INFORMATIE-BULLETIN VAN EN VOOR DE LO/SPORTORGANISATIE Sport medisch
-
I
Roeien op de ergometer Door lkol-arts Frank Bertina, sportarts, Hoofd TGTF.
IJl ~
n de fitnessruimten van de KL zie je steeds vaker de nieuwste versie van de Concept 11 roeiergometer
staan_ In de praktijk blijkt, dat mensen niet erg vertrouwd zijn met de roeibeweging en ook niet goed weten
wat ze met dit apparaat aan moeten. Als ervaren veteranen-wedstrijdroeier en fanatiek ergometer-gebruiker, maak ik graag van de gelegenheid gebruik om iets meer
over het trainen op deze roeiergometer te vertellen. In dit artikel zal ik eers t ingaan op de roeiergometer zelf, vervolgens iets zeggen over fysiologische aspekten van de roeibeweging en tenslotte wat praktisc he trainingstips formuleren.
De Concept II roeiergometer Dit apparaat mag met recht de meest succesvolle ergometer worden genoemd, die ooit gebouwd is. Wereldwijd wordt er ongetwijfeld door vele honderdduizenden mensen op deze machines getraind, van wie er ook weer tallozen aan wedstrijden en kampioenschappen ergometer roeien deelnemen. Op de jaarlijks uitgegeven wereldranglijsten staan duizenden mensen met hun tijden vermeld, verdeeld naar geslacht, leeftijdscategorie en gewichtsklasse. De gangbare internationale wedstrijdafstand (legen de computer!) was 2500 meier, maar deze is sinds afgelopen jaar verlaagd tot 2000 meter naar analogie van de gangbare afstand bij het roeien in de boot. Grappig verschijnsel is, dat het ergometer roeien een veel groter publiek bereikt dan alleen de mensen, die via roeiverenigingen het echte roeien met boten op het water beoefenen. Hoewel de Olympische roeiers uiteraard ook het internationale ergometer roeien domineren, zij n er toch hier en daar kampioenen, die nog nooit in een roeiboot hebben gezeten! Het grole succes heeflongetwijfeld te maken met hel feit, dat de prestaties op deze ergometer, waar ook ter were ld geleverd, volkomen met elkaar te vergelijken zijn. Dit hangt samen met een heel slim systeem van zelf-ijking. Daarnaast is het zeer aangename karakter van de opgewekte progressieve luchtweerstand van een draaiende vin (zoals ook bij de Schwinn Airdyne), die bovendien uitgesproken weinig slijta-
I
ge en onderhoud als gevolg heefl, verantwoordelijk voor de populariteit. In de praktijk wordt van alle door de roeicomputer geboden feedback vooral gebruik gemaakt van de informatie over de verlopen trainingstijd, de momentane snelheid (in tijd per 500 meter) en het aantal afgelegde meters. De roei beweging In de roeibeweging wordt een zeer groot deel van al onze spieren en gewrichten gebruikt. Het totale patroon van extensie van benen, heupen en rug en flexie van de bovenste extremiteit is een heel natuurHjke beweging. Naast het roeien vormen alleen gewichtheffen, touwtrekken, windsurfen en waterskiën sporten, waarbij deze totale lichaamsketen wordt gebruikt. Kracht en vennogen, die worden uitgeoefend, moeten in de gehele keten worden overgedragen. De zwakste schakel in de keten zal dus de op de riem uitgeoefende maximale krach I en hel (uithoudings)vermogen bepalen. Zwakke
Inhoudsopgave Jaargang 3, maart 1996 Roeien op de ergometer door Ikol-arts Frank Bertina Van School voor Legergyn111astiek naar LO/Sportschool door maj Nico Spreij Instructeur-2 cursus voor LO/Sportpersoneel door aoo Hl/uh van Gu/ik Skicursusperikelen door sm Eric Wind Pijn, een vorm van angst? door sm Albert Riehllan Beheerder Decentrale Computerfaciliteiten door kap Ruben Driever BBT-ers door lIIaj Ton de Vaan
Pag. J
Pag. 3 Pag. 4 Pag. 5 Pag. 6 Pag. 7 Pag. 8
Zandloper
schakels zijn zeker de onderarmen, met name de vingerbuîgers, de armbuigers en de lage-rugstrekkers. Relatief sterker zijn de spieren bovenin de rug, de schouderspieren en vooral de heup- en kniestrekkers en de kuitspieren. In de keten zullen bij een bepaalde uitgeoefende combinatie van kracht en vermogen de sterkere schakels op een laag en de zwakkere schakels op een hoger c.q. maximaal percentage van kracht en lokale V02max (maximaal lokaal vermogen) worden belast. Binnen de keten heeft de prikkel dus een verschillende intensiteit. Dit heeft als gevolg, dat bij maximale inspanning al gauw loka..'ll uitputting of verzuring optreedt. Bij andere sporten, waarbij veel spiergroepen worden gebruikt, als zwemmen, langlaufen en bijvoorbeeld de Schwinn Airdyne, bestaat deze 'schakeling in serie' niet en werken de spiergroepen naast elkaar met in principe onafhankelijke intensiteÎt en dus minder kans op lokale overbelasting. Niet alleen komen veel spieren 'in serie' in actie, dat gebeurt ook nog eens synchroon in de linker en rechter lichaamshelft! Mede hierdoor vomlt roeien een zeer zware belasting voor het hart. Gedurende een roeihaal worden de bloedvaten in bijna al onze spieren gedurende enkele hartslagen volledig dichtgedrukt en moet het hart dus met een grote tegendruk pompen. Ik wil daarom benadmkken, dat roeitraining alleen geschikt is voor mensen met zeer gezonde harten en een normale bloeddruk! Praktische tips voor dc training Op details van de roeitechniek, zal ik hier niet ingaan. Omdat het toch een zeer natuurlijke beweging betreft (zie boven), kan met enkele simpele richtlijnen worden volstaan. Na het einde van de haal. dienen de handen snel naar voren te worden weggezet. Hierdoor kan zo vroeg mogelijk met een rustig naar voren rijden worden begonnen, zonder dat de omhoogkOJnende knieën de handen in de weg zitten. Verder is van heel groot belang, dat tijdens de haal de armen zolang mogelijk gestrekt worden gehouden. Bij te vroeg buigen van de ellebogen zullen binnen korte tijd de verkrampte bovenarmen de ongelijke strijd tegen de veel sterkere beenspieren moeten opgeven. Gezien de aard van de belasting bij het roeien is een zeer zorgvuldige en geleidelijke opbouw van de belasting in de training noodzakelijk. Je moetje realiseren, dat in het algemeen bij beginnende sporters de trainingstoestalld van het bovenlichaam aanmerkelijk slechlcr is dan van de benen. In rustige duurtrainingcn van beperkte omvang (bijvoorbeeld tien minuten) dient deze zwakke schakel qua kracht en uithoudingsvermogen geleidelijk op peil gebracht te \vorden, zonder dat zij meteen door te zware roei inspanningen wordt overbelast. De trainingsduur kan geleidelijk worden uitgebreid, waarbij het aan te raden valt om bijvoorbeeld elke vijf minuten even te pauzeren om lokaal gevormd melkzuur af te laten vloeÎen, verkramping tegen te gaan, even te gaan verzitten en de rug te onspannen en eventueel het zweet van de handen te vegen. IJl een opbouwj-~'1SC lijkt krachttraining, zeker voor hel bovenlichaam en (geïsoleerd) de lage rug en mogelijk ook een aparte uithoudingsvermogen-training van het bovenlichaam middels zwemmen, cross country skiën of de Schwinn Airdyne zinvol 0111 de zwakke schakels selectief te versterken. De nieuwe krachttrainingslijn van de KL biedt uitstekende mogelijkheden om de kracht in deelpatronen van het roeien te vergroten. \Vanneer aldus binnen de gehele
2
keten een goede 'balans' in kracht en uithoudingsvermogen is ontstaan, kan geleidelijk aan de capaciteit worden opgevoerd door extensieve duur-, intensieve duur-, extensieve intervalen intensieve intervalbelastingen te gaan toepassen. Zo gauw in het anaërobe bereik wordt getreden, kunnen lokale musculaire zwakke schakels weer voelbaar worden. Training van kracht en uithoudingsvennogen in deel patronen kan dan weer zinvol zijn. In de praktijk blijkt, zoals ook bij andere sporten met een overwegend aëroob karakter, dat extensieve duurtrainingen het meest doelmatig zijn: goede effekten (ook op de 2000-metelprestatie) en een lage blessurekans. Dit komt ongeveer overeen met een lactaatnivo van twee mmol. Met enkele korte pauzes kan dît vrij gemakkelijk zo'n half uur tot een uur worden volgehouden. Hogere intensiteiten hebben uiteraard specifieke gunstige effekten op de prestaties op korte afstanden, maar dat is voor het militaire prestatievermogen nauwelijks interessant. Bij het roeien, met zijn bijzondere belasting van een lange keten, zullen hoge intensiteiten toch vaak tot lokale overbelasting leiden.
Eerste keus Naar mijn stellige overtuiging is voor een militair, die al een evenwichtig opgebouwde goede conditie heeft, een goed gestructureerde roeitraining een uitstekend (zo niet het beste) hulpmiddel om het algemene militaire lichamelijke prestatievermogen te optimaliseren. Ook voor de onderhoudstraining van de motorische basiseigenschappen bij out-of-area operaties lijkt deze ergometertraining, samen met training op de Schwinn Airdyne, de eerste keus. Het portable karakter, de onaf11<mkelijkheid van electrische voorzieningen en de simpele uitvoerbaarheid van de training binnenshuis, dragen hiertoe bij.
Uitgezonden LOlSportpersoneel ritm Ad Stullrop (buddy: ?????) Locatie: Uitgezonden als waarnemer ECMM Periode: 13-02-1996 Urn 15-08-1996
***
sm Bert Wenuekes (buddy: elnt Wim Hoogendoorn) lokatie: Busovaca I NLiBE Logtbat Ssvcie NAPO 80, 3509 VB Utrecht sgtJ Wilca lansen (buddy sgt Mark Jansen) lokatie: Zagreb I NL VN Bat NAPO 87, 3509 YP Utrecht
***
sgt Peter Janssen (buddy: sgt Arno Budel/maj RonaId Hagenus) lokatie: Novitravnik 1 NL Mechbat IFOR Ssvcie NAPO 87. 3509 YP Utrecht
Zandloper
Op weg naar 1998
I
Van School voor Legergymnastiek naar LO/Sportschool Door maj Nico Spreij
Ijl n 1943 kreeg luitenant-kolonel Rijkens, als hoofd ~ van
de LO/Sport van de Koninklijke Nederlandse Brigade Prinses Irene in Engeland, de opdracht van de toenmalige kolonel Sas voorbereidingen te treffen voor de LO/Sport in het aanstaande bevrijde Nederland. Kolonel Sas was belast met de voorbereidingen van een Koninklijke Landmacht in het te bevrijden Nederland.
Toen in 1945 de bevrijding kwam. werd in augustus 1945 de School voorlegergymnastiek opgericht met onder meer als taak: het opleiden van LO/Sportofficieren en -onderofficieren. Deze school was aanvankelijk administratief ingedeeld bij een kaderschool infanterie (toenmaals gehuisvest op de KMA te Breda) en startte 20 augustus 1945 met haar eerste cursus. De duur van de opleiding was zes weken. Locaties en namen Na deze cursus werd de school verplaatst naar Harderwijk. Hier zijn de eerste officieren opgeleid, die in het bezit waren van de akte M.O. Lichamelijke Opvoeding. Dit duurde ook maar even, want na deze cursus werd de school verplaatst naar het barakkenkamp te Hooghalen. In oktober 1946 werd de school overgeplaatst naar een barakkenkamp in Ommen om in het voorjaar weer terug te keren naar Hooghalen. De naam van de School was intussen gewijzigd in School voor Militaire Lichamelijke Opvoeding (SMLO). Na bijna dertig jaar verhuisde de School in 1976 naar de Koningin Wilheminakazerne in Ossendrecht en kreeg de naam Opleidings Centrum Lichamelijke Oefening (OCLO). De naamswijziging is ontstaan, omdat C-COKL onder andere standarisatie wilde qua naamgeving (allemaal OCa). Vanuit de LO/Sportorg is toen voorgesteld om het begrip 'opvoeding' te wijzigen in 'oefening', met als belangrijkste argument, dat binnen de KL we niet zo zeer met opvoeden bezig zijn, maar meer met vorming. Intussen wordt de naam per 1 juli 1996 in opdracht van C-COKL weer gewijzigd. Standarisatie was weer het argument. Binnen de OCa, maar ook bij de brigades, worden de opleidingen ondergebracht bij een 'schoor. De naam OCLO wordt derhalve gewijzigd in Lichamelijke Oefening en Sport School (LOSS). De LOSS wordt medio 1996 verplaatst naar de Benhardkazerne te Amersfoort. Binnen de structuur van de nieuwe LO/ Sportorganisatie wordt C-LOSS één van de directieleden.
Commandanten Ondanks het feit, dat de KL al ruim vijftig jaar over een Sportschool beschikt, is het aantal commandanten wissel ingen relatief gering geweest. In het kort een overzicht: C-SMLO. lkol Rijkens. 01 aug 45 - 31 okt 69; C-SMLO. maj Hoedelmans. Ol nov 69 - 14 mei 76; C-OCLO, Ikol Hoedelmans. IS mei 76 - 14 aug 80; C-OCLO, Ikol Jonckheere, 15 aug 80 - 23 apr 91: C-OCLO. Ikol Maaswinkel. 24 apr 91 - Ol mei 95; C-LOSS. maj .................. , 01 jul 96 - ......... *.
3
*) Met ingang van 1 juli 1995 is de functie van C-OCLO
geblokkeerd. Werkzaamheden worden door mij waargenomen. Per 1 jull 1996 zal er officieel weer een nieuwe C komen, die het rijtje kan aanvullen. Taken en visie De belangrijkste taken uit de SMLO- en deels OCLO tijd waren: opleiden van officieren en onderofficieren van de KL, KMar en KLu tot LO/Sportinstructeur; ontwerpen van oefenstof en lessen met betrekking tot de lichamelijke oefening en sport.
De uitwerking van deze taken was gebaseerd op de onderstaande visie. Ik citeer: "De militaire lichamelijke oefening stelt ondenneer primair, dat zij, als integrerend deel van de totale militaire opleiding, een bijdrage moet leveren tot de vonning van de gevechtsvaardige militair. De opleiding moet tevens gericht zijn op het zo hoog mogelijk opvoeren van de handelingsgeschiktheid van de miJitair en op het stimuleren van mentale waarden als doorzettingsvermogen, besluitvaardigheid, zelfvertrouwen, het werken in teamverband enzovoort. Deze vaardigheden worden in eerste instantie aangeleerd door middel van vormende oefengebieden (gymnastiek, atletiek, ongewapend gevecht, hindernisbaan, veldloop en zwemmen), daarna in praktijk gebracht door middel van toepassende oefengebieden (teiTeinwerk, stonnbaan, cross-country en gevechtszwemmen). Alles wordt besloten met het 'parcours', een oefengebied, waarbij de verkregen vaardigheden in realistische, onbekende en steeds wisselende situaties worden getest". Bovenstaande visie was de basis voor de volgende opleidingen: opleiding tot LO/Sportofficier voor de BOT/KVV -er (niet vooropgeleid). Duur: acht maanden. Na de opleiding kreeg men een functie als garnizoens LO/Sportofficier; opleiding tot LO/Sportotficier voor de vooropgeleide dienstplichtige. Duur: twee maanden. Na de opleiding kreeg men meestal een functie als toegevoegd garnizoens LOlSportofficier, tewerkgesteld in een legerplaats, kazerne en dergelijke; opleiding tot LO/Sportonderofficier voor de BOT/KVVer. (niet vooropgeleid). Duur:zes maanden; opleiding tot LO/Sportonderofficier voor de dienstplichtige (vooropgeleid). Duur: vier maanden; opleiding tot sergeant-majoor LO/Sport. Duur: Bijna zes maanden. Naast de genoemde opleidingen, werden er periodiek oriëntatie- en herhalingscursussen gehouden.
LO/Sportschool 1996 De veranderingen in de KL hebben ook hun weerslag op de LOlSportorganisatie en dus ook de LO/Sportschool.
Zandloper Onderstaand de belangrijkste veranderingen tcn aanzien van de LO/Sportschool: 1. naamswijziging van OCLO naar LOSS; 2, van 31 naar vijftien man personeeL Belangrijkste redenen:
afschaffing dienstplicht met als gevolg een veel lagere behoefte aan initieel op te leiden LO/Sportinstructeurs; verschuiving van taken naar het Faciclitair bedrijf en het Kenniscentrum. De nieuwe organisatiestructuur kent twee poten namelijk: één instructiepeloton onder leiding van een kapitein, dat primair verantwoordelijk is voor de realisatie van alle opleidingen; één opleidings ondersteuningsgroep onder leiding van een kapitein, dat primair verantwoordelijk is voor randvoorwaarden om de cursussen of opleidingen te realiseren. 3. het ontwikkelen van nieuwe, respectievelijk herzien van bestaande, opleidingen is op dit moment in volle gang. Dit is om de volgende redenen noodzakelijk: ontstaan van nieuwe functies en taken op verschillende niveaus binnen de LO/Sportorganisatie; afschafting dienstplicht; het niet meer verzorgen van AMO/ AKO lessen tijdens de initiële opleidingen; het gaan verzorgen van opleidingen voor onderdeelskader; mogelijk 'opgelegde' samenwerking met andere OCa, om te komen tot opleidingen op maat (bijvoorbeeld in de management sfeer); mogelijke samenwerking met civiele opleidingen (onder andere CIOS).
Bij de totstandkoming van de actuele opleidingen worden onder andere de navolgende uitgangspunten gehanteerd: zoveel mogelijk maatwerk, niet langer dan noodzakelijk (modulair onderwijs), dat wil zeggen, draag die kennis en vaardigheden over, die gewenst en/of vereist zijn voor een eerstvolgende functie; geen specialistische cursussen integreren in initiële en loopbaanopleidingen; specialistische opleidingen, dienen separaat gerealiseerd te worden en niet meer tijdens initiële- en loopbaanopleidingen.
Tot slot Een oplettende lezer kan concluderen, dat er voor het personeel in de nabije toekomst een duidelijk accent verschil komt ten aanzien van zijn werkzaamheden op de LOSS. Het was nagenoeg alleen verzorgen van initiële- en loopbaanopleidingen voor dienstplichtig en/of beroepspersoneel (zie periode SMLO). Het wordt op I juli 1996 een verschuiving naar het steeds meer verzorgen van diverse specialistische opleidingen voor LO/Sportpersoneel en onderdeelskader. De initiële- en loopbaanopleidingen zullen geringer in aantal en korter qua duur worden. Het personeel op de LOSS zal over personeel dienen te beschikken, dat beschikt over verschillende specialisaties, teneinde de opleidingsopdracht te kunen uitvoeren. Echte vakidioten, die graag een hoogwaardig produkt willen verkopen en derhalve een hoge prioriteit hebben, om voldoende geschoold te worden en te blijven om hun functie te kunnen uitvoeren, zitten op de LOSS nieuwe stijl hartstikke goed. Grijp je kans en solliciteer.
Het werk
Instructeur-2 cursus voor LOlSportpersoneel
I
Door {fao Hllllb van Gil/ik
Ijl n de periode van twee tot en met zeventien oktober L!J 1995 heeft op het OCDML te Grave een Instructeur-
2 (1-2) cursus plaatsgevonden voor een aantal van onze collega's. Deze sergeanten der eerste klasse Arno Budel, René de Jager, Rens de Haan, Gert Heerkes, Robert Meyer, Ton Wessel, Jacob Ensing, Henk Buimer, Erik Verbeek en adjudant Arthur Vaessen hehben vier weken lang in de schoolbanken gezeten om bovengeM noemde cursus te volgen. Dit alles vond plaats onder leiding van de ons welbekende kapitein René de Laet met een bee~je assistentie van schrijver. Het was een pilotcursus, dat wil zeggen een eerste cursus in deze vorm. Veel collega's werkzaam buiten de LO/Sportorganisatie hebben deze I-2 cursus reeds gevolgd. Het is de bedoeling, dat in de toekomst ook het LO/Sporlpersoneel deze bevoegdheid gaat halen. De bedoeling van deze pilotcursus was, te kijken wat er bruikbaar was en is voor onze organisatie.
4
Inhoud In de eerste week lag het accent op leiding geven. Naar mijn mening (maar wie ben ik) kan daar niet genoeg over verteld worden. De begrippen: groepsontwikkeling en motivatie (intrinsiek en extrinsiek), kwamen uitgebreid aan de orde. Dit alles werd gepresenteerd met verschillende didactische werkvormen, waardoor het geheel zeer professioneel overkwam. De didactische werkvormen werden in de tweede week helemaal uitgespit met diverse opdrachten daaraan verbonden. De derde week stond in het teken van de voorbereiding op het integreren van het Leiderschapstraining en Vorming (LTV) en de Vormingsdoelen. Dat dit nog niet zo erg thuis is in de sportwereld behoeft geen betoog. Ook de zeer moderne didactische werkvormen als 'de Case' en 'het simulatiespel' kwamen uitgebreid in beeld. Praktijksessies stonden in de vierde week op het programma. Een gedeelte, waarin het leiderschap werd getraind en een gedeelte waarin de vonningsdoelen centraal stonden.
Zandloper
Fenomeen Al met al een cursus, waar de meesten van ons nogal sceptisch tegenover stonden. De opmerking van: "Nu kan ik pas lesgeven", werd meerdere malen geplaatst. Terugkijkend op deze vier weken en de evaluatie meenemende, denk ik toch (wie ben ik??), dat dit een bijdrage aan het fenomeen lesgeven kan geven. Wat er precies uit komt rollen is, zoals zo veel, nogal vaag. Dat er iets uitkomt, daar ben ik van overtuigd.
Dank Vanaf deze plaats wil ik kapitein René de Lact van harte bedanken voor zijn manier (intrinsieke motivatie) van les-
Het werk
-
I
geven. Nooit storend, altijd open voor suggesties vanuit de LO/Sportorganisatie, terwijl de cursus is geschreven voor algemene instructeurs. Enkele uitspraken van leerlingen: - best leerzaam, oude makkers, leerzame reünie; - resumerend-leerzaam; - vier weken theoretisch bewegen; - actie, naar aanleiding van evaluatie; - stoomgedrag: hoe vond je het gaan? sssshit; - (leren) omgaan met andere(n), eigen mening durven en kunnen bij stellen! l!; - evalueren om te evalueren door te evalueren.
Skicursusperikelen Door sm Eric Wind
IE Iindelijk was het dan zover. De cursus 'Ausbilder im
Militärischen Skilauf', waar hij al vanaf eind 1994 voor was geselecteerd en op had zitten vlassen, zou doorgaan. Twee keer was de cursus al afgeblazen.
"Ja, jullie gaan naar de tweede cursus van seizoen 94/95. Nee, helaas de cursus gaat niet door, want er zijn onderhands zaken gedaan met de 'Winterkampfschule', de ambassade in Bonn weet van niets en er voelen zich een paar mensen vreselijk gepasseerd. Volgend jaar beter! Ja, je gaat! Nee, toch maar niet, want de cursusplaatsen blijken in een gulle bui aan het Korps Commando Troepen (KCT) te zijn weggegeven". En dan, wanneer hij het eigenlijk niet meer verwacht, komt het officiële bericht van het Kenniscentrum: "Je gaat op cursus, samen met een collega uit de zuidelijke regionen". Snel nog even een auto en een voorschot regelen, want op 23 januari 1996 begint de cursus al.
skibeweglicher Teileinheiten in schwierigem Gelände', krijgt hij een wee gevoel in z'n benen. Ze hebben hen toch geen duizend kilometer laten rijden om er hier achter te komen, dat de cursus 'Ausbilder im militärischen Skilauf' pas op vijf maart begint en dat er nu een geheel andere cursus start met als enige overeenkomst, dat deze zich ook in de sneeuw afspeelt?
Humor Tijdens de lunch in het ongezellige autobaanrestaurant kunnen ze er toch nog een beetje de humor van inzien. Hoe vertel je dIt nu weer aan familie, kennissen en collega' s. Ik bel niet op naar de LO/Sportgroep en sta morgen ineens weer voor hun neus. Dan zutje ze zien kijken. Ja en dan kunje het gaan uitleggen aan de gniffelende collega's, die eigenlijk toch wel een beetje jaloers waren. Nou ja, ze moeten er het positieve maar van inzien en hopen dat er op de cursus van maart nog twee plaatsen vrij zullen zijn. Het Kenniscentrum zal z'n best doen.
Eindelijk Nadat collega' s, familie, kennissen er eindelijk van overtuigd zijn, dat het geen drie weken vakantie, fuiven en après-skiën is, de kinderen een afstreepkalender hebben en de echtgenote weet waar de reservestoppen liggen en hoe er gas getankt moet worden met de auto, wordt op 22 januari in een door Defensie ingehuurde spiksplinternieuwe leasebak afgereisd naar besneeuwde regionen (Schneehöhe?? Es gibt hier überhaupt kein Schnee !! ).
Voor niets Zo, de kast is ingepakt en die twee reservisten-heini' s, waar ze de kamer mee moeten delen, vallen op het eerste gezicht ook best mee. Dan gaat de deur open en komt er een besnorde commando-adjudant binnen. "Hé Sport. Heb je dat lesrooster gezien, wat in de gang aan de muur hangt? Dat kan niet voor ons zijn. Ik pak mijn auto niet eens uit". Als hij dan lessen ziet als: gewondentransport in de sneeuw, gevechtsopstellingen in de sneeuw, schieten, sneeuwonderkomen bouwen en bivak en als cursusnaam leest: 'Kampf
5
Verschil "Zie je wel mama, het duurt toch niet zo lang", roept zijn zoontje blij uit, wanneer hij 's avonds moe van de reis de kamer binnen komt. Die kleine had toch al een beetje moeite met het verschil tussen dagen en weken. Hij eerlijk gezegd zelf nu ook!
Zandloper
Het werk
-
Pijn, een vorm van angst? Door sm Alben Rietman
I
I
BI
ang zijn op de klimtoren of op de touwbaan. angst om klappen te krijgen bij een militaire zelfverdedi· ging. Bang voor pijn of voor de dood tengevolge van een gevecht, bang zijn voor wat een tegenstander doet, als ik hem raak tijdens een sparmoment, bang zijn om te falen.
Iedereen draagt persoonlijke angsten met zich mee en uit onderzoek blijkt het merendeel van deze angsten voort te komen uit onze kindertijd. Angsten, die voortkomen uit gebeurtenissen of door ons zelf ontwikkeld zijn. Omgaan met Met name in de vechtsporten moeten leerlingen OInleren gaan met angst. Een vechtsporter, die bang is, zal over het algemeen vluchtgedrag vertonen. Angst is te zien en werkt in het voordeel van de tegenstander. Het is voor deze vechtsporters, maar ook voor de militair die bijvoorbeeld angstig is, op een klimtoren belangrijk, dat hij leert om te gaan met angst. Kenmerken Angst uit zich door de volgende kenmerken: a. De ademhalingsfrequentie stijgt; b. De hartfrequentie neemt toe; c. De spierspanning wordt hoger; d. Eventueel spiertrillingen; e. Men toont vluchtgedrag; f. Overmatig transpireren; g. Hartkloppingen, duizeligheid, flauwvallen; h. Men is prikkelbaar. Voorbereiding Het benaderen van een leerling, die bang is, moet zorgvuldig gebeuren. De leerling zal zelf bewust moeten worden van zijn angst, alvorens we hem kunnen leren om hier mee om te gaan. Het leren omgaan met bedreigde situaties kan alleen maar door er regelmatig mee te worden geconfronteerd en zich voor te bereiden op dergelijke situaties. Zo zal een vechtsp0I1er, als voorbereiding, eerst de technieken die bij zijn sport horen eigen maken voor hij de ring instapt. Belangrijk in deze is een positieve benadering van begeleiders en kaderleden, maar ook van de leerling. Tevens zal de sociale omgeving zo moeten zijn, dat degene met angst hierover kan praten en serieus wordt genomen en niet lacherig wordt benaderd. Het accepteren van elkaar speelt hierbij een belangrijke rol. Therapieën Vanuit de psychologie zijn er therapieën ontwikkeld om met angsten om te gaan. Contracttherapie is een overeenkomst tussen een leerling en een instructeur, waarin een gedragsopdracht staat. Ook kan daarin een verdienste worden opgenomen, wanneer de leerling aan de opdracht voldoet.
6
De gedragsopdrachten kunnen stapsgewijs worden opgesteld, bijvoorbeeld: Stap 1: Een vechtsporter is aanwezig tijdens een gevecht en observeert het gevecht. Stap 2: De leerling spart met de sportinstructeur. De instructeur laat hem zien dat het spanen zonder blessures mogelijk is. Stap 3: De leerling spart met anderen. Stap 4: De leerling doet mee aan een wedstrijd. Een andere therapie is de zelfobservatie. Hierbij bestudeert de leerling zijn eigen gedrag en kijkt hoeveel keer zijn handelen wordt beïnvloed door angst. Pijn Pijn is een constante metgezel van een vechtsporter. Pijn eist je aandacht op en beïnvloedt je denken en je doen. Pijn heeft een functie. Het attendeert ons erop, dat er iets in het lichaam niet in orde is. De meeste blessures zullen, nadat zij zijn behandeld, nog pijn doen. Deze pijn is hinderlijk en kan ons beletten om de training voor te zetten, waardoor we onze vorm verliezen. De blessure is er en zal niet zomaar verdwijnen, maar onze pijntolerantie kunnen we verhogen. We moeten er bewust van worden, dat pijn een afuankelijke gevoelswaarwording is. De één ervam1 pijn anders, dan een ander. Pijn is niet alleen iets lichamelijks, maar ook iets psychisch en sociologisch. Door training is het mogelijk onze pijndrempel te verhogen.
Proeven De Rus I van Paviov heeft een proef gedaan met honden, die pas te eten kregen, wanneer zij een elektrisch schokje kregen. De honden reageerden op deze schokjes en begonnen meteen te eten. Toen de schokjes werden versterkt bleven de honden hetzelfde gedrag tonen. Het lijkt erop, dat de honden zelfs naar de schok uitkeken, omdat ze dan eten kregen. Je zal kunnen zeggen, dat het hier om domme dieren ging en niet om weldenkende wezens. Het is echter gebleken, dat de mens niet zoveel afwijkt van bovenstaand gedrag. Voor een bord eten zullen we geen schok laten toedienen, maar denk er eens aan als het om geld gaat, dan willen we daar wel pijn voor lijden. Dr H. Beecher was een neuroloog, die in de Tweede Wereldoorlog chirurg was in een veldhospitaal aan het front. Slechts één op de drie zwaar gewonde soldaten, die hier werden binnengebracht, vroeg om een morfine-injectie. Na de oorlog werd Beecher burgerarts en kwam erachter, dat vier van de vijf patiënten klaagden over hevige pijn en vroegen om een morfine-injectie. Beecher trok de conclusÎe, dat pijn erg afuankelijk is van de situatie. De gewonde soldaten waren dankbaar, dat zijn het slagveld levend konden verlaten. Voor een burger is zo'n verwonding alleen maar akelig.
Zandloper
Endorphinen Onze hersenen maken bij pijn pijnstillers aan, die endorphinen heten. De ene persoon is in staat meer van deze pijnstillers aan te maken, dan een ander. Uit onderzoeken bleek, dat wanneer pijnpatiënten een placebo kregen, die de pijn weg zal nemen, de pijn ook inderdaad minder werd. Hieruit blijkt, dat de geest in staat is pijn te onderdrukken. Hypnose en concentratie De vechtsporter voelt tijdens zijn gevecht vaak geen pijn. Na afloop van de wedstrijd komt deze pijn pas naar voren. Nog een bewijs van onze kracht van de geest is bijvoorbeeld tijdens een hypnose. We zijn dan in staat vele dingen te weerstaan. Het blijkt, dat wanneer pijn onze aandacht heeft het pas ervaren wordt. Als we onze aandacht dus een andere kant opsturen wordt deze pijn minder of geheel niet ervaren. Andersom kan het ook. Concentreren we ons op pijn, dan zal de pijn toenemen. Het de andere kant opsturen van onze aandacht kunnen we trainen. Vormen van meditatie helpen ons hierbij, zoals bijvoorbeeld stil zitten en de aandacht op je ademhaling vestiInterview met GertVosman
I
gen. Ook is het mogelijk om je aandacht alleen op het behalen van een overwinning te vestigen. Angst is een vijand Angst is voor de vechtsporter gevaarlijker dan pijn. Angst houdt verband met pijn, omdat pijn de oorzaak is van angst. In bepaalde situaties zijn we bang om pijn op te lopen, bijvoorbeeld tijdens het sparren in een les zelfverdediging. Angst werkt negatief op een te verrichten prestatie. Elke vechtsportinstructeur heeft wel een angstige leerling. De leerling moet geholpen worden om deze angst te overwinnen. Slot Allemaal staan we weleens oog in oog met angst en pijn. We moeten leren deze zaken te begrijpen, zodat veel onnOdig lijden voorkomen wordt. Onze training/lessen kunnen beter worden benut om resultaten te boeken. Allemaal kunnen we de moed en het vermogen ontwikkelen om pijn te overwinnen, zij het tot een bepaalde hoogte.
Beheerder Decentrale Computerfaciliteiten Door kap Rl/ben Driever
IMI
iddels dit interview wil ik duidelijk maken wie Ger Vosman is. Wat zijn functie inhoudt en wat hij voor de LO/Sportorg betekent en wat we in de toekomst kunnen verwachten.
Ger Vosman is 33 jaar, gehuwd en vader van drie zoons van acht, zes en vijf jaar oud. Hij woontin Amersfoort en is de Beheerder Decentrale Computer Faciliteiten LO/Sportorganisatîe van de sie Controller. Wat houdt deze funktie eigenlijk iu? "Ik ben verantwoordelijk voor het informatie- en automatiseringsplan en belast met de implementatie ervan. Beheerder stand-alone pc's en randapparatuur LO/Sportorg, applicaliebeheerder en Helpdesk (vraagbaak) LO/Sportorg en tevens beheerder NOVELL-netwerk te Ossendrecht".
\-Vat trof je aan toen.ie eind '94 op functie kwam'! "Ik stelde vast dat er verouderde apparatuur gebruikt werd en dal er nog veel te weinig apparatuur in de LO/Sportorg aanwezig was. Binnen onze organisatie was er nog geen netwerk, met uitzondering van het COKL-nelwerk voor de centrale afdelingen. Aanvankelijk moest ik veel computers installeren en oude gegevens omzetten naar nieuwe computers. Nu richt ik me nîeer op de toekomst". Hoc geef jij invuHing aan je functie? "Ik doe marktonderzoek naar ontwikkelingen op hel gebied van hard- en software. Verder volg ik de ontwikkelingen binnen de KL en ik probeer er tijdig op in te haken om te voorkomen, dat we de boot missen. Met de systeembeheer-
7
ders van andere onderdelen voer ik regelmatig overleg en koppel dat terug in de LO/Sportorg. Tevens lever ik de apparatuur af en is het mijn taak om storingen op te lossen. Verder ben ik aanspreekpunt voor Telematica, die in de nabije toekomst het technische beheer gaan doen, Dan kunnen we met onze klachten over onze hardware bij hen terecht. Ik blijf echter verantwoordelijk en bewaak het hele proces".
Wat brengt de toekomst? "Er komt een nader onderzoek naar de software. die we willen en kunnen gebruiken. Daarnaast zijn er in de KL standaardpaketten, zoals het Management Informatiesysteem Opleidings Centrum (MISOC), waar wc mee gaan werken. Om de communicatie en informatiestromen tc optimaliseren, is er behoefte aan een netwerk. De aansluiting op een groot netwek zal gefaseerd geschieden. Eerst wordt iedere LO/Sportgp aangesloten op een lokaal nelwerk, Local Area Network (LAN). Vervolgens moet er in de toekomst een koppeling komen van het LAN met het NAFIN, dat gebaseerd is op glasvezelverbindingen en ongekende mogelijkheden biedt. Hierdoor worden lokale netwerken met elkaar gekoppeld en ontstaat cr een Wie1e Area Network (WAN). waardoor electronisch berichtenverkeer door de hele organisatie mogelijk wordt. Denk hierbij aan het verzenden van productiegegevens naar de centrale afdelingen of de resultaten van LO-testen naar commandanten. Gezien de ontwikkelingen, kan dil nog wel tot 1998 duren voordat we zover zijn. Een consequentie hiervan is ook, dat we zwaardere computerapparatuur nodig hebben. Een begin rnet dc invoering hiervan Îs reeds gemaakt.
Zandloper Wat voor kennis moet er volgens jou aanwezig zijn op de
LO/Sportgroep? "Kennis van de standaardpaketten, die we straks gaan gebruiken. Dat zullen vrijwel zeker paketten zijn die onder Windows gaan draaien. Met name voor de groep managementondersteuning betekent dit, dat ze opgeleid moeten worden. Op dit moment zou het handig zijn als er één maar liever twee personen per LO/Sportgp zijn die WP 5.1 beheersen.lk vind, dat je als organisatie niet te klein moet denken als het gaat om opleiden van eigen personeeL Laten we niet op één paard gokken. Natuurlijk hangt overal een
Plusminus
BBT-ers
I
Door maj Ton de Vaan
I
VI
ervroegde opschorting van de dienstplicht zal niet per 31 december, maar al per 31 augustns 1996 plaats vinden. Een nienw konijn uit de hoge hoed van onze politieke top? De Staatssecretaris had al eerder laten weten, niet langer dan noodzakelijk de dienstplichten te blijven oproepen.
Uit hem bekendstaande gegevens is de herstructurering van de Koninklijke Landmacht zodanig op tempo, dat het nu verantwoord was, dîe beslissing te nemen. Voor de dienstplichtigen prettig te weten, dat eerder dan verwacht of gehoopt de pet aan de wilgen gehangen kan worden. Voor de LO/Sportorganisatie, om verschillende redenen, mogelijk een probleem.
Extra werklast In de startformatie LO/Sportorganisatie is rekening gehouden met de opheffing van verschillende kazernes of het langer blijven van eenheden op diverse locaties. Voor deze tijdelijke extra werklast worden in totaal zeventien dienstplichtige functies tot I januari 1997 aangehouden. Vervroeging van de opschorting betekent een personeelstekOlt per 1 september aanstaande. Welke consequenties dit heeft voor de produktie, wordt momenteel bekeken en waar nodig naar een oplossing gezocht. Mogelijk ligt de oplossing zeer dichtbij: ook eenheden met voornamelijk dienstplichtige soldaten worden vervroegd opgeheven en dus komt een deel van onze produktie te vervallen.
prijskaartje aan, maar als we ons goed verkopen is er veel mogelijk. Er staan grote veranderingen op stapel op het gebied van de informatica, die ook verstrekkende gevolgen zullen hebben voor onze werkwijze. Als je hier als individu of als organisatîe niet voor open staat of er op inspeelt, dan word je analfabeet op dit gebied. Ik adviseer iedereen, ook ons LO/Sportpersoneel, om niet af te wachten, maar je te verdiepen op het gebied van de informatica. Schaf een PC aan en leer ermee om te gaan. Ook voor onze kinderen is dit heel belangrijk".
Dit alles ondanks de zeer zorgvuldige wijze waarop met name adjudant Sjors Röttger, als voormalige APZ niet geheel onbekend met het personeelswerk, de vulling van de BBT-functies met de huidige BBT-ers heeft uitgewerkt. Om deze vacatures te laten verdwijnen, zijn extra wervingsactiviteiten opgestart.
COLOFON De zandloper is een uitgave van en voor de LOJSportorganisalie KL Redactie{raad) Voorzitter: Secretaris: Hoofdredacteur: Eindredacteur: Redacteur:
Redac!je-/kopijadms:
BBT-ers Bij de vulling van de BBT-plaatsen in de OTAS wordt gepoogd om dienstplichtige LO/Sportinstructeurs wam1 te maken voor een langer verblijf in de Krijgsmacht en hen een BBT-contract aan te bieden. De uitstroom per 1 september verkort die wervingsperiode. Een extra probleem vormt de laatste lichtingsploeg, die slechts zeventien, in plaats van de geplande vijftig leerlingen op het OCLO bracht, waardoor het aantal potentiële BBT -ers is gereduceerd. Overigens de vulling van de in totaal 133 BBT-functies verloopt nog niet naar wens. Wordt een deel ervan gevuld met BOT-ers, teneinde overtolligheid in die categorie en mogelijk daaropvolgend ontslag te voorkomen, toch blijven er nog vacatures.
8
lkol P.J. Rommelse (*06-557-6218) dhr A. Beeuwkes (*06~5734143) aoo R. Gits (*06-688-244) aoo J.C. van der Burg (*06-5734142) kap J.F. van der Kaaden (*06~578-765) kap R.W.A.M. Driever (*06-557-6191) elnt W. Hoogendool1l (*06-564-3135) aoo R. Jansen (*06-678-1622) aoo P. van de Ven (*06-680-8310) sgt 1 R.J.G. Tielemans (*06~549-7624) drs T. Visser - TGTF (*06-557-6418) Redactie Zandloper Kalverslraat 4 MPC39N Postbus 9019 7300 EA Ape1doorn TeL: PIT: 055-3574143 MDTN: *06-573-4143
Kopijlbrieven dienen uiterlijk de negende van de maand voorafgaande aan de uitgifte maand bij het kopijadres te zijn. Pre-press:
CDP,Emmen CDP,Emmen
De inhoud van dit blad weerspiegelt niet noodzakelijk de mening van C LOJSportorganisatie. De redactie behoudt zich hel recht voor ingediende kopij niet of gedeeltelijk te plaatsen. De inhoud van ingezonden brieven en artikelen blijft voor rekening van de schrij~ ver. Artikelen uit dit blad mogen worden overgenomen mits de bron wordt vermeld.