Dossier actueel |
Tonny van de Pasch
Onze samenleving is hoe langer hoe meer een kennissamenleving. Daarmee neemt het belang toe van instellingen die een rol spelen in het genereren, uitwisselen en verspreiden van kennis, zoals de instellingen voor hoger onderwijs. Om hun taak op dit gebied nog beter te kunnen vervullen hebben de hogescholen extra geld gekregen om lectoren aan te stellen. Dit dossier gaat over de instelling van lectoraten
Dat zijn medewerkers met veel expertise op een bepaald vakgebied. Zij
en kenniskringen in het hoger beroepsonderwijs.
zijn binnen een hogeschool verantwoordelijk voor onderwijs, onderzoek
Lectoraten hebben een taak in de ontwikkeling, verspreiding en implementatie van kennis.
en ontwikkeling en het onderhouden van contacten met het beroepenveld.
Per lectoraat werken een of meer lectoren samen met een kenniskring van docenten rond het thema van het lectoraat. Zij doen dat in nauwe samenwerking en uitwisseling met de praktijk. De interviews met een aantal lectoren illustreren de manier waarop zij uitwerking geven aan hun opdracht. De lectoraten die op dit moment
Kennisuitwisseling centraal
Lectoraten in het hoger beroepsonderwijs
functioneren op het gebied van de verpleegkunde zijn weergegeven op de beeldpagina.
In 2000 werd in Lissabon een Europese kennistop gehouden. Regeringsleiders spraken daar af om Europa te ontwikkelen tot de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie in de wereld. Later sprak ook de Nederlandse overheid zich uit over het belang van kennis en kennisontwikkeling en over de plaats die wetenschappelijk onderwijs en hoger beroepsonderwijs daarin zouden moeten innemen. Men is het er over eens dat Nederland Kennisland vooral gedragen zal moeten worden door hbo-afgestudeerden. De hogescholen zouden als scharnierpunt in de kenniseconomie kunnen werken. De HBO-raad, vereniging van hogescholen, heeft ervoor gekozen om daaraan onder meer invulling te geven door het instellen van lectoraten en kenniskringen. Drs. Bart van Bergen is voorzitter van het sectoradviescollege gezondheidszorgonderwijs van de HBO-raad en directielid van de faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). In beide hoedanigheden is hij nauw betrokken bij de realisering van lectoraten. ‘Je kunt de lectoraten zien als aanjagers om kennisontwikkeling binnen faculteiten en instituten voor hoger beroepsonderwijs te stimuleren en te zorgen voor verspreiding en implementatie van de kennis’ stelt hij. ‘Het hbo krijgt een incentive om een kwaliteitsslag te maken. Ik denk dat het een goede zaak is en dat het de verpleging dient. Het hbo is een belangrijke leverancier van competente
16 |
beroepsbeoefenaren en daarom is het zaak dat hogescholen aan de maat blijven.’
Lectoraten en kenniskringen De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCenW) stelt in de periode 2001-2004 in totaal ruim 110 miljoen euro beschikbaar voor de aanstelling van lectoren op hogescholen. Minister Hermans en de voorzitter van de HBO-raad, prof.dr. F. Leijnse, hebben hierover in 2001 een convenant ondertekend. Daarin werd bepaald dat in 1991 voor het aannemen van lectoren 32,5 miljoen gulden vrijgemaakt zou worden. Voor de jaren 2002, 2003 en 2004 is jaarlijks 30 miljoen euro beschikbaar. In 2004 vindt een evaluatie plaats, waarin de opbrengsten van de lectoraten worden geïnventariseerd. Lectoren hebben als taak de positie van het hoger beroepsonderwijs als kenniscentrum te gaan versterken. Het gaat om nieuwe medewerkers die hun sporen binnen een bepaald vakgebied verdiend hebben. Zij worden binnen een hogeschool verantwoordelijk voor onderwijs, onderzoek en ontwikkeling en contacten met het beroepenveld op hun eigen gebied. Elk lectoraat heeft een thema waarop de lector en de kenniskring zich toeleggen (zie het overzicht op de beeldpagina). De lectoraten hebben een opdracht in termen van praktijkgericht onderzoek, onderwijsen praktijkinnovatie. Hiervoor wisselen zij kennis uit binnen de eigen faculteit en ook met externe partners, zoals bijvoorbeeld
TvZ | Tijdschrift voor Verpleegkundigen - 2003 nr. 7
‘IJKPUNT IS OF DE PATIËNT ER BETER VAN WORDT’ Het lectoraat Verpleegkundige en paramedische
is afhankelijk van het samenspel van lichamelijke, func-
samenwerking met praktijk en onderwijs. Dat betekent
zorg voor mensen met een chronische aandoening
tionele, psychische, spirituele en sociale factoren.
dat de praktijk een belangrijke rol heeft in het ontwerpen
van de Faculteit Gezondheidszorg van de Hogeschool
Schuurmans & Duijnstee stellen dat verpleegkundigen
en uitvoeren van het onderzoek. Binnen ieder onder-
van Utrecht richt zich op oudere chronisch zieken.
en paramedici in de behandeling en de zorg vele malen
zoek worden ook zogeheten ‘studentenlijnen’ uitgezet.
De lectoren dr. Marieke Schuurmans en prof.dr. Mia
per dag keuzes maken die de balans in het leven van
Dat zijn deelprojecten waarin studenten op bachelors-
Duijnstee* pleitten in hun openbare les op 13 juni jl.
deze ouderen kunnen beïnvloeden. ‘Als ze dat bewust
en mastersniveau participeren en waarvan zij inhoudelijk
voor een herbezinning op de professionele zorg voor
doen en op basis van kennis van de problematiek van
en onderzoekstechnisch iets leren.
chronisch zieke ouderen. Deze zorg vertoont vaak ern-
chronische zieke ouderen, kunnen ze verstoringen in
De uit onderzoek verkregen kennis dient overgedragen
stige hiaten. ‘Hun waardigheid als mens komt in het
de balans voorkomen of tijdig herkennen en zo de
te worden aan onderwijs en praktijk, dus aan patiënten
gedrang bij een negatieve interactie met professionals
toekomst van de oudere in positieve zin beïnvloeden.
en hun familie, professionals in de zorg, managers en
in de gezondheidszorg, door een gebrek aan privacy en
We zien het als de opdracht van het lectoraat om de
opleiders. Dat gebeurt via de overdrachtslijn van het
door een algemeen gevoel dat de gezondheidszorg niet
bijdrage van professionals aan de balans in het leven
lectoraat, die gericht is op innovatie van het onderwijs
is ingesteld op hun behoeften en wensen. De autono-
van ouderen te optimaliseren.’
en op innovatie van de beroepsuitoefening. Schuurmans
mie van ouderen wordt vaak bedreigd omdat zij onvol-
In de visie van het lectoraat zijn de volgende factoren
& Duijnstee: ‘Centraal ijkpunt is of de patiënt er beter
doende informatie hebben en daardoor niet in staat
belangrijk voor deze bijdrage: de invloed van de
van wordt. We stimuleren ook doelgerichte implementa-
zijn de problemen volledig te overzien en beredeneerde
beroepshouding op de zorg; het multidisciplinaire
tie. In de zorg voor ouderen met chronische aandoenin-
keuzes te maken. Bovendien blijkt uit onderzoek dat
karakter van de zorg; de rol van de opleiding in de
gen moet dit effect hebben op de attitude van zorgver-
een aanzienlijk deel van de professionals een negatieve
zorg; de samenwerking tussen praktijk, opleiding en
leners en leiden tot bewustwording, evidence based
kijk heeft op ouderen en dat men er niet zelden stereo-
onderzoek; de samenhang van de problematiek op
innovaties en zorgvernieuwende maatregelen. We heb-
type beelden op na houdt’.
somatisch, functioneel, psychisch, spiritueel en sociaal
ben daarbij twee uitgangspunten. De eerste is dat de
Het Utrechtse lectoraat ziet zijn opdracht in termen van
terrein; en de onderkenning van complexiteit in ogen-
kennis die we overdragen moet aansluiten bij de - vaak
praktijkgericht onderzoek, onderwijsinnovatie en ver-
schijnlijk eenvoudige problematiek, waardoor preventie
impliciete- kennis en bij de vragen van mensen die dag
nieuwing van zorg. De leden van de kenniskring zijn
de aandacht krijgt die het verdient.
in dag uit met chronische aandoeningen te maken heb-
afkomstig van de Hogeschool maar ook van buiten. Zij
Binnen het lectoraat is een onderzoekslijn en een over-
ben, patiënten zowel als familie en professionals. Ons
hebben een part time verbintenis. Het is de bedoeling
drachtslijn ingericht, waarlangs de activiteiten verlopen.
tweede uitgangspunt is dat praktijkonderzoek niet
dat de uitkomsten van het lectoraat dienen als vlieg-
Eerdergenoemde factoren fungeren als ijkpunten bij
bedreven kan worden zonder een wisselwerking met
wiel voor verandering in onderwijs en praktijk.
deze activiteiten.
het veld waarop het onderzoek betrekking heeft. Dit
De rol van professionals
Het onderzoek
bevorderen dat er nauwe contacten ontstaan tussen
Binnen het Utrechtse lectoraat staat de balans in het
Er zijn twee onderzoekslijnen: een gericht op beroeps-
onderzoekers en mensen die de zorg van alledag ont-
leven van chronisch zieke ouderen centraal. Die balans
houding en een gericht op beroepsinhoud. ‘Met betrek-
vangen en bieden. Doel is dat het onderzoek goed aan-
king tot beroepsinhoud nemen we als uitgangspunt
sluit bij de kennis en de behoeften van de mensen in
de momenten waarop de balans van chronische zieke
de zorg. Rond het lectoraat zullen kringen van vakdo-
ouderen bedreigd wordt en waarop verpleegkundigen
centen en praktijkprofessionals worden gevormd die
en paramedici in beeld komen’, aldus Schuurmans en
hierin een belangrijk aandeel hebben.’
betekent dat we via verschillende netwerken zullen
Duijnstee. ‘Deze bedreigingen ontstaan als gevolg van het ontstaan of de progressie van een chronische aan-
*Op de foto respectievelijk re en li.
doening, transitiemomenten in de zorg en managementproblemen op individueel niveau. In twee projecten
De tekst van de openbare les is na te lezen op
wordt momenteel onderzoek gedaan naar voor oudere
www.hvu.nl, doorklikken op ‘Faculteit Gezondheids-
chronisch zieken relevante en voor studenten en pro-
zorg’ en daarna op ‘Lectoraten en kenniskringen’.
fessionals tastbare elementen van beroepshouding.’
Zie ook het klinisch dossier in dit nummer.
Het onderzoek van het lectoraat komt tot stand in nauwe
instellingen voor gezondheidszorg. Per lectoraat is jaarlijks ruim 225.000 euro beschikbaar. De helft van dat geld is bestemd voor de vorming van kenniskringen. Dit houdt in dat een lector een groep om zich heen verzamelt van ongeveer acht docenten die al op een bepaald vakgebied binnen de hogeschool werkzaam zijn. De docenten in zo’n kenniskring zullen hun deskundigheid extra kunnen vergroten door studie, (promo-
18 |
tie)onderzoek en kennisuitwisseling met bedrijven en instellingen. Zij kunnen zich verder professionaliseren onder leiding van de lector en zich zo van ‘routineprofessionals’ ontwikkelen tot ‘innovatieprofessionals’.
Kenniscirculatie Het instellen van lectoraten sluit aan bij het advies Hógeschool van Kennis, kennisuitwisseling tussen beroepspraktijk en hoge-
scholen, dat in juli 2001 door de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) en de Onderwijsraad werd uitgebracht aan de ministers van OCenW en Economische Zaken (EZ). Dit advies gaat over de invulling van de positie van hogescholen als publieke kennisinstituten en het stelt de kennisuitwisseling/-circulatie tussen het hbo en de beroepspraktijk centraal. Er worden zes reeds bestaande vormen van kenniscirculatie geëvalueerd:
TvZ | Tijdschrift voor Verpleegkundigen - 2003 nr. 7
Dr. Cees van der Schans, fysiotherapeut, gepro-
als wel via brancheorganisaties, afgestudeerden, beroepsverenigingen en dergelijke. Competentiegericht leren is een punt van aandacht bij het afstemmen van het curriculum. Stages zijn van belang voor de kennis-
moveerd en daarna epidemioloog geworden,
making van studenten met de beroepspraktijk, maar blijken nauwelijks een rol te spelen bij de kenniscirculatie. De begeleiding is vaak marginaal, zodat van synergie tussen stagebegeleiding en onderwijs zelden sprake is. Ook worden de ervaringen van de stagiaires onvoldoende benut voor het onderwijs. Duaal onderwijs wordt over het algemeen wel als belangrijke factor in de kenniscirculatie gezien, maar het is nog niet over de hele linie van het hbo ingevoerd. Van monitoring van innovaties via scholing, bezoek van vakbeurzen en congressen en dergelijke is over het geheel genomen nauwelijks sprake. Wat betreft de begeleiding van startende ondernemers wordt in het advies geconstateerd dat de aandacht voor startende ondernemers toeneemt en dat het belang van een ondernemende houding bij studenten steeds meer wordt onderkend.1 Een voorwaarde is wel
kenniskring, die bestaat uit één docent van de
is lector Transparante Zorgverlening aan de Hanzehogeschool te Groningen. Het lectoraat
Foto: Elmer Spaargaren
afstemming van curricula op de vraag; stages; duaal onderwijs; gastdocentschappen en detachering van docenten; monitoring van innovaties; begeleiding van startende ondernemers. Volgens de opstellers van het advies is de afstemming van het curriculum op de vraag van het veld beter dan enkele jaren geleden, maar zouden de contacten met het beroepenveld meer systematisch tot stand kunnen komen: niet zozeer via persoonlijke contacten
bestrijkt daar de verpleegkundige en paramedische opleidingen. Dit wordt weerspiegeld in de
opleiding verpleegkunde en telkens één van de diverse paramedische opleidingen -in totaal zes.
NADRUK OP BEGRIJPELIJKE ZORG Het thema Transparante Zorgverlening komt voort uit
ste taak, maar wel een substantiële. ‘In mijn beleving
allerlei ontwikkelingen die landelijk spelen. Taakher-
hebben hogescholen een bredere taak dan het opleiden
schikking bijvoorbeeld en evidence based werken.
van studenten; we hebben een verantwoordelijkheid
Bij beide is transparantie belangrijk, aldus Van der
naar de hele beroepsgroep die tot uiting komt in het
Schans. ‘Hoe werk je met elkaar samen in de zorg en
ontwikkelen van de verpleegkunde, van nieuwe zorg-
welke uitkomst heeft dat voor de patiënt? Vanuit de
modellen, en in de implementatie van richtlijnen.’
patiënt gezien moet de zorg begrijpelijk zijn. Elke pro-
Wat betreft de verpleegkunde zal het Groningse lecto-
fessional moet aan een patiënt kunnen uitleggen waar-
raat internationaal samenwerking zoeken. Van der
om hij iets doet -dat kan als je evidence based werkt.
Schans: ‘We willen graag met Europese partners onder-
Ook moet duidelijk zijn waarom híj of zíj het doet en
zoek van de grond krijgen. Daarvoor gebruiken we het
niet een ander. Zeker bij taakherschikking moet je dit
Florence netwerk, dat onder meer als doel heeft de uit-
duidelijk hebben.’
wisseling van studenten tussen Europese opleidingen.’
‘Op dit moment is het nog te vroeg om concrete onder-
Op de vraag of het lectoraat over vier jaar structureel
zoeksvragen naar buiten te brengen, maar het besef
gefinancierd zou moeten worden ofwel anderszins ant-
dat je samenwerkt en de zorg rond de patiënt moet
woordt Van der Schans dat dat zal afhangen van de
organiseren is een belangrijk thema. Wij formuleren
mate waarin het voldoet aan de behoeften van onder-
onze onderzoeksvragen in samenspraak met ziekenhui-
wijs en praktijk en aldus al dan niet een eigen plaats
zen, thuiszorginstellingen, verzekeraars, verzorgings-
verworven zal hebben. ‘Lectoren zullen zich waarma-
huizen en praktijken van fysiotherapeuten. De kennis-
ken door veel maatschappelijk relevante ontwikkelin-
kring is hierbij als het ware een startgroep waarbij ver-
gen te ondersteunen en/of subsidies binnen te halen.
volgens externe mensen betrokken raken.’
Uitdragen van de onderzoeksresultaten is daarvoor
De onderzoeksvragen worden straks ingebed in een
belangrijk.’ Van der Schans denkt hierbij aan publica-
onderzoeksstructuur. Daarin is een senior-onderzoeker,
ties, congressen en het ontwikkelen van cursussen. ‘In
bijvoorbeeld docent aan een opleiding, verantwoorde-
de kenniskring zijn we bezig met het ontwikkelen van
lijk voor de uitvoering, die voornamelijk door studen-
modules evidence based practice die breed gegeven
ten gebeurt. Ook gaan we samenwerken met Verple-
kunnen worden. Docenten zullen verantwoordelijk wor-
Ontwerp en ontwikkeling
gingswetenschap’, vertelt Van der Schans. ‘De lectoraten
den voor de implementatie daarvan in het onderwijs.’
In het advies Hógeschool van Kennis wordt gewezen op de mogelijkheden die er voor hogescholen kunnen ontstaan als zij zich via de lectoraten meer toeleggen op ontwerp en ontwikkeling (O&O). In de Wet op het Hoger Onderwijs en Weten-
staan daar formeel los van, maar wij willen absoluut
Afstemming met andere lectoraten zal nodig zijn, maar
die samenwerking.’
geen probleem opleveren. ‘Qua inhoud overlappen de
Ook in het onderwijs heeft het lectoraat een taak.
diverse lectoraten hier en daar, maar al doende zullen
Volgens Cees van der Schans is dat niet de belangrijk-
er speerpunten ontstaan.’
dat docenten gevoelig zijn voor het belang van ondernemerschap en kennis van zaken hebben; daarvan is in de meeste sectoren nog onvoldoende sprake. Naast deze bestaande vormen van kennisuitwisseling worden nieuwe mogelijkheden beschreven: andere vormen van onderwijs, bijvoorbeeld contractonderwijs; ontwerpen ontwikkelactiviteiten, ook wel aangeduid als ‘toegepast onderzoek’; en internetondersteunde kenniscirculatie.
TvZ | Tijdschrift voor Verpleegkundigen - 2003 nr. 7
| 19
te gaan wat voor problemen studenten aandragen en of
Foto: Luuk van der Lee
daarbij de morele dimensie van de praktijk geëxpliciteerd wordt. Henk Jochemsen: ‘Wij zijn daarin geïnteresseerd omdat naar ons idee integratie van kennis en attitude en ook morele vorming in belangrijke mate in de supervisie plaatsvinden.’ De studies van het lectoraat hebben een tijdpad van vier jaar. Momenteel worden de onderwerpen, de onderzoeksopzet en de vraagstelling geformuleerd en
BEZINNING OP WAARDEN EN DEUGDEN
worden contacten gelegd. Bij sommige onderzoeken
De doelstelling van het lectoraat Ethiek van de
nieuwe curriculum dat de opleidingen verpleegkunde in
uitvoeringsfase, waarbij ook studenten betrokken zijn.
Zorg bij de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) is het
Zwolle en Ede momenteel gezamenlijk ontwikkelen.
Als volgend jaar zomer de resultaten van het empirisch
worden ook beroepsbeoefenaars betrokken als ‘gastleden’ van de kenniskring. Komend studiejaar start de
bevorderen van morele vorming van (toekomstig)
onderzoek bekend zijn moeten die omgezet worden in
beroepsbeoefenaren in zorg en welzijn, in het bijzon-
Twee hoofdlijnen
onderwijsactiviteiten. Daarbij speelt de vorm van het
der verpleegkundigen en sociaal pedagogisch hulp-
De activiteiten van het lectoraat verlopen langs twee
onderwijs ook een belangrijke rol. ‘Er wordt gedacht
verleners. Lector is ethicus prof.dr. Henk
hoofdlijnen, vertelt Henk Jochemsen. ‘De hoofdlijn pro-
over een cursus zorgethiek die ook aangeboden kan
Jochemsen. Het Edese lectoraat werkt structureel
fessionele praktijk is gericht op bezinning op waarden
worden via e-learning’, vertelt Jochemsen. ‘We gaan
samen met de Driestar in Gouda en de Gereformeerde
die in de praktijk gestalte moeten krijgen en de deug-
momenteel na hoe we op dit gebied e-learning kunnen
Hogeschool te Zwolle, waar de lectoraten respectie-
den die daarvoor nodig zijn. Deugden zijn in deze
toepassen. Een andere uitwerking is een cursus voor
velijk Onderwijs en Identiteit en Social Work als
opvatting de vermogens om op een bepaalde manier
mensen die lid worden van een ethische commissie in
thema hebben. De drie lectoren hebben elk een half-
de praktijk uit te oefenen. Doel van onze studies is de
de patiëntenzorg. We willen die ontwikkelen omdat
tijds dienstverband. Elk lectoraat heeft een kennis-
formulering van een normatieve praktijkopvatting die
naar onze mening verpleegkundigen en SPH’ers* daar
kring waarin medewerkers van de drie opleidingen
we (toekomstige) beroepsbeoefenaars willen voorhou-
een goede rol kunnen spelen.’
in Ede, Zwolle en Gouda participeren; voor de kennis-
den. Overigens hopen we ook wat verder te komen op
De samenwerking met de onderwijs- en beroepsprak-
kring Ethiek van de Zorg zijn dat medewerkers uit de
het gebied van de spiritualiteit. Spiritualiteit grenst aan
tijk is een belangrijk gegeven. Jochemsen: ‘Vanaf het
vakgebieden verpleegkunde, ethiek, filosofie en
ethiek en heeft een verband met de deugdvorming en
begin zijn we de communicatie met de diverse afdelin-
onderwijskunde. De totale omvang van een kennis-
opstelling van beroepsbeoefenaars. Medewerkers van
gen van de onderwijsinstelling aangegaan om te voor-
kring is 0,9 fte, verdeeld over 6 à 7 mensen. Reden
de CHE en van het Lindeboom Instituut hebben hierover
komen dat we interessante zaken ontwikkelen die niet
voor Jochemsen om vooral bilateraal en in subgroepen
al gepubliceerd.’
passen in de opleiding of de inrichting van het curricu-
te werken, ‘want het is bijzonder moeilijk om de hele
‘In het kader van de onderwijskundige hoofdlijn bezin-
lum. We doen het met en voor elkaar en we hopen dat
kenniskring bij elkaar te krijgen’.
nen we ons op leren, kennis en vorming. Onderwijs is
de wisselwerking met de praktijk die er bij het onder-
Het lectoraat Ethiek van de Zorg is gericht op onder-
nooit alleen maar kennisoverdracht, maar ook vorming,
zoek is, maakt dat de producten aansluiten op de
zoek en studie waarin men zicht wil krijgen op morele
waarbij ook emotionele en ethische kanten van de per-
behoeften in de praktijk.’
vorming van studenten en beroepsbeoefenaars. Op
soon van de beroepsbeoefenaar aangesproken worden.’
Op 19 september a.s. vindt de openbare les van het
basis van dit onderzoek zal onderwijsinhoud op het
Het Edese lectoraat werkt in een onderzoeksproject
lectoraat Ethiek van de Zorg aan de Christelijke Hoge-
gebied van ethiek ontwikkeld worden. Daarbij zal ook
samen met het lectoraat van de Hogeschool van
school te Ede plaats. Het thema is zorgethiek als ver-
de Christelijke signatuur van de scholen vruchtbaar
Utrecht. Dat heeft betrekking op documentenanalyse
binding tussen techniek en praktijk.
worden gemaakt. Het lectoraat is ook betrokken bij het
van supervisie/methodische praktijkbegeleiding om na
* Sociaal Pedagogisch Hulpverleners
schappelijk Onderzoek (WHW) is ‘onderzoek’ in het hbo ongedefinieerd. De opstellers van het advies - de Onderwijsraad en de AWT - geven de voorkeur aan de term ‘ontwerp en ontwikkeling’: het ontwerpen en ontwikkelen van direct toepasbare kennisproducten, zoals fysieke producten, productieprocessen, adviesdiensten, methodieken, handleidingen en dergelijke. Van Bergen: ‘Het gaat niet om het ontwikkelen van fundamentele kennis - dat gebeurt in het wetenschappelijk onderwijs - maar om het
ontwikkelen van kennis in interactie met de praktijk. Er worden vragen geformuleerd, waar antwoorden bij gezocht moeten worden.’ In de praktijk gebeurt het overgrote deel van O&O door studenten in hun afstudeerfase. Het gaat daarbij voornamelijk om opdrachten van bedrijven en instellingen. De begeleiding door docenten kan een beperkte rol spelen of zeer intensief zijn, zodat een inspanningsof zelfs een resultaatverplichting wordt aangegaan. Door het begeleiden van afstudeeropdrachten komen docenten in aanraking
met de beroepspraktijk. Dit levert synergie op voor het primaire proces, het onderwijs.
20 |
Stichting Kennisontwikkeling hbo Op elke vijfduizend studenten kan een lector worden aangesteld. Kleine hogescholen hebben in ieder geval de zekerheid van een lector in deeltijd (50 procent). Toekenning van het geld is echter geen automatisme, maar vindt pas plaats na een positieve beoordeling van de aanvragen door Stichting Kennisontwikkeling hbo (SKOHBO).
TvZ | Tijdschrift voor Verpleegkundigen - 2003 nr. 7
Deze stichting is belast met de taak om de voorstellen van de hogescholen voor lectoraten en kenniskringen te beoordelen en te evalueren met het oog op de realisatie van de beoogde doelstellingen. Op 25 april jl. had SKOHBO ruim 180 lectoraten goedgekeurd, waarvoor hogescholen ondertussen ruim 100 lectoren hebben benoemd.2 Lectoraten worden voor vier jaar gefinancierd en na die periode geëvalueerd op hun werkzaamheid. Niet zeker is of de financiering voortgezet wordt. ‘Het zou kunnen zijn’, aldus Bart van Bergen, ‘dat de overheid de stimuli die van lectoraten uitgaan zo belangrijk vindt dat ze structureel gefinancierd worden. Maar als dat niet het geval is en de hogescholen hun lectoraten toch willen behouden, dan zullen ze het zo moeten organiseren dat de betrokken medewerkers zichzelf terugverdienen. Ik denk dat veel afhangt van de succesfactor: in hoeverre ben je erin geslaagd interne professionalisering en externe kennisontmoeting en implementatie van kennis te realiseren.’ ■ Nawoord
Dr. Karen Cox, verplegingswetenschapper, deelt
een zogenoemde joint appointment (dienstverband bij
het lectorschap aan de Fontys Hogeschool met
zowel de onderwijs- als de zorginstelling) in de praktijk
Dr. Angie Titchen, van oorsprong fysiotherapeut.
aangesteld worden als lecturer practitioner. Zij gaan
Ze hebben elk een halftijdse aanstelling. Thema
een voortrekkersrol vervullen bij de implementatie van
van het lectoraat is Implementatie en evaluatie
het evidence based werken en zullen ook als rolmodel
van Evidence Based Practice in verpleegkunde en
fungeren. Het is de bedoeling om bij de ndu’s studenten
fysiotherapie.
van de initiële en van de masteropleiding te betrekken. Verbetering van het onderwijs is een algemene doel-
Het onderzoek van het lectoraat is gericht op de imple-
stelling van de lectoraten. Bij het lectoraat aan de
mentatie en evaluatie van evidence based practice (EBP).
Fontys Hogeschool gebeurt dit door participatie van de
Karen Cox: ‘In onze opvatting van evidence beperken
kenniskring in de curriculumherziening van de HBO-V,
we ons niet tot de wetenschappelijke evidence die op
betrokkenheid bij de opleiding Master in Advanced
basis van randomised clinical trials (RCT’s) en systema-
Nursing Practice en het scholen van docenten in het
tic literature reviews tot stand komt. We gebruiken ook
onderwijzen van evidence based werken.
de evidence die in de praktijk - vaak impliciet - aanwezig
De kenniskring van het Eindhovense lectoraat bestaat
is, ervaringskennis dus. We proberen die in ons onder-
uit verpleegkundigen en fysiotherapeuten. Andere dis-
zoek boven tafel te krijgen en vervolgens te toetsen
ciplines, zoals bijvoorbeeld artsen en apothekers, zul-
om na te gaan of het de juiste kennis is om het be-
len naargelang de te implementeren thema’s betrokken
roepsmatig handelen te onderbouwen. Dat doen we
worden bij de activiteiten. Cox ziet ook perspectieven
met behulp van kwalitatief onderzoek. Dit concept
in gerichte samenwerking met andere lectoren. ‘Je zou
van EBP hebben we vertaald in practice development.
bijvoorbeeld samen met een of meer andere lectoraten
Practice development is een model van het Britse Royal
EBP kunnen bekijken vanuit een ethische invalshoek.’
College of Nursing (RCN), waar Angie aan verbonden
De aansluiting met het wetenschappelijk onderwijs is
is. In dit model worden drie elementen benadrukt als
voor Karen Cox een gegeven. Naast haar aanstelling
van belang zijnde voor implementatie: de sterkte van
als lector werkt ze een dag per week bij de Universiteit
de evidence; de geschiktheid van de context; de facili-
Maastricht. ‘Daar ga ik onderzoek doen naar practice
tering van de zorgverleners, onder meer in tijd en des-
development. Zo snijdt het mes aan twee kanten.’
Met dank aan dr. Joke Mintjes, lector Intensieve Zorg aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN).
EEN EIGEN OPVATTING VAN EVIDENCE
Noten 1 Zie het dossier actueel van TvZ nr. 12, 2002
kundigheidsbevordering. In het model is niet alleen het
2 Een algemeen overzicht van goedgekeurde lectoraten
implementeren, maar ook het evalueren een belangrijke
en overzichten per hogeschool en sector is te vinden
component.’
op de website van SKOHBO (SKO-HBO.nl).
Het ontwikkelen van de vakkennis zelf is niet ons hoofddoel, aldus Cox. ‘We richten ons vooral op imple-
Bronnen
mentatiemethoden voor onderbouwd verpleegkundig
• Hógeschool van Kennis. Kennisuitwisseling tussen
handelen. Die gaan we ondere andere toepassen in
beroepspraktijk en hogescholen. Advies van de Onder-
nursing development units (ndu’s) - speciaal voor dit
wijsraad en de Adviesraad voor het Wetenschaps- en
doel geëquipeerde verpleegafdelingen. Het maakt ons
Technologiebeleid (AWT), 16 juli 2001.
niet uit of het daarbij gaat over slaapproblemen of over
• HBO-raad
decubitus, het is vooral de manier waarop het handelen
• SKO-HBO.nl
onderbouwd wordt en het implementeren van het han-
• Toespraak drs. B. van Bergen bij gelegenheid van een
delen. Op het moment voeren we gesprekken met zorg-
lectorale rede aan de Faculteit Ge-zondheid, Gedrag
instellingen die belangstelling hebben voor het werken
en Maatschappij van de Hogeschool van Arnhem en
met een ndu.’
Nijmegen
Om de wisselwerking tussen opleiding en praktijk te
TvZ | Tijdschrift voor Verpleegkundigen - 2003 nr. 7
bevorderen zal een aantal docenten verpleegkunde via
| 21
Foto: Wim van den Oetelaar
• www.onderwijsraad.nl