M a r k t l e i d e r
i n
o n d e r n e m e n d
T w e n t e .
| Twentevisie | Jaargang 17 | Nummer 9 | november 2005 |
Oud-schaatskampioen en marketeer Hein Vergeer:
“Ik houd ondernemers een spiegel voor” | Twentevisie | Jaargang 17 | Nummer 9 | november 2005 |
colofon
| inhoud
commentaar | jan medendorp
Victor Doorn 4
Hein Vergeer maakt carrière na de topsport
7
Bouwe Bekking kapitein voor Spaanse koning
10
Rabobanks Tip van de Week
13
Memphis tijdens Expo on Horse
15
Column Personeel en Organisatie
17
Twentse autodealers gunnen elkaar niets
18
Willem van den Heuvel: ‘mister combiterminal’
21
Column Financieel Accent
23
Nieuws en Feiten
26
Alfons Wispels gelooft in de wind
31
Column Online Strategie
33
Netwerken via internet
34
Beeldverslag Memphis
37
Column Personeelsmarketing
39
Ferm produceert in China, verkoopt in Europa
40
John van ’t Schip moet FC Twente dankbaar zijn
45
Column Vastgoed
47
Onroerend Goed Transacties
49
IKTelgids
4
Hein Vergeer, marketeer
Als schaatser heeft hij een indrukwekkende loopbaan achter de rug, waarbij hij als een van de eersten zijn commerciële nek uitstak, maar nog niet echt veel verdiende. Tegenwoordig maakt hij zijn bekendheid te gelde als adviseur voor bedrijven op het gebied van marketing en communicatie. Een carrière na de topsport.
26
Alfons Wispels, Don Quichotte
Als directeur van de Raedthuys Groep bouwt en plaatst hij windmolens en zoekt daarvoor investeerders. Vorig jaar nog met veel succes gezien het rendement van ruim 140%, maar nu is dat percentage gedaald tot 17. En dat baart hem meer zorgen dan de 35.000 vogels die per jaar sneuvelen in de wieken.
40
John van ’t Schip, bondscoach
58
Actieplan Innovatieplatform Twente
60
Toppers geven les in innovatie
61
Susanne Piët ziekt het in de emotie
62
Duizend innoverende studenten
64
Onderhoud geeft toegevoegde waarde
67
Scope en IKT-nieuws
68
Twente Agenda
58
Innovatieplatform Twente
Wim Meijer presenteerde tijdens de jaarvergadering van IKT het actieplan dat door het Innovatieplatform Twente is ontwikkeld. Hij verwacht dat alle ‘partijen’ (ondernemers, overheden en onderwijs- en onderzoeksinstellingen zich daar achter zullen stellen. Met dit plan in de hand kan Twente alle subsidiekanalen openen.
• Rijvaardigheidstrainingen
Destijds was hij trainer van FC Twente, tegenwoordig is hij bondscoach van het Nederlands Elftal, aan de zijde van werk- en boezemvriend Marco van Basten. Voor die stap in zijn carrière is hij zijn vroegere werkgever dankbaar, want in Enschede heeft hij de lessen geleerd die richting aan zijn (werktechnische) leven hebben gegeven. Zonder de bagage van toen zou hij niet de trainer zijn geworden die hij nu is.
070 314 78 39 anwb.nl Test- en Trainingscentrum
Colofon Twentevisie is een onafhankelijk economisch magazine dat maandelijks (m.u.v. juli/augustus) verschijnt voor ondernemers in Twente. In dit blad zijn onder meer verhalen opgenomen van inter views die hebben plaatsgehad in het economische programma ‘Memphis’ dat elke eerste zaterdag van de maand wordt uitgezonden via Radio Oost. De opnames vinden op dinsdag daaraan voorafgaand plaats in de TOS-ruimte van het Arke Stadion in Enschede. Daarnaast fungeert Twentevisie als officieel mededelingenorgaan voor deelnemers van de Industriële Kring Twente. Uitgever MediaSales Nederland bv., Anninksweg 50, Hengelo, Postbus 702, 7550 AS Hengelo, Telefoon 074 - 245 52 52, Fax 074 - 250 35 13, E-mail:
[email protected], Website: www.twentevisie.nl Directie André Odding Bladmanagers Anno Oude Engberink, Marion Kosterink Redactie Jan Medendorp (hoofdredacteur), Mar tin Steenbeeke, Eric Brinkhorst (fotografie), Jaap Baar t (fotografie columns) Redactie IKT Niko Wind, Saskia Rikhof-Slot, Jaap Baar t (fotografie) Secretariaat IKT Hengelosestraat 585, Postbus 5501, 7500 GM Enschede, Telefoon 053-48 49 980, Fax 053 - 48 49 985 E-mail:
[email protected], Website: www.ikt.nl Adver tentie-exploitatie MediaSales Nederland bv., Karin Welberg, Aleid Kluivers, Telefoon 074 - 245 52 52, Fax 074 - 250 35 13, E-mail:
[email protected] Adver tentiemateriaal aan MediaSales Nederland bv., Postbus 702, 7550 AS Hengelo Acquisitie IKTelgids Lidy Busscher Privé-abonnementen Kosten: � 35 per jaar (10 nummers). Opgave: alleen per fax 074 - 250 35 13 of E-mail:
[email protected] Basis lay-out & vormgeving TerZake. reclameadvies, Hengelo Druk Roelofs, Enschede Cover foto Eric Brinkhorst Oplage De oplage bedraagt ongeveer 6.500 exemplaren en wordt verspreid onder IKT-deelnemers, bedrijven met meer dan 5 werknemers, en zogenoemde ‘decision makers’. Ar tikelen uit deze uitgave mogen niet zonder toestemming van de uitgever worden overgenomen. Aan de inhoud van dit blad kunnen geen rechten worden ontleend. © MediaSales Nederland bv
2
Twentevisie 09/2005
Twentevisie 09/2005
In het januarinummer van Twentevisie twee jaar geleden stonden verhalen en inter views met Bram Hulshof (die afscheid nam van de Kamer van Koophandel) en Victor Doorn, de nieuwe voorzitter. Met de komst van Doorn kreeg de Kamer een totaal andere man. De man met de aardappel in de keel werd opgevolgd door de man met de patatzak in de hand. Opgegroeid in een middenstandsmilieu heeft Doorn zijn jongensdromen (een motor en een Porsche) op latere leeftijd gerealiseerd. En recentelijk bleek dat Doorn is weggepest uit Twente. Ik kan geen andere omschrijving bedenken als ik die zeurverhalen van andere bestuursleden hoor. En iedereen verschuilt zich achter de unanimiteit van de beslissing. Tijdens zijn aanstelling zei Doorn ‘in een opgemaakt bedje’ terecht te zijn gekomen. Dat heeft hij dan aardig door elkaar gewoeld in twee jaar tijd. Het probleem van Doorn is dat mensen achter zijn rug andere dingen zeggen dan recht in zijn gezicht. En als dan iemand aanmerkingen durft te maken in een rechtstreeks gesprek dan zeggen ze altijd dat ze van anderen horen dat… En vul de onzin maar in. Voor de bühne is iedereen elkaars vriendje in Twente, zijn de dames en heren het volledig met elkaar eens. Maar zodra de bijeenkomst is afgelopen, gaat iedereen weer volledig zijn eigen weg en blijft sneren veelal de beste kwaliteit van veel ondernemers en bestuurders in Twente. Doorn zal waarschijnlijk terugkeren naar Wegener. Althans, hij zei in januari 2004 dat als hij twee jaar later niet herkozen zou worden hij weer aan de slag zou gaan bij zijn vroegere werkgever. ‘Ik heb nog onvoldoende VUT-rechten opgebouwd’, zei hij eerlijk. Net zoals hij eerlijk was dat hij niet financieel onafhankelijk was. ‘Ik heb altijd alles opgemaakt’. Bij Wegener kan hij weer flink aan de bak, want ze zijn daar erg druk met tabloids en beursjes. Bij de uitgever van onder meer Tubantia en De Stentor is nauwelijks nog bekend wie de abonnee is (ze lopen met bosjes weg) en wat hij of zij wil lezen. Voor Twente is het vertrek van Doorn te betreuren. Ik herinner me een inter view met hem waarin hij verdedigde dat zijn directeur Van Ingen het allerhoogste salaris genoot van alle Kamer-directeuren in Nederland. Dat deed hij helder, duidelijk en eerlijk. Maar ja, op zulke kwaliteiten zit het KvK-bestuur in Twente niet te wachten. Die Hema-types zouden het liefste per direct terugkeren in de tijd van de textielbaronnen. Niemand hoefde toen wat aan het plebs uit te leggen. Benieuwd wie nu het bedrijfsleven in Twente gaat vertegenwoordigen.
3
‘Als ondernemer heb je wat meer overlevingskansen’
interview | hein vergeer
Hein Vergeer deelt zijn
ervaring met bedrijfsleven leven wat meer overlevingskansen? Vergeer kan het weten. Niet dat hij gefaald heeft als topsporter, integendeel, maar door na zijn carrière de overstap te maken naar het bedrijfsleven kan hij zich een mening vormen over beide werelden.
‘Er kan heel veel fout gaan in een bedrijf, en vaak denken ondernemers dat het alleen bij hen gebeurt’ Vergeer werkte in de sportmarketing, stond jarenlang aan het hoofd van een groot marketingcommunicatiebureau en was betrokken bij de organisatie van grote evenementen zoals de opening van de Amsterdam Arena en het VVCS Profvoetbalgala. Momenteel is hij zelfstandig adviseur op het gebied van marketing en pr. En hij is in te huren voor lezingen. Ondernemers kunnen gebaat zijn bij de mening van een extopsporter, vindt Vergeer. “Ik houd ondernemers een spiegel voor. Er kan heel veel fout gaan in een bedrijf, en vaak denken ondernemers dat het alleen bij hen gebeurt. Maar het gebeurt overal, in de sport en in het bedrijfsleven.”
Boodschap Weten wat je wel en niet kunt, niet bang zijn om fouten te erkennen; Vergeer praat uit ervaring, sportief en zakelijk. Want zijn eigen marketingbureau, Vergeer en Waardenburg, dat hij in 1997 oprichtte, deed hij in 2002 weer van de hand omdat het hem met 35 werknemers over de schoenen liep. “Op dat moment stoot je je kop, maar ik heb uit de sport geleerd dat je grenzen moet aanvaarden. Op zo’n moment doe je er verstandig aan om een knoop door te hakken.” Vergeer is momenteel een kleine zelfstandige, net zoals vroeger als topsporter. Hij adviseert een viertal ondernemingen, waaronder het beursgenoteerde Antonov, op het gebied van pr en marketing. Dat zijn bekende Nederlanderschap hem geen windeieren legt, ontkent Vergeer niet maar het is onzin om te
Hein Vergeer was te gast tijdens het ondernemerscafé Memphis en later bij een relatieavond van het Enschede Visie. “Ik heb uit de sport geleerd dat je je grenzen moet aanvaarden”
(door Martin Steenbeeke) Johan Cruyff doet het, Arnold Vanderlyde, René van der Gijp en ook Hein Vergeer. Het is opvallend hoe vaak oud-topsporters hun ervaringen willen delen met het bedrijfsleven. Maar Vergeer teert op meer dan zijn naamsbekendheid als extopschaatser. De oud-Wereld en –Europees kampioen is na zijn schaatscarrière gaan
4
werken in het bedrijfsleven en kan daardoor over beide werelden meepraten. “Ik heb uit de sport geleerd dat je je grenzen moet aanvaarden.” Vergeer geeft motivatielezingen voor bedrijven en is zelfstandig communicatieadviseur op het gebied van marketing en public relations. Vergeer was onlangs te gast bij het radioprogramma Memphis.
Op de vraag wat de overeenkomsten zijn tussen een topsporter en topondernemer hoeft Hein Vergeer niet lang na te denken “Een groot uithoudingsvermogen, een goede mentaliteit en het vermogen om zaken op te pikken en toe te passen op jezelf of je onderneming.” En het verschil? “De sporter staat continu in de etalage. Als je faalt, dan ben je weg. Als ondernemer heb je in het bedrijfsTwentevisie 09/2005
veronderstellen dat hij alleen kan drijven op zijn naamsbekendheid. ”Die bedrijven willen een serieuze boodschap naar voren brengen. Het is leuk dat ik op recepties en partijen het woord kan voeren, maar tegelijkertijd zorg ik er wel voor dat er een hele organisatie beschikbaar is die de boodschap uit kan dragen. Ik coördineer bijvoorbeeld tussen de verschillende pr-bureaus.”
25.000 gulden Vergeer is niet op zijn mondje gevallen. Al tijdens zijn schaatscarrière lag hij geregeld in de clinch met de schaatsbond, bijvoorbeeld over de magere verdiensten. In het jaar dat hij Wereld-, Europees en Nederlands kampioen werd, ontving Vergeer van de KNSB 25.000 gulden, een éénmalige vergoeding waar ook nog eens de belasting haar begerige blik op liet vallen. “Ik trainde zes, zeven uur per dag. Ik kreeg geen uitkering omdat ik niet beschikbaar was voor de arbeidsmarkt, dus eigenlijk moest ik van dat bedrag zien rond te komen.” Nu zijn er fatsoenlijke basissalarissen voor leden van de kernploeg en worden er bij de commerciële teams salarissen betaald waar directeuren in het bedrijfsleven jaloers op kunnen worden. “De toppers zitten rond de vier ton,” weet Vergeer. De credits voor de professionalisering van de schaatssport geeft hij aan Rintje Ritsma. “Die heeft rechtszaken gevoerd tegen de bond om voor een commerciële ploeg te kunnen schaatsen.” Schaatsen is slechts ‘een wereldsport in Nederland’ maar nog altijd zijn er bedrijven die het de moeite waard vinden om hun naam voor relatief veel geld te verbinden aan het schaatsen. “Voor imagebuilding en relatiemarketing is het een goede sport,” zegt Vergeer. Op de vraag welke sport geschikt is voor welk bedrijf valt volgens Vergeer geen eenduidig antwoord te geven. “Dat hangt van je doelstelling af. Wil je naamsbekendheid, dan kijk je naar tv-genieke sporten. Er zijn bij de NOS extra mogelijkheden nu het voetbal naar Talpa is gegaan maar er
hoort wel een aantal zaken bij. Het is leuk om ergens geld in te stoppen maar je moet het breder trekken. Neem bijvoorbeeld de hockeysport, enorm in opkomst, maar als je een club gaat sponsoren moet je ook zorgen dat de structuur bij de club goed is en kan groeien.”
Hobby Direct na zijn schaatscarrière trad Vergeer bij All Weather Sport in dienst om later over te stappen naar Referee Sportsmarketing. Hij deed dit met de overtuiging dat sportsponsoring een integraal onderdeel moet zijn van de totale marketingcommunicatie van een bedrijf. “Als sporter merkte ik al dat communicatie rond sportsponsoring teveel neerkwam op een hobby van bepaalde personen.” Maar Vergeer moest concluderen dat Nederland daar toen nog niet klaar voor was. “Ik heb een aantal malen flink mijn neus gestoten door tegen sponsors te zeggen dat ze beter andere dingen konden doen met hun centen. We hebben geprobeerd sportsponsoring te professionaliseren maar eigenlijk waren we hier in Nederland te vroeg mee. Dat klinkt arrogant, maar zo is het niet bedoeld.”
‘Ik heb uit de sport geleerd dat je je grenzen moet aanvaarden. Op zo’n moment doe je er verstandig aan om een knoop door te hakken.’ “De laatste tijd constateer ik dat sportsponsoring steeds volwassener wordt. Er wordt steeds meer gekeken naar wat een bedrijf terug krijgt voor de centen die erin gestoken worden.” De tijd van een suikeroom die voor eigen eer en glorie een club sponsort en in zijn ééntje een club overeind houdt, ligt achter ons, maar is nog niet helemaal voorbij, constateert Vergeer. “Kijk naar Dirk Scheringa bij AZ. Maar hij heeft wel een visie. Hij brengt zijn bedrijf voor het voetlicht en geeft het een sportief imago.” ■
Hein Vergeer (1961) is tweevoudig Wereld- en Europees kampioen allround schaatsen. Hij veroverde die titels in de jaren 1985 (Hamar) en 1986 (Inzell). In 1986 werd hij, nog vóór tweevoudig elfstedentochtwinnaar Evert van Benthem, gekozen tot Sportman van het Jaar. De absolute bekroning, een Olympische medaille, ontbreekt. Vergeer nam deel aan de Olympische Spelen van Sarajevo in 1984 en Calgary in 1988 maar viel beide keren op drie afstanden (500, 1000 en 1500 meter) ruim buiten de prijzen. “Sarajevo was onder het motto ‘deelnemen is belangrijker dan winnen’. EK’s en WK’s waren toen veel belangrijker. Later kwam Henk Gemser als trainer en die vond de Spelen veel belangrijker.” Generatiegenoten Leo Visser, Jan Ykema en Gerard Kemkers veroverden in Calgary wel Olympisch eremetaal. Gedwongen door blessureperikelen zette Vergeer een punt achter zijn loopbaan. “Natuurlijk had ik ook liever Olympisch goud gewonnen, maar het is niet gebeurd en dat heb je te accepteren.”
Twentevisie 09/2005
5
Bouwe Bekking kapitein op Spaans Volvo Ocean schip
interview | volvo ocean race
Koning Juan Carlos kiest voor Deventer zeeman op. Dan kan ik toch niet verwachten dat heel Holland juichend de naam Bouwe scandeert? Ik zit daar ook niet op te wachten. Populariteit is mooi, maar ik vind het veel belangrijker dat ik in de internationale zeilwereld gewaardeerd wordt vanwege mijn kwaliteiten als zeiler.”
Juan Carlos
Bouwe Bekking: “Populariteit is mooi, maar ik vind het veel belangrijker dat ik in de internationale zeilwereld gewaardeerd wordt vanwege mijn kwaliteiten als zeiler.”
(door Gerhard Nijboer) Aangenaam, Bouwe Bekking is de naam. Geboren en getogen in Deventer, 40 jaar, van boot naar boot zwervend over de hele aardbol en inmiddels uitgegroeid tot een van de beste zeezeilers ter wereld. Zo goed zelfs, dat de Spaanse koning Juan Carlos hem hoogstpersoonlijk vroeg om kapitein te worden van het nationale zeilschip van Spanje tijdens de Volco Ocean Race. Dat is de zwaarste, langste, duurste, maar zeker ook mooiste zeezeilrace ter wereld. Hij of zij die de Ocean Race wint, valt eeuwige roem ten deel en hoeft ook nooit meer op zoek naar een baan. Niet dat Bouwe Bekking ooit zonder werk heeft gezeten, maar als hij over acht maanden als kapitein van de Movistar het winnende zeil zal strijken, zal de hele watersportwereld aan zijn voeten liggen. “In Nederland ben ik bij het grote publiek inderdaad nauwelijks bekend,” verklaart globetrotter Bouwe Bekking vlak voor de start van de helse zeetocht over maar liefst 53.000 kilometer. “Maar dat komt ook omdat het zeezeilen in Nederland geen grote traditie heeft. Solozeiler Henk de Velde is bekend, Roy Heiner gaat ook nog net, Hans Bouscholte was voor insiders ooit een grote naam en Connie van Rietschoten heeft nog een wedstrijd naar zich vernoemd gekregen.Verder houdt het wel zo’n beetje Twentevisie 09/2005
Die waardering heeft zijn (voorlopig?) hoogtepunt gekregen in het verzoek van Koninklijke Hoogheid Juan Carlos om de nationale boot van Spanje te leiden. Het resultaat van een imposante carrière als bemanningslid op diverse boten in de grootste zeilraces ter wereld, maar ook het resultaat van een uitstekende relatie met Juan Carlos, die zelf een gekend zeilfanaat is. “Ik heb vaak op de boten van de Spaanse koninklijke familie gevaren, ook als kapitein. Daaruit is een soort vriendschap op basis van zeilkennis en respect ontstaan. Toch was ik wel verrast dat hij mij als eerste benaderde om als kapitein te fungeren. Je zou denken dat ze eerst naar hun eigen mensen kijken, temeer omdat er heel veel goede schippers in Spanje zijn. Het zeezeilen is in Spanje immens populair. Voor iedere jongen met een beetje zeemansbloed in de aderen is het een droom om ooit in een schip te zitten dat aan de grote races meedoet. Dat geldt ook voor Frankrijk, Australië, Brazilië, Nieuw Zeeland, Amerika, de Scandinavische landen en een aantal Aziatische landen. Daar wordt een nationale boot van start tot finish gevolgd door alle media. Alle bemanningsleden zijn helden, de kapitein wordt verheven tot hun nationale trots en het schip is het nationale statussymbool.”
‘Wát een circus, wát een populariteit van de sport en wát een aandacht van de media’ Toch riep de Deventernaar niet meteen ‘ja, natuurlijk’ tegen het Spaanse staatshoofd. Zoals een geboren leider betaamt, zocht hij onder meer eerst uit of hij, en hij alléén, de zeggenschap over de samenstelling van de bemanning zou krijgen. Want met die gepassioneerde, emotionele, maar ook wispelturige Zuideuropeanen weet je het maar nooit. En natuurlijk informeerde Bekking nadrukkelijk of er wel voldoende budget voorhanden was om met een redelijke kans op succes de strijd op de wereldzeeën aan te gaan. “Toen Telefonica als hoofdsponsor de handtekening had gezet en ik voor wat betreft de bouw van het
schip, de keuze van de bemanning en de voorbereiding carte blanche had gekregen, heb ik de handschoen opgepakt. Op dat moment besefte ik dat mijn grote droom uit ging komen”.
Geen vrouwen “Nu, vlak voor de start hier in Sanxenxo, zie ik waarom die Volco Ocean Race zo belangrijk wordt gevonden. Ik heb hem vier keer als bemanningslid gevaren, maar dan komt er niet de helft op je af dan wanneer je kapitein bent.
‘Discipline betekent de laatste weken voor de start onder meer geen vrouwen aan boord’ Wát een circus, wát een populariteit van de sport en wát een aandacht van de media. Vrijwel alle vorstenhuizen en regeringen sturen vertegenwoordigers om de bemanningen vlak voor de start nog even op te peppen. Ik eis in alle opzichten strikte discipline van mijn bemanning. Dat betekent de laatste weken voor de start onder meer geen vrouwen aan boord, geen drank, geen party’s en beperkte toegang voor gasten. Niet alleen de kunst van het zeilen is belangrijk, maar veel meer nog inzet, mentaliteit, teamgevoel en de kunst om jezelf ook in de moeilijkste omstandigheden beperkingen op te kunnen leggen.” Angst dat het ergens iets fout zal gaan op de acht maanden durende reisrace heeft Bekking niet. Hij heeft in het verleden tijdens lange en grote wedstrijden als de Admirals Cup, de Hobart Race en Whitbread Around the World-races al zoveel meegemaakt dat er geen ruimte meer voor angst is. “De regels van de Volvo Ocean Race schrijven voor dat ieder team minimaal twee mensen aan boord moet hebben, die een soort doktersopleiding hebben gevolgd om in ieder geval iets méér medische hulp te kunnen bieden bij ongelukken of ziektes aan boord. Ik heb vier man als medicus laten opleiden. Daarnaast is de hele bemanning van de Movistar beter getraind dan die van alle andere boten. Het afgelopen half jaar stond er iedere dag conditietraining op het programma en ook nog eens drie keer in de week krachttrainingen in zowel het water als in de sportschool. Want denk er om dat je bijvoorbeeld nauwelijks slaapt tijdens het varen.” Voor de selectieprocedure voor een plaatsje op de Movistar meldden zich maar liefst 1700 Spaanse jongens, die elkaar tijdens de testdagen mentaal en fysiek volkomen afbeulden om zichzelf op de voorste rij te zetten.
7
›
interview | volvo ocean race
Bathmen Denken aan hoe het ooit is begonnen doet Bouwe Bekking nauwelijks nog. Hij zegt een uitermate prettige jeugd in Deventer te hebben gehad. Na de lagere school naar de HBS van de Alexander Hegius Scholengemeenschap, tot zijn achttiende her en der wat geschnabbeld bij bedrijven en toen de wijde wereld in. “Op de bonnefooi, in eerste instantie om wat meer van de wereld te zien. En hoewel Deventer niet aan zee ligt, heb ik me daar wel altijd toe aangetrokken gevoeld. En dan komt van het één ook het ander. Toen ik eenmaal op een grote boot meegevaren was, wist ik het: ik wilde zeezeiler worden. Ik heb nooit iets gepland, het is me allemaal een beetje komen aanwaaien.” Het heeft er toe geleid dat er nauwelijks een sociaal leven voor Bouwe Bekking bestaat. Zijn voortdurende trektocht over de wereldzeeën zorgt er voor dat hij maximaal twee maanden per jaar overhoudt om andere dingen te doen, maar ook dán moeten er altijd wel voorbereidingen voor nieuwe uitdagingen getroffen worden en bemanningen worden gescreend, tekeningen van nieuwe boten moeten worden bekeken en er moeten financiële afspraken worden gemaakt. Bekking heeft een vrouw en dochter in Denemarken, maar in zijn hart heeft hij nog steeds een apart plekje voor Deventer, Salland en Overijssel. “Echt een omgeving om tot rust te komen, oude herinneringen op te halen, gewoon even te mijmeren en toch altijd het gevoel te hebben dat ik daar overal de weg nog weet. Vergeet ook niet dat ik eigenlijk geen echt thuis heb. Ik zie mijn vrouw en dochter, waar ik zielsveel van hou, vaak alleen maar in de etappeplaatsen van de grote races.” Mede-oorzaak voor het goede ‘Oranje-gevoel’ bij de kapitein zijn ongetwijfeld Bekkings vader en moeder, die nog in Bathmen wonen. En een zus van de schipper is altijd in Deventer blijven wonen. Zij zorgen er voor dat Bouwe Bekking regelmatig op de hoogte wordt gesteld van het wel en wee in de omgeving waar zijn roots liggen. “Er zijn tijden dat ik langer met hen praat dan met mijn eigen vrouw en dochter,” zegt Bekking, wiens echtgenote ook uit de zeilwereld afkomstig is en dus begrijpt en accepteert dat het sociale leven van een zeezeiler de toets van de burgerlijke kritiek nauwelijks kan doorstaan. “Met haar kan ik de tijd later nog inhalen, met vader en moeder ligt dat normaal gesproken moeilijker. Als ik aan boord de beschikking heb over communicatiemogelijkheden kies ik dus wat vaker voor een lijntje naar Bathmen.”
Camera’s De komende acht maanden zal er van praten met de achterban weinig terecht komen. Misschien dat er in de pauzes tussen de etappes wat tijd over blijft voor contact met familie en vrienden, tijdens de race is daar geen sprake van. Bekking is van mening dat zijn bemanTwentevisie 09/2005
De MoviStar, de boot waarmee Bekking een zeetocht van 53.000 kilometer maakt.”
ning tijdens de loodzware Volvo Ocean Race niets anders aan hun hoofd moet hebben dan de wedstrijd. Niets of niemand mag de mannen daar van afleiden. Je zou toch denken dat sponsor Telefonica geen 15 miljoen euro betaalt om juist de communicatie van ondergeschikt belang te laten maken door ene Bouwe Bekking, maar niets is minder waar. “Mobiele telefoons aan boord zijn uit den boze,” spreekt de schipper van de Movistar. “De marifoon wordt alleen in noodgevallen gebruikt én om contact te houden met de organisatie. We hebben dat vooraf goed doorgesproken. Ik ontken niet dat het voor iedereen even slikken was, maar als ik daar één keer toestemming voor zou geven is de eenheid in de groep weg. De sponsor wilde ook graag dat er een aantal vrouwen een plekje op de boot zou krijgen. Dat schijnt goed te zijn voor het imago van de sponsor. Maar ook dat heb ik geweigerd. Op zo’n lange reis is er altijd wel iemand die verliefd wordt. Nou, dan heb je de poppen aan het dansen.”
Bekking is daarentegen wél akkoord gegaan met de nadrukkelijke aanwezigheid van de media. Op iedere deelnemende boot staan acht camera’s die dag en nacht alles opnemen. Iedere dag moet er van elke boot twintig minuten bruikbaar videomateriaal aangeleverd worden, dat aangeboden wordt aan televisiestations in 121 landen. Die zijn verplicht om tenminste twee uur per week uit te zenden, iets wat in Nederland bij de NOS door de matig beschikbare zendtijd en de (nu nog) geringe belangstelling een klein probleempje is, maar in andere landen als een absoluut minimum per dág wordt gezien. “De camera’s aan boord zorgen er onder meer voor dat de sponsors vele malen meer exposure uit hun investering halen dan dat ze in geld betalen. Als dat in Nederland, dat met de ABN AMRO toch twee boten in de Volvo Ocean Race heeft, ook gebeurt is dat fantastisch voor de sport.” En dán zullen ook de Nederlandse kapiteins in eigen land geen onbekenden meer zijn. Zoals Bouwe Bekking. Aangenaam. ■
9
Rabobank geeft Tip van de Week
interview | wim steenkamp
Beleggingsafdelingen kosten consument. En de consument is in oktober pessimistischer geworden. “Kijken we naar Nederland dat zien we dat vooral de bouw- en oliesector het slecht hebben gedaan in de afgelopen maand. Dalingen van 15 tot 20% waren niet ongebruikelijk. Wel dient te worden vermeld dat diezelfde sectoren de smaakmakers van de beurs waren in 2004 en de eerste helft van 2005. Positief is een toenemend consumenten- en producentenvertrouwen in Nederland en Duitsland. Maar het is te vroeg om al te juichen.”
Derde kwartaal
Zoals elke maand spelen we tijdens het radiocafé Memphis het Rabo Beleggingsspel. Dat is overigens niet heel erg ingewikkeld. U kunt als gast een formulier invullen waarop u aangeeft hoe hoog de AEX zal staan tijdens het komende ondernemerscafé (in dit geval op 29 november). Als lezer van het blad kunt u meespelen via internet: www.twentevisie.nl. En dan kunt u net als de heer Han Vaanholt een kistje wijn winnen. Hij had ingevuld 395.5 (en flink bezijden de waarheid - 389,6, maar altijd beter dan de anderen die meededen). Het was een gokje, zei Vaanhold (links op de foto). Rechts Wim Steenkamp van de Rabobank.
(door Jan Medendorp) September was een prettige beleggingsmaand met een ‘yearhigh’ van 409 punten (op 3 oktober). Maar daarna ging het weer bergafwaarts. De laatste handelsdag van oktober kon het verlies enigszins goedmaken dankzij een beter dan verwachte groeiraming van de Amerikaanse economie over het derde kwartaal en een meevallend inflatiecijfer. November is traditioneel een van de betere beursmaanden. “Het is moeilijk om voor de komende tijd een duidelijke richting aan te geven. Hiervoor zijn positieve impulsen nodig, die lijken vooralsnog te ontbreken. Binnen het neutrale beeld ligt een belangrijke steun op 382 en een eerste weerstand op 396.” Kopen dus? “Warren Buffet zei eens:
10
‘Niets doen is intelligent gedrag’. En daar sluit ik mij in dit geval bij aan,” aldus Wim Steenkamp, beleggingsadviseur van de Rabobank MiddenTwente. Renteverhogingen smoren doorgaans een economisch herstel in de kiem. “De feitelijke trigger voor de daling in oktober werd gegeven door de centrale banken waarbij zowel de FED als de ECB aanstuurde op verdere renteverhogingen om zodoende de stijgende inflatie het hoofd te kunnen bieden.” De aanjager van de wereldeconomie blijft de Verenigde Staten, ook dit land kan een economische terugval niet gebruiken. Want dat betekent minder werkgelegenheid en uiteindelijk lagere consumentenbestedingen. Terwijl de Amerikaanse groei juist voor circa 70% wordt bepaald door de
De bedrijven die in de afgelopen weken cijfers over het derde kwartaal presenteerden lieten over het algemeen winstgroei zien. Hoewel de beleggers in een aantal gevallen meer hadden verwacht. “De beleggers zijn vooral benieuwd of de prognose over 2005 aansluit bij de werkelijkheid.” Voor wat betreft de oostelijke fondsen moesten Stork en Ten Cate het ontgelden. Stork verloor maar liefst 25%. “Analisten waren teleurgesteld over de kwartaalcijfers. En het onduidelijke beleid van bestuursvoorzitter Vollebregt werd gehekeld. Wat wil hij nou precies. En het lijkt allemaal minder ingrijpend te worden dan hij vooraf had aangegeven. Vooralsnog gaan de meeste analisten niet verder dan houden.” En Ten Cate meldde dat het wat minder werd. De groei is eruit, vooral in kunstgras en de grondstoffen zijn duur. De beleggers namen er geen genoegen mee en het aandeel kelderde 10%. En de bedrijven Permess en Multistiq werden ‘slechts’ tegen boekwaarde (10 miljoen euro) verkocht.
Wim Steenkamp Sinds augustus 2004 heeft RTV Oost in de persoon van Wim Steenkamp (47) een nieuwe analist/commentator. Hij geeft ook in Twentevisie zijn commentaar. De kaders van de oostelijke fondsen kunt u ook wekelijks zien (op woensdagavond) bij het economisch programma BV Oost. Wie is die Steenkamp eigenlijk? “Ik zit al in het beleggingsvak vanaf 1992. Ik ben begonnen bij de ABN AMRO.” Steenkamp (sinds vier jaar bij de Rabobank Midden-Twente) heeft dus zowel de hoogconjunctuur in beleggingswereld eind jaren negentig (AEX 700 punten) als het absolute dieptepunt in maart 2003 218 punten) meegemaakt. “Van de internethype tot de fraude bij Ahold, Worldcom en Enron.” Het wordt weer drukker op Twentevisie 09/2005
banken handenvol geld de burelen bij Steenkamp en zijn vijf collega’s. “De vaste beleggers zijn weer terug en de mensen die alleen maar achter een hype hebben aangelopen hebben hun lesje geleerd en blijven weg.”
LegioLease Veel beleggers doen dat (beleggen dus) toch vooral via internet. Gemakkelijk, snel en goedkoop. “Dat klopt, zeker als het om betrekkelijk kleine bedragen gaat, is dat ook veel beter. Maar beleggers van pakweg 80.000 euro willen vaak een klankbord. Die willen advies.” Die 80.000 euro van Steenkamp is overigens geen toevallig bedrag. Als je minder te besteden hebt, wordt het moeilijk voor hem om goed te adviseren en er voor de bank ook nog een paar centen aan te verdienen. “Onze gemiddelde portefeuille is een kwart miljoen euro, voor 500 klanten, dus dan praat je over 125 miljoen euro. Voor Rabobegrippen een prima basis.”
‘Beleggers willen aandacht. Als je afspreekt vier keer per jaar de portefeuille door te spreken, dan moet je dat ook doen’ Het werk is er niet gemakkelijker op geworden. Affaires als LegioLease (maar ook door bedrijfsongevallen op Rabo-kantoren zoals Doetinchem) is er een zorgplicht die analisten dwingt hun klanten goed te adviseren en niet alleen naar de eigen portemonnee te kijken. “Ik ben daar eigenlijk alleen maar tevreden over. Het dwingt beleggingsadviseurs goede profielen van de klanten op te stellen: wie ben je en wat wil en wat verwacht je precies van de adviseur? Ik durf te stellen dat we door die interne affaires nu voorop lopen met onze conceptuele benadering.”
Geld verdienen Ze zullen het ontkennen, maar bij veel banken is het effectenbedrijf verlieslatend. Dat is ook te wijten aan de mensen die er werken, weet Steenkamp. “Beleggers willen aandacht. Als je afspreekt vier keer per jaar de portefeuille door te spreken, dan moet je dat ook doen. En dus moet je dat organiseren.” Steenkamp is binnengehaald om van de afdeling een rendabeler activiteit te maken.” Een deel van de inkomsten staat min of meer vast, zoals het bewaarloon, de vergoedingen van Robeco en de transactie- en emissiekosten. Maar de rest moet Steenkamp dus zelf bijeen harken. Hij doet dat zoals gezegd met aandacht voor zijn beleggers. Zo organiseert hij bedrijfsbezoeken (onlangs naar Texas Instruments in Almelo).
voor. De Rabobank Midden-Twente heeft een marktaandeel (van de beleggers) van 15%. “In aantal effectenrekeningen is dat circa 20%.” “We moeten bewijzen dat we in slechte tijden ook een goede partner zijn voor de beleggers, dat is onze taak. Toen de beurs richting de 700 ging, was elk schot raak. Ik durf het aan om te bewijzen dat ook nu er een leuk centje verdiend kan worden op de beurs.” Daarom is Steenkamp er een goede paar weken geleden mee begonnen om de Tip van de Week te geven. Elke vrijdagmiddag bij Radio Oost tussen 17.30 en 18.00 uur in het programma Punt Komma. Onder op deze pagina treft u zijn eerste tips aan. In de naaste toekomst zullen die ook op internet komen te staan. “Ik steek daarmee mijn nek uit.” ■
Tip van de week Er is in Twente bij de Rabobanken nogal wat te doen over de opschaling. Steenkamp is voor wat betreft zijn afdeling duidelijk: “Voor een goede beleggingsafdeling heb je minimaal vijf- tot zeshonderd klanten nodig waardoor je drie gecertificeerde beleggingsadviseurs kunt aantrekken. Belangrijk is professionaliteit en continuïteit te borgen. Schaalvergroting wordt hierbij steeds belangrijker. Samenwerking binnen de regio Twente op het gebied van effectendienstverlening is dan op termijn ook noodzaak. De samenwerking met Rabo Twentehof was hierbij een voorbeeld. Helaas wordt deze ontbonden. “Het marktgebied past goed bij Hengelo en dat hadden we in de naaste toekomst nog beter kunnen bedienen.” Hij denkt aan de spaarrekeningen in Nederland waarop zo’n 200 miljard euro staat. “Als de mensen nou eens met een deel daarvan gaan beleggen,” rekent hij verlekkerd
Punt Komma; Tips van de beursvloer datum
naam fonds
16-sep 23-sep 30-sep
Fortis Hagemeyer Intereffekt Japanse Warrants Getronics Isotis Beter Bed Tom Tom
07-okt 14-okt 21-okt 28-okt
koopkoers
actuele koers
stijging/ daling
stand benchmark
huidige benchmark
stijging/ daling
naam benchmark
23,68 2,34 1,05
23,75 2,26 1,05
0,30% -3,42% 0,00%
398 394 13600
394 394 13867
-1,01% 0,00% 1,96%
AEX AEX Nikkei 225
10,68 1,30 28,20 30,00
10,38 1,28 27,10 32,13
-2,81% -1,54% -3,90% 7,10%
394 510 495 386
394 498 498 394
0,00% -2,35% 0,61% 2,07%
AEX AScX AScX AEX
stand per 31-10-2005 nabeurs
Twentevisie 09/2005
11
Ondernemerscafé Memphis te gast bij Expo on Horse op 29 november
achtergrond | memphis
Paarden en stenen Sjef Janssen, man en trainer van meervoudig dressuurkampioene Anky van Grunsven. Vorig jaar brachten de paarden een gemiddelde prijs op van 64.000 euro. Meer informatie over Expo on Horse is te vinden op www. hippischhengelo.nl. En behalve van stenen houden veel vastgoedondernemers van paarden, want bij veel evenementen zijn ze sponsor of organisator.
Vastgoed
Het ondernemerscafé Memphis zal gehouden worden op dinsdag 29 november tijdens Expo on Horse. Bezoekers kunnen kaarten krijgen bij de studio van RTV Oost.
Memphis wijkt uit op 29 november uit naar het Expo Center. In die week (tot en met zondag 4 december) wordt het zesdaagse evenement Hippisch Hengelo Expo on Horse gehouden. Het Twentse ondernemerscafé waar opnames worden gemaakt voor Radio en TV Oost staat op 29 november in het teken van het vastgoed. De projectontwikkelaars André van Leeuwen en Guus Brandriet zijn uitgenodigd, net als de makelaars Tjeerd van der Veen (Snelder Zijlstra) en Albert Post (Post Makelaars). Ook is Ger Visser van Eurocommerce uit Deventer vastgelegd. In de nieuwste Quote500 staan de broers Visser op plaats 133, goed voor zo’n 170 miljoen euro. De portefeuille van Eurocommerce bestaat uit hotels, winkels, kantoren en complete vakantieparken. De broers hebben ook een stoeterij. Op hun toppaard Montreal werd onlangs 4 miljoen geboden. Ger Visser (52) is ook initiatiefnemer van het jaarlijkse gala ten bate van het noodlijdende Go Ahead Eagles in Deventer. De broers geven zelden interviews. Maar op dinsdag 29 november voor Memphis maakt Ger een uitzondering. Twentevisie 09/2005
Toegangskaarten
Het is opvallend hoeveel mensen tegenwoordig beleggen in vastgoed. “De beurs wordt momenteel niet goed gewaardeerd,” zegt Van Leeuwen die samen met Brandriet actief is in recreatieprojecten. “Daar zijn geen problemen, wel in de kantorenmarkt, maar dat ziet iedereen die door Twente rijdt.” Ook wordt er tegenwoordig een relatie gelegd tussen vastgoed en zeg maar de ‘snelle jongens’. “Vrijwel alle ondernemers die in het vastgoed werken, zijn eerlijke hardwerkende mensen Die durven financiële risico’s te nemen ondanks een onbetrouwbare overheid die weinig consistent beleid etaleert. Er zijn tijden geweest dat er heel veel geld in het vastgoed werd verdiend. En dat trekt ook minder prettige mensen aan.” ■
Van Leeuwen is een van de mensen achter Expo on Horse. Hij organiseert op 29 november een vastgoedborrel voor de hele Nederlandse vastgoedsector. En ook daarom hapte de redactie van Memphis toe op zijn uitnodiging om het ondernemerscafé te verplaatsen naar Hengelo. Daar zullen een paar honderd gasten uit de sector uiteraard komen voor de exclusieve paardenveiling die ’s avonds op het programma staat, maar ook voor Memphis. De vaste gasten van het ondernemerscafé zijn uiteraard gewoon welkom. Alleen moeten in dit ene geval de bezoekers zich vooraf melden bij de studio van Radio Oost (waar kaarten kunnen worden afgehaald voor deze bijeenkomst).
Jeroen Dubbeldam Na het ondernemerscafé Memphis staat de verkoop bij opbod van een veertigtal zeer exclusieve sportpaarden op het programma. De springpaarden zijn geselecteerd door Olympisch kampioen Jeroen Dubbeldam en de broers Wim en Gerco Schröder. De dressuurpaarden zijn uitgezocht door bondscoach
13
Vrijblijvend persoonlijk advies? Kijk op www.twentevisie.nl
column | personeel en organisatie
Optimale inzetbaarheid, structurele kostenbesparing Voor de meeste organisaties vormen de medewerkers het grootste kapitaal. Maar is het een kapitaal met een optimaal rendement? Zijn uw medewerkers optimaal inzetbaar en ook gezond, betrokken en productief? Geschat wordt dat organisaties slechts tussen de twintig en veertig procent van hun potentie daadwerkelijk gebruiken. Gezondheidsmanagement is een aanpak die u kan helpen dat percentage te verhogen. Een middelgroot bedrijf met een verzuim van acht procent rekende onlangs uit dat een procentpunt verzuim de organisatie ruim een ton per jaar kost. Veel geld, maar een hoog verzuim staat nooit op zichzelf. Organisaties die aandacht besteden aan de mentale en lichamelijke gezondheid van hun medewerkers en investeren in de competenties van hun mensen zien dat niet alleen terug in lage verzuimcijfers, maar ook in een maximale betrokkenheid, motivatie en innovativiteit binnen hun organisatie. Geschat wordt dat organisaties slechts tussen de twintig en veertig procent van hun potentie daadwerkelijk gebruiken. Die potentie zit grotendeels opgesloten in uw medewerkers. Er zijn verschillende manieren om die potentie om te zetten in daadwerkelijke productie. Wij hebben een methode ontwikkeld die onze klanten helpt het potentieel van hun organisatie optimaal te benutten. Dit gezondheidsmanagement richt zich telkens op de specifieke obstakels binnen een organisatie die een hogere motivatie en betere inzetbaarheid van medewerkers in de weg staan.
Focus op gezondheid De eerste stap naar een gezonde organisatie is een organisatie zonder onnodig verzuim. Elke organisatie heeft te maken met verzuim omdat het altijd om mensenwerk gaat en mensen ziek kunnen worden. Maar een verzuim dat ruim boven de vier procent is uitgestegen, geeft aan dat er gebrek is aan inzicht, communicatie, regels, verantwoordelijkheid en handhaving. Eerste stap is dus om te bekijken hoe er in uw organisatie een einde kan worden gemaakt aan dit gebrek aan duidelijkheid dat leidt tot onnodig verzuim. Gezondheidsmanagement gaat echter veel verder dan het aanscherpen van afspraken rond verzuim. In plaats van alleen maar van Twentevisie 09/2005
ziekte en correctieve acties uit te gaan, richten organisaties met een laag verzuim zich ook op gezondheid en preventie. Ze bieden hun medewerkers de tools om fysiek en mentaal weerbaarder en gezonder te worden en demedicaliseren het verzuim. Het uiteindelijke doel van gezondheidsmanagement is een gezonde organisatie waarin gezonde medewerkers optimaal functioneren. Dat werkt niet alleen wel zo prettig, het levert uw organisatie ook een structurele kostenbesparing op. Daardoor verdient een investering in gezondheidsmanagement zich al heel snel terug.
Durf te kiezen De eerste stap naar een gezonde organisatie is het maken van keuzes. Stel uzelf eens de volgende vragen: 1. Hoeveel kost een lage productiviteit uw organisatie per jaar? Verzuim kost uw organisatie geld. Hoeveel eigenlijk? Denk eens in harde euro’s in plaats van afstandelijke procentpunten verzuim. Welk deel maakt het uit van uw budget? Welke nuttige dingen zou u kunnen doen met het geld dat u zou kunnen besparen? Bedenk vervolgens dat gezonde organisaties met een laag verzuim de potentie van hun medewerkers optimaal weten te benutten. Deze optimalisering kan leiden tot een productiewinst van maximaal vijftien procent. Welke nuttige dingen zou u kunnen doen met het geld dat u meer zou kunnen verdienen?
woordelijk voor is. Leidinggevenden, P&O, de directie en de OR kijken allemaal de andere kant op. Hierdoor pakt ook niemand de problemen echt grondig aan. Wie draagt de consequenties van een lage productie, beperkte innovatie of een hoog verzuim binnen uw organisatie? Niemand? Kijk dan nog eens naar het bedrag dat u berekende bij vraag 1. Als dit een regel op uw jaarbegroting was, zou er dan ook helemaal niemand verantwoordelijk voor zijn? Als u deze vragen eerlijk beantwoord hebt, hebt u inzicht gekregen in de manier waarop uw organisatie omgaat met verzuim, inzetbaarheid, motivatie en productiviteit. Ook als een organisatie er niet voor kiest om hierin een optimalisatie te bereiken, wordt er een keuze gemaakt. De keuze om het potentieel van de medewerkers niet te benutten. Daarmee doet u uw medewerkers én uzelf te kort. ■
2. Presteren mijn medewerkers optimaal? Met de juiste werkomstandigheden biedt u uw medewerkers een omgeving waarin ze optimaal kunnen presteren. Daar voelen zij zich goed bij en daar plukt u de vruchten van. Zorgt u voor een sociale en gezonde werkomgeving? Hebben uw medewerkers heldere ontwikkelingsperspectieven? Benut u hun mogelijkheden optimaal en voelen ze zich verantwoordelijk en betrokken? Bent u actief bezig met het plannen van instroom, doorstroom en uitstroom van uw medewerkers? 3. Wie is verantwoordelijk? Een hoog verzuim, lage productie, geringe continuïteit en beperkte betrokkenheid zijn problemen waar vaak niemand direct verant-
Gert Jan Beens Regiodirecteur bij Arbo Unie
15
Vruchteloze lijmpoging in autohandel:
achtergrond | autohandel
‘Een dolk in elkaars rug’
Twentse autohandelaren horen van Ernst & Young dat ze moeten specialiseren om te overleven.
(door Mario van Santen) Als er één sector is die lijdt onder de economische malaise, dan is dat wel de autohandel. Mensen houden hun spaarcentjes op de bank, omdat ze door een groot aantal factoren in onzekerheid over hun financiële toekomst verkeren. Als er al iets gekocht wordt, dan toch zeker geen auto. Alle reden voor een kleine vijftig Twentse autodealers om vorige maand bij elkaar te komen. Misschien om iets op te steken, maar meer om te zien of de concurrentie er nog slechter aan toe is dan zijzelf. En hoewel je zou verwachten dat in tijden van nood samenwerking nabij is, bleek eens temeer dat ondernemers in de autohandel elkaar zelfs het verlies nog niet gunnen. Het gaat al jaren slecht in de autohandel; bedrijven worden overgenomen of gaan failliet. Het was dan ook geen toeval dat accountantsbureau Ernst & Young aan het begin van de herfst een symposium hield in het Almelose Polman-stadion met maar één centrale vraag: ‘Hoe zal de toekomst eruit zien?’ Dat juist deze accountant de dealers bij elkaar roept, is logisch; zij zien jaarlijks de cijfers van een groot aantal garagebedrijven in Twente…
Niets opgeschoten Opvallend was de handreiking die Jan Pouw direct aan het begin van de discussie deed: “Jongens, laten we toch in vredesnaam meer gaan samenwerken.” Maar wat nog opvallender was… de oorverdovende stilte die er op volgde. Dat juist de meest gevierde van het Twentevisie 09/2005
hele stel - hij was het tenslotte die net een prachtige deal had gesloten door de VAGdealerbedrijven van Roba in onder meer Rijssen en Hardenberg over te nemen - dit voorstel moest doen. Het was zo onwerkelijk dat maar gauw een nieuwe stelling onder de loep werd genomen. Een grap, dat moest het wel zijn. “Ontzettend jammer dat mijn verzoek niet is opgepakt,” zegt Pouw achteraf. “Zo vaak komt het niet voor dat we met een groot aantal collega’s over de toekomst praten. Maar we zijn vandaag niets opgeschoten.”
schrikkelijk blij dat we onder het juk van het Nissan-dealerschap uit zijn. Nu pas voelen we wat voor wurggreep het dealerschap was. Geen importeur meer die aan het eind van het jaar zijn omzet nog even veilig wil stellen door tien auto’s bij ons achter de deur te schuiven. Geen verplichte deelname aan geldverslindende automatiseringsprogramma’s en ook geen dwang meer om auto’s op kenteken te zetten die nog niet zijn verkocht. Het is echt een opluchting voor ons te zien dat de keuze die we maakten een goede is geweest.” Aktief is niet de enige waar gekozen werd. Brefeld in Enschede zegde in 1993 het dealerschap voor Seat al vaarwel en koos vorig jaar opnieuw. Het werd specialist in Toyota’s RAV4. “Veel bedrijven staan net als wij voor de keuze. Zij die niet kiezen krijgen het nog erg moeilijk. Maar daarover praten met je collega’s doe je niet. Nu zijn we gezellig bij elkaar, maar als we ook maar even buiten staan, steken we elkaar net zo gemakkelijk weer een dolk in de rug.” ■
Sleutelaar Per 1 oktober is de zogenoemde Monti-wetgeving van kracht geworden, die de concurrentie in de autohandel moet bevorderen. Belangrijkste verandering is dat een nieuwe auto niet meer exclusief door een merkdealer verkocht wordt en dat de meest actuele technische informatie over alle merken en modellen auto’s ook beschikbaar komt voor de universele garagist. Iedereen kan een nieuwe Mercedes kopen bij de sleutelaar op de hoek en hem daar ook laten onderhouden. De belangrijkste aanbeveling van Ernst & Young is dat bedrijven een duidelijke strategie moeten kiezen. Wat wil een bedrijf? Alleen nog maar nieuwe auto’s verkopen, overstappen op de handel in jonggebruikte occasions of juist alleen nog maar het onderhoud van auto’s verzorgen?
Dolk Een keuze die vader en zoon Siemerink van autobedrijf Aktief in Sint Isidorushoeve twee jaar geleden al maakten: “Wij zijn zo ver-
Jan Pouw: “Ontzettend jammer dat mijn verzoek niet is opgepakt.”
17
‘Ik ben ervan overtuigd dat we over een aantal jaren blij zijn met Betuwelijn’
interview | willem van den heuvel
Overslagterminal
in Hengelo wil uitbreiden (door Jan Medendorp) De files en de extreem hoge brandstofprijzen hebben ook een zonzijde: steeds meer verladers kiezen voor de binnenvaart. In Nederland zijn er zo’n twintig overslagterminals, maar de meeste leiden een marginaal bestaan. Willem van den Heuvel is namens de Binnenlandse Container Terminals Nederland bij een aantal overslagterminals betrokken. “Hengelo is een van de beste inlandterminals. En daarom willen we graag op korte termijn uitbreiden met een extra kade en een tweede kraan.” Transporteur Henk Bolk (Almelo) is in Twente een van de aanjagers van de Twentse overslagterminal. Eerst in Almelo (via het spoor), later in Hengelo, op het terrein van Akzo (achter de puinbreker die binnenkort naar Enschede wordt verplaatst). Hij ziet en merkt als een van de eersten dat de A1 tot aan Oldenzaal volloopt. Overslagterminals zijn volgens hem de oplossing om de files te omzeilen. Hij wordt daarbij gesteund door Willem van den Heuvel die al vanaf 1987 bezig is. Eerst in Nijmegen, in 1995 kwam Den Bosch erbij, vijf jaar geleden werd de expertise van Van den Heuvel in Hengelo gevraagd en hij is nu bezig met de overname van een waterterminal langs de Maas ter hoogte van Venray, in Wanssum. Hij is (indirect) verantwoordelijk voor een niet onbelangrijk deel van het Nederlandse containervervoer over het binnenwater. “Het aantal klanten blijft groeien.
‘Heerlijk, een dag dat de ruit aan snelwegen rond Rotterdam dicht zit’
Willem van den Heuvel (links) is verantwoordelijk voor een niet onbelangrijk deel van het containervervoer per binnenschip in Nederland. Rechts zijn partner in Hengelo, Henk Bolk.
Het blijft een moeilijke weg, want het vervoer over water blijft een imago van langzaam transport houden.” En dat is het niet in de ogen van Van den Heuvel. “Ach die paar uurtjes. We praten over goederen die in een stroom zitten van dertig dagen naar of van het Verre Oosten. Waar gaat het dan nog over? Als een containerschip op zee vertraging heeft, hoor je niemand, maar vanaf Rotterdam moet het blijkbaar zo snel mogelijk op de plaats van bestemming zijn.”
Honkbalknuppel De wal keert vanzelf het schip want bijkans zeven dagen per week en vrijwel 24 uur per
18
Twentevisie 09/2005
Twentevisie 09/2005
dag rijdt vrachtverkeer als een aaneengesloten trein op de rechterbaan op de snelwegen van oost naar west en omgekeerd. “Heerlijk, een dag dat de ruit aan snelwegen rond Rotterdam dicht zit, dan hebben we het meeste plezier. Rond Rotterdam zit de grootste dichtheid van de containervoertuigen.” Het is de beste reclame voor Van den Heuvel die zelf regelmatig achter vrachtwagens (met container) aanrijdt om te achterhalen waar die naar toe gaan. “Ik moet weten waar mijn potentiële klanten zitten.” En als hij dan aan tafel zit en het lukt hem niet de verlader te overtuigen gebruik te maken van de overslagterminal, dan pakt hij soms een honkbalknuppel uit zijn tas. “Daarop staat ‘doorslaggevend argument’. Dat is de taal die in de logistieke sector wordt gesproken en ze moeten er gelukkig vaak om lachen.”
Kampen In de afgelopen jaren zijn zo’n twintig terminals in Nederland gebouwd. En dat zijn er meer dan genoeg, het gros lijdt een marginaal bestaan. Dat is volgens Van den Heuvel voor een deel veroorzaakt door het subsidiebeleid.
‘Ik ben geen fan van ‘Kampen’, er is daar onvoldoende volume aanwezig’ “Er is in het verleden onvoldoende gekeken naar het noodzakelijke volume dat in een regio aanwezig is om een terminal kostendekkend te kunnen laten draaien. Je moet zaken ondersteunen die het goed doen. Wanneer je een terminal ziet die al jaren een armlastig bestaan leidt, zou je moeten stoppen. De steun en de infrastructuur zijn duur. De havenfaciliteiten, die damwanden, die terreinen zijn kostbaar en een openbare weg moet er ook door de overheid aangelegd worden.” Vooral de terminals die dicht bij Rotterdam staan, kunnen volgens Van den Heuvel nauwelijks renderen. “Hoe groter de afstanden binnen Nederland, hoe beter.” Ook bij de levensvatbaarheid van de terminal in Kampen zet Van den Heuvel vraagtekens. “Mijns inziens is daar onvoldoende volume aanwezig.” Hij formuleert voorzichtig, want de directeur (Gerard van Houweningen) van het vastgoed van de terminal in Kampen is dezelfde als van het vastgoed in Hengelo. Effen: “Hij weet dat ik geen fan ben van Kampen.”
Uitbreiding Het aantal containers van en naar het verre oosten zal in de komende jaren alleen maar toenemen. In Twente heeft Bolk - die verantwoordelijk is voor het vervoer van en naar de bedrijven van de combiterminal - zo goed zijn best gedaan dat ‘Hengelo’ bijna vol zit. “We willen op korte termijn uitbreiden met een verlenging van de kade en een tweede kraan, daarmee kunnen we de capaciteit bijna verdriedubbelen. De potentiële klanten in de regio zijn er.” Die uitbreiding moet binnen twee jaar gebeuren, aldus Van den Heuvel, wil de zaak niet vastlopen. Het liefste op het terrein van Akzo dat toch in de komende jaren verder inkrimpt (en omdat de andere buurman geld ruikt en een veel te hoge vergoedingssom vraagt). Maar navraag bij de Hengelose Akzo-directeur Stuip leert dat Akzo niet zo’n haast heeft. “Op zijn vroegst in 2007 komt bij ons de grond vrij.” En in dat jaar willen Van den Heuvel en Bolk de uitbreiding gerealiseerd hebben. Wat wel al geregeld is, zijn de investeringsgelden (naar schatting vier miljoen euro). “Dat doen de aandeelhouders plus dat ‘Brussel’ subsidie voor onze plannen heeft.”
TEU In de binnenvaart wordt gerekend met TEU’s: Twentyfooth Equivalent Unit. Er wordt 70.000 TEU tussen Rotterdam en Hengelo (en omgekeerd) per binnenschip vervoerd. Dat zijn pakweg 45.000 containers. Die ene kraan en de twee boten die continue heen en weer varen, zijn vrijwel continue in touw. En dat levert een omzet op van zes miljoen euro. Het is geen oneerlijke concurrentie, vindt Van den Heuvel, omdat de overheid zich niet met de exploitatie bemoeit (en dus ook niets afdekt). En dat was bij de Betuwelijn wel het geval, vandaar dat Van den Heuvel zich daar lange tijd tegen verzet heeft. “De Betuwelijn wordt natuurlijk toch een belangrijke vervoersdrager, of je er nu voor of tegen bent. Ik ben er van overtuigd dat we over een aantal jaren blij zullen zijn dat die lijn er ligt.” De Betuwelijn heeft het wel gehaald, het ambitieuze plan voor de bouw van ’s lands grootste combiterminal van water, weg en spoor (Valburg) is niet verder gekomen dan de tekentafel. “Politieke spelletjes waarvan ik niet goed op de hoogte ben.” Er komt daar nu een klein bedrijventerrein met een spoorterminal. ■
19
Vrijblijvend persoonlijk advies? Kijk op www.twentevisie.nl
column | financieel accent
Slim afschrijven op onroerend goed Met de waardestijging van onroerend goed wordt afschrijven op uw bedrijfs- en/of beleggingspanden steeds lastiger. Dit niet alleen op basis van bestaande rechtspraak, maar ook door geplande wetgeving per 1 januari 2007. Om toch belastingaftrek te krijgen, kunt u een paar slimme trucs toepassen. Al in 1958 bepaalde de Hoge Raad dat afschrijving niet meer mogelijk is zodra de restwaarde is bereikt. In februari 2003 boekte de fiscus opnieuw succes. Bij een tussentijdse taxatie van vier bedrijfspanden bleek dat deze sterk in waarde waren gestegen. De restwaarde van drie van de vier panden steeg boven de boekwaarde uit en de eigenaren kwamen van een koude kermis thuis: afschrijving werd onmogelijk. De belastinginspecteur redeneert simpel, maar de gevolgen kunnen groot zijn. Een jaarlijkse afschrijving vindt plaats om de waardedaling van het bedrijfsmiddel, in dit geval uw pand, tot uitdrukking te brengen. Maar in veel situaties is het onroerend goed juist meer waard geworden. En dus kan er niet meer op afgeschreven worden. En dat scheelt een flinke aftrekpost. Dat kan u duur komen te staan, zo blijkt uit het volgende rekenvoorbeeld.
Rekenvoorbeeld Tien jaar geleden heeft uw BV een nieuw bedrijfspand laten bouwen voor 400.000 euro (300.000 euro voor bouw van het pand en 100.000 euro voor de aankoop van de grond). De jaarlijkse afschrijving is 3,33 procent over de opstal, 10.000 euro dus. Op de grond wordt niet afgeschreven, want die slijt niet. Na tien jaar is de boekwaarde van het pand dus 300.000 euro (400.000 - 10 x 10.000 euro). De fiscus taxeert de werkelijke waarde van het pand nu op 600.000 euro (waarvan 200.000 voor de grond). De belastinginspecteur gaat er ook van uit dat de opstal na dertig jaar een restwaarde heeft van 25 procent van de aanschafkosten (25 procent van 300.000 = 75.000 euro). De restwaarde van het pand is dus 200.000 + 75.000 = 275.000 euro. De boekwaarde bedraagt 300.000 euro, zodat er de komende twintig jaar nog afgeschreven kan worden over 25.000 euro. Per jaar is dat dus geen 10.000 euro, maar slechts 1.250 euro.
Nieuwe beperkende wetgeving Waarschijnlijk komt er per 1 januari 2007 nieuwe wetgeving, zowel voor de inkomstenTwentevisie 09/2005
belasting als wel de vennootschapsbelasting, waardoor het niet langer mogelijk wordt af te schrijven indien de boekwaarde beneden de werkelijke waarde zakt. Het gaat daarom om de waarde van het gebouw met inbegrip van de niet afschrijfbare ondergrond. Waarschijnlijk gaat men voor de waardebepaling uit van de WOZ waarde.
Toch afschrijven? Wilt u blijven afschrijven op onroerend goed? Onderstaande tips kunnen de kans op problemen met de fiscus verkleinen. 1. Bekijk de taxatie van de belastingdienst heel kritisch, met name op het punt van restwaarde van grond en opstal. Laat desnoods een tegentaxatie verrichten. 2. De fiscus kan alleen corrigeren bij een ‘aanmerkelijke’ tussentijdse stijging van de toekomstige restwaarde, die ook nog als blijvend kan worden beschouwd. 3. Als het huidige bedrijfspand op termijn gesloopt wordt om een nieuw pand op dezelfde locatie te bouwen, zit u goed. U hoeft de afschrijving dan niet te corrigeren. Maak duidelijk dat de locatie zo belangrijk is voor uw onderneming dat u eigenlijk niet kunt verhuizen. Bij bedrijfspanden in eigen gebruik is dit gemakkelijker hard te maken dan bij verhuurde panden. 4. Schrijf bij winkelpanden af op de ‘modegevoelige’ winkelpui. Die moet vaak worden vervangen. Dit komt dan tot uitdrukking in een mengafschrijvingspercentage. 5. Maak in nieuwe situaties gebruik van de splitsing van grond en opstal over verschillende BV’s. De restwaarde van de grond vermindert dan niet het afschrijvingspotentieel van de opstal. Die BV’s zullen dan waarschijnlijk niet tot dezelfde fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting mogen behoren. Raadpleeg uw adviseur voor de gevolgen. 6. Misschien biedt een ‘voorziening groot onderhoud’ perspectief. Daarmee kan jaarlijks een bedrag ten laste van de winst worden gebracht. 7. Als u vanuit de BV een beleggingspand aan derden verhuurt, kunt u dat naar privé overhevelen. Het pand komt dan terecht in de fiscaal voordelige box III (jaarlijks 1,2 procent heffing over de waarde van het pand,
verminderd met de eventuele schuld). Dit verlost u dan van de afschrijvingsproblematiek, omdat deze in box III toch niet meer aftrekbaar is. Maak wel vóóraf een rekensom of dit op de langere termijn voordeel oplevert. Houd rekening met overdrachts- en vennootschapsbelasting over de boekwinst in de BV die behaald is door de verkoop van het pand. Stop de boekwinst in een herinvesteringsreserve om dit laatste voorkomen. Dan moet het voornemen om te herinvesteren wel aanwezig zijn. Het zal u duidelijk zijn dat het inroepen van de hulp van een belastingadviseur, ook in deze gevallen, profijtelijk voor u zal uitpakken. ■
mr. N.A.M. Rerink Belastingadviseur bij Ten Kate & Huizinga te Almelo
21
actueel | nieuws & feiten
BGZ wegvervoer wil met het instellen van deze prijs bedrijven in het beroepsgoederenvervoer die arbobewust handelen, in het zonnetje zetten. Daarbij gaat het om bedrijven die oprecht aandacht besteden aan de gezondheid en veiligheid van hun medewerkers en een goede balans weten te vinden tussen de zakelijke en sociale aspecten van hun bedrijfsvoering.
Ondernemersnieuws Onlangs heeft staatssecretaris van Economische Zaken Van Gennip officieel de Kamer van Koophandel Nederland geopend. Thijs Wöltgens, de eerste voorzitter van KvK Nederland, gaf tevens het startsein voor het actieprogramma ‘Handen ineen voor extra economische groei’, de naam voor de activiteiten die de KvK een jaar lang samen met diverse partners zal uitvoeren om een extra impuls te geven aan de Nederlandse economie. In de Kamer van Koophandel Nederland hebben de 21 Kamers van Koophandel hun gezamenlijke handelsregister- en voorlichtingsactiviteiten ondergebracht. Algemeen Directeur van de Kamer van Koophandel Veluwe en Twente Wilma van Ingen voorziet door de bundeling van krachten ook voor deze regio een extra economische impuls. Ontwerpbureau Indes heeft met het ontwerp voor een kinderbril de Nederlandse Designprijs 2005 gewonnen. Het ontwerp is uit ruim 700 inzendingen gekozen tot beste ontwerp in de categorie ‘Consumentenproducten’. Bovendien heeft de kinderbril tevens de Design for All prijs gewonnen. De bril is bedoeld voor kinderen in Derde Wereldlanden. Bijzonder is dat de bril in sterkte instelbaar is door het kind zelf doordat twee lenzen over elkaar heen worden geschoven, ofwel ‘one size fits all’. De productiekosten per bril liggen rond de 1,50 euro. Tien bedrijven, waaronder arbo- en gezondheidsdienst HumanCapitalCare, met een vestiging in Hengelo, mogen als eerste het BOA Keurmerk voor transparantie in de arbodienstverlening voeren. Uit handen van Jan van Zijl, voorzitter van de Raad voor Werk en Inkomen, ontving algemeen directeur Wim Huijbregts van HumanCapitalCare dit keurmerk op 30 september in Utrecht. De lancering van het keurmerk sluit aan bij belangrijke vernieuwingen in de branche van arbodienstverlening. Het BOA Keurmerk voor transparantie in de arbodienstverlening is bedoeld om zowel
Directeur Wim Huijbregts (rechts) ontvangt het eerste BOA Keurmerk.
werkgevers als ondernemingsraden houvast te bieden bij de selectie van een arbodienstverlener.
Koninklijke Ten Cate realiseerde in het derde kwartaal van 2005 een nettowinst van € 9,2 miljoen (derde kwartaal 2004: € 8,2 mln). Dit winstcijfer is inclusief de eenmalige sluitingskosten (bruto € 1,4 mln) van de Franse vestiging van Ten Cate Enbi. De omzet in het derde kwartaal steeg autonoom met 7,0%. Als gevolg van de desinvestering van Mega Valves International eerder dit jaar blijft de kwartaalomzet per saldo vrijwel gelijk op € 177 miljoen. Het bedrijfsresultaat (EBIT) steeg met 1,6% tot € 13,4 miljoen (autonoom + 9,3%). De omzet over de eerste negen maanden steeg met 9,7% (autonoom 11,5%) tot € 528 miljoen. Het bedrijfsresultaat bedraagt € 32,1 miljoen (2004: € 28,3 mln). Over de eerste negen maanden steeg de nettowinst tot € 24,2 miljoen (2004: € 20,6 mln). Autonoom steeg de nettowinst met 20,8 %. De nettowinstprognose voor 2005 blijft € 26-29 miljoen. Kuipers Logistics uit Oldenzaal heeft de 1e prijs behaald bij de verkiezing van ARBObedrijf van het jaar voor transportbedrijven in de categorie tot 75 medewerkers. Deze prestigieuze onderscheiding is maandag 17 oktober tijdens de bedrijfsauto RAI uitgereikt door A.P.J.C. Bos, President-directeur van TVM verzekeringen, aan Harry Kuipers, directeur van Kuipers Logistics. De Arboprijs Wegvervoer is een predikaat voor bedrijven die aantoonbaar werken aan Arbozorg, verzuim en reïntegratie.
Harry Kuipers, directeur van Kuipers Logistics (rechts), heeft zojuist de 1e prijs in ontvangst genomen bij de verkiezing ARBO-bedrijf van het jaar.
Twentevisie 09/2005
In de periode van januari tot en met september 2005 zijn er ruim 1.700 Polen die een eenmanszaak in Nederland zijn gestart. Ter vergelijking: in heel 2004 waren er ruim 1.000 startende eenmanszaken met een Poolse eigenaar en in 2003 waren dit er 150. Van de 66 Poolse éénmanszaken die sinds januari 2005 gestart zijn in het kamergebied Veluwe en Twente is ruim de helft (39 starters) actief in de bouwsector. Van deze 39 Poolse starters in de bouw is de overgrote meerderheid (33 starters) een klussenbedrijf gestart. Het aantal Poolse klussenbedrijven is daarmee in de eerste drie kwartalen bijna verviervoudigd ten opzichte van heel 2004. De overige nieuwe Poolse eenmanszaken zijn actief in een bouwspecialisme, zoals stukadoren, tegelzetten of timmeren.
JIS Nederland maakt bekend dat Haagtechno BV, een volledige dochtermaatschappij van Hagemeyer NV, gebruik gaat maken van de QlikView Business Intelligence-software. Haagtechno is verantwoordelijk voor de import, marketing en distributie van Panasonic- en Technics-producten in Nederland. De handelsonderneming zal QlikView inzetten voor de analyse van haar bedrijfskritische informatie. ‘Het is voor de economie in Oost-Nederland van essentieel belang dat het Rijk de komende twintig jaar de knelpunten op de A1 met voorrang oplost. De A1 heeft dezelfde verkeersgroei en congestie als de wegen A12, A4 en A2: de ‘Triple A’ die door het Rijk in de Nota Mobiliteit tot de economische hoofdstructuur worden gerekend en die voorrang krijgen bij Rijksinvesteringen. Het is zeer onterecht dat de A1 niet dezelfde status is toegekend. Dit moet daarom alsnog gebeuren.’ Deze boodschap, onderbouwd met een onderzoeksrapport van Bureau Louter waarin de A1 op ruimtelijk-economisch en verkeerskundig gebied wordt vergeleken met de Triple A-rijkswegen, heeft de Stedendriehoek Apeldoorn-DeventerZutphen 14 oktober aangeboden aan de Vaste Kamercommissie Verkeer en Waterstaat. Ook overige Tweede Kamerleden uit Oost-Nederland waren voor de bijeenkomst uitgenodigd.
Kunst & Van Leerdam Medical Technology en Vrest, allebei gevestigd te Enschede, hebben tijdens het jaarlijkse congres van de ingenieursorganisatie KIVI NIRIA ontwerpprijzen gewonnen. Het congres ‘Technology Cares’ wil de aandacht vestigen op de vele mogelijkheden
23
›
actueel | nieuws & feiten
die de combinatie van techniek en geneeskunde kan bieden. Naar het oordeel van de jury vormen de bekroonde ontwerpen hiervan het bewijs. De inzending van Kunst & Van Leerdam bestaat uit Genux, een kniebrace die niet kan afzakken. Vrest is onderscheiden voor de VREST Virtuele Operatie Trainer. Het apparaat laat zich vergelijken met een vluchtsimulator, maar nu voor medisch studenten en chirurgen-in-opleiding. In een onafhankelijk onderzoek van het blad ManagementTeam hebben 500 topmanagers (algemeen en financieel directeuren) uit het Nederlandse bedrijfsleven hebben uitgesproken over de kwaliteit van financiële dienstverleners. De resultaten van dit jaarlijkse onderzoek zijn deze maand gepubliceerd in een uitgebreide bijlage bij het blad. De managers plaatsten KroeseWevers Accountants, met de hoofdvestiging in Enschede, hoog op hun voorkeurslijst. Karel van der Molen heeft vrijdag 7 oktober jl. Unipro in Haaksbergen om persoonlijke redenen verlaten. Van der Molen was per 1 september benoemd tot algemeen directeur. Hans Jaap Feenstra is per direct als interim directeur aangesteld.
Nico Jan Hoogma, ambassadeur van Stichting Kans voor een Kind, omarmt Raymond Neef, die met het bijwonen van de wedstrijd Ajax-Heracles het tweede deel van zijn wens in vervulling zag gaan. (Foto: Marco Oude Groothuis.)
Eggert (medewerkster verkoop binnendienst) en Brigit Bakker (directiesecretaresse).
Vanwege groei heeft de Robert J Reinders Group het hoofdkantoor uitgebreid met een nieuwe vestiging in Hengelo aan de Weijinksweg 23. De holding blijft gevestigd aan de Oldenzaalsestraat 570. De groei houdt tevens een uitbreiding van de personele bezetting in met Jeroen Ottink (accountmanager), Desiree
Het bestuur van VNO-NCW heeft eind oktober ingestemd met een onderzoek naar de mogelijkheden van nauwere samenwerking met MKB-Nederland . Het idee voor deze samenwerking is een initiatief van VNO-NCWvoorzitter Bernard Wientjes en voorzitter Loek Hermans van MKB-Nederland. Het bestuur van MKB-Nederland bespreekt het plan binnenkort. Door een nauwere samenwerking ontstaat een aanzienlijk groter draagvlak voor een doelmatige ondernemerslobby, landelijk, regionaal én in Europa. Een gemeenschappelijke bestuurscommissie zou beide besturen bij het te kiezen van een samenwerkingsmodel moeten adviseren. De commissie moet onderzoeken of eenduidige samenwerking of samenvoeging van beide bureaus mogelijk is, onder handhaving van de zelfstandige positie van beide verenigingen.
Het planningssoftwarepakket van Remote IT-Services is uitgeroepen tot het meest innovatieve product van Overijssel. Daarmee wint het Zwolse bedrijf de Overijssel Innovation Award 2005. Woensdag 2 november kreeg directeur Rob Hulsebos uit handen van gedeputeerde Carry Abbenhues van de Provincie Overijssel een cheque met een geldbedrag van € 5.000,- en speciaal ontworpen kunstwerk van kunstenaar Petra Groen.
Nico Jan Hoogma, aanvoerder van Heracles Almelo, is de derde ambassadeur van de Twentse Stichting Kans voor een Kind. Samen met zijn mede-ambassadeurs Kim Kötter en Marga Bult zal hij proberen de doelstellingen van de stichting zo goed mogelijk naar buiten te brengen. Zoals bekend streeft Stichting Kans voor een Kind ernaar om wensen van Twentse kinderen die het moeilijk hebben, vaak door ziekte of ander ongemak, te vervullen. “Ik liep al langer met het idee rond om met mijn naamsbekendheid als voetballer hier in het oosten iets te gaan doen”, begint Hoogma zijn verklaring waarom hij voor Kans voor een Kind heeft gekozen. “Ik steun meerdere goede doelen, maar dat is meestal financieel. Nu kan ik ook echt iets doen en als dat dan ook nog eens voor een organisatie is die kinderen die het zwaar hebben helpt, dan is dat een prima combinatie.” Het eerste
VNO-NCW Twente, MKB-Twente en de Kamer van Koophandel Veluwe en Twente besteden vanaf 2005 extra aandacht aan de ontwikkelingen van lokale lasten voor het bedrijfsleven door middel van de ‘lokale lasten monitor Twente’. Uit deze monitor blijkt dat de gemeente Enschede het duurst is voor bedrijven en Wierden het goedkoopst.
Twentevisie 09/2005
wapenfeit van Hoogma voor de stichting was het welkom van de zieke Raymond Neef voor de wedstrijd Ajax-Heracles. Een greep uit de faillissementen in de periode 17 september tot en met 14 oktober die de Rechtbank aan de Kamer van Koophandel heeft doorgegeven. Let wel, tussen het verschijnen van deze uitgave en de uitspraak van de rechtbank kunnen er wijzigingen ontstaan. Voor de actuele situatie kan men terecht bij het handelsregister, tel. 0900-1234567. Almelo: Planatoffice Almelo B.V.; Borne: Spies Quality Koi B.V., Gordijnenatelier Devigo B.V., Japo Holding B.V., Debli B.V., Stichting Administratiekantoor Japo; Denekamp: A.W. van Garderen Holding B.V.; Enschede: Resin Technology B.V., Corell Resin Technology B.V., Swan Contract Furniture B.V. - Palm Collect International B.V., Dimex Partners B.V., Oldenhof Beheer B.V., Hartman Nederland B.V., Setpoint B.V., Twentse Graveerindustrie Beheer B.V., Unimeta Nederland B.V., TGI Diepdruktechniek B.V., TGI Flexotechniek B.V., R.J.M. Teuiten, geb. 611-1959 hodn Café Restaurant De Twentse Es; Hengelo: Introcom B.V., Introweb, B. Zondag, geb.23-5-1942, P. Cornelis, geb. 22-5-1960 en J. Grunwald, geb. 14-6-1964 allen vennoot van De Landelijke Adviesgroep; Oldenzaal: M.B.K. Shop B.V., Vazquez Installatietechniek B.V.; Rijssen: P.C. Woertman , geb. 27-4-1948 hodn Handelsonderneming Hellendoorn. ■
Persberichten kunnen per e-mail worden toegestuurd aan
[email protected]. Tekst als word-bestand, eventuele foto’s of ander illustratiemateriaal als jpeg, 300 dpi. Eventueel per post: MediaSales Nederland B.V., Postbus 702, 7550 AH Henelo.
25
Vrijblijvend persoonlijk advies? Kijk op www.twentevisie.nl
column | online strategie
IT op de agenda IT als agendapunt in de directievergadering. Je ziet het in geen enkele organisatie, een enkele uitzondering daargelaten. Ik las laatst dat zelfs de Fortune 500 bedrijven ook zelden IT-onderwerpen bespreken in hun vergaderingen. Als automatiseerder kijk ik daar vreemd tegenaan. We zijn het er zo langzamerhand allemaal wel over eens dat automatisering leidt tot cruciale efficiencyvoordelen. Maar dat komt niet tot uitdrukking in de aandacht van het algemene bestuur. Dat heeft wellicht deels te maken met de traditionele denkwijze van de directie en deels met de invulling die de IT-manager geeft aan zijn functie. Deze laatste is nog maar al te vaak bezig met de techniek in plaats van het beleid erachter. Hij moet met duidelijke resultaten komen, anders ziet de directie IT niet als strategie, aldus onderzoeksbureau Gartner. Voor de IT-manager is dat een schitterende uitdaging die alles te maken heeft met visie op IT. Nu vraagt u zich als ondernemer van een middelgrote onderneming misschien af of deze ICTstrategievorming niet wat hoogdravend is. Dat is het ook inderdaad. Maar wat ik aan wil geven is dat een IT-manager een serieuze rol speelt in een organisatie en dat hij daarvan zelf de mate bepaalt. Houdt hij zich nog bezig met de pure techniek en loopt hij, bij wijze van spreken, nog met PC’tjes onder de arm heen en weer te slepen? Dan kunt u zich afvragen of u op de goede weg bent. Met de zogenoemde tweede internetgolf op komst kunt u in dat geval uw goede concurrentiepositie snel verliezen. Daarentegen kunt u deze ook snel verstevigen met IT als de beslissende factor. En daarin speelt de IT verantwoordelijke een beslissende rol.
De tweede internetgolf ‘The sky is the limit’ was de algemene tendens in 2000 toen de eerste internetgolf zich voordeed. Grootscheepse projecten werden opgezet waarvan het einde niet te overzien was. Dat heeft uiteindelijk veel, heel veel geld gekost. De tweede golf is van een heel andere aard. De afgelopen jaren is er veel geleerd over de praktische inzet van IT en internet. Die kennis wordt nu vertaald in kleinschalige projecten die meer rendement opleveren. Daarmee komt Twentevisie 09/2005
de techniek dichter bij de dagelijkse praktijk van uw onderneming te liggen. Ook u kunt er dus van profiteren. Voorwaarde is wel dat er in de achterliggende periode met gezond verstand is geïnvesteerd in automatisering. Daarmee zijn de primaire processen op een juiste wijze ingericht. Geen goedkope klus maar het schept wel de mogelijkheid om, in een zeer concurrerende markt, de volgende stap te zetten. Of populair gezegd mee te surfen op de tweede internetgolf.
lijke zaken goed voor elkaar heeft, kunt u hem regelmatig verwachten op de vergadering. En u zult dit niet erg vinden, want vanaf dat moment kunt u zijn kennis, inzicht en visie optimaal gebruiken om uw ondernemersdoelstellingen te realiseren. ■
De rol van de IT-manager Als uw IT-manager nog steeds worstelt met de primaire processen heeft u een probleem. En moet u haast maken uw achterstand in te halen, anders kon dat wel eens fataal worden voor uw onderneming. Is de IT-omgeving binnen uw organisatie wel op orde dan kan uw IT-manager pas echt IT voor u laten werken. Uiteindelijk komt het er op neer dat hoe beter hij er in slaagt om de resultaten van nieuwe technieken zichtbaar te maken, door middel van registraties, analyses en rapporten, hoe serieuzer de directie hem neemt.
IT beheer Wat betekent dit voor de IT-manager? Pas als deze er in is geslaagd om een goede automatiseringsomgeving neer te zetten, begint de echte uitdaging. Daarmee doel ik op het optimaal inzetten van IT ten behoeve van uw bedrijfsprocessen. Anders gezegd, meer omzet, minder kosten. Voorwaarde hierbij is dat IT-beheer optimaal en efficiënt is ingericht. Juist dat is belangrijk om de besluitvorming over de IT-investeringen te verbeteren. Dat dit niet makkelijk is blijkt uit onderzoek. Maar weinig organisaties hebben een softwareprogramma voor het beheer van budgetten en hulpmiddelen in relatie tot de planning. Het financiële beheer en de planning van IT-projecten worden hierdoor slechts af en toe in vergaderingen besproken. Door dit gebrekkige inzicht in de inzet van geld en middelen kunnen IT-managers makkelijk de financiële grip op projecten verliezen. Het is dus zaak dat zij processen binnen hun afdeling onder controle hebben en meetbaar maken. Dat betekent registreren, analyseren en rapporteren. Als een IT-manager derge-
Hans Lesscher Directeur van Lesscher IT
31
Ondanks stagnering door maatschappelijk verzet en inconsistent beleid van de overheid
Windmolens renderen voor
interview | raedthuys
Raedthuys en investeerders Hij verkocht ooit verzekeringen, en dus is een grapje snel gemaakt: ‘Van de ene windhandel naar de andere’. Alfons Wispels, directeur en enig aandeelhouder van de Raedthuys Groep, kan er wel om lachen, maar logisch is de overstap van de assurantiebranche naar de windmolenmarkt niet. Tot 1995 had Wispels een eigen assurantiekantoor, maar het verkopen van verzekeringen maakte de ondernemer in hem niet gelukkig. “In de assurantiebranche staat 80 % van de omzet vast.” In 1995 richtte hij Groenraedt op, ontwikkelaar van windenergieprojecten en nu een van de dochterondernemingen van de Raedthuys Groep. Wispels zag vlak over de grens bij Ahaus windmolens staan en combineerde dat met de behoefte die er bij relaties bestond aan rendabele investeringen. “Het heeft mij altijd verbaasd dat mensen hun centjes staken in bijvoorbeeld teakplantages aan de andere kant van de wereld.” Dichter bij huis, zo concludeerde Wispels na enig marktonderzoek, was er op het gebied van windenergie een evenzeer lucratieve markt weggelegd. “Mijn accountant zei dat het niets was, dus heb ik maar besloten het te doen.”
Windturbines
(door Martin Steenbeeke) ‘Leef van de wind’ adviseert de Raedthuys Groep aan potentiële investeerders. Het Enschedese bedrijf doet zelf niet anders want het oprichten, exploiteren, verzekeren en verkopen van windmolenparken gaat het bedrijf goed af. Rendementen van 144 % op investeringen in een windmolen worden helaas niet meer behaald, maar een kleine 20 % is nog altijd mogelijk. Sinds 1997 heeft Raedthuys in Nederland vijftien verschillende windenergieprojecten gerealiseerd met in totaal 64 windturbines. Maar hoewel de overheid groene energie propageert, stokt de aanleg van nieuwe windmolenparken, onder meer door het toenemende maatschappelijk verzet.
26
Alfons Wispels, directeur van Raedthuys: “Het heeft mij altijd verbaasd dat mensen hun centjes staken in bijvoorbeeld teakplantages aan de andere kant van de wereld.”
Twentevisie 09/2005
In 1997 realiseerde hij zijn eerste project met één windmolen, in Zeewolde. Hij verkocht de molen voor 1.6 miljoen gulden aan 25 investeerders die één of meerdere participaties van 25.000 gulden namen. “Geloof het of niet, maar ze kregen door het fiscale regime 42.000 gulden terug.” Er volgden veertien andere projecten, met in totaal 63 windturbines. Het totaalbedrag dat Raedthuys van investeerders in beheer heeft gekregen, bedraagt ruim 132.000.000 euro Raedthuys (25 werknemers, omzet 2004 zestig miljoen euro) richt zich op verschillende activiteiten in de keten van windenergie. Dochter Groenraedt is actief als projectontwikkelaar en zoekt locaties waar windmolens gebouwd kunnen worden. Twee juristen zijn continu bezig om het vergunningenbeleid van de overheid uit te pluizen, op zoek naar geschikte locaties om te bouwen. De molens komen overigens uit Denemarken en Duitsland en worden daarna in het Nederlandse landschap geplaatst en aangesloten op het elektriciteitsnet. Vijftien van de door Raedthuys geplaatste windmolens worden door het bedrijf zelf geëxploiteerd. De stroom wordt aangeboden en verhandeld via de APX, de energiebeurs. Het is belangrijk voor het bedrijf dat de markt voor groene stroom is vrijgegeven, Twentevisie 09/2005
zegt Wispels, zodat zijn bedrijf niet is overgeleverd aan de macht van de energiebedrijven. Een ander zusterbedrijf zoekt particulieren die willen investeren in de projecten. Na maximaal vijf jaar koopt Groenraedt de molen terug, voor 30 % van de nieuwwaarde, om het exemplaar zelf te exploiteren. “Er is een heleboel geld in de markt,” zegt Wispels. Raedthuys heeft op één van haar projecten al eens een rendement van 144 % behaald, maar de voorziene rendementen zijn inmiddels gedaald tot een kleine 20 %. Het aantrekkelijke voor investeerders is dat zij deelnemen via een maatschap. Hierdoor kunnen ze hun investering tegen een tarief van 52 % aftrekken van de inkomstenbelasting, veel hoger dan een bedrijf voor de vennootschapsbelasting kan aftrekken.
Concurrent De goede naam van Raedthuys stond vorig jaar ter discussie. Concurrent Evelop beschuldigde dochterbedrijf Groenraedt van belastingmisbruik. Groenraedt zou teveel subsidie hebben opgestreken door de eigen windmolens voor veel meer geld dan ze waren ingekocht te verkopen aan de door Raedthuys opgerichte maatschap. Hierdoor werd de investering, en daarmee de fiscale investeringsaftrek, ‘kunstmatig’ opgehoogd. De kritiek, ondersteund door PvdA-kamerlid Samson, werd breed uitgemeten in Nova en het Financieele Dagblad. Groenraedt/Raedthuys verdedigde het beleid door te wijzen op de hoge ontwikkelingskosten, ook van projecten die niet van de grond komen, en de instemming van het ministerie van Financiën en de belastingdienst met de financieringsstructuur. De rechtbank stelde Groenraedt in het gelijk. Wispels noemt Evelop een “gefrustreerde concurrent met één windmolen.” De schade is achteraf meegevallen. “Twee maanden later hadden we een groot project in recordtempo verkocht, dat was een hele opluchting.”
Co2 Nederland telt nu zo’n 1.600 windmolens, maar die nemen niet meer dan enkele procenten van de totale Nederlandse elektriciteitsvoorziening voor hun rekening. Ter vergelijking: in een land als Denemarken draagt windenergie voor 22 % bij. Uitbreiding van het aantal windmolens is noodzakelijk om de uitstoot van Co2 terug te dringen. Het streven is om in 2010 via windmolens op land 1500 megawatt energie op te wekken, goed voor de stroomvoorziening van ruim
één miljoen huishoudens. Windmolenparken op zee moeten in 2020 6.000 megawatt opleveren. In Nederland zijn vele nieuwe parken in ontwikkeling, met 1 tot 10 molens per locatie. Maar de aanleg stokt. Mede door het maatschappelijke verzet halen veel provincies niet de doelstelling om meer windmolens te plaatsen. Windenergie heeft dan wel de naam schoon en groen te zijn, maar veel bewoners van het platteland zitten er niet op te wachten. In Dalfsen en Dedemsvaart bijvoorbeeld wordt momenteel fel verzet gevoerd tegen de komst van windmolens. De reden: de grote wieken worden als onesthetisch beschouwd in het polderlandschap.
Nimby Raedthuys heeft momenteel 53 projecten in ontwikkeling, waar doorgaans zo’n 15 % doorgang van vindt. Maar dit jaar wordt er niet één project opgeleverd. Directeur Wispels stelt dat er sprake is van ‘Nimby-gedrag’. “98 % is voor duurzame energie, maar als het erop aan komt willen ze liever niet tegen een windmolen aankijken. Op sommige plekken in Nederland is wildgroei ontstaan. Er staan, zonder enige samenhang, solitaire windmolens op terreinen van met name agrariërs die in windenergie een goede aanvulling van hun dalende inkomen zagen. Het is de schuld van de gemeenten en provincies, die in dat opzicht geen gelijk beleid hebben gevoerd,” zegt Wispels. “Vergunningverlening voor windmolenparken is een moeilijke zaak.” Niet alleen bij gemeenten, ook aangaande het fiscale regime betreffende windenergie ontdekt Wispels weinig consistentie in het beleid van de overheid. “Alle stimuleringsmaatregelen die er vandaag zijn, zijn morgen weg, of komen dan weer terug,” schertst Wispels. “In de afgelopen tien jaar is de overheid de minst betrouwbare partner in deze business gebleken.” Raedthuys heeft speciaal voor de belangenbehartiging een Raad van Advies geformeerd met daarin onder meer oud-parlementair journalist Hans Prakke en voormalig kamerlid De Graaf. Hun lobbywerk is hard nodig, zo bleek onlangs toen de Tweede Kamer de bouw van windmolenparken in de Noordzee wilde afblazen, maar hier tot opluchting van minister Brinkhorst op terug kwam. Belangrijk, want de toekomst van de windmolens ligt op zee, denkt Wispels. “Ik voorspel dat over 15 tot 20 jaar op land vrijwel geen windmolens meer staan.” ■
27
Oprichtster Penny Power van Ecademy bezoekt afdeling Twente
netwerken | ecademy
Internetnetwerken maar om elkaar te helpen en feedback te geven. “Ondernemers drukken elkaar kaartjes in de hand en noemen dat netwerken, maar het gaat erom dat je eerst vertrouwen moet opbouwen,” zegt Penny Power.
Aandacht
Slechts negen mensen zaten op oprichtster Penny Power van Ecademy te wachten. “Weinig? Ben je gek, al deze mensen hebben een eigen netwerk achter zich, van wel minimaal honderd personen. Dus eigenlijk zijn er negenhonderd mensen in deze zaal.”
(door Martin Steenbeeke) Ondernemers die netwerken, niet met het doel om er uiteindelijk handel aan over te houden, maar om goede sociale contacten op te bouwen. Het lijkt tegenstrijdig, maar Ecademy brengt het in praktijk. Het wereldwijde netwerk voor ondernemers met een “sociaal bewustzijn” is snel groeiende. Afgelopen maand mocht de jonge afdeling Twente zich verheugen in de komst van oprichtster Penny Power. Ze straalt als ze na een lange vlieg- en treinreis vanuit Londen het Paradijs in Enschede binnenkomt. En ze blijft stralen als ze merkt dat er slechts negen mensen op haar zitten te wachten. “Weinig? Ben je gek, al deze mensen hebben een eigen netwerk achter zich, van wel minimaal honderd personen. Dus eigenlijk zijn er negenhonderd mensen in deze zaal.” Penny Power weet wat het is om klein te beginnen. Acht jaar geleden begon ze in haar eentje met Ecademy, een netwerk voor ondernemers op het internet. Nu telt het 60.000 leden, in 150 verschillende landen. “Ze ontmoeten elkaar via internet, zoals in normale bedrijven mensen bij de koffieautomaat,” zegt Power. Af en toe zijn Twentevisie 09/2005
er bijeenkomsten waar leden elkaar in levende lijve ontmoeten, zoals de afgelopen maand in het Paradijs, met religieuze beelden aan de muur en wc-potten gevuld met planten een passend onderkomen voor een niet-doorsnee ondernemersclub.
Celestijnse belofte Als ‘ridders van de tafelronde’ scharen de aanwezigen zich om tafel om het levensverhaal van eregast Penny Power aan te horen.
’Ondernemers drukken elkaar kaartjes in de hand en noemen dat netwerken’ Nog altijd stralend vertelt Power hoe ze er in een callcenter achter kwam dat alles draait om menselijke contacten, dat ze nog meer geïnspireerd raakte door het boek ‘De Celestijnse belofte’ en in 1998 Ecademy oprichtte, in eerste instantie om haar man - destijds een zelfstandig IT’er - een plezier te doen. De basisgedachte is dat veel zelfstandig ondernemers, vaak éénpitters, behoefte hebben aan sociaal contact. Niet zozeer om klanten te werven,
Ronald Wopereis uit Borne is een fanatiek lid van Ecademy. “Ik ben elke dag op het net te vinden, soms wel twaalf uur per dag.” Wopereis had een baan in de IT-sector maar wil nu voor zichzelf beginnen met producten en diensten voor de gezondheidszorg. Zo probeert hij het product ‘aandacht’ in de markt te zetten. Het klinkt vaag, dat geeft hij toe, maar via contacten met gelijkgestemden over de hele wereld is hij druk bezig uit te vinden wat aandacht precies betekent en hoe je het vorm kunt geven. Die gelijkgestemden vindt Wopereis aan de hand van trefwoorden die elk lid bij zijn eigen persoonsbeschrijving op het Ecademy-netwerk moet geven. ‘Fawlty Towers’ ‘Avatar’ en ‘When Harry meets Sally’ zijn enkele woorden van Wopereis. Tosho Kooimans uit Borne (trefwoorden: Daly, stilte, Charley Chaplin) is als ‘coach’ en webdesigner blij dat er een alternatief is voor de bekende ondernemersclubs. “Ik doe ook op een normale manier aan acquisitie maar dit is veel leuker. Je hoeft jezelf niet op een agressieve manier onder de aandacht te brengen. Kijk maar hoe vol je eigen mailbox zit met allerlei spam. Dit begint met vriendschap en eindigt met zakendoen.”
Sigarendoos “Ecademy kan in de toekomst tientallen miljoenen leden tellen,” zegt Penny Power zeer beslist. “Steeds meer mensen beginnen voor zichzelf, de economieën in Rusland en India groeien snel en via het internet kan iedereen met iedereen communiceren.” Haar ideeën slaan in ieder geval aan bij Philip Gortemaker uit Hengelo. Hij wil in de Achterhoek een zorgboerderij beginnen en zoekt via Ecademy therapeuten en andere medewerkers. “Het aardige van Ecademy is dat het allemaal ‘nice people’ zijn, ze zijn eigenlijk allemaal al gefilterd.” Na een uur praten zit de sessie erop. Penny Power verlaat het Paradijs in de wetenschap dat Ecademy weer een aantal ‘believers’ erbij heeft gekregen. “Je moet je realiseren dat er niets op papier stond,” zegt Penny Power. “Zelfs geen krabbel op de achterkant van een sigarendoos. Het enige dat we hadden was een passie om mensen bij elkaar te brengen.” ■
33
De hapjes en drankjes werden aangeboden door Twentse Catering Groep en Twentevisie
impressie | memphis Als u wilt worden geïnformeerd over de gasten en als u uitgenodigd wilt worden, kunt u zich voor de e-mailservice opgeven via www.twentevisie.nl
Memphis over opslag, wind en communicatie
Op 1 november was de TOS lounge in het Arke Stadion bij de opnames van Memphis tot de nok gevuld, onder anderen met gasten van het bedrijf Visie, dat zijn lustrumfeest vierde. Zij luisterden en keken naar interviews van Jan Medendorp en Martin Steenbeeke met drie boeiende gasten. Willem van den Heuvel van Binnenlands Container Terminals Nederland legde uit waarom 'Hengelo' zo goed draait, Alfons Wispels van De Raedthuys Groep vertelde over het nut van investeren in windmolens en oud-wereldkampioen schaatsen Hein Vergeer brak een lans voor topsporters met commerciële ambities.
De eerst volgende opname van Memphis vindt plaats op 29 november in het Expo Center in Hengelo in combinatie met de Vastgoedborrel. Daarna zijn de opnames weer in het Arke Stadion op 3 januari, 31 januari, 28 februari, 28 maart, 2 mei en 30 mei, steeds om 17.00 uur. Dinsdag 29 november staat geheel in het teken van vastgoed met de projectontwikkelaars Guus Brandriet en André Van Leeuwen van Herikerberg Vastgoed, Tjeerd van der Veen van Snelder Zijlstra Bedrijfsmakelaars, Ger Visser van Eurocommerce en Albert Post van Post Makelaardij.
Rabo Beleggingsspel
Doe mee via www.twentevisie.nl
De gasten van Memphis (boven, v.l.n.r.): Willem van den Heuvel van Binnenlands Container Terminals Nederland, Alfons Wispels van de Raedthuys Groep en oud-wereldkampioen schaatsen Hein Vergeer. Een bomvolle TOS lounge vormde het decor.
Zoals gebruikelijk drankjes, ook voor de gasten van Steven Duinhouwer (midden, links) en Marc Bekker (midden, rechts), van Visie.
Een kistje wijn winnen met 12-11-2004 het Rabo Beleggingsspel 6006 LEUKER ADV TV 11:46 betekent Pagina goed 1 luisteren naar Wim Steenkamp (midden, links).
Nou, reken maar van yes.
”Leuker kunnen we het niet maken.”
34
Als fiscalist weten we alles, maar dan ook echt alles van de ingewikkelde en over en weer vliegende belastingwetgeving. En dat levert geheid hele leuke resultaten op.
M.H.Tromplaan 8, Enschede. Telefoon 053-4316161. www.bakxrombouts.nl
35
Vrijblijvend persoonlijk advies? Kijk op www.twentevisie.nl
column | personeelsmarketing
Trainingsmoe... en wat nu? Vorige week maandag ging ik op bezoek bij Albert. En eerlijk is eerlijk. Stiekem ging ik er vanuit - ja, ja, gevaarlijke aanname - dat hij ons opnieuw opdracht zou geven om zijn verkoopteam verder te trainen. Zo ging het immers al jaren. En al jaren boekten we goede resultaten. Na de gebruikelijke koetjes en kalfjes en de wederzijdse interesse in onze bedrijven kwam Albert voorzichtig ter zake. ‘Ik vind het vervelend om te zeggen Arjan, maar onze mensen zijn een beetje trainingsmoe!’ Ik schrok me wild. Voelde mijn hart sneller slaan. En bereidde me voor op wat zou komen. ‘Zoals je weet’, ging Albert, verder ‘ben ik erg te spreken over het effect van jullie trainingen. Ik merk alleen dat onze mensen toe zijn aan iets anders. Ze geven aan dat opnieuw een verkoop- of acquisitietraining te weinig motiverend is. Ze zijn toe aan iets nieuws. En om eerlijk te zijn, kan ik me daar wel iets bij voorstellen. Eigenlijk trainen we immers al een jaar of vijf volgens een soortgelijke opzet.’ Na de eerste schok raapte ik me zelf weer bij elkaar. Ik kon me zelf wel voor m’n kop slaan dat ik dit niet aan had zien komen. Nam mezelf kwalijk dat ik, onbewust, teveel had voortgebouwd op de aanpak waarmee we voor Albert al een aantal jaren veel succes hadden geboekt. De ‘routinevalkuil’ noemen we dat in onze trainingen. En nu, nu was ik er zelf ook in gevallen. En dat was niet nodig geweest. In de loop der jaren hadden we immers samen met andere opdrachtgevers allerlei alternatieven voor een ‘normale training’ ontwikkeld en uitgevoerd.
Uitdagen en prikkelen Ondertussen ging Albert rustig verder ‘Dus Arjan, we moeten iets nieuws bedenken. Iets waarmee we onze mensen een nieuwe prikkel kunnen geven. Een soort training maar dan in een compleet nieuw jasje.’ Opgelucht haalde ik adem. Albert gaf me de kans iets nieuws te bedenken. Na wat heen en weer gevraag en gepraat over doelstellingen en mogelijkheden spraken we af dat ik een aantal suggesties aan zou dragen om met echt iets nieuws te komen. Ook hadden we de data voor de volgende trainingsbijeenkomsten al vastgelegd. Terwijl ik naar mijn volgende afspraak reed, dacht ik terug aan mijn gesprek met Albert. Ik Twentevisie 09/2005
realiseerde me dat zijn medewerkers zich door traditionele trainingsvormen niet genoeg uitgedaagd en geprikkeld voelden. Een verschijnsel dat vaker optreedt bij organisaties die jaarlijks behoorlijk investeren in training voor dezelfde groepen medewerkers. Wellicht herkent u dit?
Nieuwe varianten Om dit te voorkomen en deelnemers steeds iets nieuws te bieden, worden er in trainingsland voortdurend nieuwe varianten ontwikkeld. Hierbij kunt u het zoeken in een meer ‘alternatieve’ richting. Door met paarden te trainen, of gezellig met z’n allen te gaan trommelen op Zuid Afrikaanse muziek, of… ach, laat ook maar. Voor degenen onder u die hun behoefte aan ‘trainingsvernieuwing’ op een meer praktische manier willen invullen, zijn er een aantal mogelijkheden. Welke? Hieronder vindt u drie voorbeelden uit onze eigen trainingspraktijk. Buitengewoon inspirerend is bijvoorbeeld de eendaagse Sales Kick. Dit werkt als volgt. U plant een hele dag en verdeelt uw salesteam in groepen van 2 tot 4 medewerkers. U zorgt voor een klantenteam dat bestaat uit een ‘inhoudelijk specialist’ (uzelf?) en een inkoper (de trainer). Ieder verkoopteam ontvangt een andere praktijkcase op basis waarvan ze daadwerkelijk in gesprek gaan met ‘hun klant’. In drie gesprekken doorlopen alle teams het totale verkooptraject (gesprek 1 - bespreken van de aanvraag, gesprek 2 - presenteren van het advies en de offerte en gesprek 3 - een afrondend gesprek). Ieder gesprek duurt maximaal 20 minuten. Na ieder gesprek geven uw medewerkers elkaar feedback op hun ‘performance’. De kracht van deze aanpak zit in de elementen die ‘de klant’ inbrengt. Denk hierbij aan situaties die in uw markt actueel zijn of aan situaties die doorslaggevend zijn om de ‘deal’ daadwerkelijk te sluiten. Of zorg voor een aantal mystery calls die u op band opneemt. Concreet betekent dit dat u of iemand anders als ‘klant’ een aantal keren belt met uw bedrijf. In deze gesprekken legt u een bepaalde situatie voor. U belt met een aanvraag, een order, een klacht of met een doorsnee vraag om informatie. Het telefoongesprek neemt u op. Niet om te controleren, maar om uw medewerkers in kleine groepen van circa 4 medewerkers te laten horen hoe zij in ‘de waan-
zin van de dag’ de klant te woord staan. Laat ze elkaar feedback geven. Confronterend, leuk en buitengewoon leerzaam. Een derde mogelijkheid is om trainen daadwerkelijk te combineren met ‘doen’. Organiseer bijvoorbeeld een telefonische acquisitiedag waarop uw medewerkers onder begeleiding van een trainer ‘live’ bellen met potentiële klanten om een afspraak te maken. Hoe dat dan werkt? Na een uurtje opfris van de belangrijkste aspecten rondom telefonische acquisitie gaan uw mensen daadwerkelijk aan de slag met een vooraf geselecteerde groep ‘prospects’. Gedurende de dag wordt er in vier blokken van 1 uur en 15 minuten actief gebeld. De scores worden per persoon en in totaliteit vastgelegd. Gaandeweg de dag laat u uw medewerkers een aantal keren met elkaar meeluisteren en elkaar feedback geven. Ook de trainer ‘coacht on-the-job’. Het succes zit hem in de combinatie van drie elementen - gericht trainen, echt praktijk (u belt immers echte prospects) en natuurlijk het onderlinge competitie-element. Uw resultaat bestaat uit veel acquisitieafspraken en aangescherpte vaardigheden.
Conclusie Kortom, alternatieven genoeg om de traditionele manier van trainen te doorbreken. Heeft een ‘normale’ training dan aan effect ingeboet? Zeker niet! Gericht trainen op vaardigheden en competenties blijft noodzakelijk om te verbeteren. Maar, nieuwe werkvormen die nog dichter staan bij de praktijk van uw medewerkers, houden trainen ook op lange termijn leuk, uitdagend en effectief. Veel succes! ■
Arjan Bloemendaal Directeur Jobo Training & Advies
37
‘Innovatie in Europa, productie in China’
globalisering
| china
Zoals een driedimensionale schuurmachine van Ferm (door Gerrit Strijbis) Boor- en schuurmachines, haakse slijpers en tuinartikelen vormen een greep uit het assortiment van Ferm BV (90 werknemers). Deze internationale handelsonderneming in Zwolle (bedrijventerrein Hessenpoort) produceert in China en Taiwan en verkoopt via doe-het-zelfketens in vooral Europa, Australië en de Oekraïne. Sinds 1992 heeft Ferm ook een volle dochter (met 45 werknemers) in Shanghai. Sinds de oprichting van Ferm in 1965 vindt de productie van het assortiment al in het buitenland plaats. In de beginjaren gebeurde dit in Italië, Oost-Europa, Japan en Taiwan. Het besluit in China een eigen vestiging te starten, kostte volgens directeur Tineke Bakker-Van Ingen veel hoofdbrekens: “Ten eerste had Ferm te maken met grote cultuurverschillen en natuurlijk met de taal. Ook de Chinese wetgeving en kwaliteitsbeleving verschilden totaal van die van ons.”
‘We hebben wel eens een hele avond onderhandeld, maar niet met de mensen die de beslissingen nemen’ Geduld en kennis van de cultuur noemt Bakker de belangrijkste ingrediënten voor succesvolle zakelijke contacten. “We hebben wel eens een hele avond onderhandeld, maar niet met de mensen die de beslissingen nemen. De juiste contacten en relaties zijn onontbeerlijk voor succesvol zakendoen in China.”
Boor- en schuurmachines, haakse slijpers en tuinartikelen produceert Ferm in China en verkoopt ze in Europa. Dat zorgt voor een omzet van 90 miljoen euro. “Dat zijn zo’n 2900 containers,” schat directeur Tineke Bakker-Van Ingen.
China is ontwaakt ‘Wanneer China ontwaakt, schudt de wereld’, stelde Napoleon ooit. Na veertig jaar communisme haalt China de westerse economieën razendsnel in, niet alleen gaan veel westerse bedrijven naar China, ook Chinese bedrijven willen naar Europa. Het is een nieuw speerpunt van de Ontwikkelingsmaatschappij Oost NV om die bedrijven uit te nodigen zich in het oosten van Nederland te vestigen. “Door internet vervagen afstanden en verandert de wereld in een groot transparant dorp. Onze overlevingsstrategie is het bieden van een uitstekende prijs/kwaliteitsgarantie.” “Het is essentieel dat we in West-Europa innovatieve ideeën en diensten ontwikkelen die een meerwaarde bieden.” Zoals een in Europa ontwikkelde en een in China geproduceerde 3-dimensionale schuurmachine van Ferm. Twentevisie 09/2005
Het apparaat heeft net als een scheerapparaat roterende koppen om moeilijk bereikbare plaatsen beter toegankelijk te maken. “Controles door Chinese medewerkers van Ferm garanderen een uitstekende kwaliteit.” Deze werkwijze legt het bedrijf geen windeieren. “Onze resultaten stijgen elk jaar, in 2004 bedroeg onze omzet ongeveer negentig miljoen euro. En dat zijn omgerekend ongeveer 2900 containers.” En vooralsnog is van een kentering geen sprake. “De vraag naar doe-het-zelfproducten in WestEuropa blijft ongeveer op een zelfde peil, vooral vervangingsvraag. De groei zit vooral in OostEuropa, in landen als Kazachstan, Uzbeksitan en Oekraïne doen we goede zaken dankzij innovatie in Nederland en productie in China.”
Arbo Nog een klein puntje. De arbeidsomstandigheden, want vaak wordt gezegd dat lagelonenlanden vooral lage lonen hebben omdat ze geen kosten hebben voor regelgeving zoals in West-Europa. “Dat klopt. Wij produceren alleen in fabrieken die werken volgens de maatstaven van de International Labour Organisation. Al was het alleen al voor mijn eigen geweten. Maar vergeet niet dat de verbetering van de arbeidsomstandigheden in Europa tijdens de industrialisatie ook een proces van jaren was. In China is dit pas een onderwerp in de laatste tien, vijftien jaar. Het is dus alleszins verklaarbaar dat de arbeidsomstandigheden op sommige plaatsen achterblijven bij de West-Europese maatstaven.” ■
39
‘Al die vergaderingen, al dat gezeur: het is vaak lullen om het lullen’
profiel | johnny van ’t schip
Johnny van ’t Schip
dankt WK aan FC Twente processen, het plichtmatig handjes schudden met zichzelf belangrijk vindende sponsors, de stress en druk na twee verloren wedstrijdjes, het gezeik van bestuursleden die nauwelijks weten dat een bal rond is, het uitdelen van een disciplinaire straf aan Scott Booth? Néé. Niets voor ‘Il Bello’. Het is simpel. Van ’t Schip wil niet te ver van zichzelf af komen te staan, hij wil niet inboeten aan levenskwaliteit. Zoals veel van zijn collega’s, die van sympathieke mannen transformeren tot achterdochtige, schichtige zenuwlijders die achter elke boom een vijand menen te ontwaren. Nee, op het leven als hoofdtrainer staat voor Van ’t Schip een te hoge prijs. En zijn verblijf bij FC Twente heeft hem dat duidelijk gemaakt.
Huis
Johnny van ’t Schip, als bondscoach aan de zijde van werk- en boezemvriend Marco van Basten, mag (achteraf gezien) FC Twente wel dankbaar zijn.
(door Eddy van der Ley) Johnny van ’t Schip staat komende zomer op het podium der podia, het WK voetbal in Duitsland. Als bondscoach der Nederlanden, aan de zijde van werk- en boezemvriend Marco van Basten. ‘Il Bello’ mag FC Twente wel dankbaar zijn voor die opvallende carrièremove. Hoe dat zo? Twentevisie verklaart zich nader. “De trainer leert meer van ons dan wij van hem.” Met deze nogal onfijnzinnige kwalificatie desavoueert Scott Booth medio 2001
40
hardop zijn trainer Johnny van ’t Schip. De Schotse aanvaller van FC Twente vertolkt het gevoel dat onder een representatief deel van de selectie is gaan leven: Van ’t Schip is een broekie zonder natuurlijk gezag. De trainer, bezig aan zijn eerste klus als hoofdtrainer, voelt zich flink op zijn pik getrapt en vaardigt een disciplinaire straf uit tegen zijn opstandige speler. Heeft Booth, in alle objectiviteit, gelijk met zijn kritiek? Ja en nee. De Schot maakt deel uit van een selectie die qua verantwoording, discipline en labiliteit het niveau van een
school voor moeilijk lerende kinderen nog niet ontstijgt. Een weinig kneedbaar gezelschap derhalve, en een verzoeking voor een beginnend oefenmeester. Aan de andere kant: Johnny ís geen typische hoofdtrainer. En zal het niet worden ook.
Vijand Voetballers individueel beter maken, op grond van zijn rijke expertise? Gráág. Als-ie op het veld bezig is, spat het plezier bijkans van hem af. Maar al die andere ingebakken verantwoordelijkheden? Het sturen van groepsTwentevisie 09/2005
“Ik neem alle problemen van FC Twente mee naar huis,” bekent Van ’t Schip in die tijd aan schrijver dezes.” Aan mijn kinderen vraag ik wel hoe het op school gaat, maar ik hoor hun antwoorden niet. Als dat geen signaal is? Als hoofdverantwoordelijke ben je niets anders dan een Kop van Jut. Er wordt in de voetballerij veel op de man gespeeld. En achter je rug wordt er enorm veel geluld. En sorry hoor, daar ben ik te goed voor. Het is prachtig om met voetbal bezig te zijn, maar al die randzaken kunnen me gestolen worden. Al die vergaderingen, al dat gezeur: het is vaak lullen om het lullen.” De zelfanalyse is duidelijk. “Ik ben geen hoofdtrainer. Ik heb ook nooit het vurige verlangen gehad om het te zijn. De wens voetballer te zijn kwam uit het hart. Als je dan de top haalt en prijzen wint, is dat de verwezenlijking van een droom. Trainer worden is een vervolg daarop, maar de echte vonk is bij mij nooit overgeslagen. Voor iemand als Louis van Gaal is het vak van hoofdtrainer een roeping. Bij mij ontbreekt die ultieme drive.”
Boezemvriend Anno 2005 is Johnny van ’t Schip succesvol bondscoach van Oranje. Of zijn woorden uit 2002 als achterhaald moeten worden beschouwd? Nee. In het geheel niet zelfs. Los nog van het feit dat een mens qua inzicht best onderhevig kan (en misschien wel moét) zijn aan verandering, is zijn huidige baan hem op het ranke lijf geschreven. Johnny werkt weliswaar op basis van gelijkwaardigheid met Twentevisie 09/2005
zijn boezemvriend Marco van Basten, maar voor de buitenwereld is hij toch de assistent, de ‘man op de achtergrond’, de dienaar van het collectieve denken. De constructie is niet alleen zelfgekozen, maar ook een kwestie van natuurlijke hiërarchie. Met alle respect voor de grote voetballer die Van ’t Schip is geweest, maar Marco van Basten is buitencategorie. Onaantastbaar. Op grond van loopbaan, status, attitude en wat al niet meer. Waar Johnny meer de ‘guy next door’ is, blijft ‘San Marco’ een niet te ontrafelen mysterie. Zijn persoonlijkheid is opgebouwd uit uiteenlopende, soms paradoxale karaktereigenschappen. Hij is afstandelijk, nurks en berekenend, maar ook intelligent, nuchter, charmant en humorvol. Ondoorgrondelijk, met andere woorden. Niet veel mensen zullen weten wie hij echt is.
Van Basten Marco van Basten is, naast financieel, geestelijk volledig onafhankelijk, een must voor een goede bondscoach. Hij is duidelijk, compromisloos en neemt zijn beslissingen zonder aanziens des persoons. Clarence Seedorf, Patrick Kluivert: ze zijn zonder pardon afgeserveerd op hun levensstijl en/of grote ego. Mark van Bommel? Luistert niet, dus moet hij maar voelen. Impopulaire maatregelen? Van Basten kan er alleen maar om lachen. De hele wereld kan over hem heen vallen, maar hij zal er geen seconde wakker van liggen. Uit beleefdheid wil hij best luisteren naar de mening van buitenstaanders, maar het zal zijn denken en handelen in geen levensjaren beïnvloeden. Daarbij komt dat hij een gouden jongeheer heeft. Oranje voetbalt bij lange nog niet zo dominant als hij het wil, maar het draait uiteindelijk om het resultaat. En dat stáát. Als een huis. Ongeslagen gaat Oranje op weg naar het WK in Duitsland. Valt u iets op? In de loop van dit verhaal? Nee? Nou, onwillekeurig zijn we het weer gaan hebben over de grootsheid, de onaantastbaarheid en, vooral, de beslissingen van Marco van Basten. Johnny van ’t Schip zal het prima vinden, daar niet van, hij wentelt zich graag in de luwte van zijn vriend - voor zover dat in het glazen huis van Oranje mogelijk is. Maar feit is dat de ex-trainer van FC Twente meer invloed op de technische beslissingen heeft dan de buitenwereld voetstoots aanneemt. Van Basten draait daar zelf nooit omheen. Zonder
omhaal meldt hij dat hij zich in tactische en technische zin vaak laat leiden door de visie van zijn kompaan.
Johnny be good Het geeft cachet aan de rol van ‘Johnny be good’. Daarbij: dít is precies wat hij wil. Lekker met het pure voetbal bezig zijn, belangrijke beslissingen nemen, maar niet als hoofdverantwoordelijke. Mocht er onverhoopt een storm van kritiek de kop opsteken, en dat zal tussen nu en 2008 ongetwijfeld een keer gebeuren, dan is niet Van ’t Schip de Kop van Jut, maar Van Basten. Niet dat het San Marco zal deren, maar toch. Johnny van ’t Schip dankt het allemaal aan FC Twente. In Enschede heeft hij de lessen geleerd die richting aan zijn (werktechnische) leven hebben gegeven. Zonder de bagage van toen zou hij niet de trainer zijn geworden die hij nu is. En zou hij volgend jaar niet op het podium der podia hebben gestaan: het WK voetbal in Duitsland. ■
41
Vrijblijvend persoonlijk advies? Kijk op www.twentevisie.nl
column | vastgoed
Gemiddeld kantoorhuurcontract nog maar vier jaar Kantoorgebruikers zijn vrijwel allemaal sinds jaar en dag op zoek naar flexibiliteit. De eerste stap in deze zoektocht is vaak het verkopen van de eigen huisvesting en gaan huren van ruimte op dezelfde of een andere locatie. Een van de volgende stappen is vaak de lengte van het bestaande huurcontract verkorten.
afgesloten huurcontracten een gemiddelde looptijd van 4 jaar.
Flexibiliteit
Uit het meest recente onderzoek van DTZ Zadelhoff blijkt dat huurders hierin inmiddels ver gevorderd zijn. Tegenwoordig committeren huurders zich gemiddeld niet voor langer dan 4 jaar aan een huurcontract. Deze trend gaat begrijpelijkerwijs tegen de wensen van beleggers in. Zij zijn in de huidige moeilijke markt meer dan tevoren op zoek naar zekerheid.
Dat de daling in lengte van een gemiddeld huurcontract stagneert is logisch. Inmiddels heeft de huurder de gewenste flexibiliteit met betrekking tot de huisvesting bereikt. Immers, vaker dan eens per vier jaar verhuizen is in financieel en bedrijfskundig opzicht onaantrekkelijk. Bovendien zullen eigenaren van traditionele kantoorhuisvesting (in tegenstelling tot eigenaren van flexibele kantoorconcepten) niet graag bereid zijn om nog kortere huurcontracten aan te gaan, daar dit de waarde van hun vastgoed direct negatief beïnvloedt. Er lijkt een balans te zijn bereikt.
Daling contractduur
Marktsituatie
Al eerder is door ons gewezen op de daling van de lengte van huurcontracten, maar het is voor het eerst dat wij een langjarige reeks van huurcontracten (ruim 2.700 contracten), waarbij optiejaren buiten beschouwing zijn gelaten, met betrekking tot kantoorruimte hebben geanalyseerd. Met deze analyse is aangetoond dat huurcontracten van gemiddeld 10 jaar en langer, zoals die in de vroege jaren negentig veel voorkwamen, werkelijk een schaars goed zijn geworden. Midden jaren negentig was de gemiddelde contractduur al teruggelopen tot 5 jaar. In de laatste 10 jaar is de daling in contractduur afgezwakt. In 2005 hebben nieuw
Wel lijkt naast deze trend van het streven naar flexibiliteit ook de marktsituatie een rol te spelen in de lengte van nieuw afgesloten huurcontracten. Zo is de lengte van nieuw afgesloten huurcontracten weer langzaam iets gestegen ten opzichte van een paar jaar geleden. Uit de huidige cijfers blijkt dat de gemiddelde looptijd van huurcontracten in de topjaren begin deze eeuw het laagst was (3,2 jaar in 2001). Een verklaring hiervoor is dat veel gebruikers vanwege groei van de onderneming snel nieuwe ruimte nodig hadden en deze ruimtevraag probeerden in te vullen door tijdelijke contracten af te sluiten. Daarnaast waren beleggers, onder
(Bron: DTZ Zadelhoff Research 2005.) Twentevisie 09/2005
invloed van de toentertijd relatief krappe marktsituatie, waarschijnlijk eerder geneigd in te stemmen met kortere contracten. Wanneer een kantoor leeg kwam, zou het immers snel weer verhuurd worden en kon misschien zelfs wel een substantiële stijging in huurniveau behaald worden.
Huidige situatie Inmiddels is de situatie anders. De kantoorwerkgelegenheid in Nederland is de laatste jaren afgenomen, terwijl de landelijke voorraad is gegroeid tot ruim 43 miljoen vierkante meter. Concentratieprocessen hebben de laatste paar jaar opnieuw geleid tot een vraag naar tijdelijke oplossingen, zij het in veel mindere mate dan in de topjaren. Vanuit het oogpunt van de belegger geredeneerd is het nu bovendien veel minder aantrekkelijk om korte huurcontracten aan te gaan. Wanneer in de huidige markt een kantoor leeg komt te staan is het relatief moeilijk om een nieuwe huurder te vinden, laat staan dat een stijging in huurniveau kan worden bewerkstelligd. Beleggers zullen daarom proberen om huurders voor een zo lang mogelijke periode aan zich te binden. ■
Edwin H. Mulder MRICS RT Directeur/partner DTZ Zadelhoff
45
vastgoed | transacties
Vastgoed transacties Almelo ◆ DTZ zadelhoff v.o.f. heeft namens Het Juridisch Loket circa 300 m² kantoor aangehuurd aan de Oranjestraat 1b. De huurprijs bedraagt € 32.500 per jaar. ten Hag Bedrijfsmakelaars trad op namens de verhuurder. Denekamp ◆ DTZ Zadelhoff v.o.f. heeft namens de eigenaar een bedrijfsruimte van circa 2.230 m² gelegen aan de Kloppendijk 60 verkocht aan een particuliere belegger. De koopprijs bedraagt naar verluidt € 600.000,- k.k. Enschede ◆ Het ministerie van Defensie heeft overeenstemming bereikt met Arke over de verwerving van circa 8.300 m² kantoorruimte op het Business & Science Park te Enschede . DTZ Zadelhoff Enschede bemiddelde in deze transactie namens de verkoper. Twente Makelaars adviseerde de koper. De transactiesom is niet bekend gemaakt.
De Deurningerstraat 28 in Hengelo is verkocht aan Woningcorporatie De Woonplaats.
te aan de Madioenstraat 111 verhuurd aan Modis Advies. De huurprijs bedraagt € 7.196,04 per jaar.
◆ Aan de Aquamarijnstraat 95 is per ◆ Namens een particuliere belegger heeft Snelder
Zijlstra Bedrijfsmakelaars v.o.f. een winkelruimte met bedrijfsruimte met een oppervlakte van 1.040 m² aan de Deurningerstraat 28, verkocht aan woningcorporatie De Woonplaats. De koopsom is niet bekend gemaakt.
namens een institutionele belegger 92,5 m² kantoorruimte verhuurd in het kantoorgebouw Esplanade aan het Van Loenshof 1927. De huurder is Teamworx Telemarketing. De huurprijs bedraagt € 8.760,- per jaar.
1 november a.s. circa 135 m² kantoorruimte verhuurd aan RoBé Gids V.O.F. Euverman Temmink & Partners Bedrijfsmakelaars bracht de transactie tot stand. De huurprijs bedraagt naar verluidt € 13.200,-. ◆ Met ingang van 1 maart 2006 huurt Viditech
◆ Aan de Varviksweg 3 Enschede ver◆ Snelder Zijlstra Bedrijfsmakelaars v.o.f. heeft
Anninksweg 48, verhuurd aan Fopshop B.V. De huurprijs bedraagt € 22.890,- per jaar.
kocht Polman Bedrijfsmakelaars namens haar opdrachtgever een bedrijfsruimte van circa 230 m² aan een particulier voor € 170.000,-.
AV-Faciliteiten B.V. een bedrijfsunit aan de Opaalstraat . Met deze transactie is een huurprijs gemoeid van € 31.500,-. De transactie is tot stand gekomen door bemiddeling van Euverman Temmink & Partners Bedrijfsmakelaars.
◆ Polman Bedrijfsmakelaars verhuurde voor
haar opdrachtgever het bedrijfscomplex aan de Marssteden 20 en Marssteden 22/26, samen 9.288 m² voor een bedrag van € 350.000 euro per jaar aan SupportPlus Europe b.v.
◆ Aan de Topaasstraat 46 verhuurde
Stationsplein 11 namens de verhuurder circa 280 m² kantoorruimte verhuurd aan Saxion Hogescholen. ten Hag bedrijfsmakelaars trad op namens de huurder. De huurprijs bedraagt € 46.200,- per jaar.
Hengelo ◆ Aan de Topaasstraat 5 heeft Euverman Temmink & Partners Bedrijfsmakelaars namens de eigenaar circa 375 m² bedrijfsruimte met circa 165 m² kantoorruimte verkocht. Met deze transactie is een bedrag gemoeid van € 320.000,-.
Losser ◆ Bodewes Material Solutions heeft 175 m² bedrijfsruimte alsmede 25 m² kantoorruimte gehuurd aan de Industriestraat 8a. De huurprijs bedraagt € 10.080,- per jaar. Snelder Zijlstra Bedrijfsmakelaars v.o.f. trad op namens de verhuurder.
◆ Namens de verhuurder, een particu-
◆ Snelder Zijlstra Bedrijfsmakelaars v.o.f.
liere belegger, heeft Snelder Zijlstra Bedrijfsmakelaars v.o.f. 70 m² kantoorruim-
heeft namens de verhuurder, een particuliere belegger, 763 m² bedrijfsruimte aan de
Oldenzaal ◆ DTZ Zadelhoff v.o.f. trad op namens de eigenaar, een particuliere belegger, bij de verkoop van een bedrijfsunit van circa 65 m² aan de Edisonstraat 20g. De koper is Roozendal Reinigingsapparatuur, die een koopsom betaalt van € 63.000,- v.o.n.
◆ Aan de Lonnekerbrugstraat 75 heeft DTZ
Zadelhoff v.o.f. circa 160 m² bedrijfsruimte verhuurd aan een autobedrijf. De verhuurder is Restauratiebedrijf v.d. Grinten. De huurprijs bedraagt circa € 6.900,- per jaar. ◆ DTZ Zadelhoff v.o.f. heeft aan het
Het kantoorgebouw van Arke op het Business & Science Park in Enschede.
Twentevisie 09/2005
Polman Bedrijfsmakelaar voor € 50.000,een bedrijfscomplex van 1.400 m². Polman Bedrijfsmakelaars trad op namens verhuurder, een particuliere belegger.
Rijssen ◆ Uniek Bedrijfsmakelaars heeft namens haar opdrachtgever (een landelijke belegger) circa 1.200 m² showroomruimte verhuurd aan de Ambachtsstraat 19 aan Waanders Caravans & Campers. De huurprijs is niet bekend gemaakt. ■
47
IKT Visie op… Twenteinuitvoering.nl
Actieplan Innovatieplatform Twente 62 Toppers geven les in innovatie 64 Susanne Piët zoekt het in de emotie 65 Duizend innoverende studenten 66 Onderhoud geeft toegevoegde waarde 68 Scope en IKT-nieuws 70 Twente Agenda 71
Tijdens de jaarvergadering van IKT kregen alle bezoekers een ballpoint uitgereikt met daarop het webadres www.twenteinuitvoering.nl en het logo van de regio Twente. Op de website staat veel informatie over de uitvoering van het REOP, het Regionaal Economisch Ontwikkelingsplan Twente met de vijf bekende thema’s: Kennis & Innovatie, Nieuw Ondernemersschap, Bedrijfsomgeving, Toerisme en Arbeidsmarkt & Werkgelegenheid. De site en de informatie versterkt mijn geloof dat we met de regio de goede kant opgaan en dat we langzamerhand iedereen op één lijn hebben gekregen. Het REOP is een geformaliseerd vervolg op het al acht jaar lopende actieprogramma Versterking Industriepotentieel Twente, waarin we - vanuit bijna dezelfde thema’s - regelmatig hebben gerapporteerd over lopende acties. Het REOP is zwaarder én het wordt door alle maatschappelijke partijen gesteund. Het thema Kennis & Innovatie wordt mede ingevuld door het Innovatieplatform Twente, dat tijdens onze jaarvergadering met een tussenrapportage kwam. En ook hier geldt dat we in gezamenlijkheid tot een strategie en actieplan zullen moeten komen: ondernemers, overheden en onderwijs. Het was een pleidooi (mét consensus) voor door het bedrijfsleven aangestuurde acties om het - door de overheid gesteund - fundamenteel onderzoek te vertalen naar de praktijk. Dus bruikbaar te maken voor bedrijven. De mogelijke doorstart van de Luchthaven lijkt ook meer kansen te krijgen, zeker nu Ryanair heeft aangekondigd om vanaf Twente te willen gaan vliegen. Ook dit is het resultaat van een eendrachtige samenwerking tussen bedrijfsleven en overheden. We kunnen in Twente wel netwerken èn samenwerken, want we realiseren ons dat we er zonder samenwerking niet komen. Geert de Raad Voorzitter IKT
Stichting Industriële Kring Twente - Postbus 5501, 7500 GM Enschede - Tel. 053 - 48 49 980 - Fax 053 - 48 49 985
www.ikt.nl
| Twentevisie | Jaargang 17 | Nummer 9 | November 2005 |
J a a r vergadering IKT in het teken van innovatie
Dit jaar één actieplan producten. “Dat is goed voor de korte termijn; voor de langere termijn is het noodzakelijk om anders te gaan opereren en door herdefiniëring een toekomst te gaan creëren voor hele bedrijfstakken.” Het Innovatieplatform Twente heeft zich sinds de start – begin 2005 – op dit ‘anders opereren’ geworpen. “Hiervoor is een forse inspanning aan onderzoek en ontwikkeling nodig. “In Denemarken wordt € 1125 per werknemer aan R&D uitgegeven, in de ínnovatieve regio Twente slechts € 662, dat is nog minder dan in Duitslang en het Verenigd Koninkrijk! We scoren wel twee maal zo hoog als het landelijke gemiddelde, maar het is net iets meer dan de helft van onze grote concurrent in Nederland, ZO NoordBrabant. De inspanningen van Philips spelen een enorme rol in dat verschil.”
58
voor heel Twente Volgens Wim Meijer ontbreekt het Twente aan samenwerking en leiderschap. “Die samenwerking moet gestalte krijgen in één gezamenlijke innovatieagenda. Op 23 november zullen de 4 O’s - ondernemers, overheden, onderzoek- en onderwijsinstellingen - zich daaraan moeten committeren. Een echte leider hebben we niet in de regio, maar als alle partijen met hun eigen mensen vanuit de gezamenlijke innovatieroute in Den Haag en Brussel op de trom gaan slaan, moet het mogelijk zijn om een substantieel deel van de subsidiegelden naar Twente te trekken.” De speerpunten binnen deze route zijn een directe weerslag van de kracht van de regio en de ontwikkelingen die zich in de laatste jaren hebben voorgedaan: materialen, mechatronica, food, bouw, veiligheid en technologie, en zorg en technologie. ■
59
Veel ambities, geen visie
Wim Meijer wil heel Twente op één lijn hebben.
Twee jaar geleden stond de jaarvergadering van de Industriële Kring Twente in het teken van de samenwerking tussen overheden en bedrijfsleven. De toen geïnitieerde VOF-aanpak leidde onder meer tot een gecoördineerde actie voor het behoud van de luchthaven en tot een unieke positie van de regio als het gaat om de verdere digitalisering van de gezondheidszorg. De sterk verbeterde publiekprivate samenwerking legde ook een gedegen basis voor het Regionaal Economisch Ontwikkelingsplan én het Innovatieplatform Twente. Voorzitter Wim Meijer van het IPT was de eerste inleider over dit onderwerp tijdens de jaarvergadering 2005. “Eind november moet ons actieplan gereed zijn en kunnen we ‘Den Haag’ laten zien wat de bestemming van hun innovatiesubsidies moet zijn.” (door Niko W ind)
Zijn basis-statement was meer dan duidelijk: “In de huidige omstandigheden is innovatie geen luxe voor enkelen, maar een strategie. Innovatie is bepalend voor de concurrentiekracht van bedrijven. Het is niet langer voldoende om op de kosten te letten of het bestaande verder te verbeteren. We hebben ondernemerschap nodig met ambitie. In alle verhalen vanuit Europa (de Lissabon-agenda) en Den Haag wordt te vaak vergeten dat het om de prestaties van bedrijven en instellingen gaat. Dus om ondernemerschap en gemotiveerde werknemers.”
Anders Het bedrijfsleven werkt, volgens Meijer, nog veel te veel aan het beperken van de kosten en het beteren van de huidige
Als relatieve buitenstaander legde het oud-kamerlid Meijer de vinger op de gevoelige plaatsen als het gaat om de regio Twente en in het bijzonder de inspanningen om echt te gaan innoveren. “Twente heeft een veelheid aan ambities, maar ontbeert een gemeenschappelijke visie. Dat laatste is bitter noodzakelijk omdat welvaart en welzijn van de toekomstige generaties van ons land en onze regio al lang niet meer vanzelfsprekend zijn. Dat betekent samenwerken en samen de verantwoordelijkheid nemen: ondernemers, overheid, onderzoek- en onderwijsinstellingen. De vier O’s zullen de kar samen moeten trekken!” Twente heeft – in zijn ogen – alles om écht uit te groeien tot een innoverende regio. “Er wordt veel genetwerkt, maar slecht samengewerkt. Zeker als het om de regionale overheden gaat, is er sprake van arenagedrag. Dat laatste is fnuikend omdat niemand het leiderschap wordt gegund. De lobby is daardoor ineffectief en de profilering slecht.” Een laatste pijnpunt is dat de innovatieagenda wordt gedomineerd door de kennisinstellingen. Zij doen aan R&D en ontwikkelen nieuwe technologieën. Het bedrijfsleven wordt geacht dit om te zetten in producten en deze te vermarkten. “Het bedrijfsleven moet veel meer leading zijn en – vanuit de eigen behoeften – samen met de onderzoeksinstellingen de lijnen uitzetten. Dus waar hebben wij behoefte aan en waar zijn jullie sterk in.”
Papegaaiencircuit In de analyse van het (inter)nationale innovatiebeleid spreekt het Innovatieplatform Twente in haar tussenrapportage over een papegaaiencircuit, waarbij nota’s over elkaar buitelen en subsidiekanalen worden geopend. “De focus is daarin te sterk en te eenzijdig gericht op het ontwikkelen van topkennis en te weinig op het vermarkten daarvan. Gezien de eigen economische structuur met veel toepassingsgerichte kleine, technologisch sterke bedrijven, zou dat vermarkten juist een belangrijke rol voor Twente kunnen zijn. Vooropgesteld dat de agenda sterker wordt bepaald door de ondernemers en minder door de onderzoekers.”
Dynamisch netwerk van Twentse ondernemingen
I K T- v o o r z i t t e r G e e r t d e R a a d ziet lichtpunten
Jaarrede 2005 Tijdens zijn jaarrede ging de voorzitter van de Industriële Kring Twente, Geert de Raad, uiteraard in op het centrale thema van de middag: innovatie. Daarbij was hij kritisch over het nationale innovatieplatform. “Een regelgebonden, gecentraliseerde aanpak is tegenstrijdig aan echte creativiteit die vaak van onder af opborrelt. Als de overheid iets wil, dan zouden ze fundamenteel onderzoek moeten stimuleren en het aan de ondernemers overlaten de praktische toepassingen te vinden. De regionale innovatieplatforms zouden kunnen worden ingeschakeld om wegen te ontwikkelen om die kennisoverdracht te systematiseren en te structureren.” Over de ontwikkelingen in de regio zelf was de IKT-voorzitter in het algemeen wél positief. Zeker als het gaat om de sterk verbeterde relatie tussen bedrijfsleven en overheden, waarbij een VOF-achtige aanpak onder meer heeft geleid tot een goed doortimmerd plan voor de doorstart van de luchthaven en de activiteiten op het gebied van de digitalisering van de gezondheidszorg. Twente is een netwerkland en die veelheid van netwerken is, in zijn ogen, alleen schadelijk als men elkaar – al dan niet openlijk – gaat tegenwerken. In de regio is er echter juist veel samenwerking en zijn er open kanalen. Eén van de resultaten van die intensieve samenwerking is de totstandkoming van het gezamenlijke actieplan Nieuw Perspectief Twente en het Regionaal Ontwikkelingsplan Twente. In dit Twentse businessplan worden vijf actielijnen aangegeven: Kennis en Innovatie, Nieuw Ondernemerschap, Toerisme, Bedrijfsomgeving en Arbeidsmarkt en Werkgelegenheid.
www.ikt.nl
Een gezicht naar buiten De sterk verbeterde samenwerking tussen het ROC van Twente, de Saxion Hogeschool en de Universiteit Twente zal, volgens De Raad, leiden tot de vakmensen van de toekomst. Daarnaast kunnen deze onderwijsinstellingen - mede door omarming van het coachconcept van Campus - veel goede kleine ondernemingen opleveren, waarvan er hopelijk enkele zullen uitgroeien tot grote, beeldbepalende bedrijven. Hij wees er verder op dat de regio een politiek zwaargewicht nodig heeft die in Den Haag potten kan breken. In zijn visie is de Commissaris van de Koningin de momenteel enige formele bestuurder die dat zou kunnen.”Maar het zou beter zijn als de voorzitter van de regio, burgemeester Den Oudsten van Enschede, deze rol gaat vervullen. Daarvoor heeft hij dan echter wel rugdekking en mandaat nodig van de gemeentebesturen van de regio, de veertien gemeenten in Twente!” ■
Tijdens het huishoudelijke deel van de jaarvergadering nam Joop ter Haar (OAD) na twaalf jaar afscheid als vice-voorzitter van IKT. Hij werd opgevolgd door Herman Spenkelink (Dura Vermeer).
IKT-voorzitter Geert de Raad.
S u s a n n e P i ë t zoekt het in de emotie
Kwaliteit door emotie Kwaliteit is veel meer dan de foutloze producten of uitgekiende diensten. Slechte producten zijn er niet meer en bedrijven trachten door kostenreductie de concurrentieslag te winnen. En als men aan productvernieuwing doet, gebeurt dat bijna altijd topdown. Het gaat echter steeds meer om emotie. Als je kwaliteit wilt leveren, moet je je inleven in de toekomstige beleving van de klant. Beauty is in the eye of the beholder. Met deze boodschap kwam dr. Susanne Piët tijdens de jaarlijkse kwaliteitsdag van de Stichting Kwaliteitsmanagement Twente (SKT). “Het gaat bij de huidige marketing vooral om emotie. Je moet bij de afnemer een soort magie teweeg brengen.”
61
( d oor Niko W ind)
De meeste bedrijven werken, volgens mevrouw Piët, vanuit het product. Ze beginnen ergens, doen erg hun best en maken iets waar een klant op moet reageren. “Je moet echter uitgaan van het emotionele effect dat een nieuw product of dienst teweeg kan brengen. De kwaliteit van de goochelaar zit in het effect, niet in de handelingen die hij verricht.” Natuurlijk moet je volgens alle wetten en regels bezig gaan met de ‘normale’ kwaliteit van je product. “Maar je moet daarbij uitgaan van een plan dat is gebaseerd op voorspelling over de beleving straks. Het vreemde is, dat iedere ondernemer zelf ook klant is, maar daar in zijn eigen werken en handelen niet naar handelt. Je moet dus voordat je ergens mee aan de slag gaat, zelf bedenken of je dat zelf zou willen kopen. Dus eerst nadenken over de toekomst, voordat je iets gaat ontwikkelen of produceren.” Een dergelijke exercitie zou iedere ondernemer in feite voorafgaand aan het ontwikkelingsproces van elk product moeten maken. “Je moet een virtuele omgeving creëren; samen met je medewrekers binnen het bedrijf of met hulp van een bureau.” Als voorbeeld noemt ze de introductie van een nieuwe formule in een winkelketen. “Ontwerp eerst een virtuele winkel en laat daar virtuele mensen in rond lopen. Na bijstelling open je een proefwinkel en vanuit de ervaring daar ontwikkel je een beleving voor de hele keten.” Een afnemer wordt zeker niet alleen aangetrokken door een product of dienst, maar vooral door het beeld wat er omheen hangt. Het extra imago van Kruidvat, door de verkoop van klassieke CD’s, de TV-reclame van Orange en de slogan ‘Tefal, je denkt toch aan alles!'
Communicatie “Alles draait om emotie. Een bedrijf kan nog zoveel kwaliteit in een product hebben gestopt, maar als de afnemer dat niet ziet, dan koopt hij het niet. De emotie bepaalt of jouw behoefte matcht met hetgeen wordt aangeboden.” Voor het ontdekken van de emoties van een klant moet een bedrijf
www.ikt.nl
veel meer dan nu gebruikmaken van – wat Susanne Piët noemt – de poriën van een het bedrijf. Dus de chauffeurs, vertegenwoordigers en andere mensen die contact hebben met de markt. Zij kunnen als beste ervaren wat de klant als kwaliteit beoordeelt. En dat kan iets heel anders zijn dat wat de managers op kantoor denken. “Het ‘hoe’ is zeker zo belangrijk als het wat. Het gaat om de vormgeving én de communicatie daaromheen. Ik heb daar een dik boek over geschreven.” Surfend door haar website www.susannepiet.com stuit men steeds weer op het begrip emotiemanagement; het inspelen op de eigen emoties en die van anderen. “Emotiemanagement vormt de kern van veel beroepen, van politici en crisismanagers tot schoonheidsspecialisten, leerkrachten en verkopers van auto’s.” En dan gaat het zowel om positieve als om negatieve emoties. Zij raakte na haar promotie - over de vraag waarom mensen zo nodig grenzen moeten verleggen en wat voor rol angst daarbij speelt - in de ban van dit onderwerp en verzorgt met haar bureau overal in Nederland trainingen en presentaties. “Ik probeer iedereen er van te doordringen dat bijna alles wordt gestuurd door menselijke emoties.” Terloops verwijst ze naar de verhandeling ‘De kunst van Emotiemanagement’, die men vanaf haar website kan downloaden. “Iedereen zou dit eens moeten doorlezen. Want het geldt voor bijna alle beroepen én het is de extra lading die een perfect product of dienst ook echte kwaliteit geeft.” ■
Susanne Piët. (Foto: Lenny Oosterwijk.)
E r v aringen bij Twentsche Kabel en Urenco
Onderhoud geeft
toegevoegde waarde vastgezet te worden. Bij het uitbesteden van essentiële zaken als onderhoud moet het gaan om een echt partnership met de intentie van een langjarige verbintenis; een samenwerking waarin men elkaar geen beentje probeert te lichten en waarin men elkaars succes gunt.” Het resultaat was bevredigend: een kostenreductie van 25% en een betere beschikbaarheid van de productiemiddelen. De voorbereiding was belangrijk: al maanden voordat de samenwerking beklonken werd, had het management van TKF intensief contact met de betrokken eigen medewerkers, de vakbonden en de OR. “Wij hebben hen uitgelegd waarom wij wilden uitbesteden en hoe wij dat wilden doen: alle TD-medewerkers kwamen in dienst van Inserva en het grootste deel bleef gewoon in ons bedrijf werken. En, dat is belangrijk, er zou geen verslechtering optreden in de arbeidsvoorwaarden.”
64
Twee velletjes A4
Gertjan Bezemer (l) en Freek Hakvoort zorgden er ieder op een eigen wijze voor dat onderhoud ook meerwaarde geeft.
Onderhoud is bij productiebedrijven jarenlang een ondergeschoven kindje geweest. Het was een kostenpost waar de klant niet voor wil betalen. Het was een noodzakelijk kwaad en behoorde niet tot de kernactiviteiten van het bedrijf. Daar is inmiddels een kentering in gekomen. Onderhoud wordt meer en meer gezien als een activiteit die toegevoegde waarde levert. Reden voor de IKT-werkgroep Productie, Logistiek en Techniek om twee onderhoudsmanagers uit te nodigen om hun visie te geven. Gertjan Bezemer, technisch directeur van de Twentsche Kabelfabriek heeft het totale onderhoud uitbesteed; Freek Hakvoort, Maintenance Manager bij Urenco, reduceerde het aantal storingen tot bijna nul. De laatste ontving voor deze prestatie de titel ‘Onderhoudsmanager van het Jaar’.
van de ene op de andere dag fors terugviel en het bedrijf van een winstgevende in een verliesgevende situatie belandde, was één van de oplossingen om het tekort enigszins te verlagen, het uitbesteden van het totale onderhoud. Gertjan Bezemer: “We hebben om een aantel redenen voor uitbesteden gekozen: de efficiency van de eigen TD was laag en was meer een bedrijf in het bedrijf dat zich te vaak bezig hield met oneigenlijke taken. Het kon dus goedkoper. Daarnaast kan een eigen onderhoudsdienst niet meebewegen bij grote productieschommelingen.” Natuurlijk waren er ook weerstanden. Waarom zou een bedrijf als TKF niet een eigen TD kunnen managen, uitbesteden zou leiden tot verlies aan ervaring en de eigen TD-medewerkers waren bang voor hun toekomst.”
25% kostenreductie (door Niko W ind)
Toen door het doorprikken van de ICT-zeepbel in het jaar 2001 de omzet van de Twentsche Kabel Fabriek vrijwel
Gertjan Bezemer koos bewust niet voor een groot, landelijk opererende onderhoudsorganisatie, maar voor een klein regionaal bedrijf: het Haaksbergse Inserva. “We wilden een goede klant-leverancier relatie en voelden er niets voor om als één van de velen met een standaardcontract
Dynamisch netwerk van Twentse ondernemingen
Bij uitbesteden op basis van partnership is het, in de ogen van Bezemer, niet nodig om een dik en doorwrocht contract op te stellen. “In tegendeel: hoe dikker het contract, hoe meer kleine puntjes er zijn waarover onenigheid kan ontstaan. En techneuten houden nu eenmaal niet van bureaucratie!” Het totale contract met Inserva bestaat uit een paar A4-tjes. En wat daar in staat, is simpel en in principe maar voor één uitleg vatbaar: Voor het correctief en preventief onderhoud staat één vast bedrag op basis van draaiuren. Projecten en modificaties van productiemiddelen worden op offertebasis uitgevoerd. De overgang van de eigen TD naar uitbesteding ging relatief soepel, maar heeft bijna een jaar in beslag genomen. Gedurende die tijd trad het (oude) hoofd van de technische dienst op als intermediair tussen de productieafdelingen en het externe onderhoudsbedrijf. Het maandelijks overleg is kort en pragmatisch. “We gaan uit van drie kentallen: het percentage storingen per lijn ten opzichte van de norm, de verhouding tussen preventief en correctief onderhoud en de totale onderhoudskosten. Het is belangrijk – en dat is ook zo afgesproken dat Inserva volledig open kaart speelt. Door dit frequente overleg is het niet nodig om eventuele knelpunten op de werkvloer te bespreken, maar kunnen we eventuele problemen meenemen naar de maandelijkse vergadering.” Nu, ruim 2,5 jaar later, kijkt Bezemer tevreden terug op de operatie: De kosten zijn met een kwart teruggebracht terwijl de beschikbaarheid zelfs is verbeterd. Daarnaast is het onderhoud flexibel geworden. Een te verwachten stijging of daling van de productie wordt – ruim te voren – doorgegeven, waardoor Inserva het juiste aantal mensen bij TKF aan het werk kan hebben. Toch had hij een waarschuwende boodschap: “Onderhoud blijft ondanks het outsourcen tijd én aandacht kosten. Het is en blijft immers een vitaal onderdeel van de totale bedrijfsvoering!”
www.ikt.nl
Professionaliseringsslag Bij Urenco is het – wettelijk – niet toegestaan om het onderhoud van de productiemachines uit te besteden aan derden. Het facilitair onderhoud is wel aan anderen uitbesteed, maar het onderhoud ten behoeve van de kernactiviteiten (het verrijken van uranium) gebeurt volledig door eigen mensen. Bij Urenco zijn productie en onderhoud twee gescheiden activiteiten. Het onderhoud aan de productiemachines was, volgens Freek Hakvoort, toe aan een professionaliseringsslag. “Je kunt onderhoud op verschillende manieren benaderen. Het meest voor de hand liggend is het om onderhoud technisch te benaderen en je dus te beperken tot het uitvoeren van onderhoud na storingen. Door onderhoud echter meer bedrijfskundig te benaderen kun je de toegevoegde waarde ervan aantonen voor het bedrijf. Dat betekent een transparant opgezet budget op basis van kostenallocatie, het benoemen van prestatie-indicatoren, het voeren van installatiebeheer en het opstarten van een continu verbeterprogramma.” In het door Freek gehanteerde model (dat is terug te vinden op www.ikt.nlonder werkgroep Productie, Logistiek en Techniek) gaat het in eerste instantie om de doelen op de langere termijn. Die geven de richting aan het onderhoud. Als prestatie-indicatoren noemde hij de beschikbaarheid van de machines, de betrouwbaarheid van de installaties en de verhouding tussen onderhoudsbudget en –kosten. “Voor ons bij Urenco ging het vooral om het ontwikkelen van onderhoudsconcepten voor de kritische installaties. Hiervoor is input nodig vanuit een groot aantal bronnen zoals de wet- en regelgeving, de onacceptabele storingen en de levensduur van de componenten.”
Storingsvrij Uitgangspunt bij Urenco is dat de centrifuges twintig jaar mee moeten en in die periode storingsvrij moeten draaien. De centrifuges zijn onderhoudsvrij ontworpen. Moet onderhoud worden uitgevoerd, dan is dat een kostenpost. De installaties om de centrifuges heen, oftewel de installaties om de centrifuges in productie te brengen en te houden, zijn aan onderhoud onderhevig. Van deze installaties zijn onderhoudsconcepten opgesteld. “Hierdoor konden we het storingsonderhoud tot een absoluut minimum terugbrengen en kon de magazijnvoorraad worden gehalveerd.” Voorwaarde voor implementatie was een gesloten onderhoudssysteem waarin elke storing geregistreerd en geanalyseerd wordt. Het personeel werd de alles beslissende factor. Binnen Urenco wordt intensief gewerkt aan competentiemanagement en empowerment. Een groot deel van de MBO-monteurs heeft de kans gekregen om door te groeien naar HBO-niveau, waardoor zij zich meer en meer kunnen ontwikkelen tot onderhoudsmanagers. “We kunnen hierdoor steeds beter voldoen aan de ultieme voorwaarde voor een perfect lopende organisatie: leg de verantwoordelijkheid zo laag mogelijk in de organisatie en geef die medewerkers ook de ‘tools’ om deze verantwoordelijkheid aan te kunnen. ■
65