support from concept to deployment. Sagem is the prime contractor for the FELIN soldier modernization program, combat proven, and a major partner in the United Kingdom (FIST) and Switzerland (IMESS) programs. When you want to enhance your combat force, you can rely on powerful, proven solutions from Sagem. www.sagem-ds.com
specifiek opgeleid, getraind en bevoegd personeel (Source en Non Source Operations)3. Source Operations Source Operations richten zich op het interpersoonlijke contact tussen een persoon van (potentiële) inlichtingenwaarde (de Source) en een hiervoor specifiek geselecteerde, geschoolde en ervaren inlichtingenfunctionaris (HUMINT operateur), met als doel informatie te vergaren. Non Source Operations richt zich op het verkrijgen van informatie over personen of organisaties door middel van surveillance (bewaken) en gerichte waarneming (verkennen), zonder dat er sprake is van direct interpersoonlijk contact met de Source. Er bestaan vier typen van Non Source Operations, namelijk: • Activiteiten die ten doel hebben om door bronnen verstrekte informatie te bevestigen • Activiteiten die ten doel hebben om informatie over (potentiële) bronnen te leveren • Activiteiten die ten doel hebben om informatie te leveren over personen en organisaties waarover een bron rapporteert, en • Activiteiten die ten doel hebben om Source Operations te ondersteunen.
NSO type 1, 2 en 3 zijn (voortgezette) verkenningsactiviteiten. NSO type 4 bestaan uit zowel (voortgezette) verkennings- als ook bewakingsactiviteiten4. Daarnaast dienen ook beveiligingsactiviteiten te kunnen worden uitgevoerd. De overlap tussen Non Source Operations en verkenningsoperaties moge duidelijk zijn. Wat verkenningsoperaties in het kader van Non Source Operations anders maakt dan reguliere verkenningsoperaties is, dat deze activiteiten afgeschermd dienen plaats te vinden omwille van de veiligheid van de bron, de operateur en de verzamelde informatie. De verkenners van 103 en 104 JVE en het personeel van 105 FHE krijgen een voortgezette, interne opleiding die succesvolle Non Source Operations mogelijk moeten maken.
3 4
Bron: AJP 2.3 (HUMINT) en CDS Aanwijzing A-201 HUMINT. Beveiligingsactiviteiten bestaan uit het systematisch en onafgebroken toezicht houden op de relevante actoren en factoren met als doel te waarschuwen of te alarmeren bij mogelijke inbreuken op de veiligheid van of door de actoren en factoren van invloed teneinde direct de juiste tegenmaatregelen te kunnen nemen om de bedreiging weg te nemen.
23
LMV
Protection when it counts Mobility where it matters.
Rugged, protected and exceptionally agile, the LMV is designed to support the most demanding military missions. Independent suspension, low ground pressure, and an excellent fording capability contribute to class leading off road mobility, whilst its low profile, narrow wheel track and powerful driveline give LMV excellent terrain
In TheS.p.A. Netherlands represented Iveco Defence Vehicles by Goliath-Hollinda Iveco S.p.A. Defence I-39100 Bolzano - viaVehicles Volta, 6 I-39100 Bolzano - via Volta, 6 +390471905111 -
[email protected] +390471905111 -
[email protected]
accessibility and utility even in built up areas. LMV is designed to meet the threats posed by ballistic, mine and IED attack, making it particularly well suited to demanding operational conditions. This is borne out by sales to nine European armies, including eight NATO member states, making the LMV the light protected vehicle of choice in Europe.
Internationale Tankontwikkelingen: Rusland Ritmeester M.J. de Pauw Gerlings
Ontwikkelingen tankmarkt Volgens een recente studie van het onderzoeksbureau Forecast International zal de behoefte op de toekomstige tankmarkt tussen nu en 2021 uit ongeveer 5500 stuks bestaan. Een groot deel van dit aantal zal bestaan uit gemoderniseerde bestaande gevechtstanks. Maar circa 36% van de marktvraag zal bestaan uit nieuw geproduceerde tanks. Getalsmatig zal meer dan de helft hiervan bestaan uit de Pakistaanse tank Al-Khalid, de Chinese type 98 en de Russische T-90. Gezien de aantallen van deze tanks die al geproduceerd zijn en de contractonderhandelingen die plaatsvinden of hebben plaatsgevonden voor de verkoop van deze tanks, zou het onderzoeksbureau wel eens gelijk kunnen krijgen. Met een prijs tussen circa 2,5 en 3 miljoen euro per tank, beschikt de T-90 over een zeer gunstige prijs-kwaliteit verhouding. De T-90 is op dit moment in gebruik bij Rusland, India, Algerije1 en Turkmenistan. Ook Azerbeidzjan en Peru zijn volgens bepaalde bronnen recentelijk een koopcontract aangegaan voor een onbekend aantal tanks van dit type. Saoedi Arabië, Libanon, en mogelijk zelfs Indonesië en het Afrikaanse land Oeganda (voor 100 stuks) lijken eveneens inmiddels onderhandelingen te zijn aangegaan met de
Een colonne T-72 tanks in Minsk Russische tankfabrikant. Gezien de reclame voor het laatste model van de T-90 heeft deze fabrikant nog meer mogelijke klanten in het vizier. Van T-72 naar T-90 De T-90 is momenteel de modernste tank van het Russische leger en is eigenlijk niets anders dan de laatste versie van de welbekende Russische tank van de Koude Oorlog : de T -72. Tijdens de Golfoorlog van 1991 kreeg de T-72 een zeer slechte naam, die bevestigd werd door de talloze beelden van brandende Irakese T-72’s op het slagveld. Voor exportdoeleinden werd toen besloten om de naam van het laatste model van deze tank te veranderen. De eerste T-90 trad in
1
Reclame voor de T-90MS Tagil
Dit is waarschijnlijk de reden waarom het buurland Marokko interesse toont in de aanschaf van 200 Amerikaanse tanks van het type Abrams M1A1.
25
1994 in dienst van het Russische leger. De Russische strijdkrachten beschikken inmiddels over circa 700 van deze tanks. De eerste operationele inzet vond in 1999 plaats in Dagestan. Volgens Russische bronnen presteerde de T-90 prima in dit conflict en werd de kwaliteit van zijn verbeterde bescherming bevestigd. Bewapening: De T-90 is uitgerust met een volledig gestabiliseerd kanon van 125mm met gladde loop en een automatische laadinrichting waarmee een grote variëteit aan munitiesoorten afgevuurd kan worden. Naast de traditionele APFSDS (pijl) en HEAT (holle lading) munitie, is het mogelijk om de lasergeleide anti-tank raket AT-11 Sniper af te vuren. Het bereik van deze raket is maar liefst 5000m. Normaliter heeft de T-90 zes van deze raketten aan boord. Daarnaast heeft de tank de mogelijkheid om de 3OF26 High Explosive Fragmentation granaat af te vuren en deze te laten afgaan boven door de schutter geselecteerde doelen. Hierdoor kan hij op een effectieve manier infanterie-eenheden en helikopters aangrijpen. De schutter en de commandant beschikken beiden over de laatste generatie nachtzichtcamera’s van de firma Thales, waarmee doelen tot en met 4000 m herkend kunnen worden. De secondaire bewapening bestaat uit een coaxiale mitrailleur van 7, 62mm en een torendakmitrailleur van 12,7mm.
servoertuig. Hetgeen een bepaalde mate van bescherming geeft tegen zogenaamde ‘top attack’ of ‘dive attack’ antitankraketten (zoals de TOW, de Spike of de Javelin). De derde laag wordt gevormd door het actieve beschermingssysteem ‘Shtora’. Dit systeem detecteert automatisch bepaalde laser- en infrarood stralen indien deze de tank aanstralen. Het systeem kan in automatische- of semi-automatische mode functioneren. Shtora stoort geleide anti-tank raketten die door de schutter gestuurd worden met een infraroodsysteem (zoals de TOW of de Milan). Dit gebeurd door twee infraroodzenders geplaatst aan beide zijden van de schietbuis.
De T-90
T-90 met geactiveerde infrarood zenders
De T-90 in actie Bescherming De T-90 staat bekend als één van de best beschermde Russische tanks. Deze bescherming bestaat uit drie lagen. De eerste laag is de bepantsering bestaande uit verschillende lagen pantserstaal, plastic en aluminium. De tweede laag bestaat uit een derde generatie ERA (Explosive Reactive Armor) appliqué pantser. Deze Kontakt 5 ERA pantsering wordt gevormd door verschillende “panelen” springlading die afgaan zodra zij geraakt worden door anti-tankmunitie. Kontakt 5 biedt effectieve bescherming tegen zowel HEAT als bepaalde APFSDS munitiesoorten en bedekt belangrijke delen van de T-90, waaronder de bovenkant van het pant-
26
Het infrarood signaal dat zij uitstralen is sterker dan dat van de anti-tankraket, waardoor de schutter in zekere zin verblind wordt. Shtora stoort tevens lasergeleide antitankraketten (zoals de Hellfire) en artilleriegranaten (zoals de Copperhead), door binnen een zeer korte tijd een speciaal rookgordijn te leggen dat het voertuig afschermt van de laserstralen. Hierdoor is verdere geleiding van de projectielen in richting van de tank onmogelijk. De T-90 kan uitgerust worden met een stoorzender tegen magnetische anti-tank mijnen en een speciale camouflagelaag, waardoor de tank moeilijker zichtbaar wordt voor radar en warmtebeeld apparatuur. T-90 Bishma India is in de jaren ‘70 begonnen met het ontwikkelen van een nationale tank, genaamd de ‘Arjun’. Dit project heeft in de loop der jaren veel vertraging opgelopen. In het kader van de wapenwedloop met enerzijds Pakistan, ondertus-
sen uitgerust met een groot aantal moderne tanks van het type ‘Al Khalid’ en de T-80, en China anderzijds, moest India versneld de inmiddels verouderde T-72 vervangen door een meer moderne tank. De keus van New Dehli viel op de T-90. In 2001 tekende India een contract voor 310 stuks T-90, waarvan een gedeelte geassembleerd zou worden in het land zelf. De eerste serie tanks leverde de nodige problemen op wegens het feit dat de airconditioning ontwikkeld was voor een Noord-Europees klimaat en niet voor een subtropisch klimaat. De temperatuur kon oplopen tot wel 50° C in de gevechtsruimte, waardoor de nodige storingen ontstonden in de elektronica. Volgens bepaalde bronnen ondervond India problemen bij de kwaliteitscontrole op de assemblage van de tanks, die als bouwpakket waren gekocht waardoor de industrie meer bezig was met tanks te herstellen dan te bouwen. In 2006 werd een contract getekend voor de productie van 310 stuks T-90 M Bishma in India. In 2009 volgende een nieuw contact voor nog eens 347 stuks van de verbeterde versie van deze tank. De T-90 Bishma beschikt over een nieuwe airconditioning, betere bepantsering en nieuwe ERA-pakketten. Deze nieuwe bescherming zal bestand zijn tegen de Amerikaanse APFSDS munitie M829A2 die oorspronkelijk ontwikkeld was om het hoofd te bieden aan de Kontakt 5 ERA bepantsering. De beschermingsgraad tegen de laatste versie van de Amerikaanse of Duitse pijlmunitie blijft voorlopige nog onbekend. De Bishma tanks beschikken tevens over een actief beschermingssysteem geleverd door de firma SAAB en een nationaal geproduceerd Battlefield Management System. India heeft de intentie om circa 1640 stuks T-90 in gebruik te hebben rond 2020. De Bishma heeft het Arjunproject niet tot een halt geroepen. De eerste Arjuns zijn ondertussen in gebruik door het Indiase leger voor bijna 3 miljoen Euro per stuk, terwijl de T-90 circa 1 miljoen Euro per stuk goedkoper is voor de Indiaanse regering. Vorig jaar is het project voor het ontwikkelen van de Arjun MK II van start gegaan.
T-90MS Bedieningspanelen van de commandant met het BMS scherm wendbaarder geworden is met een lager brandstof gebruik • een verbeterde bepantsering waarvan de beschermings graad nog onbekend is, maar die zeker niet lager zal zijn dan de laatste versie van de Bishma • een auxiliary power unit dat de tank van stroom voorziet zonder dat daarvoor de hoofdmotor moet draaien • een Remote Control Weapon System, waardoor de bemanning een torendakmitrailleur kan inzetten onder de bescherming van de bepantsering van de tank • een Battlefield Management System • een camera systeem waardoor de tankcommandant een nagenoeg 360° zicht rondom de tank heeft hetgeen zijn ‘situational awareness’ aanzienlijk vergroot. Dit systeem is vooral van groot belang bij optreden in bedekt terrein en in verstedelijkt gebied • de aanwezigheid van een munitiebunker in de toren, waarin een gedeelte van de munitie aanwezig is. Dit is een opvallende keuze aangezien de Russische tankont wikkelaars tot op heden altijd de volledige munitie voorraad onder in de tank hadden geplaatst.
T-90 MS In september 2011 werd de T-90MS ‘Tagil’ aan president Poetin gepresenteerd. Deze laatste versie van de T-90 heeft natuurlijk de nodige verbeteringen, waarvan de meest opvallende zijn: • een nieuwe krachtigere motor waardoor de tank De T-90 tijdens de Victory Parade in Moskou in 2009 De T-90 is een moderne en relatief gezien goedkope tank2. Kwalitatief gezien vormt het een grotere verbetering ten opzichte van de oudere generatie Russische tanks (of kan ik beter zeggen: ten opzichte van het beeld dat wij hadden van deze tanks?) en een geduchte tegenstander. De T-90 is dus met recht voor vele landen een interessante tank om aan te schaffen.
Ter vergelijking een Abrams M1A2 kan meer dan
2
De T-90 Bishma tijdens een parade van het Indiase leger
6 miljoen euro kosten
27
A co-production of NCIM and NFI
rol t s a g le Specia IRAF voor X he ensisc r o f e iek het un alysetool an
Spannend scenario
We doen graag auditie
NCIM en het Nederlands Forensisch Instituut werken samen aan XIRAF.
We hebben al heel wat succesvolle producties op onze naam staan. Vooral
Een geavanceerde analyseoplossing voor het verzamelen van data uit digitale
op het terrein van onderscheidende softwareoplossingen voor defensie,
bestanden van onder meer laptops, losse harde schijven, mobiele telefoons en
opsporing en veiligheid.
cd’s. Grote hoeveelheden informatie die nu heel snel te doorzoeken en te analyseren zijn. NCIM zorgt voor de (inter)nationale uitrol en ondersteuning
Benieuwd naar de manier waarop we uw vraagstuk in beeld brengen?
van deze forensische totaaloplossing. Forensic Dashboard speelt daarbij een
Kijk dan op www.ncim-groep.nl of bel 070 350 15 54 voor een
belangrijke rol speelt.
verhelderende auditie!
O ve rgoo 11 | 2 2 6 6 JZ | Le ids ch en dam | T 070 350 1 5 54 | E i n fo@n ci m . n l
CIMIC is inmiddels een structureel onderdeel geworden van vredesoperaties en een groot aantal cavalerieofficieren is nauw bij deze samenwerkingsactiviteiten betrokken. Reden voor de redactie van de VOC-Mededelingen om aan dit onderwerp aandacht te besteden. CIMIC staat voor Civiel-Militaire Coöperatie en behelst de coördinatie van en samenwerking tussen militaire commandanten en de burgerbevolking, inbegrepen nationale en plaatselijke autoriteiten, alsmede internationale en non-gouvernementele organisaties en instellingen ter ondersteuning van een militaire opdracht. Hoewel bij CIMIC vaak wordt gedacht aan kleinschalige, infrastructurele projecten, bestrijken de activiteiten van 1 CIMIC-bataljon een veel breder terrein. Als eerste komt de bataljonscommandant, luitenant-kolonel Jan Vonk, aan het woord. Het interview is van VOC-redacteur tweede-luitenant Henk-Jan Vulpen.
1 CIMIC Bataljon staat voor een transformatie. Samen met onder meer PsyOps en de tolkendienst zal de eenheid vanaf 2013 hoogstwaarschijnlijk 1 Civil Military Interaction Command gaan heten. Sinds november 2011 is Lkol Jan H. Vonk commandant van dit bataljon. Na ‘lessons learned’ in onder meer Bosnië, Irak en Afghanistan, trekken de kinetische en de non-kinetische effectbrengers binnen onze krijgsmacht steeds vaker en intensiever met elkaar op. CIMIC kan echter nog verder integreren in het militair optreden. Het bewerkstelligen van non-kinetische effecten bij traditioneel militair optreden is de belangrijkste rol voor CIMIC. Deze doelstelling moet altijd in samenhang worden bekeken met de mogelijke inzet van kinetische middelen, als ‘ultimum remedium’. Militair denken is steeds meer de battle of the narrative. Wat je zegt moet in overeenstemming zijn met wat je doet. Het gaat om perceptie. Mensen moeten ophouden met vechten. Onze taak is dat te bewerkstelligen met non-kinetische middelen of civiele effectbrengers. Bij het bereiken van onze doelstelling en de ontwikkeling en inzet van non-kinetische middelen zijn reservisten enorm belangrijk. Reservisten hebben civiele expertise en ervaring in civiele taakvelden die de krijgsmacht niet in huis heeft en die nodig zijn in missiegebieden Bovendien hoeven we hun capaciteiten niet alleen te benutten tijdens uitzendingen, maar kunnen deze ook gebruiken binnen de vredesorganisatie. Dat is in het verleden al gebeurd. Maar ook nu kunnen reservisten een klankbordfunctie vervullen. Ze hebben bijvoorbeeld ervaring
Lkol Jan Vonk (rechts) met reorganisatieprocessen en kunnen adviseren en ervaringen delen. Daarbij moeten wij ons een aantal vragen stellen. Wat willen wij gebruiken? Wat kunnen zij ons bieden? En wat heeft de krijgsmacht te bieden? We kunnen capaciteiten van reservisten op die manier nog beter benutten binnen onze krijgsmacht. Daar zit ‘m ook de uitdaging. Dat werkt naar twee kanten. Aan de ene kant moeten we reservisten boeien en binden, aan de andere kant moeten we binnen de krijgsmacht blijven wijzen op de toegevoegde waarde van reservisten. Speerpunt Een ander speerpunt van ons bataljon is het borgen van niet-letale oplossingen voor militaire uitdagingen in onze traditionele organisatie. Iedereen die op uitzending is geweest, weet inmiddels wel dat militair optreden vaak meer vraagt dan de vijand uitschakelen. Eenmaal terug in de vredessituatie is het gemakkelijk om die complexiteit te vergeten. 1 CIMIC Bataljon draagt bij aan de borging van de lessons identified op het vlak van CIMIC. 1 CIMIC Bataljon staat binnen de krijgsmacht in het algemeen en de manoeuvre eenheden in het bijzonder steeds meer op de kaart, door ons geïntegreerde optreden bij oefeningen en trainingen. Ook worden wij steeds meer betrokken bij de voorbereiding en het scripten. Uiteraard denkt het bataljon ook na over de doctrinaire plaats die CIMIC heeft bij de commandovoering. De paarse samenstelling van het bataljon en de beschikbaarheid van reservisten met allerlei civiele achtergronden zorgen ervoor dat wij op alle vragen die het civiele domein raken een antwoord kunnen formuleren. De samenwerking met alle krijgsmachtdelen, van compagniesniveau tot legerkorps zorgen bovendien voor variatie en veel uitdaging. Dat spreekt mij ontzettend aan: je wordt voortdurend aangesproken op alle competenties die je bezit. Steeds weer wordt er om oplossingen gevraagd. Dat is uitdagend. En dat geldt zeker ook voor onze reservisten!
Stafoverleg
29
de mogelijke wijze van optreden continu kritisch moeten worden bekeken en waar nodig worden aangepast. Dat besluitvormingsproces vindt plaats op basis van de beschikbare en relevante informatie over het betrokken gebied of onderwerp.
De toegevoegde waarde van CIMIC informatie Kapitein Martin Leeuwerink Houdt het personeel van de sectie 2 - Inlichtingen en Veiligheid - zich normaliter vooral bezig met Weer, Terrein en Vijand, bij 1 CIMIC bataljon brengt men ook geheel andere (f)actoren van invloed in kaart. Kapitein Martin Leeuwerik gaat in dit artikel in op de veelzijdige taakstelling en de huidige processen binnen de inlichtingencel van deze ‘Civiele Effecten’ eenheid. In zo’n beetje alle recentelijk uitgebrachte of aangepaste doctrines staan zinnen als ‘Het moderne conflict speelt zich niet meer af tussen twee of meer autonome staten die hun geschillen met officiële en herkenbare legers op een slagveld uitvechten’. De complexiteit is toegenomen, landsgrenzen gelden niet als beperking voor tenminste een van de betrokken partijen, partijen zijn niet als strijders herkenbaar, maken ook vaak deel uit van bestaande gemeenschappen en zelfs van bestuurlijke organen; zo stapelen de uitdagingen zich dus op. Om de door nationale- en internationale politiek opgelegde doelstellingen waar te maken, zal per missie
In de potentiële huidige inzetgebieden, van ‘full-scale war’ tot steun na een natuurramp, vindt in de geest van de ‘comprehensive approach’ in toenemende mate toenadering en samenwerking plaats tussen de diverse departementen als Buitenlandse Zaken (en Ontwikkelingssamenwerking) en Defensie. In een missie kan door voortschrijding van tijd een wijziging optreden ten aanzien van wie ‘in the lead’ is en wie dus op effectieve wijze de juiste invloed uit kan oefenen. Binnen de functies van het militair optreden (commandovoering, inlichtingen en informatie, manoeuvre, slagkracht, bescherming en logistiek) is de huidige CIMIC-inzet als ondersteuning van de militaire opdracht vooral terug te vinden in de functies informatie en slagkracht. De uitleg van slagkracht in deze is het beïnvloeden van de omgeving op een non-kinetische wijze, dus zonder gebruik van wapens en dient om de bevolking te beïnvloeden. Door interactie met alle relevante spelers binnen de bevolking en betrokken partijen, kunnen diverse problemen op gezamenlijke wijze worden aangepakt en opgelost. Op dergelijke wijze wordt gewerkt aan oplossingen en verbeteringen voor de lange termijn. Begrip van de operatieomgeving, door te kunnen beschikken over alle relevante informatie en inlichtingen, is een essentieel element voor het succes van de missie. Daar waar men zich in het verleden heeft gefocust op informatie met betrekking tot Weer, Terrein en Vijand, is in het huidige optreden de vijand vervangen door dreiging en het terrein opgedeeld in een fysiek deel en een menselijk deel. De vijand kan ook een natuurramp zijn of een epidemie en het belang van samenlevingen en bestaande structuren is hierin onderkend en wordt dus van belang geacht. Wanneer er sprake is van (vijand)dreiging wordt de relevante informatie, voorafgaande aan en tijdens de missie, al door de diverse gespecialiseerde eenheden als MIVD, Special Forces, JISTARC en bijvoorbeeld verkenningspelotons vergaard en verspreid. Met deze uitstekende sensoren wordt informatie ingewonnen die vervolgens door analisten wordt verwerkt. Hiermee ondersteunen zij de diverse besluitvormingsprocessen op verschillende niveaus.
Figuur 1: Lethal versus non-lethal optreden 30
een multidisciplinaire benadering. De toegevoegde CIMIC-waarde wordt vooral uit de groene, witte en zwarte lagen gehaald. In de moderne operaties is de informatie die hierover wordt ingewonnen en geanalyseerd complementair en ondersteunend in de besluitvormingsprocessen op de verschillende niveaus. De informatie afkomstig uit een enkel dorp kan verschillen ten opzichte van een ander dorp; daarbij zijn wegingsaspecten op gemeentelijk, provinciaal of landelijk niveau verschillend.
Figuur 2: IPE - Intelligence Preparation of the Environment : Informatie indeling van de omgeving Echter, naast beperking in de capaciteit, behelst deze beperking ook hetgene dat wordt bekeken. Daarnaast kan ook het ‘Human Terrain’, mits juist benaderd, een schat aan zeer goed bruikbare informatie opleveren. Het is dus complementair. Het draagt bij aan oplossingen voor de lange termijn en voorkomt een mate van ‘tunnelvisie’, doordat alle aspecten worden meegenomen en het levert de informatie op waarmee de ‘3D-approach’ kan worden gevoed. Hiermee wordt de kans op succes in de (militaire) missie vergroot, waarmee de randvoorwaarden geschapen worden voor een succesvolle overdracht. Het navolgende gelaagde kleurenpalet vormt de basis voor
Om deze informatie te verzamelen, wordt gebruik gemaakt van ‘open bronnen’, i.c. alle openbaar toegankelijke media en instanties. Daarnaast voeren wij in het terrein een zogenaamd CIMIC assessment uit, gevolgd door updates middels rapportages. Hierbij is het van belang om binnen defensie (en liefst ook daarbuiten) gemeenschappelijk begrepen en gedragen technieken en procedures te gebruiken om aansluiting te kunnen houden met de andere informatieverzamelorganen. Het zorgt er voor dat alle informatiebrengers tezamen de ‘puzzel’ tijdig compleet kunnen maken. De (f)actoren op basis waarvan wij (ook als ‘Civiele Effecten’ brengers) een omgevings-beeld creëeren binnen het Human Terrain, zijn: Mandaat, Geografie, Klimaat, PMESII (Political, Military, Economy, Social, Infrastructure, Information) over ASCOPE (Area, Structure, Capabilities, Organizations, People, Events) - zie figuur 4 - , humanitaire situatie (op gebieden van riolering, water, elektriciteit, onderwijs, afval,
Figuur 3: Lagen van het conflict in combinatie met het werkterrein CIMIC
31
Figuur 4: PMESII over ASCOPE medisch vlak, veiligheid en vluchtelingen). Natuurlijk is de humanitaire situatie primair de verantwoordelijkheid van de lokale overheid en de humanitaire hulporganisaties, echter coördinatie/afstemming met deze instanties is noodzakelijk om ten minste de effecten op de militaire opdracht goed in kaart te kunnen brengen. Door het inzetten van zgn. functioneel specialisten (FS), of ‘Subject Matter Experts’, is het mogelijk de juiste informatie
te destilleren. De bij het CIMIC-bataljon ingebedde functioneel specialisten zijn ingedeeld in een aantal expertisenetwerken en beschikken over diepgaande kennis over onderwerpen als politiek, economie, ondernemerschap, bestuur, infrastructuur, scholing, agracultuur enz. Tevens kunnen na analyse opties aangedragen worden om in het civiele domein projecten en programma’s te starten die de militaire opdracht ondersteunen. Deze projecten zorgen voor werkgelegenheid en ondersteunen de economie. Daarbij kan ook aan ondersteuning door middel van scholing en begeleiding worden gedacht, zoals momenteel in Kunduz gebeurt, waar naast het opleiden van agenten de voorzichtige opbouw van een juridische keten wordt onder-
32
steund en begeleid. De FSn hebben specifieke kennis en ervaring merendeels opgedaan in een burgerloopbaan, na een ‘defensiecarrière’, en hebben ervaring opgebouwd in zowel de militaire als de civiele aspecten. De meerwaarde van deze specialisten zit echter in de kennis (HBO+) en ervaring in het civiele domein waarover de gemiddelde (strategisch/-tactisch opgeleide) militair veelal niet beschikt.We willen bereiken dat CIMIC assessments en rapportages duidelijk en bruikbaar zijn op elk niveau. Hiervoor leiden we intern het personeel op om de informatie dusdanig te verzamelen, structureren en SMART te maken dat het beantwoord aan de vraag vanuit defensie en aansluit op hetgeen buiten defensie aan activiteiten plaatsvindt. Immers, informatie en de waarde wordt vergroot wanneer je het deelt! Op regelmatige basis wordt dit beoefend tijdens oefeningen.
Figuur 5: informatiecyclus Binnen 1 CIMIC-bataljon werken we momenteel aan de ontwikkeling van ICT-systemen om CIMIC-informatie te borgen en beschikbaar te maken voor de diverse spelers. Eigen ontwikkeling bleek noodzakelijk, omdat er geen alternatieven beschikbaar waren. Hierin is naast een uitgebreide database voor contactbeheer, o.a. ook mogelijk gemaakt dat alle informatie gestructureerd wordt opgeslagen, personen aan events worden gekoppeld en dat er naar wens rapporten en/of presentaties kunnen worden gegenereerd. Voor het optreden op het niveau van compagnie/team is dat CARLS (CIMIC Assessment Report Liaison System) en op bataljons-
CIMIC personeel tijdens de inzet met het Provincial Reconstruction Team 9 in Afghanistan
en brigade niveau is dat 3D-ARTS (Defence, Deplomacy, Development Analyses, Reports, Topics, Scenarios). Met beide systemen wordt in een behoefte voorzien informatie te verwerken die voor dat niveau toepasbaar is. Het is eenvoudige te beveiligen, maar ook (naar behoefte in delen) beschikbaar te stellen aan externen. Deze systemen zijn eenvoudig aan elkaar te linken en IVENT, het ICT bedrijf dat defensie ondersteunt, heeft interesse getoond om deze ontwikkelingen te ondersteunen.
Het CIMIC-bataljon zal in 2013 transformeren naar een nieuwe ‘Civiele Effecten’ eenheid. Hier zal naast de huidige PsyOps o. a. ook de tolkendienst en de operationeel analisten in worden opgenomen. Over de uiteindelijke vorm en naam wordt nog nagedacht. Feit is wel dat de eenheid ook in de toekomst met een scala aan inzetmogelijkheden de missies zal ondersteunen. Momenteel gebeurt dat in bij de NAVO in Afghanistan en bij de VN in Zuid-Sudan. Het daar ingezette personeel van 1 CIMIC-bataljon kan terugvallen op een kennisrijke achterban in Apeldoorn.
33
In de huidige tijd wordt nog eens extra duidelijk dat het gebruik van media van grote invloed kan zijn op het verloop van een conflict. De demonstratie in Benghazi maakte onderdeel uit van de ‘Arabische Lente’ en leidde tot de grootste opstand in de geschiedenis van Libië. De hele wereld keek mee en vormde zo haar eigen beeld van de situatie. Maar wist de lokale bevolking eigenlijk wat er een paar steden verderop gebeurde? Het antwoord op deze vraag is niet duidelijk. De Staatstelevisie van het regime van Kolonel Ghadaffi bracht boodschappen naar buiten dat de situatie onder controle was. De internationale gemeenschap was volgens het regime de oorzaak van het conflict en was daardoor verantwoordelijk voor het gebrek aan olie, water en voedsel waar de bevolking onder te lijden had. Gaande het conflict wist de bevolking echter wel beter. Mond tot mond communicatie, sociale media en mediastations van de rebellen berichtten over de voortgang van de opstand en de negatieve acties van het regime. Deze berichten bereikten alleen niet de gehele regio. Kapitein Henk Schouwenaars
PsyOps : Beïnvloeding door communicatie. De kracht van het woord.
‘Leaflet’ ontwikkeld ter introductie van de NAVO operatie ‘Unified Protector’ in Libië Behoefte aan informatie Het laatste nieuws. Iedere dag worden we op de hoogte gesteld van alle gebeurtenissen in de regio, het land en de wereld. Diverse soorten media worden gebruikt om je op de hoogte te stellen van de situatie. Traditionele media leggen het steeds vaker af tegen social media. Het maakt niet uit waar je de informatie vandaan haalt, je creëert je eigen beeld van de waarheid. Maar hoe zit dat met mensen die in een land wonen waar geen vrijheid van medium geldt? Waar je gedwongen wordt om naar de staatstelevisie te kijken en naar de nationale radio te luisteren?
34
Bevolking in gebieden gecontroleerd door het regime werd beperkt tot de staatsomroepen. Het draaien van een schotelantenne was voldoende bewijs dat men zich wilde afzetten tegen het regime en daarmee dus een doel voor één van de vele scherpschutters in Tripoli. De alternatieve omroepen waren echter niet overal te bereiken, wat leidde tot een vacuum in het informatiedomein. Daarnaast werd de rol van de NAVO onderbelicht in het gebied van conflict. Wat deed de NAVO in de havens van Tripoli en Misrata en waarom werden de vliegtuigbommen gegooid in gebieden waar ook gewone bevolking leefde? Psychologische Operaties Dit scenario is een voorbeeld van de situatie waarin het
naris ten behoeve van doelgroep analyse en meerdere productontwikkelingsgroepen voor de diverse types media. Als laatste zijn er één of meerdere TPTs, die een deel van de productverspreiding voor hun rekening nemen. Maar hun belangrijkste taak is het uitvoeren van beïnvloedende communicatie door het voeren van gesprekken met de doelgroep.
Tijdens ‘Unified Protector’ werden er vanaf schepen en door vliegtuigen uiteenlopende radioberichten verzonden. Dit ‘leaflet’ is ontwikkeld ter promotie van het radiostation huidige conflict tegenwoordig plaats kan vinden. Militaire operaties vinden steeds vaker plaats tussen de lokale bevolking en onder het oog van de gehele wereld. Dit maakt dat het verkrijgen van de steun van de bevolking een belangrijk onderdeel vormt voor het succesvol verloop van een missie. Als betrouwbare informatiebron inspringen in het informatievacuum geeft de mogelijkheid om de psychologische beïnvloeding van zowel de bevolking als de strijdende partijen een sleutel voor succes te laten vormen. Binnen de NAVO wordt dit domein Psychologische Operaties, ook wel PSYOPS, genoemd. PSYOPS ondersteunt de operationele commandant in het veranderen van de houding, het gedrag en de attitude van de mensen in het gebied. Over het algemeen streeft het hiervoor een drietal verschillende basisdoelen na. Het probeert de wil van de (mogelijke) tegenstander te verzwakken, twijfelende groepen over te halen hun steun alsnog aan de operatie te geven en de steun van vriendelijke gezinde groepen te vergroten. Het gaat hierbij altijd om de lokale bevolking binnen het operatiegebied, want het is PSYOPS verboden zich te richten op de eigen troepen en bevolking of die van coalitie partners. Organisatie PSYOPS wordt op alle niveaus van het militaire optreden gepland en uitgevoerd. Van militair-strategisch niveau tot aan het Tactical PSYOPS Team (TPT) dat op patrouille is. De Nederlandse krijgmacht richt zich met name op het brigade (of overeenkomstig) niveau en alle niveaus daaronder. Een PSYOPS Support Element, oftewel PSE, ondersteunt de brigade commandant met het plannen en inzetten van PSYOPS middelen en activiteiten. Hiervoor bestaat een PSE uit een commandogroep element die de PSE aanstuurt en de planning voor zijn rekening neemt, een sectie of functio-
Communicatiemiddelen De middelen die PSYOPS gebruikt voor beïnvloeding zien we dagelijks om ons heen. Folders vallen iedere week in de bus om ons te overtuigen om bepaalde producten te kopen. Ook in landen als Afghanistan en Irak zijn er bestaande tijdschrijften waar PSYOPS gebruik van maakt om zijn boodschappen te kunnen overbrengen. Radio en televisie zijn relatief goedkope middelen met een zeer groot bereik. Ook hier wordt gebruik gemaakt van bestaande radio-omroepen, maar het is ook mogelijk om een eigen radiostation uit te brengen. Elk communicatiemiddel wordt gebruikt om de juiste boodschap over te brengen bij de doelgroep. Pop-ups en banners op het Internet en SMS-jes via de mobiele telefoon zijn belangrijke middelen om vooral jongeren te bereiken. Terwijl ouderen en hoger opgeleiden mogelijk de dialoog willen aangaan en eerder te overtuigen zijn door een discussie met argumenten. Tevens is de luidspreker een belangrijk middel. Gemonteerd op voertuigen of draagbare systemen met enkele kilometers bereik worden op het laagste tactische niveau ingezet om met beperkte reactietijden een groep toehoorders te bereiken. Toepassingen Op het operationeel en tactisch niveau zijn er twee verschillende soorten PSYOPS te onderscheiden. Crisis Response PSYOPS (CRPO) zijn gericht op de lange termijn. De toepassing hiervan zal ik schetsen aan de hand van een voorbeeld. Bij alle missies komt er een moment dat onze troepen het operatiegebied binnentrekken. PSYOPS heeft dat moment lang van tevoren voorbereid door voor de lokale bevolking een introductieprogramma over onze troepen te voeren. Wie we zijn, waar we vandaan komen, wat we komen doen, welke voertuigen we gebruiken, hoe de lokale bevolking zich het best kan gedragen als er een colonne aankomt, hoe ze met vragen bij ons kunnen aankloppen. Dit zijn maar enkele elementen uit het introductieprogramma. Bij de operatie Unified Protector zijn duizenden leaflets vanuit vliegtuigen boven Libië gedropt om de bevolking te vertellen wat de rol van de NAVO was en dat ze moesten afstemmen op de radio frequentie van de NAVO om betrouwbare en neutrale informatie te krijgen. Via dit radio station werden aanvullende boodschappen uitgezonden die deze introductie campagne ondersteunde, maar daarnaast ook nieuwsberichten welke de situatie in het land beschreven. Essentieel voor het schrijven en uitvoeren van een campagne is begrijpen waarom een doelgroep dingen doet, denkt, zegt en voelt. In onze eigen omgeving is dat al ingewikkeld, maar om dit bij een vreemde cultuur te begrijpen behoeft verregaande kennis. Om een verandering in houding en gedrag te bewerkstelligen, moet PSYOPS personeel niet
35
alleen kennis hebben van de grondbeginselen van het menselijk denken en de specifieke culturele kleuring daarvan. Ook ervaring en inlevingsvermogen zijn essentieel voor het succesvol plannen en uitvoeren van beïnvloedingsactiviteiten. Goede PSYOPS-boodschappen bevatten de argumenten waar de doelgroep gevoelig voor is en worden verspreid via het communicatiemiddel dat de doelgroep als meest betrouwbaar ziet en dat men ook daadwerkelijk tot de beschikking heeft. Toch is het kennen van je doelgroep en het schrijven van de juiste boodschap geen garantie voor succes. PSYOPS-boodschappen zijn niet de enige activiteiten die beïnvloeding tot gevolg hebben. De manier waarop een patrouille zich gedraagt en elke granaat die afgeschoten wordt, zijn slechts enkele voorbeelden van activiteiten die de houding van de bevolking ten opzichte van de missie beïnvloeden. Een PSYOPS activiteit gericht op het verkrijgen van de steun van de neutrale bewoner van een stad heeft geen enkele zin als er een dag later in diezelfde stad onschuldige slachtoffers vallen. Daarnaast biedt een recent opgerichte school de mogelijkheid aan PSYOPS om deze gebeurtenis bij een breder publiek bekend te stellen. Planning en afstemming van PSYOPS samen met de activiteiten van andere actoren
aanwezig in het gebied, versterken elkaar en dragen samen bij aan de end state van de missie. Combat PSYOPS is de tweede vorm van PSYOPS die op het tactisch niveau plaats vindt. Zoals de naam impliceert zijn deze activiteiten plaatselijk en tijdelijk en vanwege de hoge onvoorspelbaarheid moeilijk te plannen. In het geval van een gevecht denkt men direct aan kinetische acties, maar ook non-kinetische activiteiten dragen hier zeer zeker aan bij. De vijand met luidsprekers oproepen tot overgave maakt een extra trap in het escalatieniveau mogelijk. Hierdoor hoeft een vuurgevecht niet altijd direct met wapens beantwoord te worden en wordt de kans op collateral damage beperkt. Maar ook door middel van luide hardrock muziek en het nabootsen van geluiden van helikopters, artillerie en vuurgevechten wordt de tegenstander uit balans gebracht en gehouden. De muziek en de geluidseffecten kunnen worden afgestemd met echt artillerievuur en Close Air Support om de vijand constant in paniek te houden. Hierdoor krijgt hij geen rust en raakt hij verzwakt. PSYOPS richt zich in deze gevallen voornamelijk op het verzwakken van de wil van de vijand, maar het kan zich tevens richten op de bevolking om deze negatieve activiteit juist in ons voordeel te laten gelden. Het gevaar dat gevechtsituaties opleveren
‘Handbill’ uitgedeeld in Afghanistan. Product ter stimulering van een positieve toekomst. Gericht op het uitbuiten van projecten uitgevoerd door zowel het PRT als diverse IO/NGO organisaties. Alle ‘leaflets’ en ‘handbills’ worden geproduceerd in de voertaal van de doelgroep. Deze afbeeldingen zijn de Engelstalige vertalingen hiervan.
36
Luidsprekers gemonteerd op een MB tijdens de TFU. Luidsprekers kunnen worden ingezet om grote groepen gelijktijdig te beïnvloeden voor de bevolking, waaronder ook kinderen, kan aangehaald worden om hun steun aan vijandelijke activiteiten weg te nemen. Een steun die de tegenstander, net zoals wij, nodig hebben om activitieten te kunnen uitvoeren. Daarnaast is het mogelijk om de lokale bevolking die niet direct bij het gevecht betrokken is te informeren over de situatie en hen te overtuigen zich op een gewenste manier te gedragen. Dit draagt bij aan het winnen van de hearts and minds van deze bewuste doelgroep. Tijdens de missie in Libië werd de bevolking opgeroepen om weg te blijven bij militaire installaties om zodoende burgerbevolking geen slachtoffer te laten worden van de bombardementen. Maar Combat PSYOPS wordt niet alleen toegepast bij het daadwerkelijk voeren van een gevecht. Ook een gijzeling of plotselinge demonstratie kan worden bestreden. Op afstand communiceren met de doelgroep is in deze gevallen vaak voldoende effectief om niet kinetisch te hoeven ingrijpen. Hierdoor behoudt of verkrijgt men de steun van de onschuldige bevolking. Goede getraindheid, ervaring en snelle besluitvorming van de tactische teams levert mogelijkheden om effectief aan deze situaties bij te dragen.
Het voeren van gesprekken met de doelgroep is één van de belangrijke taken van een ‘Tactical PSYOPS Team’ Toekomst Sinds enkele jaren vormt PSYOPS een essentieel onderdeel van het Nederlandse militaire optreden. Om bij toekomstige missies PSYOPS capaciteit te kunnen garanderen, wordt er geïntensiveerd in de verdere professionalisering hiervan. Het oprichten van operationele PSE’n binnen een eenheid van niet-letale effectenbrengers vormt hiertoe de basis. Het combineren van beroepsmilitairen en reservisten, beide geselecteerd op competenties, levert een professionele organisatie welke onder alle mogelijke operationele omstandigheden effectieve beïnvloeding van doelgroepen kan uitvoeren.
Reserve Majoor Peter Prak Het netwerk Civil Administration is één van de zes netwerken in het huidige CIMIC-bataljon. Het netwerk bestaat uit vier kennisplatforms (KP’s): ‘Rule of Law’, ‘Governance’, ‘Communications’ en ‘Public Safety and Security’. In deze vier kennisplatforms zijn ruim veertig functioneel specialisten actief waarmee het netwerk voor meer dan 80% is gevuld. Het netwerk wordt geleid door een netwerkmanagement. Voorzitter is de Res Lkol Martin Evers, netwerkmanager Res Lkol Cees van Doorn voor communicatie, netwerkmanager Res Maj Hirschel Hessel voor human resource management en uw scribent als de netwerkmanager Operatie en Opleiden & Trainen. Ieder kennisplatform wordt geleid door een KP-trekker die voor de inhoudelijke ontwikkeling van het platform zorg draagt. Bij uitzendingen is de KP-trekker verantwoordelijk voor de inzet en ondersteuning vanuit het netwerk. Het netwerkmanagement functioneert op basis van een jaarplan waarbij de doelstellingen van het CIMIC-bataljon worden vertaald naar activiteiten voor het netwerk en de kennisplatforms. Iedere functioneel specialist stelt een persoonlijk activiteiten plan (PAP) op waarin de activiteiten opgenomen zijn die bijdragen aan de ontwikkeling van netwerk en kennisplatform. Er wordt op deze wijze professioneel invulling gegeven aan de rol als functioneel specialist én aan de ontwikkeling en sturing van het netwerk. Nieuw personeel wordt binnen het civiele netwerk geworven. Enerzijds op basis van de militaire functieprofielen, anderzijds op basis van competenties en civiel specialisme. Eerst na een grondige voorselectie door het netwerkmanagement worden kandidaten, de zogeheten ‘pijplijners’, aan het bataljon aangeboden voor melding bij de Afdeling Reservisten Aangelegenheden (ARA) van C-LAS, waarna het aanstellingstraject voor het militaire deel start. Deze ‘pijplijners’ worden gedurende het traject voor hun formele aanstelling al opgenomen binnen de kennisplatforms waar zij op basis van vrijwilligheid hun bijdrage leveren. Van functioneel specialisten wordt verwacht dat zij A-700 zijn opgeleid. Dat wil zeggen dat zij voldoen aan alle eisen om uitgezonden te worden. Dat betekent jaarlijks deelname aan de vierdaagse MBV (Militaire Basis Vaardigheden), het op peil houden van schietvaardigheden (Diemaco en Glock) en met goed gevolg afleggen van FIT I en de DCP). Naast deze ‘groene’ (militaire) basis is er ook het ‘witte’ deel van de voorwaarden voor inzet. Dit betreft de periodieke (1x 5 jaar) deelname aan het CIMIC Centre of Excellence (CCOE), ken-
37
CIMIC Functioneel Specialisten nis van het Tactisch Besluitvormings Management (TBM) en voor de functievervulling vanaf majoor wordt de Middelbare Defensie Opleiding (MDO) verplicht gesteld. Naast deze militaire onderdelen wordt van iedere functioneel specialist verwacht dat binnen zijn vakgebied de relevante civiele of militair/civiele trainingen en opleidingen gevolgd worden. Voorbeeld hiervan is de PsyOps-opleidingen binnen het platform ‘Communications’. Duidelijk is dat van de reservist een professionele inzet wordt gevraagd die naast zijn civiele werkzaamheden serieus tijd en aandacht vraagt. Binnen het netwerk wordt binnen het eigen jaarprogramma ruimte gegeven aan de kennisplatforms om het eigen vakgebied te ontwikkelen, de relaties naar de civiele omgeving te managen, te borgen dat competenties en specifieke deskundigheden binnen het platform aanwezig, geschoold, opgeleid en getraind zijn. Het netwerk organiseert jaarlijkse een driedaagse oefening. Een oefening waarbij de nadruk ligt op het toepassen van de juiste skills en drills binnen het CIMIC-optreden : informatievergaring, assessment, integratie van informatie, advisering over de aanpak met het oogmerk van de commandant in het achterhoofd. Deze oefening vindt steeds plaats in een combinatie met krijgshis-
38
torische ervaringen, waarbij de gebeurtenissen uit het verleden vertaald worden naar hedendaagse situaties. Vanuit de context van toen, met het CIMIC-optreden van nu in het vizier, vanuit het specifieke vakgebied : wat zou de aanpak vandaag de dag kunnen zijn? Naast dit inhoudelijke onderdeel wordt aandacht besteed aan fysieke onderdelen, exercitie (waar wordt dat anders onderhouden?) en de onderlinge verbanden. De afgelopen jaren lag binnen het netwerk de nadruk op het faciliteren van uitzendingen. Naast de missies in Uruzgan en Kunduz, waren dat ook de al lang lopende missies in de Balkan. Het netwerk Civil Administration heeft gedurende deze jaren een groot aantal reservisten uitgezonden, vooral vanuit het platform ‘Rule of Law’. Tijdens zo’n missie wordt een ‘back-office’ georganiseerd voor de uitgezonden reservist. Aanspreekpunt bij problemen, ondersteuning bij vragen, en voor de debriefing na terugkomst. Alle leerpunten worden meegenomen in verbeteringen in het opwerk traject voor volgende uitzendingen. Hier ligt een belangrijke meerwaarde: de kracht van het managen van reservisten door reservisten. De komende jaren wordt, mede als consequentie van de veranderingen naar ‘civil-effects’, de inzet van de functioneel reservisten vanuit de netwerken ook in reguliere oefeningen en trainingen op bataljons-, brigade- en leger-
korpsniveau vorm gegeven. Het CIMICelement wordt steeds meer geïntegreerd in het functioneren van de eenheden. Participatie van het CIMIC-bataljon (vaste staf én netwerken) bij de voorbereiding en uitvoering van oefeningen neemt toe. Bijdragen vanuit de civiele deskundigheid bij het maken van assessments, het ‘scripten’, deelname aan LOCON of HICON bij oefeningen of als lid van een CIMIC Support Eenheid (CSE). Naast al deze onderdelen is inzet ook mogelijk in ‘backfill’ of ‘frontfill’. Specifieke inbreng vanuit de civiele expertise, functionerend in een militaire omgeving . Daarbij brengt de reservist, naast de beroeps militair, juist vanwege zijn specifieke civiele expertise die niet binnen de krijgsmacht aanwezig is, andere kwaliteiten mee die van toegevoegde waarde zijn binnen de defensieorganisatie. Als netwerkmanager Operatie en Opleiden & Trainen is het onder andere mijn rol, om samen met alle functioneel specialisten, andere netwerkmanagers en de sectie 7 van het bataljon, te komen tot een jaarplanning. Voor de tientallen aanvragen voor de inzet van functioneel reservisten per jaar, verzorg ik de voordracht van geschikte kandidaten aan het bataljon. Het eerste kwartaal van 2012 zijn al een vijftiental aanvragen vanuit het bataljon naar de netwerken gestuurd om te voorzien in specifieke functies. De reactietermijn was soms beperkt tot een kleine twee weken. Voor de meeste reservisten te kort om zich vrij te maken van hun civiele werkzaamheden. Samen met de verschillende secties van het bataljon wordt door de netwerkmanagers gewerkt aan optimalisatie van werkprocessen en met name het verlengen van de reactietermijn voor aanvragen. Het opnemen van CIMIC-aspecten binnen oefendoelstellingen van trainende eenheden wordt meer en meer gebruikelijk. Functioneel specialisten ondersteunen in deze oefeningen met enthousiasme en professionaliteit de te oefenen eenheden. De inzet van functioneel specialisten is vrijwillig, maar niet vrijblijvend! De beschreven manier van optreden is de afgelopen periode haast uitgegroeid tot een baan naast een baan. Sommigen noemen de huidige functioneel specialist al de ‘deeltijd’ militair. Een deel van de activiteiten wordt in de avonduren en weekeinden uitgevoerd. Actieve participatie aan opleidingen, trainingen en inzet tijdens oefeningen vraagt nog eens vijf tot tien dagen per jaar. Voor vrijwel iedereen een belasting omdat niet altijd teruggevallen kan worden op ATV-dagen of beschikbare tijd als ondernemer. De druk op de inzet van de reservist, ook in de huidige ontwikkelingen, neemt tegelijkertijd toe. Het belang van de inzet van reservisten is door C-LAS be-
vestigd. Hoe dat vorm moet krijgen is één van de lopende studies. Bovenstaande uitleg laat zien hoe reservisten functioneren binnen 1CIMIC bataljon. Het is een voorbeeld van een flexibele pool (deeltijd)militairen die op basis van hun specifieke civiele competenties een aanvulling zijn naast de specifieke competenties van de beroepsmilitairen. De functioneel reservisten ervaren dat hun inzet breed wordt gewaardeerd. De synergie die zo ontstaat biedt meerwaarde voor de krijgsmacht als geheel. Een toenemend beroep op de inzet van functioneel reservisten mag vanuit het perspectief van de krijgsmacht logisch lijken; vanuit de civiele maatschappij wordt deze logica minder begrepen. Werkgevers staan niet te juichen bij een verzoek om langdurig onbetaald verlof. Een uitzending van drie maanden vraagt inclusief het opwerktraject al meer dan vier maanden inzet. Er is een tendens zichtbaar om functioneel specialisten voor minimaal zes maanden uit te zenden met ruim zeven maanden afwezigheid. Als werkgevers de wens van deze reservisten al begrijpen, het hemd blijft toch altijd nader dan de rok. De consequenties voor het langdurig niet bezetten van de civiele functie is vaak te groot. Zelfstandige ondernemers kunnen pas na terugkomst de acquisitie oppakken. De knelpunten die dit alles oplevert worden nog onvoldoende belicht. Maar ook bij dit ‘human resource management’ aspect hebben de reservisten uitgesproken ideeën en oplossingsrichtingen. De reservist van nu is een ander dan in de tijden van de Koude Oorlog. De positie van de reservist is de afgelopen jaren sterk geëvolueerd. In dit artikel heb ik u een toelichting gegeven op de rol die zij binnen 1 CIMIC bataljon spelen. Dat zij voor een belangrijk deel hun eigen netwerk managen, dat zij structureel werken aan een kwalitatief goede bezetting van de netwerken, dat de reservist goed getraind en opgeleid is, ook militair. Dat de samenwerking met de beroepsmilitairen van het commando en de secties van 1 CIMIC bataljon een vanzelfsprekende is. Dat het werk van de functioneel specialist en het netwerkmanagement vrijwillig is maar zeker niet vrijblijvend en een investering vraagt in tijd en energie.
39
Wachtmeester Sjef Adriaansen: Engelandvaarder Als de poorten van de Trip van Zoudtlandkazerne in Breda zich achter hem sluiten heeft Sjef Adriaansen nog geen idee van wat hem te wachten staat. Hij moet in 1939 ‘voor zijn nummer’ opkomen en hij heeft zich gemeld voor de cavalerie. Eigenlijk was dit een tweede keuze, want zijn goede vriend uit zijn geboorteplaats Hoogerheide heeft zich opgegeven voor de Koloniale Reserve voor Nederlandsch Oost Indië, het KNIL. Sjef wil dat ook. Het is geen bewuste keuze voor het KNIL, maar een poging om weg te komen uit een armoedig bestaan in een Brabants dorp in crisistijd. Maar Sjef is minderjarig en zijn vader wil niet zijn handtekening zetten. En zo is zijn vriend alleen naar Nijmegen en later naar de Oost vertrokken.
2e Regiment Huzaren Aan het einde van de jaren dertig heeft de mechanisatie van de cavalerie gestalte gekregen Naast de huzaren te paard en de huzaren-wielrijders, komt er bij het Eerste en het Tweede Regiment Huzaren elk een Eskadron Motorrijders, aangeduid als een specialisteneskadron. Dit eskadron is bestemd voor de opleiding van dienstplichtigen voor een gemotoriseerde afdeling pantserafweergeschut en een gemotoriseerde sectie zware mitrailleurs. Na het Eerste volgt in 1939 het Tweede Regiment. Sjef Adriaansen grijpt zijn kans en wordt ingedeeld bij 2 RH bij de gemotoriseerde mitrailleursectie. Hij komt in opleiding in Amersfoort en sluit deze op 3 april 1940 af als wachtmeester-titulair. Een vriend van hem heeft later geschreven: ‘Hij viel in Hoogerheide wel op, een arbeidersjongen met de witte strepen van wachtmeester bij de cavalerie.’ Het was geen einde oefening voor Sjef, want in augustus 1939 heeft de regering de algemene mobilisatie afgekondigd. Sjef blijft bij de cavalerie. In de oorlogsdagen van 1940 bevindt zijn eenheid zich nabij Alblasserdam, ergens tussen de Peel-Raamstelling en de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Na de gevechten in mei 1940 wordt hij door de bezetter, net als alle andere militairen, naar huis gestuurd. De Duitse overheersing van Nederland is dan een feit.
40
Sjef Adriaansen (rechts) als huzaar in 1939
Marechaussee Later dat jaar meldt Sjef zich voor de marechaussee, waarvoor de bezetter mensen werft. Hij wordt aangenomen en in september krijgt hij een aanvullende training bij de Brigade Bergen op Zoom. Zijn standplaats wordt Wouwse Plantage, een grensdorp met België, dat dan nog de naam Pindorp heeft. Sjef blijft er tot maart 1942. De leiding van de marechaussee (zonder de titel Koninklijke, het is immers oorlogstijd), wordt naar de mening van hem en zijn collega’s te veel ‘duitsvriendelijk’. En Sjef wil meer. Hij wil zich daadwerkelijk inzetten voor de bevrijding van ons land. Hij gaat niet over een nacht ijs. Maar op 23 maart is het dan toch zo ver dat hij via de Van Niftriklijn vanuit Putte, in gezelschap van een drietal Joodse medeburgers, het eerste deel van zijn reis aanvangt naar Zwitserland. Hij meldt zich drie dagen na zijn vertrek bij de ambassade in Bern. Sjef heeft zelf geen dagboek bijgehouden van zijn reis naar Engeland. Maar aan de hand van de reisverslagen van andere Engelandvaarders, met wie hij onderweg contact heeft gehad, en van enkele officiële rapporten kan ook zijn verdere reis goed worden gereconstrueerd.
2e Regiment Huzaren tijdens de mobilisatiewinter van 1939-1940
Engelandvaarder Zwitserland is zeker niet zijn eindbestemming. In augustus passeert hij clandestien weer de Franse grens, nu in gezelschap van een cadet van de KMA, Frank Polak. Samen maken ze een avontuurlijke tocht door Frankrijk tot ze in oktober in Perpignan een uitreisvisum weten te bemachtigen voor Spanje. In december monsteren ze samen met nog een groepje Engelandvaarders aan op de ‘Cabo de Hornos’, een vrachtschip dat hen naar Curaçao brengt. In Willemstad krijgen ze een oproep voor militaire dienst. Plezierige bijkomstigheid, zo meldt een van hen in zijn dagboek, is dat ze nu soldij ontvangen. Een generaal bezoekt de groep en tracht hen te interesseren voor de luchtmacht. Sjef meldt zich aan en reist in januari 1943 door naar Jackson in de staat Mississippi in de Verenigde Staten. Hij wordt echter niet goedgekeurd voor een vliegende functie en vertrekt dan naar Guelph in Canada, waar hij in opleiding komt bij de landmacht. In juni 1943 zit hij op een boot naar Engeland. Na de gebruikelijke screening in de Patriotic School in Londen, meldt hij zich bij majoor dr. Jan M. Somer, die hij al een jaar geleden in Zwitserland heeft ontmoet en die sinds kort commandant is van het nieuw opgezette Bureau Inlichtingen (BI) van de Nederlandse regering in ballingschap. Na het bittere einde van het zogenoemde Englandspiel is er een grondige reorganisatie geweest van de inlichtingendienst. Majoor Somer rekruteert vooral uit de groep Engelandvaarders, omdat die nog recente kennis hebben van de situatie in bezet Nederland. Sjef wordt meteen ingelijfd en begint zijn opleiding tot geheim agent. Het is een korte, maar intensieve opleiding met veel theorie en praktijk, waaronder het maken van een aantal parachutesprongen, ook bij nacht. Een bijzonder moment is het als koningin
Portret van Sjef Adriaansen als marechaussee, dat hij enkele dagen voor zijn vertrek uit Nederland in 1942 heeft laten maken voor zijn vriendin Maria van Os. Maria was verpleegster in opleiding in Rosmalen en is in september 1943, 22 jaar oud, overleden aan tuberculose.
41
Wilhelmina hem op 2 september 1943 persoonlijk het Kruis van Verdienste opspelt.
Daarna vindt hij een adres in Zaandam, dicht bij de top van de RVV. Sjef Adriaansen blijft in West-Brabant.
Spartanen In de nacht van 10 op 11 januari 1944, een koude winternacht met een volle maan, duikt Sjef samen met eerste luitenant Harm Steen, bij Breda door de opening in de bodem van een Halifax bommenwerper van de RAF. Harm Steen is de organizer en Sjef is toegevoegd als operator. De taak van
In dienst van het verzet Door een ongelukkige samenloop van omstandigheden wordt luitenant Steen begin maart door de Duitsers gepeild en gevangen genomen. Als er meer agenten vanuit Engeland komen, krijgt de organisatie alsnog gestalte, waarbij Sjef samen met zijn collega Jac van Loon, die in april in
Nederlanders die in de oorlogsjaren in Zwitserland binnen kwamen, werden geïnterneerd in een werkkamp. Deze foto is gemaakt in het kamp Cossonay op 29 juni 1942, de verjaardag van Prins Bernhard. Generaal van Tricht van de Nederlandse delegatie in Bern bezocht op die dag het kamp en sprak de aanwezige Nederlanders toe. Ergens op de foto moet ook Sjef Adriaansen staan. Steen als organizer is een nieuwe zendorganisatie op te zetten, die het contact moet onderhouden tussen de Raad van Verzet (RVV), koepel van verzetsorganisaties in Nederland, en het Bureau Inlichtingen (BI) in Londen. Daarnaast heeft Steen een volmacht van de Nederlandse regering meegekregen waarin de regering zich garant stelt voor terugbetaling van geld, dat wordt aangewend voor betalingen aan onderduikers en mensen in de illegaliteit.
Nederland is gedropt, vanuit West Brabant blijft opereren. Al spoedig hebben ze contact gelegd met de LO (Landelijke Hulp aan Onderduikers) en anderen. Zo vinden ze ook een aantal zendadressen, want om uitpeilen te voorkomen mag een agent niet te lang van een en dezelfde plek zenden. Het gebied dat beiden met hun activiteiten bestrijken omvat praktisch geheel West-Brabant en ook een stuk van Zuid Holland.
Hun aanloopadres in Princenhage zijn de Spartanen. Dat zijn de twee broers van Nunen, die in Princenhage een rijwielen motorenzaak hebben met een groot bord van het merk Sparta aan de muur. Zij zijn goede bekenden van majoor Somer van voor zijn vertrek naar Engeland. Hun winkel wordt later ook het aanloopadres voor andere agenten van het Bureau Inlichtingen, die in de nabijheid van Breda worden gedropt. Sjef vindt er onderdak en heeft van daar uit ook zijn eerste berichten naar Engeland verzonden. Luitenant Steen levert direct na aankomst de volmacht en een groot bedrag in contanten af bij de leiding van het Nationaal Steunfonds voor het verzet in Amsterdam.
De berichtgeving van beide agenten betreft vooral de organisatie en de activiteiten van de Luftwaffe op de vliegbasis Gilze-Rijen. De daar gestationeerde nachtjagers zijn immers een geduchte vijand van de geallieerden bommenwerpers op hun weg naar doelen in Duitsland en terug. Maar uit bewaard gebleven archieven blijkt dat ze ook rapporteerden over Duitse troepenconcentraties, over munitieopslagplaatsen bijvoorbeeld op Rozenburg bij Rotterdam of over treinbewegingen. De invasie van Europa is op handen en geallieerde bommenwerpers hebben ook tot taak door bombardementen het vervoer van soldaten en militair materieel naar Noord Frankrijk te hinderen. Op 31 mei is er een
42
Verhaegen, blijven gevangen in Kamp Haaren. Bij zijn arrestatie heeft Sjef de tekst van eerder verzonden telegrammen en ander materiaal bij zich. Daarmee zijn een paar eerder gebruikte zendadressen bekend geworden. Dat leidt tot arrestatie van nog meer mensen die met hem hebben samengewerkt. Een klein aantal mensen weet echter de dans ontspringen. Gevallen voor het vaderland Sjef heeft anderhalve maand gevangen gezeten in Haaren. Hij is vlak voor ‘Dolle Dinsdag’, 5 september 1944, naar Kamp Vught vervoerd en daar, in het kader van het Duitse Niedermachungsbefehl, standrechtelijk gefusilleerd, samen met nog 59 andere gevangenen. Onder hen ook luitenant Harm Steen, met wie hij begin 1944 aan zijn missie in Nederland is begonnen en kapelaan Verhaegen. Hun as en die van zo vele anderen rust op het terrein van het voormalige Kamp Vught. Wachtmeester Sjef Adriaansen is in mei 1953 postuum onderscheiden met het Bronzen Kruis.
De stellingmolen De Hoop in Princenhage dateert uit 1899 en is thans een monument. Vanuit deze molen heeft Sjef Adriaansen een aantal malen zijn berichten verzonden naar Engeland. bombardement op het spoorwegemplacement bij Roosendaal, dat een belangrijk knooppunt is van spoorlijnen. Helaas komt bij deze actie van de Engelse luchtmacht groot aantal Nederlandse burgers om het leven. Arrestatie In de opleiding van agenten is terloops opgemerkt dat de kans op uitpeilen door de Wehrmacht gering is. Maar de praktijk is anders. De Wehrmacht blijkt over geavanceerde apparatuur te beschikken. Zijn helpers die bij het zenden op de uitkijk staan, weten Sjef enkele malen net op tijd te waarschuwen voor dreigend gevaar van Duitse zijde. Maar op 14 juli 1944 is het mis. Sjef Adriaansen is via de LO in Roosendaal in contact gekomen met kapelaan Verhaegen van de pastorie in Hoeven, een dorpje bezijden Roosendaal. De kapelaan is al lang erg actief in het verzet en dat is niet onopgemerkt gebleven. Er is verraad in het spel geweest, zoals later is gebleken. Feit is dat er in de vroege ochtend van 14 juli een peilwagen op de grens van het dorp staat en dat de Wehrmacht toeslaat op het moment dat Sjef zijn uitzending wil beginnen. Sjef, de pastoor en twee kapelaans worden gearresteerd. De pastoor en een van de kapelaans komen na korte tijd weer vrij, maar Sjef en kapelaan Alfred
Monument voor de gevallenen van de gemeente Woensdrecht. Wachtmeester Sjef Adriaansen staat hierop vermeld.
43
Oud-reserve-ritmeester jonkheer Willem Clifford Kocq van Breugel (97):
‘Te paard de oorlog in? Doe mij maar een pantserwagen!’ Tweede luitenant Henk-Jan van Vulpen
In december 1939 kreeg hij het commando over het tweede peloton van het Tweede Eskadron Pantserwagens. ‘Toen de eerste Duitse vliegtuigen in mei 1940 Nederland binnen vlogen was ik niet verrast. We waren al gewaarschuwd…’, vertelt jonkheer Willem Clifford Kocq van Breugel (97). De meidagen van 1940 en zijn rol als reserve-tweede luitenant staan hem nog helder voor de geest. De oud-huzaar blijkt een verteller pur sang. Toen ik in 1933 naar Utrecht vertrok om chemie te studeren had ik nog niet kunnen denken dat ik reserve-officier der cavalerie zou worden. Na een aantal jaren studeren – ik had het uitstekend naar mijn zin – vond mijn vader het mooi geweest: het is tijd dat je maar eens ècht gaat werken. In militaire dienst kun je dat goed leren. Mijn oom was beroepsmilitair bij de bereden artillerie, maar ik kreeg al snel het idee dat de cavalerie meer iets voor mij zou zijn. Nadat ik het eerste gedeelte van de opleiding af had gerond werd mij de vraag gesteld: ‘Waar wil je naar toe? Te paard ?’ Nee, om daar nu de oorlog mee in te gaan... Doe mij maar een pantserwagen. Zo begon ik als wachtmeester bij het Eerste Eskadron Pantserwagens. Na twee maanden werd ik kornet en had ik mijn diensttijd vervuld. In 1937 moest ik op herhaling komen, en jawel: bij de cavalerie te paard. Ik las toentertijd veel over krijgskunde, zoals Carl von Clausewitz. Zeer wijze en inspirerende lessen. Maar ook: ‘Mein Kampf’ van Hitler. ‘Wie leest dat nu?’, zei men toen. Nou, ik dus. En ik vond het boek bijzonder interessant. Later bleek het een voorspelling van wat komen zou: een uitgeschakelde regering, de blitzkrieg. Toen de eerste Duitse vliegtuigen Nederland binnen vlogen, was ik niet verrast. We waren al gewaarschuwd... Mobilisatie Het jaar 1939 was voor mij een veelbewogen jaar. In april was ik in Zweden om kennis te maken met mijn toekomstige schoonfamilie. Bij de algemene mobilisatie, eind augustus, meldde ik mij op de pasgebouwde Bernhardkazerne. Daar
44
‘Elk volk, dat wil bestaan, moet zich vernieuwen en verjongen en zich toerusten met steeds nieuwere middelen om de strijd om het bestaan te kunnen blijven voeren… in dit licht moet dan ook de modernisering van het Wapen der Cavalerie gezien worden’. Kolonel Van Voorst tot Voorst op 1 juni 1938 bij de oprichting van het Tweede Eskadron Pantserwagens
trof ik welgeteld 12 man aan. Twee pelotons waren in Apeldoorn gestationeerd. Zonder instructieplan en een klein beetje pantserervaring werd ik commandant van het tweede peloton. Eenmaal op organieke personele sterkte, werden we gestationeerd in Barneveld. Op 1 december werd ik beëdigd en op 2 december ben ik getrouwd. In die tijd werd regelmatig alarm geslagen, maar we gingen niet los. In april 1940 begaven we ons naar Schiphol om de verdediging van dit vliegveld te versterken. Toen we eind april werden afgelost, gingen we naar Apeldoorn. In de eierhal hadden we legering en stalling. Daar was ik toen de Duitsers ons land binnenvielen. Het eerste wat mijn commandant zei was: ‘Terugtrekken op de Grebbelinie’. Let wel, we beschikten niet over radio’s en het gebied was moeilijk te bereiken. Het Tweede Eskadron beschikte in die tijd over 12 Pantserwagens Landsverk M38 en vier motorfiets-mitrailleurgroepen. We werden op 1 mei 1940 toegevoegd aan het Eerste Regiment Huzaren. Onze taak was de opmars van een door de IJssellinie gedrongen vijand te vertragen. Direct gevecht diende zoveel mogelijk vermeden te worden en na uitvoering moesten we ons zo volledig mogelijk achter de linie terugtrekken. Dat was echter van korte duur, want in de mor-
Rotterdam werd gebombardeerd. Wij lagen onder een bruggetje en zagen het gebeuren. Al snel volgde de capitulatie. We werden gedemobiliseerd en ontbonden. Eigenlijk bereidde Nederland zich niet ècht voor op de oorlog.
Eskadron Pantserwagens Landsverk M38 bij gebouw C op de Bernhardkazerne in 1938 gen van 11 mei werden we ter beschikking gesteld onder direct commando van de opperbevelhebber Land- en Zeemacht, generaal Winkelman. Vanuit Den Haag trokken we naar Valkenburg om vijandige posities en stellingen te beschieten. We hebben daar veel krijgsgevangenen gemaakt en vliegtuigen weten neer te halen, tot ergernis van de Duitsers. Door het Nederlandse verzet wisten we zo de geplande Duitse voorzetting van de aanval op Engeland te verhinderen.
Jhr. Willem Clifford Kocq van Breugel Ze rekenden er niet op. Dat bleek bijvoorbeeld uit de reactie op het bericht van toenemende dreiging van de Nederlandse militair attaché uit Berlijn: ‘Ach, ze zien in Berlijn weer spoken’, zei onze minister van Buitenlandse Zaken toen, en wierp het telegram in de prullenmand.
Een Landsverk M38 pantserwagen tijdens de meidagen van 1940 Overschie De volgende dag, op 12 mei, kreeg ik opdracht om enkele officieren van Den Haag naar Rotterdam te begeleiden. Aan het einde van de ochtend arriveerden we, waarna ik met mijn peloton de grote weg van Rotterdam naar Delft ging verkennen. Overschie was zwak bezet door de vijand. Hier was weinig weerstand, maar er werd wel steeds heftiger geschoten. Het plan was om, samen met de infanterie, een aanval op Overschie uit te voeren vanuit Delft. Tijdens de briefing, stond ik, als reserve-tweede luitenant, achteraan. Discussie. Een majoor maakte zich druk over het eten. Inderdaad, het was tijd. Einde briefing en de aanval ging die dag dus niet door! Zo ging dat toen.. Kun je je dat nu nog voorstellen? In de ochtend van 13 mei vond de opmars plaats. Terwijl ik me toen afvroeg of we daar we wel door de vijandelijke linie zouden kunnen breken, hoorde ik een gewelde klap: we waren geraakt. De chauffeur was gewond, maar wel bij bewustzijn. Ik mankeerde niets. We moesten ons terugtrekken en vonden onderkomen bij een nabijgelegen boerderij. Toen we terug wilden keren moesten we dekking zoeken:
Na de oorlog Kort na de Duitse capitulatie moest ik mij melden. Ik werd geplaatst op de Bernhardkazerne. Als dienstvervoer had ik een Humber Scout Car (lichte pantserwagen) tot mijn beschikking. Die nam ik mee naar huis en gebruikte ik ook om mijn kinderen naar de kleuterschool te brengen. Ja, dat trok wel bekijks, maar ik vond het wel zo praktisch. Na een paar maanden vertrok ik naar Indië. Daar ben ik bijna vier jaar geweest, onder meer als waarnemend eskadronscommandant (vierde eskadron). In het boek ‘Mijn Ruiters’, geschreven door mijn toenmalige commandant, kolonel b.d. jonkheer de Jonge, is meer te lezen over deze tijd. Vier jaar lang zag ik mijn vrouw en kinderen niet. Toen ik terug kwam, op 31 december 1949, werden we ‘moordenaars’ genoemd. Mijn actieve loopbaan als militair sloot ik eind jaren vijftig af bij de staf Personeelszaken. Na drie jaar verlenging werd mij ontslag verleend. De Cavalerie is voor mij een goede leerschool geweest, onder meer in kameraadschap, zelfvertrouwen en plichtsbetrachting. Daar heb ik mijn hele leven plezier van gehad. Daarbij is de cavalerie - ik weet niet of het nog zo is, maar ik vermoed van wel - een elitair wapen. Het hele optreden, decor en huidige tradities spreken daar nog van. En niet alleen bij officieren, maar ook bij de huzaar. Als cavalerist dien je een voorbeeldfunctie te vervullen, zonder je zelf op de borst te slaan.
45
In de voetstappen van Napoleon Sleutelpunten van de veldtocht door Rusland 1812 Luitenant-kolonel b.d. Leo Venrooy
In 2012 wordt op vele plaatsen in de wereld stilgestaan bij de veldtocht die Napoleon Bonaparte met zijn Grande Armée in 1812 heeft doorgevoerd op het grondgebied van Rusland. Tweehonderd jaar later wilde ik met eigen ogen zien op welke wijze deze militaire activiteit is ingebed in de geschiedenis van het huidige Rusland. Daarom volgde ik met mijn ex-collega luitenent-kolonel b.d. der artillerie Victor Remouchamps en twee Russische Litouwers in juni 2011 de route die Napoleon tweehonderd jaar geleden ook maakte. Hier volgt het tweede en laatste deel van ons reisverslag. Moskou Na ons bezoek aan het slagveld van Borodino zijn wij naar Moskou gereisd. Er bestaat daar het Borodino panoramamuseum aan de (jawel) Kutusovsky laan. Toen wij het wilden bezoeken bleek het voor een half jaar te zijn gesloten ter voorbereiding van de 200-jarige herdenking (wie zegt iets over reisvoorbereiding?). In Moskou, waar je ook niet iedere dag komt, hebben wij ons toen maar gedragen als toeristen. Op de dag dat wij het Rode Plein bezoeken, is er een manifestatie van veteranen. Kransen worden gelegd bij het graf van de ‘Onbekende Soldaat’. Bejaarde mannen en vrouwen, getooid met delen van militaire uniformen en vaandels met zich mee dragend, zingen en dansen. De mannen zijn te herkennen aan het feit dat ze zonder uitzondering zat zijn. Navraag leert dat veteranen in uniform van iedere Rus die ze tegenkomen een borreltje krijgen aangeboden. Een puike gewoonte die misschien ook in Nederland kan worden overgenomen? Napoleon blijft ruim vijf weken in Moskou. Op 14 september 1812 trekt hij met zijn legers, na een tocht van 82 dagen over 800 kilometer, een lege stad binnen die op bevel van haar burgemeester Fjodor Rostoptsjin is ontdaan van al haar
46
voorraden en in brand is gestoken. Napoleon heeft verwacht dat de Tsaar met een vredesvoorstel zal komen. Maar die heeft dat niet gedaan. In Sint Petersburg wordt veel gediscussieerd, worden afgezanten van Napoleon met alle égards ontvangen, maar geen vredesvoorstel ! Intussen recupereerde de Grande Armée, of wat daarvan nog over was, nauwelijks. Er werd gefeest, er werden parades afgenomen en er werd geplunderd. Vanwege het gebrek aan voedselvoorraden en een dreigende Russische aanval, vertrekt Napoleon uiteindelijk op 20 oktober, zonder een capitulatieverklaring of een antwoord op zijn vredesvoorstellen aan Tsaar Alexander I, uit de stad en begint aan de lange weg terug. Gedurende het vijf weken durende verblijf in Moskou verliezen de Fransen 15.500 man als gevolg van de branden, ziekten, moorden en desertie. Aanvulling is niet noemenswaardig. Uit het feit dat iedere dag grote aantallen Franse foerageerders en plunderaars worden gevangengenomen, kan Kutusov afleiden dat de Grande Armée ernstige logistieke problemen heeft. Ook het grote aantal deserteurs overtuigt hem van het dalende moreel bij de Fransen. En dat terwijl hij zelf zijn leger met de dag sterker ziet worden.
In de voetstappen van Napoleon
Het Rode Plein in Moskou Op 18 oktober wordt het leger van Maarschalk Murat, in Vinkovo, aangevallen door Russische troepen onder de leiding van Generaal Benningsen. De verrassing bij de Fransen is compleet, maar de Russen vergeten hun voordeel uit te buiten. In plaats daarvan beginnen ze te plunderen. Hierdoor kunnen de Fransen zich herstellen en hergroeperen. Voor Napoleon is deze schermutseling de aanleiding om orders uit te geven de volgende dag terug te gaan in westelijke richting. Wat de Grande Armée is geweest, lijkt nu meer op een carnavalsoptocht. Tussen de marcherende regimenten, vaak ongewapend en in buitgemaakte (vaak dure) kleding in plaats van in uniform, rijden allerlei koetsen en karren, overladen met buit. Het achterlaten hiervan zou wreed zijn. Ook ‘dames’, die zich in Moskou hebben ingelaten met de Fransen, wandelen of rijden mee alsof ze onderweg zijn naar een picknick. In totaal trekken er zo’n 40.000 niet militaire voertuigen mee en ruim 50.000 meelopers. Behalve dat dit alles vertragend werkt, omdat de wegen verstopt raken, heeft het ook invloed op het moreel van de troep. Men is meer bezig met de buit dan met de vijand. Het voordeel is dat het nog mooi weer is.
nis. Napoleon heeft besloten, tegen het advies van enige ondercommandanten in, om dezelfde weg naar Smolensk te nemen als tijdens de opmars. Het probleem dat hij hiermee creëert is dat het gebied geen voorraden meer heeft. Het is al geplunderd op de heenweg. Met het moreel van de Grande Armée, die overigens niet meer zo grande is, nog ongeveer 100.000 man, gaat het verder bergaf wanneer ze langs Borodino trekken. De rommel van zes weken daarvoor is nog niet opgeruimd. De gesneuvelden, de dode paarden, zelfs gewonden: het ligt er allemaal nog. Kunt u zich voorstellen wat je ruikt wanneer je daar bent?
Malojaroslavets Op 23 oktober bereiken de troepen van Generaal Prins Eugène de Beauharnais vanuit het noorden de stad Malojaroslavets. Kutusov is bang dat zijn leger omsingeld zal raken, met alle logistieke gevolgen van dien, en stuurt Generaal Dochtoerov met zijn troepen vanuit het oosten ook naar deze stad om die te bezetten voordat de Fransen er zijn. Op 24 oktober, bij dagaanbreken, constateert hij dat hij te laat is. De Russen vallen aan en de stad verandert in korte tijd wel acht keer van bezetter! Het is een man tegen man gevecht tussen de brandende huizen. Uiteindelijk overwinnen de troepen van de Grande Armée. Maar deze overwinning is eigenlijk zonder betekeMonument in Vinkovo
In opdracht van Napoleon moeten deze gewonden worden meegenomen. Ze worden op wagens geladen maar de wegen zijn slecht en het wordt nu echt koud, zodat zelfs gezonde mensen een tocht op een dergelijke kar niet zullen overleven. Het uiteindelijke plan van Napoleon is om in Smolensk of Vitebsk in winterkwartier te gaan en dan bij het aanbreken van het voorjaar zijn campagne voort te zetten. Maar zijn colonnes worden onophoudelijk aangevallen. Met name Generaal Matvej Platov en zijn kozakken, die in relatief kleine groepen rijden, en onophoudelijk prikacties uitvoeren, veroorzaken nogal wat paniek bij de Fransen.
Wij hebben een bezoek gebracht aan het klooster in Kolotskoje. In 1812 heeft Napoleon daar een veldhospitaal laten inrichten. Moeder-overste vertelt ons dat er destijds meer dan 10.000 gewonden zijn gebracht waarvan minimaal de helft zonder enige medische hulp is overleden. Hier bevinden zich eind oktober 1812 nog duizenden, vaak uitgemergelde gewonden. Er is maar zeer summier voor hen gezorgd. Destijds werden inderdaad maar twee soorten kruisen uitgereikt. IJzeren kruizen en houten kruisen.
Initieel doen de Fransen wat lacherig over dit sjofele en smerige ruiterzootje dat niet eens uniformen draagt, maar wanneer in een verder stadium de kreet ‘Kozakken’ klinkt, zoeken alle soldaten dekking. Begin november valt de winter in met sneeuwstormen en zeer lage temperaturen (-15˚C). Daardoor worden de marswegen spiegelglad en wordt het tempo nog verder uit de verplaatsing gehaald. Vooral wanneer hoogtes moeten worden overwonnen, is het een enorm gezeul met mannen en paarden om de kanons veilig naar boven en weer naar beneden te krijgen. Vooral omdat de meeste paarden niet adequaat zijn beslagen. Uit apathie wordt er over gestorven kameraden, die op de weg liggen, heengelopen. Het is ‘ieder voor zich’.
47
In de voetstappen van Napoleon
Napoleon op de terugtocht Smolensk Op 10 november in Smolensk ziet Napoleon met eigen ogen hoe slecht zijn mannen er aan toe zijn. Er wordt geschat dat de Grande Armée sinds het vertrek uit Moskou zo’n 60.000 man heeft verloren. Dat betekent dat er nog maar zo’n 40.000 man over zijn, waaronder nogal wat cavaleristen zonder hun paard. Als wij weer in Smolensk zijn, is de zomer net begonnen. Het is opvallend hoeveel meisjes nog in ‘klederdracht’ lopen. Ik kan mij voorstellen dat dit in november 1812 anders is geweest. De Franse keizer heeft in het verleden opdracht gegeven om in Smolensk logistieke depots in te richten, maar - om allerlei redenen - is hier niet veel van terecht gekomen. Het bericht dat het logistieke depot in Vitebsk in vijandelijke handen is gevallen, maakt de situatie nog zorgwekkender. Daarmee vallen beide steden af als winterkwartier en dat terwijl velen denken dat Smolensk het einde van hun ellende zal betekenen, omdat daar warmte en een overvloed aan voedsel wacht. In plaats daarvan wordt de ellende alleen maar groter. De temperatuur zakt tot - 23˚C. Dan ontvangt Napoleon het bericht dat de stad Minsk en daarmee de enige nog resterende voorraden van de Grande Armée in handen is gevallen van de Russen.
brengen langs de rivier de Berezina. Maar de enige brug op zijn marsroute ligt in Borisov en ook deze is inmiddels in Russische handen. Op 22 november stormt een vooruitgeschoven Franse eenheid van 500 ruiters van het 23e Lichte Cavalerie de stad binnen en overrompelt de totaal verraste Russische eenheid. De vluchtende Russen vernielen op hun Meisje in Smolensk terugtocht nog wel de enige brug. Ieder ander zou het hopeloze van de situatie inzien, maar niet Napoleon. Hij ontwikkelt een misleidingsplan. Dit houdt in dat hij een kleine eenheid langs de rivier naar het zuiden stuurt. Deze eenheid verplaatst erg luidruchtig. De plaatselijke bevolking wordt ook wijsgemaakt dat zij een oversteekplaats voor de hoofdmacht verkennen. De Russische bevelhebber laat bij Borisov zo’n 2000 man achter en haast zich met de hoofdmacht naar het zuiden omdat hij overtuigd is van het feit dat Napoleon via de zuidelijke flank wil ontsnappen. En dan is het voor de Fransen zaak om zo snel mogelijk te handelen. Het repareren van de brug in Borisov is geen optie gezien de vreselijke chaos die heerst in de stad en de breedte van de rivier daar ter plekke. Een cavalerie eenheid heeft op twaalf km noord van Borisov, bij het gehucht Stoedzjenka, een doorwaadbare plaats gevonden. De rivier is hier minder dan twee meter diep en hooguit twintig meter breed. Maar de oevers zijn laag en drassig, zodat de bruggen een stuk langer moeten worden. Het kost enige moeite om Napoleon af te brengen van zijn oorspronkelijke plan, maar wanneer hij inziet dat deze locatie een soort geschenk uit de hemel is, laat hij op deze plaats twee bruggen bouwen. Op de foto ziet de rivier er vriendelijk uit maar vergeet niet dat deze is genomen eind juni, terwijl Napoleon hier op 25 november was. Het hout voor de bruggen wordt verkregen door de huizen in Stoedzjenka te slopen. De geniegeneraal Eblé begint op 24 november met de klus. Het gros van zijn personeel bestaat uit Nederlanders onder commando van kapitein Benthien. Ze werken onder erbarmelijke omstandigheden en staan vaak tot hun nek in het koude water, waarin grote ijsschotsen drijven.
Terugtocht van de Grande Armée Het wordt hem nu duidelijk dat zij zijn terugtochtswegen aan het afsluiten zijn. Hij houdt echter het volste vertrouwen in zichzelf en is ervan overtuigd dat hij zich uit deze situatie kan uitvechten. Berezina Napoleon gaat ervan uit dat hij de terugtocht tot staan kan
48
Een detachement Poolse cavaleristen moet te paard de rivier doorwaden om de Russische troepen op de westelijke oever te verjagen. Op 25 november rond het middaguur is de eerste brug klaar. Hij is ruim 100 meter lang en vier meter breed. De eerste eenheden die erover trekken, buigen direct af naar het zuiden om een stelling in te nemen. Hun opdracht is een aanval op het bruggenhoofd door de misleidde Russische eenheden te voorkomen.
In de voetstappen van Napoleon
De tweede brug, 50 meter stroomafwaarts van de eerste, was om 16.00 uur klaar. Deze is zwaarder en daardoor geschikt om artilleriestukken en bagagewagens over te verplaatsen. Beide bruggen moeten nog enige malen worden gesloten om noodzakelijke reparaties te kunnen uitvoeren. De mannen van Kapitein Benthien moeten dan weer tot aan hun nek het water in om dit te kunnen doen. De gehele dag blijft het sneeuwen. Het is niet een plezierige oversteek. Je mag het gerust een chaos noemen. Voortdurend opstoppingen met uitbarstingen van geweld. Velen worden vertrapt of komen in het ijskoude water terecht. In deze chaos worden de bruggen en de wegen erheen bewaakt door gendarmes. Alleen actieve militaire eenheden krijgen toestemming de Berezina over te steken. Cavaleristen zonder paard (en die zijn er veel omdat deze dieren vanwege de gladheid ledematen hebben gebroken of vanwege gebrek aan voedsel zijn gecrepeerd), gewonden op wagens, non combattanten, allen moeten wachten. Pas in de avond van 27 november, wanneer de strijdkrachten op de westoever zijn, worden de bruggen opengesteld voor de wachtenden. Bij dagaanbreken op 29 november zullen de bruggen door de Fransen zelf worden vernield, ongeacht de achterblijvers. Dit bericht doet paniek uitbreken onder deze groep en er ontstaat een woeste stormloop op de bruggen. De wegen en de bruggen liggen bezaaid met lijken en gewonden en iedereen die struikelt, wordt vertrapt. Maar de ellende is nog niet voorbij. In de nacht van 29 november jaagt een gemene wind een sneeuwstorm op. De temperatuur zakt tot min 30˚ C. En dan te bedenken dat er nogal wat soldaten zijn die op blote voeten lopen. Zelfs stervenden worden alvast ontdaan van schoeisel en kleding. Gevallen van kannibalisme doen zich voor. Vilnius Maar ook in het Russische leger is niet alles naar wens gegaan. Kutusov heeft ruim 65 procent van zijn eenheden verloren. Binnen zijn leger geeft iedereen elkaar de schuld van de ontsnapping van de Grande Armée. De stemming wordt er niet beter op. Op 6 december is de temperatuur gezakt tot minus 37˚C. Zelfs wanneer je wollen veters in de schoenen hebt, krijg je dan nog koude voeten. Uiteindelijk wordt Vilnius weer bereikt. De gouverneur van deze stad, Generaal Dirk Van Hogendorp, geeft op 2 december nog een bal om te vieren dat Napoleon op die datum in 1804 tot keizer is gekroond. Alle belangrijke mensen van de stad zijn uitgenodigd. Er zijn voorraden opgeslagen en zelfs zijn er 20.000 man verse troepen beschikbaar. Op papier is alles prima geregeld. Deze verse Monument bij troepen hebben echter nauwelijks Stoedzjenka
enige militaire training gehad. Veelal zijn het Italianen die deze extreem koude weersomstandigheden niet zijn gewend. Op 7 december beginnen de eerste eenheden van de Grande Armée de stad binnen te komen. Omdat Vilnius volledig ongeschonden is en de winkels en de horecabedrijven rijkelijk voorzien zijn, ontstaat er een chaos. De militairen zijn niet meer gewend dat er niets is verwoest en dat er plotseling overvloed is aan alles. Een bindende figuur staat niet op. Napoleon zelf is inmiddels naar Parijs vertrokken om het hoofd te kunnen bieden aan een aldaar dreigende revolte. Ook het vertrek uit Vilnius, in westelijke richting, verloopt chaotisch. Omdat we aan het einde van onze ‘veldtocht’ weer in de stad Vilnius zijn teruggekeerd en onze reis daar zal eindigen, zal ik het vervolg van de geschiedenis van de Grande Armée niet verder belichten. Voor de echte liefhebbers verwijs ik naar het meesterwerk van Leo Tolstoi, ‘Oorlog en Vrede’. In de stad Vilnius breng ik nog twee dagen door. Iets wat niets heeft te maken met 1812 is mijn bezoek aan het
Rivier de Berezina in 2011 ‘Museum van Genocide Slachtoffers’, ook wel het KGB-museum genoemd. Bezoekers kunnen hier kennisnemen van een zeer tragisch deel van de geschiedenis van Litouwen. De KGB gevangenis is in gebruik geweest van 1940 tot 1991. Oud politici van Nieuw Links uit de zestiger jaren zouden hier eens een kijkje moeten nemen. Het museum stemt tot nadenken.
KGB museum in Vilnius
49
Mededelingen
Ceremoniële ontbinding
Reünie Cavalerieschool
Commandant Landstrijdkrachten heeft besloten dat de ceremoniële ontbinding van de tankregimenten RHvS, RHPA en RHPO, de oplegging van de standaards en het belasten van RHB met de traditiehandhaving van de ontbonden regimenten, zal worden uitgevoerd op zondag 16 september 2012 te ’s Gravenhage.
Als gevolg van de reorganisatie zal de Cavalerieschool begin 2013 worden opgeheven. Vooruitlopend op deze opheffing organiseert de Cavalerieschool op donderdag 4 oktober 2012 een reünie voor alle kaderleden die ooit gediend hebben op de Cavalerieschool. Indien u interesse heeft in deelname kunt u zich aanmelden via e-mail:
[email protected] of per post: OTCMan - Cavalerieschool - t.a.v. reüniecommissie - Postbus 3003 - 3800 DA Amersfoort. U krijgt dan alle bijzonderheden en het inschrijfformulier toegestuurd.
U wordt door het bestuur van de VOC binnenkort nader geïnformeerd omtrent de detailregelingen.
Museum Nederlandse Cavalerie Meer dan 436 jaar Nederlandse Cavalerie in het Cavaleriemuseum te Amersfoort. De oude en de moderne Cavalerie in een uitgebreide, aantrekkelijke en zeer gevarieerde expositie. Voor iedereen een zeer attractieve ontmoeting met het meest traditiebewuste onderdeel van de Koninklijke Landmacht. Locatie: Bernhardkazerne te Amersfoort - Barchman Wuytierslaan 198 - 3818 LN Amersfoort . Telefoon 033 466 19 96 Openingstijden: di. t/m vr. van 10.00 uur tot 16.00 uur. Rondleidingen op afspraak. Legitimatie is verplicht.
Bekijk alle informatie online via www.cavaleriemuseum.nl
50
74e Algemene Vergadering in Den Bosch
Bosch te achterhalen. Op diverse manieren kan de bezoeker het werk ervaren.
Reserve-ritmeester jhr. ir. Maurits van der Goes Op 21 april j.l. verzamelden zich een vijftigtal leden, in veel gevallen vergezeld van hun partner, in het historische stadhuis van Den Bosch voor de 74e Algemene Vergadering van de Vereniging. Zoals gewoonlijk was men al ver voor het aangegeven verzameltijdstip ter plekke om onder het genot van koffie of thee en een Bossche Bol elkaar te begroeten en bij te praten. Gastheer in het zeer fraaie stadhuis was VOC lid en wethouder Huib van Olden. Alvorens de leden ter vergadering gingen en de partners hun eigen programma volgden, gaf Huib een rondleiding. Om 11.00 uur precies opende Harm de Jonge de vergadering in de moderne raadszaal van het stadhuis.
Erepenning voor Duco Brongers Om 12.30 uur verzamelde eenieder zich voor de lunch in Sociëteiten ‘Amicitia’ en ‘de Zwarte Arend’. De sfeer was buitengewoon gemoedelijk en een voorjaarzonnetje nodigde menigeen uit om in de tuin te genieten van drank, spijs, gezelschap en een goede sigaar. Om 14.00 uur splitste het gezelschap zich in tweeën : luitenant-kolonel b.d. Limonard hield een lezing over het beleg van Den Bosch in 1629, terwijl de andere groep genoot van de rondvaart over de Binnen Dieze onder Den Bosch. Het educatieve programma werd afgerond met een rondleiding langs een aantal bezienswaardigheden in de binnenstad. De gidsen wisten de aandacht vast te houden door enkele details te laten zien, die de gewone bezoeker vaak over het hoofd ziet.
Vergadering in de raadszaal De agenda werd vlot afgewerkt : mededelingen, jaarrekening 2011, begroting 2013, bestuursmutaties en de komende evenementen. Hoogtepunt was de benoeming van Maurits van der Goes tot Erelid van de Vereniging vanwege de vele verdiensten in een periode van twintig jaar. Luitenant-kolonel Duco Brongers ontving de VOC Erepenning voor zijn enthousiaste bijdragen aan het VOC symposium en het mededelingenblad. Onderwijl brachten de partners een bezoek aan het Jheronimus Bosch Art Center. Nergens ter wereld is een beter beeld te krijgen van het werk van Jeroen Bosch dan hier. Het center bevat niet alleen de grootste collectie van de kunstenaar, het nodigt ook uit om de bedoeling van
Geanimeerde borrel in de sociëteit Ten slotte werd de dag afgerond met een geanimeerde borrel in de sociëteit. Harm de Jonge dankte de organisatoren Dirk van Zuidam en Jan Daan Meyer voor het zeer geslaagde programma en wenste eenieder een goede thuisreis. Voor een uitgebreid verslag van deze dag wordt verwezen naar de website www.voc-cavalerie.nl onder het kopje Nieuws.
51
Sprong Voorwaarts Stand van zaken & voortgang Brigadegeneraal b.d. drs. Ruud de Pruyssenaere de la Woestijne, commissievoorzitter Het bestuur realiseert zich de personele consequenties van de huidige bezuinigingen bij defensie en wil cavaleristen ondersteunen in het vinden van alternatief werk en heeft daartoe in augustus 2011 een commissie ingesteld onder de naam ‘Operatie Sprong Voorwaarts’.
Luitenant-kolonel b.d. Fred Kerkhof en majoor Bart Pronker, de monitor/functietoewijzer van de cavalerie, zijn toegetreden tot de commissie. Bart heeft de rol van majoor b.d. Ruud Meijering overgenomen. Wij danken Ruud voor zijn uitstekende bijdrage en betrokkenheid. De focus van Fred is vooral gericht op de contacten met de VOOC. Begin maart heeft de Hoofd Directeur Personeel (HDP) van het ministerie, luitenant-generaal van de Water, de brief uitgegeven waarin de 1e tranche van knelpuntcategorieën wordt aangegeven. Met deze brief worden 5450 defensiemedewerkers ingedeeld in zo’n categorie. Zij kunnen daarmee gebruik maken van het instrumentarium van het Sociaal Beleidskader (SBK 2012-2016). Overigens betekent indeling in een knelpuntcategorie niet automatisch overtolligheid. Pas als de reorganisatieplannen definitief zijn, weet de medewerker of er nog een functie voor hem/haar beschikbaar is. De indeling is er vooral op gericht de vrijwillige uitstroom te stimuleren. CLAS heeft vervolgens alle functionarissen, ingedeeld in een knelpuntcategorie, ter zake per brief individueel geïnformeerd. Voor onze cavaleristen zijn de volgende knelpuntcategorieën van belang: luitenant-kolonels (781 waarvan er 80 gebruik mogen maken van de SBK uitstroom maatregelen, deze aantallen zijn exclusief gebrevetteerden en medici), luitenantkolonels HMV/HDV (10 van 135), uitloopofficieren (150 van 382) en adjudant-onderofficieren (179 van 1577).
De commissie constateert dat velen uit de knelpuntcategorieën zich onvoldoende bewust zijn van hetgeen hen boven het hoofd hangt (‘ontkenningsfase’). Tot nu toe hebben zich geen cavaleristen uit de genoemde categorieën gemeld bij de commissie. Wel zijn er anderen die zich door de onzekere toekomst, via de commissie, oriënteren op een functie buiten defensie. De commissie werkt op dit moment met 10 van dergelijke kandidaten. Door de ondersteuning van ‘Operatie Sprong Voorwaarts’ is inmiddels de eerste kandidaat aan de slag buiten de krijgsmacht. Andere kandidaten zitten in ‘de pijplijn’ van begeleiding door ‘onze VOC’ HR professionals en doen ervaring op in het zichzelf presenteren en het voeren van gesprekken. De verwachting is dat in de komende maanden meer kandidaten een nieuwe toekomst tegemoet zullen gaan mede door ondersteuning van de commissie ‘Sprong Voorwaarts’. Tot zover werpen de inspanningen van de betrokken VOC leden duidelijk hun vruchten af. Mijn dank gaat uit naar al die vrijwilligers die een rol spelen in de bemiddelingsactiviteiten. CLAS constateert overigens dat het zgn. irreguliere verloop toeneemt. Daarmee dreigt personeel, niet behorende tot een knelpuntcategorie, defensie te verlaten en kan de vulling gevaar lopen. De commissie bewaakt dit i.o.m. CLAS via luitenant-kolonel Wim Janse en majoor Bart Pronker, die deel uit maken van ‘Operatie Sprong Voorwaarts’. Het is evident dat bemiddelingsactiviteiten van de commissie voor cavaleristen, niet behorende tot een knelpuntcategorie, dan stoppen.
Wilt u meer weten: volg dan de berichtgeving op de website of neem contact op met oud reserve-ritmeester jhr. ir M.O.M. van der Goes op
[email protected].
52
Regelmatig Terugkerende Bijeenkomsten LUNCHES
BORRELS BUITENLAND
Zutphen
Australië
Elke eerste donderdag van de maand v.a. 12.00 uur in de Roskam te Gorssel, info: maj b.d. H.A.G. Nix, T: 0575-528002, E:
[email protected]
Sydney, bij de oud res elnt drs. H.A.J. Sprangers. T privé: 029 634 18 22, E:
[email protected]
Den Haag
Brusselse VOC-borrel vindt plaats op uitnodiging en op wisselende locaties. Info bij oud res elnt D. Tromp, E:
[email protected]
Elke tweede donderdag van de maand v.a. 12.00 uur in de Pulchri Studio, Lange Voorhout 15, T: 0703589474; inlichtingen en opgave aldaar of bij lkol b.d. drs A.J. Rosendahl Huber, T: 0655- 991808.
Eemland lunch Elke derde donderdag van de maand v.a. 12.00 uur in Huize van den Brink, Soesterbergsestraat 122 te Soest. Info en opgave bij kol b.d. mr. C.H. Blok. E: cornelis.blok@ hotmail.com T: 0546492606
Rotterdam Elke derde woensdag in de derde maand van het kwartaal v.a. 12.00 uur in Roei en Zeilvereniging “de Maas”. Info: res elnt W. Aalders, E:
[email protected]
Brabantse Lunch Elke vierde woensdag van de maand v.a. 12.00 uur in auberge de Waag, Markt 32 te Boxtel. Info en opgave bij de res lkol mr. D. van Zuidam, T: 0411-610219 of E:
[email protected]
BORRELS NEDERLAND Amsterdam/ ‘t Gooi De Henk Oortman Gerlings borrel wordt in beginsel in Loosdrecht gehouden in de maanden maart, juni en november. De borrel wordt gevolgd door een maaltijd. Aanmelden bij res ritm mr. M.P. Oortman Gerlings, E: mp.og@ tiscali.nl of bij de res lkol mr. J.F. Verhaert, E:
[email protected]
België
Curacao Willemstad, bij oud res ritm F. Fontein. Flexibel qua locatie, datum en tijd. De Ketel One Vodka en Ketel 1 jenever staan altijd koud. T: +59 99 461 0425 of +59 99 529 7027, E:
[email protected]
Duitsland München. oud-res ritm Rob Zaagman no-digt (oud-)cavaleristen die in München zijn uit voor een borrel. Contact via: Consulaat-generaal van het Koninkrijk der Nederlanden, Nymphenburgerstrasse 20a, 5 Stock, München, T: 089 - 206026716, F: 089 - 20602 6730, E: rw.zaagman@ minbuza.nl
en niet leden, altijd welkom. T: +47 91391256 of E:
[email protected]
Spanje Cavaleristen in Barcelona zijn welkom om contact op te nemen met Mark Wuijten, E:
[email protected]
Zuid-Afrika Cavaleristen wonend of op reis in Zuid-Afrika worden uitgenodigd deel te nemen aan een Cavalerieborrel, die bij iedere gelegenheid die zich aandient, zal worden gehouden in 7233 Greyton, Western Cape. Contact met lkol b.d. Leo Venrooy. T: 00277 85815582 of E:
[email protected]
USA Lancaster (Pennsylvania), bij de oud res elnt W.R.H.M. van Huystee. T: kantoor (717) 393-1551 en T: thuis (717) 393-3005.
Atlanta bij res ritm Robert B. Koch 44 05 10 209 ‘t Hoveke, 730 Mt Paran Rd NW, Atlanta Ga 30327, T: 404 323 6075 / 404 843 3946 E:
[email protected]
Frankrijk Mornac sur Suedre, elke dinsdag bij oud res maj J.H. Goedkoop in Le Mornac, 21 rue des Halles, 17113 Mornac sur Suedre. T: +33 546226320, E:
[email protected] Opgave: tel. aanmelden 1 dag vooraf. Leden en niet leden op doorreis zijn welkom bij kol b.d. mr. C.H. Blok, Château des Loges, 61250 Hauterive, Orne. T: +33 2338 26756, E: cornelis.
[email protected]
Luxemburg
VOC Activiteitenkalender Het bestuur van de Henk Oortman Gerlings borrel deelt u mede dat de 26e HOG borrel zal worden gehouden op woensdag 3 oktober a.s. te Hilversum op de locatie ‘De Zwaluwenberg’. Wij zijn bijzonder verheugd met de ontvangen uitnodiging van de luitenantgeneraal A.C. Oostendorp, Inspecteur der Krijgsmacht. Voor aanmelding en informatie: zie VOC Activiteitenkalender.
Bij de oud res elnt jhr. T.C.H.N.G. van Rijckevorsel. T/F: 00-(352)-770436.
Noorwegen Oslo, bij de Defensie attachee voor Scandinavie, lkol P. Teeuw. Leden
53
VOC Activiteitenkalender Datum Activiteit
Plaats
Contactpersoon
Den Haag
Lkol b.d. drs. A.J. Rosendahl Huber;
2012 12-07-12
Haagse VOC Koffietafel; Pulchri Studio
[email protected] 06-55991808
19-07-12
VOC Eemland lunch; Huize van den Brink
Soest
Kol b.d. C. Blok;
[email protected]
25-07-12
Brabantse Lunch
Boxtel
res Lkol mr D. van Zuidam 0411610219;
[email protected]
2-08-12
Maj b.d. H.A.G. Nix 0575-528002;
VOC-lunchtafel; de Roskam
Gorssel
[email protected]
9-08-12
Lkol b.d. drs. A.J. Rosendahl Huber;
Haagse VOC Koffietafel; Pulchri Studio
Den Haag
[email protected] 06-55991808
16-08-12 VOC Eemland lunch; Huize van den Brink
Soest
Kol b.d. C. Blok;
[email protected]
22-08-12 Brabantse Lunch
Boxtel
res Lkol mr D. van Zuidam 0411610219;
27-08-12
VOC Golfdag
Hoog Soeren
6-09-12
VOC-lunchtafel; de Roskam
Gorssel
07-09-12
Militaire Prestatie Tocht te Paard
[email protected] res Ritm jhr ir M.O.M. van der Goes;
[email protected] Maj b.d. H.A.G. Nix 0575-528002;
[email protected]
Amersfoort
Lkol bd J.M.J. Suijkerbuijk;
[email protected]
Den Haag
Lkol b.d. drs. A.J. Rosendahl Huber;
(www.mpttp.nl) 13-09-12 Haagse VOC Koffietafel; Pulchri Studio
[email protected] 06-55991808
13-09-12 Cavalerie Ere-Escorte voorbereiding
res Ritm H.A.H.M. Blaauw;
Den Haag
op Prinsjesdag
[email protected]
16-09-12 Cavalerie Ere Escorte/KOE Diner
Den Haag
Kol b.d. C.Blok;
[email protected]
16-09-12 Ere -Escorte dag (generale-beëdiging -
Den Haag
res Ritm H.A.H.M. Blaauw;
ontvangst - KOE diner)
16-09-12 Ceremoniële ontbinding tankregimenten
Den Haag
[email protected] Genm b.d. J.H. de Jonge
[email protected]
18-09-12 Prinsjesdag
res Ritm H.A.H.M. Blaauw;
Den Haag
[email protected]
20-09-12 VOC Eemland lunch; Huize van den Brink
Soest
Kol b.d. C.Blok;
[email protected]
26-09-12 Brabantse Lunch
Boxtel
res Lkol mr D. van Zuidam 0411610219;
[email protected]
26-09-12 Lunch KR&ZV “de Maas”
Rotterdam
res Elnt W.J.G. Aalders;
[email protected]
03-10-12
HOG Borrel
Zwaluwenberg
res Lkol mr J.F. Verhaert;
[email protected]
04-10-12
Reünie Cavalerieschool
Amersfoort
Maj H. Plakke;
[email protected]
24-11-12
Optreden Reunie Trompetterkorps
Amersfoort
Jim van Leersum;
[email protected]
Amsterdam
oud res Elnt. M.H. Rijkens;
12-12-12 Heinekenborrel
54
[email protected]
Personeelsmutaties B E VO RD ERING EN Bevorderd
Actie Reden
Datum
Naam
Afdeling
Vdg/Knt
Effectieve bevordering
23-03-2012
Halewijn, Bruce
NLDA/Opkomst OFFN MWO Extern
Elnt
Effectieve bevordering
26-04-2012
Gortworst, Jaap
106INLNESK/INTELLPEL/HFAGP
Elnt
Effectieve bevordering
26-04-2012
Sissingh, Marijn
106INLNESK/INTELLPEL/HFAGP
Elnt
Effectieve bevordering
26-04-2012
Zee, Vera van der
106INLNESK/INTELLPEL/HFAGP
Elnt
Effectieve bevordering
01-05-2012
Guijt, Gerardus P.M.
105FHESK/1FHTEAM
Elnt
Effectieve bevordering
12-05-2012
Aanraad, Nicolaas A.M.
104VERKESK/1VERKPEL
Ritm
Effectieve bevordering
27-03-2012
Hamraoui, Marouane el
Sie Intern Opdrachtgeverschap
Ritm
Effectieve bevordering
01-04-2012
Schalke, Bob
PLC/RPD OIRSCHOT/P&O UITV
H E R P L A ATSIN GEN Rang
Naam
Arbeidsplaats titel
Afdeling
Locatie
Maj
Tees, Gilles M.J.
STOFF PSYOPS
43MECHBRIG/ST/G3/SPEC
Darp - Johannes Postkazerne
LtKol
Lieverlo, Gerardus A.A. van
HOOFD AFDELING IV
OTCO/AFD INFOVZN
Utrecht - Kromhoutkazerne
Kap/Ritm
Vloot van Vliet,
Jan Willem van der
Stafmw. proj
Bureau Bemiddeling
Den Haag - Binckhorsthof
Elt
Heijtel, Jasper
STOFF IM JR
JISTARC/STSTESK/ST/BUR IM&IV
‘t Harde - Art Schietkamp
Maj
Nouwens, Nico
CLUSTERHFD LOOPBAANBEGELEIDING
PLC/LBBGL/REGIO HAVELTE
Darp - Johannes Postkazerne
Elt
Beusink, Jan W.
OFF UAS OG
107ASBT/OPSPEL/OPS OG
‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne
Kap/Ritm
Bruggen, Harry van
DIRIGENT
MMKL/RFGGJ
Assen - J W Frisokazerne
Kap/Ritm
Kalkhoven, Thomas P.
C-OPSPEL UAS/PH OPS
107ASBT/OPSPEL
‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne
Maj
Linden, Rinie van der
ACCOUNTMANAGER BASECOMMANDO
11LMB/BASECO
Arnhem - Oranjekazerne
Elt
Ottens, Hendrik
C-FTOGP/HEAD OF TRAINING
107ASBT/OPSPEL/FTOGP
‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne
Kap/Ritm
Schalke, Bob
P&O-ADVISEUR
PLC/RPD OIRSCHOT/P&O UITV
Oirschot - De R v Steveninckkz
Kap/Ritm
Hamraoui, Marouane el
Coord IB tvs WBP-coord
Sie Intern Opdrachtgeverschap
Breda - Kasteel van Breda/KMA
LtKol
Kleef, Carl M. van
STOFF SCENARIO
OTCOPN/ST/BUR SCENARIO
Amersfoort - Bernhardkazerne
Elt
Borgman, Roland
PLV C-STCIE/CBRN
44PIB/STSTCIE/CIEST/STGP
Darp - Johannes Postkazerne
Kap/Ritm
Huiskamp, Florian M.
medewerker Bestuursstaf
Afdeling
Den Haag - Frederikkazerne
LtKol
Bos, Michael G.
HOOFD SECTIE COMMUNICATIE
KAB/SIE COMMUNICATIE
Utrecht - Kromhoutkazerne
Kap/Ritm
Dijkshoorn, Jean-Paul T.
STOFF INFOOPS
43MECHBRIG/ST/G3/SPEC
Darp - Johannes Postkazerne
Maj
Douze, Erik J.
HFD BUR O&TO OTCMAN
OTCMAN/ST/SIE OTK/BUR O&T
Amersfoort - Bernhardkazerne
Overlijdensberichten Het bestuur van de VOC heeft de droeve plicht u in kennis te stellen van het overlijden van:
Arnoud Cornelis Dalen Meurs
Franciscus Anthonius van der Post
• Oud-reserve eerste luitenant der Cavalerie
• Generaal-majoor der Cavalerie b.d. • Officier in de Orde van Oranje-Nassau met de Zwaarden • Ereteken voor Orde en Vrede met de gespen 1948 en 1949
Overleden op 24 februari 2012 in de leeftijd van 76 jaar
Overleden op 9 maart 2012 in de leeftijd van 88 jaar
Wij betuigen de nabestaanden onze deelneming en wensen hen veel sterkte toe.
55