Impulsen voor het hoger beroepsonderwijs
Status: Datum: Redactie:
B&W- en Raadsvoorstel 15 december 2003 Jan Bekker, SBC
INHOUDSOPGAVE 1. 1.1
VOORAF De drie trajecten hoger onderwijs op een rij
blz. 2 blz. 2
2. 2.1 2.1.1 2.1.2 2.2 2.3
TRAJECT 1: HERHUISVESTING PABO'S VAN DE HOGESCHOLEN Stand van zaken Terugblik Uitkomsten onderhandelingen Beoogde resultaten Korte en lange termijn activiteiten
blz. blz. blz. blz. blz. blz.
3 3 3 4 5 5
3. 3.1 3.1.1 3.1.2 3.2 3.3
TRAJECT 2: INNOVATIES IN HET HOGER BEROEPSONDERWIJS Stand van zaken Innovaties in het beroepsonderwijs Initiatieven met partners in de regio Beoogde resultaten Korte en lange termijn activiteiten
blz. blz. blz. blz. blz. blz.
5 5 6 7 7 9
4. 4.1 4.2 4.3
TRAJECT 3: ONDERZOEK NAAR ACADEMISCH ONDERWIJS IN HOFKWARTIER blz. 10 Stand van zaken blz. 10 Beoogde resultaten blz. 11 Korte en lange termijn activiteiten blz. 11
5.
BESLISPUNTEN VOOR HET COLLEGE
blz. 11
6.
BIJLAGEN
blz. 12
- 1-
1.
VOORAF
Er is een bestuurlijke wens om een hernieuwde impuls te geven aan hoger onderwijs en in het bijzonder aan het hogere beroepsonderwijs in Dordrecht en de regio. Die ambitie is veelzijdig: bundeling van bestaande hbo opleidingen aan de rand van de binnenstad, ontwikkelen van post-hbo en academische opleidingen rondom het historische Hofkwartier en concreet de uitbreiding van bestaande opleidingen met twee a drie geheel vernieuwde duale opleidingen in samenspraak met relevante partners in de regio. De voorliggende trajecten en projecten sluiten naadloos aan bij de diverse acties en ontwikkelingen ter versterking van het beroepsonderwijs op diverse fronten in Dordrecht en de regio. Zowel door de gemeente als door de Kamer Koophandel en het bedrijfsleven zijn (financiële) investeringen gedaan om die versterking van het beroepsonderwijs te stimuleren. Met de ontwikkelingen van het Leerpark als gebied van vernieuwend (v)mbo onderwijs, de vestiging Leerbedrijven op het Leerpark en Revival Technisch Onderwijs heeft Dordrecht een unieke voorsprong en positie verworven door een brug te slaan tussen enerzijds het vmbo, mbo en anderzijds tussen scholen en bedrijven. Hierin past nu ook de expliciete aandacht voor het vervolg er op: de stimulering van ontwikkelingen op het terrein van hoger beroepsonderwijs. De rode draad in die ontwikkeling is steeds: arrangeren van coproducties tussen bedrijven en instellingen van hoger onderwijs ten einde de instroom naar technisch beroepsonderwijs te stimuleren en de aansluiting opleiding en beroepspraktijk te verbeteren. Dat zal moeten gebeuren op basis van vernieuwende onderwijsconcepten waarbij aandacht komt voor andere beroepscompetenties van leerlingen en studenten. Deze competenties liggen op het vlak van multidisciplinair werken, zelfsturing en output gericht denken. Deze notitie richt zich op de afzonderlijke trajecten, geeft de stand van zaken en noodzakelijke samenhang aan. Dit biedt tevens de mogelijkheid voor het college de verschillende dimensies, tijdsvolgorde en strategieën te overzien en daar waar nodig te sturen. Het project Hofkwartier kent zijn eigen ontwikkelingen die meer is dan alleen maar onderwijsontwikkelingen. Voor wat betreft het project Hofkwartier schetsen we hier alleen de samenhang en relatie met ( academisch en hoger ) beroepsonderwijs. 1.1
De drie trajecten hoger onderwijs op een rij 1. Nieuwe impulsen voor het hoger beroepsonderwijs. Herhuisvesting PABO's van de hogeschool Rotterdam en hogeschool INHOLLAND aan de rand van de binnenstad (gebouw Achterom) inclusief de noodzakelijke herhuisvesting CWI. 2. Innovaties in het hoger beroepsonderwijs samen met het bedrijfsleven zijn noodzaak. Beoogde resultaten en initiatieven in de regio; opzetten en ontwikkelen van duale hbo opleidingen, met voorafgaand instrumentontwikkeling en marktonderzoek middels een nog op te zetten samenwerkingsverband Interfaculteit Drechtsteden in nauwe samenwerking met het project Revival Technisch Onderwijs (RTO), onderwijs en bedrijfsleven. 3. Nader onderzoek businessplan Huis van de Democratie en de relatie met plan Academie voor het Leven.
- 2-
2.
TRAJECT 1: HERHUISVESTING PABO'S VAN DE HOGESCHOLEN
2.1
Stand van zaken Dit traject handelt over de opbrengsten en kosten die de verzoeken om herhuisvesting van twee hogescholen uit Rotterdam, te weten Hogeschool INHOLLAND en Hogeschool Rotterdam, met zich meebrengen. B&W heeft op d.d. 13 november 2003 de hogescholen gevraagd definitief akkoord gaan met de condities en voorwaarden (zie bijlage brief B&W). De herhuisvesting van beide hogescholen is een complexe operatie en onderdeel van een reeks van onderhandelingen met verschillende marktpartijen. Wij zullen u een korte terugblik geven met daarin verwerkt de achterliggende motieven met verzoeken van de hogescholen, procesgang en de gemaakte afspraken, een stand van zaken van de onderhandelingen tot nu toe en de relatie met diverse andere ontwikkelingen. In een bijlage is een geografisch kaartje bijgevoegd om de herhuisvestingbewegingen te illustreren (bijlage). Het bestuurlijke en ambtelijk overleg met de hogescholen heeft er uiteindelijk toe geleid dat er uitzicht is op vestiging van de beide PABO's aan het Achterom. De ingangsdatum voor ingebruikneming van het pand is nu vastgesteld op 1 maart 2005. De start van de hogescholen kan dan na de noodzakelijke verbouwingen op 1 september van dat jaar een feit zijn. Dit betekent dat de uitplaatsing van de huidige bewoners, waaronder het CWI, uit het gebouw Achterom voor 1 maart 2005 moet plaatsvinden. De bedoeling is dat het CWI gehuisvest wordt in het te realiseren Bedrijfsverzamelgebouw in Hellingen 2. Het project is daardoor tamelijk complex.
2.1.1 Terugblik Januari - Maart 2002 In maart 2002 kwam het verzoek binnen van de twee hogescholen uit Rotterdam om hun beide PABO-dependances op een kwalitatief betere plek in de stad te herhuisvesten. Gezocht werd naar een pand met tenminste een oppervlakte van tenminste 2500 m2 voor ongeveer 800 studenten. De twee hogescholen hebben daarvoor een onderlinge samenwerkingovereenkomst opgesteld. Het college van B&W heeft 5 mogelijke locaties aangeboden waarvan unaniem het gebouw op het Achterom de voorkeur kreeg. September 2002 - december 2002 In die periode hebben de hogescholen met het college van B&W verkennende gesprekken gevoerd over de mogelijkheden van vestiging aan het Achterom waarbij kosten, tijdpad en huurcontracten met de huidige verhuurder (Pensioenfonds) en huurder (CWI) besproken zijn. Tevens kwamen de huidige panden van beide hogescholen in bespreking. De Hogeschool Rotterdam is eigenaar van het pand aan de Hugo van Gijnweg en heeft dit verkocht aan een projectontwikkelaar per 1 september 2004. De hogeschool INHOLLAND is eigenaar van het huidige pand in de Spirea (kaartje: zie bijlagen). Het pand Achterom was toen nog eigendom van Philips Pensioenfonds. Januari 2003 - zomer 2003 Besprekingen met het CWI als huidige huurder, eigenaar Achterom en positie huidige panden hogescholen kwamen aan de orde. Het CWI was bereid te vertrekken uit het pand Achterom maar wilde zich dan vestigen in het gebouw de Hellingen2 aan de Spuiboulevard om samen met de Sociale Dienst een Bedrijfsverzamelgebouwen ( BVG ) te organiseren. Deze ingreep is meer dan herhuisvesting; het gaat om een innovatieve ingreep in de wijze waarop CWI en Sociale Dienst met hun klanten omgaan. Dat is dan ook als een geheel apart project geformuleerd. Tussenliggende uitkomsten onderhandelingen en afspraken.
- 3-
De uitkomst van de besprekingen met de hogescholen is dat tenminste 2500 m2 in het gebouw Achterom per 1 maart 2005 kan worden opgeleverd en de herhuisvesting van het CWI in de Hellingen2 een feit is. Als uiterlijke datum voor het leeg opleveren van het gebouw Achterom is 1 maart 2005 haalbaar geacht. Dat betekent dat beide hogescholen in het gebouw Achterom per 1 september 2005 met de lesactiviteiten kunnen beginnen. De hogeschool Rotterdam wil bemiddeling van de gemeente bij de huidige projectontwikkelaar voor de van Gijnweg voor verlenging van hun huidige huurperiode van 1 september 2004 naar 1 september 2005. Deze bemiddeling is toegezegd door de gemeente. De hogeschool INHOLLAND wil zijn gebouw aan de Spirea verkopen. September - december 2003 In december is overeenstemming bereikt met de hogescholen over de operatie. Deze wordt op voorstel van het college vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. 2.1.2
Uitkomsten van de onderhandelingen De volgende uitkomsten van de onderhandelingen zijn nu vastgelegd:
1)
Het pand Achterom is nu nog eigendom van Philips Pensioenfonds. Het totale pand omvat 5000 m2 . De gemeente Dordrecht is per 1 januari 2004 eigenaar van het pand. Het pand is aangekocht door het grondbedrijf als strategische aankoop voor de grootschalige herinrichting Achterom/Bagijnhof. De gemeente Dordrecht zal voor de hogescholen als verhuurder optreden.
2)
Er zal een huurcontract voor het pand Achterom met een looptijd van tenminste 10 jaar voor 2500 m2 (geïndexeerd 103,00 euro per m2) worden opgesteld. Hoofdhuurder wordt de Hogeschool INHOLLAND en zegt toe de geschatte verbouwing van 3 miljoen euro te investeren.
3)
De gemeente Dordrecht koopt het pand Spirea van de Hogeschool INHOLLAND. De aankoop van het pand Spirea van de hogeschool INHOLLAND door de gemeente Dordrecht vindt plaats per 1 maart 2005 (koop en levering). Het pand wordt voor de periode van 1 maart 2005 tot 1 september 2005 aan de Hogeschool INHOLLAND om niet verhuurd. De koop zal slechts plaatsvinden indien de verhuizing naar het pand Achterom daadwerkelijk doorgang vindt. In het kader van het onderwijshuisvestingsplan wordt bezien of aan het pand Spirea een nieuwe onderwijsbestemming gegeven kan worden.
4)
De gemeente heeft een bijdrage aan de kosten voor verhuizing en verbouwing van 1 miljoen euro toegezegd. Dit bedrag is al gereserveerd in de begroting onder Strategische Investering (Binnenstad B.20 HBO-binnenstad). De betrokken partijen zullen de gemaakte afspraken in een nog nader vast te stellen samenwerkingsovereenkomst incl. huur- en koopovereenkomsten vastleggen. Er wordt een projectleider aangetrokken om de voortgang van het totale proces zodanig te sturen opdat beide hogescholen op 1 maart 2005 in het gebouw Achterom kunnen trekken en - na de noodzakelijke verbouwingen- per 1 september 2005 de opleidingen te starten.
-4-
Beoogde resultaten Resultaat 1: Verbetering huisvesting huidige hbo vestigingen aan de rand van de binnenstad. Verbetering van de huidige vestiging van hogeschool Rotterdam en hogeschool INHOLLAND en uitbreiding/vernieuwing van de hbo-opleidingen in Dordrecht. Vestiging van beide hbo opleidingen aan de rand van de binnenstad hebben een grotere uitstraling op de stad en geven een impuls aan de levendigheid in de binnenstad. Resultaat 2: Stimuleren belangstelling lerarenopleiding Beide Pabo's staan kwalitatief landelijk zeer goed aangeschreven als onderwijzersopleiding. Bundeling van die twee opleidingen heeft grotere uitstraling naar het huidige werkveld in de regio. Gezamenlijke herhuisvesting van beide lerarenopleidingen onder één dak versterken de potentie van zowel de dag- en deeltijdopleiding en bevorderen/stimuleren de doorstroom naar het beroepsonderwijs. Resultaat 3: Versterken relatie hoger beroepsonderwijs en bedrijfsleven Vestigingen op een kwalitatief betere plek in de stad én verbreding van het onderwijsaanbod voor beroepsonderwijs in relatie tot het bedrijfsleven in de regio versterken de wens naar vergroten van de innovatieve slagkracht in het bedrijfsleven in de regio en bevorderen de aandacht en versterken de doorstroom naar hbo onderwijs. 2.3
Korte en lange termijn activiteiten Nu de beide hogescholen besloten hebben tot herhuisvesting zal er een plan van aanpak inclusief verhuisplan door de hogescholen worden opgesteld om die voorbereidingen voor de herhuisvesting in het voorjaar 2005 te laten plaatsvinden. De beide hogescholen zijn uitgenodigd om deel te nemen aan de overige ontwikkelingen op het terrein van vernieuwing beroepsonderwijs in de regio. Momenteel is het laatste stadium van de onderhandelingen in zicht. Binnenkort worden de overeengekomen besluiten uit de onderhandelingen in een convenant vastgelegd en kunnen de contracten worden opgesteld.
3.
TRAJECT 2: INNOVATIES IN HET HOGER BEROEPSONDERWIJS
3.1
Stand van zaken De herhuisvesting van de PABO's is onlosmakelijk verbonden aan het streven van het gemeentebestuur van Dordrecht om de ontwikkeling van diverse andere beroepsopleidingen in het hoger beroepsonderwijs mogelijk te maken. De herhuisvestiging van de beide PABO's in het gebouw aan het Achterom zal een positieve impuls geven aan de uitstraling van hoger (beroeps)onderwijs in de Drechtsteden. Het is zaak daaraan de onderliggende processen van het marktonderzoek bij het bedrijfsleven en de trajecten duale opleidingen te koppelen. Het versterkt het beeld van het streven om een krachtige stimulans aan de ontwikkeling en vernieuwing van het beroepsonderwijs met het bedrijfsleven in Dordrecht en de regio. Uiteindelijk moet dit concreet ertoe leiden dat met aanvang van het schooljaar 2004 twee a drie duale opleidingen worden gestart in samenwerking met het bedrijfsleven. Voorafgaand moet er samen met alle partners een proces opgezet worden voor instrumentontwikkeling en marktonderzoek. Relaties met het MBO en het Leerpark zijn hier een vanzelfsprekendheid.
- 5-
3.1.1 Innovaties in het beroepsonderwijs Bundelen van innovatiekracht om nieuw economisch handelen te ontwikkelen en bestaand economisch handelen te versterken vormt de kern, omdat deze doelen ook een belangrijke basis zijn voor de zo noodzakelijke sociale innovaties in de stad en regio zoals bestrijding van jeugdwerkloosheid en verhoging scholingsniveau, bevorderen van verbetering aansluiting beroepsonderwijs en bedrijfsleven, versterken van de aandacht voor het beroepsonderwijs en employability van mensen en een Leven lang leren door Leren en werken continue aan elkaar te koppelen. In de regio ligt een groot aantal van de economische doelen in dit kader vast binnen SEP/Shipping Valley. Een aantal van de eerder genoemde sociale doelen is met name te koppelen aan de visie op het gebied van onderwijsvernieuwing (Het Nieuwe Leren). Bovenstaande als uitgangspunt heeft geleid tot een integraal paradigma voor het beroepsonderwijs in de regio. Dat belang van innovatie in het beroepsonderwijs is in het kader van het Leerpark in beeld gebracht. Hier is verhelderd hoe dat vernieuwd beroepsonderwijs in samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven inhoud moet krijgen. Dit is nu voort te zetten naar het mbo-hbo en post-hbo. Momenteel zijn er diverse acties op dit terrein gaande: Revival Technisch Onderwijs: Het project Revival Technisch Onderwijs is een voorbeeld van Publiek Private Samenwerking in stichtingsvorm om in het beroepsonderwijs het technisch onderwijs bij leerlingen en studenten te stimuleren en geheel te vernieuwen. Dordrecht en de regio hebben hierbij een unieke voorsprong en positie verworven door een brug te slaan tussen vmbo, mbo en hbo. Onlangs hebben we het project Revival Technisch Onderwijs ( RTO ) financieel en materieel ondersteund. Het RTO is een samenwerkingsproject waar met name het bedrijfsleven veel in investeert om het technisch onderwijs via opleidingen te verbeteren. Nieuwe hbo opleidingen, kortere leerroutes: Met de sectoren Zorg, Overheid en Technologische Sector is een aantal workshops georganiseerd om de vraag naar hbo en post hbo in de regio goed te articuleren. De vraag naar nieuwe competenties in het bedrijfsleven leiden tot innovatieve ontwikkelingen zowel in het beroepsonderwijs als in het bedrijfsleven zelf. Nieuwe onderwijsconcepten worden bevorderd door de inzet van ICT. De interfaculteit kan dan als proeftuin voor nieuwe kennisproducten leiden. In dat verband is er concreet een master course Integraal Ontwerpen in de Industriële Omgeving (10) gestart. Interfaculteit Drechtsteden: Als het gaat om Hoger Beroepsonderwijs hebben B&W van Dordrecht het initiatief genomen een kleine organisatie op te richten die, - de vraag- en aanbodzijde van hbo-opleidingen nauwgezet op elkaar afstemt - de activiteiten van de opleidingen afstemt op de vraag naar nieuwe competenties in het bedrijfsleven op hbo en mbo niveau - zich nadrukkelijk richt op nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen en het verhogen van het innovatievermogen van het hoger beroepsonderwijs en bedrijven en die wil omzetten in nieuwe kennisproducten - als centrum dient om nieuwe studenten naar de regio te trekken, dus het bevorderen van de instroom en reductie van de uitval.
-6-
Deze organisatie fungeert dus als centrum om vraaggericht de benodigde (duale) HBOopleidingen in de regio te genereren, innovaties in bedrijven en onderwijs te bevorderen. Dit centrum, opererend onder de naam "Interfaculteit Drechtsteden", zorgt voor kenniscreatie en kenniscirculatie. Er wordt nog met de partners nagedacht over een definitieve naamgeving dat meer recht doet aan de inhoud en werving van het toekomstige centrum. De bedoeling is dat deze organisatie ondergebracht wordt in een samenwerkingsverband met de Kamer van Koophandel, St. Industriefonds, Da Vinci College, RTO en gemeente. In het kader van een integrale regionale aanpak voor de samenwerking onderwijs/bedrijfsleven vanaf Vmbo tot en met Hbo zullen de activiteiten van de Interfaculteit Drechtsteden en RTO maximaal geïntegreerd worden met andere regionale projecten. SCHEMATISCH KAN DEZE SAMENWERKING ER ALS VOLGT UITZIEN:
Vanwege slagkracht en focus zijn deze projecten tot nu toe autonoom gehouden. Ook loopt het tijdspad van deze projecten uiteen. De verbindingen die moeten leiden tot de integrale aanpak zijn echter steeds duidelijker aan het worden. 3.1.2 Initiatieven met partners in de regio Terecht is gesteld dat de vele initiatieven op het terrein beroepsonderwijs en arbeidsmarkt op een of andere wijze gestroomlijnd en gebundeld moeten worden. Het belang van een integrale aanpak voor een innovatieve kennisinfrastructuur in de Drechtsteden staat buiten kijf. Een groot aantal van die genoemde projecten loopt al en moet krachtig verder ontwikkeld worden en tot resultaten leiden op korte en middellange termijn. In tijden dat er resultaatgericht gehandeld moet worden, ontstaat de kans om een structuur in te richten die partijen effectief en efficiënt samen laat werken. Door deze structuur worden politieke- en/of groepsbelangen naar de achtergrond geschoven en is het resultaat centraal komen te staan, ledere partij committeert zich aan de acties die worden gepleegd en kent zijn of haar verantwoording. Vertaald naar onze regio zien wij zo langzamerhand consensus over wat we willen bereiken in relatie tot de economischeen werkgelegenheidsdoelstellingen.
- 7-
Vele partijen, organisaties en verenigingen ontwikkelen plannen of voeren ze reeds uit. De kans op divergeren, is dan echter groot en de tijd om resultaten te laten zien dringt. Een koepel waarin overheid, onderwijs,en bedrijfsleven zitting hebben is een belangrijk winstpunt voor slagkracht en gecoördineerd resultaat. In dit kader is er sprake van een start van een gezaghebbende raad voor innovatie en kennisinfrastructuur in de Drechtsteden. Het regionale bestuur Drechtsteden neemt hierbij het voortouw. 3.2
Beoogde resultaten Resultaatl: Versterken samenwerking bedrijfsleven, bevorderen innovatiekracht regio middels een nog op te richten Interfaculteit Drechtsteden Bouwen en beheren van een netwerk dat bestaat uit relevante partijen. Om dit te realiseren moet er een aantal resultaten bereikt worden op de korte termijn: A. voor het ontwikkelen van de vraagzijde: communiceren met, motiveren van en onderzoek doen bij het regionale bedrijfsleven en non profit-organisaties; inventariseren van potentiële deelnemers, aantallen, studierichtingen; USP's (Unique Selling Points) benoemen om te kiezen voor hbo in Dordrecht en de regio. Dit betekent dat een hoogwaardig kwalitatief onderwijsconcept voor het beroepsonderwijs in samenwerking met de partners ontwikkeld en uitgedragen moet worden. B. voor het ontwikkelen van de aanbodzijde: het opstellen van een businessplan Interfaculteit Drechtsteden; organisatievorm opzetten, financiële haalbaarheid bepalen, subsidies en bijdragen verkrijgen; mogelijke partners en eventuele andere mogelijkheden voor erkenningsregelingen inventariseren en benaderen; locatie zoeken, pakket van eisen opstellen, communicatiestructuur (ICT) opzetten, bezetting bepalen, docenten werven.; samenwerkingsstructuur met regionale partners (kenniscirculatie en -creatie) opzetten en het bevorderen van de innovatiekracht. Resultaat 2: Garanties kortere leerroutes mbo/hbo; voorkomen uitval De gemeente Dordrecht en het bedrijfsleven in de regio hebben behoefte aan aanvullende voorzieningen op het terrein van hoger beroepsonderwijs en verbeterde aansluiting met het hier gevestigde mbo onderwijs. Kortere leerroutes in het beroepsonderwijs verkleinen de kans op uitval en garanderen dat er sneller en meer arbeidskrachten op de arbeidsmarkt terecht komen. Het centreren van het huidige aantal van 800 studenten levert fysiek een duidelijker aanwezigheid in de stad op en vormt een hernieuwde impuls aan vernieuwende initiatieven voor beroepsonderwijs in de stad en regio. Dat moet leiden tot beter en meer geschoold personeel in de regio en versterking van de innovatie kracht van het bedrijfsleven. Bovendien leveren meer studenten ook een bijdrage aan de levendigheid van de (binnen)stad. Uitbreiding van het huidige aantal hbo-studenten. Resultaat 3: Realiseren van vernieuwende beroepsopleidingen en de aansluiting mbo - hbo verbeteren Het voor de komende drie jaren jaarlijks 2 a 3 duale opleidingen - waarin leren en werken gecombineerd worden - realiseren samen met het regionale bedrijfsleven. Aansluiting met het mbo verbeteren. Om dit te realiseren dient het op te richten interfaculteit over een kleine daadkrachtige organisatie te beschikken. Deels is het personeel te rekruteren uit zowel het onderwijs, bedrijfsleven en de gemeente(n). Opzetten van tenminste één masteropleiding in 2004. Het transfercentrum/interfaculteit oriënteert zich op overige mogelijkheden voor post-hbo onderwijs.
- 8-
Om dit te realiseren moet de vraag vanuit de eerder genoemde domeinen (overheid, technologie, zorg) nader gedefinieerd en uitgewerkt worden. Daartoe zijn momenteel een aantal workshops en symposia georganiseerd om deze vraagarticulatie vanuit deze domeinen nader te definiëren. Resultaat 4: Versterken programmatische ontwikkeling Hof De Interfaculteit richt zich niet alleen op het hogere beroepsonderwijs, maar ondersteunt de ontwikkeling van het historische Hofkwartier te Dordrecht bij de ontwikkeling van activiteiten gericht op een academische context ( programmatische ontwikkeling Hof). Daarbij gaat het om het organiseren van lezingen, seminars en congressen op het gebied van technologie, overheidsmanagement en innovatie in de zorg. 3.3
Korte en lange termijn activiteiten Er liggen verzoeken bij de provincie, Kamer van Koophandel en Industriefonds voor cofinanciering van het project. De gemeente Dordrecht heeft uitdrukkelijk aangegeven een stimulerende, regisserende en faciliterende rol te willen spelen bij de geschetste ontwikkelingen. De partners uit het bedrijfsleven en betrokken onderwijsinstellingen dragen zelf zorg voor de uitvoering. Een klein slagvaardig bestuur bestaande uit de deelnemende financiers (belanghebbenden) uit de bedrijven en organisaties fungeert als toezichthouder op het Transfercentrum/interfaculteit. De bedoeling is dat de Interfaculteit drie jaar na de oprichting zelfbekostigend is. Het Industriefonds concreet een eenmalige bijdrage van € 70.000 heeft toegezegd voor de opzet van de Interfaculteit, onder de conditie dat ook andere partners, zoals de Kamer van Koophandel en Provincie dat ook doen. Bestuurlijk zijn beide organisaties actief in de ontwikkelingen.Ondanks deze toezegging zijn de andere noodzakelijke partners nog niet bereid gevonden om een cofinanciering aan te gaan. Het is niet verstandig om de voortgang van het proces hiervan af te laten hangen, terwijl het wel degelijk mogelijk is om een aantal hbo-opleidingen concreet te starten. Mocht in de loop van het komende jaar de cofinanciering alsnog gestalte krijgen, dan zal het bedrag in mindering gebracht worden op de begroting van de Interfaculteit van het daarop volgende jaar 2005. De grote zorginstellingen hebben aangeven te willen investeren in de uitwerking van de verschillende hbo opleidingen. De Interfaculteit is al operationeel: de workshops met de verschillende sectoren worden of zijn georganiseerd, er is een master course Integraal Ontwerpen op de markt gezet en er zijn onderhandelingen met diverse opleidingen van hogescholen op opleidingen op maat voor de regio te ontwikkelen. Het consortium Revival Technisch Onderwijs (RTO) speelt hierbij ook een belangrijke rol. Deze activiteiten moeten nu samen met de partners (Da Vinci College, Industriefonds, RTO en Kamer van Koophandel) verder ontwikkeld worden, op basis van een samenwerkingsvorm met die partners kunnen financieringsbronnen aangeboord worden om de noodzakelijke co-financieringen rond te krijgen. We doen voor 2004 een beroep op de begrotingspost E.5 Economie, structuurversterkende projecten Hoger Onderwijs, binnen Strategische Investeringen, voor een bedrag van € 60.000,- (tot de maand juni) als stimuleringsbijdrage voor de opstart en juridische vormgeving voor de Interfaculteit. Zoals in het overzicht is aangeven zijn de overige posten te relateren aan de trajecten en bijbehorende activiteiten rond versterking Hoger Onderwijs. Aan de hand van de resultaten wordt medio juni bezien of verdere kredietverlening voor 2004 nodig zal zijn.
-9-
Kostenoverzicht voor 2004 voor opstart Transfercentrum/lnterfaculteit Drechtsteden Personeelskosten: beleidsadviseur (0,50 fte) beleidsmedewerker (0,89 fte)
€
Subtotaal
€
38.000,45.500,83.500,-
Resterende kosten startfase: bezoeken en presentaties verzorgen definitie opleidingen selectie aanbieders acquisitie, onderhandelingen met mogelijke financiers juridische vormgeving transfercentrum Communicatie in-extern rapportage startfase t.b.v. financiers
7.000,5.000,6.000,5.000,15.000,8.000,500,-
Subtotaal
€
46.500,-
Totaal
€
130.000,-
T.l.v. Strategische investeringen, begrotingspost E.5 Economie; structuurversterkende projecten. Hoger Onderwijs. 4.
TRAJECT 3: ONDERZOEK NAAR ACADEMISCH ONDERWIJS IN HOFKWARTIER
4.1 Stand van zaken De ambities voor hoger onderwijs in Dordrecht kent een component hoger onderwijs en een component post-hbo- en academische opleidingen. Ontwikkelingen die al in gang zijn gezet rondom het Hof kwartier zijn hierbij van belang. Er zijn plannen om een academie voor het leven, een Summerschool een hoogwaardig congres faciliteit in de vorm van een Huis van de Democratie te ontwikkelen om de positionering van Dordrecht op de markt voor hoger onderwijs te versterken. Het gaat hierbij om een louter programmatische invulling voor het Hof kwartier te bevorderen. Voor de realisatie zijn mogelijk verbindingen nodig tussen de verschillende plannen gekoppeld aan het Hofkwartier. Het ligt voor de hand om dit traject te koppelen aan de fysieke plek van 't Hof en een link te leggen met het programma voor de binnenstad. De relatie met de overige trajecten binnen het project hoger onderwijs is groot, derhalve is een samenhang met het hoger onderwijs een vereiste. Als we in Dordrecht een lectoraat een plek willen geven, zijn de hogescholen partners omdat aanvragen voor lectoraten en Kenniskringen bij het ministerie OCW via de hogescholen in Nederland lopen. Belangrijke actoren zijn: NSOB en Sioo Prof. Klamer project Hofkwartier hogescholen.
- 10-
4.2
Beoogde resultaten Resultaat 1: Opstellen van een reëel businessplan(nen) voor een vorm van academisch onderwijs in 't Hof. Resultaat 2: Onderzoeken en uitwerken van samenhangend arrangementen van de verschillende initiatieven in het Hofkwartier of mogelijk/desgewenst daarbuiten w.o. Interfaculteit.
4.3
Korte en lange termijn activiteiten Een belangrijke ontwikkeling is de voortgang van het bedrijfsplan van de academie. Een eerste conceptversie is hoopvol doch nog niet voldoende. Er moet nog een belangrijke stap gemaakt worden richting het aantrekken en committeren van andere partners, waaronder een aantal academici. Het concept bevat enerzijds een beeld van de academie zoals ze er uiteindelijk uit zou moeten zien. Dit betreft een beeld van de gedachten achter de academie en de inhoud van de lessen en verder de organisatie die het onderwijs mogelijk zou moeten maken. In een eerste financiële doorrekening komt men tot de conclusie dat de academie op een of andere manier structurele financiering zou moeten betrekken. Men denkt dan aan het aantrekken van onderzoeksgelden en mogelijk bekostiging via OC&W. Men stelt dat daarom het optuigen van een hele academie op dit moment een (te) risicovolle onderneming is. De allereerste resultaten van het onderzoek geven echter wel aan dat er behoefte bestaat naar de mogelijke producten van de academie. Het zou dan in eerste instantie vooral gaan om executive programs, een reeks van 7 tot 9 bijeenkomsten van ieder 3 dagen. Het tweede onderdeel bevat daartoe een uitwerking en een voorstel voor een executive program. Op deze manier is een eerste stap in de richting van een academie te zetten zonder onoverkomelijke risico's. Deze eerste stap is tevens als een markttest te begrijpen. Nadere voorstellen worden gedaan in het kader van het project Hofkwartier.
5.
BESLISPUNTEN VOOR HET COLLEGE Akkoord te gaan met de huidige analyse van de lopende trajecten en de daarbij behorende verwachtingen van de geformuleerde resultaten; Akkoord te gaan met het toekennen van de financiële bijdragen aan de kosten voor verbouwingen en verhuizingen van de Hogeschool Rotterdam en de Hogeschool INHOLLAND naar het gebouw Achterom voor een bedrag van € 1 miljoen, te dekken uit de daarvoor gereserveerde middelen in Strategische Investeringen. Met dien verstande dat het krediet ad € 1 miljoen pas verleend wordt als de samenwerkingsovereenkomst door de partijen is ondertekend. In te stemmen met geschetste voortgang Hoger Onderwijs en de verdere opstart van de Interfaculteit Drechtsteden inclusief de financiële bijdrage ad € 60.000,- (tot de maand juni), t.l.v. strategische investeringen, begrotingspost E.5 Economie, structuurversterkende projecten Hoger Onderwijs. Aan de hand van de resultaten wordt medio juni bezien of verdere kredietverlening voor 2004 nodig zal zijn.
- 11 -
6.
BIJLAGEN
Workshop "HBO voor SEP" in maart, april en september 2003 Tijdens de workshop is de volgende gezamenlijke visie ontstaan (op hoofdlijnen): om vorm te geven aan de versterking van het hogere beroepsonderwijs moet vanuit de kenmerken van de regio en vanuit een integrale ketenbenadering gewerkt worden. Kenmerkende sectoren in de regio zijn de zakelijke dienstverlening, de maritieme sector, transport en logistiek, metal-electro. De kracht zit in de kenniscirculatie tussen en met de genoemde sectoren. Toegevoegde waarde hierbij is het vernieuwende onderwijsconcept "Anders werken, anders leren"; duaal onderwijs waarbij praktijk en onderwijs samengaan. Daarna heeft een kleine delegatie van de deelnemers de gezamenlijke visie nader uitgewerkt en geconcretiseerd. Hieronder volgt een korte samenvatting van deze verdiepingsslag: de focus moet komen te liggen op twee aandachtsgebieden, te weten: - Integraal Ontwerpen en - Technische bedrijfskunde, met het zwaartepunt op Maintenance management en Maintenance technologie. Introductie van deze onderwerpen in de regio zou kunnen plaatsvinden door middel van een kennismakingscursus op het gebied van scheepvaart (marine en binnenvaart) en metal-electro. Modules voor de cursus Integraal Ontwerpen kunnen zijn: - analyse en ontwerpen van organisaties op mensniveau - creativiteitsmanagement - marketing - value chain. Hiertoe zal een Raad van Advies en een Leergangcommissie ingesteld moeten worden. Ten behoeve van de opzet van een masteropleiding Integraal Ontwerpen wordt een samenwerkingsvorm gezocht tussen de Hogeschool Utrecht en de Hogeschool Rotterdam. Mogelijke financieringsbronnen op nationaal en Europees niveau worden nagegaan. Workshop "HBO voor Zorg"april en voorbereidingen november 2003 In het opleiden van verpleegkundigen wordt voorzien middels de reguliere opleiding hboVerpleegkunde. Wel wordt geconstateerd dat deze opleiding niet voorziet in kennis over het zorgproces waarin patiënten zich bevinden. Meer logistieke kennis binnen de zorgfunctie is nodig om ontschotting in de bedrijfsprocessen te bewerkstelligen. Ten behoeve van nader onderzoek naar procesinnovaties en om een verdiepingsslag te maken van de visie op de hbobehoefte in de zorgsector, is uitwisseling van ervaring en visie met de industriesector gewenst. Op 28 mei 2003 komt een kleine delegatie uit beide sectoren bijeen om hierover met elkaar van gedachten te wisselen. Of het lokaliseren van een opleiding hbo-Verpleegkunde in Dordrecht c.q. de regio, met als toegevoegde waarde logistieke kennis over zorgprocessen, tot de mogelijkheden behoort, dient nader bekeken te worden. In de zorgsector is er sprake van een artsentekort. Een post hbo opleiding tot arts-assistente zou uitkomst kunnen bieden om het artsentekort te compenseren. De arts-assistente kan bepaalde werkzaamheden die nu nog door de artsen wordt uitgevoerd, overnemen. Op 20 november 2003 vindt het vervolg op deze aanzet plaats in een zgn. Rondetafelconferentie met alle zorgstellingen uit de regio i.s.m. de Universiteit van Rotterdam en het lectoraat Transities in de Zorg.
- 12 -
Workshop "HBO voor Openbaar Bestuur" in mei en juli 2003. Tijdens de workshop HBO voor Openbaar Bestuur d.d. 28 mei 2003 is de afspraak gemaakt dat enkele aanwezigen hun medewerking verlenen om de tijdens de workshop ontstane ideeën nader uit te werken.
Uit de workshop d.d. 28 mei is naar voren gekomen dat er bij de deelnemende organisaties behoefte is aan personeel die, naast vakinhoudelijke kennis, competenties bezitten als zelfsturing en ketengericht denken; multidisciplinaire, flexibele medewerkers. Het continue schakelen met de omgeving van het werkterrein, wordt steeds belangrijker. De belastingdienst heeft behoefte aan hoogwaardig fiscale kennis en het onderling delen van kennis. In verband met bezuinigingen is momenteel de prioriteit gelegd bij fiscaal inhoudelijke opleidingen. Vaardigheden zoals zelfsturing is in duale opleidingen geïntegreerd. Deze opleidingen worden intern gegeven. De vraag is welk gemeenschappelijk fundament de organisaties hebben, waarop een specifieke duale HBO-opleiding kan worden ontwikkeld. Het zou hierbij dan gaan om onderwijs gericht op zelfsturing, zelfontplooiing / het onderkennen van eigen vaardigheden naast de specialistische kennis die men heeft. Kan er sprake zijn van schaalvergroting om bepaalde problemen op te lossen, zoals bezuinigingen, vergrijzing binnen organisaties? Multidisciplinair en flexibel inzetbaar personeel kan nodig zijn om deze problemen het hoofd te bieden. Bijvoorbeeld het ontwikkelen van een HEAO-achtig traject, waarin bestuurskundig onderwijs is opgenomen, voor het zittende personeel
of Een experiment met jong instromend personeel in een leer-/werktraject. Om het functioneren in de organisatie kansrijk te maken, moeten de specifieke competenties genoemd worden. Bij de belastingdienst is men teruggekomen op de ontwikkeling naar generalisme, omdat men toch specialisten/experts nodig heeft om problemen in de diepte aan te kunnen pakken. Wel zal Chr. Stokvis navragen of het zgn. LOFE-overleg (een landelijk overleg tussen belastingdienst en HEAO-scholen) nog bestaat, om middels dat overleg na te gaan of voor de hiervoor genoemde schaalvergroting opleidingsmogelijkheden zijn.
- 13 -