Ik kijk op mijn horloge. Kwart voor zes. Over zeven minuten verwacht ik de bus met daarin mijn “date” voor vanavond. Ze heet Magda. Ik ben zenuwachtig: we hebben elkaar nog nooit gezien. Ik heb ook maar een keer met haar gebeld, en dat was dan nog om de details van deze afspraak vast te leggen. Zeventien oktober, acht minuten voor zes aan bushalte drieëntwintig op het Victorieplein. Daar sta ik nu. Waarom heb ik me hier ook alweer in laten praten? Om niet te hoeven onderdoen voor David, geloof ik. David is mijn kotgenoot. Hij gaat inmiddels alweer twee maanden uit met Annie, en het lijkt wel alsof hij het alleen maar doet om erover tegen mij op te scheppen. Annie is eigenlijk wel oké…voor een meid, dan. We gaan soms gedrieën op kroegentocht. Het is trouwens op een of ander café dat zij me begon uit te horen. Alweer. Alsof ik er iets aan kan doen dat ik geen vriendin heb. Ik antwoordde dat vrouwen me niet aan konden. Dat vond ze grappig. Terecht, maar ik ging niet opbiechten dat ze me gewoon niet interessant vonden. Toen begon ze over Magda. Ik drentel wat heen en weer. Nog vier minuten. Nu ik weer volledig nuchter ben kan ik me niet herinneren waarom wij zogenaamd zo goed bij elkaar zouden passen. Maar ik kon moeilijk onder een afspraakje uit. Een café later omvatte dat “afspraakje” al een film en een restaurant. Ik protesteerde daartegen, maar tja…ik was toch niet bang? Nee…dat was ik zeker niet. Alleen wat nerveus. In de verte komt bus drieëntwintig aanrijden. Onwillekeurig veeg ik de vouwen uit mijn jas. Je weet immers nooit… Als eerste stapt een meisje van een jaar of twintig van de bus. Ze kijkt me aan en begroet me met een glimlach: ‘Jij moet Marco zijn. Ik ben Magda.’ Ik word altijd wat onzeker in nabijheid van meisjes. Moet ik nu een kus geven of een hand? Ook zij schijnt wat te aarzelen. Uiteindelijk doen we beiden. Ik weet op slag nog minder te zeggen dan het helemaal niets dat ik me voor de geest kan halen. Wat hoor ik nu eigenlijk te zeggen? Dan kijkt ze om zich heen. ‘Heb jij hier een idee in welk restaurantje je hier lekker kan eten?’
Toen Annie me deze blinddate voorstelde, heb ik geen ja gezegd omdat ik er zin in had. Integendeel. Ik heb ja gezegd om van haar gezeur af te zijn. Zij heeft zichzelf de nobele taak gegeven mij aan de vent te brengen. Zij is er namelijk van overtuigd dat ware liefde bestaat terwijl ik alleen maar blaaskaken ontmoet die vooral in zichzelf zijn geïnteresseerd. O, nee, wacht. Natuurlijk zijn ze wel in anderen – lees: vrouwen – geïnteresseerd, maar dat is ook maar voor 1 ding. Mijn relaas over mijn laatste ervaring was er eentje teveel. Sindsdien belt ze me namelijk regelmatig op met de vraag of ik zin heb in een date. Omdat ze denkt een "goeie" voor me te hebben gevonden. Deze keer was ze zelfs overtuigd dat de jongen perfect bij me zou passen. Het was de huisgenoot van haar vriend David. Marco heette hij. Ik zit nu tegenover hem in een Mexicaans restaurant. Ik moet eerlijk bekennen dat zijn keuze voor dit restaurant me wel bevalt. Het restaurant is knus en het eten is geweldig. Maar zo beginnen al mijn dates. Ik leun wat achterover zodat ik tegen de zachte kussens van het muurbankje druk. Ik heb zojuist de laatste hap van mijn gevulde jalapeño doorgeslikt en kijk naar zijn voldane glimlach. Kijk hem zitten dan. Wetend dat ie punten gescoord heeft met zijn keuze. Volgens Annie is de jongen geen zelfingenomen aap maar ik moet het eerst nog zien. Ik zal het snel genoeg weten. Nonchalant leun ik met mijn elleboog op tafel en kijk Marco aan. 'Ik weet al welke film ik wil zien,' meld ik hem. Hij glimlacht vol verwachting.
'Chocolat!' roep ik overdreven enthousiast, 'Die lijkt me zo ontzettend mooi!' Zijn gezicht vertrekt meteen van teleurstelling. Ik kan een opkomende grijns maar nauwelijks onderdrukken. Ik wist dat ie zo zou reageren. Ik moet de eerste kerel nog treffen die graag een romantische film wil zien. Marco denkt hard na. Ongetwijfeld zoekt hij argumenten om van film te veranderen zonder mij teleur te stellen. Die gelegenheid geef ik hem niet. 'Je lijkt niet erg enthousiast,' spreek ik mijn gespeelde ontevredenheid uit. Ik kijk hem ernstig aan. Hij antwoordt niet en kijkt alleen maar terug. Dan opper ik bewust een ongewenste wending, 'We kunnen ook elk apart gaan.'
Dit afspraakje komt me plots een stuk minder aangenaam voor. Waarom had Annie ook weer gezegd dat we goed bij elkaar zouden passen? De eerste indrukken van Magda waren niet slecht. Ze praat wel wat veel (alsof het mij een bal interesseert dat ze menswetenschappen studeert om later manager te kunnen worden) maar is niet gelijk veroordelend in wat ik zoal doe. Ze reageerde in elk geval niet met “en wat doe je zoal behalve videospelletjes spelen?”. …maar “Chocolat”? Dat is zo’n romantische kutfilm waarvan ik de previews nog zou doorspoelen moest dat in een bioscoopzaal mogelijk zijn. Toch maar apart gaan? Ze ziet er niet naar uit alsof ze kan overtuigd worden naar een andere film te gaan. Bovendien had ik inderdaad aan de telefoon gezegd dat het me niet uitmaakte naar welke film we zouden gaan. Ik hoopte eigenlijk dat ze naar ‘Gladiator’ zou willen. Apart gaan is verleidelijk. Maar daarmee zou de date wel gelijk mislukt zijn. En eigenlijk heeft ze wel mooie borsten… ‘Ach, laten we toch maar beter samen gaan,’ zeg ik droogjes. ‘…als ik het dessert mag kiezen.’ ‘Dat mag je. Doe mij maar een “cajeta”.’ Een kwartiertje later wandelen we naar de cinema. Die ligt op een steenworp van het restaurantje. Tot mijn blijde verrassing komt ze gelijk naast me lopen en haakt ze haar arm om de mijne. Ik vraag – naar ik hoop nonchalant – of dit betekent dat we nu iets hebben. Ze lacht het weg door te zeggen dat we wat moeten doorlopen om het begin van de film niet te missen. Ze versnelt ook gelijk haar pas zodanig dat ze me zowat meesleept.
Ik snap overigens heus wel waarom ik zo weinig leuke kerels tref. Ik neem graag het initiatief. Bovendien wil ik dat dingen op mijn manier gaan. Daar zijn kerels gewoon niet van gediend. Die willen liever zo'n meisje wat overal maar "ja" en "amen" op zegt, zo'n gevalletje dat onder de indruk is als ze met hun spieren rollen. Bah! Zo'n vrouw ben ik niet. En zo'n vent wil ik zeker niet! Nu moet ik toegeven dat Marco een wat andere indruk geeft dan ik tot nog toe gewend ben. Toch ben ik bij lange na niet overtuigd. Want deze jongen mag dan rustig en verlegen ogen, hij staart net iets te vaak naar mijn borsten. Dat deed hij niet alleen gedurende het eten. Ook vlak voordat de lichten in de bioscoopzaal dimden, ving ik nogmaals zijn verlekkerde blik op. 'Vind je ze mooi?' vroeg ik scherp. Betrapt keek hij me ineens heel bewust in de ogen. Zijn wangen kleurden. Toen is hij ook begonnen met het frunniken van zijn handen. Van opzij kijk ik even naar zijn gezicht. Annie had me met een slechter exemplaar kunnen opscheppen. Marco ziet er best lekker uit. Ik glimlach om hoe schattig hij er met zijn rode wangen uitzag. Het past goed bij zijn ogen.
Ik pak zijn frunnikende handen beet. 'Stop daar eens mee. Je maakt me zenuwachtig.' Ook al is het donker, ik weet dat zijn wangen opnieuw kleuren. Hij beseft dat ik hem in de gaten houd. Toch doet hij vooral zijn best stoïcijns vooruit te blijven kijken. Wat een schatje is 't eigenlijk. Zo zijn best doen te faken dat ie de film volgt. En dat voor mij. Ik grinnik zacht en geef hem een kusje op zijn wang. Nu kijkt hij wel opzij. Verward. 'Heb je iets om over na te denken,' fluister ik. Daarna kijk ik voor me op het scherm.
De film is nog saaier dan ik vreesde. Een vrouw vestigt zich met haar dochter in een Frans dorpje om er een chocoladewinkel te beginnen. Dat is alles. Zij en een of andere graaf hebben wel een soort van ruzie, maar ze blijven alleen maar praten, praten en nog eens praten. Waarom vechten ze niet? Waar blijven de schietscènes? Komt nog eens bij dat ik geen vin durf verroeren omdat dat haar stoort. Leuk hoor, dat "uitgaan". Waar moet je met je handen blijven? Bovendien kan ik nog geen blik opzij werpen zonder haar te zien terugstaren met een blik waarvan ik niet weet wat 'ie betekent. De film lijkt eindeloos te duren. Op zeker moment hoor ik haar dromerig zuchten. 'Zo'n knappe man,' fluistert ze tegen me. Op het scherm zijn een bende "piraten" aangekomen op bouwvallige bootjes. De leider ervan lijkt met het hoofdpersonage te gaan flirten. Blijkbaar vallen vrouwen op zwervers? Het is me snel duidelijk dat die kerel (ik ben zijn naam al vergeten) de love interest in deze film moet spelen. Ik voel me er vreemd ongemakkelijk bij. Als ze samen in een drijvende tent ronddobberen werp ik snelle blik op Magda. Zou ik nu iets moeten zeggen? Is dit nu het punt waarop je als "echte man" nonchalant de schouders over die van je vriendin slaat? Het blijkt niet nodig: net op dat moment grijpt zij mijn pols en trekt mijn arm zo over haar eigen schouder. Ik wil wat zeggen, maar besluit dit moment niet te verpesten. De rest van de film blijven we zo zitten. Na een tijdje trekt ze me zelfs wat dichter naar zich toe.
Verstijfd zit Marco tegen me aan. Zelfs als de lichten weer aangaan omdat de aftiteling begint, weet hij zich geen houding te geven. Die heeft gewoon maar weinig dates gehad. Daardoor heeft hij natuurlijk geen idee wat hij met een meisje aan moet. Ik heb dat laatste nog niet bedacht of hij doet een onbeholpen poging me te zoenen. Snel draai ik mijn hoofd naar het scherm waardoor zijn kus in mijn nek belandt. Hij voelt zich alleen maar meer opgelaten en stamelt. Ik ben een kreng, ik weet het. Toch kan ik mezelf niet helpen. Ik vind hem zo leuk als hij stuntelig is. Ik pak zijn hand en trek hem uit zijn stoel omhoog. 'Wil je ergens nog wat drinken?' vraag ik liefjes. Hij probeert zijn verbazing voor zich te houden en knikt. 'Ik weet wel een leuk tentje.' Ik glimlach. Het klinkt galant maar ik begrijp de achterliggende reden. Hij kent hier vast wat tentjes en als hij hem kan uitzoeken, begeeft hij zich op bekend terrein. Ik voel niet de behoefte hier tegenin te gaan. Gearmd neemt hij me mee naar buiten.
We zijn nog niet uit de cinema of ik heb al de helft van mijn bekende kroegen afgeschreven. De "geverfde vogel", "'t goed geluk" en "de teerling" zijn te luidruchtig om te praten en het pool-café "Margriet" is te ver weg. Bijna op goed geluk leid ik Magda een café-restaurant in dat er van buitenaf goed uitziet.
Vrijwel meteen komt een ober in James Bond-kleding onze bestelling opnemen. Nog voordat ik haar kan vragen wat ze wil drinken heeft ze voor ons twee keer warme chocolademelk besteld. Ik zet gelijk mijn eerste gedachte - een biertje - uit het hoofd en veins dat ik net hetzelfde in mijn hoofd had. Haar blik maakt duidelijk dat ze er niets van gelooft. Dan vraagt ze wat ik van de film vond. 'Het was...apart,' geef ik als antwoord. 'Ik had eigenlijk wat meer actie verwacht.' 'Wat meer schietpartijen en achtervolgingen?' Mijn mond valt zowat open van verbazing. Dan giechelt ze. 'O, jullie zijn toch zo voorspelbaar!' 'Dat is niet waar,' verdedig ik me. 'Ik kan heel onvoorspelbaar zijn!' 'Zoals een biertje bestellen in een chique bistro als deze?' Ik aarzel. 'Dat zou ik gedaan hebben als jij me niet voor was geweest met de bestelling.' Haar grijns verdiept zich. 'Je kon gerust vragen om de bestelling te laten wijzigen. Persoonlijk begrijp ik niet wat er zo lekker is aan bier. Die smaak...bah!' 'Ik vind bier lekker,' mompel ik zachtjes. Ik voel me rood worden onder haar strakke blik. Ligt 't aan mij of behandelt ze me als een klein jongetje? Dan krijgen we onze chocolademelk. Ik reken snel af en schuif haar mijn bijgeleverde chocolaatje toe. Haar glimlach wordt gelijk warmer en ze begint te vertellen wat zij van de film vond. Ik luister aandachtig. Zoals zij het vertelt lijkt de film veel interessanter dan ik hem aanvankelijk vond...
'Hè, gatver, wat doe je nu?!?' onderbreek ik mijn verhaal over wat ik van de rol van Johny Depp in de film vind. Nog voordat Marco kan reageren trek ik de nog niet ontstoken sigaret uit zijn handen en druk hem bruusk in de asbak "uit". Het ligt er nu gebroken in. 'Je houdt ook al niet van sigaretten?' Er klinkt voor het eerst irritatie in zijn stem. 'Was het duidelijk?' bijt ik sarcastisch terug. Hij zwijgt en kijkt me wat verbeten aan. 'Het is niet toch goed voor je,' verklaar ik zoet, 'Al die teer en rook in je longen. Daar kun je longkank..' 'Alsof ik dat niet weet!?' onderbreekt hij fel. Kijk hem nu toch eens weerstand bieden. Ik word er gewoon warm van. Met een stil gebaar pak ik zijn pakje sigaretten dat al die tijd voor hem op het tafelblad lag en bied hem een sigaret aan. Met een voldane blik neemt hij hem van me over en steekt hem demonstratief in zijn mond. Ik pak zelfs zijn aansteker en houd hem al brandend voor hem gereed. Hij buigt naar voren en houdt de sigaret in de vlam. 'Ik had je best willen zoenen,' biecht ik op, 'Maar niet als jij naar sigaretten smaakt.'
Ik zwijg. Meent ze dat nu? Naah…waarschijnlijk niet. Ik ben tenslotte geen zeerover op een gammel vlotje. Zorgvuldig houd ik het uiteinde in de vlam. 'Ik geloof je niet,' zeg ik plagerig. Magda’s glimlach verflauwt even. Dan glijdt ze van de bank af en komt ze tegen me aan zitten, haar hand op mijn bovenbeen. 'Dacht je dat ik niet zou durven?' fluistert ze vlakbij. Er zit gelijk een krop in mijn keel. De brandende sigaret blijft tussen mijn lippen steken. Dan laat ze mijn been los en plukt de sigaret van tussen mijn lippen. Ik kijk lijdzaam toe hoe ze ook deze in de asbak uitdrukt. Een gevoel van hulpeloosheid overvalt me. Ergens weet ik best dat dit niet is hoe een date hoort te gaan, maar heb geen idee hoe het wél behoort te gaan. Die griet is verliefd op me, denk ik bij mezelf. Ik heb geen idee waarom. Ik ben alleen mezelf maar. Zou ik...?
Ik wil me naar haar toe buigen, maar net op dat moment voel ik haar vlakke hand op mijn borstkas. 'Wat zei ik je net? Niet als je naar sigaret smaakt.' 'Ik heb nauwelijks één trekje genomen!' 'Hoeveel meisjes heb jij al gekust?' Die vraag is onverwacht. Het schaamrood schiet me gelijk op de wangen. 'Dat dacht ik al,' zegt ze veelbetekenend. 'Een trekje is voldoende om je hele mond vies te laten smaken. Ik vrees dat je je kans verkeken hebt, Marco.' 'Alsjeblieft niet. Het...het spijt me,' verontschuldig ik me. 'Wil je nog iets van me drinken?' Ze kijkt even aan op een manier die ik niet kan thuisbrengen. Als ik niet beter wist zou ik zeggen dat ze hiervan geniet. Dan gaat ze weer vrolijker kijken. 'Dat mag, ja. En wie weet kom ik nog wel op mijn beslissing terug. Nog twee keer warme chocolademelk?'
Marco durft nu nergens meer tegenin te gaan. En dus zet ik hem, nadat de ober opnieuw onze bestelling heeft opgenomen, nog wat meer onder druk. 'Ben je nog maagd,' vraag ik hem plompverloren. Mijn stem is net iets te hard. Zijn wangen worden nog roder dan eerst. Hij stamelt van niet. 'Maar veel ervaring heb je natuurlijk niet.' Hij durft alleen nog maar te knikken. Het was een open deur. Ik kon het bijna ruiken. Maar ik wilde gewoon dat hij het opbiechtte. En dat hij zich erom zou schamen. En zo wil ik dat hij nog wel meer gênante dingen toegeeft. Ik vraag lustig verder. Marco bluft niet. En hij ontduikt geen enkele vraag. Hij voelt zich overduidelijk opgelaten maar hij geeft alles eerlijk toe. Joost mag weten waarom hij dit allemaal pikt. Ik was allang weggelopen. Gebiologeerd volg ik zijn lippen die stamelend de woorden vormen. Ze zijn onweerstaanbaar. Ik schud mezelf wakker. Wel bijblijven, meid. Hij mag oprecht lijken maar het is en blijft een vent. Dus vooral niet verslappen nu! Ik kijk hem diep in zijn ogen en stel hem een nieuwe listige vraag. Hij zucht en laat zijn ogen zakken. Expres fatsoeneer ik mijn decolleté. Zijn ogen zijn weer op. Ik grijns en wacht op zijn antwoord. Als hij begint te spreken, ga ik voor mijn volgende streek. Ik pak mijn sigaretten uit mijn handtas en steek voor zijn neus traag een sigaretje op.
Ik ben met stomheid geslagen. 'Je...je rookt?' Haar mondhoeken krullen in een glimlach. Het brandende uiteinde van haar sigaret licht op. 'Verbaast je dat?' 'Maar...ja, verdorie! Jij zei net nog...als je...dat je...zit je me in de maling te nemen?' Als antwoord blaast ze een mondvol rook in mijn gezicht. Ik moet ervan hoesten. Mijn ogen prikken. 'Heerlijk toch, zo'n sigaret,' zegt ze sarcastisch. 'Wist je dat passief roken gevaarlijker is dan gewoon roken?' Heel even verbaas ik me nog over haar. Dan kan het me niets meer schelen. Ik schiet mijn jas aan en sta op. Onderwijl mopper ik iets dat dit toch op niets zal uitdraaien. Ik vermijd haar rechtstreeks aan te kijken. 'Marco...wacht even.'
Het is haar toon die me halt doet houden. Het is diezelfde warme zachte toon die ze al de hele tijd gebruikt. Die toon waardoor ik totaal geen diepte van haar kan krijgen omdat die in zodanige tegenspraak staat met wat ze doet. Die toon die me niet onberoerd laat. 'Het antwoord is "ja",' vervolgt ze. 'Hoezo, "ja"?' 'Je vroeg of ik je in de maling zat te nemen. Ja. Ik plaag graag. Heb je daar problemen mee?' 'Wel...nee. Maar...' 'Kom dan gauw weer zitten, lieverd. Je chocolademelk wordt koud.' Lieverd? Wat bedoelt ze daar nu weer mee? 'Eh...oké. Maar geen grapjes meer,' probeer ik de situatie te redden terwijl ik ga zitten. Dan gaat alles heel snel. In een flits grijpt ze me beet en trekt ze me tegen zich aan waardoor ik uit evenwicht geraak. Nog voor ik besef wat er gebeurt drukt ze haar lippen hard op de mijne. Ze smaakt naar tabak. Na enkele lange seconden laat ze me los. Terwijl ik mijn evenwicht probeer terug te vinden zegt ze plagerig dat ze niets gaat beloven. Dan schuift ze me mijn chocolademelk toe. 'Vooruit. Drink op. Je gaat met mij mee.'
Oké, ik geef toe dat ik hem leuk vind. Dat ik hem ook echt mee wil nemen naar mijn appartement. Toch kan hij alsnog als een blaaskaak door de mand vallen. Hij zou niet de eerste zijn die als een blad aan de boom verandert zodra hij zijn kans ruikt. En dus zet ik hem eerst maar eens op mijn bank. Een beetje onwennig kijkt hij wat om zich heen tot ik een rustig muziekje opzet. Daarna ontspant hij wat. Ik geef hem een leeg wijnglas. De mijne zet ik neer op de salontafel waarna ik naast hem op de bank de wijnfles ontkurk. Geen idee of hij wijn lust. Hij zal het er mee moeten doen. Terwijl ik zijn glas volschenk biecht ik mijn gedachte op, 'Mannen zijn zo makkelijk!' 'Pardon?' vraagt hij verbaasd. Zijn ogen zoeken. Ongetwijfeld denkt hij dat ik hem nog meer plaag. Deze keer is het me ernst. 'Waarom zit je hier?' vraag ik hem. Voor hij antwoord kan geven, onderbreek ik hem. 'Jij en ik weten allebei waarom jij hier zit. En dat is niet omdat je mijn appartement zo graag wilt zien.' Inmiddels kijk ik hem van dichtbij in de ogen, mijn mond op ademafstand van de zijne, mijn hand rust op zijn knie. Hij begint weer te stamelen. 'Zie je wel,' concludeer ik met een glimlach, 'Mannen zijn zo makkelijk. Jullie willen maar één ding.' 'Ik ben niet makkelijk,' probeert Marco overtuigend, 'Ik wil niet maar één ding!' De omslag doet me grijnzen. 'Werkelijk niet?' speel ik verbaasd, 'Dus jij bent helemaal niet je best aan het doen om me in bed te krijgen?' 'Nee.' 'Echt niet?' Mijn hand glijdt een stukje omhoog richting zijn lies. Hij weerstaat het dapper. 'Echt niet.' 'DUS IK BEN NIET MOOI GENOEG?!?'
‘Maar…nee!’ reageer ik automatisch. ‘Of liever: ja. Jawel. Je bent wel mooi. Heel mooi zelfs. Zo mooi als…als…’ ‘Mooi genoeg om te verleiden?’
Ik denk koortsachtig na. Haar hand, die zachtjes over mijn been streelt, leidt nogal af. Wat moet ik nu antwoorden? Als ik ja zeg ontken ik zo’n beetje alles wat ik gezegd heb. Maar als ik nee zeg… Een tik op mijn wang doet me opschrikken. Ze heeft me GESLAGEN? ‘Het antwoord is “ja”,’ zegt ze voordat ik de kans krijg. ‘Dat zie ik best.’ Op datzelfde moment strijkt ze met haar strelende hand omhoog en over mijn kruis. En de erectie daaronder. Ik schrik zo heftig dat ik mijn glas mors. Dat doet haar ogen nog meer glimmen. Ze buigt zich nog meer over me heen. ‘O jee,’ zegt ze op samenzweerderige toon. ‘wat JAMMER nu toch van je trui. Uittrekken.’ ‘Maar…’ Meteen heeft haar hand mijn haar beet. Ze trekt me achterover de zetel in. ‘Luister goed, liefje. Als jij niet nu meteen je trui uittrekt scheur ik ‘m aan stukken.’
Hij aarzelt. Ik gris de kurkentrekker van de salontafel en prik met de punt in zijn nek. Hij ligt er als bevroren bij. 'Je… Je bent gek.' In zijn ogen staat angst. Een klein beetje teveel naar mijn zin. Ik haal de punt van zijn huid. 'Luister,' fluister ik zijn oor, 'Ik vind je leuk. Misschien ben ik een beetje gek maar ik houd er gewoon van te bepalen wat er gebeurt. Toe… speel mee. Ik denk dat we het leuk kunnen hebben.' Om mijn woorden kracht bij te zetten, gooi ik de kurkentrekker aan de kant en wrijf stevig over zijn erectie. Zijn haar heb ik nog steeds stevig vast. 'Als je volhoudt, denk ik dat jij het ook leuk zult vinden. Als je weg wilt, is één woord genoeg.' Het blijft stil. Na een paar tellen zie ik dat maar als een toestemming. Ik schuif mijn hand onder zijn trui en laat mijn nagels over zijn borstkas glijden. Hij wil nog steeds niet weg.
Ik hou me angstvallig stil. Ze is niet geschift. Er zit een of andere redenering achter haar gedrag, al kan ik niet juist zeggen welke. Haar nagels glijden onder mijn trui omhoog tot aan mijn keel. Het veroorzaakt koude rillingen op mijn huid. Dan trekt ze plots mijn trui en hemd binnenstebuiten over mijn hoofd. Met een krop in de keel probeer ik de kleding uit te trekken, maar ze hindert me daarbij. 'Niet loswurmen, jij,' klinkt het doorheen de stof. Ze leidt mijn armen omlaag en plaatst mijn handen achter mijn rug. Ik laat het gebeuren, al durf ik niet zeggen of het van angst of van opwinding is. Waarschijnlijk beide. Ze is er nog niet mee klaar als haar nagels over mijn borstkas beginnen te krassen. En niet alleen dat: ik voel hoe ze mijn buik begint te kussen. Al snel gaat ze over in bijten. Eerst zacht, daarna harder. Ik probeer me stoer te houden maar dat zorgt er hooguit voor dat ze harder gaat bijten. Ik moet aan die insecten denken. Spinnen of bidsprinkhanen, of zo...die soort waarbij het vrouwtje het mannetje na de paring opeet. Het maakt me bang. Toch heeft die gedachte iets akelig opwindends. Ook voel ik hoe ze zich steeds meer over me heen buigt. Als ze zowat bovenop me ligt staat ze plots op. Doorheen mijn trui zie ik haar silhouet links van me staan, maar ze beweegt te snel om de volgende beweging in te schatten: ik word van de bank af op de grond gesleurd. Ze heeft me zowel aan mijn haar als aan mijn linkerpols stevig in haar greep. 'Op je knieën, liefje. Nee, niet tegenspartelen...gewoon gehoorzamen. Dat werkt het beste...braaf, zo. En nu voorover...zo, ja. En meekomen.'
Ik weet heel goed wat er gebeurt, en toch laat ik het gewoon over me komen. Doe ik dit werkelijk? Laat ik me werkelijk mee leiden alsof ik een of ander fucking schoothondje ben? Ik kruip niet verder. Heel even versterkt haar greep op mijn haren, maar dan houdt ze stil. 'Wil je niet meer?' Het valt me op dat haar stem opgewonden klinkt. Misschien ook iets van teleurstelling, maar dat weet ik niet zeker. Ik schud mijn hoofd. 'Echt niet?' De opwinding is echt. Die teleurstelling ook. Dat besef komt aan. Maar dat niet alleen...mijn penis is zo stijf dat hij bijna pijn doet. Bovendien trilt mijn hele lijf, maar niet van angst of kou. 'Een woord volstaat om het op te houden, liefje,' zegt Magda boven me. Ik weet niet goed waarom – de toon in haar stem? – Maar ik geloof haar. Ik geloof echt dat ze me zou loslaten. Ik zeg niets. En besef dat ik niets WIL zeggen. Een paar lange seconden gebeurt er niets. 'Oké,' zegt ze dan, de opwinding in haar stem weer opflakkerend. 'We gaan weer verder...' EPILOOG 'Wat kijk je sip?' vraag ik. 'Je zei dat je seks zou geven…' 'Dat doe ik toch?' '…' 'O, aftrekken is geen seks meer tegenwoordig? Of bedoelde je toch iets anders?' vraag ik poeslief. 'Eh… Ja…' Ik stop meteen. Marco kreunt van frustratie. 'Dat kan wel,' beloof ik zoet. 'Maar daar staat wel wat tegenover.' 'Dat zei je zonet ook al!' Ik grijns. 'Dat klopt. Ik wil gewoon zeker weten dat je het meent.' Hij zucht. 'Zeg het maar.' Het blijft even stil. Ik ga verder met trekken. Hij wriemelt van geilheid en van frustratie. 'Ik blijf bij je,' piept hij moeizaam, 'En ik zal doen wat je zegt.' 'Zonder morren.' 'Zonder morren,' herhaalt hij. 'Waarom?' Er komt geen antwoord. Hij is teveel afgeleid. Ik stop weer. 'Waarom?' vraag ik lief. Geen strikvraag, geen plagerij. Gewoon lief. 'Omdat ik dat wil.' Hij zegt het moeizaam, alsof hij moeite heeft zijn eigen woorden te accepteren. Maar hij meent het wel. 'Brave jongen.' Ik kus hem op zijn mond. Ik laat hem ongemoeid liggen en vinger mezelf dan klaar.
©Wever en Boefje, maart 2012