Ik doe mee met de VSD!
Nieuwsbrief project Verlengde Schooldag Groningen maart 2012
De VSD doet ertoe! In dit nummer 2 Projecten met perspectief Interview Jimke Nicolai 4 Van website bouwen tot gedichten maken De VSD op de De Pendinghe 6 Soepeler naar het voortgezet onderwijs Interview Michel Houttuin
Kimberly en Haned van basisschool De Pendinghe raden het andere kinderen aan: doe mee met de Verlengde Schooldag, want dat is leuk én leerzaam. Op pagina 4 en 5 van deze nieuwsbrief leest u over hun ervaringen. Met trots presenteren wij deze tweede nieuwsbrief over de VSD-activiteiten in Groningen. Drie openbare basisscholen – naast De Pendinghe zijn dat de Annie M.G. Schmidtschool en Karrepad – bieden leerlingen uit groep 5 tot en met 8 vier keer per week tussen de middag extra lessen om hun taal- en rekenvaardigheden te verbeteren en hun overgang naar de middelbare school soepeler te laten verlopen. Vanuit het voortgezet onderwijs neemt
7 Spelend leren in taal- en rekenateliers Interview Folkert Oldersma
het Reitdiep College deel aan het project. In deze nieuwsbrief gaan we dieper in op de inhoud van de VSD-activiteiten.
8 Colofon
Twee keer per week werken de kinderen aan projecten, de overige twee keer volgen ze taal- en rekenateliers. Jimke Nicolai en Folkert Oldersma, de ontwikkelaars van respectievelijk de projecten en de ateliers, vertellen erover. En wat wordt er gedaan om de aansluiting naar het voortgezet onderwijs te verbeteren? Daarover leest u in een interview met Michel Houttuin, docent Nederlands aan het Reitdiep College. We hopen dat ook uit deze nieuwsbrief weer blijkt hoezeer de VSD leeft op de deelnemende scholen. Ruim 120 kinderen en een grote groep pedagogisch medewerkers, leerkrachten en andere betrokkenen werken er enthousiast aan mee. Samen laten zij zien dat de VSD ertoe doet!
Meer weten over de VSD? Op de hoogte blijven van alle actuele ontwikkelingen? Kijk dan op www.verlengdeschooldag-groningen.nl Daar vindt u heel veel informatie over de VSD in Groningen.
2 Projecten met perspectief Als winkelier moet je goed kunnen rekenen. Hoe kun je anders een begroting maken, prijzen vaststellen of kortingspercentages berekenen? Je moet ook aardig kunnen schrijven. Dan kun je een reclametekst of persbericht maken over je winkel of je producten. Je moet snappen wat de klant graag wil hebben en een ondernemingsplan kunnen maken. Zo kunnen we heel wat leren uit het dagelijkse leven van een winkelier. Of van een willekeurig ander beroep. Want de beste leerschool is het leven zelf. Dat vindt onderwijsexpert Jimke Nicolai. Met zijn Bureau voor Levend Leren ontwikkelt hij materialen en werkwijzen die onderwijs leuker en beter maken. Waarbij hij uitgaat van het gewone, dagelijkse leven. Zo komt het dat de VSD-leerlingen het hele schooljaar door twee keer per week heel veel leren, als winkelier, als websitebouwer of als bouwvakker. Jimke Nicolai ontwikkelde voor de Verlengde Schooldag projecten rond beroepen. Levend Leren tijdens de lunchpauze!
Aansprekend Het idee van de beroepen kwam niet zomaar uit de lucht vallen, vertelt Jimke. ‘Toen we werden benaderd om de projecten voor de VSD te ontwikkelen, konden we vanuit onze expertise snel een programma maken voor twee projecten. In één project gingen we bijvoorbeeld nestkastjes maken. We experimenteerden met die projecten en na evaluatie kwamen we tot de conclusie dat het het mooist is als je kinderen een perspectief kunt bieden met de projecten. Dus dat je echt ergens naartoe werkt. Bovendien zochten we naar een kader waarbinnen we de thema’s waaraan we werken, konden ordenen. Zo kwamen we op de beroepen. Die bieden de mogelijkheid op een aansprekende manier heel breed allerlei vaardigheden op het gebied van onder andere taal en rekenen te oefenen. Bovendien zijn ze toekomstgericht: kinderen leren tegelijkertijd allerlei mogelijke banen kennen. Daarnaast werken we bij de projecten ook toe naar een doel dat dichterbij ligt: een tentoonstelling, een theatervoorstelling of bijvoorbeeld een modeshow.’
Van amuse tot dessert In één van de VSD-projecten werken de kinderen als koks in een restaurant. Ze leren een heus diner te koken. Van amuse tot dessert. Ze leren een koksmuts te maken. En ook waarom de kok eigenlijk zo’n muts draagt. Er moeten tafels worden gedekt, servetten gevouwen, boodschappen gedaan of menukaarten gemaakt. Bij al die activiteiten komt veel rekenwerk kijken: ingrediënten afwegen en verhoudingen uitrekenen, de maat van je hoofd opmeten, prijzen van boodschappen en gerechten berekenen. Om de gerechten niet te laten mislukken, moet je de recepten heel goed lezen. Je leert bovendien hoe je hygiënisch werkt in de keuken. En het is nog leuk ook!
3
Leerdoelen Nu is het natuurlijk interessant om een website te bouwen of een voorstelling voor te bereiden. Maar hoe is gegaran deerd dat de leerlingen er ook echt beter taal en rekenen van leren? Jimke: ‘Voor elk project is een plan gemaakt, waarin gedetailleerd staat uitgelegd wat de doelstellingen en de activiteiten zijn, wat de leerdoelen zijn en hoe die bereikt moeten worden. De leerlingen geven zelf precies aan wat ze van het project leren. Er is een uitgebreide handleiding voor de begeleiders. De leerdoelen die aan de projecten zijn gekoppeld, komen overeen met die van de school. We werken daarvoor met twee methodes van Levend Leren: ‘Dat telt’ voor rekenen en ‘Dat is andere taal’ voor de taalvaardigheden.’
Respect De projecten worden begeleid door pedagogisch mede werkers (pm’ers). Voor hen is dus een belangrijke rol weggelegd? ‘Jazeker’, beaamt Jimke Nicolai. ‘Zij zijn echte kenners van het kind. Dat helpt hen ervoor te zorgen dat de VSD-activiteiten optimaal aansluiten bij wat de individuele leerlingen nodig hebben. Bovendien hebben we hen met name vorig jaar intensief geschoold om hen ook goed in te werken in de inhoud van de projecten. Ik heb groot respect voor hun inzet, hun enthousiasme en betrokkenheid.’
Inhoud Dit schooljaar leren de kinderen negen beroepen kennen. En hoe gaat het nu volgend jaar verder? Jimke: ‘Dan zijn er weer nieuwe beroepen! In de komende projecten ver werken we steeds weer de uitkomsten van evaluaties met de VSD-coördinatoren van de scholen en de pm’ers. De projecten komen tot stand in nauw overleg met een ‘werkgroep inhoud’. Daarin zitten onder andere de VSDcoördinatoren. Zij brengen hun praktijkervaringen met de projecten en hun kennis van de kinderen in. Op basis daarvan ontwikkelen wij weer nieuwe projecten of stellen we bestaande bij. Dat werkt prima.’
Vast onderdeel Verbeterpunten zijn er ook, volgens Jimke Nicolai. ‘Het belangrijkste wat dat betreft is de voortdurende zorg voor continuïteit in de begeleiding door pm’ers en coördina toren. We zien daar nog wel eens wat verloop in en dat is eigenlijk jammer. Het is natuurlijk het best als je met een goed ingewerkte groep begeleiders kunt werken.’ Heeft Jimke Nicolai ook een ideale Verlengde Schooldag voor ogen? ‘Ja’, zegt hij. ‘Het allermooiste zou ik het vinden als in de toekomst de VSD-activiteiten een vast onderdeel van het normale schoolprogramma worden en misschien zelfs nog worden uitgebreid. En dat je er dan, net als voor de gymlessen, vakleerkrachten voor beschikbaar hebt. De VSD is nu nog iets dat er toevallig bijkomt op school. Maar de VSD-activiteiten doen er toe. En dat moet ook terug te vinden zijn in de totale schoolorganisatie. Daarom is het van belang dat we goede opbrengsten laten zien. En dat over heden en schoolbesturen bereid zijn blijvend te investeren in de VSD. Dat zou prachtig zijn!’
Klaar voor de catwalk De VSD-kinderen kruipen een aantal weken in de huid van een modeontwerper. Ze ontwerpen en maken zelf een kledingstuk. Ze bereiden een modeshow voor en voeren die uit voor publiek. Dat is allemaal niet zo eenvoudig. Je moet er behoorlijk creatief voor zijn en kunnen werken met kleuren en vormen. Om een kledingstuk te maken moet je ook veel uitrekenen. Je moet een patroon maken en kunnen omgaan met maten, schalen en verhoudingen. Je leert een heleboel nieuwe woorden: bijvoorbeeld namen van kledingstukken, textielsoorten en stoffen. En dan moet je de kledingstukken ook nog op de catwalk aankondigen en presenteren. Spannend én leerzaam!
4 positief contact De Pendinghe is een openbare basisschool in Groningen. De school telt 258 leerlingen, met uiteenlopende achter gronden. De Pendinghe brengt de leerlingen op een positieve manier met elkaar in contact. Met aandacht voor onderlinge tolerantie, begrip voor elkaar en inzicht in elkaars denkwijzen. De Pendinghe is onderdeel van de Vensterschool Selwerd-Paddepoel-Tuinwijk en doet sinds de start van het project mee aan de Verlengde Schooldag.
Ingespannen turen de kinderen naar hun beeldscherm. Onderwijl wordt er druk overlegd. Over inloggen, wachtwoorden en homepages. Over geschikte plaatjes en teksten. Deze kinderen doen namelijk niet zomaar een computerspelletje. Nee, ze bouwen een website. Zo wordt er in twee lokalen van openbare basisschool De Pendinghe tussen de middag hard gewerkt. Ook in twee andere lokalen is er volop activiteit. Daar doen leerlingen verschillende spellen, waarmee ze tegelijkertijd taal- en rekenvaardigheden opdoen. Kortom: de Verlengde Schooldag lééft op De P endinghe. Vier dagen per week werken ruim veertig kinderen uit de groepen 6, 7 en 8 tijdens hun lunchpauze, verdeeld over vier groepen, spelenderwijs aan het verbeteren van hun taal- en rekenprestaties. Wat komt daar allemaal bij kijken? Een bezoekje aan de VSD op De Pendinghe.
Van website bouwen tot gedichten maken Constante groep Daan van den Berg, leerkracht en VSD-coördinator op De Pendinghe, is enthousiast over de VSD-activiteiten op zijn school. ‘De kinderen hebben er echt plezier in’, zegt hij. ‘Dat merk je aan alles. Het is een constante groep, we hebben vrijwel geen afvallers. Dat is een goed teken. We bieden de kinderen tussen de middag activiteiten aan die ze leuk vinden en waar ze ook nog wat van opsteken. Wat dat betreft voldoet de VSD aan de verwachtingen.’
Breed draagvlak Het was niet vanaf het begin duidelijk dat de VSD een succes zou worden op De Pendinghe. ‘Leerkrachten wilden best even de kat uit de boom kijken’, vertelt Daan. ‘En dat is ook begrijpelijk. Maar je kunt van de VSD alleen een succes maken, als je het samen doet.
Kimberly uit groep 8: altijd zin in de volgende keer ‘Mijn moeder vond de VSD goed voor mij. Eerst leek het mij niet zo leuk. Maar het is wél leuk. Ik was een beetje klaar met de overblijf. Bij de VSD ben je veel meer bezig, daardoor gaat de tijd snel. Ik heb altijd zin in de volgende keer. Ik vond bijvoorbeeld de kerstmarkt en het werken als chemicus leuk. En ook het bouwen van de website, wat we nu doen. Sommige dingen vind ik wel makkelijk. Dat komt omdat we meestal met alle kinderen hetzelfde doen. Bij de VSD zitten ook kinderen uit groep 6 en ik zit al in groep 8. Bij de taal- en rekenateliers doen wij soms moeilijkere opdrachten. Volgend jaar ga ik niet meer naar de VSD. Dan ga ik naar de middelbare school. Tegen andere kinderen zou ik zeggen: de VSD moet je altijd proberen. Het is heel gezellig!’
5
Daarom zetten we ons in voor een breed draagvlak voor de VSD. We kijken bijvoorbeeld tijdens marge dagen samen hoe je de VSD-activiteiten optimaal kunt uitvoeren en benutten. Ik merk nu dat de leerkrachten van de bovenbouw, die met name met de VSD te maken hebben, het nut er beslist van inzien. Dat is positief.’
Projecten en taal- en rekenateliers
Meer sport
In de tussentijd werken de twee groepen leerlingen enthousiast verder aan hun website. In de andere twee groepen wordt onder andere gesjoeld, gedart en met pittenzakken op een doeltje gegooid. Die spelletjes gaan gepaard met rekenopdrachten. In dezelfde ruimte maken andere kinderen een gedicht. Zij werken zo samen in een taal- en rekenatelier. Dat doen ze twee keer per week. De andere twee keer zijn ze bezig met een project rond een beroep. In deze periode is dat dus de websitebouwer.
Daan van den Berg is vanaf het begin betrokken bij de VSD op De Pendinghe. Ziet hij nog punten die ver beterd kunnen worden? ‘Jawel’, beaamt hij. ‘Bijvoor beeld het contact tussen leerkrachten en pm’ers. Het blijft lastig om momenten te vinden waarop zij met elkaar kunnen overleggen. Als de leerkrachten tijd hebben, moeten de pm’ers juist werken en andersom. Terwijl goede aansluiting van de VSD op de reguliere schoolactiviteiten essentieel is. We zoeken steeds naar mogelijkheden om daar verbetering in aan te brengen. Daarnaast zou ik graag weer meer sport in het VSDprogramma brengen. Vorig jaar sportten de kinderen één keer in de week, in samenwerking met het project BSlim, dat is gericht op een gezonde leefstijl voor jon geren. Dit jaar doen we dat niet. Dat vind ik een gemis.’
Pm’ers Bij de taal- en rekenateliers worden de leerlingen ondersteund door leerkrachten. De begeleiding bij de projecten is in handen van pedagogisch medewerkers (pm’ers) vanuit de kinderopvang. Dat werkt goed, vindt Daan van den Berg: ‘De pm’ers zijn al vanaf 10.00 uur ’s ochtends in de klas. Zo leren ze de kinderen goed kennen en kunnen ze tijdens de VSD inspelen op wat er in de klas gebeurt.’
Leuk en leerzaam En dan is het 13.00 uur. De websitebouwers sluiten de computers af. De taal- en rekenateliers worden opge ruimd. De deelnemende kinderen sluiten weer aan bij hun klasgenoten voor het middagschoolprogramma. Ze hebben hun middagpauze op een leuke en leerzame manier benut!
Haned uit groep 7: ik kan het iedereen aanraden ‘Mijn meester gaf mij het advies op de VSD te gaan. Daar heb ik over nagedacht en toen ben ik erop gegaan. Ik ga er echt met plezier heen. En ik leer er ook van. Bijvoorbeeld wat je met rodekoolsap kunt ontdekken. Maar ook taal en rekenen leer ik ervan. Ik vind vooral de Rekentuin leuk. En ook het muziekthema en het zelf kleren maken. Taal en rekenen is hier anders dan gewoon op school. Maar soms kom ik in de les iets tegen wat ik op de VSD heb geleerd. Ik wil later professor worden. Of anders architect of profvoetballer. In groep 8 ga ik zeker door met de VSD. Ik kan het iedereen aanraden. Het is leuker dan de overblijf. En het is nog gratis ook…!’
6 drie locaties, één school Het Reitdiep College is een school voor openbaar voortgezet onderwijs in Groningen met drie vestigingen: Leon van Gelder, Kamerlingh Onnes en Simon van Hasselt. De school doet mee met de Verlengde Schooldag.
Soepeler naar het voortgezet onderwijs Noem eens wat voorbeelden?
Na de zomer zetten de leerlingen uit groep 8 een belangrijke stap: ze gaan naar het voortgezet onderwijs. Niet bij alle kinderen verloopt die overgang soepel. De VSD wil dan ook de aansluiting tussen basis- en voortgezet onderwijs verbeteren. Hoe werkt dat in de praktijk? We vragen het Michel Houttuin, docent Nederlands op de locatie Leon van Gelder van het Reitdiep College en van daaruit betrokken bij de VSD.
Waarom doet het Reitdiep College mee met de VSD? ‘Veel leerlingen van de drie VSD-basisscholen komen na groep 8 bij ons op school. Het is dus zowel voor de basis scholen als voor ons van belang om te kijken hoe de aan sluiting tussen primair en voortgezet onderwijs verloopt. Vandaar dat onze school zich bij de VSD heeft aangesloten. Een speciale werkgroep ontwikkelt activiteiten die tot echte verbeteringen moeten leiden.’
Een werkgroep: dat klinkt meer naar vergaderen dan naar praktische oplossingen! ‘De werkgroep bestaat juist voornamelijk uit mensen uit de dagelijkse praktijk: leerkrachten uit groep 7 en 8 van de basisschool en docenten uit het voortgezet onderwijs. Vorig jaar hebben we inderdaad aardig wat vergaderd, maar je moet natuurlijk ook eerst samen goed bespreken wat je precies wilt bereiken en hoe je dat het best kunt doen. Dit jaar vergaderen we veel minder en voeren we concrete activiteiten uit.’
‘Als de leerlingen bij ons binnenkomen, screenen we hen zo snel mogelijk op hun taalniveau. De kinderen die dat nodig hebben, ondersteunen we extra, via methoden die aansluiten bij die van de basisschool. Zo ontstaat een doorlopende leerlijn. Het Kamerlingh Onnes werkt met een taalatelier en coacht sommige leerlingen individueel. Op de Leon van Gelder bieden we een groep leerlingen elke donderdagmiddag extra taalactiviteiten aan. We werken met ‘Nieuwsbegrip’: begrijpend lezen met actuele, informatieve teksten. Een leuk voorbeeld is daarnaast dat we de leerlingen een zelfportret of brief laten schrijven, waarin ze vertellen hoe ze de overgang van basis- naar voortgezet onderwijs hebben ervaren. Binnenkort presenteren ze dat op hun oude basisschool aan de huidige groep 8. Heel belangrijk vind ik ook de bijscholing die wij samen met de leerkrachten uit het basisonderwijs volgen. We leren veel van elkaar.’
Je spreekt vooral over taalonderwijs. Maar hoe zit het met rekenen? ‘Het VSD-project is volop in ontwikkeling. Dat geldt ook voor onze activiteiten. We zijn begonnen met taal. Inmiddels is een aantal wiskundeleraren gestart met het screenen van kinderen op rekenvaardigheden. Daar willen we vanaf volgend schooljaar ook extra activiteiten voor aanbieden. We kunnen niet alles tegelijk, we doen het stap voor stap.’
Zie je de meerwaarde van het VSD-project? ‘Absoluut. De kinderen die op de basisschool extra taal en rekenen volgden, hebben daar bij ons op school voordeel van. En ik vind het intensievere contact met de leerkrachten in het basisonderwijs nu al onmisbaar. Natuurlijk hebben we altijd geweten dat het goed is bij elkaar op bezoek te gaan. Maar vaak komt dat er niet van. ‘Gedwongen’ door de VSD merken we nu hoe zinvol het is!’
7
Spelend leren in taal- en rekenateliers Zijn hart ligt bij leerlingen op achterstandscholen. Hen wil hij verder helpen. Daarom zet hij zich graag in voor de VSD. ‘De Verlengde Schooldag wil kinderen perspectief bieden en in zichzelf laten geloven. Dat zijn prachtige doelstellingen, die ik graag een stukje dichterbij breng.’ Aan het woord is Folkert Oldersma, leerkracht op openbare basisschool De Starter in Groningen. ‘Maar ik sta al jaren niet meer voor de groep’, zegt hij, ‘omdat ik me helemaal richt op het ontwikkelen van innovatieve projecten, bijvoorbeeld op het gebied van ICT, science of hoogbegaafdheid. Ik heb ook een deel van het rekenonderwijs op De Starter opnieuw opgezet. Via die activiteiten raakte ik betrokken bij de VSD.’ Folkert Oldersma ontwikkelt de taal- en rekenateliers die sinds afgelopen najaar worden aangeboden aan de VSD-deelnemers.
Niet meer van hetzelfde ‘Vorig voorjaar gaven de scholen aan dat ze, naast de projecten rond beroepen, ook behoefte hadden aan activiteiten die nog specifieker waren gericht op taal en rekenen’, zegt hij. ‘Ik kreeg toen het verzoek om mee te denken over de invulling van taal- en reken ateliers.’ De activiteiten in die ateliers moeten aan een aantal voorwaarden voldoen. Folkert: ‘Ze moe ten aansluiten bij de taal- en rekenlessen in de klas, maar het mag níet meer van hetzelfde zijn: geen extra rekenboekjes of spellingslessen. De leerlingen doen het tenslotte in hun vrije tijd. Daarom gaan we uit van spelend leren. Het spel moet de kinderen de noodzaak laten inzien om te leren. De activiteiten moeten daarnaast gevarieerd zijn, gericht op het le ren van nieuwe dingen én op het automatiseren van kennis. Bovendien moeten de kinderen er letterlijk door in beweging komen. Ze zitten de hele ochtend al stil en willen in de lunchpauze graag rennen en spelen.’
Dansend leren Op een dansmat kun je leren dansen. De mat is verbonden met een computer scherm. Daarop zie je als gebruiker waar je tijdens de muziek je voeten op de mat moet plaatsen. Via speciale software is de dansmat geschikt gemaakt om er vragen mee te kunnen beantwoorden. Je rent op de mat om nieuwe vragen op te roepen en zet vervolgens je voet in een vak in de hoop een juist antwoord te geven. Zo leren de kinderen tijdens de taal- en rekenateliers al dansend allerlei spelling- en rekenzaken.
8 Leuk en leerzaam Met die uitgangspunten in het achterhoofd ging Folkert Oldersma aan de slag om activiteiten op te zetten. ‘We maken daarbij onder andere gebruik van be staande sites en materialen’, vertelt hij. ‘Daarnaast ontwikkelen we zelf spellen die leuk zijn en tegelijkertijd uitnodigen om te rekenen of de woordenschat te vergroten. Zo kunnen kinderen darten, sjoelen of op de dansmat bewegen, maar aan die activiteiten zijn steeds taal- en rekenopdrachten gekoppeld. Sommige spellen zijn ook gericht op de sociaal-emotionele ontwikkeling, op samen spelen en op zelfstandig werken.’
Circuitmodel De VSD-kinderen werken nu twee keer per week in een taal- en rekenatelier. Dat gebeurt in één lokaal, waar de leerlingen in kleine groepjes aan verschillende activiteiten werken, onder begeleiding van een leerkracht of pedagogisch mede werker. ‘We werken volgens een circuitmodel’, legt Folkert uit. ‘Dat betekent dat één groepje instructie krijgt van de begeleider en dat de andere groepjes in de tussentijd zelfstandig aan een activiteit werken. Na een minuut of tien wisselen de groepjes, zodat het gevarieerd blijft en iedereen de verschillende activiteiten kan uitvoeren.’ De begeleiders spelen daarbij een belangrijke rol, vindt Oldersma. ‘Zij kunnen bijvoorbeeld goed in de gaten houden of de activiteiten voor de diverse kinderen aansluiten bij waar ze in de klas mee bezig zijn.’
colofon Uitgave Dit is een uitgave van Project Verlengde Schooldag Groningen www.verlengdeschooldag-groningen.nl Wilt u meer weten over het project of over de activiteiten op een van de deelnemende scholen? Mail dan naar:
[email protected] Projectleiding Maria Jongsma Tekst Tekst & Speech, Haren Vormgeving Aly Pepping, Thesinge
In ontwikkeling Zijn de taal- en rekenateliers nu uitontwikkeld? ‘Nee, integendeel’, lacht Folkert. ‘We zijn nog maar kort geleden echt van start gegaan en sindsdien kijken we steeds waar verbeteringen nodig en mogelijk zijn. Zo maken we nu op reken gebied nieuwe spellen en opdrachten over breuken en procenten. Op het gebied van taal willen we nog meer aandacht besteden aan lezen, want daardoor vergroot je je woordenschat. Ik zou het bijvoorbeeld heel stimulerend vinden als de conciërge of de schooldirecteur een stukje komt voorlezen uit zijn of haar favoriete boek! Zo blijven de ateliers voortdurend in ontwikkeling.’
Bemoedigend Het is nog te vroeg om nu al direct resultaat te zien van de ateliers. Toch hoort Folkert Oldersma af en toe al bemoedigende geluiden. ‘Ik hoor dat kinderen de activiteiten leuk en zinvol vinden en zelf aangeven dat ze er wat van leren. Dat vind ik schitterend. Daar doen we het tenslotte voor!’
Tuinierend rekenen Plantjes verzorgen door sommen te maken. Dat is de kern van Rekentuin, een computer programma ontwikkeld door de Universiteit van Amsterdam, waarmee kinderen op hun eigen niveau kunnen werken. Wil je dat de planten in je tuin groeien en bloeien? Dan moet je regelmatig je rekenen oefenen. Elke plant is gekoppeld aan een bepaald rekengebied zoals tafels, breuken of optellen. Doe je het goed dan krijg je steeds moeilijkere rekenstof voorgeschoteld. Presteer je niet goed, dan zorgt het programma dat je extra kunt oefenen. In de taal- en rekenateliers wordt gewerkt met Rekentuin. Zo kunnen kinderen al ‘tuinierend’ hun rekenen verbeteren.
Fotografie Jolly Kerkstra (p. 1, 3, 4, 5, 7), overige: deelnemers aan het project Druk Zalsman Groningen Het project Verlengde Schooldag Groningen wordt mogelijk gemaakt door een subsidie in het kader van onderwijs tijdverlenging van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.