IK WIL VAN JE LEREN " De innerlijke zoektocht naar mezelf " bladzijden Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Hoofdstuk 10 Hoofdstuk 11 Hoofdstuk 12 Literatuurlijst
de aanrijding de gezinssituatie pseudo-vaders werk zelf vader worden seksualiteit en intimiteit spiritualiteit en therapie de geschiedenis herhaalt zich mijn wereld tussen primaire en secundaire traumatiek wie voedt wie nu op ? innerlijke cirkels en het medicijnwiel totemdieren
ACHTERFLAP De lezer krijgt helder waar de schrijver door het opdoen van alledaagse ervaringen onbewust wordt getriggerd door het gemis van zijn biologische vader vanaf zijn 3e jaar. Het is een boek geschreven voor mensen die op vroege leeftijd één of allebei hun ouders hebben verloren en hoe die belangrijke gebeurtenis via dagelijkse zaken een rol is blijven spelen. Het is ook geschreven voor mensen waarvan hun ouders zijn gescheiden of mensen die te maken hebben met adoptiekinderen. Het geeft een bredere kijk op de effecten van het verliezen en missen van een dierbare ouder en geeft praktische handreikingen voor de overgebleven ouder en de hulp die zij kunnen bieden aan het kind. Het is ook een boek voor psychologen en therapeuten die nog beter kunnen herkennen en door vragen op dagelijkse gebeurtenissen waarin voor cliënten een primair dan wel een secundair trauma zich voordoet en vooral de wereld die zich daartussen ontwikkelt. Vanuit de beperkingen van taal heeft de schrijver getracht om verbindingen te maken van situaties die, veelal in de onderstroom, het gemis van zijn vader beschrijven. BINNENFLAP Coen Sprenger is geboren in 1956 te Amsterdam. Hij heeft 1 dochter en is woonachtig in een klein schilderachtig dorpje in Noord-Holland. Getrouwd met Trudy van Batenburg die uit haar eerdere relatie 3 dochters in de relatie brengt. Hij is politieman geweest, teammanager, reïncarnatietherapeut, trainer en adviseur maar ook volleyballer, duiker en reiziger over moeder aarde.
DE AANRIJDING Het is juni 1959. Mijn vader rijdt als bestuurder in de buurt van Darmstadt in Duitsland met zijn zwager in een grote Amerikaanse Ford Mercury over de autobahn. Hij heeft net zijn vrouw weggebracht naar een sanatorium in Badenweiler en ze zijn nu op de terugweg naar Nederland. Ze hebben gesprekken over de brommende 8 cilinder en het geweldige comfort, de grote bank voorin. Het avontuur ligt als het ware voor hen. Samen plannen maken over de toekomst. Ze hebben net een behoorlijke lunch achter de kiezen met alles erop en eraan. De gespreksonderwerpen variëren van de gezondheidssituatie van mijn moeder tot het mogelijk compagnon worden bij een scheepsmachinefabriek in Lobith. Dan ineens voelen ze vanuit het midden achterin de auto een grote klap. De auto begint direct te slingeren. Met een snelheid van 145 mijl per uur in een dergelijke zware auto is het onmogelijk om hem op de weg te houden. Mijn vader begint te remmen en tegen te sturen maar de vangrail komt snel dichterbij. ‘Ik hou hem niet!’, schreeuwt hij tegen mijn oom. Na enkele seconden klapt de auto met de linkerzijde tegen een witte paal, slaat over de kop, maakt een schuiver van 45 meter en komt tegen de vangrail tot stilstand. Die seconden lijken voor mijn vader en zijn zwager wel uren. In een flits trekt het leven van mijn vader aan zich voorbij. Een gezin met 3 jonge kinderen, zijn vrouw, zijn passie als organist van de kerk, zijn werk en zijn ouders, broers en zusters. Dan de stilte, de enorme stilte van het hier en nu. Mijn oom is gewond aan benen en borst maar kan ademen. Hij ligt tussen het dashboard en de brede bank van de Amerikaan. Hij is bewusteloos. Mijn vader is er beroerder aan toe, uit beide oren stroomt bloed, zijn schouder verbrijzeld, een inklapte linkerlong en hij is bewusteloos. Politie en ambulance, een helikopter. Een arts besluit om eerst mijn oom te vervoeren naar het ziekenhuis. Hij lijkt er wat minder slecht aan toe. Dan wordt mijn vader naar het ziekenhuis gebracht. Zijn ouders, zijn vrouw en alle broers en zusters komen vanuit Nederland naar Darmstadt. Met een schedelbasisfractuur en vele inwendige verwondingen vecht hij tien dagen lang voor zijn leven. Het is een ongelijke strijd. Mijn moeder raakt uitgeput van het waken en de onzekerheid. Een van zijn laatste zinnen die hij uitspreekt is: ‘zorg dat mijn lichaam en mijn schoenen weer in Amsterdam komen.’ Het avontuur en de vrijheid was zo prominent en toch ook gebonden. Vierhonderd negentig kilometer noordelijker, in Amsterdam, speelt een klein jongetje met soldaatjes en indiaantjes. Hij is aan het logeren bij buren. Hem is verteld dat mama naar een ziekenhuis toe moet en dat papa morgen weer thuis komt. De grote held in zijn spel tussen soldaatjes en indianen komt door een schot in zijn hoofd om het leven. Met een plof valt zijn held op het tapijt en het kleine jongetje begint spontaan te huilen. Een schok in het kleine lijfje. Zijn held is dood. Hij kijkt om zich heen. Er is niemand die het ziet. Het wordt stil, heel stil in hem. Dan gaat hij gaat weer verder met zijn spel, zijn held ligt aan de linkerkant van zijn speelterrein, dood. Het leven van dat kleine jongetje verandert zonder dat hij er bewust weet van heeft. Het omvallen van zijn held, de autoriteit van het jongetje, komt als een slang in zijn bewustzijn gekropen.
Er vliegen twee zwanen over het dak van de woning. Het krachtige slaan van de vleugels is hoorbaar. De zwanen vliegen naar het noorden. Het jongetje heeft het niet in de gaten.
Een gedicht over kind zijn Als een kind wordt opgevoed vanuit kritiek en oordelen dan gaat het denken vanuit veroordeling en afkeuring. Als een kind wordt opgevoed in vijandigheid dan gaat het denken vanuit strijd. Als een kind wordt opgevoed zonder begrip zal het zichzelf en de ander niet begrijpen. Als een kind geen kind mag zijn zal het later alleen maar volwassen kunnen zijn. Als een kind wordt opgevoed vanuit geborgenheid en aanmoediging dan leert het zichzelf en de ander te vertrouwen. Als een kind leeft met eerlijkheid en respect dan weet het om te gaan met rechtvaardigheid. Als een kind leeft vanuit liefde en een positief zelfbeeld dan leert het van zich zelf te houden. Als een kind leert leven met tolerantie dan leert het om geduldig te zijn. Als een kind wordt opgevoed met vriendschap en vrede dat leert het te houden van de wereld. GEZINSSITUATIE
En Toen Het leven op moeder aarde ging door alsof er niets was veranderd. Maar alles was veranderd. Toen mijn vader stierf, verloor ik mijn moeder ook. Ze kwam alleen te staan in de opvoeding van drie jonge kinderen. Hoe zou ze omgaan met het verlies van mijn vader? Mijn moeder was op dat moment al heel lang bezig met haar gezondheid en met de onverwerkte trauma’s uit haar vroege jeugd. Alleen al om 3 jonge kinderen op te moeten voeden was een grote opgave voor haar. En toen dit…… Het zou in ons gezin allemaal heel anders gaan lopen. Ik begreep niets van het drama dat had plaatsgevonden. Ik werd niet betrokken in het omgaan met de dood van mijn vader. Ik mocht niet mee naar de begrafenis. Ik heb het lichaam van mijn vader nooit meer gezien. Zo jong nog was ik verbonden met deze wereld maar tegelijkertijd ook met, ik noem het maar de andere wereld, mijn magische wereld. Ik was nog maar net opnieuw geïncarneerd. Alleen dat kun je niet uitleggen als driejarig jongetje. Hoe werd er binnen het gezin omgegaan met het overlijden van mijn vader? Iedere zondag gingen we twee maal naar de kerk. Zo werden we wel herinnerd aan de andere organist die speelde waar eigenlijk mijn vader had zullen spelen. Iedere week naar het graf van mijn vader op de Oosterbegraafplaats in Amsterdam. Ik herinner me die vreselijke tramtochten er naar toe nog erg goed. De talloze foto's overal in huis. Op mijn slaapkamer een foto van mijn vader waar ik op zijn schouder zit in het bos. Onder de foto de tekst "al scheurde 't kruis uw schouder, al doofde het laatste licht, de trooster en behouder staat voor uw aangezicht". Ik heb gekozen voor deze foto als omslag van dit boek, echter zonder de tekst. Die foto staat nog steeds in een kast in de woonkamer waarin ik alle belangrijke zaken bewaar die ik verzamel op mijn reizen. Hij is beschadigd. Maar ook mijn moeder die ervoor koos om geen andere relatie toe te staan. Of op bijzondere momenten herinnerd te blijven aan het overlijden van papa. Zo kreeg ik op mijn 14e verjaardag de bewaarde fiets van mijn vader in plaats van een gave
moderne nieuwe fiets met kleuren en een derailleur. Als puber zat ik niet echt op zo'n fiets te wachten, als 53 jarige zou dat moment wel even anders zijn. En dan het Sinterklaasfeest. Dat werd altijd groots gevierd: we kregen allemaal 7 pakjes. Dat had papa zo bedacht. Het was het in ere houden van mijn vader, van zijn denkbeelden. Dat waren wel de heel goede zaken die we zeker als kind in ere wilden houden. Maar ook vierentwintig juni elk jaar opnieuw. Dat was de sterfdag van mijn vader. Het was min of meer de verwachting, mijn plicht om deze dag te herdenken en te gedenken en vanuit mijn optiek de secundaire traumatiek te blijven voeden. En wee mijn gebeente als ik daar geen aandacht aan schonk. Mijn moeder sprak dan dagen niet tegen me. Het schuldgevoel kwam op deze wijze in mijn systeem gekropen. Mijn moeder, maar ook buren, familie en de rest van het gezin heeft het overlijden van mijn vader ervaren en levenslang vastgehouden als een trauma. Iedereen had natuurlijk een ander verloop gedacht en gehoopt. Vervolgens hield iedereen die hierbij betrokken was op deze wijze de gebeurtenis in leven en hebben zij deze gebeurtenis niet verwerkt. Op deze wijze is er een beperkende overtuiging over henzelf, het proces maar ook over de samenleving binnen geslopen. Hoe dat voor alle betrokkenen op individueel niveau gebeurde is afhankelijk geweest van ieders ervaringen uit andere levens. Iedere ziel heeft vanuit het reïncarnatieaspect bekeken een unieke manier van reageren maar ook eigen lessen te leren. Het bijzondere is dat die steun van al die mensen nog veel oplevert: aandacht, geldelijke ondersteuning. Wat echter ook gebeurt is een overdracht van hun eigen traumatiek door al de mensen die het zo goed bedoelden toen ze op bezoek kwamen. Bij ons in het gezin was het zo dat er fysiek eigenlijk altijd wel iemand op bezoek was. Maandag kwam een zus van mijn vader, dinsdag een tante, woensdag de ouders van mijn vader en donderdag en vrijdag buren, en zondag de oom waar mijn vader de aanrijding mee had gehad. Dit week in week uit, jaar in jaar uit. Deze aandacht van de familie heeft ook zo zijn effect op mij gehad. Ik werd naar bed gebracht door de jongste broer van mijn vader. Hij nam mij dan op zijn nek en we maakten lol. Het was net alsof hij snapte wat mijn gedachten waren als klein mannetje. Hij speelde en dolde met me en probeerde op zijn manier de rol van zijn oudste broer enigszins in te vullen. Ik was 16 jaar toen ik nog in Amsterdam woonde en de telefoon ging. Ik nam op met; "U spreekt met Jan Sprenger" Dit was de voornaam van mijn vader. Het was mijn oudste zuster die ik aan de lijn had en die reageerde direct met de opmerking "Coen dit kun je echt niet maken". Dit was een van de eerste momenten dat ik onbewust het gemis van mijn vader naar buiten bracht. De liefde, boosheid, frustratie die ik in me heb moest naar buiten maar mocht zich van mezelf niet een weg vinden. Wist ik veel hoe ik dat moest doen. Ik heb nooit een vader gehad die mij de voorbeelden gaf en van wie ik op een natuurlijke wijze kon leren. Het bleek letterlijk de opgave te worden in mijn leven. Het spiegelen van allerlei mannen van de partner van mijn oudste zus, onderwijzers, vaders van vriendjes, politiemannen, therapeuten, leidinggevenden over mijn innerlijke man beleving. Het gemis van de biologische vader die je innerlijke man stuk moet voeden. Het bracht me uiteindelijk uit evenwicht zonder dat ik me dat besefte. Mijn innerlijke man en vrouw waren binnen mijzelf niet in balans. Als zo'n belangrijk persoon in een gezin wegvalt dan komt er een periode van rouwen voor iedereen maar vooral voor een ieder op eigen wijze. Mijn twee zussen hebben dat
vanuit hun eigen ontwikkelingsfase gedaan en ten opzichte van hun eigen relatie tot onze moeder. Dat zijn fasen van doorwerking en verwerking waarover Elisabeth Kübler-Ross zo bijzonder heeft geschreven. Zij noemt sterven het laatste stadium van innerlijke groei. Als je over haar en over haar de denkbeelden leest zijn dat krachtbronnen voor mensen die op sterven liggen maar ook voor de nabestaanden. Is het niet een prachtige gedachte dat sterven de laatste fase is waarin je kunt groeien als ziel en nog verbonden bent met een lichaam? Vanuit het leven op aarde gezien was het sterven van een dierbare een enorm verlies. Maar datgene wat wij de dood noemen is vanuit de andere wereld gezien juist leven. Het is de kunst om op een andere wijze te kijken naar dood en leven, van sterven en geboren worden. Het is echter essentieel hoe daar mee wordt omgegaan door de andere ouder, de familie, de kerk, de samenleving. Ik heb het dan over het leven op deze aarde en het leven aan de andere kant, wat mensen hier als doodgaan ervaren. Wanneer je sterft zijn zielen aan de andere kant net zo blij om hen daar weer te ontmoeten zoals dat wij dat zijn op deze aarde wanneer zielen weer geboren worden. Wanneer je op heel jonge leeftijd innerlijk weet hebt van reïncarnatie, dan is dat een extra opgave in een zeer christelijk gezin waarin dit onbekend en onbespreekbaar was. Ook de omgeving stond hier niet voor open, de kerk heeft hier een zeer belangrijke rol in gespeeld. Toen ik laatst mijn bejaarde moeder in het bejaardentehuis bezocht en ik haar de vraag stelde wat ze in haar leven anders zou doen reageerde ze voor mij zo helend; "kind, al die lieve mensen die ons gezin zoveel troost hebben gebracht, al die goede bedoelingen en al die materiële ondersteuning. Ik ben ze nog zo dankbaar, maar ik zou dat nu nooit meer toestaan, ik ben nooit echt toegekomen aan het werkelijke rouwen om papa". Het was 24 juni 2009 en de 50e sterfdag van mijn vader. Ik had samen met mijn oudste zus het initiatief genomen om met de broers en zus van mijn vader samen met mijn moeder het op een andere wijze vorm te gaan geven. Mijn andere zuster kon het niet opbrengen om te komen ondanks dat ze het een prima initiatief vond. We versierden de kamer in het bejaardentehuis, een foto van mijn vader, wat wierook, bloemen en gedichten. Het werd een geweldig samenzijn waarin het juist niet alleen maar over mijn vader ging. Maar mijn moeder bleef maar huilen. Totdat ik mijn tante uiteindelijk hoorde zeggen, ‘Hinke, nu moet je ophouden met huilen’. Wat een geschenk was dat voor mij. Deze tante had kort geleden haar man ook verloren. Wat een kracht. Eindelijk iemand die durfde op te treden. Het effect op mijn moeder was dat ze ophield met huilen en dat verdriet kwam die ochtend ook niet meer terug. Ik heb het nooit gedurfd om dat soort opmerkingen te maken. Het is een bijzondere ochtend geworden. We hebben toen veel meer een verbinding kunnen maken met de andere wereld waardoor ik vorm heb kunnen geven aan datgene wat het kleine jongetje toen niet heeft kunnen doen. De volgende dag had ik een afspraak met een collega in Amsterdam. Na het eten maakten we een wandeling door de binnenstad, de grachten waren mooi verlicht. Toen werd mijn aandacht getrokken naar een tekst op het raam van een stoffig winkeltje. Het bleek de winkel van een handelaar in lompen. Het papier was vergeeld, het plakband liet op de hoeken wat los. De tekst gaat over de gedachten van een kind over zijn vader. 0 5 12 15 20 40
– 5 jaar mijn papa is de allergoeiste – 12 jaar mijn papa is leuk om mee te stoeien, ik leer veel van hem – 15 jaar die ouwe van mij, niets mee te beginnen, hij is ouderwets – 20 jaar ik heb hem niet nodig, ik vraag het wel aan mijn vrienden – 30 jaar die ouwe die is niet gek, maar ----------jaar toch eens aan hem vragen wat hij ervan vindt
50 60 70 80
jaar jaar jaar jaar
mijn vader je staat er versteld van hoe verstandig hij kan praten die oude heer ik neem hem mee uit eten en we praten wat als ik wat aan hem vraag dan is hij soms niet meer zo scherp had ik mijn vader nog maar, ik lijk steeds meer op hem.
Het magische kind Van alle ervaringen die we als kind gehad hebben blijft op de een of andere wijze daar iets van hangen in het bewustzijn. Al die ervaringen hebben we geïnternaliseerd en we vereenzelvigen en kopiëren dat gedrag zonder dat we ons daar zelf bewust van zijn. Men verinnerlijkt als het ware deze interactiepatronen waardoor de problemen zich later, als men al volwassen is, zich voortzetten in relaties met anderen. Het magische kind ontwikkelt zich in de eerste 5 tot 6 jaren. Als in die tijd nu juist traumatische ervaringen plaatsvinden kan een kind zich helemaal terugtrekken of zich juist gaan afzetten tegen zijn eigen magie. Met magie bedoel ik onzichtbare krachten, momenten van betovering, geroerd worden door muziek, natuur, sport of vriendschappen. Het is nu juist de bedoeling dat de magische wereld zich verbindt met de werkelijke wereld zodat het kind later als volwassene zich kan blijven verwonderen. Als er zich een nieuwe situatie voordoet in je leven is degene die zich het beste aanpast aan die nieuwe fase, degene die overleeft. Mijns inziens gaat het vooral om leven, niet om overleven. Een magisch kind denkt van binnen naar buiten. Zeker voor een kind is het nagenoeg onmogelijk om de buitenwereld te veranderen waardoor het vervolgens met zichzelf, met zijn magische kindstuk in de knoei komt. Het kind zal zich moeten gaan aanpassen van buiten naar binnen toe waardoor het magische gevoel van een kind belast wordt. Als het kind zich niet aanpast zijn conflicten zowel extern naar anderen als intern hier het logische gevolg van. Een kind gelooft namelijk in zijn of haar magische wereld en handelt en reageert daar vanuit. Communicatie is dan het middel om enigszins orde te scheppen in de verwarde gevoelens en gedachten. Als dan de overgebleven ouder vanuit macht of onmacht bijvoorbeeld dagenlang niet spreekt met een kind is een secundair trauma hiervan het logische gevolg. Mijn magische wereld werd onder andere op deze wijze beschadigd in mijn jeugd. Ik heb deze echter zeker weer opnieuw in mijzelf kunnen ontdekken, bijvoorbeeld door te gaan dansen heb ik mijn magische wereld weer kunnen herstellen. Zo’n verloren deel van je zelf weer opnieuw uitnodigen vergt oefening en kennis. Het is mooi als die cirkel weer rond komt zodat je kunt zeggen over jezelf:’ Ik ben volwassen geworden, ik ben speels als een kind en ik ga weer leven’. Samengevat ; 1) 2) 3) 4)
mijn magische kindstuk werd ernstig verstoord de verantwoording werd langzamerhand opgevoerd wat voor mij niet leeftijdsadequaat was het afschermen van de pijn bij mij werd geboren en vormt een pantser om mijn energieveld al die aandacht leverde veel materiele zaken op
PSEUDO-VADERS Toen ik op de MAVO zat had ik een leraar geschiedenis op wie ik zeer gesteld was. Die man kon zulke mooie verhalen vertellen. Ik haalde bij hem ook de beste cijfers. Hij was homofiel en kwam er in die tijd ook al voor uit. Er werd veel over hem geroddeld maar ik mocht hem bijzonder. Wellicht heeft dat ook te maken met mijn gezinssituatie, zeker als het gaat om mijn middelste zus maar daar dacht ik op dat moment niet bij na. We mochten lol met hem maken en ook in de klas onder elkaar. Maar hij was ook streng. Hij legde een erg goed evenwicht in verbinden en loslaten aan de dag. Ik was verliefd op een Moluks meisje en dat wist hij gewoon. Hij gaf me het gevoel dat ik er als kind mocht zijn. Samen met drie andere jongens zijn we nog met hem naar Westen Oost-Berlijn geweest. Enkele maanden daarna pleegde hij zelfmoord. Wat een schok, wat een verlies, ik kon er niet mee omgaan. Mensen die mij dierbaar waren en aan wie ik mij verbond gingen dood. Dit vormde een beperkende overtuiging binnen mezelf waarmee ik jarenlang heb geworsteld. Ik keek wel uit mij voortaan nog te verbinden met iemand van wie ik hield, deze ging immers dood! Ik had verkering met een meisje. Op een feestje had ik met haar gezoend en ze was ook al eens bij mij thuis geweest. Het was eigenlijk voor het eerst dat ik met een meisje thuis kwam. Mijn moeder vond haar maar niks. ‘Zij past niet bij jou’ was haar snelle reactie. Ik was onzeker over dat meisje, over verkering hebben, over de vraag of ik eigenlijk wel verliefd was en of ik met haar verder zou gaan. Zij was geloof ik wel gek op mij maar ik had dat niet in de gaten. Ik was op dat moment al volledig afgesloten voor enig gevoel in mezelf. De beperkende overtuiging ging zijn werk doen. Op een gegeven moment zou ik haar thuis bij haar ouders gaan ophalen. We zouden naar een James Bond film gaan. Wat een enorme opgave was dat voor mij. De weg er naar toe ik ging steeds langzamer lopen. Vier trappen op, het was een helse opgave. Toen ik haar huis binnenkwam wist ik me absoluut geen houding te geven. Ik durfde niet eens de koffie die me werd aangeboden op te drinken. Ik dacht alleen maar aan weggaan. Wat er bij mij intern gebeurde was natuurlijk het schouwen van een wellicht toekomstige schoonvader. Hoe moest ik daar in godsnaam mee omgaan? Later heb ik hem als een fantastische schoonvader leren kennen van wie ik veel van heb geleerd en die een man was die trots op me was dat ik politieman werd. Ik hield hem echter wel op een bepaalde afstand. Ik stond niet toe dat hij mijn vader werd was mijn innerlijke beslissing. Ik dacht dat hij voornamelijk trots was op mij om wat ik deed, niet zozeer om wie ik was. Op de middelbare school had ik een vriend met wie ik graag ging flipperen op zo’n grote speelautomaat in de kantine of in het café. We waren daar ook goed in. Tijdens een gesprek na het eten hadden wij het erover. Een beetje dollen. Toen opeens kwam daar een reactie van zijn vader. ‘Ik moet eens even ernstig met jou praten’, hoorde ik hem zeggen tegen mij. Daarna wist ik het niet meer. Ik was volledig van mijn stuk, ik kon niet meer praten. Ik keerde in mijzelf, maar was ook me van geen kwaad bewust. Later heb ik begrepen dat die man dacht dat we aan de drugs waren en hij wilde zijn zoon beschermen voor zo'n vriend, hij had dat ergens gelezen dat dat flipperen werd genoemd. Dat een volwassen man mij op deze wijze bejegende was naar ik nu kan verklaren het gemis van een vader die je eens even bij de les haalde. Mijn vriend en ik hebben het vaak over hem. Hij heeft ook last van het gemis van zijn vader maar op een heel andere wijze. Het is ook bijzonder om te kijken naar echt goede vrienden en de relatie die zij hebben met hun vader. Zo was de eerste ontmoeting met Maarten zeer speciaal. Hij is een
collega therapeut en ik was bij hem thuis op bezoek. Na verloop van tijd gingen we naar zijn praktijkruimte. Ik stelde een vraag over de foto van een man die ik op de boekenplank zag staan. ‘Dat is mijn vader, hij is overleden toen ik drie was als gevolg van een aanrijding. Ik mis hem’. Ik dacht dat ik van mijn stoel viel. Hij had in grote lijnen hetzelfde meegemaakt als ik! Ik vroeg me af of ik dat soort situaties aantrok? Wat had ik daarvan te leren? Een diepe en langdurige vriendschap volgde. Mijn oudste zus had verkering met Mart, een grote man. Ik was 8 jaar oud toen hij voor het eerst bij ons thuis kwam. Ik zag hem helemaal niet als de relatie van mijn zus. Hij was net een grote broer voor mij, of was ik eigenlijk op zoek naar ……. Altijd was hij bezig met muziek, bandrecorders, zelf speakers bouwen, the Bee Gees. Ik ook dus. Hij woonde twee straten verder. Ik heb toen ik zo jong was nooit aan zwagerschap gedacht. Hij stond mijn zuster te zoenen in de hal en ik wilde ook een afscheidskus. Dat gebeurde ook veelvuldig. Tot op het moment dat hij zei dat hij dat niet meer wilde: ‘ik ben je vader niet’, zei hij. Mijn oudste zus en mijn moeder hebben mij dat nog vele keren moeten uitleggen. Nu op dit moment ben ik hem dankbaar dat hij dit tegen mij gezegd heeft, toen echter voelde het als een enorme afwijzing. Toen ik een jaar of zeventien was, maakte een man mijn moeder het hof. Hij woonde ergens in het oosten van het land en kwam met de trein naar Amsterdam. Hij had geen rijbewijs. Hij moest toen hij bij ons thuis aankwam vrij snel naar de wc en ik zag in de hal toen hij uit de wc kwam dat hij een lange onderbroek aanhad ! Ik kreeg vijf gulden van hem, dat was voor mij toen heel veel geld. Ik pakte het aan ook. Maar een man met een lange onderbroek? Mijn moeder vroeg wat ik van hem vond. ‘Je denkt toch niet dat zo'n man mijn vader kon worden’, zei ik. Ik vond die man echt helemaal niets en mijn moeder deelde dat met mij. Maar wat een drama voor zo’n man, om afgewezen te worden door zo'n snotneus. Niemand kon mijn vader verbeteren zelfs zonder dat ik mijn vader gekend had. Ook een drama voor mijn moeder, die wachtte maar met een relatie toen ik het huis uit was. Mijn moeder heeft vervolgens nog drie relaties met mannen gehad. De ene overleed aan kanker, de ander aan een hartstilstand en de laatste heeft ze deur gewezen. Gelukkig kon ik naar hen kijken vanuit het perspectief van een volwassen man en niet meer als dat getraumatiseerde kind. Vaders werden zij nooit. De loyaliteit naar mijn overleden vader was groots. Op de HAVO was ik samen met een vriend een kritische klasgenoot. We hadden een boerenzoon in de klas die ons beiden niet goed kon volgen. Dat gaf allerlei irritaties onder elkaar. In de aula prikte ik de onderkant van de plastic bekertjes lek en ging samen met mijn vriend rustig kijken hoe de koffie in het gootje liep en niet in het bekertje. Samen brulden we het uit van het lachen totdat die jongen door had dat ik dat had gedaan. Hij liep op me af, werd echt boos en zei ineens ‘ik heb gehoord dat je vader al lang dood is en dat gun ik je ook nog’. Mijn stoppen sloegen door. Vanuit een reflex schopte ik zijn bekertje uit zijn hand. Gelukkig zonder vervelende lichamelijke gevolgen voor hem maar daaraan dacht ik toen absoluut niet. Mijn vriend kwam tussen beiden en suste de boel. Ik kreeg slappe benen en had een eventueel nader gevecht absoluut verloren. Ik was totaal uit het veld geslagen. Later moest ik bij de decaan komen en uitleggen waarom ik e.e.a. had gedaan. Hij begreep me, hij zei nog net niet dat ik dat goed gedaan had. Waarom wist ik toen niet en nu nog steeds niet. Had hij soms ook zijn vader of moeder zo vroeg verloren?
Werk en autoriteit Ik zat in de 4e klas van de MAVO toen ik voor de grote etalage van de Bijenkorf in Amsterdam stond. Ik kon mijn ogen niet van de bewegingen van het lichaam van de etaleur afhouden. Wat een mooi vak, het creëren, vormgeven, met kleuren werken en klanten inspireren. Dit wilde ik ook leren. Dat leek me een mooi vak. Omgaan met de magische wereld van creëren. Een jaar later in de 5e klas van de HAVO was ik aanvoerder van het schoolvolleybalteam. Ik was een sporter, ik deed aan hardlopen, tennissen en fietsen . Ik keek naar de sportdocent zoals hij les gaf, zoals hij bewoog, wat voor leuke oefeningen hij deed met ons op school. Dat wilde ik ook. Dat leek me een mooi vak. De decaan op de HAVO echter adviseert mij om geen etaleur of sportdocent te worden. ‘Geen zekerheid, teveel concurrentie, dat past niet bij je’, zijn de woorden van een voor mij onbewuste autoriteit. Met wie kon ik dit delen? Met niemand. Ik nam zijn advies ter harte en ging solliciteren bij de rijkspolitie. Zekerheid, degelijkheid, zelf een autoriteit zijn! Dat was wat mij dreef. Op een van de laatste dagen van het leven van mijn opa, mijn moeders vader, bezocht ik hem in het ziekenhuis in IJmuiden. Ik vertelde hem als 22 jarige jongen dat ik door de keuringen van de rijkspolitie was gekomen en dat ik binnenkort met de opleiding begon. Het was voor mij niet zo opvallend dat hij daar nauwelijks op reageerde. Hij was een man van weinig woorden. Hij was ondernemer, een harde werker, een gids. Ik liet het ook verder en deed mijn ding. Bij de 31 jaar bij de politie zijn er meerdere momenten geweest dat ik andere banen ambieerde. Pas op mijn 52e jaar is het er feitelijk van gekomen dat ik wegging bij de politie. Het was net alsof ik een afspraak die ik met mijn opa had gemaakt verbrak of dat mijn opa vanuit de andere wereld meer invloed op me had en dat ik dat meer toestond. Ik heb vaak momenten gehad om voor mezelf te beginnen als trainer–therapeut. Ik heb het tot op heden niet aangedurfd. De rol van mijn vader om niet als compagnon te starten bij een machinebedrijf maar ook de afspraak met mijn Opa speelde daarin voor mij een belangrijke rol. Het was dinsdag 4 augustus, een rustige zwoele zomeravond. Ik had samen met Gerrit avonddienst. Nadat we iets gegeten hadden horen we via de krakende mobilofoon een melding van een aanrijding op de kruising vlak voor de dijk Enkhuizen – Lelystad. Personeel van de meldkamer had een telefoontje gehad van een aanrijding zonder letsel. Het was de zoveelste aanrijding, alsof ik het aantrok. Vooral de aanrijdingen met doden en zwaargewonden leken altijd voor mij. Ik besluit om zonder zwaailicht en sirene naar de plaats van het ongeval te rijden. Naast me een net afgestudeerde politieagent. Ik voelde me verantwoordelijk voor hem. Het viel me op dat ik weer met knikkende knieën in de Volkswagenbus reed. Dat zeg ik niet tegen Gerrit. Het is de autoriteit in mezelf, het niet praten over mijn onzekerheden. Die gevoelens herken ik heel goed in mijzelf. Voordat we ter plaatse waren kwam er een vervolgmelding van personeel van de meldkamer dat het een ernstiger ongeval was en dat we met spoed ter plaatse moesten gaan. Direct kreeg ik last van kortademigheid, voelde ik mijn hart sneller kloppen en kreeg ik een steek aan de linkerkant van mijn hoofd. Eenmaal ter plaatse aanschouwde ik de situatie. Het ging om een aanrijding met 4 personenauto's, er lag een vrouw op het asfalt met haar benen in een onnatuurlijke houding. Overal lag glas, was er paniek en ingedeukte auto's. De omstanders keken naar ons en wij gingen handelen. Dat werd immers van ons verwacht. Wij waren de autoriteiten op dit moment. Ik liep naar die vrouw en zag bloed uit haar oren komen. Dan snel naar de andere slachtoffers. Het was chaos in mijn hoofd maar ik kon wat doen. Later kwam ik weer bij die vrouw. Het was stil in haar. Het was stil in mij. Ik legde een deken over haar lichaam en ging weer verder.
Toen zag ik de journalist van de plaatselijk krant. Ik kende hem van eerdere situaties. ‘Ik ga even wat foto’s maken’, hoorde ik hem zeggen. Ik zag dat hij foto's ging maken op een afstand van nog geen 2 meter van de slachtoffers. Ineens knapte er wat in mij. Ik wilde hem wel wegslaan. In mijn communicatie naar hem werd ik erg fel. ‘Ik wil nu dat je weggaat en op afstand blijft anders wordt je aangehouden’, zei de autoriteit in mij. Hij deed het, gelukkig voor hem maar voor ook mij. Het was net alsof deze aanrijding er niet mocht zijn, een pijnlijk moment van ontkenning in mezelf. Terwijl ik dit aan het opschrijven ben realiseer ik me dat ik graag foto's wilde zien van mijn vader toen, van de Amerikaanse auto, van de wegsituatie, van die witte paal van de krantenberichten. De confrontatie van de pers met de realiteit van dat moment kwam met een trigger uit een ver verleden. Later tijdens mijn werk was dat kruispunt voor mij een confrontatie met mezelf geworden. Ik meed dat kruispunt en kreeg er nare gevoelens die ik niet kon duiden, ik reed er zelfs voor om. Ik heb in een later stadium tijdens een regressie deze aanrijding herbeleefd en heb toen in gedachten met mijn vader gedaan wat ik met die vrouw die in mijn armen stierf had gedaan. Ik had graag mijn vader zo in mijn armen gehad! Vanaf dat moment was dat kruispunt weer vrij. Maar wat ik niet in de gaten had was de onderstroom van de zoektocht naar mijn vader. Later bleek die 4e augustus wel een bijzondere dag, het was de geboortedag van mijn vader. In de mijn loopbaan heb ik meerdere leidinggevenden gehad. De chef van de afdeling jeugd- en zedenzaken was iemand die bijzonder aardig was maar vooral voor zijn eigen gewin ging. Tijdens een teamdag ging ik met hem boodschappen doen. Ineens was daar het gevoel dat ik niet met hem maar met mijn vader aan het boodschappen doen was. Dan was er ook de man achter de OVDP-opleiding. Bij een diploma-uitreiking heb ik hem toegesproken over zijn charisma, zijn ideeën, zijn energie. Terwijl ik hem aan het toespreken was voelde ik een golf van verdriet opkomen. Ik was eigenlijk mijn vader aan het toespreken. Ook heb ik een leidinggevende gehad toen ik werkzaam in was een grote gemeente. Hij zat maar op mijn huid, hij zond continu prikkels uit naar mijn team en was naar mijn idee iemand die regeerde vanuit angst. Hij was een man die het deel in mij triggerde dat gaat om vertrouwen en risico afdekken. Tegen hem ben ik op een redelijke wijze voor het eerst boos geworden en heb hem respectloosheid verweten. Maar ook er de leidinggevende van het domein gemeenschappelijke veiligheidszorg die mij vrij liet en mij in mijn kracht en creativiteit liet komen. Ten slotte was er nog de autoriteit in mezelf. Ik was van een behoorlijke zwart-wit denkende en vooral doende politieman naar een leidinggevende en projectleider, een rechercheur jeugd- en zedenzaken, een therapeut, een docent en trainer, een adviseur en coachend manager gegroeid. Een enorme breedheid van werkzaamheden waar ik trots op ben, maar ook de onbewuste innerlijke zoektocht naar mijn vader die mij uiteindelijk geleerd heeft om te gaan met autoriteiten en met de autoriteit in mezelf. ZELF VADER WORDEN Het heeft lang geduurd voordat ik er klaar voor was om zelf vader te worden. Mijn carrière en reizen, sporten en materie kwamen eerst. Mijn toenmalige vrouw was iemand die in dat plaatje paste. Ik was 41 jaar toen onze dochter, Merel, werd geboren. Het was een bevalling via de keizersnede. Ik maakte al contact met haar toen zij nog niet geboren was. Ik heb tijdens de zwangerschap en jaren daarna nog gedacht dat zij de incarnatie was van mijn vader. Nu is zij Merel.
Wat ik met haar en van haar heb geleerd is om lief te hebben. Het deed zoveel pijn voor mij om na 38 jaar weer zoveel van iemand te houden. In de hele gezinssituatie na het overlijden van mijn vader was dat er wellicht wel, maar ik stond het niet meer toe. Ik stond zelfs geen aanraking meer van mijn moeder toe. Ik wilde niet meer getroost worden. Ik werd opstandig als dat toch werd geprobeerd. De liefde als klein jongetje voor zijn vader was afgesneden. De liefde voor mezelf ook. Daarom was het moment dat Merel zo klein, zo onbevangen, bloot op mijn naakte borst lag en dat ik een met haar werd een van mijn meest ontroerende momenten. Intens gelukkig was ik om voor iemand te mogen zorgen, die intense verbinding met mijn kind die nu fysiek zijn weg mocht vinden. Achtendertig jaar heb ik mijzelf niet toegestaan zoveel liefde te geven en juist dat mocht zich nu gaan ontwikkelen. Maar ook kwam het besef dat er veel mensen zijn geweest die dat wel hebben willen geven of probeerden te geven, maar wat ik mijzelf niet toestond te ontvangen. Dit was een intens proces en des te pijnlijker was het om te beseffen dat de relatie die ik had met haar moeder er niet een was die gebaseerd was op liefde. Vervolgens kwam er strijd in mezelf. De gedachte om Merel niet meer altijd in mijn directe nabijheid te hebben viel mij zwaar. Ik heb toen toch de beslissing genomen om te gaan scheiden en haar binnen een co-ouderschap lief te hebben. De ene week was ze bij haar biologische moeder de andere week bij mij. Ze was drie jaar, bijna vier toen ik op een andere woning betrok. Over synchroniciteit gesproken. Mijn vader overleed toen ik drie was. Bijna niemand snapte me. De verwijten die anderen mij maakten over het feit dat ik mijn dochter in de steek liet kwamen hard aan. Zo kreeg ik te horen dat ik niet gevochten had voor mijn relatie en dat ik niet in het belang van mijn dochter had gehandeld. Ik wist echter waar het om ging. Ik heb de liefde in mezelf herontdekt om dit juist weer te kunnen gaan delen met anderen. Metaforisch heb ik de zinnen uitgesproken dat ik geleerd heb dat ik als een vis niet alleen kan zwemmen maar ook kan lopen en dat ik in mij dit niet meer kan loslaten. Ik geloof dat ik juist voor haar de beweging heb ingezet om te kunnen liefhebben. Te kunnen liefhebben met een andere partner. En dat ik juist om te gaan scheiden dit thema verder kan vormgeven maar ook dat ik seksualiteit niet meer hoef te verwarren met intimiteit. Ik ben mijn huidige partner zo dankbaar dat ik dit samen met haar dit aan mijn dochter verder kan vorm geven, maar ook met haar drie dochters die zij meebracht uit haar vorige relatie. Zo wil ik verder leven en het nooit meer loslaten. Onvoorwaardelijk lief hebben, zonder oordeel, maar ook vanuit mijn eigen gevoelens en behoeften. Liefde niet vanuit de polariteit beleven door haat maar liefde te ervaren vanuit eenheid, vanuit de bron. Sommige mensen hebben het dan over het goddelijke. Ik heb in die zin niet zoveel met religie, geloof en godsdiensten. Het is veelal wat mensen, ik ook, niet kunnen bevatten en daar boeken over schrijven, oorlog over voeren en vanuit macht en onmacht hun wil aan anderen op te leggen. Persoonlijk bedoel ik met het goddelijke het zuivere, de bron. Ik streef ernaar om als ziel opnieuw daarmee in contact te komen. Dit is liefde vanuit eenheid, niet meer vanuit de polariteit. Het gaat er mijns inziens om te berusten in datgene wat is en te vertrouwen op datgene wat de bron is van waaruit alles is ontstaan. Dank je wel Merel dat jij je hebt verbonden met mij, in mij. Dat ik met jou mijn vaderschap mag vorm geven zoals ik dat doe. Ik hou intens van je en voel me overal waar ik ben met je verbonden ook al ben ik straks niet meer op moeder aarde, liefdevol verbonden zijn gaat over aardse grenzen heen. Een gedicht voor jou Merel, dat ik gemaakt heb voordat je geboren werd: Lief kind, je bent nog zo klein, je gedachten al zo groot Weer gekozen om je te verbinden met een lijfje in een veilige, warme omgeving Soms echter nog zo ver en toch al zo aanwezig In je eigen energie, in de andere wereld en bij ons The eagle en the drum, je mamma en je pappa
lijken soms zover van elkaar en toch zo dichtbij Voor jou bij elkaar gekomen in een intiem moment om je te kunnen ontwikkelen Onder bijzondere omstandigheden bij hen gekomen om te verzoenen, om te vechten … voor liefde Ik wens je veel licht toe. We waren op vakantie in Frankrijk aan de Atlantische kust. Merel mijn dochter en Nienke de jongste dochter van mijn huidige partner verbleven in de Tipi die we hadden meegenomen op het dak van onze bejaarde Volvo Amazone. Nienke en haar moeder waren dat jaar ervoor ook op deze camping geweest maar toen nog met haar biologische vader en haar 2 zussen. Ik sprak haar aan op haar gedrag over iets heel onbenulligs, over het opruimen van rommel. Opeens zei ze, ‘je bent mijn vader niet die dit zo mag zeggen tegen mij’. Deze opmerking mij sneed me door mijn ziel. Het klopte natuurlijk dat ik haar biologische vader nooit zal worden, maar in de volwassene – kind relatie kunnen we toch relateren, dacht ik . Ik wilde voor haar een goede vader zijn omdat ik dat heb ik zelf zo gemist heb. Zij had echter net de scheiding achter de rug en haar loyaliteit aan haar biologische vader was zeker toen nog zo groot. Dit deed mij realiseren hoezeer een kind maar één biologische vader heeft hoe goed de relatie met de pseudo-ouder ook mag zijn.
SEKSUALITEIT EN INTIMITEIT Het is erg belangrijk om in je jeugd voorbeelden te hebben en als zodanig je eigen ontwikkeling vorm te gaan geven. Dat zijn natuurlijk je vriendjes, de media, maar juist ook je ouders. Ik weet nog als de dag van gisteren dat mijn moeder, ze was weer eens ziek, op bed lag en vroeg of ik bij haar wilde komen omdat ze wilde me wat vertellen. Ik was dertien jaar en mijn hoofd leek wel een vulkaan van de puisten. Ik merkte mijn moeders onzekerheid wellicht voor het eerst in mijn leven. Ze wilde me graag seksuele voorlichting geven. Gedurende mijn leven was er nooit over dit onderwerp gesproken en van het een op het ander moment kwam het dan ter sprake. Ze begon te vertellen over de zaadcel en de eicel en wat er in een baarmoeder gebeurde. Ik vond het wel heel dapper van haar maar dit had ik allemaal al op school tijdens de biologielessen gehad. ‘Het is het mooiste wat er is en dat heb ik met je vader zoveel beleefd’, hoorde ik haar zeggen. Ik dacht aan hele andere zaken waar ik echter niets van snapte. Ze bedoelde te zeggen dat er een groot verschil bestaat tussen seksualiteit en intimiteit. Maar dat zijn de woorden van mij nu die op dit aspect volwassen is geworden. Wat ik heb gemist waren antwoorden op vragen, vragen en nog eens vragen. Wat moet ik doen als ik ga tongzoenen? Hoe versier je een meisje? Hoe gaat dat dan als je gaat neuken? Wat gebeurt er met mij in de puberteit? Hoe kan het nou dat ik opgewonden raak van bepaalde zaken? Hoe kan het nu dat ik verliefd wordt en hoe moet ik daar mee opgaan? Hoe moet ik omgaan met zelfbevrediging? Hoe moet ik omgaan als een meisje waar ik zo verliefd op ben mij niet ziet zitten? Hoe moet ik omgaan met bepaalde voorkeuren in seksuele gedragingen? Hoe werkt het met seksueel afwijkend gedrag? Wat moet ik doen om soa te voorkomen? Niemand van al die mensen die in huis kwamen hebben met mij gesproken over al die vragen. Ik geloof echter wel dat als ze er over hadden begonnen ik er niet op in was
gegaan. In die tijd bouwde ik het pantser van de kreeft op. Terugtrekken in mijzelf met alle gevolgen van dien. Ik weet nog goed dat ik veel op het Red Light District in Amsterdam liep. Zij weten alles en hebben alle antwoorden op mijn vragen. Zij weten hoe het moet en wat er gebeurt. Ik hoopte maar dat een van die vrouwen in zo'n duister steegje me een keer naar binnen vroeg. Ik had het weliswaar nooit gedurfd, daar niet van, maar toch. Het werd bijna een obsessie in mezelf. Later in Thailand kwam in mij die cirkel rond in aanwezigheid van mijn huidige partner. Wat is niet mooier dan dat je die vragen in vertrouwen kan delen met iemand die geen enkele vraag vreemd vind. Die je motiveert om verder te vertellen over jouw innerlijke wereld. Dat er doordat die vragen niet werden gesteld en ook niet werden besproken zich in jezelf kunnen ontstaan als verwrongen beelden en gedachten over jezelf en de samenleving. Maar zolang het maar gedachten blijven en ze niet als handelingen en gedrag naar buiten komen hebben weinig mensen dat in de gaten. Het is voor mij logisch dat ik het zo gedaan heb zoals het is gegaan. Maar dat wil niet zeggen dat dat ook oké is. Ik wil benadrukken dat dit niet voor een ieder geldt die op vroege leeftijd een van zijn ouders heeft verloren. In mijn werk als rechercheur zedenzaken heb ik jarenlang gewerkt met plegers die hun verwrongen gedachten niet binnen konden houden en dan ontstond er veelal strafbaar gedrag. Maar het blijft voor deze mensen logisch dat de zaken zo gaan zoals ze gaan. Ik heb met pedoseksuelen, verkrachters en incestplegers rond de tafel gezeten die de oorzaak van de verwrongen psychische aspecten niet vertelden, niet konden vertellen omdat ze er niet bij wilden of konden komen. Het recidivegehalte bij dit soort plegers is niet voor niets zo hoog. Maar ergens ligt de sleutel, ergens liggen de inzichten, ergens liggen de diepe wonden van strafbare gedragingen. Lief
h a r t,
De harmonie om al ruim 53 jaar je te horen De gewoonte om je al die jaren veelal niet te beluisteren De eerste keer je echt te voelen maakte me zo angstig Ik heb juist van jou nog zo veel te leren Me open te stellen aan jou, Je ritme te durven horen Maar ik heb het als ik goed naar je luister, soms moeilijk Je pijn is soms zo intens en dat maakt me weer zo angstig Ik mag je lief hebben en je haten, ik mag je verachten en je kwetsen Je bent me zo lief, je bent het zuiverste in en om me heen Ik mag me alleen bij jou mezelf voelen Je bent ervoor me zonder oordeel Je bent ervoor me zoals niemand voor me kan zijn En nu vanuit het diepste van mezelf durven te zeggen Ik hou van jou Vergeef me als ik soms weer vergeet Ik wil niet meer terug naar het pantser om je heen Ik wil met je praten en voor je zingen Ik wil je koesteren en je beminnen Ik wil je omarmen in je vrijheid en met je dansen Leer me om je lief te hebben Ik voel je eenzaamheid en je troost Ik heb een aantal fijne mensen om me heen Maar ik zal eerst jou moeten leren lief hebben Leer me om me dat te laten voelen Leer me om dichter bij mezelf te komen Leer me om zo ook dichter bij de ander te durven komen
Wees voor mij de spiegel van binnen naar buiten en andersom Lief hart dit verhaal is voor jou Dit is de taal van mij aan jou, mijn lief hart SPIRITUALITEIT EN THERAPIE Ik was al jaren werkzaam als agent in Enkhuizen. In 1985 begon ik steeds meer last van spanningshoofdpijn te krijgen. Elke dag aspirines slikken werd me toch te gek. Ik kwam bij een homeopathische huisarts die me verwees naar een dame die les gaf in autogene training. Dat was de start van mijn bewuste innerlijke zoektocht. Via ontspanningsoefeningen kwam ik meer tot innerlijke rust maar op het moment dat ik met deze oefeningen stopte kwam het weer terug. Ik was onrustig, had pijn in mijn hoofd, was snel geïrriteerd, ik werkte me een slag in de rondte. Via een cursus spirituele psychologie kwam ik in aanraking met pendelen, de kracht van stenen, astrologie en visualisaties. De cursusleider had het naar aanleiding van een visualisatie ineens over een vorig leven. Het was voor mij op een bepaalde manier een schok van herkenning, dat was zo'n bijzondere ervaring voor mij. Het jongetje van 3 mocht ineens wakker worden op dat deel van zichzelf. Maar mijn vader bleef nog verborgen. Tot een tweedaagse training rebirthing op een bovenkamer ergens in Amsterdam. Er werden vragen gesteld over mijn geboorte. Wist ik veel ? Er werden vragen gesteld over mijn jeugd. Heeft dat dan ook iets met mij te maken zoals ik me nu voel ? Ik vertelde voor het eerst aan iemand dat mijn vader heel vroeg was overleden. Maar ja dat soort dingen gebeuren, hield ik maar vol. Dat is primaire traumatiek. Een medecursiste keek me liefdevol aan. Met haar vochtige ogen begreep ze wellicht mijn verdriet, mijn angsten en mijn boosheid. Ik heb daar wel gehuild maar vond tegelijkertijd een andere cursiste veel interessanter. Ik heb haar naar de trein gebracht en ervoer voor het eerst een bijzondere band met een vrouw zonder te denken aan seksualiteit. De zoektocht naar mezelf is in volle hevigheid aangeraakt. Ik heb lezingen en cursussen bezocht van zenboeddhisme tot aan yoga, van psychometrie tot aan innerlijk tekenen. Ik bezocht de workshops vanuit de sterke, goed getrainde, grote en oordelende politieman die één grote droom had en dat was bij het arrestatieteam van de politie te gaan horen. Toen ging ik naar een driedaagse workshop over reïncarnatietherapie. Ik zal nooit vergeten wat ik zag toen ik daar aankwam. Mensen gekleed in roze kleding, het leek de Bagwhan wel. Mijn god, waar ben ik in terecht gekomen dacht ik. Je kon daar een reïncarnatiesessie doen bij een van de leraren. Ik was bij Alexander ingedeeld. Hij deed mij denken aan Catweazle, die tovenaar van de jeugdfilm. Ik regelde het zo dat ik pas de laatste dag, de laatste middag aan de beurt zou komen. Ik ging er wel voor. Maar de nacht ervoor kreeg ik diarree en moest ik overgeven. Wat een spanning. Ik zal mijn houding naar Alexander nooit vergeten. Ik dacht, ‘wie ben jij wel niet die met mij in een therapeutisch gesprek gaat praten over gevoelens?’. De kreeft in mij liet zijn pantser in volle hevigheid zien. ‘Weet je wel wie je voor je hebt? Ik ben wel die grote politieman die alles onder controle heeft die geen emoties laat zien’. Ik ben Alexander nog altijd dankbaar dat hij mij gedurende de sessie liefdevol bleef bejegenen. Wat een geduld had deze man. Hij begreep dat het logisch was waarom ik me zo gedroeg. Je hebt jouw vader ook zo gemist. Het eerste vorige leven dat naar voren kwam was zo op maat herkenbaar, het werd me zo duidelijk dat de geschiedenis zich aan het herhalen was. En voor het eerst van mijn leven liet ik mijn gevoelens zien. Dit was voor mij de start van een driejarige opleiding voor regressie- en reïncarnatietherapeut. Tientallen sessies heb ik gedaan op allerlei verschillende thema's.
Een van de belangrijke sessies waren de sessies waarin ik bijvoorbeeld de begrafenis van mijn vader herbeleefde. Mijn moeder had besloten dat ik nog te jong was om de begrafenis fysiek bij te wonen. Dat was killing voor een jongetje van 3 die diep van de binnen de processen van sterven en weer geboren nog zo in zijn systeem had. Tijdens mijn innerlijke reizen kwam ik in contact met mijn biologische vader, met mijn innerlijk kind, met het peri- en prenataal werken aan mezelf en met de nodige vorige levens waarin mijn vader vaak centraal stond. Langzamerhand veranderde die stoere politieman in een gevoelige man die zijn eigen praktijk opende als therapeut en trainingen en lezingen begon te geven op dat gebied. Maar de triggers bleven. Ik volgde een workshop over niet-eigen energie. Ik vond dit een geweldig therapeutisch instrument. Ik leerde over hoe energie van de een zich in het energetisch veld van een ander kan gaan nestelen zonder dat de een dit in de gaten heeft. Echter, nog geen moment van herinnering aan de schok van dat jongetje van drie jaar die zat te spelen met de soldaatjes en indiaantjes. Tot het moment dat ik met een vriend en collega therapeut een reis maakte door het midden van Amerika. We reden 210 mijl zuidelijk van Denver. ‘Volgens heb jij een deel van de energie van je vader bij je’, hoorde ik hem zeggen. Het zou heel logisch kunnen zijn dat op het moment dat mijn vader zijn lichaam verliet, hij degene is gaan ondersteunen die hij zo lief gehad heeft. ‘Ja hoor, dacht ik, dat gebeurt wel bij andere mensen en bij vele van mijn cliënten maar niet bij mij!’ In Amerika, waar we op zoek waren naar bijzondere Indianenplaatsen zoals bijvoorbeeld Wounded Knee, heb ik de energie van mijn vader die in mijn energetische systeem was gekomen toen ik 3 jaar was weer aan hem terug gegeven. Het was net alsof de cirkel op dat stuk weer rond was. ‘Ik kan het zelf nu, dank je wel dat je dit zo hebt gedaan voor mij. Je hebt het met liefde gedaan. Wees nu maar trots op je zoon en wordt zelf weer heel.’ Gedurende de laatste nacht in een hotel in Amerika lag ik te slapen en werd om 02.15 uur wakker van de tv die ineens aanging. Ik deed de tv uit en voelde tegelijkertijd de aanwezigheid van mijn vader. Het was net alsof hij vlak voordat ik weer naar Nederland vloog nog contact met mij wilde maken. Ik probeerde de slaap weer te vatten, toen het licht aanging. Weer is het mijn vader. Ik praatte hardop met hem en zou dat de tijd erna blijven doen. We hebben weer contact na zo’n lange tijd; hij vanuit zijn wereld en ik vanuit de mijne. Het is een soort verbinding die het jongetje van drie al snapte. Door het inzicht dat ik telkens weer in vaste patronen bleef vervallen groeide ook het verlangen om er vrij van te komen. Langzamerhand kwam ik eruit en ik veranderde door de alledaagse zaken te blijven herkennen en er acht op blijven slaan. Vanuit het Tibetaanse boek van leven en sterven van Sogyal Rinpoche komt het navolgende gedicht. Autobiografie in vijf hoofdstukken ; 1)
ik loop door een straat er is een diep groot gat in het trottoir ik val erin en ik ben verloren, hopeloos en machteloos het is niet mijn fout, het duurt eeuwig voordat ik een weg vind om eruit te komen
2)
ik loop door dezelfde straat er is een diep gat in het trottoir ik doe alsof dat gat niet zie ik val er weer in ik kan niet geloven dat ik weer in dat gat ben gevallen maar het is niet mijn fout,
het duurt lang voordat ik een weg vind om eruit te komen 3)
ik loop door dezelfde straat er is een diep gat in het trottoir ik zie dat dat gat in het trottoir is ik val er weer in, het is een gewoonte mijn ogen zijn open, ik weet waar ik ben, het is mijn fout ik ga er gelijk uit
4)
ik loop door dezelfde straat er is een diep groot gat in het trottoir ik loop om het gat heen
5)
ik loop door een andere straat
Ik hoop dat ik voordat ik dit aardse leven zal gaan verlaten in hoofdstuk 4 of misschien wel in hoofdstuk 5 zal zijn aangekomen. Het najaar van 2009 dient zich in alle heftigheid aan. Ik ondervind ernstige triggers op mijn werk en besluit om een sessie te doen op dat deel in mij wat zo is weggedrukt, wat ik zo heb omzeild en waar ik klaarblijkelijk nu pas aan toe ben. In mijn laatste vorige leven was ik een meisje die verkracht en vermoord werd door twee Duitse soldaten aan het einde van WO II. Op zich heftig en traumatisch genoeg om zo te moeten sterven en ik kreeg veel inzichten zeker naar mijn werkzaamheden als zedenrechercheur maar ook naar mijn moeder. Die confrontatie met mezelf, met het schuld- en schaamtegevoel hebben diepe indruk op mij gemaakt. Vervolgens kon ik het van mij afgesplitste deel weer langzamerhand toelaten in mezelf. Dat was een zeer heftig proces dat wekenlang geduurd heeft. Op zielsniveau kwam ik weer met mijzelf in het reine en kreeg ik het gevoel weer heel te worden. En zo kwam een gedicht van H.I. Khan wat ik al aan zoveel cliënten had voorgelezen weer bij mijzelf terug. ‘Ik heb goed en kwaad gekend, zonde en deugd, recht en onrecht. Ik heb geoordeeld en ben veroordeeld. Ik ben door dood en geboorte gegaan, vreugde en leed, hemel en hel. En aan het eind gekomen begreep ik dat IK in alles ben en alles in mij’ DE GESCHIEDENIS HERHAALT ZICH Het was het najaar van 1988. Ik had me ingeschreven voor een management opleiding ter voorbereiding op mijn volgende functie bij de politie. Toen ik binnenkwam stond de docent al klaar. Een statige man, keurig in het pak, manager bij een groot krantenbedrijf. Mijn onzekerheid kwam weer naar binnen geslopen. ‘Hij zal het wel weten, dacht ik, wat een autoriteit’. Ondanks mijn lengte van 1.92 m voelde ik me klein worden. Ik trok denkbeeldig mijn uniform aan om me te wapenen tegen mijn onzekerheid en vertelde wie ik was en wat ik deed tijdens het voorstellingsrondje. Ik deed dat altijd heel kort, ik had toch niet zoveel te vertellen. Naast me zat, toevalligerwijs, ook een grote man, keurig in de kleren, die al leidinggevende was en ook uit Enkhuizen kwam. Hoe toevallig kan het zijn. In de pauze hadden we een gesprek en al snel bleek dat we in dezelfde straat woonden. In de opleiding groeiden we steeds meer naar elkaar toe. We reden met elkaar naar de
opleidingslocatie en organiseerden intervisiebijeenkomsten. Na enige tijd besloten we elke zondag stipt om 09.15 uur te gaan hardlopen. Dit hebben we 20 jaar gedaan zo gedaan. We verhuisden allebei en de vriendschap werd alleen maar hechter. Vakanties werden met elkaar gedeeld, feestdagen met elkaar gevierd. Maar vooral vonden we elkaar in het helpen met verbouwen in de verschillende woningen waar we naar toe verhuisden. We waren dan zo verbonden met elkaar. We hadden het veel over relaties met vrouwen. Over het verbreken daarvan en het weer opnieuw aangaan. Hij wilde zo graag ook bij de politie. Dat was zijn droom. Hij wilde ook een autoriteit zijn. Later bleek dat de relatie met zijn vader lang niet optimaal was. Het is net alsof ik mensen in dit soort situaties aantrek en dat is eigenlijk ook wel logisch. Het komt letterlijk op je pad om te leren. Ik kreeg een dochter en na verloop van tijd hij ook. Toen zijn kind een jaar oud was besloot Dick te gaan scheiden van zijn vrouw en ook ik ging scheiden. Van het hardlopen kwam het al een tijdje niet meer door diverse blessures van ons beiden. Dick was net ontslagen en had zijn auto moeten inleveren. Dat was voor hem een zware tegenslag. Ik merkte dat hij zich aan het terug trekken was. Grote financiële zorgen kwamen op zijn pad. Praten daarover met mij werd steeds lastiger. Als we contact hadden werd de schijn opgehouden dat het wel goed ging maar ik hoorde van anderen wel anders. Toen begin mei 2009, op een zaterdagvond. Ik werd opgebeld door zijn toenmalige vriendin. ‘Coen, Dick is plotseling heel ziek geworden. Hij heeft zijn teen gestoten. Er is een streptokokken bacterie in de wond gekomen en hij ligt nu in het ziekenhuis’. Ik schrok enorm, ik had hem al enige dagen niet meer gesproken en dacht gelijk aan het ergste. Dat is iets wat ik zeker heb overgehouden aan het zo vroeg overlijden van mijn vader. Ik bereidde mij altijd voor op het ergste want dan kon het later nog wel mee vallen. Ik hoefde dan niet de pijn te voelen op het moment dat het dan daadwerkelijk zou gebeuren. Zo kon ik de pijn alvast voor zijn. Ik informeerde mezelf over deze bacterie en kreeg snel helder dat hij zich in een heel kritiek stadium bevond en dat de kans dat hij zou overlijden groot was. Ik zou als vriend hem op woensdagavond enkele minuten mogen zien. Hij was niet meer aanspreekbaar, de artsen hielden hem onder narcose. Ik bedacht al snel dat ik dan een ritueel met hem zou gaan doen om hem te steunen en om hem liefde en begrip te sturen. Zover is het niet gekomen. Maandagavond is Dick overleden, hij liet een dochtertje van drie achter. De geschiedenis herhaalt zich in mij. De dagen erna onmoet ik familie en oude relaties van hem, maar ook Delphine. Ik zie haar staan en ik zie haar spelen met haar roze jurkje. Ik zie mezelf staan. Wat een drama voor dat kind. Alles komt weer bij mij boven, alleen nu op een andere wijze. Ik kan iets betekenen voor dat kind, voor de familie. Ik weet heel diep van binnen wat er vooral niet gedaan moet worden. Op donderdagavond werd Dick opgebaard. Het werd afgeraden om te gaan kijken. Hij zag er niet meer uit, werd er gezegd. Dat moet je niet tegen mij zeggen. Ik heb nooit echt afscheid van mijn vader kunnen en mogen nemen. Ik besluit samen met mijn partner naar hem toe te gaan. Ik informeer over Delphine of ze ook nog de laatste keer haar vader kan zien. ‘Nee, we gaan niet hoor’, ik haar moeder zeggen, ‘dat wordt ons in het belang van het kind afgeraden.’ Toen ik in mortuarium aankwam was er familie. Ik heb met Dick gesproken als zielemaatjes. Ik heb toen gebeld met zijn ex en aangegeven dat Dick zeker in het belang van Delphine zichtbaar was en dat ik vanuit mijn eigen ervaring haar adviseerde om juist wel te komen. Dat gebeurde en ik heb die kleine meid bij de kist van haar vader zien staan. Ik hoor haar nog aan haar moeder vragen; ‘mama, zijn papa zijn haren nog zacht en mag ik hem wel aaien’? Het roze jasje, het kleine brilletje en die groene maillot. Tranen stroomden over mijn wangen. Is het verdriet, ontroering, heling?
Dan hoor ik Delphine zeggen, ‘dag lieve papa’. Bij mij heelt het oude wonden, bij haar laat het diepe sporen na. Op zaterdag werd hij begraven, Delphine was er bij. Zij heeft een mooie tekening op een kaart gemaakt met de woorden: lieve papa, in mijn hartje zwem ik met je mee, je zeemeermin Delphine. Ik heb zowel Dick als zijn dochtertje toegesproken in de kerk. Tijdens mijn toespraak heb ik haar een oranje pluche poes gegeven. Ik noemde mijn vriend altijd Dikkie Dik. De geschiedenis herhaalt zich in mij maar wel met het gevoel dat ik daar voor dat kleine meisje iets belangrijks heb kunnen doen. Pas een half jaar later tijdens een channeling kreeg ik meer informatie van Dick waarin voor mij zoveel duidelijk werd. Dank je wel vriend, …….later. Een gedicht zeker van toepassing op jou Dick: Dance, as though no one is watching you Love, as though never been hurt before Sing, as though no one can hear you Work, as though you don't need the money Live, as though heaven is on earth
MIJN WERELD TUSSEN PRIMAIRE- EN SECUNDAIRE TRAUMATIEK Het feitelijke overgaan van mijn vader naar een andere dimensie noem ik mijn primaire traumatiek. Daar hoort ook het gemis bij zijn voorbeeld niet te hebben gehad in allerlei dagelijkse dingen. Hem letterlijk na te kunnen doen bij het nemen beslissingen. Het discussiëren met hem om zodoende later beter mijn eigen mening te kunnen verwoorden. Het tegen hem in durven te gaan om zo later ruzie te durven maken. Een voorbeeld hebben van hoe mannen met vrouwen omgaan om zo in relaties de ander beter te kunnen snappen. Het genieten van het samen zijn om zo te leren delen. Het mij meenemen naar een moskee en niet alleen naar een gereformeerde kerk om zo later zelf te gaan beslissen hoe om te gaan met religie en geloof zijn voorbeelden van aardse zaken die normaal gesproken vanzelfsprekend leren wordt. Ik noem mijn angst, het niet willen of durven praten, het niet willen delen van mijn innerlijke wereld, het niet lief willen hebben, het niet willen ontvangen van liefde in een voor mij een verwrongen wereld komen mijn secundaire traumatiek. Dit heeft ook te maken met mijn moeders wijze van leven en hoe zij is omgegaan met de primaire traumatiek. Natuurlijk heb ik ook dingen van mijn moeder geleerd maar zij was voornamelijk bezig met zichzelf, met haar eigen gezondheid, met haar eigen traumatiek met haar eigen verwrongen jeugd. Zij ging vanuit de aardse dimensie met de dood van mijn vader om. Het is mijns inziens niet voor niets dat ook mijn zusters in hun leven ook bezig zijn met spiritualiteit in zijn algemeenheid en het verwerken van de dood van mijn vader op hun eigen wijze. Er is ook een wereld tussen die twee werelden, de binding tussen mijn primaire- en secundaire traumatiek. Dat is voor mij mijn eenzame wereld geweest. Mijn wereld van verwarring, een wereld van het niet weten, van achter de zaken aanlopen, van in mijzelf gekeerd zijn en een wereld van daar proberen uit te komen.
Dubbele binding Een belangrijk deel van mij is terecht gekomen in wat in de psychologie een dubbele binding wordt genoemd. Een dubbele binding bestaat uit twee tegenstrijdige boodschappen die zich in je psyche vastmaakt. Anders gezegd,l het innerlijk weten dat in strijd is met de feitelijkheden. Praktijkvoorbeelden hiervan zijn: dubbele of verborgen agenda's, mensen die niet zeggen wat ze denken, verborgen bedoelingen, manipulatie en onderliggende strategieën. Een voorbeeld. In de verbale communicatie zegt een ouder tegen je dat hij of zij van je houdt maar wendt zich tegelijkertijd met haar of zijn lichaam van je af, de non-verbale communicatie. Het innerlijk weten van het kind weet niet hoe te reageren op deze tegenstrijdige boodschappen maar neemt de non-verbale communicatie aan voor de belangrijkste. De non-verbale communicatie wordt vorm gegeven door lichaamshouding, gebaren, gezichtsuitdrukkingen, intonatie, lichaambewegingen, eigenlijk al datgene wat geen verbale communicatie is. Met deze wijze van communiceren maak je datgene duidelijk wat je echt bedoelt. Juist een kind weet feilloos het verschil tussen verbale en nonverbale communicatie. De verhouding in communicatie is 25 % verbale communicatie en 75 % non-verbale communicatie. In de westerse wereld wordt mijns inziens te veel waarde toegedicht aan die 25 %. Dan een voorbeeld vanuit mijn eigen gezinssituatie. Mijn moeder heeft grote problemen gehad met de seksuele voorkeur van mijn jongste zuster. Toen ik een puber was en heel onzeker was op het gebied van seksualiteit kreeg ik van mijn moeder te horen, ‘als jij homofiel wordt dan maak ik me van kant’. Ik liet het dus wel uit mijn hoofd om enige affiniteit met homo- of biseksualiteit tot uiting te laten komen. De als/dan constructie in haar woorden waren zo killing voor mij omdat de claim die mijn moeder daarmee op mij legde zo groot was te meer in mijn situatie waarbinnen mijn vader dood was. Het creëren van afhankelijkheid door mijn moeder juist in een periode van het me losmaken gedurende de puberteit is al een dubbele binding op zich. De dubbele binding vormt 2 signalen die ontvangen worden en die niet in overeenstemming zijn met elkaar. Dit kan juist binnen een intense verhouding, veelal binnen een afhankelijkheidsrelatie, veel psychische schade opleveren. Wanneer een kind boodschappen ontvangt van de ene ouder over de andere, zeker wanneer deze is overleden, dan vormt dat een kind Het gaat onvoorwaardelijk geloven in deze informatie omdat dit ook een raakvlak heeft met de loyaliteit die een kind voelt naar degene die niet meer in deze wereld is. Om over deze dubbele binding meer informatie te krijgen kun je natuurlijk informatie opvragen van personen die de ander direct hebben gekend. Een ander mooi middel is om daarover een paragnost of medium te raadplegen. Deze kan intunen op degene die is overgegaan naar de andere wereld. De effecten van dubbele bindingen kunnen onzekerheid en verwarring zijn. Het is van belang op zoek te gaan naar de werkelijke feiten van de verschillende tegenstrijdige boodschappen. Een dubbele binding kan ook het maken van keuzes bemoeilijken tussen enerzijds het onvoorwaardelijk opvolgen van opdrachten en anderzijds het niet zelfstandig kunnen en durven te denken. Het zich terugtrekken uit menselijk verkeer en zelfs onbenaderbaar worden kan ook een van de gevolgen zijn. Communicatie zit vol met deze boodschappen. In het ergste geval kan schizofrenie ontstaan waarbij het contact met de werkelijkheid verloren wordt omdat iemand niet in staat is om kritiek op een ander te kunnen of durven te leveren.
Het mooie van het hebben van persoonlijke ervaringen in vele van dergelijke bindingen is om later in staat te zijn deze te herkennen bij anderen. Het is hierbij van belang om goed bij jezelf te blijven. Een van de belangrijkste effecten die de dubbele bindingen op mij heeft gehad is het schuldgevoel naar mijn moeder. Ik heb tot mijn 48e ste nooit boos durven worden. Ik vond dat ik altijd rekening met haar moest houden. De moederdagen waren voor mij bijvoorbeeld zeer beladen dagen. Want wee je gebeente als ik dat vergat, als ik daar geen aandacht aan schonk. Op mijn 19e had ik een vriendinnetje en ging ik als verassing voor haar op de avond voor moederdag samen ergens in een hotelletje slapen en vervolgens naar een dierentuin. Dan het gezicht van mijn moeder toen ik die zondag alleen thuis kwam. Killing…… De dagen die volgden waarop zij niet tegen mij sprak waren haar inbreng op het gebied van macht en onmacht. Ik besloot daarom om op redelijke afstand van Amsterdam te gaan wonen. Het hielp niets, het schuldgevoel bleef. De verwachting dat ik bel op de sterfdag van mijn vader maar ook op zijn verjaardag. Ik heb veel gereisd, maar had altijd het gevoel niet helemaal vrij te zijn, niet helemaal mijzelf te kunnen zijn en altijd maar waar ook ter wereld voelde ik me op een bepaalde manier verantwoordelijk voor mijn moeder. Mijn moeder belde altijd vlak voor de vakantie om een fijne vakantie toe te wensen. Wat zij dan nog even subtiel inbracht was bijvoorbeeld. ‘Gaan jullie maar lekker op vakantie ik blijf wel hier, ik voel me helemaal niet lekker en ik weet niet of ik je nog wel zie’. Dit is zo diep geworteld in mijn psyche dat ik daar nog steeds mee bezig ben. Ik weet nog precies hoe dit in mijn systeem is gekomen. Geen vader en de angst dat mijn moeder ook zou komen te overlijden maakte me zo afhankelijk haar. Te afhankelijk. Tot het moment dat mijn moeder ging wonen in een bejaardentehuis kon ik dit voor mezelf langzaam gaan loslaten. Eindelijk eens ruzie maken, haar mijn waarheid zeggen en haar achterlaten zonder schuldgevoel en de gedachte ‘stel nou eens dat het niet goed met haar gaat’. De verzorgsters van het bejaardentehuis waren mijn psychische achtervang. Het is de angst die regeert en die ze bij mij heeft ingebracht. Of beter gezegd, wat ik me heb laten gebeuren. De uitnodiging; Het interesseert me niet wat voor werk je hebt of hoe je eruit ziet. Ik wil weten wat je verlangens zijn en of je je hart durft te volgen zonder voorzichtig te zijn, of rekening te houden met de beperkingen die je als mens hebt. Het interesseert me niet hoe oud je bent en waar je hebt gereisd. Ik wil weten of je het aandurft naar liefde te zoeken en het avontuur van het leven aan gaat, zelfs in de zwaarste stormen. Het interesseert me niet welke planeten en vorige levens je naam kruisen. Ik wil weten of je tot de kern van je diepste verdriet, boosheid en angst bent doorgedrongen, of dat je je hebt afgesloten om het vuur niet te hoeven voelen. Het interesseert me niet of het verhaal dat je me vertelt waar is. Ik wil weten of je een ander kunt teleurstellen om eerlijk tegenover jezelf te zijn en onmacht durft te ervaren in jezelf om uiteindelijk niet van je heilige pad af te hoeven wijken. Het interesseert me niet wat voor klachten en ziekenhuisopnames je hebt gehad. Ik wil weten of je de pijn kunt ervaren, die van mij en van jezelf, en of je kunt dansen van uitzinnigheid en de verrukking van het leven in je lijf durft te voelen. Het interesseert me niet waar je woont of hoeveel geld je hebt. Ik wil weten of je de schoonheid kunt voelen zelfs wanneer het niet mooi is en of je mislukking kunt aanvaarden en kunt bidden naar de volle maan schijnend op moeder aarde. Het interesseert me niet waar of met wie je hebt gestudeerd.
Ik wil weten of je kunt opstaan na een nacht van verdriet wanhoop en gekwetst zijn, om liefdevol te zijn naar kinderen en zo kan kijken naar de weerspiegeling van het water. Het interesseert met niet waar je in gelooft, ik wil weten of je in je zelf gelooft. Een bewerking naar O.M. Dreamer door Two Snake White Feather. Mijn uitdaging op dit moment is vooral om te leren te communiceren zonder oordeel en vanuit mijn eigen gevoelens en behoeften durven te gaan leven. Gevoelens leren herkennen en erkennen leveren vooral bewustzijnsvergroting en dus ruimte op. Behoeften zijn nodig om te leven, vanuit gevoelens ontstaan behoeften. Enkele behoeften zeker in dit kader voor mij zijn aanraken, leren, authenticiteit, bescherming, eenheid, harmonie, mededogen, ordening en het vieren van het leven. Om dit verder te kunnen gaan toepassen is het van belang om het verschil te snappen tussen inwikkelen en ontwikkelen.
Inwikkelen en ontwikkelen De aspecten die bij ieder mens vanaf zijn geboorte tot aan zijn dood behorende zijn, zijn dingen die moeten worden aangeleerd en vervolgens weer moeten afgeleerd. Het ego opbouwen en deze zelf weer afbouwen. De lagen van bewustzijn doorlopen om telkens weer een stap verder te groeien. Het zijn de fasen van ontwikkeling van baby naar peuter, kleuter, puberkind, adolescent, volwassene, ouder, grootouder overgrootouder. Het is dan van belang om de synchroniciteit helder te krijgen wat er gebeurt, in welke fase en op welke momenten. Met synchroniciteit is het samenvallen in de tijd van twee of meer gebeurtenissen die geen betrekking hebben op elkaar (red.) Door dit boek heen heb ik al een aantal voorbeelden gegeven over hoe ik persoonlijk met synchroniciteit in aanraking ben gekomen. Een mooie daarin is het ontwikkelen van jezelf. We zijn steeds maar bezig met onszelf te ontwikkelen. We doen Opleidingen, volgen studies, trainingen, coaching enzovoorts om ons te ontwikkelen, echter vooral op mentaal gebied. Ik noem dat zelf liever inwikkelen. Je wordt als het ware, soms dogmatisch in een keurslijf geperst. Dat kan overigens soms ook heel goed zijn. Vakmanschap kun je leren, maar het gaat mij meer om het meesterschap. Het meesterschap ont-wikkel je door je leven te leven in combinatie met liefde en mededogen. Het echte ontwikkelen behelst mijns inziens het ook weer loslaten van al datgene wat je hebt geleerd en wat je hebt ervaren. Het gaat eigenlijk maar om een ding: dat je ziel weer heel, weer één wordt. Dat gebeurt juist door al dat geleerde op laag of hoog niveau zodanig te gebruiken dat je de boodschappen in je leven snapt om weer door te kunnen groeien. Het zou naïef zijn om te denken dat mensen die hun biologische vader of moeder niet hebben gekend allemaal hetzelfde proces door zouden moeten maken zoals ik dat heb gedaan. Het zou naïef zijn om te denken dat mensen die wel een biologische vader of moeder hebben gekend geen herkenning vinden in datgene wat ik beschrijf. Het gaat om de inwikkeling en de ont-wikkeling van een ieder persoonlijk op ieder zijn eigen tijd en snelheid
WIE VOEDT WIE NU OP ? Het was een zomerse dag en ik liep vanaf de lagere school naar huis. Ik vond het maar niks op school. Mijn gedachten dwaalden constant af naar weet ik veel wat. Ik merkte dat ik steeds langzamer ging lopen. Ik had eigenlijk geen zin om naar huis te gaan. Maar ik durfde niet lang weg te blijven. Mijn moeder was weer eens ziek. Ze lag op bed met weet ik veel wat. Dat veranderde elke twee weken. Ik had medelijden met mijzelf, ik was boos, had altijd maar een zieke moeder. Ik was ook bang want straks is ze er niet meer, weer een ziekenhuisopname, ik wilde vooruit, wanneer gaat ze nu echt dood ? Ik was nog maar net binnen en liep even naar boven. Ze lag in bed. Ze maakte me onverkort duidelijk dat ze nu toch wel heel ziek was. De dokter was geweest en ze vroeg of ik medicijnen wilde gaan halen bij de apotheek. Dat wilde ik, dat wilde ik heel graag. Weg uit de situatie, weg bij haar. De vrijheid in die zo gebonden voelt. Ik zat op de HAVO en zat op dansles. Er was een afscheidsfeest en daar wilde en mocht ik naar toe. Wel met de restrictie dat ik om 24.00 uur thuis moest zijn. Het feest was voor mij leuk omdat ik bij de bingo een taart won. Maar die bingo liep uit. Ik was pas om 00.30 uur thuis. Mijn moeder lag weer eens ziek op bed. Ik was blij met de taart maar de angst in mij regeerde. Ik was te laat. Ik kreeg een uitbrander van jewelste. Ze sprak daarna weer drie dagen niet met mij. Het werd zo langzamerhand voor mij ondraaglijk. Nu nog steeds wil ik ten koste van veel altijd op tijd zijn voor afspraken. Een boze, niet pratende, zieke moeder was mijn deel. Weglopen was geen optie. Die verantwoordelijkheid die ik als jonge jongen voelde was killing. Die paste echter helemaal niet bij mijn leeftijd. Ik durfde me niet af te zetten, niet het conflict aan te gaan en nam alle zorgen op mijn schouders. Als je vader overlijdt dan gaat je moeder voor een deel ook dood. Dat schreef ik al eerder. De situatie waar ik en mijn twee zussen in terechtgekomen waren in relatie tot onze moeder was erg ongunstig voor onze eigen ontwikkeling en groei. Een kind moet eigenlijk zoveel mogelijk leeftijdsadequaat kunnen leven. Het kan functioneel zijn om een kind een bepaalde verantwoording te laten dragen, maar het wordt disfunctioneel wanneer die verantwoordelijkheden bovenmatig zijn. Mijn oudste zus heeft daar volgens mij het meeste last van. Zij voelt zich zodanig verantwoordelijk dat ze bijna niet toekomt aan haar eigen leven. En ook wanneer mijn moeder al lang en breed in een bejaardentehuis woont waar alle zorg is blijft dat gevoel er te moeten zijn. Later begreep ik dat dit in de psychologie parentificatie wordt genoemd. Het was een zo onzichtbaar of verborgen wijze van controle houden op mij en de situatie maakte van mij een heel braaf, zorgend jongetje die alsmaar loyaal bleef. Die zich niet wilde hechten, die zijn emoties afschermde en die zijn eigen grenzen niet kon aangeven. De zorg en aandacht was nooit genoeg. Het overhaast volwassen worden was mijn deel. Ik voelde me verantwoordelijk voor de noden van anderen en ik ging zeker geen hulp vragen aan anderen. Tijdens de coaching en therapie die ik in een later stadium aanging kwamen deze zaken keihard terug. Het eigenstandig worden is een belangrijke opgave in mijn leven. Het aan andere mensen uitleggen van ontwikkelingspsychologie, opvoedingsstijlen, groepsdynamica, therapie en coaching is een uitingsvorm voor mij geworden. Ik doe dat met mijn hart en ziel. Ik snap de kinderen en de volwassenen die hier mee te maken hebben gehad. De overdracht en tegen- overdrachtmomenten zijn talrijk in relaties tussen mensen. Ik wil graag begrijpen wat de ander zegt, echt denkt en voelt. Bij een ander onafgemaakte zinnen als signaal van de onderstroom naar verholen pijn oppikken. Een ander centraal blijven stellen en de neiging weerstaan om het over te nemen. Dat waren mijn lessen in communicatie die me zwaar vielen. Het aanleren van een rol als therapeut ging met contant vallen en opstaan gepaard. Frans Halsema heeft hier een prachtig lied over gemaakt. Hij zingt over de relatie tussen een man en een vrouw, waarin de vrouw zonder dat daar woorden voor zijn, de tranen
onder de lach voelt, deze ervaart en kan benoemen. Die mazzel heb ik ook. Wat een geschenk als je die weet te benoemen. Dat is wat ik geleerd heb, dat wat onvoorwaardelijke liefde is. Wat een geschenk. Ik heb dat liedje samen met mijn huidige partner tientallen malen beluisterd. Zo intens.
INNERLIJKE CIRKELS EN HET MEDICIJNWIEL Wat ik in veel situaties heb gemerkt is dat het voor mij belangrijk is om cirkels weer rond te maken. Situaties die zich voordoen, die klaarblijkelijk niet af zijn en later afgemaakt kunnen en mogen worden. Veelal kwam ik daar pas achter op het moment dat er zich een bijzondere situatie voordeed. Het is net alsof ik een tweede kans kreeg om zaken alsnog te realiseren. Ik geef een aantal voorbeelden : Op bijna driejarige leeftijd kreeg ik een soort schok in mijn energetisch veld zonder toen te beseffen wat dat was. Op de vakantie met Maarten naar Amerika kon ik die schok als het binnentreden van niet eigen energie van mijn vader benoemen. Ik heb eerder beschreven hoe belangrijk het was om deze energie los te laten en weer aan mijn vader terug geven. Ik ben bij de politie leidinggevende geweest maar vanwege de reorganisatie in 1992 had ik twee medewerkers te weinig om leidinggevende te blijven en om vervolgens hoofdinspecteur te worden. Ik werd op een lijst geplaatst en of ik nu wilde of niet ik moest wat anders gaan doen. Er werd niet gekeken naar potentie, kennis of vaardigheden, het ging om aantallen mensen aan wie je leiding gaf. Ik kwam uiteindelijk op de afdeling zedenzaken terecht en achteraf gezien bleek dit een enorme gelegenheid om me dat vakgebied eigen te maken. Maar dat moment was voor mij in het innerlijk weten niet klaar als het ging om de leidinggevende aspecten in mezelf. In 2008 werd ik gevraagd om teammanager te worden. Ik heb daar uiteindelijk ja opgezegd en dat is een hele zware tijd geworden. Maar de cirkel voor mij was weer rond. Een ander voorbeeld was dat ik graag bij het arrestatieteam van de rijkspolitie wilde. Ik heb de testen om toegelaten tot de opleiding niet gehaald vanwege fysieke problemen aan mijn knie. Toen ik als student de OVDP opleiding haalde in Zweden was dat wederom voor mij een moment dat de cirkel weer rond was. Als ik die opleiding namelijk haalde dan was ik echt iemand die in zeer hectische situaties toch overzicht kon behouden. Hoe ver kun je gaan ? Al die jaren van de 24e ste juni herdenken en toen op de 50e ste keer in 2009 het samen met mijn oudste zus vieren op de wijze zoals wij het graag wilden was ook zo'n moment. Ik heb echt tientallen van dit soort ‘helende’ momenten in mijn leven gehad met als effect dat ik evenwichtiger werd en meer en meer mijzelf. Als je in een lineaire tijd denkt en leeft dan herken je terugkomende zaken in je leven minder snel. Dan laat je achter wat is geweest. Je geeft dan jezelf niet de gelegenheid een zich herhalende situatie op een andere manier vorm te geven. Ik heb geleerd om in een cyclische tijd te denken en te leven. Ik heb dat vooral geleerd uit de boeken die ik heb gelezen teachings die ik heb ontvangen, zweethutceremonies die ik heb bijgewoond, trance reizen, rituelen, maar vooral de dagelijkse zaken herkennen en deze als zodanig te beleven. Het zijn de ervaringen die lopend over het wiel zich herhalen. Op deze wijze worden patronen en gedragingen van jezelf herkenbaarder. De basis ligt mijns inziens in de beperkte kennis die ik over het medicijnwiel van de Noord-Amerikaanse Indianen dan wel andere varianten uit sjamanistische culturen heb opgedaan. Het denken in cyclische tijd is daarin voor mij essentieel.
Ik heb geenszins de bedoeling om het medicijnwiel te gaan uitleggen. Daar zijn vele boeken over geschreven, waarnaar ik graag naar verwijs. Velen mensen hebben hier een zeer diepgaande studie van gemaakt. Het gaat er mij om de praktische betekenis die het mij heeft gegeven, over mijn positie op het wiel en die mij antwoord gaf op vele vragen in mijn eigen proces. Het medicijnwiel is een levenswijze in die in samenhang is met de natuur en met alle andere levensprocessen. Het is voor mij ook de relatie tot reïncarnatie waarin je telkens weer de mogelijkheid wordt geboden om je ziel weer te helen. Zo op het eerste gezicht lijkt het wiel uit 4 posities te bestaan. Echter je kunt deze posities op een veel dieper niveau verder duiden. Het gaat erom dat je daardoor meer inzichten krijgt in jezelf. Vragen als, ‘wat heb ik laten liggen? Wat heb ik wellicht overgeslagen?’. Ik laat hieronder zien in een schema hoe ik bezig geweest ben met dit wiel en het heb mogen gebruiken tot waar ik nu sta. Ik heb de 4 windrichtingen op mijn wijze vorm gegeven. Met diepe respect aan mijn voorouders, hun kennis, hun zijn. Met speciale dank aan de vader van mijn vader, Hendrik Coenraad naar wie ik vernoemd ben en de vader van mijn moeder die mijn gids in mijn leven is. ‘Mitakuye Oyasin’ (wij zijn allen verwanten) Wanneer ik op deze wijze kijk naar de relatie met mijn vader, wanneer we samen lopen over het medicijnwiel, dan komt er een diep inzicht dat in dit leven mijn vader er voor heeft gekozen om zich maar een korte tijd met mij op een aardse wijze heeft willen verbinden om mij op een andere wijze iets te leren. Wat een prachtig mooi gegeven om er vanuit het cyclisch denken te beseffen dat er herhalingen zullen komen maar dat er ook eerdere karmische relaties tussen ons zijn geweest. Ik kan mij telkens blijven verwonderen over het gegeven dat je telkens weer in situaties terechtkomt om zo weer innerlijk te kunnen groeien. NOORDEN; onbelichaamd, evaluatie, van ziel naar de conceptie nacht, winter, voorouders, zwaan, overzicht, stoppende adem Dick OOSTEN : Lente, olifant, moeder, opkomende zon, inademen ochtend, Ronald ZUIDEN : zon, kracht, volwassen, middag, zomer, vader, spelen, slang, levensadem vader, verantwoording, Cor, Guido WESTEN ; Van ouder naar niet belichaamde, avond, herfst, grootouders, uitademen innerlijk schouwen, losmaken van materie, spin, Nico MIDDEN Liefde, kosmos, tijdloosheid, Maarten, moment tussen in en uitademen ziel, tussenbestaan
TOTEMDIEREN Totemdieren zijn voor mij dieren waarin ik mijzelf vind. Het zijn als het ware mijn magische dieren. Hun gedrag, houding, kleureigenschappen en functie in de natuur zijn voorbeelden voor mij. Elk dier heeft zo zijn eigenschappen die zo specifiek zijn. In de mythologie, kunst, cultuur muziek en spiritualiteit worden dieren vereerd en beschreven. De volgende totemdieren horen heel specifiek bij mij. Zwaan:
gevoelig, emotie, dromen en mystiek, lang leven, bewustwording van je ware schoonheid en deze naar buiten uitdragen, statig, symbool van iets wat niet bestaat, door de uiterlijke schijn je eigen schoonheid zien bij jezelf als anderen, Er moet wel voedsel zijn, correspondeert met het noorden, 1 partner voor het leven, wel 80 jaar oud kunnen ze worden, totem van het kind, de dichter, de mysticus en de dromer, komt veel voor in de mythologie als schoonheid en gratie, gewijd aan de godin van de liefde Aphrodite. Bereid zijn om alles wat de toekomst in petto heeft te aanvaarden zonder te proberen om het grote plan te veranderen. Overgeven en vertrouwen hebben in de toekomst. Schenk aandacht aan je voorgevoelens en diep innerlijk weten, aan je innerlijke vrouw.
Olifant:
oermacht en oerkracht, grootste zoogdier, Ganesja is de hindoegod van wijsheid en welslagen, ijzer sterk geheugen, sterke libidineuze energie, sterke verwantschap met de symboliek en betekenis van wolken, gezichtsvermogen slecht, slurf goed ontwikkeld als reukorgaan, ga je door met zaken ondanks dat ze niet goed ruiken, via de ivoren slagtanden verbonden met zaken op en in de aarde, grote affectie en trouw onder elkaar, zetten zich in voor idealen voor gezin en samenleving, aangeboren koninklijkheid
Slang:
kundalini = opgerolde oerenergie aan de basis van de ruggengraat, dood en wedergeboorte vanwege de huid die afgeworpen wordt, initiatie en wijsheid, genezer en duivel, grote controversen en paradoxen, transformatie en heling, alchemie en genezing, toegang tot nieuwe dimensies van bewustzijn / gezondheid / creativiteit, innerlijk schouwen, kan reizen in diverse dimensies, kan snel, scherp, hard en trefzeker toeslaan, is de bewaker van de transitie en overgang.
Spin:
creativiteit, verbindende schakel en evenwicht tussen verleden en toekomst, het verleden er subtiel te laten herinneren om de toekomst te beïnvloeden, scheppende energie, symbool van scheppen (web), leraar van de taal en magie, meeste spinnen zijn giftig maar ook teer, combinatie van zachtheid en kracht voor succesvolle overleving, mythologisch gezien kennis van het alfabet en creatief in schrijven met toverkracht zodat woorden je in je web vangen.
In de bioscoop zaten slang, olifant, zwaan en spin naast elkaar. Ze keken naar het witte filmdoek. Ze waren met z'n vieren in de kleine filmzaal afwachtend wat voor film ze zien zouden gaan krijgen. Het was een cadeau en verrassing van een goede bekende van alle vier. Ze hadden namelijk gezamenlijk iets bijzonders voor deze goede bekende gedaan. Vlak voordat ze naar de bioscoop gingen had deze bekende nog aangegeven dat hij zo blij was dat ze er alle vier voor hem waren.
‘Ik hoop dat het een film wordt die een goed evenwicht vormt tussen het verleden en toekomst’, zei spin, ‘en dat het een verfilming is van beroemd boek. Ik ben dol op de toverkracht van woorden en zeker als dat vervolgens vorm wordt gegeven in beelden.’ ‘Ik hou veel meer van een Koninklijke film’, zegt olifant, ‘waarin mooie sfeerbeelden van wolken in voor komen, ik kan daar zo lekker op weg dromen, je weet wel van de grote krachtige wolken die zo mooi afsteken tegen het blauw.’ ‘Nou’, zegt slang, ‘ik hoop meer op film met veel energie waarin paradoxen en controversen elkaar afwisselen. Waarin het gaat over strijd en onenigheid, maar ook met een afwisseling van tegenstrijdige situaties.’ Dan staat zwaan op. ‘Kijk’, zei hij, ‘het gaat jullie meer om uiterlijke schijn, ik kijk liever naar wat er diep bij jullie van binnen speelt. En de film is eigenlijk niets want zonder filmdoek is er geen film te zien hoor. Het gaat mij veel meer om waar we nu naar kijken, naar het lege filmdoek, daar kun je alles op projecteren wat je wilt. Het filmdoek echter blijft onbeschreven wit, leeg en vredig. Het filmdoek lijdt ook niet door wat voor film dan ook. Ik kijk liever naar het filmdoek.’ Slang en olifant kijken elkaar aan. Je ziet ze als het ware denken, ‘wij zouden wel een film willen zien met een mooie seksscène.’ Toen begon de film. Het werd een film met dansende dieren alsof er niemand keek, er werd in lief gehad alsof de dieren nog nooit eerder waren gekwetst, er werd in gezongen alsof niemand ze kon horen en er werd in gewerkt alsof ze het geld niet nodig hadden en er werd in geleefd alsof de hemel op aarde was. Terwijl ze genoten van een drankje tijdens de pauze kwam het gesprek op die bekende. ‘Ik vind hem soms wel wat verward vinden jullie ook niet? Het is net alsof hij wat mist, alsof hij op zoek is naar datgene wat er niet meer is’, sprak slang die goed innerlijk kan schouwen. ‘Ik vind hem wel creatief, maar het lijkt wel of dat er niet mag uitkomen’, sprak spin. ‘Wat zou hij daar nou voor nodig hebben, om dat verder te mogen ontwikkelen?’ ‘Ik denk dat hij stiekem een beetje gek op mij is’, sprak olifant. ‘Hij zou wel graag heel diep van binnen mijn oppasser willen zijn. Hij heeft het altijd maar over mijn geheugen en hij maakt grapjes over dat ik zeker een knoop in mijn slurf kan leggen.’ ‘Ik denk dat hij dat dichten en het mystieke meer mag ontwikkelen, dan komt hij veel meer tot zijn recht. Ik stel voor dat we hem daarmee gaan helpen’, sprak zwaan. ‘Als we onze krachten bundelen dan komen we vast tot een goed plan.’ De tweede helft van de film begon en het kwartet ging naar hun plaats. De film ging verder over een innerlijk kind dat wandelt over een medicijnwiel met 7 windrichtingen. Een kind die lopend over dat levenswiel heel veel ervaringen opgedaan heeft en veel heeft geleerd. Een kind dat zich onbegrepen, onzeker en eenzaam voelde. Een kind dat behoefte heeft aan aanraken, delen, eenheid en erkenning, aan harmonie, respect en mededogen. De dieren waren ontroerd van datgene wat het witte filmdoek hun liet zien. En zeker ook zwaan, zij kon gedurende de film ook nog het witte filmdoek blijven zien al was dat soms wel wat moeilijk voor haar. In een grote Amerikaanse auto werden ze opgehaald. Dat had die goede bekende ook nog voor hen geregeld. Ze mochten alle vier op de voorbank zitten. Ze genoten nog na van de film. Ze hadden het over de brommende achtcilinder. Het comfort en het bijzondere naast elkaar te kunnen zijn in harmonie. Het werd een veilige reis terug naar hun eigen wereld.
Dankwoord ; Allereerst Trudy van Batenburg, ik ben zo blij dat ik je in dit leven weer opnieuw ontmoet. Dat we samen thema's kunnen vervolgen wat in vorige levens niet is gelukt. Ik wil je danken voor alle nachten praten, zoveel geduld en liefde. Wat een fantastische vrouw ben je. Je bent een van de weinigen die achter mijn lach de tranen ziet omdat je leeft vanuit grote liefde. Dank voor alles wat je voor Merel doet. Je grootste cadeau is dat ze je met zoveel liefde mama noemt. Je bent een voorbeeld voor heel veel vrouwen en moeders. Dank dat je trots op me bent en van me houdt om degene die ik ben en niet om wat ik doen. Dan Merel mijn bloedeigen dochter, dank je wel dat je er weer voor mij bent en dat ik er weer voor jou mag zijn. Dat jij de start geweest bent om liefde weer toe te laten in mezelf. Ik geniet zo van je als je zingt en piano speelt. Wat een rijkdom. Dan mijn vrienden Dick, Cor, Ronald, Guido en niet op de laatste plaats Maarten Oversier. Dank voor het altijd weer welkom met Arjanne en jullie gezin op `Stille Wille `Het is een groot voorrecht voor mij om te voelen en te ervaren wat het is als je echte vrienden hebt. Ik wil al mijn leidinggevenden en pseudo-vaders bedanken dat ze er voor mij waren op welk niveau en met wat voor bedoelingen ook. Ik heb veel van jullie geleerd. Het was soms naar(?) maar ook in die processen ging het om mijn innerlijke groei. Mijn ooms en tantes en voorouders. Speciaal woord van dank aan mijn oudste zuster El. Je bent zo over je eigen grenzen heen gegaan in ons gezin om het gemis van papa op te vangen. Dan al mijn cursisten en cliënten, ik heb ook zoveel van jullie geleerd. Jullie waren mijn spiegels en triggers, dank voor het vertrouwen wat jullie in mij hebben gehad. Dan mijn moeder, dank dat ik 9 maanden zo dicht bij je ben geweest. Dank dat je mij door middel van jouw lichaam voortgebracht hebt. Ik wens je een goede reis met veel licht. Ook jij bent een kind van God. Een dankwoord is vaak het terugkijken op datgene wat is geweest. Er zijn nog zovelen om mij heen waar ik mee verder wil en kan zoals de kinderen van Trudy en hun partners. Een kosmisch dankwoord aan mijn avontuurlijke en kunstzinnige vader die ik kan liefhebben en kan haten, om wie ik kan lachen en om wie ik kan huilen. Die ik altijd zal missen en weer terug zal zien om cirkels weer rond te maken. Waar ik contact mee heb en steeds beter leer begrijpen. Dank voor je oneindige voorbeelden die je me gaf. Dank je wel dat ik mede door jouw zo geworden ben als degene die ik nu ben. Coen. LITERATUURLIJST
Luisteren naar dieren Ted Andrews ISBN 90 230 0929 0
Werken met het levenswiel Daan van Kampenhout ISBN 90 6963 644 1
De zonnedansers Bertien van Woelderen ISBN 978 90 489 0038 1
Het tibetaans boek van leven en sterven
Sogyal Rinpoche ISBN 90 6325 441 5
Cirkels van de evolutie Albert Harms ISBN 90 73798 33 7
Dood Elisabeth Kübler-Ross ISBN 902630339 4
Stop met aardig zijn J.J. Assembourg ISBN 9077942161
Geweldloze communicatie M.B. Rosenberg ISBN 9 789056 378547
Toward a theory of schizophrenia G. Bateson ISBN 0 375 70510 4
De pragmatische aspecten van de menselijk communicatie Paul Watzlawick ISBN 9060012186