Informatie over het geven van flesvoeding
Patiënteninformatie Informatie over het geven van flesvoeding
Inhoudsopgave: 1 Inleiding 2 Benodigdheden 3 Klaarmaken voeding 4 Hoeveelheid voeding 5 Voedingsschema 6 Verwarmen 7 Geven van de fles 8 Aandachtspunten 9 Schoonmaken van de fles 10 Stuwing 11 Vragen 12 Telefoonnummers
1 inleiding U hebt besloten om flesvoeding aan uw baby te gaan geven. In deze folder vindt u in het kort informatie hierover. Als er geen bijzonderheden zijn dan wordt er gekozen voor een ‘standaard’ zuigelingenvoeding, geschikt voor baby’s van nul tot zes maanden. Er is geen voorkeur voor een bepaald merk zuigelingenvoeding. Wanneer er in de eerste lijn van de familie (ouders/broertjes/zusjes) allergische aandoeningen voorkomen is het raadzaam om u te laten voorlichten over hypo-allergene voeding. Allergische reacties bij baby’s worden met name veroorzaakt door het eiwit in de voeding. Bij hypoallergene voeding zijn deze eiwitten als het ware kleiner gemaakt waardoor allergische reacties verminderd kunnen worden. 2 Wat hebt u nodig voor het geven van flesvoeding Minimaal 2 flessen met een wijde hals, zodat schoonmaken geen probleem is. Alle soorten flessen voldoen. Minimaal 2 spenen voor een pasgeboren baby. Spenen zijn er in allerlei
soorten en maten. Belangrijk is dat de speen stevig en goed van lengte is. Als de speen te kort is dan kan de baby er niet goed aan zuigen. Als de speen te lang is dan kan de baby gaan kokhalzen. Als de fles op zijn kop gehouden wordt, dan moet de melk er druppelsgewijs uitlopen en niet in een straaltje. Speciale borstel of flessenrager. Flessenwarmer of magnetron. Pan om flessen of spenen uit te koken of een speciale sterilisator voor in de magnetron. Blik of pak voeding naar eigen keuze. 3 Het klaarmaken van de fles Was de handen. Zorg voor een schoon werkoppervlak en schoon materiaal. Maak de voeding klaar zoals op de verpakking staat. Voeg de juiste hoeveelheid melkpoeder toe. Elke voeding kort voor gebruik klaarmaken heeft de voorkeur zodat de kans op besmetting met bepaalde ziekteverwekkers klein is.
U kunt gewoon kraanwater gebruiken. Indien u warm water nodig heeft, dan kunt u warm kraanwater gebruiken of koud water opwarmen. Opwarmen kan au bain marie (een flesje in een pan met heet water) of via de magnetron of flessenwarmer. 4 Hoeveelheid voeding Ook bij kunstvoeding worden de voedingstijden en de hoeveelheid voeding afgestemd op de behoefte van de baby. Het is belangrijk dat de baby zijn eigen voedingsritme kan bepalen. Dat kan door hem voeding aan te bieden op het moment dat hij daar om vraagt. In de kraamperiode wordt de hoeveelheid kunstvoeding die de baby krijgt geleidelijk opgebouwd. De meeste pasgeborenen vragen iedere 2 à 3 uur om voeding. De eerste dag krijgt de baby 10 ml per voeding. De daarop volgende dagen steeds 10 ml extra per voeding. 5 Voedingschema Normaal gewicht: Dag 1: 10 ml Dag 2: 20 ml Dag 3: 30 ml Normaal gewicht: Per dag 10 ml erbij.
Boven 4000 gram: Dag 1: 15 ml Dag 2: 30 ml Dag 3: 45 ml Boven 4000 gram: Per dag 15ml erbij. Dit gaat door tot de achtste dag. Daarna wordt de hoeveelheid bepaald aan de hand van het gewicht van de baby en krijgt u voedingsadviezen van de verpleegkundige van het consultatiebureau. 6 Verwarmen van de fles De voeding kan au bain marie, in een flessenwarmer of in een magnetron opgewarmd worden. Laat de voeding niet te heet worden en nooit koken. Let erop dat bij een magnetron de buitenkant van de fles koud kan aanvoelen, terwijl de inhoud al warm is. Een flesje uit de magnetron moet daarom altijd even rustig geschud worden om de warmte van de melk goed te verdelen. Een flessenwarmer is er niet voor om de voeding op temperatuur te houden, alleen maar om voeding op te warmen. Controleer altijd voordat u de fles geeft of de voeding niet te heet is. Dit doet u
door een druppel voeding op de binnenkant van uw pols te laten vallen. Dit mag niet te warm aanvoelen. 7 Het geven van de fles Als u uw baby de fles geeft, kunt u op de volgende punten letten: Zorg dat u ontspannen in een lekkere stoel zit of in bed ligt. Zorg voor voldoende rust om u heen. Leg een spuugdoekje onder de kin van uw baby en raak de lippen van uw baby aan zodat hij zijn mondje opent. Doe de speen, die u eerst vol met melk hebt laten lopen, in zijn mondje en houdt de fles zo vast dat de baby geen lucht binnen krijgt. Desondanks kan uw baby lucht meedrinken. Houd uw baby na het voeden rechtop om te kijken of er een boertje komt. Het geven van een volledige voeding duurt gemiddeld 20 minuten. Dit geldt dus niet voor de eerste paar dagen waar de baby begint met kleine hoeveelheden en dit langzaam opbouwt. Gaat het veel sneller of langzamer controleer dan
het gat in de speen en ook hoe strak de speen op de fles gedraaid zit. Houdt er rekening mee dat niet alle baby’s even snel drinken en ook dat een baby de ene keer meer wil drinken dan een andere keer. Voed uw baby zo vaak mogelijk zelf. Dit is zeker in het begin belangrijk, zodat u uw baby goed leert kennen en u leert inspelen op de behoefte van uw baby. Wissel regelmatig van arm met voeden. Dus een voeding op de linkerarm en de volgende voeding op de rechterarm. Dit voorkomt dat de baby een voorkeursarm krijgt en de baby wordt gestimuleerd om zijn hoofdje zowel naar links als naar rechts te draaien. 8 Aandachtspunten Eenmaal warmgemaakte voeding mag niet voor de tweede keer opgewarmd worden. Klaargemaakte voeding is buiten de koelkast twee uur houdbaar. Let op de houdbaarheid van het blik of pak. Na openen is de poeder maximaal 4 weken houdbaar. Bewaar het geopende pak of blik op
een koele en donkere plaats, niet in de koelkast. 9 Schoonmaken van de fles en speen Maak na elke voeding de fles en speen goed schoon met een heet sopje en een speciale borstel of rager. Droog de fles en speen goed af en bewaar ze op een schone, droge plek. Kook de fles en speen elke dag gedurende drie minuten uit in een pan kokend water of een sterilisator voor in de magnetron. Controleer de flessen en spenen regelmatig. Plastic flessen die haarscheurtjes of barsten vertonen, moeten vervangen worden. Spenen zijn na 6 weken versleten en moeten dan vervangen worden. 10 Stuwing Ook moeders die flesvoeding geven kunnen stuwing krijgen. Dit gebeurt onder invloed van hormonen, waardoor de melkproductie op gang komt. Hierdoor kan de eerste dagen na de bevalling stuwing ontstaan en kunnen de borsten gaan lekken, omdat ze niet geleegd worden. Wat kunt u er tegen doen:
Zorg dat u een goed ondersteunende beha draagt zonder beugels. Draag de beha dag en nacht. Een koel kompres kan eventueel de pijn verlichten. Lekken de borsten dan kunt u zoogkompressen gebruiken. Ga in ieder geval niet afkolven, want dat stimuleert juist de melkproductie en dat is het laatste wat u wilt. De stuwing zal met een paar dagen minder worden. Als de stuwing erg veel pijn doet, of na een paar dagen niet minder wordt, overleg dan met de kraamverzorgende, verloskundige of de lactatiekundige. 11 Vragen Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, dan kunt u deze stellen aan de lactatiekundige of verpleegkundige van de afdeling Verloskunde. Als u weer thuis bent en u heeft nog vragen dan kunt u terecht bij uw kraamverzorgster of verloskundige of contact opnemen met het consultatiebureau.
12 Telefoonnummers Afdeling Verloskunde: 0320-271345 Lactatiekundige Nicolette de Jager: 06-48139903
MC Zuiderzee Ziekenhuisweg 100
8233 AA Lelystad (0320) 271 911 www.mczuiderzee.com
MC Emmeloord Urkerweg 1 8303 BX Emmeloord (0527) 63 76 37 www.mcemmeloord.com
MC Dronten Het Zwarte Water 77
8253 PD Dronten (0320) 271 911 www.mcdronten.com
Polikliniek Urk Gezondheidscentrum Het Dok Vlechttuinen 1 8322 BA Urk