Onderzoek
Overheden investeren fors in parken, ports en valleys om biofarmaceutische bedrijven aan te trekken. Maar gaan bedrijven in zo’n Pharmacy Valley ook met elkaar samenwerken? Nauwelijks, zo blijkt uit onderzoek. Maar sommige bedrijven willen dat wel gaan doen. Als het maar leidt tot meer efficiency of lagere kosten. Door Feico Houweling
Ieder voor zich in de Pharmacy Valley Clustering bedrijven leidt niet tot meer samenwerken
B
edrijven in de farmacie en biotechnologie staan niet te trappelen om samen te werken op het gebied van opslag en logistiek. ‘Wij zien daarvoor in beperkte mate mogelijkheden’, zegt Rindert Warnink, supply chain manager bij Astellas Pharma Europe dat een distributiecentrum heeft in Meppel. Ook OPG Groothandel in Utrecht ziet samenwerking in de breedte niet als prioriteit. ‘Zo zit de markt niet in elkaar’, zegt logistiek directeur Willem Palthe van medische groothandel OPG in Utrecht. ‘Ik zie juist veel meer marktwerking ontstaan, met de bijbehorende toenemende
verharding van de concurrentie.’ OPG zoekt wel naar versteviging van samenwerking, maar doet dat vooral in de eigen keten. In het verleden heeft samenwerking met andere bedrijven voor Applied Biosystems in Nieuwerkerk aan den IJssel geen prioriteit gehad, maar dat gaat wellicht veranderen. Henk Achterberg, director European Supply Chain: ‘Ik denk zeker dat we in de toekomst steeds meer naar elkaar zullen kijken. Het kan dan gaan het delen van informatie, bijvoorbeeld op het gebied van best practices. Maar we willen graag ook de volgende stap maken en
zien hoe we volumes bij elkaar kunnen stoppen om de dichtheid verder te verhogen.’ Achterberg is voorzitter geweest van het Healthcare Logistics Forum, een platform van zo’n achttien bedrijven waarvan de logistieke managers enkele malen per jaar bijeenkomen en soms ook projecten met elkaar opzetten. Een van de oprichters van het forum is adviesbureau Buck Consultants International (BCI) in Nijmegen. ‘De healthcare-sector loopt qua samenwerking in de logistiek achter bij andere sectoren’, stelt Johan Beukema, senior consultant bij BCI, vast. Beukema: Dat komt volgens mij voort uit het feit
Belangstelling voor MedTec-Trilandis S U P P LY C H A I N M A G A Z I N E 1 / 2 2 009
60
Er is een goede kans dat er dit kwartaal een start kan worden gemaakt met MedTec-Trilandis. Een Amerikaans bedrijf heeft belangstelling getoond en zou een bezoek aan de locatie brengen, zo zegt Ernst Kah van initiatiefnemer Archicom. Hij heeft goede hoop dat MedTec-Trilandis uiteindelijk vol komt, maar door de inzakkende economie is risicokapitaal op dit moment moeilijk te verkrijgen. ‘Over de omvang van de eerste fase valt op dit moment dan ook nog niets te zeggen.’
Die bedrijven waarop het project gericht is, komen overwegend uit Amerika en Japan. ‘Als je kijkt naar de life cycle van deze industrie, dan zie je dat het meestal begint met een arts die gefrustreerd is, omdat een bepaald product niet beschikbaar is. Hij bedenkt iets en begint te produceren. Op de beurs Medica in Düsseldorf vorige maand waren vierduizend exposanten met dergelijke producten. Wanneer zulke bedrijfjes eenmaal gaan groeien, maken
ze veelal de overstap naar Europa en gaan daar samenwerken met lokale commerciële distributeurs. Groeien ze verder, dan gaan ze nadenken over het optimaliseren van hun distributie en supply chain.’ MedTec-Trilandis staat voor medische technologie op Trilandis. Dit is een grensoverschrijdend bedrijventerrein op grondgebied van Heerlen, Kerkrade en Aken. Op dit bedrijventerrein is al een aantal medische bedrijven gevestigd.
dat in deze sector altijd redelijk wat geld verdiend is, waardoor logistiek niet heel hoog op de agenda stond. De focus lag meer op de ontwikkeling van nieuwe producten en de verkoop daarvan. Het aandeel logistieke kosten is als percentage van de totale kosten relatief klein.’
Shared services
Breda (o.a.): Amgen Barneaux Healthcare Healthypharm Leo Pharma Medi Nederland Novartis Consumer Health Nycomed Nederland Opticare Rasenberg Servicebureau Serren Cosmetics Sofa UCB Pharma
Zuid-Limburg (o.a.): Alcapharm Basic Pharma Technologies Boston Scientific Cresco Pharma Denmar Diamant Natuur DocMorris DSM Esha Laboratories Ingroma MedTronic Mosadex MUbio products Sea Horse IPC Swentibold
bepaalde prothese nodig heeft, dan moet die beschikbaar zijn. Wij zijn echter van mening dat een public warehouse dat net zo goed kan.’ Overal in Europa zoeken farmaceutische bedrijven elkaar op. Dat gebeurt bijvoorbeeld in Cambridge, Hertfordshire, Milaan en Parijs. Het aantal biofarmaceutische bedrijven dat zich binnen die dertig grootste Europese clusters bevond, is tussen 1999 en 2005 meer dan verdubbeld
1 / 2 2 009
van het concept vanwege de grote hoeveelheid medische bedrijven die zich nu al op of in de buurt van Trilandis hebben gevestigd. ‘Een aantal van deze bedrijven wil uit strategische overwegingen de opslag en distributie in eigen beheer houden’, zegt Ernst Kah, adjunct-directeur bij Archicom en belast met het project. ‘Een reden is dat ziekenhuizen in het algemeen van deze producten geen voorraad houden. Als een arts bij een operatie in
S U P P LY C H A I N M A G A Z I N E
Regio’s als Zuid-Limburg en West-Brabant proberen zoveel mogelijk biotechnologische en farmaceutische bedrijven binnen hun grenzen te halen. In Heerlen wordt bijvoorbeeld het project MedTec-Trilandis ontwikkeld. Het plan is om daar een groot distributiecentrum (65.000 vierkante meter) te bouwen voor zes tot tien bedrijven. Er komen faciliteiten voor zaken als opslag, orderpicking, assemblage en customizing. Bedrijven kunnen ervoor kiezen om opslag en distributie zelf te doen ofwel uit te besteden aan derden. Ook zijn diverse ‘shared services’ mogelijk, zoals beveiliging, ICT en HRM. Bedenker en initiatiefnemer van MedTec-Trilandis is adviesbureau Archicom uit Eindhoven. Het nieuwe centrum zal zich vooral richten op producenten van protheses voor bijvoorbeeld heupen en knieën en daaraan gerelateerde producten. Archicom is op het idee gekomen
Farmaceutische bedrijven in Zuid-Nederland
61
‘De healthcare-sector loopt qua samenwerking in de logistiek achter bij andere sectoren’
Willem Palthe, logistiek directeur van medische groothandel OPG. Rindert Warnink, supply chain manager bij Astellas Pharma Europe.
tot 568. Dat cijfer is afkomstig uit de dissertatie van Sandra Phlippen van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zij promoveerde in december 2008 op een onderzoek naar innovatieve netwerken in de farmaceutische industrie. Daarbij keek zij zowel naar de upstream-kant, waar onder meer onderzoek en ontwikkeling onder vallen, als naar de downstream-kant, de keten van producent naar eindgebruiker. Verrassende conclusie van Phlippen: zowel in de supply chain als bij onderzoek en ontwikkeling ontstaan strategische samenwerkingen juist vaker over langere dan over korte afstanden. Phlippen vermoedt dat fysieke nabijheid niet belangrijk is voor strategische samenwerking tussen bedrijven. Desondanks kruipen ze bij elkaar. Van de Europese biofarmaceutische organisaties die op een of andere manier samenwerken, is 72 procent gevestigd in de dertig grootste regionale clusters.
Eigenlijk komen biofarmaceutische bedrijven er niet onderuit om samen te werken als ze nieuwe producten willen ontwikkelen. ‘Een bedrijf op zich is tegenwoordig feitelijk niet meer in staat om het hele proces van kennisontwikkeling in huis te hebben’, zegt Phlippen. ‘Daarnaast zijn er de enorm hoge kosten. De eerste medicijnen die meer dan een biljoen dollar gekost hebben, zijn al op de markt. Zulke kosten moet je delen. En in de derde plaats de tijd die gemoeid is met de ontwikkeling van medicijnen, vaak twaalf tot vijftien jaar.’ Als een bedrijf in de farmaceutische sector levensvatbaar wil zijn, moet het tenminste eenmaal per drie jaar een strategische samenwerking aangaan. Maar daarvoor hoef je niet in een geografisch cluster te gaan zitten. Phlippen: ‘Allianties die gericht zijn op het ontwikkelen van nieuwe geneesmiddelen, zoals samenwerking op het gebied van onderzoek en
Farma-clusters & samenwerkingsverbanden S U P P LY C H A I N M A G A Z I N E 1 / 2 2 009
62
Europa
juni 1999
juni 2002
juni 2005
Aantal bedrijven binnen farma-clusters in Europa Gemiddeld aantal bedrijven per cluster Totaal aantal samenwerkingsverbanden Gemiddeld aantal samenwerkingsverbanden per bedrijf
261 5,44 942 3,6
380 6,23 956 2,5
568 7,78 1679 3
Bedrijven in clusters werken minder samen. Het aantal biofarmaceutische clusters binnen Europa is tussen 1999 en 2005 meer dan verdubbeld en ook de gemiddelde grootte van de clusters is toegenomen, maar het aantal samenwerkingsverbanden per biofarmaceutisch bedrijf in deze clusters is afgenomen. Bron: ‘Come close and create’, dissertatie van Sandra Phlippen, Erasmus Universiteit Rotterdam, 2008.
ontwikkeling tussen universiteiten en biotechnologische bedrijven, zullen in het algemeen geen lokaal karakter hebben. Die spelen zich eerder af over grotere geografische afstanden.’ Seminars en congressen zijn dan vaak voldoende voor het onderhouden van de contacten en het uitwisselen van kennis. ‘Het vinden van een strategische partner lijkt de geografische locatie een stuk minder belangrijk dan dat je je bestaande netwerk gebruikt om een partner te vinden’, zegt Phlippen. ‘Als je bijvoorbeeld twee bedrijven hebt die elkaar niet kennen, dan is de kans dat ze gaan samenwerken veel groter als ze een gezamenlijke partner hebben.’ Intussen investeren veel overheden grote bedragen in speciale bedrijventerreinen om biofarmaceutische organisaties aan te trekken. De provincie Limburg en de Limburgse Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij LIOF proberen bijvoorbeeld bedrijven in de medische sector naar deze regio te trekken door het te profileren als Health Valley Limburg. MedTec-Trilandis ligt in dat gebied. Een voordeel in Zuid-Limburg is de aanwezigheid van de hubs van grote logistiek dienstverleners zoals die in Luik, Keulen en Brussel. Ernst Kah van Archicom: ‘Vanuit deze locatie kun je overnight heel Europa bereiken. Alle grote air hubs zitten om de hoek. UPS en FedEx in Keulen, TNT in Luik en DHL in Brussel. En het ligt in de zogenoemde ‘economic banana’, het gebied dat zich uitstrekt van Londen tot Milaan en waar 40 procent van de Europese populatie woont.’
Prestige Er zijn volgens Phlippen in Nederland vijf van zulke regio’s met concentraties van farmaceutische en biotechnologische bedrijven, namelijk de westelijke Randstad, Wageningen, Eindhoven, Utrecht en de driehoek Maastricht-Aken-Luik. ‘De westelijke Randstad is de grootste regio. Deze wordt gekenmerkt door een heel hoge diversificatie, een zeer hoog aandeel van bedrijven dat strategische allianties aangaat en een relatief hoog percentage starters.’
Een gemeente die zulke bedrijven binnenhaalt, wint aan prestige. Maar wat winnen de betrokken bedrijven ermee om zich in elkaars nabijheid te vestigen? Phlippen vermoedt dat factoren als de lokale arbeidsmarkt en informele kennisuitwisseling belangrijke redenen zijn voor het geografisch clusteren van bedrijven in de farma-industrie. Precies daar liggen voor Henk Achterberg van Applied Biosystems de vraagtekens. De supply chaindirecteur: ‘Stel dat die bedrijven niet met je willen samenwerken, wat moet je daar dan doen? Je gaat intussen wel allemaal op zoek naar hetzelfde personeel. Dus je moet wel iets concreets aangeboden krijgen wat het aantrekkelijk maakt om samen te werken.’ Geografische concentratie biedt in elk geval mogelijkheden voor samenwerking, bijvoorbeeld logistiek. Beukema (BCI): ‘Dat is een relatief onschuldig gebied om op samen te werken, terwijl je er wel direct voordelen van kunt hebben. De bedrijven zitten meestal al bij elkaar in de buurt en beginnen daar de voordelen van te ontdekken.’ Applied Biosystems is hierover in gesprek met collega-bedrijven. Achterberg: ‘We verschepen bijna allemaal naar dezelfde gebieden, bijvoorbeeld Italië. Dus daar kun je bundelen, door zelf een vrachtauto in te zetten die je samen vol kunt laden. Daarom zoeken we naar gelijksoortige bedrijven die dezelfde afleveringsstructuur hebben, een soort next day 48 uur-samenwerking.’ Maar hij zegt erbij dat eventuele partners niet noodzakelijkerwijs in de buurt van Rotterdam gevestigd hoeven te zijn.
Grootste regionale farma-clusters in EU
1 Londen
4 Amsterdam
Frankfurt 2
5
Parijs
München
regio’s met meeste farma-bedrijven
Amsterdam Leiden S U P P LY C H A I N M A G A Z I N E
Voorkomen cross-contaminatie
Utrecht Rotterdam
1 / 2 2 009
Veel healthcare-producten vragen speciale zorg, waarvoor de logistiek dienstverlener zich moet laten certificeren. ‘Bij medische producten is de aflevertijd kritisch. Dat moet binnen 48 uur, want anders is het droogijs weg en hebben we een zending die niet meer goed is’, zegt Achterberg. Die extra zorg kan een reden zijn om samen te werken, maar ook om dat juist niet te doen. ‘Medicijnen mogen niet zomaar opgeslagen worden in dezelfde ruimte met andere producten in verband
3
Eindhoven
63 Maastricht
Aken Luik
MedTec-Trilandis ligt in Health Valley Limburg, in de aanwezigheid van hubs van grote integrators zoals die in Luik, Keulen en Brussel
Foto: Ineke Key
Sandra Phlippen promoveerde in december 2008 op een onderzoek naar innovatieve netwerken in de farmaceutische industrie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
met cross-contaminatie’, stelt Rindert Warnink van Astellas. Ernst Kah heeft in zijn plannen voor Medtec-Trilandis al rekening gehouden met meerdere gebruikers en het voorkomen van cross-contaminatie. Kah: ‘Sommige stoffen zijn helemaal niet toegestaan. We hebben bijvoorbeeld al de opslag van S U P P LY C H A I N M A G A Z I N E 1 / 2 2 009
64
gewasbestrijdingsmiddelen geweigerd. Maar binnen de farmacie zijn er ook producten die zich niet lenen voor gezamenlijke opslag. Heeft een huurder voldoende volume, dan kan hij meerdere modules huren om de goederen te scheiden. Ook binnen een module is een fysieke scheiding denkbaar, bijvoorbeeld in de vorm
van een wand of lekbad. Andere mogelijkheden zijn te vinden in fysieke scheiding via het warehouse-managementsysteem. Daarin kan ook geregeld worden dat bepaalde producten niet boven andere producten worden gestapeld. Er zijn meer oplossingen denkbaar, maar die verschillen van groep tot groep.’ En dan is er nog de vraag naar de noodzaak van samenwerking. Warnink geeft aan dat het volume binnen de farma meestal vrij groot is, wat een goede onderhandelingspositie geeft tegenover de afnemers. ‘Met andere woorden we hebben geen andere collega-bedrijven nodig.’ OPG concentreert zich op samenwerking binnen de keten. Willem Palthe: ‘Je ziet een ontwikkeling waarbij wij veel nauwer gaan samenwerken met onze klanten en onze leveranciers. Dat doen we onder meer door het vermijden van onnodige voorraden, het zorgen voor een goede communicatie over en weer en het soepel laten verlopen van de goederenstroom. Wij bundelen alles naar de klant toe.’ In de breedte ziet Palthe geen ontwikkelingen in de richting van meer samenwerking. De logistiek directeur vreest dat de zaken daardoor alleen maar complexer worden. Evenmin als de andere supply chain managers sluit hij samenwerking uit. Maar elkaar opzoeken heeft alleen zin als dat concrete voordelen biedt. ‘Als wij kunnen samenwerken met anderen en het heeft toegevoegde waarde in de zin van bedrijfsmatig of maatschappelijk voordeel, dan willen we dat best doen. Het moet dan wel leiden tot bijvoorbeeld meer efficiency of lagere kosten.’
Medisch cluster Breda in opkomst Rondom Breda ontwikkelt zich in snel tempo een nieuw medisch cluster. NoordBrabant komt in een onderzoek van Buck Consultants naar voren als de regio met de beste papieren voor vestiging van internationale farmaceutische bedrijven die op zoek zijn naar nieuwe distributielocaties. België kan een fractie goedkoper zijn, maar in Nederland pakt de kwaliteit beter uit.
Noord-Brabant kan volgens het onderzoek bogen op goede vestigingsfactoren en een gunstige prijs-kwaliteitverhouding. Dat komt onder meer door het arbeidsklimaat, de wetgeving en de douanevoorschriften. De locatiekosten zijn er verhoudingsgewijs hoger, maar de totale kosten voor de logistieke keten blijken desondanks lager uit te vallen. Ook de aanwezigheid van grote 3PL’s en multimodale transportvoorzienin-
gen spelen een rol. Volgens het adviesbureau zijn veel farmaceutische bedrijven op zoek naar vestigingslocaties op het Europese vasteland voor hun logistieke activiteiten. Het zou dan vooral gaan om Amerikaanse ondernemingen die zich in het verleden hebben gevestigd in het Verenigd Koninkrijk en Ierland, en die behoefte hebben aan nieuwe regionale distributiestructuren.