iKraamafdeling Patiënteninformatie
FLESVOEDING
FLESVOEDING Wanneer je flesvoeding zal geven, kan je best volgende tips naleven. Het is de bedoeling dat je baby elke 4u zal eten. Wanneer het tijd is, laat je aan ons iets weten. (2u, 6u, 10u, 14u, 18u, 22u) Dan brengen wij het flesje naar jou De melk is niet heel warm, eerder lauw Slaapt je baby nu net heel goed? Dan ga je hem/haar toch wakker maken, dat moet. Op elk flesje duiden wij aan hoeveel je baby ongeveer zou moeten drinken. De ene baby drinkt steeds iets minder, de andere zal erin uitblinken. Het speentje houdt je met de gaatjes naar boven, zodat je baby zich niet moet uitsloven. Tijdens het voeden moet het speentje steeds vol melk zijn. Anders slikt je baby veel lucht in en dat is niet fijn. Halverwege zet je je baby goed rechtop en ga je even pauzeren. Waarschijnlijk ga je dan een boertje kunnen detecteren. Hierna ga je weer verder met eten geven waarbij je naar onze aanbevolen hoeveelheid zal streven. Wil je kindje niet drinken of lukt het niet goed? Dan bel je ons al na 10 minuten en geven wij extra tips over hoe je het best doet. Voor je je baby terug te slapen legt, houdt je hem/haar best nog eens even goed recht. Heb je nog vragen die je wil stellen, vergeet dan niet te bellen!
1. Flesvoeding
Leg je baby tegen je aan en neem voldoende tijd om het flesje te geven. Geef de melkvoeding altijd met veel liefde en geniet samen met uw baby van dit ontspannende eetmoment. Houd uw baby in een half zittende houding dicht tegen u aan en probeer altijd oogcontact met hem te houden. Zeker voor een pasgeborene is dit een houding die veiligheid en geborgenheid biedt en die uitnodigt tot drinken.
Probeer ook steeds afwisselend links en rechts te voeden. Dit is goed voor de motorische ontwikkeling van de baby. Schroef de dop met speen niet te hard aan. De melk moet uit de speen druppelen, maar niet lopen. Test dit even alvorens u de fles geeft. Houd de fles zodanig vast dat de speen gevuld is als ze in de mond van de baby komt, anders krijgt uw baby te veel lucht binnen. Prikkel baby’s mond met de zuigspeen en hij zal er zelf naar happen. Laat je kindje bepalen wanneer het zijn mondje opent om echt op het speentje te gaan zuigen. Je hoeft de baby niet te dwingen om te drinken. Respecteer wat de baby aangeeft. Uw baby drinkt goed wanneer u luchtbelletjes in de fles ziet komen telkens als het op de speen zuigt. Wanneer je merkt dat de speen wordt plat gezogen, schroef dan de dop met de speen wat losser. Leg de fles nooit in het bedje of in de wieg, zodat uw baby er voortdurend van kan drinken. Dit is niet goed voor de toekomstige tanden en bovendien bestaat het gevaar dat uw baby zich verslikt. Zorg ervoor dat er minstens 2.5uur tussen twee voedingen zit. Na enkele weken zult u het onderscheid kunnen maken tussen huilen van de honger of huilen omwille van een andere reden. Zodra vaste voeding door je baby wordt ingenomen (tussen 4 en 6 maanden), vervangt elke vaste voeding 1 flesvoeding.
2. Verschillende soorten babymelkvoeding
Alle voedingen zijn ontwikkeld volgens de meest recente wetenschappelijke inzichten. Ze moeten voldoen aan bepaalde normen, vastgelegd door verschillende Europese Commissies van kinderartsen, voedingsspecialisten en de Europese en Belgische wetgeving betreffende melkvoeding voor zuigelingen. De startvoedingen zijn aangepast aan gezonde baby’s vanaf de geboorte tot de leeftijd van 6 maanden, terwijl de opvolgmelkvoedingen geschikt zijn voor baby’s vanaf de leeftijd van 6 maanden. Sommige baby’s verdragen geen gewone start- of opvolgmelkvoedingen. Voor deze baby’s zijn er aangepaste voedingen, deze worden voorgesteld door de kinderarts.
3. Bereidingswijze
Werk steeds zo hygiënisch mogelijk. Was uw handen voor de bereiding van het flesje. Giet de nodige hoeveelheid mineraalarm flessenwater in een gesteriliseerde zuigfles. Het opwarmen van het water kan ‘au bain-marie’, in een flessenwarmer of in de magnetronoven gebeuren. Voeg vervolgens het aanbevolen aantal afgestreken maatschepjes toe. 1 maatschepje per 30ml water. Vervolgens sluit je de zuigfles. Eerst rol je de fles tussen beide handpalmen, nadien nog flink schudden gedurende minimum 15 seconden tot volledige oplossing. Sluit de zuigfles niet met de speen.
Neem het dekseltje er weer af. Zet de speen en de ring op de fles.
De temperatuur controleer je door wat melk op je eigen pols te laten druppelen zonder huidcontact met de speen te maken.
De zuigfles is klaar voor gebruik!
4. Tips voor een goede hygiëne
Was steeds uw handen alvorens de zuigfles te bereiden. Gebruik enkel zeer zuiver materiaal. Gebruik flessenwater met een label “geschikt voor babyvoeding”. Maak maar 1 flesje per keer klaar en geef dit onmiddellijk. Bewaar nooit de restjes van de melk. Zorg ervoor dat er niet te veel poeder in de oplossing zit. Het poeder niet indrukken en de maatjes mooi afstrijken.
Bewaar de maatlepel op een droge en propere plaats. Sluit steeds de doos hermetisch na ieder gebruik en bewaar op een droge en koele plaats. De inhoud van de doos moet je binnen 3 weken na opening gebruiken.
5. Voedingsschema
Basisverhouding water-poeder: 30ml water + 1 maatje
15ml water + ½ maatje
Lichaamsgewicht/ leeftijd
Aantal Hoeveelheid Aantal Hoeveelheid voedingen water in ml maatschepjes melk per fles in ml
<3kg, eerste dagen vanaf 3kg, 10 dagen vanaf 4kg, 2-4 weken vanaf 5kg, 1-2 maanden vanaf 6kg, 2-4 maanden vanaf 7kg
6 tot 8
15 tot 45 ml
+ 0,5 tot 1,5
= 20 tot 50 ml
6 tot 7
90 ml
+ 3 schepjes
= 100 ml
6
120 ml
+ 4 schepjes
= 135 ml
5 tot 6
135 tot 150 ml 150 tot 180 ml 210 ml
+ 4,5 tot 5 schepjes + 5 tot 6 schepjes + 7 schepjes
= 150 tot 170 ml = 170 tot 200 ml = 240 ml
5 5
Er zijn individuele verschillen in de voeding. Het belangrijkste is dat een baby goed bijkomt. Dit kan op een gewichtscurve worden nagegaan. Wij stellen een bepaalde hoeveelheid voeding voor. Drinkt uw kind minder, maar komt het goed bij, dan is er geen enkele reden tot bezorgdheid. Is de baby nog hongerig na het beëindigen van de fles, dan kan de hoeveelheid voeding aan zijn hongergevoel worden aangepast. Respecteer wel steeds de juiste verhouding van 1 maatlepeltje poeder per 30 ml water.
6. Hoe lang duurt een flesvoeding?
Gemiddeld duurt het geven van een flesje niet langer dan 20 minuten. Na 20 minuten worden baby’s moe en vlot het niet meer zo goed. Is het flesje na 30 minuten niet leeg, dan heeft uw baby waarschijnlijk genoeg gedronken. Oorzaken wanneer uw baby traag of slecht drinkt De speen heeft een te klein debiet Uw kindje slikt veel lucht Slaperigheid Allergie voor koemelkeiwit, … Wanneer de flesvoeding langer dan 30 minuten duurt, praat er dan over met een kinderarts en de regioverpleegkundige van Kind en Gezin.
7. Boeren na de flesvoeding
Een boertje is een oprisping van lucht. U merkt heel goed wanneer het opkomt. Het is niet nodig om tijdens de voeding even te stoppen om het kind te laten boeren. Meestal komt het boertje vanzelf na het flesje.
Leg het best een slabbetje of doekje op uw schouder en til uw baby op, net boven uw schouder uit. Soms komt er een beetje melk mee, maar dat is normaal. De maagingang van een baby sluit nog niet goed, zodat er gemakkelijk voeding terugkeert. Het is ook mogelijk dat uw baby te gulzig was of te veel heeft gedronken. Na 1 of soms 2 boertjes kunt u uw baby op zijn rug in zijn bedje leggen. Wanneer uw baby rustig heeft gedronken en u hem de tijd hebt gegeven om te boeren, hoeft u niet ongerust te zijn als hij niet boert.
8. Reinigen en steriliseren
Na gebruik de flessen, ringen en de speentjes goed afspoelen met behulp van een flessenborstel, warm water en een zacht detergent. Zo worden alle melkresten verwijderd. Deze melkresten kunnen immers een bron zijn voor bacteriën en zo voor voedselvergiftiging zorgen. Vervolgens steriliseren. Dit kan gebeuren ofwel door een sterilisator (eventueel in microgolfoven) ofwel door de flessen in een grote kookpan met water gedurende 10 minuten te laten koken. Spenen enkel de laatste 3 minuten toevoegen. Voeg wat azijn aan het water toe indien dit erg kalkrijk is, zo vermijdt u witte aanslag van kalk op de flessen. U steriliseert best elke dag tot uw baby 6 maanden is, daarna nog 1 keer per week. Bij vragen, neem gerust contact met ons op! De kraamafdeling - Te bereiken op het nummer 03 380 22 50
Algemeen Ziekenhuis Sint-Jozef Oude Liersebaan 4 2390 MALLE Tel. 03 380 20 11 Fax 03 380 28 90
[email protected] www.azsintjozef-malle.be Het AZ Sint-Jozef maakt deel uit van de groep Emmaüs
Opdrachtgever: Marijke Heymans Verantwoordelijke uitgever: algemeen directeur 2015-07-17