> Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag
Stichting Pieter Vermeulen Museum W.B. Bosch Driehuizerkerkweg 34D 1985 EL DRIEHUIS
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378 61 39
[email protected]
Onze referentie Aanvraagnummer FF/75A/2014/006
Datum 29 oktober 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet
Bijlagen 2
Geachte heer Bosch, Op 29 januari 2014 heb ik uw aanvraag voor een ontheffing voor “Museale en educatieve functie Pieter Vermeulen Museum” ontvangen. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing. Beslissing Ik heb besloten uw aanvraag goed te keuren. Hierbij verleen ik u de ontheffing die u heeft aangevraagd van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 13, lid 1, van de Flora- en faunawet voor zover dit betreft het vervoeren en onder zich hebben van producten van planten, behorende tot een beschermde inheemse plantensoort en het vervoeren en onder zich hebben van producten van dieren en eieren, behorende tot een beschermde inheemse of uitheemse diersoort, voor onderwijs. Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 29 oktober 2014 tot en met 28 oktober 2019. Hieronder vindt u de redenen voor mijn besluit. Aanvraag U vraagt ontheffing aan voor het gebruik van een collectie producten van planten, behorende tot een beschermde inheemse plantensoort en een collectie producten van dieren en eieren, behorende tot een beschermde inheemse of uitheemse diersoort. De collectie wordt gebruikt voor educatieve doeleinden van het Pieter Vermeulen Museum. Het Pieter Vermeulen Museum is zowel een natuurhistorisch museum als een centrum voor natuur- en milieu-educatie. Met de collectie wilt u de bewustwording van mensen over natuur, milieu en landschap vergroten en natuur- en milieuvriendelijk gedrag stimuleren. Het bezit van een representatieve collectie van met name de natuur in het westelijk kustgebied, is hiervoor essentieel. Ook worden producten uit de collectie uitgeleend aan scholen en andere educatieve centra.
Pagina 1 van 6
Toelichting
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Relevante wet- en regelgeving In de bijlage kunt u de relevante wet- en regelgeving lezen.
Datum 29 oktober 2014
Ontheffing Uit de relevante wet- en regelgeving blijkt dat de aangevraagde ontheffing alleen kan worden verleend als: • De gunstige staat van instandhouding van de soort niet in het geding is; • Er geen andere bevredigende oplossing bestaat; • De ontheffing aangevraagd wordt ten behoeve van onderzoek en onderwijs, repopulatie en herintroductie.
Onze referentie Aanvraagnummer FF/75A/2014/006
De collectie is verkregen door schenkingen van particulieren, zelf gevonden of aangekocht. De herkomst is niet meer aan te tonen. Het Pieter Vermeulen Museum doodt, verontrust of beschadigt zelf geen beschermde soorten en zet derden daar ook niet toe aan. Van de dode dieren die worden verkregen, mag aangenomen worden dat deze een natuurlijke dood zijn gestorven, of in ieder geval buiten de schuld of medeweten van de ontheffinghouder. De gunstige staat van instandhouding is niet in het geding. Het gebruik van de collectie voor de educatieve doeleinden mag gezien worden als de juiste oplossing. Ontheffingstermijn U vraagt ontheffing aan voor onbepaalde tijd. De maximale termijn waarvoor een ontheffing mag gelden bedraagt echter vijf jaar. Dit houdt in dat het einde van de ontheffingperiode op 28 oktober 2019 wordt gesteld. Conclusie Gelet op het bovenstaande verleen ik u ontheffing voor het gebruik van een collectie beschermde inheemse en uitheemse planten- en diersoorten. Bezwaar Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na verzending van deze brief digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen. Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via mijn.rvo.nl. Om in te loggen heeft u uw gebruikerscode en wachtwoord nodig, voor de ondertekening een TAN-code. Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, afdeling Juridische Zaken, Postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Bij het indienen van een digitaal bezwaarschrift vragen wij u naar een aantal gegevens uit deze brief. Maakt u schriftelijk bezwaar, vermeld in uw bezwaarschrift dan in ieder geval onze referentie en de datum van de beslissing waartegen u bezwaar maakt. U vindt dit nummer in de rechter kantlijn in deze brief. Op mijn.rvo.nl vindt u meer belangrijke informatie over het digitaal en schriftelijk indienen van een bezwaarschrift.
Pagina 2 van 6
Meer informatie?
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Heeft u nog vragen, kijk dan op onze website mijn.rvo.nl. Of bel ons: 088 042 42 42 (lokaal tarief).
Datum 29 oktober 2014
Met vriendelijke groet,
Onze referentie Aanvraagnummer FF/75A/2014/006
De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze:
Marco Klaassen Teammanager Vergunningen
Pagina 3 van 6
Relevante wet- en regelgeving Flora- en faunawet Artikel 2 1. Een ieder neemt voldoende zorg in acht voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving. 2. De zorg, bedoeld in het eerste lid, houdt in ieder geval in dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten voorzover zulks in redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voorzover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken.
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Datum 29 oktober 2014 Onze referentie Aanvraagnummer FF/75A/2014/006
Artikel 3 1. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen als beschermde inheemse plantensoort worden aangewezen plantensoorten die van nature in Nederland voorkomen en die: a. in hun voortbestaan worden bedreigd of het gevaar lopen in hun voortbestaan te worden bedreigd; b. niet noodzakelijkerwijs in hun voortbestaan worden bedreigd of dat gevaar lopen, doch ter bescherming waarvan maatregelen noodzakelijk zijn ter voorkoming van overmatige benutting; c. uit Nederland zijn verdwenen doch ten aanzien waarvan gerede kans op terugkeer bestaat of d. zodanige gelijkenis vertonen met soorten die zijn aangewezen op grond van het bepaalde in de onderdelen a, b of c, dat aanwijzing ervan noodzakelijk is ter bescherming van die soorten. 2. De aanwijzing van een plantensoort als beschermde inheemse plantensoort geschiedt in afwijking van het bepaalde in het eerste lid bij ministeriële regeling indien die aanwijzing noodzakelijk is ter uitvoering van internationale verplichtingen of bindende besluiten van organen van de Europese Unie of andere volkenrechtelijke organisaties.
Artikel 4 1. Als beschermde inheemse diersoort worden aangemerkt: a. alle van nature in Nederland voorkomende soorten zoogdieren, met uitzondering van gedomesticeerde dieren behorende tot bij algemene maatregel van bestuur aangewezen soorten en met uitzondering van de zwarte rat, de bruine rat en de huismuis; (…) Artikel 4 2. Als beschermde inheemse diersoort worden aangemerkt: (…) b. alle van nature op het Europese grondgebied van de Lid-Staten van de Europese Unie voorkomende soorten vogels met uitzondering van gedomesticeerde vogels behorende tot bij algemene maatregel van bestuur aangewezen soorten; (…)
Pagina 4 van 6
Artikel 4 3. Als beschermde inheemse diersoort worden aangemerkt: (…) c. alle van nature in Nederland voorkomende soorten amfibieën en reptielen (…)
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Datum 29 oktober 2014 Onze referentie Aanvraagnummer FF/75A/2014/006
Artikel 4 4. Als beschermde inheemse diersoort worden aangemerkt: (…) d. alle van nature in Nederland voorkomende soorten vissen, met uitzondering van de soorten waarop de Visserijwet 1963 van toepassing is. (…) Artikel 4 2. Als beschermde inheemse diersoort kunnen voorts bij algemene maatregel van bestuur worden aangewezen diersoorten die van nature in Nederland voorkomen en die: a. in hun voortbestaan worden bedreigd of het gevaar lopen in hun voortbestaan te worden bedreigd; b. niet noodzakelijkerwijs in hun voortbestaan worden bedreigd of dat gevaar lopen, doch ter bescherming waarvan maatregelen noodzakelijk zijn ter voorkoming van overmatige benutting; c. uit Nederland zijn verdwenen doch ten aanzien waarvan gerede kans op terugkeer bestaat of d. zodanige gelijkenis vertonen met soorten die zijn aangewezen op grond van het bepaalde in de onderdelen a, b of c, dat aanwijzing ervan noodzakelijk is ter bescherming van die soorten. 3. De aanwijzing van een diersoort als beschermde inheemse diersoort geschiedt in afwijking van het bepaalde in het tweede lid bij ministeriële regeling indien die aanwijzing noodzakelijk is ter uitvoering van internationale verplichtingen of bindende besluiten van organen van de Europese Unie of andere volkenrechtelijke organisaties. (…) Artikel 5 1. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen als beschermde uitheemse plantensoort of beschermde uitheemse diersoort worden aangewezen plantensoorten onderscheidenlijk diersoorten die niet van nature in Nederland voorkomen en die: a. in hun voortbestaan worden bedreigd of het gevaar lopen in hun voortbestaan te worden bedreigd, dan wel die zodanige gelijkenis vertonen met bedoelde soorten dat aanwijzing ervan noodzakelijk is ter bescherming van die soorten, of b. niet noodzakelijkerwijs in hun voortbestaan worden bedreigd of dat gevaar lopen, doch ter bescherming waarvan maatregelen noodzakelijk zijn ter voorkoming van overmatige benutting, dan wel die zodanige gelijkenis vertonen met bedoelde soorten dat aanwijzing ervan noodzakelijk is ter bescherming van die soorten. (…)
Pagina 5 van 6
Artikel 13 1. Het is verboden: a. planten of producten van planten, of dieren dan wel eieren, nesten of producten van dieren, behorende tot een beschermde inheemse of beschermde uitheemse plantensoort onderscheidenlijk een beschermde inheemse of beschermde uitheemse diersoort, b. te koop te vragen, te kopen of te verwerven, ten verkoop voorhanden of in voorraad te hebben, te verkopen of ten verkoop aan te bieden, te vervoeren, ten vervoer aan te bieden, af te leveren, te gebruiken voor commercieel gewin, te huren of te verhuren, te ruilen of in ruil aan te bieden, uit te wisselen of tentoon te stellen voor handelsdoeleinden, binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen of onder zich te hebben.
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Datum 29 oktober 2014 Onze referentie Aanvraagnummer FF/75A/2014/006
Artikel 75 (…) 3. Onze Minister kan, voorzover niet overeenkomstig artikel 68 van deze wet door gedeputeerde staten ontheffing is of kan worden verleend, ontheffing verlenen van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 8 tot en met 15a, 15b, tweede lid in samenhang met het eerste lid, 16, 17, 18, 50, 51, 52, 53, 58, 59, tweede lid, 64, tweede lid, en 72, vijfde lid. (…) 5. Vrijstellingen en ontheffingen worden tenzij uitvoering van internationale verplichtingen of bindende besluiten van organen van de Europese Unie of andere volkenrechtelijke organisaties noodzaakt tot het verlenen van vrijstelling of ontheffing om andere redenen, slechts verleend indien geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort. 6. Onverminderd het vijfde lid, worden voor soorten genoemd in bijlage IV van richtlijn 92/43/EEG, voor soorten vogels als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, en voor bij algemene maatregel van bestuur aangewezen beschermde inheemse dier- of plantensoorten vrijstelling of ontheffing slechts verleend wanneer er geen andere bevredigende oplossing bestaat: a. ten behoeve van onderzoek en onderwijs, repopulatie en herintroductie, alsmede voor de daartoe benodigde kweek, met inbegrip van de kunstmatige vermeerdering van planten; (…)
Pagina 6 van 6
ONTHEFFING Naar aanleiding van het verzoek van de heer W.B. Bosch op 29 januari 2014, namens de Stichting Pieter Vermeulen Museum gelet op artikel 75, lid 3, 5 en 6, onderdeel a van de Flora- en faunawet Verleent de Staatssecretaris van Economische Zaken hierbij aan: Naam: Stichting Pieter Vermeulen Museum (hierna: ontheffinghouder) Adres: Driehuizerkerkweg 34D Postcode en woonplaats: 1985 EL DRIEHUIS Ontheffing FF/75A/2014/006 voor het tijdvak van: 29 oktober 2014 tot en met 28 oktober 2019 Van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 13, lid 1, van de Flora- en faunawet voor zover dit betreft het vervoeren en onder zich hebben van producten van planten, behorende tot een beschermde inheemse plantensoort en het vervoeren en onder zich hebben van producten van dieren en eieren, behorende tot een beschermde inheemse of uitheemse diersoort, voor onderwijs. De ontheffing geldt voor geheel Nederland. Aan deze ontheffing zijn de volgende voorwaarden verbonden: 1.
Het bestuur van de ontheffinghouder dient toe te zien op de strikte naleving van deze ontheffing met de daarin vermelde voorwaarden.
2.
De ontheffinghouder dient alle door of namens de Staatssecretaris van Economische Zaken verstrekte of nog te verstrekken aanwijzingen in verband met de uitvoering van deze ontheffing nauwkeurig op te volgen.
3.
Voor het verrichten van de in deze ontheffing genoemde handelingen, voor wat betreft artikel <noem artikel 13, lid 1, van de Flora- en faunawet, mogen vaste medewerkers van de ontheffinghouder middels een machtiging gebruik maken van deze ontheffing. Indien de ontheffinghouder een ander dan een vaste medewerker machtigt, dan dient de ontheffinghouder een kopie van de verleende machtiging aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, Postbus 19530, 2500 CM Den Haag te zenden. De machtiging vermeldt in ieder geval de volgende gegevens: a) volledige naam, adres, woonplaats en geboortedatum van degene aan wie de machtiging is verleend; b) soort(en) en eventuele aantallen waarvoor de machtiging geldt; c) kwalificaties met betrekking tot deskundigheid op het gebied van beschermde soorten; d) de handelingen die mogen worden verricht; e) plaats(en) waar de handelingen mogen worden verricht; f) periode waarvoor de machtiging geldt; g) naam en handtekening ontheffinghouder; h) het nummer van de ontheffing die aan de ontheffinghouder is verleend.
4.
Gemachtigden dragen bij het verrichten van de handelingen waarvoor de ontheffing verleend is de machtiging bij zich. Deze machtiging dient te zijn gehecht aan een kopie van deze ontheffing.
FF/75A/2014/006 1 van 2
Gemachtigden dienen de machtiging op eerste vordering te tonen aan een bevoegd controleur of opsporingsambtenaar. 5.
De aangegeven handelingen mogen uitsluitend worden verricht voor educatieve doeleinden volgens het bij de aanvraag gevoegde activiteitenplan.
6.
Het is uitdrukkelijk niet toegestaan de collectieproducten te gebruiken voor commerciële doeleinden.
7.
Producten van beschermde dier- en plantensoorten aangeboden, ná het verlenen van deze ontheffing, te weten 29 oktober 2014 mogen alléén aangenomen worden in overeenstemming met het in de Flora- en faunawet gestelde.
8.
De ontheffing van verbodsartikelen genoemd in artikel 13, lid 1, van de Flora- en faunawet, voor zover dit betreft het vervoeren en onder zich hebben van producten van beschermde dier- en plantensoorten geldt uitsluitend indien in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 338/97, Verordening (EG) nr. 1158/2012 en Verordening (EG) nr. 792/2012 gehandeld wordt.
9.
De ontheffinghouder dient een overzicht van de in het voorgaande jaar verworven producten van de ontheffinghouder zelf en van de gemachtigden in de maand januari van ieder jaar te zenden aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, Postbus 19530, 2500 CM Den Haag.
10.
Deze ontheffing kan bij het niet of niet voldoende naleven van de voorwaarden worden ingetrokken.
Den Haag, 29 oktober 2014
De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze:
Marco Klaassen Teammanager Vergunningen
FF/75A/2014/006 2 van 2