Rechtbank Den Haag Sector Bestuursrecht Paleis van Justitie – Prins Clausplein 60 2595 AJ Den Haag Postbus 20302 2500 EH Den Haag Den Haag, 3 december 2010 Onderwerp:
Beroepschrift tegen bouwvergunning en projectbesluit d.d. 25 oktober 2010 (kenmerk 200858279/164, bijlage 8) en antwoord op zienswijze d.d. 25 oktober 2010 (kenmerk 200858279/162, bijlage 7) inzake het bouwplan Tinaarlostraat / Wapserveenstraat
Edelachtbaar college, Middels dit beroepschrift stel ik beroep in tegen de beschikking van de gemeente Den Haag (hierna:”Gemeente”) d.d. 25 oktober 2010 die is afgegeven naar aanleiding van de door mij ingediende zienswijze d.d. 28 juli 2010 (bijlage 5) en is gericht tegen de verleende bouwvergunning en het vastgestelde projectbesluit Tinaarlostraat t.p.v. 5 tm 219 en Wapserveenstraat t.p.v. 248 tm 462, die ziet op het bouwen van 105 woningen en een stallingsgarage (hierna: ”Bouwplan”). In de beschikking die is genomen door de Gemeente zijn de door mij ingediende bezwaren tegen het projectbesluit en de bouwvergunning afgewezen. Ik dien nu een beroepschrift en een aanvraag tot voorlopige voorziening in bij de rechtbank, aangezien de Gemeente in het antwoord op de door mij ingediende zienswijze verwijst naar de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen de door haar genomen beschikking (antwoord op de zienswijze) en voor de instantie waar dit dient te geschieden verwijst naar het bepaalde in de bouwvergunning die voor het Bouwplan is afgegeven door de Gemeente. In de bouwvergunning staat vermeld dat alleen beroep bij de rechtbank kan worden ingesteld tegen de bouwvergunning en wordt de mogelijkheid om bezwaar te maken niet vermeld. Ik ga er dan ook van uit dat ik geen bezwaar kan indienen tegen het antwoord op de zienswijze van de Gemeente, maar beroep dien aan te tekenen bij de rechtbank. De omwonenden en ik maken bezwaar tegen het ingediende Bouwplan en dan met name tegen het geplande 5-laags appartementencomplex dat onderdeel uitmaakt van het Bouwplan en in strijd is met het vigerende bestemmingsplan. Ik verwijs voor de argumenten naar de door mij ingediende zienswijze en die van de andere omwonenden, welke ik onverkort handhaaf en hier als ingelast zou willen beschouwen. De zienswijze van mij en de omwonenden voeg ik als bijlagen bij deze aanvraag tot de voorlopige voorziening bij. Dat ik ook de zienswijze van anderen ter uwer kennisneming indien, heeft te maken met het feit dat de Gemeente er voor gekozen heeft om integraal alle ingediende zienwijze(n) te behandelen in haar antwoord op de zienswijze die zij aan alle indieners heeft verzonden. Onderbouwing voor keuze projectbesluit ontbreekt: In het projectbesluit heeft de Gemeente nauwelijks gemotiveerd waarom zij af wil wijken van het vigerende bestemmingsplan en daarop ontheffing wenst te geven. 1/9
In de uitspraak op de zienswijze stelt zij enkel dat dit een logisch gevolg is van de afwijkingen die hebben plaatsgevonden op andere reeds gerealiseerde nieuwbouwplannen. Omdat in deze bouwplannen is afgeweken, stelt de Gemeente het logisch te vinden dat zij ook in dit bouwplan afwijkt. Verder noemt de Gemeente het projectbesluit van “gemeentelijk belang” zonder te verklaren waaruit dat belang bestaat. De Gemeente volstaat ermee met te stellen dat het bestemmingsplan nu niet voldoet, maar de nieuw te bouwen woningen zullen worden ingepast in het later vast te stellen nieuwe bestemmingsplan voor het winkelgebied Leyweg. Dat is dus achteraf reparen van een verboden situatie. Ik vind het opmerkelijk dat de Gemeente deze weg volgt in dit geval. Al met al kan ik alleen maar concluderen, dat ik de onderbouwing mis waarom de Gemeente juist op deze locatie de flat wil doen oprichten. Communicatie: In de uitspraak op de zienswijze gaat de Gemeente onder het kopje Communicatie in op het verwijt van de bewoners van de naastgelegen nieuwbouwwoningen dat zij niet betrokken zijn geweest bij de plannen voor het naast de nieuwbouwwoningen op te richten appartementencomplex. De bewoners achten dit van belang, omdat zij dan inspraak hadden kunnen krijgen en hun bezwaren tijdig kenbaar hadden kunnen maken, zodat de Gemeente de belangen van de naburige panden had mee kunnen wegen. Door dit niet te doen en pas nadat alle formele beslismomenten gepasseerd waren de beschikkingen te publiceren, heeft de Gemeente ervoor gekozen om pas bij de rechter een platform te gaan bieden voor de bezwaren van de bewoners van de naastgelegen panden. De Gemeente vermeldt over deze geuite bezwaren slechts dat het Wijkplatform Morgenstond is geïnformeerd, echter daarmee heeft zij niet voldaan aan een zorgvuldige belangenafweging zoals zij zelf stelt gedaan te hebben c.q. de projectontwikkelaar van het Bouwplan. Dit is van belang omdat de locatie van het op te richten Bouwplan is gelegen in een zogenaamde “Vogelaarwijk” (door de politiek later aangeduid als Prachtwijk) en dientengevolge behoort tot de 40 probleemwijken die door het kabinet Balkenende IV als zodanig zijn aangeduid als probleemwijken. Deze wijken kenmerken zich door een relatief gezien hoge concentratie van sociale huurwoningen (portiekflats) met grote gezinnen in te kleine woningen en relatief gezien een hoog aantal bijstandsgerechtigden, uitkeringsgerechtigden / niet-werkenden. Door al deze factoren is het overlastgehalte aan de hoge kant en zijn deze wijken over het algemeen ernstig verwaarloosd. In het kader van de stadsvernieuwingsprojecten in deze wijken wordt de verhouding sociale huur versus vrije sectorwoningen bijgesteld, die nu relatief gezien in deze buurt uit een te groot aantal bestaande sociale woningen bestaat. Een aantal van de sociale portiekwoningen worden gesloopt en vervolgens wordt een mengvorm van vrije sectorwoningen en sociale huurwoningen teruggebouwd, teneinde de bevolkingssamenstelling meer te mengen en een mix aan te brengen, waardoor ook de middeninkomens zich meer in deze wijken gaan vestigen en een impuls gegeven kan worden aan het direct aangrenzende winkelcentrum Leyweg dat zich momenteel kenmerkt door veel leegstand en veel belwinkels. Ook de plaatselijke ondernemers hechten er veel waarde aan dat de samenstelling van het aanbod varieert en meer gemengd wordt. Het hierbovenstaande is van belang aangezien de kopers van de naastgelegen eensgezinswoningen deze huizen hebben gekocht op de door de Gemeente en makelaars voorgespiegelde langetermijnvisie zoals vastgesteld voor dit gebied, waaronder onder meer 2/9
de informatie bij het Informatiecentrum Den Haag Zuidwest over de aanpak en de herstructurering van de wijk. Aan de kopers van de naastgelegen nieuwbouwwoningen is daarbij voorgespiegeld, dat er aan beide zijden van de straten 3-laags eensgezinswoningen zouden worden gerealiseerd en dat de buurt een grondige facelift zou krijgen. Ook door vertegenwoordigers van de Gemeente in de lokale kranten en in mondelinge gesprekken werd aangegeven dat Den Haag Zuidwest van samenstelling moest veranderen, omdat de huidige woningvoorraad (portiekwoningen) sterk verouderd was en leidde tot diverse problemen. Ter illustratie hiervan verwijs ik bijvoorbeeld naar de maquette in het Informatiecentrum en Haag Zuidwest aan de Leyweg die de herstructurering van de wijk aangeeft met de nieuw te bouwen bouwprojecten en de te slopen woningen op basis van het bestemmingspan en de reeds afgegeven bouwvergunningen middels schaalmodellen. In ieder geval tot in oktober 2010 was op deze maquette het Bouwplan aan de Wapserveenstraat niet opgenomen, maar waren op de maquette juist 3-laags woningen weergegeven op de locatie van het te bouwen appartementcomplex. Dit terwijl het ontwerp projectbesluit reeds stamde uit juni 2010. Ten bewijze hiervan voeg ik bij dit beroepschrift een verklaring van een koper van een direct in de nabijheid (op circa 10 meter afstand) van het nieuw te bouwen appartementencomplex gelegen herenhuis aan de Hoogeveenlaan, waarin hij zijn eigen bevindingen en ervaringen in de door hem opgestelde verklaring beschrijft (bijlage 14). De verklaring is exemplarisch voor de ervaringen van (bijna) alle kopers van de omringende nieuwbouwwoningen die (zoals reeds door mij gesteld) juist op basis van de voorgespiegelde toekomstverwachting besloten hadden tot de aankoop van een dure nieuwbouwwoning ter plaatse. Aangezien alle kopers bijna dezelfde ervaringen hebben, geeft dit een goed beeld van de situatie ter plaatse, reden waarom ik dit bijvoeg. Met het doel van de stedelijke herstructurering / vernieuwing zijn afspraken gemaakt tussen de Gemeente en projectontwikkelaars / woningbouwcorporaties en zijn sociale huurwoningen gesloopt en nieuwbouwwoningen voor de vrije sector gebouwd (vanaf 200.000,00). Dit kan worden teruggezien in de inmiddels gerealiseerde nieuwbouw waarbij de aankoopprijs in (bijna) alle gevallen meer dan 200.000,00 bedraagt en varieert van grote 3kamer appartementen tot herenhuizen aan de Hoogeveenlaan (meer dan 300.000,00). Alle kopers hebben, in tegenstelling tot wat de Gemeente beweert, wel degelijk ettelijke malen om informatie verzocht over de geplande nieuwbouw. Dat is, gezien de lange termijn investering van veel kopers, ook aannemelijk. Het steekt mij dat ondanks herhaaldelijke verzoeken daartoe, er geen informatie verstrekt werd, terwijl het bouwplan al lang en breed in de Welstandscommissie aan de orde was geweest. Verder vermeldt de Gemeente, dat met de bewoners van de naastgelegen woningen uitgebreid en volledig is gecommuniceerd en verwijst daarvoor naar bijeenkomsten en stukken die in de jaren 2000 tot 2003 met de toenmalige bewoners / belanghebbenden zijn afgestemd. In de optiek van de Gemeente is daarmee de klacht van het gebrek aan informatie over de bouwplannen aan de omwonenden ruimschoots weerlegd. Deze redenatie van de Gemeente schiet tekort en zij weerspreekt zichzelf. Immers het gaat om een herinrichting van een bestaande wijk, die grotendeels plaatsvindt door middel van sloop van bestaande portiekwoningen en het terugbouwen van eengezinswoningen. Deze nieuwbouw van woningen heeft plaatsgevonden nà de door de Gemeente genoemde periode, gezien de leeftijd van de nieuw gebouwde woningvoorraad. 3/9
Bijna alle nieuwbouwwoningen dateren uit de periode 2004-2010 en zijn dus ruim na de door de Gemeente genoemde periode gerealiseerd. Dat betekent dat de huidige bewoners van de buurt niet degene waren met wie de plannen voor de buurt zijn afgekaart. Deze toenmalige bewoners zijn voor het overgrote deel vertrokken (waren huurders), waar de nieuwe bewoners in de door de Gemeente genoemde periode nog niet woonachtig waren in de wijk en die dus geen enkele mogelijkheid hebben gehad om hun inspraak te geven c.q hun eigen belangen duidelijk te maken aan de Gemeente. Dat weegt met name zwaar omdat deze nieuwe bewoners langlopende verplichtingen (hypotheekschulden) zijn aangegaan, terwijl de oude bewoners huurders waren van de woningbouwcorporaties. De plannen zijn dus niet met de huidige bewoners besproken en afgekaart. Overigens wil ik in deze ook wijzen op het feit, dat in de in 2002-2003 met de omliggende bewoners vastgestelde plannen, voorzien was in de bouw van eengezinswoningen aan de Wapserveenstraat. Dat dit door de Gemeente gevoerde argument van de inspraak (2003) is meegewogen, gaat hier dus niet op, aangezien de Gemeente nu juist afwijkt van de toen gemaakte afspraken (eengezinswoningen) middels het instrument van het projectbesluit. Op grond van het bovenstaande ben ik de mening toegedaan, dat er geen zorgvuldige belangenafweging heeft plaatsgevonden tussen de belangen van de groep nieuwe kopers en de belangen van de projectontwikkelaar bij de inrichting van het Bouwplan. Reeds hierom treft dit verweer geen doel en is daarmee onzorgvuldig gehandeld door de Gemeente in de richting van de nabijgelegen kopers van de nieuwbouwwoningen. Sociale sector en marktsector: In de uitspraak op de zienswijze geeft de Gemeente aan dat zij gehouden is om het appartementencomplex terug te bouwen voor de sociale sector omdat deze norm per bouwplan / deelgebied wordt vastgesteld en zij anders de norm niet haalt en dit in strijd is met het gemeentelijk beleid. Recent is echter door de nieuwe gemeenteraad van Den Haag vastgesteld dat de norm 70% marktsector en 30% sociale sector niet meer per wijk geldt, maar over de gehele stad. In dit gedeelte van het plangebied is mij bekend dat Staedion afspraken heeft gemaakt over het voormalige Mondriaangebouw aan de Bentelostraat. In deze afspraken zal (naast het realiseren van een brede buurtschool) een gedeelte van het te herontwikkelen terrein worden benut om ook hier sociale woningbouw te realiseren. Naar mijn mening geeft dat Staedion de ruimte om in de huidige bouwplannen wijzigingen aan te brengen, in die mate dat bijvoorbeeld in plaats van het apparttementencomplex eengezinswoningen worden gebouwd. Procedure: In de uitspraak op de zienswijze geeft de Gemeente geeft aan dat de aanvrager ernaar gestreefd heeft om de belangen van de omwonenden zo goed mogelijk bij het ontwerp te betrekken. Als voorbeeld noemt de Gemeente de aanleg van een autovrije verbindingsstraat met speelelementen tussen de ingang van de basisschool aan de Tinaarlostraat en het buurtpark de Meent. Voorts vermeldt de Gemeente dat de waardevolle bomen aan de Tinaarlostraat gehandhaafd blijven ten koste van kleinere voortuinen van de te bouwen eengezinswoningen aan deze straat. Niet valt in te zien waarom de Gemeente dit als voorbeeld aanhaalt als rechtvaardiging voor het projectbesluit. Immers, de autovrije verbindingsstraat wordt gerealiseerd binnen het Bouwplan en dient als ontsluitingsstraat voor de toekomstige bewoners van de galerijflat om naar het buurtpark De Meent te lopen of naar de school in de Tinaarlostraat. 4/9
Deze verbindingsstraat komt dus bijna geheel ten goede aan de toekomstige bewoners van het Bouwplan en niet aan de omringende bewoners. Ten aanzien van het handhaven van de waardevolle bomen aan de Tinaarlostraat kan ik stellen dat dit een argument is, dat niet gehanteerd kan worden door de Gemeente. Aan de voorzijde van het Bouwplan aan de Wapserveenstraat (direct aangrenzend tegen het buurtparkje) bevond zich een zevental oude en mooie bomen (stamdiameter circa 50 cm geschat), die al vele tientallen jaren op deze locatie stonden. Omdat zij kennelijk de bouwwerkzaamheden in weg zouden komen te staan, zijn deze door de Gemeente allen verwijderd. De aan de achterzijde van het Bouwplan (Tinaarloostraat) gelegen bomen stonden kennelijk niet in de weg voor de bouwwerkzaamheden. De Gemeente tracht hier een argument te vinden om aan te tonen dat zij haar best heeft gedaan om rekening te houden met de belangen van de omwonenden. Als zij stelt deze bomen te willen behouden, waarom heeft zij dan toestemming gegeven om alle bomen aan de voorzijde van het Bouwplan te laten vellen? Voor het overige geeft de Gemeente geen enkele motivatie hoe en op welke wijze de omwonenden betrokken zijn geweest in de belangenafweging, nog afgezien van het feit dat deze omwonenden pas op de hoogte werden gesteld van het projectbesluit toen het voornemen daartoe gepubliceerd werd door de Gemeente. Stedenbouwkundig: In de uitspraak op de zienswijze stelt de Gemeente dat zij met de omringende gerealiseerde bouwprojecten is afgeweken van het bestemmingsplan en dat daardoor de nu voorgestelde afwijking op het bestemmingsplan een logisch gevolg is van deze eerdere in andere bouwplannen gerealiseerde afwijkingen. Daarboven stelt de Gemeente dat de geplande galerijflat slechts 1,8 meter hoger is dan de naastgelegen herenhuizen aan de Hoogeveenlaan en dat het uitstekende deel bij de stallinggarage 4-laags is gemaakt en daardoor aansluit bij de bouwhoogte van de Hoogeveenlaan. Dit is een onjuiste bewering en is tegenstrijdig aan de daadwerkelijk te realiseren galerijflat. Tijdens de informatieavond die pas werd gehouden nadat een groot aantal zienswijzen van omringende bewoners door de Gemeente werd ontvangen, is een schets getoond van het ontwerp van de te bouwen galerijflat. Tijdens deze presentatie is de omringende bewoners duidelijk geworden hoe de vork daadwerkelijk in de steel zat. In tegenstelling tot wat de Gemeente beweert, zal er geen sprake zijn van een 4-laags bebouwing bij de ingang van de parkeergarage, maar van een 5laags waarbij gebruik wordt gemaakt van architectonische slimmigheidjes om dit niet zo te laten lijken. De 5e bouwlaag wordt immers verdiept aangelegd boven het 4-laags blok, maar is daarmee nog steeds hoger dan het toegestane aantal bouwlagen (5 laags), reden waarvoor het projectbesluit is aangevraagd. In de uitspraak op de ingediende zienswijzen stelt de Gemeente dat juist voor de huidige locatie is gekozen voor het appartementencomplex omdat dit geen schaduwhinder oplevert en de tegenoverliggende nieuwbouwwoningen aan de Buinerveenstraat op circa 80 meter zijn gesitueerd. Verder stelt zij dat aan de voorzijde aan de Hoogeveenlaan reeds een middenblok van 5 bouwlagen op een halfverdiepte parkeergarage is gerealiseerd in plaats van de in het bestemmingsplan toegestane 4 bouwlagen. 5/9
Daarbij geeft de Gemeente aan dat de op de locatie van het buurtparkje geplande woningen zijn komen te vervallen en daardoor ruimte vrijkwam om het appartementencomplex aan de Wapserveenstraat te realiseren. Zij stelt dat de 5-laags bebouwing aan de Wapserveenstraat aansluit bij de bebouwing aan de Hoogeveenlaan en door de ruime afstand tot de woningen binnen het project Zuiderhof extra schaduw wordt voorkomen. Deze bewering is te eenzijdig en daarmee feitelijk onjuist. Het lijkt erop dat de Gemeente bewust alleen de voorzijde van het appartementencomplex mee laat wegen voor de bezonningsnorm. Zij vermeldt echter niet dat de huidige locatie naast de 4-laags woningen aan de Hoogeveenlaan is gepland (op ca. 20 meter), welke aangrenst met de achtertuinen aan het Bouwplan en de genoemde 5-laags flat aan de Hoogeveenlaan op een afstand van circa 50 meter (of meer) is gelegen. Voorts vergeet zij te vermelden dat direct achter het appartementencomplex ook 3-laags eensgezinswoningen gepland staan (binnen 30 meter). Tenslotte vermeldt zij niet dat de aan de Wapserveenstraat grenzende huizen aan de Buinerveenstraat op een kortere afstand staan, dan de genoemde 80 meter, deze afstand geldt slechts voor de aan de overkant van het buurtparkje gelegen huizen van de Buinerveenstraat. Bovendien is zoals eerder door mij aangegeven in het stuk tussen het te bouwen appartementencomplex en de te bouwen eengezinswoningen aan de Tinaarlostraat een binnenterrein gesitueerd waarop de kinderen kunnen spelen in de achtertuinen van de op de begane grond gelegen appartementen. Door het gebrek aan zon op deze door mij aangeduide terreinen zal mijns inziens de bezonningsnorm voor deze aangrenzende woningen niet gerealiseerd worden. Ik vind het bijzonder vreemd dat de Gemeente ervoor kiest om kennelijk alleen de situatie aan de voorzijde mee te nemen als rechtvaardiging voor de oprichting van een 5-laags appartementencomplex en “vergeet” om alle andere nabijgelegen objecten mee te nemen in de motivering. Vormgeving en architectuur: In de uitspraak op de zienswijze geeft de Gemeente toe dat een en ander niet juist is gegaan tijdens de behandelingen in de welstandscommissie en abusievelijk het plan tot tweemaal toe tijdens verschillende vergaderingen is gepresenteerd als beginselplan. In haar motivatie geeft de Gemeente toe dat het verticale volume inderdaad reden geweest is voor de eerste afwijzing. Wat de Gemeente mijns inziens niet vermeld is, dat ik het vermoeden heb dat het eerste beginselplan voorzag in een 4-laags galerijflat en het tweede beginselplan in een 5-laags galerijflat. Het hoeft geen verder betoog dat het bouwvolume en de plaats en de positie in de omgeving een andere is qua volume en massief aanzicht, dan een 4-laags flat. Ook de architectonische bezwaren van mij en van de andere naastgelegen bewoners van de nieuwbouwwoningen zijn afgewezen, zonder een nadere motivering van de Gemeente. Er zijn bezwaren aangedragen tegen de vormgeving en de bouwwijze van het appartementencomplex, waarbij onder meer is aangedrongen op het inpandig aanleggen van de balkons teneinde een rommelig aanzicht vanaf de straatzijde tegen te gaan. Waarom heeft de Gemeente zonder nadere motivering de opmerkingen van mij en van de andere omringende bewoners, die dagelijks tegen de op te richten galerijflat moet aankijken, afgewezen zonder verdere inhoudelijke motivering? 6/9
Parkeernorm en de parkeervoorziening zijn niet in overeenstemming met het parkeerbeleid van de gemeente Den Haag: Door mij (en andere bewoners) is in de ingediende zienswijze gewezen op de overlast die het projectbesluit met zich mee gaat brengen doordat de plaatselijke parkeerbalans ernstig verstoord wordt door het projectbesluit en de uitvoering daarvan. De parkeerbalans wordt verstoord doordat de gemeente Den Haag aan de projectontwikkelaar heeft toegestaan om een groot aantal parkeerplaatsen in de openbare ruimte te realiseren, terwijl de Gemeente zelf als beleid hanteert dat bij nieuwbouw altijd parkeergelegenheid op eigen grond gerealiseerd dient te worden indien dat mogelijk is. De Gemeente stelt in haar uitspraak dat “een parkeerplaats direct voor de deur niet gegarandeerd kan worden en dat een loopafstand van 300 meter acceptabel wordt geacht”. Dit bevreemdt mij, aangezien zij zelf aangeeft dat de parkeerdruk minder dan 90% is en daardoor dit grote aantal parkeerplaatsen onttrokken kan worden aan de openbare ruimte. Theoretisch gezien zouden er dus volgens de Gemeente altijd parkeerplaatsen moeten zijn. Allereerst stelt de Gemeente dat het niet mogelijk was om meer parkeerplaatsen te realiseren in het Bouwplan en dat daardoor naar de openbare ruimte uitgeweken wordt. Verder stelt zij dat de parkeerplaatsen voor de basisschool aan de Tinaarlostraat overdag gebruikt kunnen worden voor leraren en bezoekers van de basisschool en in de avond door de bewoners. Voor het overige kunnen de bewoners parkeren in de Wapserveenstraat. Zij vergeet daarbij te vermelden dat zij in oktober 2010 de Waspserveenstraat opnieuw heeft ingericht, waardoor de helft van de plaatselijke parkeercapaciteit is verdwenen door de nieuwe inrichting (achter elkaar parkeren in plaats van dwars parkeren). Verder vermeldt zij niet dat het complete binnenterrein van het Bouwplan gebruikt wordt voor tuinen, terwijl daar een mogelijkheid was voor een ondergrondse parkeergarage voor deze bewoners en daarmee de mogelijkheid bestond tot het realiseren van parkeerplaatsen op eigen terrein. Op de daken van deze parkeergarage had simpel een tuin gemaakt kunnen worden, zoals ook met andere parkeergarages het geval is (b.v. Museumplein, Amsterdam). Er was dus wel degelijk een mogelijkheid tot het creëren van parkeervoorzieningen op eigen terrein en de noodzaak ontbrak om deze voorzieningen uit de openbare ruimte te moeten onttrekken. Voorts zijn in de concept ruimtelijke onderbouwing binnen het directe bouwgebied te weinig parkeerplaatsen door niet correcte uitgangspunten en/of rekenfouten / -aannamen. Het bouwgebied is met name in de Tinaarlostraat vergroot (aan de zijde bij Hoogeveenlaan en aan de overzijde van de Tinaarlostraat). Ter oplossing van het probleem wordt het gebied nu gemakshalve maar vergroot tot en met de Bentelostraat. En daar is het op termijn weer mis, doordat er ter plekke een brede buurtschool gerealiseerd gaat worden en gedeeltelijk woning(nieuw)bouw. Voor ORAC’s waar een gemiddelde bewoner twee keer per week gebruik van maakt, geldt een loopafstand van maximaal 75 meter met in bijzondere omstandigheden een maximale uitloop naar maximaal 125 meter. Voor bewoners van seniorenwoningen in de Tinaarlostraat die twee keer per dag gebruik maken van de auto, is het blijkbaar geen probleem om in voorkomende gevallen vier keer maximaal 300 meter te lopen om hun auto ergens in de Bentelostraat op te halen en later weer te parkeren. De parkeerdruk in de buurt is momenteel al erg hoog. De 65 bewoners van de nieuw te bouwen appartementen in de Wapserveenstraat dienen allen hun auto(‘s) op straat te parkeren. In de Wapserveenstraat lukt dat sowieso niet, dus dat wordt gedeeltelijk elders. 7/9
Het door de Gemeente in 2004 vastgestelde “Ontwikkelingskader voor Welstand, Morgenstond-Midden” (bijlage 13) geeft o.a. aan dat er voldoende parkeerruimte dient te zijn en dat kwaliteit alleen kan worden bereikt door in de bouwblokken voldoende parkeervoorzieningen op te nemen. De parkeergarage is uitsluitend bedoeld voor de bewoners van eengezinswoningen die dus eerst door de straat rijden om de boodschappen uit te laden of de passagiers te laten uitstappen en vervolgens nogmaals door de straat rijden om hun auto in de parkeergarage te parkeren (immers op straat is geen plek en als er wel plek is dan heb je een vergunning nodig die je niet krijgt omdat je de beschikking hebt over een andere parkeerplaats). Hoezo is er dan sprake van minder verkeersbewegingen,het is juist meer. De Gemeente heeft hierdoor naar mijn mening onzorgvuldig gehandeld door de voorgestelde parkeergelegenheid te faciliteren middels het beschikbaar stellen van parkeervoorzieningen in de openbare ruimte. Parkeren op eigen terrein: In de uitspraak op de zienswijze stelt de Gemeente dat zij naar behoefte kan afwijken van de door haar gestelde norm dat er bij nieuwbouw zoveel mogelijk geparkeerd dient te worden op eigen terrein. Zij stelt dat bij gebrek aan parkeerdruk (minder dan 90%) in de betreffende wijken, zij mag afwijken van dit door haar gestelde uitgangspunt. Ter illustratie daarvan verwijst de Gemeente naar de reeds gerealiseerde plannen “de Ley” en “Zuiderhof” en stelt dat voor een deel de parkeerbehoefte ook op straat wordt afgewikkeld. Juist voor deze projecten is in de zienswijze aangegeven dat dit niet vergelijkbaar is. Het appartementengebouw van “Zuiderhof” (fase 1) heeft inderdaad geen parkeervoorziening en daarvan wordt de parkeerbehoefte op straat afgewikkeld, maar dit geldt slechts voor de in dit appartementencomplex gelegen woningen. In deze wijs ik er dan ook op dat de bewering van de Gemeente niet kan zien op alle 66 eengezinswoningen van “Zuiderhof” en alle 72 eengezinswoningen van “De Ley”, waarbij parkeergelegenheid verplicht op eigen terrein is gerealiseerd. Dit, terwijl voor de kopers van de te realiseren eengezinswoningen binnen het Bouwplan naar vrije keuze gekozen kan worden om een bewonersvergunning te krijgen om op straat te parkeren of een parkeerplaats te kopen in de te realiseren stallingsgarage onder het appartementencomplex. Hierdoor ontstaat rechtsongelijkheid en meet de Gemeente met twee maten. Dat ik de Gemeente dit zwaar aanreken hangt samen met het parkeerbeleid van de gemeente Den Haag. Alle bewoners van het project “Zuiderhof” fase 2 en 3 en alle bewoners van het project “De Ley” komen op grond van het feit dat er een eigen parkeervoorziening is gerealiseerd op eigen grond (in de garage, achtertuin, etc.) niet in aanmerking voor een parkeervergunning van de gemeente Den Haag. Zij zijn verplicht om hun ruimte als zodanig in te richten en te houden, terwijl de toekomstige kopers van de eengezinswoningen binnen het Bouwplan de mogelijkheid hebben om te kiezen. Als de bewoners van de naastgelegen nieuwbouwwoningen ervoor kiezen om de op het eigen terrein gelegen parkeerruimte anders te benutten, dan dienen zij hun auto te parkeren buiten de zone voor betaald parkeren (die plaatselijk geldt), bij gebreke van de mogelijkheid een parkeervergunning aan te vragen. Dat vind ik onacceptabel. 8/9
Conclusie: Op grond van het bovenstaande verzoek ik u het projectbesluit van de Gemeente en de bouwvergunning, met kenmerk 200858279/164 d.d. 25 oktober 2010 te vernietigen en haar op te dragen een nieuwe bouwvergunning af te geven voor het Bouwplan dat in die mate is aangepast dat deze in lijn komt te liggen met de in 2003 gemaakte afspraken (en dus eengezinswoningen aan de Wapserveenstraat worden gerealiseerd) en het Bouwplan aldus passend wordt gemaakt binnen het vigerende bestemmingsplan. Daarbij geniet het mijn voorkeur om Staedion op te dragen om de bewoners van de naastgelegen nieuwbouwwoningen bij het nieuwe bouwplan te betrekken en een bouwplan uit te laten werken zoals aangegeven in dit beroepschrift. Hoogachtend,
Bijlagen: 1. Gemeenteberichten d.d. 16 juni 2010 2. Zienswijze Wijkplatform Morgenstond d.d. 26 juli 2010 3. Zienswijze Buurtcommissie Morgenstond Midden-Zuid d.d. 28 juli 2010 4. Zienswijze bewoner nieuwbouwwoning Zuiderhof d.d. 29 juni 2010 5. Zienswijze bewoner nieuwbouwwoning Wapserveenstraat d.d. 28 juli 2010 6. Zienswijze bewoner nieuwbouwwoning Hoogeveenlaan d.d. 23 juli 2010 7. Antwoord op zienswijze Gemeente Den Haag d.d. 25 oktober 2010 8. Bouwvergunning / Projectbesluit Gemeente Den Haag d.d. 25 oktober 2010 9. Ruimtelijke onderbouwing Gemeente Den Haag 10. Gemeenteberichten d.d. 3 november 2010 11. Gemeenteberichten d.d. 10 november 2010 12. Vaststelling ontwikkelingskader Morgenstond-Midden d.d. 26 april 2005 13. Ontwikkelingskader voor Welstand, Morgenstond-Midden, 23 november 2004 14. Verklaring bewoner nieuwbouwwoning Hoogeveenlaan d.d. 2 december 2010 9/9