05 September 2011
Iedere ambtenaar verstand van ICT er Themanumm
Mens en ICT
Naar een goedkopere en efficiëntere ICT-infrastructuur Kerndepartementen gaan ICT sharen De digitale revolutie, deel twee
Inhoud
6
‘Iedere ambtenaar verstand van ICT’ Meer presteren met minder middelen. Betere dienstverlening, meer efficiëntie. De overheid heeft zichzelf stevige doelen gesteld. ICT speelt hierbij een belangrijke rol. Maarten Hillenaar kent als Chief Information Officer de verandermogelijkheden van ICT. Maar, zo benadrukt de CIO Rijk: ‘ICT is en blijft mensenwerk.’
13
Kerndepartementen gaan ICT sharen
‘Eén ICT-aanbieder beleidskern en nauw verbonden uitvoeringsorganisaties.’ Dat is de officiële omschrijving van Project 7 van het uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst. Nicole Stolk (BZK) en Perry van der Weyden (IenM) vertellen waarom dit project een heuse kartrekker is van andere rijksbrede processen. En uniek in zijn schaal bovendien.
22 De digitale revolutie, deel twee
Mobieltjes, draadloos internet en laptops. Het is overduidelijk dat de wereld verandert in het tempo dat de informatietechnologie (IT) aangeeft. Met die techniek verandert ook ons gedrag, onze manier van samenwerken, de verhouding tussen burger en overheid. Een gesprek met IT-voorloper Peter Hinssen.
4 Rijksnieuws 5 Vakmanschap: Ron Roozendaal 9 In de Etalage 10 Project 4 Compacte Rijksdienst 16 Departementale herindeling en ICT 19 De Stelling 20 Shared Service Center-I DJI 24 Drie vragen aan… Colofon Jaargang 9, nummer 5, September 2011. Verschijnt zeven keer per jaar. Het volgende nummer verschijnt op 25 oktober 2011. BinnenbeRijk is ook online te vinden via: Rijksportaal > Personeel > P&O-beleid. BinnenbeRijk is een vakblad voor bedrijfsvoering binnen het Rijk, met aandacht voor mens en organisatie.
Hoofdredactie DG Organisatie en Bedrijfsvoering Rijk, directie Organisatie- en Personeelsbeleid Rijk Redactiecommissie Jos Bode (EL&I), Margaretha Burger (BZK), Marijke van den Broek (Veiligheid en Justitie/DJI), Hermine Doreleijers (Veiligheid en Justitie), Xander Klink (RWS), Theo Waaijer (BZK/WM/EC AG), Teun Guijt (EL&I)
2 BinnenbeRijk 5 | September 2011
Redactie en Tekstproductie Ravestein & Zwart, Nijmegen Vormgeving Balyon, Zoeterwoude Coverfoto IStockphoto Productie De Swart, Den Haag
Redactieadres Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 20011, 2500 EA Den Haag, Telefoon: (070) 426 61 36, E-mail:
[email protected] Abonnementen Voor een kosteloos abonnement kunt u zich aanmelden via e-mailadres binnenberijk@ minbzk.nl. BinnenbeRijk is uitsluitend bestemd voor rijksambtenaren
en wordt naar het werkadres verzonden. Wijzigingen in uw persoonlijke en/of adresgegevens kunt u mailen naar
[email protected] Overname Voor gehele of gedeeltelijke overname of het kopiëren van artikelen neemt u contact op met de redactie. Bronvermelding is verplicht.
Column
Razendsnelle ontwikkelingen
De ontwikkelingen op het gebied van ICT gaan razendsnel. Dit heeft uiteraard grote invloed, zowel op het werk als in de privésituatie. Het is nu bijna niet meer voor te stellen, maar toen ik in 1988 bij de rijksoverheid kwam werken, had mijn directie nog een afdeling tekstverwerking. Nu mag ik deze column toch echt zelf uittikken… En wie had tien jaar geleden gedacht dat er op de kinderopvang camera’s zouden hangen, waarmee je eenvoudig thuis via het web je kind kunt volgen? ICT is gewoonweg diep in ons leven binnengedrongen. Dat zien we bijvoorbeeld ook bij een stroomstoring. Wat me daarnaast opvalt, is dat ICT een onderwerp is waarover iedereen een mening heeft. Want: waarom kan iets wel op de computer thuis, maar niet in de werksituatie? Lang niet altijd realiseren deze verkondigers van een mening zich wat er allemaal komt kijken bij ICT-dienstverlening. In deze BinnenbeRijk schetst een aantal direct betrokkenen wat er op dit moment bij het Rijk speelt op het gebied van ICT en bedrijfsvoering. ICT-projecten zijn bijvoorbeeld een belangrijke component van het programma Compacte Rijksdienst. Het naar behoren functioneren van ICT is immers van groot belang voor een goede dienstverlening door de overheid. ICT kan bovendien een bijdrage leveren aan een efficiënter functioneren van het Rijk. Het bundelen van datacenters, het slimmer aanschaffen van software en het realiseren van een uniforme digitale rijkswerkplek zijn hier allemaal voorbeelden van. Bij al deze ICT-projecten moeten we ons realiseren dat het gaat om méér dan het verzorgen van de beste technische oplossing. Die technische oplossing werkt immers alleen als de gebruikers de mogelijkheden van ICT ook echt begrijpen en willen en kunnen benutten. En dat vergt samenwerking binnen de bedrijfsvoering en tussen de bedrijfsvoering en het primaire proces.
Olav Welling Directeur Organisatie- en Personeelsbeleid Rijk
[email protected]
BinnenbeRijk 5 | September 2011 3
Rijksnieuws
Schrappen of investeren? Hoe zorgen we ervoor dat het Rijk ondanks de bezuinigingen kan blijven beschikken over voldoende gekwalificeerde medewerkers? EC-AMC, Flexchange en de Mobiliteitsorganisatie organiseren op 24 oktober 2011 een seminar rond dit thema. De Rijksoverheid krijgt de komende jaren mogelijk te maken met een mismatch tussen vraag en aanbod van personeel. Door de bezuinigingen en de decentralisatie ontstaan overschotten binnen de organisatie. Tegelijkertijd leiden ontgroening en vergrijzing op termijn tot een tekort aan gekwalificeerde
Arbeidsjuridische workshops voor HRM-adviseurs Om de arbeidsjuridische kennis van HRMadviseurs en adviseurs bij de vakbonden verder te vergroten, zijn de sociale partners bij het Rijk een gezamenlijk traject gestart. Het komende jaar verzorgt het ministerie van BZK in samenwerking met het Expertisecentrum Arbeidsjuridisch en de Rijksacademie voor de Bedrijfsvoering een serie workshops. De workshops zijn bedoeld voor HRM-adviseurs met minimaal twee jaar ervaring met het adviseren van lijnmanagers over ARAR en andere regelgeving. De workshops vinden plaats in Den Haag en in de regio. De eerste workshop vindt plaats op 21 september in Den Haag. Thema: Is er leven na het sociaal flankerend beleid (na 1 januari 2012)? Voor meer informatie en aanmelden: www.rijksacademievoordebedrijfsvoering.nl
medewerkers. Nu al kampt het Rijk met een gebrek aan ICT’ers, juristen en financieel specialisten. Centrale vraag is, hoe de Rijksoverheid vraag naar en aanbod van personeel kan koppelen. Daarbij spelen de korte en de lange termijn en interne en externe mogelijkheden een rol. EC AMC, Flexchange en de Mobiliteitsorganisatie, vanaf 1 januari 2012 verenigd in het cluster In-, Door- en Uitstroom van het EC O&P, organiseren op 24 oktober 2011 een seminar rond dit vraagstuk. Het doel van dit seminar is inzicht, richting en concrete oplossingen vinden voor arbeidsmarktvraagstukken. Bent u werkzaam als directeur, manager, hrm- of communicatieprofessional? Dan nodigen wij u graag uit!
Naam: Het dilemma van de Rijksoverheid als werkgever: schrappen of investeren? Datum: 24 oktober 2011 Tijd: van 11.45 tot 18.00 uur Locatie: Rijksacademie, Zeestraat 86-90 Den Haag Meer informatie en aanmelden: www.ec-hrm.nl/ECAMC/38/Seminar
Bijpraten in de studio’s van de e-overheid Het jaarlijkse event voor de e-overheid en i-overheid heeft een nieuwe naam: iBestuur Congres. Het iBestuur Congres is de opvolger van het Digitaal Bestuur Congres, dat voor het laatst in januari 2011 plaatsvond. Op donderdag 26 januari 2012 vindt het iBestuur Congres 2012 plaats, onder de noemer For the record 2. U kunt zich deze dag laten bijpraten over belangrijke strategische thema’s. Wat zijn de laatste ontwikkelingen rond de i-Strategie en de Digitale Agenda? Welk effect hebben deze ontwikkelingen op overheid, bedrijfsleven en wetenschap? Het iBestuur Congres 2012 wordt georganiseerd in de studio’s van de e-overheid, ondergebracht in het Beatrix Theater in Utrecht. iBestuur is een publiekprivaat non-profit initiatief van de ministeries van BZK (DG Organisatie & Bedrijfsvoering Rijk en DG Bestuur en Koninkrijksrelaties) en EL&I (DG Ondernemen en Innovatie) en ICT~Office. Voor meer informatie: www.ibestuurcongres.nl.
Voorlichtingsfilm Rijksmarktplaats Afgelopen voorjaar won de Rijksmarktplaats de Gouden Mier, de jaarlijkse prijs voor aansprekende, vernieuwende initiatieven in de bedrijfsvoering bij het Rijk. Als winnaar mocht de Rijksmarktplaats een voorlichtingsfilmpje maken. Deze film is te zien op Rijksportaal, onder nieuwsberichten van 30 augustus.
4 BinnenbeRijk 5 | September 2011
Week van het Nieuwe Werken Van 7 tot en met 13 november is het de Week van het Nieuwe Werken. Er is inmiddels een interdepartementaal campagneteam gevormd, dat HNW ook bij rijksambtenaren onder de aandacht wil brengen. De campagneweek is een uitgelezen moment om ‘iets nieuws’ uit te proberen: online samenwerken, op afstand vergaderen, sociale mediatraining. Doet u mee? Laat het weten op
[email protected] en volg @HNW_Rijk op Twitter.
Vakmanschap
Ron Roozendaal over informatievoorziening Moreel partnerschap Strateeg met een moreel verantwoordelijkheidsgevoel. Dat moet je als Chief Information Officer (CIO) wel zijn, stelt Ron Roozendaal. De functie bestaat bij het Rijk pas een paar jaar. Maar het is wel echt een vak. ‘Het gaat veel verder dan ICT alleen. CIO’s moeten bij grote veranderingen een brug slaan tussen ICT en bestuur & politiek.’
D
ecember 2008. Toenmalig minister van BZK Guusje ter Horst laat de Tweede Kamer weten dat elk ministerie een Chief Information Officer aanstelt. Aanleiding is het weinig vlekkeloze verloop van een aantal grote ICT-projecten, rijksbreed. Bij VWS start Ron Roozendaal in 2010 in deze nieuwe functie. Het ministerie zit op dat moment middenin de ontwikkeling en uitvoering van het Elektronisch Patiënten Dossier, een groot en complex project.
Wat is de rol van een CIO bij dergelijke grote projecten? ‘Ik zie mezelf als een moreel partner van de opdrachtgever. Dat gaat veel verder dan ICT alleen. Een CIO vervult een strategische functie bij grote veranderingen waarbij ICT een rol speelt. Hij adviseert gevraagd en ongevraagd de politieke en bestuurlijke leiding. Ik draai zelf – bewust – geen grote ICT-projecten. Op dat moment zou ik mijn eigen vlees gaan keuren, en dat werkt volgens mij niet. Overigens zegt de grootte van een project niks over de risico’s. Sommige projecten zijn helemaal niet zo omvangrijk, maar als ze mislukken zijn de gevolgen wel groot. Op dit moment lopen er bij VWS geen risicovolle of omvangrijke projecten. Ons ministerie staat wel voor een paar grote uitdagingen op het vlak van informatievoorziening.’ Wat zijn die uitdagingen? ‘Als zich grote projecten voordoen, moeten die gezond zijn. Concreet betekent dit dat VWS haar projecten moet kennen en goed besturen. De tweede uitdaging is dat VWS anders – noem het “2.0” – wil gaan werken. Dat vraagt om
‘Gevraagd en ongevraagd adviseren’
een solide gegevensbasis. In de zorgsector staan nogal wat veranderingen op stapel, en de politiek beslist op basis van aangeleverde zorggegevens. Die moeten helemaal kloppen. Tot slot daagt VWS de uitvoeringsorganisaties uit zich te verenigen in een Manifestgroep en zich verder te professionaliseren. Ook dat heeft gevolgen voor de informatievoorziening.’ Wat betekent vakmanschap voor een CIO? ‘CIO’s zijn niet alleen “van de ICT”. Veel mensen denken dat het daar met name om gaat. Maar dat is maar de helft van het verhaal. Ik moet als CIO vooral een brug slaan tussen ICT en politiek & bestuur. Die werelden zijn zo verschillend… ICT’ers willen strakke definities en precieze processen. In de politiek en het bestuur wordt veel meer geschipperd. De processen die zich daar afspelen zijn niet in nette definities te gieten. Politici en bestuurders wegen belangen af, ze wheelen en dealen. Het is de kunst om die twee terreinen te verbinden. En ja: dat is een vak. Ik heb bestuurlijk informatica gestudeerd, maar ook psychologie. Daardoor snap ik de techneuten, maar weet ik ook veel van organisatieverandering en de gevolgen daarvan voor mensen.’ Heeft u nog een gouden tip voor uw collega’s bij het Rijk? ‘Mijn stelregel is dat je zelf moreel medeverantwoordelijk bent voor het slagen van een project. Je bent daarin partner van de Bestuursraad van het departement.’
BinnenbeRijk 5 | September 2011 5
Maarten Hillenaar, CIO Rijk ‘Iedere ambtenaar verstand van ICT’ tekst: René Ravestein / fotografie: Wiebe Kiestra (HH)
Meer presteren met minder middelen. Betere dienstverlening, meer efficiëntie. De overheid heeft zichzelf stevige doelen gesteld. ICT speelt hierbij een belangrijke rol. Maarten Hillenaar kent als Chief Information Officer de verander mogelijkheden van ICT. Maar, zo benadrukt de CIO Rijk: ‘ICT is en blijft mensenwerk. Alle ambtenaren – managers en medewerkers – hebben een dosis ICT-kennis en -vaardigheden nodig. Als opdrachtgever van projecten en als gebruiker van voorzieningen. Anders werkt het niet.’
Maarten Hillenaar pleit voor een Digivaardigheidsbewijs voor medewerkers.
‘ICT is en blijft mensenwerk’ 6 BinnenbeRijk 5 | September 2011
Maarten Hillenaar is sinds 2009 verantwoordelijk voor de manier waarop ICT bij de overheid wordt ingezet. Volgens hem is het Rijk anders gaan kijken naar de toegevoegde waarde van ICT. ‘ICT werd vooral ingezet om bijvoorbeeld dienstverlening aan burgers te verbeteren. De overheid wil goede service bieden door online bereikbaar te zijn, door burgers gegevens maar één keer te laten invullen. Maar ondertussen is informatievoorziening wezenlijk geworden voor alles wat de overheid doet, ICT is doorgedrongen tot
in onze haarvaten. Met de krimpende budgetten is de kijk op de inzet van ICT verbreed: niet langer een kostenpost, maar juist een verdienmodel. Het programma Compacte Rijksdienst ziet ICT bijvoorbeeld als een belangrijk middel om meer te presteren met minder middelen.’ Uitdaging Bijdragen aan betere dienstverlening en bijdragen aan meer efficiëntie. De uitdaging voor ICT is alleen maar groter geworden. Een pittige uitdaging, realiseert Hillenaar zich, juist omdat de overheid publieke taken heeft waar het onder geen beding kwaliteitsconcessies aan mag doen. Maar geen onmogelijke opgave, als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Hillenaar: ‘De ICT zelf en de ICT-organisatie moeten helemaal op orde zijn. Daar zijn we druk mee bezig. Maar de mensen, de gebruikers, zijn het belangrijkst. ICT kan een machtig instrument zijn, maar het werkt alleen als de gehele rijksdienst de mogelijkheden van ICT ook écht leert begrijpen en benutten.’ Klassiek kantoorparadigma De ICT-kennis en de ICT-vaardigheden binnen het Rijk kunnen beter, vindt Hillenaar. ‘We realiseren ons nog onvoldoende dat nieuwe technologieën een fundamenteel andere manier van werken betekenen. Als overheid denken we vanuit het klassieke kantoorparadigma: werken doe je in een gebouw met vaste medewerkers en met dossiers. Dat is onherroepelijk aan het veranderen. Op termijn kan iedere ambtenaar tijd- en plaatsonafhankelijk werken. Dankzij ICT kun je allerlei data beschikbaar stellen, daar heb je geen gebouwen meer voor nodig. En je kunt er ook voor zorgen dat die data op elk moment op elke plaats toegankelijk zijn via PC, PDA, smartphone, computer, tablet of laptop. Dat biedt allerlei kansen, maar zorgt ook voor andere veiligheidsrisico’s: een beleidsstuk is via internet sneller te vinden, maar ook sneller te verspreiden dan via de post.’
Nieuwe realiteit Managers en medewerkers moeten leren omgaan met deze nieuwe realiteit. Hillenaar ziet hier een rol voor P&O weggelegd: ‘Kennis van ICT maakt deel uit van de standaardvaardigheden. Dat betekent niet dat we allemaal softwareontwikkelaars moeten worden. Het betekent wel dat we moeten weten hoe systemen en software op hoofdlijnen werken, dat we begrijpen hoe je ICT effectief en veilig kunt gebruiken. Medewerkers moeten hiervoor worden toegerust. P&O kan bijdragen aan de ontwikkeling van kennis, vaardigheden en competenties op het gebied van ICT.’ Hillenaar pleit voor een Digivaardigheidsbewijs voor rijksmedewerkers. ‘Ook op de digitale snelweg is het van belang dat mensen de regels en de gevaren kennen. Neem Dropbox, software waarmee je via internet toegang hebt tot eigen bestanden op een externe server. Dit systeem is tot op heden niet waterdicht. Hoewel het buitengewoon handig en nuttig is, is het voor ambtenaren geen geschikte manier om privacygevoelige en/of professionele data op te slaan. Dat soort zaken moet je gewoon weten.’ Uniforme informatie-infrastructuur Hillenaar wil als CIO Rijk toe naar een transparante ICT-organisatie met duidelijke verantwoordelijkheden. Daarvoor moet echter wel eerst het eigen huis op orde zijn, te beginnen met een uniforme informatieinfrastructuur. ‘We werken hier gefaseerd aan. Eerst willen we de Haagse kernen van de ministeries volledig aansluiten op de Digitale Werkomgeving Rijk (DWR). We zitten nu op 15.000 digitale werkplekken, dat worden er in 2015 zeker 30.000. Parallel hieraan zijn we bezig om de documentenstromen binnen het Rijk te digitaliseren en te uniformeren. Ook hier is 2015 is het richtpunt.’ Bij het inrichten van de informatie-infrastructuur moeten fundamentele keuzes worden gemaakt. Gericht op effectiviteit en efficiëntie, maar altijd met een scherp oog voor beveiliging en privacy. Nederland wordt internationaal gewaardeerd, aldus Hillenaar. ‘Met GovCert houden we in de gaten welke aanvallen er wereldwijd zijn en die kennis gebruiken we. Ook is er een nationale cybercrimeorganisatie in de maak.’
‘Kennis van ICT maakt deel uit van de standaardvaardigheden’ BinnenbeRijk 5 | September 2011 7
‘Het allerbelangrijkste is dat het Rijk de regie in handen neemt’ Gesloten rijkscloud Een belangrijke recente ICT-ontwikkeling is cloud computing. Hiermee kunnen mensen gemakkelijk beschikken over handige programma’s en kunnen ze hun documenten zodanig opslaan dat ze er vanaf iedere locatie bij kunnen. Privé werken heel veel mensen al ‘in de cloud’. Ze slaan foto’s op bij Picasa, ze gebruiken de muziek van Spotify. Volgens Hillenaar is ‘werken in de cloud’ zeker ook interessant voor de rijksdienst. Zo kan het programma DWR volgens hem op termijn via een gesloten rijkscloud worden gerealiseerd. ‘We kunnen online een veilige omgeving creëren voor het bewaren en bewerken van tal van werkdocumenten. Dat is mogelijk via de juiste autorisaties en via loggingmodules, zodat je altijd kunt achterhalen wie informatie heeft ingezien.’ Er zijn echter ook beperkingen. ‘Bij cloud computing zoals het nu op de markt wordt aangeboden, weet je als overheid nooit waar informatie zich precies bevindt. De informatie is namelijk verspreid over meerdere servers over de hele wereld. Bepaalde gegevens – zoals IND-gegevens, bevolkingsadministraties of patiëntengegevens – zullen we daarom onder geen beding via de publieke cloud opslaan. Het mag overigens ook niet volgens de Europese regels.’ Sommige data krijgen om redenen van privacy extra bescherming. Andere overheidsdata kunnen dankzij ICT juist een breder bereik krijgen. Hillenaar denkt aan open data op gebieden als onderwijskwaliteit, zorgkwaliteit en erfgoedinspectie. ‘De overheid kan dit soort data direct met burgers delen en, bijvoorbeeld via GPS, locatiegebonden specifieke informatie aanreiken.’ Grip op grote projecten De overheid heeft lange tijd geworsteld met grote ICTprojecten. Hillenaar legt uit hoe het Rijk meer grip wil krijgen op dergelijke projecten. Ook hier is de menselijke factor weer doorslaggevend. ‘Het allerbelangrijkste is dat het Rijk de regie weer in handen neemt. We kopen pas ICT-expertise in als we zelf weten wat we precies willen. We willen professionele opdrachtgevers zijn. Alleen dan kunnen we grote projecten goed wegen op risico’s en goed aansturen.’ Met I-Interim Rijk heeft het Rijk een pool van breed inzetbare ICT-specialisten. Ook zal steeds vaker collegiale toetsing worden ingezet. Inmiddels zijn meer dan 200 ambtenaren opgeleid om peer reviews (Gateway Reviews) te doen bij (vooral) ICT-projecten. Hierbij bestudeert een klein toegewijd groepje in vier dagen tijd een groot project van een collega en geeft vervolgens gerichte feedback. Hillenaar: ‘Het resultaat: kennisdeling en kennisvermeerdering én een beter uitgevoerd ICT-project.’ 8 BinnenbeRijk 5 | September 2011
Iedere ambtenaar verstand van ICT? Martin Berendse, directeur Nationaal Archief: ‘Wij ervaren als geen ander de invloed van digitalisering. Samen met Nederlandse en Europese partners bouwen we momenteel het bestaande e-Depot – de digitale evenknie van de aloude papieren depots – verder uit. Departementen kunnen hier rechtstreeks op worden aangesloten, zodat langdurig beheer van informatie gewaarborgd is. ICT-bewustzijn is hierbij cruciaal: bij het aanmaken van dossiers moet je goed bedenken wat er op termijn mee kan gaan gebeuren. Doe je dat niet, dan kan de informatie verloren gaan. Digitale informatie is niet alleen heel handig, het is ook kwetsbaar. Aan ons de mooie taak om er samen met de Rijksoverheid voor te zorgen dat toekomstige generaties ook nog bij die informatie kunnen.’ Simone Dobbelaar, hoofd CIO-office IND: ‘Op dit moment zijn we bezig met de implementatie van het digitale systeem INDiGO. Dit systeem ondersteunt het hele werkproces van de IND, inclusief de uitvoering van relevante wet- en regelgeving. Bij deze overstap van een analoge naar een digitale werkomgeving moeten alle werkafspraken tussen mensen en afdelingen worden herijkt: de verwerking van post en archief, het afhandelen en overdragen van zaken, maar ook de implementatie van nieuw beleid en wijzigingen van wet- en regelgeving en processen. Met INDiGO zal het IT-bewustzijn en de IT-kennis van de gehele IND-organisatie, van medewerker tot hoofddirecteur, hoe dan ook veel groter worden.’
In de Etalage
Rijks ICT-dashboard Helder inzicht in ICT-projecten Op 18 mei jl. lanceerde het Rijk het Rijks ICT-dashboard. Daarmee is in één oogopslag te zien wat de grote en risicovolle ICT-projecten bij het Rijk zijn en hoe het daarmee staat. Projectleider Erald Kulk: ‘Het dashboard biedt overzichtelijke informatie, die je ook nog eens aan elkaar kunt koppelen.’ tekst: Ellen klein Breukink
Wat? Het Rijks ICT-dashboard is een website die de kosten en doorlooptijd van grote en hoogrisico ICT-projecten bij het Rijk inzichtelijk maakt met eenvoudige grafische figuren. Voor wie? Tweede Kamerleden en geïnteresseerde burgers. Hoe? Een project is in principe groen. Wijken de kosten en doorlooptijd in de loop van het project af, dan kleurt het project geel – bij 10 procent afwijking of meer – of rood, bij 40 procent afwijking of meer. Meer informatie? Erald Kulk, projectleider:
[email protected] www.rijksictdashboard.nl
De website dankt zijn naam aan de dashboardachtige manier waarop deze is vormgegeven: overzichtelijk en functioneel. De site is geïnspireerd op de tool die de regering Obama twee jaar geleden liet ontwikkelen om meer zicht te krijgen op grote ICT-uitgaven bij de Amerikaanse overheid. De lezer ziet welke projecten er bij de ministeries lopen, welke kosten ermee gemoeid zijn en of de projecten volgens planning verlopen. Daarnaast geeft de website inzicht in de resultaten van kwaliteitstoetsen en laat deze officiële wijzigingen in een ICT-project zien.
project rood. Zit een project daar tussenin, dan krijgt het een gele kleur. Hoe dat cijfer tot stand komt? ‘Door de procentuele afwijking vast te stellen van de actuele schatting en van de meerjarige kosten en doorlooptijd ten opzichte van de oorspronkelijke schatting’, vertelt Kulk. ‘Is deze groter dan 10 procent, dan krijgt een project de status geel. Bij een afwijking van meer dan 40 procent komt het project op rood te staan.’
Inzichtelijk Input voor het Rijks ICT-dashboard vormt de rapportage ICT-projecten die dit jaar voor het eerst verscheen Risicofactoren als onderdeel van de Jaarrapportage Alleen de grote en hoogrisicoprojecten Bedrijfsvoering. De rapportage ICTworden op het dashboard weergegeven, projecten verschijnt sinds drie jaar. ‘Met vertelt Erald Kulk. ‘Dan hebben we het deze jaarrapportage leggen wij als over projecten met een ICT-component Rijk verantwoording af aan de Tweede die groter is dan twintig miljoen euro. Kamer’, legt Kulk uit. ‘Naast het gebruiEn over kleinere projecten die risicovol kelijke verslag – inclusief spreadsheets zijn. Bijvoorbeeld omdat er een nauwe – verschijnt de informatie sinds kort dus relatie is met het regeerakkoord en de ook in de vorm van een handige, overwetgeving. De risicofactoren hebben zichtelijke website. Heel laagdrempelig we van tevoren interdepartementaal en bovendien ook toegankelijk voor vastgesteld en door middel van een iedere Nederlander. Meer dan voorheen vragenlijst aan ministeries voorgelegd.’ is nu inzichtelijk wat er precies speelt bij de ministeries en welke verschuiProject groen vingen er in planning of kosten bij de Ieder project heeft een totaalscore die projecten zijn. Dat komt ook omdat we is opgebouwd uit twee gelijke indicade informatie tussentijds bijwerken. Bijtoren: één voor de kosten en één voor voorbeeld bij een officiële herijking van de doorlooptijd. Is de totaalscore hoger de meerjarige projectkosten. Voorheen dan een 7, dan scoort een project groen. was er alleen de jaarrapportage en hadIs de score kleiner dan 3, dan kleurt het den we die mogelijkheid dus niet.’
BinnenbeRijk 5 | September 2011 9
Op weg naar een goedkopere en efficiëntere ICT-infrastructuur ‘Samen onze doelen halen’ tekst: Tessy van Rossum / fotografie: Josje Deekens
ICT-infrastructuur. Dat is waar Project 4 van het uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst over gaat. Het is een breed project, waaronder diverse deelprojecten hangen. Portefeuillehouder Albert Koeleman: ‘Het creëren van een goede, gemeenschappelijke ICT-infrastructuur is een bittere noodzaak.’
E
en van de eerste vragen die opkwam bij Albert Koeleman, voormalig pSG van Financiën en portefeuillehouder van project 4 namens de Interdepartementale Commissie Bedrijfsvoering Rijk (ICBR), was: waar gaat het nu eigenlijk over als we het hebben over ICT-infrastructuur? ‘En daar zijn we nog steeds niet uit’, vertelt Koeleman. ‘Het is echter wel belangrijk dit goed te definiëren. Want we moeten wel weten waar we het over hebben.’ Op stoom Hoewel de definitie van het begrip ICTinfrastructuur nog niet geheel duidelijk is, is het project inmiddels wel aardig op stoom. Project 4 van de Compacte Rijks-
‘Het gemeenschappelijke belang moet voorop staan’ 10 BinnenbeRijk 5 | September 2011
dienst bestaat uit vier deelprojecten. Een van de belangrijkste daarvan is de consolidatie van de datacenters van het Rijk (zie hiervoor ook het kader op pagina 11, red.). ‘Een onlosmakelijk onderdeel van de ICT-infrastructuur. En daarom gebeurt er bij dit project ook al behoorlijk veel’, aldus Koeleman. Ook het project dat meer eenheid moet brengen in de aanschaf en het hergebruik van software (zie hiervoor ook het kader op pagina 12, red.) is volgens Koeleman belangrijk voor de ICT-infrastructuur van de rijksoverheid. De andere twee deelprojecten – over ICT-beveiliging en het CIO-stelsel – zijn inmiddels ook opgestart. ‘Er worden projectplannen opgesteld en er wordt overlegd over de te nemen stappen.’ Noodzakelijk Een veelomvattend project dus. ‘Maar dat is ook logisch’, stelt Koeleman. ‘ICT is erg belangrijk voor het functioneren van de Rijksoverheid. Het is niet meer weg te denken
Edgar Heijmans (rechts): ‘We willen onze opdrachtgevers maximaal bedienen.’
Programma Consolidatie Datacenters ‘Een forse kluif’ Albert Koeleman (links): ‘ICT is belangrijk voor het functioneren van de Rijksoverheid.’
uit ons werken en ons contact met de burger. Maar ICT mag geen belemmering zijn bij bijvoorbeeld de toegenomen flexibiliteit in ons werk. Daarom is het creëren van een goede en gemeenschappelijk ICT-infrastructuur ook bittere noodzaak.’ Dat de uitvoering van het project de nodige haken en ogen heeft, is Koeleman duidelijk. ‘Het gemeenschappelijke belang moet voorop staan. Het uiteindelijke doel van dit project is te zorgen voor een goedkopere en efficiëntere ICT-infrastructuur. Dat is uiteraard iets wat iedereen zou moeten willen.’ Dit neemt volgens Koeleman niet weg dat organisaties het gevoel kunnen hebben dat ze op ICT-gebied zaken uit handen moeten geven. ‘Maar een gemeenschappelijke ICT-infrastructuur hoeft écht niet te betekenen dat je je aan een andere partij moet overleveren. Daar gaat het ook helemaal niet om. Het gaat erom dat we samen onze doelen halen.’
Edgar Heijmans is verantwoordelijk voor het Programma Consolidatie Datacenters (PCDC), onderdeel van Project 4 van de Compacte Rijksdienst. Een forse kluif, zo beaamt hij. Heijmans vertelt dat in 2009, voorafgaand aan het Programma Consolidatie Datacenters, een inventarisatie heeft plaatsgevonden van de datacenters bij het Rijk. ‘Hieruit kwam naar voren dat de Rijksoverheid rond de 64 datacenters heeft. Dat is erg veel. Daarom is besloten dit aantal terug te brengen tot vier à vijf.’ Het was overigens een bewuste keuze om het grote aantal datacenters niet tot één terug te brengen. ‘Deels vanwege risicospreiding. Mochten er zich bij het ene datacenter problemen voordoen, dan fungeren de andere datacenters als backup en uitwijkmogelijkheid. Daarnaast spelen ook technische aspecten een rol.’ Onderlinge verbinding Het is de bedoeling om de vier à vijf datacenters zo in te richten dat het niet uitmaakt waar je als gebruiker werkt. ‘We gaan de datacenters onderling met elkaar verbinden. Hierdoor kunnen we 24/7 dienstverlening bieden: any time, any place, any device.’ Mocht er een datacenter uitvallen, dan merkt in principe niemand er iets van. ‘Het is dus niet zo dat iemand bij EL&I rustig kan doorwerken, terwijl dat bij het RIVM niet zou kunnen.’ Daarnaast wordt per datacenter bekeken hoe de locatie wordt ingericht. ‘We willen onze opdrachtgevers maximaal bedienen én de samenwerking met marktpartijen verbreden. Doel is het beste van beide werelden te combineren. Daarom is het
belangrijk dat we niet van tevoren volledig vastleggen hoe de datacenters eruit komen te zien.’ Forse besparing Het terugbrengen van het aantal datacenters is overigens gemakkelijker gezegd dan gedaan. ‘We hebben het namelijk niet alleen over de Haagse vierkante kilometer, maar bijvoorbeeld ook over uitvoeringsorganisaties als Rijkswaterstaat en de DJI, het KNMI, Defensie en mogelijke “ZBO’s”’, aldus Heijmans. ‘Allemaal organisaties die hun eigen wensen en eisen hebben, bijvoorbeeld op het gebied van beveiliging. Dat vraagt nogal wat. Daarom streef ik naar een coalition of the willing. Er moet draagvlak, inzicht én vertrouwen zijn dat dit programma de deelnemende partijen zowel op de korte als lange termijn een forse besparing oplevert en qua dienstverlening ontzorgt.’ Eenvoudig Volgens Heijmans is het Programma Consolidatie Datacenters in essentie wel een eenvoudig project. ‘Ik ben ervan overtuigd dat het ook helemaal niet ingewikkeld hoeft te zijn. We moeten echter voorkomen dat het programma onnodig complex wordt. Daarom is het nu tijd voor actie. We moeten en kunnen nu écht meters gaan maken.’
BinnenbeRijk 5 | September 2011 11
Harry van Zon: ‘Bestuurlijke betrokkenheid van groot belang.’
Project Harmonisatie aanschaf en hergebruik software ‘Stip aan de horizon’ Het klinkt logisch: harmoniseer de aanschaf en het hergebruik van software. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het vraag namelijk nogal wat van de samenwerking binnen de rijksdienst. Harry van Zon, projectleider van het deelproject Harmonisatie aanschaf en hergebruik van software, stelt dat je allereerst moet definiëren waar het om gaat bij aanschaf en hergebruik van software. ‘Bijvoorbeeld: om welke software gaat het?’ Daarom is in eerste instantie nagedacht over de vraag of het wenselijk is om software te hergebruiken die de overheid zelf heeft geschreven. ‘Onze conclusie: onbegonnen werk. Software maken behoort ook niet tot de kerntaken van de overheid. Bij hergebruik van software gaat het dus alleen om software die op de markt is aangeschaft.’ Licentie Van Zon legt uit dat je software eigenlijk niet koopt. ‘Je verschaft jezelf alleen een gebruiksrecht. Dit wordt bepaald in een licentie. Het doel van elke licentie is het beperken van het gebruiksrecht.’ Bij het
12 BinnenbeRijk 5 | September 2011
mogelijk maken van hergebruik gaat het volgens Van Zon dan ook om het aanpassen van licentievoorwaarden. ‘En dát gebeurt op het moment van aanschaf, bij het afsluiten van de licenties. Wil je de licenties op elkaar afstemmen met het oog op hergebruik, dan is het dus essentieel dat we als Rijksoverheid de softwarelicenties in samenwerking gaan aanschaffen.’ Bundelen Het Rijk moet daarom op inkoopgebied meer interdepartementaal gaan samenwerken. Van Zon: ‘Gezamenlijke inkoop bespaart ook kosten. En we kunnen de kennis over software, licenties, leveranciers en technologie bundelen. Dat is ook nodig, want die expertise is schaars én essentieel.’ Hóe die samenwerking moet plaatsvinden, is volgens Van Zon een ander chapiter. ‘Het moet in elk geval worden toegesne-
den op het soort softwareproducten én op de specifieke marktsituatie.’ Langdurig Van Zon beseft dat zijn deelproject een langdurig proces is. ‘ICT-contracten hebben vaak een lange looptijd. Een harmonisatieslag kan dus niet in één big bang worden geregeld. Deze veranderingen geforceerd doorvoeren kost namelijk veel geld en het veroorzaakt ongelukken.’ Volgens Van Zon is bestuurlijke betrokkenheid van groot belang voor het slagen van het project. ‘We hebben een lijn uitgestippeld, een stip aan de horizon waar we met z’n allen naartoe willen. Bij langdurige samenwerking op zo’n ingewikkeld technisch en juridisch terrein is consistentie in beleid heel belangrijk. En dat lukt alleen met bestuurlijke betrokkenheid. Anders blijft het bij die stip aan de horizon.’
‘Harmonisatieslag is niet in één big bang te regelen’
Kerndepartementen gaan ICT sharen
‘ICT als drager voor rijksbrede ontwikkelingen’ tekst: Armand ten Voorde / fotografie: Josje Deekens
‘Eén ICT-aanbieder beleidskern en nauw verbonden uitvoeringsorganisaties.’ Dat is de officiële omschrijving van Project 7 van het uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst. Nicole Stolk (BZK) en Perry van der Weyden (IenM) vertellen waarom dit project een heuse kartrekker is van andere rijksbrede processen. En uniek in zijn schaal bovendien.
I
n Den Haag werken ongeveer 27.000 rijksambtenaren. Die bijna allemaal beschikken over een werkplek met ICTondersteuning. Bundeling van dat volume door één beherende ICT-dienstverlener kan een substantiële besparing opleveren. Maar naast kostenbesparing speelt ook de wens tot meer efficiëntie en kwaliteitsverbetering een rol in Project 7. De ambitie is het realiseren van één uniforme werkplek, met meer flexibiliteit, en verlaging van de ICT-kosten voor de werkplek van de Haagse beleidskernen. En dat alles onder de hoede van één Haagse ICT-dienstverlener. Werknaam: SSC ICT Den Haag.
Logische stap ‘In het kader van een kleinere en efficiëntere overheid is het een logische stap om ICT te
bundelen’, menen Nicole Stolk en Perry van der Weyden. Stolk is, naast hoofddirecteur Dienst Concernstaf en Bedrijfsvoering, ook Chief Information Officer (CIO) van het ministerie van BZK. Ook is ze namens BZK lid van de Interdepartementale Commissie Bedrijfsvoering Rijksdienst (ICBR). Leden van deze commissie zijn verantwoordelijk voor de verschillende projecten van het uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst; Stolk heeft dus vanuit deze functie Project 7 onder haar hoede. Van der Weyden is ook lid van de stuurgroep van dat project, vanuit zijn functie als directeur SSO ICT. Dat is een Shared Service Organisatie van het ministerie van IenM, dat ook de ICT verzorgt voor de ministeries van SZW en VWS. BZK heeft al eerder aangegeven te willen toetreden tot SSO ICT. Van der Weyden: ‘De opgedane erva-
ringen leren ons dat de kosten per werkplek aanmerkelijk dalen na toetreding tot SSO ICT. Tijdens het vorige kabinet is afgesproken om onze organisatie over te dragen aan BZK en SSO ICT rijksbreed te laten werken. Met Project 7 bouwen we dus voort op bestaande processen.’ Grote jongens Het is inderdaad een ontwikkeling die al enige tijd gaande is. SSO ICT van het ministerie van IenM is één van meerdere grote spelers. Het ministerie van Veiligheid en Justitie kent het Gemeenschappelijk Dienstencentrum ICT (GDI). Defensie heeft een bedrijfsgroep Informatievoorziening en -Technologie (IVENT) en het ministerie van EL&I beschikt met de Dienst ICT Uitvoering (DICTU) over de ICT-dienstverlener van het voormalige ministerie van LNV. Bijna al deze dienstverleners zijn voortgekomen uit meerdere kleine organisaties en/of leveren ook diensten aan verwante uitvoeringsorganisaties. Naast deze ‘grote jongens’ hebben alle departementen ook hun eigen ICT-dienstverleners. ‘Veel zaken zijn al op dezelfde manier neergezet’, zegt Van der Weyden, ‘maar het is nog niet op elkaar afgestemd. Met standaardisatie van de ICT-diensten maken we niet alleen kostenbesparing mogelijk, maar creëren we ook meer flexibiliteit.’
‘We doen het stap voor stap’ BinnenbeRijk 5 | September 2011 13
Nicole Stolk: ‘ICT is de kartrekker van andere rijksbrede processen.’
Bundeling Wat gaat er nu precies veranderen? Stolk: ‘We maken in de eerste plaats afspraken over standaardisatie: wat zijn de verschillende onderdelen die horen bij een uniforme werkplek? Denk aan besturingssystemen van een pc of laptop, kantoorautomatiseringssoftware of de mogelijkheid om in alle aangesloten gebouwen te kunnen inloggen. Daarnaast gaan we alle ICT-dienstverleners bundelen in één Shared Service Center ICT.’ Hoewel het streven uiteindelijk één grote organisatie is, betekent
Project 7 op een rijtje n
Opdracht: Realiseer één Haagse ICT-dienstverlener voor ICT-werkplekdiensten voor de beleidskernen en daaraan nauw verbonden uitvoerende onderdelen. Doe dit op basis van een geleidelijk proces van bundeling, waarbij voor elke toetreder een positieve businesscase ten grondslag ligt. Ministeries zullen (relevante onderdelen van) hun ICTorganisaties overdragen aan SSO ICT. n Resultaat: Eén Haagse ICT dienstverlener die een uniforme, maar flexibele werkplek realiseert, tegen een prijs per werkplek die marktconform is, blijkens een periodieke toetsing aan de marktprijs. n Planning: Overdracht SSO ICT van IenM naar BZK en omvorming tot baten-lastendienst per 1 januari 2012. Uitgangspunt voor toetredende departementen is niet meer dan één toetreder per half jaar. Geplande einddatum van het hele proces is december 2014.
14 BinnenbeRijk 5 | September 2011
dat niet automatisch ook één groot bedrijf. De exacte uitvoering van het project is nog niet bekend, maar vooralsnog wordt het palet aan aanbieders fors kleiner: de kleinere dienstverleners sluiten zich aan bij de grotere dienstverleners. Daarboven kan een soort holding zorgen voor de gemeenschappelijke belangen en afspraken over standaardisatie. ‘We doen het stap voor stap’, zegt Stolk. ‘Eerst werken we met enkele grote aanbieders. Daarna kunnen we samen bekijken of en wanneer er één grote dienstverlener komt. Maar dat is geen doel op zich. Komen tot een uniforme werkplek, gemeenschappelijke ICT-standaarden, gezamenlijke inkoop en daarmee kostenefficiëntie, dat zijn de echte doelen van dit project.’ Customer intimacy Direct één grote organisatie heeft ook nadelen, meent Van der Weyden. ‘Het aansluitritme zou te laag worden. We gaan nu uit van twee toetreders per jaar. Eind 2014 zijn dan de departementen BZK, VenJ, OCW, AZ, EL&I, Financiën, BuZa en mogelijk Defensie toegetreden. Daarnaast, en dat is nog belangrijker, vragen de toetredende departementen ook om customer intimacy. Een dienstverlener moet begrijpen wat de klant wil en daaraan kunnen voldoen met standaardproducten en diensten. Denk bijvoorbeeld aan het ministerie van VenJ. GDI, hun ICT-dienstverlener, begrijpt dat daar extra beveiliging nodig is. Het is dan ook logisch dat ministeries waar soortgelijke kwesties spelen, zoals BuZa
en AZ, zich daarbij aansluiten. Zo bekijken we per keer welke dienstverlener het meest geschikt is voor welk departement.’ Personele gevolgen Welke gevolgen heeft het sharen van ICT voor het personeel van de verschillende departementen? Stolk: ‘Bij het samenvoegen van organisaties win je als het goed is altijd in efficiëntie. Je kunt meer doen met minder mensen. We zullen om te beginnen vooral op inhuur reduceren. We hebben ook nog even de tijd, en vacatures vullen we op met tijdelijke contracten.’ ‘Iedere verandering brengt in eerste instantie twijfel mee,’ vult Van der Weyden aan. ‘Maar uit medewerkertevredenheidsonderzoeken blijkt dat de mensen die overgaan naar ons SSO ICT snel hun plek vinden. ICT’ers zijn vakmensen, spreken dezelfde taal en vinden elkaar dan ook snel. Van de 150 mensen die we onlangs hebben overgenomen, zijn er uiteindelijk drie vertrokken. En dat was niet eens omdat ze het niet meer leuk vonden. De ICT-markt trekt namelijk aan, er zijn genoeg alternatieven. Dat ze bij ons blijven werken, zegt dan toch wel wat.’ Unieke uitdaging Dat ICT-medewerkers graag blijven, heeft volgens Van der Weyden nog een andere oorzaak. ‘We werken toch aan een unieke uitdaging. Een ICT-project op deze schaal is nog niet eerder in Nederland gerealiseerd.’ ‘De
medewerkers zijn ook trots’, vervolgt Stolk. ‘ICT is namelijk de kartrekker van andere rijksbrede processen. De bedrijfsvoering van de Rijksoverheid kan niet zonder ICT en dat beseft iedereen. Het is dan ook geen vraag van “of”, maar van “hoe” en “wanneer”. Het gaat om een intrinsieke behoefte waar alle departementen achter staan. Daarom hebben wij de overtuiging dat dit project gaat slagen.’
Samenhang met Project 4 Project 7 heeft diverse raakvlakken met Project 4 van het uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst. Project 4 moet zorgen voor een geüniformeerde rijksbrede ICTinfrastructuur waar alle ministeries gebruik van maken. De stuurgroepvoorzitters van projecten 4 en 7 overleggen over kwesties als de aankoop en hergebruik van hard- en software van generieke ICT, kaderstelling rond ICT-beveiliging en de consolidatie van datacenters. Lees meer over Project 4 op de pagina’s 10-12 van deze BinnenbeRijk.
Perry van der Weyden: ‘Een ICT-dienstverlener moet begrijpen wat de klant wil.’
BinnenbeRijk 5 | September 2011 15
Departementale herindeling en ICT
Focus op het gemeenschappelijke tekst: Lonneke Gillissen / illustratie: Balyon - Aad Wagner
De departementale herindeling is een enorme klus, zeker op het gebied van de ICT-infrastructuur. Het samenvoegen van de ministeries van EZ en LNV tot EL&I heeft dan ook de nodige consequenties. Bijvoorbeeld voor hun ICT.
A
l snel na de samenvoeging tot EL&I werd duidelijk dat EZ en LNV op veel terreinen voor uiteenlopende oplossingen hadden gekozen. Zowel op het gebied van systemen en sourcingsbeleid (wat doe je zelf en wat besteed je uit), als governance (aansturing en mate van centralisatie). De vele afhankelijkheden tussen de verschillende systemen vroegen dan ook om een doordachte aanpak. Dit leidde tot het opstellen van een programmaplan, waarin de volgorde van de integratie is bepaald. Aan directeur Bedrijfsvoering Adrie Kerkvliet en directeur Financieel Economische Zaken Ronald Barendse de opdracht de samenvoegingskar voor het financiële systeem te trekken: de integratie van een SAP-departement (EZ) én een Oracle-departement (LNV). Geen sinecure. Kerkvliet: ‘De vraag was eigenlijk heel simpel: hoe ga je twee totaal verschillende systemen integreren tot één soepel lopend geheel? Al snel werd geroepen: “Neem the best of both worlds”. Wij kozen liever voor functionaliteit, kosten en aansluiting op rijksbrede ontwikkelingen: wie heeft wat in huis, welke investeringen zijn gedaan? Als één systeem, in dit geval Oracle, dan net twee jaar geleden is uitgerold, is dat een voordeel. Het is moderner en flexibeler.’
De vruchten plukken Barendse is verantwoordelijk voor de hoofdadministratie van EL&I, waaronder agentschappen hangen als Agentschap NL en de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA). ‘Aangezien zij deel uitmaken van onze administratieve processen, vroegen we aan hen welk systeem hun voorkeur had. Degenen die 16 BinnenbeRijk 5 | September 2011
Oracle al hadden ingevoerd, wilden daarbij blijven. Voor andere agentschappen biedt het juist een kans om hun administratie met Oracle te vernieuwen.’ Kerkvliet vult aan: ‘Vijf jaar geleden heeft LNV een Shared Service Organisatie opgericht voor hun ICT, DICTU (Dienst ICT Uitvoering), waarvan we nu de vruchten plukken. Door alle ICT van het nieuwe ministerie hier onder te brengen, houden we de uitvoering van de uniformering, integratie en deels de overheveling naar de rijksbrede Shared Service Organisatie in één hand. Onze CIO is verantwoordelijk voor de regie.’ Proof of the pudding Het Bedrijfsvoeringsoverleg, waarin alle dienstonderdelen van EL&I zijn vertegenwoordigd, ging akkoord met de keuze voor Oracle Finance. ‘Deze keuze betekent overigens niet per definitie dat we alle EL&Iprocessen gaan omzetten naar Oracle’, vertelt Barendse. ‘De agentschappen bepalen dat zelf. Zo zal de nVWA in de primaire processen – zoals het schrijven van processen verbaal – haar eigen systeem blijven hanteren, terwijl ze voor hun finance Oracle gebruiken.’ Adrie Kerkvliet houdt de architectuur en de relatie met andere systemen in de gaten. ‘Inmiddels zijn de voorbereidingen in volle gang. Zo
gaan we op het kerndepartement werken met één werkplek, één documentmanagementsysteem en één intranet. Bij elk traject kijken we goed naar de rijksbrede ontwikkelingen, zodat we niet twee keer hoeven te migreren. Wel moeten we een aantal keuzes maken om dat wat we beogen daadwerkelijk te integreren.’ Barendse geeft een voorbeeld: ‘De EL&Isecretaresses werken inmiddels vlekkeloos samen, maar hebben wel twee pc’s op hun bureau staan: met een workflow van het ene en een workflow van het andere ministerie. De integratie daarvan, de proof of the pudding, gaan we komend jaar realiseren.’ Menselijke maat De menselijke maat mag in het proces niet uit het oog worden verloren. ‘Bij het reorganiseren van werkprocessen hoort ook een verandering van cultuur, houding en gedrag’, stelt Barendse. ‘Wij proberen heel zakelijk een afweging te maken van wat het beste werkt. Maar we moeten ons ook realiseren wat dit met mensen doet. Als je bijvoorbeeld voor de derde keer moet verhuizen – zowel voor het financiële systeem, als de e-mail;
‘Bij elk traject kijken we goed naar de rijksbrede ontwikkelingen, zodat we niet twee keer hoeven te migreren’ alles eigenlijk – is dat heel vervelend. Verder hebben we hier ook echte SAP-adepten. Maar hoe weeg je het aspect dat iemand daar ziel en zaligheid in heeft geïnvesteerd? Die mensen moet je veel aandacht geven. Gehoord worden is heel belangrijk en dat proberen we netjes te doen.’ Tempo Het migratieproces wordt gefaseerd uitgevoerd. En omdat een en ander niet veel mag kosten – hergebruik is het toverwoord BinnenbeRijk 5 | September 2011 17
‘Bij het reorganiseren van werkprocessen hoort ook een verandering van cultuur, houding en gedrag’ – houdt Barendse toezicht op de financiële kant. Voor alle te integreren systemen worden businesscases en planningen opgesteld. ‘Dit moet op 1 november klaar zijn’, vertelt Berendse. ‘We liggen keurig op schema.’ Daarnaast heeft de directie Bedrijfsvoering een uitgebreide integratieagenda klaarliggen. Kerkvliet: ‘Per onderwerp en systeem is aangegeven wanneer wat door wie wordt opgeleverd, mede om de verwachtingen van de medewerkers te managen. Zo moet de werkplek en het gebruik van één documentmanagementsysteem in mei volgend jaar gereed zijn.’ Afhankelijk van hoeveel de
organisatie kan dragen en van de onderlinge afhankelijkheid, wordt het tempo van de overige integratieprojecten bepaald. Barendse besluit: ‘Als we de ICT transparant en met een goede agenda doorzetten, zullen we zeker nog tegen problemen aan lopen. Maar met deze aanpak heb ik er alle vertrouwen in dat het goed komt.’ Kerkvliet knikt instemmend.
Vraag en aanbod
Liesbeth Edelbroek, Kwartiermaker Tactische Besturing Generieke ICT (TBGI) en Jan Flippo, programmamanager I-aanbod Rijk, zijn eindverantwoordelijk voor de rijksbrede informatievoorziening en ICT. Zij vertellen hoe vraag en aanbod zich verhouden. I-vraag Liesbeth Edelbroek: ‘Als TBGI brengen we de ICT-wensen van de departementen bij elkaar. Na besluitvorming in het Tactisch Vraag Overleg met de departementen mondt dit uit in het realiseren van nieuwe, gezamenlijke ICT. In het kader van het programma Digitale Werkplek Rijk (DWR) is geïnvesteerd in een aantal generieke ICT-toepassingen, zoals Rijksportaal en de Samenwerkfunctionaliteit. Dit programma is eind 2010 beëindigd. De DWR-producten worden nu beheerd door DWR/SSO-ICT. TBGI is opgericht om de doorontwikkeling van deze producten – in samenspraak met de departementen – te organiseren en te coördineren. We zorgen daarnaast voor een gebundelde vraag en vervullen de rol van opdrachtgever in de ontwikkeling en implementatie van deze vraag. Daartoe zitten we met vertegenwoordigers van departementen aan tafel en toetsen we of we gezamenlijk een bepaalde toepassing willen. Vervolgens heeft TBGI contact met de dienstverlener. Is het technisch mogelijk? Wat gaat dit
18 BinnenbeRijk 5 | September 2011
kosten? Hoe lang duurt dit? Daarna volgt een opdracht tot realisatie. Als opdrachtgever namens de departementen toetst TBGI ook of wordt opgeleverd wat wordt gevraagd. Omdat we pas sinds 1 januari bestaan, moeten we wel nog veel zaken uitwerken. De DWR-dienstverlening staat echter al, dus we moeten ook meteen aan de slag. We zijn onze plek daarin aan het vinden.’ I-aanbod Jan Flippo: ‘Specifieke departementsinitiatieven die aanslaan, worden gemeenschappelijk ingezet, zodat ze andere departementen ook voordeel opleveren. Vervolgens maken wij waar mogelijk de slag naar een generiek aanbod. Dat scheelt geld, omdat niet ieder departement voor zichzelf het wiel hoeft uit te vinden. Neem DWR, dat naar steeds meer departementen en overige rijksonderdelen standaard wordt uitgerold. Iedereen krijgt dezelfde werkplek en later hetzelfde e-mailadres. Als we dan aan de achterkant de data samen opslaan in plaats
van apart, zijn de schaalvoordelen al snel groot. Als we zoiets door één aanbieder laten uitvoeren, beoordelen wij of dat voldoende is en of het sneller kan met een tweede aanbieder. En moet dat dan een rijksaanbieder zijn of een marktpartij? Kortom, wij proberen de aanbodorganisatie te ordenen en richten tevens het strategische leveranciersmanagement richting de markt beter in. Hierachter zit onder meer Project 4 van het programma Compacte Rijksdienst, met als doel een generieke ICT-basisinfrastructuur te creëren. Daarin wordt bijvoorbeeld toegewerkt naar een beperkt aantal datacenters voor de gehele overheid. De eerste stap is een gemeenschappelijk datacenter voor de kerndepartementen – goedkoper dan elf afzonderlijke. De kunst bij dit alles is uit te stralen dat het niet per se het beste is voor een departement om zijn eigen ding te blijven doen.’ Meer informatie over Project 4 van de Compacte Rijksdienst? Lees dan het artikel op pagina 10-12.
De stelling
Vijf stellingen over werk en ICT 1.
ICT maakt een kleine en slimme overheid mogelijk. ICT kan zorgen voor efficiëntere informatiestromen in elke organisatie. En dus ook bij de overheid. ICT moet echter wel worden beheerd en dat leidt vaak tot meer werk. Als ICT goed wordt toegepast, in combinatie met de juiste organisatieaanpassingen, zal de overheid uiteindelijk kleiner worden. Een organisatie wordt echter pas slimmer als mensen ook slimmer gaan werken. De eerste betekenis die de Van Dale toekent aan ‘slim’ is: ‘bedenkelijk, scheef, verkeerd’. Pas in tweede instantie staat er: ‘vlug in het bedenken van uitwegen en hulpmiddelen’. Dat laatste is wel wat ICT zou moeten faciliteren. ICT moet de mens – ofwel de burger en de overheid – van dienst zijn. Maar of dat de overheid kleiner maakt? Niet noodzakelijk.
2.
ICT: lust of last? ICT is niet meer weg te denken in het werk en thuis. Het is toch geweldig dat we online altijd en overal onze bankzaken kunnen regelen. Absoluut een lust dus, hoewel onze afgedankte spullen niet mogen leiden tot afvalbergen in Afrika. ICT moet uiteindelijk een lust zijn. Alleen is de weg ernaartoe vaak langer dan gedacht. En dat zien mensen als last. Zonder goede communicatie hierover is ieder ICT-plan gedoemd te mislukken. Werk daarom aan de lusten en wijs op de lasten. En denk als Buzz Lightyear: ‘To infinity… and beyond!’
3.
ICT bespaart geld. Ja, mits het met verstand wordt toegepast. Megaprojecten zijn vaak zo complex dat niemand na enige tijd weet of het daadwerkelijk wat oplevert, vooropgesteld dat niet voortijdig de stekker eruit gaat. Beter is het om ICT stapsgewijs in te passen, in samenhang met de veranderkracht van de organisatie.
BinnenbeRijk legt vijf stellingen voor. Aan Harry Minnema, hoofd van de Afdeling Beheerorganisatie Processen en Systemen bij Rijkswaterstaat. En aan Eppo van Nispen tot Sevenaer, directeur van de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB). De gedachte dat ICT hoe dan ook geld oplevert, is juist de makke van het denken over ICT. ICT maakt zaken gemakkelijker. En als het goed is, zou dit ergens iets moeten opleveren. Als het goed is…
4.
ICT zorgt voor een verbetering van de balans tussen werk en privé. Ik bepaal nu zelf wanneer en waar ik mijn werk doe. Het geeft me veel vrijheid, hoewel ik ervoor moet waken om niet te vaak mijn BlackBerry te pakken. De balans wordt niet bepaald door het niveau van de technologie, maar door de manier waarop we ermee omgaan. Wat mij betreft wel. Ik heb geen out of officereply meer. Ik kan de meeste zaken overal en altijd organiseren. Dit geeft mij zakelijk en privé de ultieme vrijheid. Ik kan op meerdere plekken tegelijk zijn en vergaderen via Skype, terwijl ik mijn jongste kind voorlees.
5.
ICT veroorzaakt uitholling van functies. Elke functie wordt beïnvloed door de toepassing van ICT. Dit betekent ook dat bepaalde taken worden geautomatiseerd. Veel functies hebben dan ook een beperkte houdbaarheid en zullen verdwijnen. Hiervoor in de plaats komen echter weer nieuwe functies. Natuurlijk , er zullen functies verdwijnen, maar daar komen weer andere nieuwe functies voor terug. Stilstaan is geen optie. De dag dat niemand meer wat te doen heeft – omdat ICT alles heeft overgenomen – is volgens mij nog ver weg. Ik heb bijvoorbeeld nog nooit een science fiction film gezien met alleen maar computers.
Harry Minnema (links) is hoofd van de afdeling Beheerorganisatie Processen en Systemen bij Rijkswaterstaat. Eppo van Nispen tot Sevenaer is directeur van het CPNB en fervent gebruiker van sociale media. BinnenbeRijk 5 | September 2011 19
Wijnand Lodder, directeur SSC-I DJI
‘De crisis dwingt ons tot herbezinning’ tekst: Joris van Meel / fotografie: DJI
Een positief ingesteld mens. Dat is een goede omschrijving van Wijnand Lodder, directeur van het Shared Service Center-I (SSC-I) van Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). ‘De economische crisis biedt de overheid én haar medewerkers de mogelijkheid om zich beter dan voorheen te profileren.’ Verslag van een gesprek over ICT, veranderende HRM-processen en de toekomst.
W
‘We moeten elkaars kennis en kwaliteiten benutten’
ijnand Lodder kent het klappen van de zweep. Jarenlang was hij directeur van een aantal penitentiaire clusters. En sinds anderhalf jaar is hij directeur van het SSC-I, dat in 2008 werd opgericht. Lodder vertelt dat elke DJI-afdeling vroeger z’n eigen systeembeheerder had. ‘Hun conclusie dat er meer moest worden samengewerkt, heeft uiteindelijk geleid tot het ontstaan van het SSC-I.’ Het SSC-I heeft als taak de software en hardware van heel DJI te beheren. ‘We zijn verantwoordelijk voor het goed functioneren van de ICT binnen álle DJI-locaties.’ SSC-I dient volgens Lodder echter ook een publiek belang. ‘Weliswaar indirect en randvoorwaardelijk, maar toch. Onze medewerkers zien technologie niet los van de mens die het moet gebruiken. Deze noodzakelijke verbinding komt hier gemakkelijker tot stand dan bij commerciële bedrijven, waar geld verdienen het belangrijkste doel is.’
Kans Volgens Lodder is het zaak om binnen de overheid constant te blijven nadenken over hoe de samenleving nog beter en efficiënter kan worden gediend. ‘De crisis biedt ons een kans: ze leidt tot een noodzakelijke bezinning. Hoe gaan we te werk en is dit wel de beste manier?’ De huidige taakstellingen, de
20 BinnenbeRijk 5 | September 2011
Wijnand Lodder: ‘Experimenteren op ICT- en HRM-gebied is nodig.’
hierbij behorende krimp en de veranderde opvattingen over sturing en verantwoording hebben er dan ook voor gezorgd dat Lodder binnen SSC-I een ‘stevige organisch-dynamische reorganisatie’ heeft ingezet. ‘Niet vanuit een blauwdruk. Maar met ruimte voor voortschrijdend inzicht. We hebben een stip aan de horizon waarover we met elkaar – directie en OR – in gesprek gaan. We luisteren naar de medewerkers en verweven hun opmerkingen in het beleid. Hoewel het in het begin even wennen was, weten we nu dat we elkaar kunnen vertrouwen.’ Op dit moment wordt er hard gewerkt aan het zogenaamde Organisatie- & Formatierapport. Tegelijkertijd zijn wel al enkele servicelocaties gesloten. ‘Dat is
best bijzonder’, stelt Lodder. De reorganisatie moet uiteindelijk leiden tot een organisatie die lean & mean is, waarin vanuit inhoud op competenties wordt gestuurd en waarin op een eenduidige en kwalitatief hoogwaardige manier wordt gewerkt. Het omgaan met beperkte middelen roept volgens Lodder ook creativiteit op. ‘En die creativiteit heb je nodig om innovatie tot stand te brengen. Een mooie wisselwerking.’ Experimenteren Technologie kan volgens Lodder een belangrijke bijdrage leveren aan het stroomlijnen van communicatie. Tussen de overheid en haar partners, maar ook tussen medewerkers onderling. ‘In onze Proeftuin plaats- en tijdonafhankelijk werken onderzoeken we hoe we flexibilisering kunnen stimuleren. Als de functie het toelaat, moeten onze medewerkers op andere plekken kunnen werken. Online vergaderen scheelt bijvoorbeeld enorm in reistijd. Dit komt de productiviteit ten goede en is minder belastend voor het milieu.’ Een nieuwe, flexibele manier van werken betekent ook een paradigmawisseling. ‘We moeten opnieuw kijken naar ons arbeidsconcept en – indien nodig – weerstanden overwinnen. HRM kan hierbij helpen, door objectief te maken wat we moeten weten en door taken en functies te analyseren.’ Lodder is van mening dat het ook nodig is om op ICT- en HRM-gebied te experimenteren. ‘In onze kennisintensieve organisatie is het belangrijk om elkaar te ontmoeten en kennis te delen. Dit kan fysiek, maar ook virtueel. We moeten onze medewerkers bovendien kunnen aanspreken op hun bijdrage aan de kennis van de organisatie als geheel. Hoe laat je collega’s jouw kennis benutten en wat heeft de organisatie daaraan? Vroeger gebeurde dit vaak tijdens de teamvergadering, maar in de toekomst zullen medewerkers elkaar – zonder interventie van de leidinggevende – opzoeken.’ Ontwikkelprogramma De grote uitdaging voor Lodder is om de binnen DJI aanwezige kennis te borgen en te ontsluiten. ‘Dit vraagt om een andere houding, gedrag en aansturing van onze medewerkers. De techniek is het probleem niet: alles is mogelijk. De uitdaging zit hem in de mens. Onze managers hebben hierin een belangrijke taak: zij moeten enerzijds leren
‘De managers zijn de veranderaars die hun medewerkers mee op pad moeten nemen’ vertrouwen en anderzijds leren controleren op resultaat en niet per se op aanwezigheid. De managers zijn de veranderaars die hun medewerkers mee op pad moeten nemen.’ Om hen te helpen, heeft het SSC-I een stevig ontwikkelprogramma opgetuigd, waarin niet alleen aandacht is voor de harde ICT-kant, maar ook voor de zachte HRM-kant. Hoe ga je bijvoorbeeld het gesprek aan met je medewerkers? ‘Onze managers leren prestaties helder te maken en hier vragen over te stellen’, vertelt Lodder. Moed Lodder is overigens niet alleen bezig met zijn eigen organisatie; hij houdt ook het grote geheel in de gaten. ‘Natuurlijk, het SSC-I bestaat allereerst voor DJI. Maar we moeten ook openstaan voor de rest van de rijksdienst. We moeten elkaars kennis en kwaliteiten benutten; van elkaar leren en elkaar helpen. Zo hebben wij veel verstand van het veilig inrichten van een werkplek. Waarom zouden we daar andere partijen binnen het Rijk dan niet bij helpen? Het kost minder geld dan het inhuren van externen en zorgt ook voor een krachtigere overheid: we delen onze kennis en worden er samen beter van.’ Dit is hét moment, denkt Lodder. Het moment waarop organisatie én medewerkers op hun eigen functioneren moeten reflecteren. Het moment waarop de mogelijkheden van ICT en de veranderende HRM-processen bij elkaar komen. Het moment dus om nieuwe wegen in te slaan. ‘En daar is moed voor nodig. Ik ben er echter van overtuigd dat onze medewerkers de moed, de wil én de kennis hebben om mee te veranderen. Zij snappen dat verandering bij deze wereld hoort.’
BinnenbeRijk 5 | September 2011 21
Volgens IT-expert Peter Hinssen komen de grote veranderingen nu pas
‘De digitale revolutie, deel twee’ Tekst: Jitse Talsma / Fotografie: A-Cross
22 BinnenbeRijk 5 | September 2011
Mobieltjes, draadloos internet en laptops. Het is overduidelijk dat de wereld verandert in het tempo dat de informatietechnologie (IT) aangeeft. Met die techniek verandert ook ons gedrag, onze manier van samenwerken, de verhouding tussen burger en overheid. Wat zal en moet de toekomst brengen? BinnenbeRijk sprak hierover met Peter Hinssen, voorloper op het gebied van IT en strategie. tekst: Jitse Talsma / fotografie: A-cross
D
ocent aan verschillende business schools. Adviseur IT-strategie van de Belgische regering. En auteur van het boek ‘Digitaal is het nieuwe normaal’. Peter Hinssen heeft een duidelijk beeld van de toekomst van IT en business. Zijn belangrijkste stelling: nu we eenmaal gewend zijn aan allerlei nieuwe technologische middelen begint de digitale revolutie pas echt. Hinssen: ‘We komen in het diepe deel van het zwembad. Dus moeten we nu wel zwemmen.’
‘Digitaal is het nieuwe normaal’, wat wilt u hiermee zeggen? ‘Tot voor kort was de digitale techniek nieuw en speciaal. Analoge techniek was de norm. Tegenwoordig is het precies andersom. Digitaal is normaal geworden, juist het analoge krijgt een exclusief karakter. Het is voor ons evident dat we snel kunnen communiceren, direct geld kunnen overmaken en met één druk op de knop dingen online kunnen
bestellen. We hebben altijd toegang tot internet, altijd verbinding, altijd informatie voorhanden. Daarover doen we niet hyper meer. Digitaal is normaal.’ Welke gevolgen heeft dit? ‘Ons gedrag en onze verwachtingspatronen veranderen. Waar voorheen de nadruk lag op de techniek zelf, wordt menselijk gedrag meer en meer een issue. Zo is er sprake van een digitale nultolerantie. In onze ogen moet digitale techniek altijd werken, altijd toegankelijk zijn. Wie online een vakantie boekt, en tijdens dat proces te maken krijgt met een minieme hapering, is direct geïrriteerd. Die nultolerantie is de norm geworden.’ Wat betekent deze nultolerantie voor organisaties? ‘Het bedrijfsleven moet voldoen aan de hoge verwachtingen van consumenten. Bedrijven moeten altijd toegankelijk zijn, continu beschikbaar zijn, direct reageren. De overheid moet aan de burger dezelfde belofte inlossen. Alleen: waar de burger bij het bedrijfsleven kan overstappen naar een andere leverancier, is er voor de overheid geen alternatief. Dat maakt de ergernis als iets niet direct lukt er niet minder om. Burgers stellen duidelijk dezelfde digitale normen aan het bedrijfsleven als aan de overheid.’ Dus nu moeten alle digitale applicaties perfect zijn? ‘Niet noodzakelijk. Er is nog een tweede ontwikkeling. Mensen vinden “goed genoeg” letterlijk goed genoeg. Vroeger bouwden we in de IT enkel Rolls Royces, applicaties die perfect waren. En juist daarom soms grove mankementen vertoonden. Zulke perfecte oplossingen vragen mensen niet. Kijk naar Skype. De geluidskwaliteit is een stuk minder dan die van de telefoon, maar mensen vinden het prima.’ Maar voor de overheid kan ‘goed genoeg’ toch niet de norm zijn? ‘De overheid moet zeker voldoen aan een hogere standaard. Een belastingaangifte moet
‘Innovatie kan niet zonder samenwerking’
correct zijn. Maar de communicatie tussen burger en overheid zou prima via Skype kunnen verlopen. Waarom zou je daarvoor zelf een fantastische, perfecte technologie bouwen? Burgers verwachten alleen dat er iemand direct opneemt aan de andere kant van de lijn.’ Welke rol moet IT binnen de organisatie van het Rijk krijgen? ‘Voorheen loste IT de problemen op die de business formuleerde. Die butlermentaliteit moeten IT-afdelingen afleren. In plaats daarvan moeten ze voorop lopen, kansen en mogelijkheden verkennen en de business laten zien waar je met de techniek kunt komen. Voor de overheid geldt in principe diezelfde basisfilosofie. De IT moet innovatiever worden, zorgen dat ze snelle, gebruiksvriendelijke, effectieve mogelijkheden schept en met de “business” meedenkt.’ Loopt IT dan niet het risico te ver voor de business uit te lopen? ‘Effectief innoveren kan niet zonder samenwerking. Er is feitelijk een nieuwe generatie technologen nodig, mensen die kennis hebben van techniek én business. Neem Proctor & Gamble. Die organisatie is zelf een nieuwe generatie technologen gaan opleiden; mensen die de brugfunctie tussen business en IT kunnen vervullen. Dankzij de skills en competenties van deze nieuwe generatie verslaan ze de concurrentie keer op keer.’ Hoe ziet de toekomst van mens en IT er al met al uit? ‘Ik zie deze digitale revolutie als het overzwemmen van een zwembad. We staan nu in het midden, het wordt dieper en we merken dat we niet meer bij de bodem kunnen. Er is geen alternatief meer, en dat maakt het echt interessant. Hoe gaan we om met die nieuwe verwachtingspatronen? De banken zijn een mooi voorbeeld. Zij schakelden aan het begin van de internethype massaal over op internetbankieren: eenvoudiger én goedkoper. Nu de prijsverschillen kleiner worden en klanten veel sneller switchen van bank, zullen banken zich dus moeten onderscheiden met hun gedrag. Net zoals elke andere organisatie, net zoals de overheid.’
BinnenbeRijk 5 | September 2011 23
Drie vragen aan…
Saskia Knopper tekst: Jitse Talsma / fotografie: Erik Kottier
Het Rijk telt tientallen organisaties in den lande. Wat doen ze en wat is hun relatie met Den Haag? Drie vragen aan Saskia Knopper van het Waterdistrict IJsselmeergebied van Rijkswaterstaat.
dringt het echt door tot ons operationele niveau. Mensen in mijn team nemen meer dan ooit hun verantwoordelijkheid. Bediende een sluiswachter vroeger alleen zijn sluis, nu bedient hij ook de passerende schippers met zicht op de hele reisroute. Dit past bij de rol die het Rijk voor Rijkswaterstaat in gedachten heeft.’
Wat is in uw dagelijkse werk uw relatie met Den Haag? ‘Als teamleider stuur ik dagelijks mensen aan Wat zou u willen meegeven aan de plannenmakers, in de operationele praktijk. Op het water, zowel binnen uw eigen organisatie als naar de sluizen, de spuien en handhavend op de vaarweg. Zo zorgen we ervoor dat schippers Den Haag? ‘Rijkswaterstaat zou ons nog meer moveilig kunnen doorvaren, dat het peil van gen informeren over de actuele politieke het IJsselmeer in orde is en dat de waterontwikkelingen in ons werk, over what’s hot kwaliteit wordt gegarandeerd. Als organien what’s not. Dan kan ik mijn team daarin satie varen we uiteraard de koers die het meenemen en zien we direct de impact. Aan Rijk uitzet. Maar in mijn functie en met mijn Den Haag wil ik meegeven dat Rijkswateam sta ik vrij ver van Den Haag af. Daar terstaat echt verbetert. We veranderen en zou ik graag verandering in willen zien. Geef ons maar speerpunten, dan gaan we ervoor!’ grijpen kansen. Werken bij Rijkswaterstaat is niet langer “stoffig”, maar uitdagend! Dat mag gezien worden.’ Verwacht u dat uw werkzaamheden en taken als gevolg van de kabinetsplannen gaan veranderen? ‘Ik merk al dat onze taken veranderen. Rijkswaterstaat is een nieuwe weg ingeslagen en werkt klantgerichter, efficiënter en effectiever. Het Ondernemingsplan 2015 is hierin belangrijk. Vaak blijven beleidsplannen bij de beleidsmakers liggen, maar inmiddels 24 BinnenbeRijk 5 | September 2011
Wat doet het Waterdistrict IJsselmeergebied van Rijkswaterstaat? Het Waterdistrict IJsselmeergebied beheert de infrastructuur van en zorgt voor droge voeten en voldoende, schoon water in het IJsselmeergebied. Dit gebeurt door handhaving van waterkwaliteit en beheersing en bewaking van het waterpeil van het IJsselmeer. Verder beheert de organisatie het verkeer op het water door te zorgen voor goede doorstroming en betrouwbare informatievoorziening. Ook komt ze in actie bij calamiteiten en incidentbestrijding. Het IJsselmeer is het grootste open water in Nederland en wordt druk bevaren. Veel medewerkers zijn daarom dagelijks actief op en om het water. Wat doet Saskia Knopper? Saskia Knopper is teamleider scheepvaartbegeleiding en bediening.