Identiteitsconferentie voor de scholen van de Willibrord Stichting op 10-2-2009 met als thema: Onderwijs en spiritualiteit __________________________________________________________________ A
KORT VERSLAG VAN DE CONFERENTIE
Op 10 februari vond in De Bilt de identiteitsconferentie Onderwijs en spiritualiteit plaats. De conferentie, georganiseerd door Ria Ypma, werd onder de belangstelling van schoolleiders, docenten en leerlingen geopend door Marja Blom. In haar inleiding zoekt zij naar wat spiritualiteit in het onderwijs kan betekenen. “Onderwijs is iets wat mensen diep raakt”, vindt zij. Je wordt in het onderwijs ontroerd door het onverwachte van leerlingen en daarin zit spiritualiteit. Zo vond zij ontroering tijdens de Gregoriusshow toen een vwo 6-leerling, onverwachts, tussen alle popmuziek en breakdance in, een prachtige aria ter gehore bracht. “In het onderwijs kun je dichtbij mensen komen.” En zo is het. Vervolgens gaf zij het woord door aan onderzoekster Lia van Aalsum. Zij hield een lezing getiteld Luisterend onderweg over de begripsbepaling van spiritualiteit. Na haar uitgebreide, interessante uiteenzetting, die integraal na lezen is, verzorgden leerlingen van het Bonifatius College een muzikaal intermezzo: een moment van bezinning met liederen uit Taizé. Zij kregen iedereen in de zaal zover van hun stoel op te staan en in kleermakerszit met hen mee te zingen met de gezangen die meerstemmig als een soort mantra werken; een onverwachte ervaring! Na de pauze kregen deze leerlingen zelf het woord in het forum onder leiding van Jurja Steenmeijer. Zij spraken over hun geloof en over hun ervaringen met spiritualiteit op school. Zij zien de rol van docent en met name die van mentor als heel waardevol in hun persoonlijke groei. ‘Belangrijk is dat je tevreden bent met jezelf’. Zij hechten ook veel waarde aan keuzevrijheid en vinden het belangrijk om niets opgelegd te krijgen op spiritueel gebied, want juist in deze periode ontstaan er allerlei vragen en is de behoefte groot om de eigen weg te bewandelen. Er mag dan ook ruimte voor twijfel zijn. Docenten en mentoren kunnen als gesprekspartners wel een gids zijn en laten zien welke wegen er zijn. Vanuit het publiek was er toen gelukkig ook de gelegenheid om vragen te stellen. Er werd volop verder gediscussieerd met de zaal en met Lia. Een belangrijke vraag die rees is op welke manier de school spiritualiteit kan vormgeven. Lia adviseert om allereerst het begrip spiritualiteit te verhelderen. Wat bedoel je? Wat wil je als school? En dan? Begin bij je zelf. Tijdens de afsluitende borrel was er dus nog genoeg stof om over van gedachte te wisselen: een inspirerende middag!
pagina 1 van 7
B “Spiritualiteit: luisterend onderweg” Tekst van de lezing van Lia van Aalsum Spiritualiteit. Een veelgenoemd woord, maar wat betekent het eigenlijk? Het woord zelf verwijst naar spiritus, geest of geestkracht. Geestkracht van God, en van de mens. Maar een woord zegt nog niet zoveel. Het fenomeen des te meer. Het doet zich in vele vormen voor, zowel binnen als buiten de wereldgodsdiensten. In feite gaat het om de betrokkenheid tussen God en mens. De Nijmeegse professor Kees Waaijman, emeritus hoogleraar spiritualiteit, laat in zijn vele studies zien dat het in de kern gaat om een omvormingsproces. Spiritualiteit betreft niet alleen de relatie tussen God en mens, maar i die relatie als een omvormingsproces. Bijbels gezegd gaat het om het proces waarin de mens langzaam maar zeker wordt omgevormd tot het beeld van God dat hij in wezen is. Voor het onderwijs, en voor deze middag, vind ik het begrip omvormingsproces wat zwaar aangezet. Daarom heb ik gekozen voor de omschrijving die u in de titel van deze lezing aantreft: Spiritualiteit: luisterend onderweg. Dit e klinkt eenvoudig, maar dat is het niet. Daar zal ik nu op ingaan, aan de hand van drie vragen: 1 Wat e e is spiritualiteit?; 2 Wat is christelijke spiritualiteit?; 3 Hoe kan spiritualiteit vorm krijgen in de christelijke school? 1. Wat is spiritualiteit? Onderweg zijn. Wij mensen zijn onderweg. Wij ontdekken dit met vallen en opstaan: wij leren dat wij onderweg zijn. Natuurlijk is ons bekend dat we als mens een ontwikkeling doormaken. Van baby naar kleuter, van kind naar puber, van jongvolwassene naar oudere. Natuurlijk is ons bekend dat we daarbinnen op allerlei niveaus groeien: lichamelijk, verstandelijk en geestelijk. We leren spreken en rekenen, spelen en zorgen, een vak uitoefenen en samen te leven. Kortom, wij ontwikkelen onze capaciteiten en hopen dat eruit komt wat erin zit. Maar weten wij wel werkelijk wat er in ons zit? Hebben wij wel besef van wie ten diepste zijn en hoe wij fundamenteel kunnen groeien? Met die vraag komen wij in het gebied van spiritualiteit. Want het gaat om ‘luisterend onderweg’ zijn. En dat luisteren betreft dan niet mijn eigen wil, mijn eigen stem, maar de stem van God. Wanneer in spiritualiteit het woord God valt, gebeurt dat altijd in het bewustzijn dat de werkelijkheid achter dit woord te groot voor woorden is. God is de geheel Andere: groots en verheven, maar ook liefdevol nabij. In ‘zijn’ – of ‘haar’ – nabijheid is deze Ander niet alleen vervullend, maar ook leidinggevend. ‘Hij’ – of ‘Zij’ – trekt aan ons, gaat ons voor, opdat wij uitgroeien tot mensen in wie deze godsliefde handen en voeten krijgt. Deze Ander gidst ons. Denk maar aan Abraham die het bekende verlaat, aan Mozes die de uittocht en doortocht leidt, aan Jezus die naar Jeruzalem optrekt. Maar denk ook aan de vijf boeken van Mozes, de Thora: dit is geen wet die wordt opgelegd, maar een collectie teksten die de weg wijst. De Koran opent zelfs met een bede om Gods leiding voor de goede weg: “In de naam van God, de Barmhartige Erbarmer. (..) Leid ons op de rechtgebaande weg, de weg van hen, die Gij genadig zijt, niet van hen op ii wie Gij toornig zijt, noch van hen die dwalen. Amen.” Onder goddelijke leiding je weg zoeken is een iii kerngegeven van elke wereldgodsdienst, en in het bijzonder van hun spirituele tradities. Spiritualiteit: luisterend onderweg, opdat je groeit in Gods liefde. Voor veel mensen is dit geen vanzelfsprekend gegeven. Het is hun misschien wel verteld, door ouders, leraren of voorgangers zoals de pastor, de dominee, de imam of de rabbijn. Maar ze voelen het niet, het blijven mooie – of vreemde – woorden. Soms kom je die weg op het spoor door een lied, een tekst, of een mens. Vaker doet een crisis je de schellen van de ogen vallen. Maar het kan ook heel geleidelijk gaan. De Zweedse topambtenaar Dag Hammarskjöld, na WO II secretaris–generaal van de NAVO, beschrijft dit in zijn dagboek iv Merkstenen ongeveer als volgt. Als het stil om je heen wordt en je geschrokken blijft staan, wanneer je dan ziet dat je werk een vlucht voor de angst is geworden en jij vooral voor jezelf leeft, verdoof je dan niet door weer de jachtigheid op te zoeken. Maar houd het beeld vast tot je de bodem ervan bereikt hebt. Als volwassenen onder elkaar zal dit voor velen hier herkenbaar zijn. “Als het stil om je heen wordt en je geschrokken blijft staan”: door ziekte, verlies of een burn-out. “Wanneer je ziet dat je alleen maar vlucht en vooral jezelf zoekt”: in je werk, in je relatie, in je persoonlijke leven. “Verdoof je dan niet door weer de jachtigheid op te zoeken”: vergoelijk het niet, ren niet weg. “Maar houd het beeld vast tot je de bodem ervan bereikt hebt”: laat het onbehagen toe en probeer te komen bij jouw verlangen naar waarachtig leven.
pagina 2 van 7
Spiritualiteit: luisterend onderweg. Zo je weg gaan, dat je steeds gevoeliger wordt voor Gods leidende hand. Voor het mysterie dat op jou inwerkt. Zo je weg gaan, dat je iets gaat ontwaren van jouw bestemming in het leven. Het begrip bestemming slaat niet op een concrete situatie of een specifiek einddoel. Bestemming heeft eerder te maken met het proces van roeping. Je geroepen weten. Aanvoelen in welke richting je moet gaan. Zo nu en dan weten, diep van binnen: ja, hier moet ik zijn. Soms even voelen: zo moet ik gaan, zo, als moeder, als leraar, als vriend of vriendin, als leidinggevende. Dit is de weg die mij gewezen wordt. Als ik zo ga, is dat ook heilzaam voor de mensen om mij heen. Deze kant moet ik op, al weet ik niet precies waar ik uitkom. Maar ik ga, in vertrouwen op die onzichtbare leiding die toch op zoveel manieren zichtbaar wordt. Spiritualiteit: luisterend onderweg, tastend naar je bestemming. U begrijpt, dit is een hele weg. Het is een leerweg. Precies daarom zijn er in de loop der eeuwen zoveel vormen van spiritualiteit ontstaan. Kees Waaijman onderscheidt in zijn grondslagenstudie (zie eerder) drie grondvormen: de scholen van spiritualiteit, de lekenspiritualiteit, en de tegenbewegingen. Ik ga er kort op in. De scholen van spiritualiteit. Alle grote godsdiensten hebben hun spirituele scholen of tradities, met daarbinnen weer allerlei subvormen en praktijken. Het kloosterleven is een duidelijk voorbeeld. Je trekt je terug uit de wereld van chaos en oppervlakkigheid, om je binnen vier muren in een specifiek leefpatroon te concentreren op wat werkelijk van waarde is. Hoewel je vaak levenslang op dezelfde plaats blijft, ga je een geestelijke weg die jou vrijmaakt voor Gods liefde. Gebed, de stilte, heilige geschriften: zij doen hun werk. Daarbij lijkt het voor de buitenwereld vaak alsof het om die specifieke activiteiten gaat. Maar dit bidden, verstillen, bestuderen van heilige teksten maakt je vrij van je zelfbetrokkenheid. Wanneer je met de juiste aandacht en met regelmaat deze spirituele oefeningen doet, gaat het bidden in jou, gaat de heilige tekst tot jou spreken, wordt het stil in jou. De spirituele praktijken maken je vrij voor Gods inwerking. Dit geldt ook voor het beoefenen van de deugden, zoals geduld, vertrouwen, rechtvaardigheid. Je oefent deze grondhoudingen, opdat het wezenlijk jouw grondhouding wordt. Groeien in deugdzaamheid is omgevormd worden in de goedheid, het geduld, de liefde die eigen zijn aan God. Dit geldt – ik maak even een uitstapje – voor alle vormen van spiritualiteit. Of je nu in een klooster leeft of in het onderwijs werkt. Je zorgt voor een gast, biedt hulp aan een leerling, doet recht aan een docent, niet omdat dit zo hoort, maar omdat jij daar innerlijk toe gedreven wordt. Deugdzaam worden is omgevormd worden in Gods goedheid. Dit hoort bij alle vormen van spiritualiteit. Spirituele praktijken zoals bidden, de Schrift lezen, gasten ontvangen (kloosters), of, zoals in e de vele congregaties van de 19 eeuw, het verzorgen van zieken of onderwijs: al deze activiteiten kunnen, als spirituele oefeningen, de mens vrijmaken voor Gods geestkracht. De mens oefent, opdat hij tot een goed instrument wordt in Gods handen. Alle wereldgodsdiensten hebben hun spirituele scholen of stromingen. Zij zijn niet, zoals men weleens denkt, tegen de georganiseerde godsdienst met zijn leer, ethiek en rituelen. Een spirituele school kijkt of deze kernelementen van de godsdienst bijdragen aan een doorleefd en vruchtbaar geloofsleven. In relatie tot godsdienst brengt spiritualiteit een verdieping aan. Maar deze verdieping gaat vaak gepaard met een zeer kritische houding. Daarmee is het ook een kritische factor, omdat het helpt het zuivere van het onzuivere te onderscheiden. Menig spiritueel ingesteld gelovige wordt buiten kerk, synagoge of moskee geplaatst, omdat leidinggevenden de kritische blik van spiritualiteit niet verdragen. De lekenspiritualiteit. Naast de scholen of tradities van spiritualiteit die deel uitmaken van de godsdienst, zijn er nog twee grondvormen te onderscheiden. De ene grondvorm betreft de lekenspiritualiteit. Dit is de wat lelijke, maar gebruikelijke term voor die groep die wel het geestelijk leven zoekt, maar niet vanuit een spirituele school. Godsdienst kan wel een rol spelen, maar niet primair, omdat het leven zelf de basis vormt van spiritualiteit. Het gaat om mensen zoals ons. De meesten van ons zijn geen kloosterling, leven niet volgens een bepaald spiritueel patroon. Het leven zelf maakt ons gevoelig voor Gods aanwezigheid, en vooral dan wanneer wij te maken krijgen met geboorte, met sterven, met intieme relaties, met de zorg voor een zieke of hulpbehoevende. Het leven zelf brengt ons in aanraking met het geheim. En zoals wij hier samen zijn weet ik zeker dat wij ook in het opvoeden en vormen van jonge mensen regelmatig in contact komen met het Geheim dat ons draagt, hoe weerbarstig onze leerlingen en wijzelf dan soms ook zijn. Maar daarover straks meer. Als derde grondvorm van spiritualiteit noemt Kees Waaijman de tegenbeweging. Dat zijn die mensen en stromingen die zo geraakt zijn door het goddelijke geheim, dat ze, vaak voor een bepaalde periode, niet goed passen in hun omgeving of in een bepaalde spirituele school. De topambtenaar Dag Hammarskjöld, die ik eerder aanhaalde, heeft iets van dit niet-passende. Denk ook aan de bijbelse profeet Elia, die op de berg Karmel de Baälprofeten aanpakt. Een tegenbeweging zien we ook bij de Duitse theologe Dorothee Sölle, die vanuit een evangelische bewogenheid felle kritiek leverde op de kerk en de cultuur in het Duitsland van na WO II. Zij bracht anderen tot inzicht en in beweging met haar politieke avondgebed, maar werd zelf door de gevestigde machten buitengesloten.
pagina 3 van 7
Wij stonden stil bij de drie grondvormen van spiritualiteit: de scholen van spiritualiteit, de lekenspiritualiteit, en de tegenbewegingen. Deze drie grondvormen hebben gemeen dat de mens gevormd wordt tot een mens die onderweg is, een mens die luisterend naar het goddelijke woord zijn bestemming vindt. Nu zullen we ons verdiepen in christelijke spiritualiteit. Aanvankelijk was dit een school van spiritualiteit, maar in onze tijd lijkt dit eerder door de leken gedragen, een lekenbeweging. Daar ga ik nu op in. 2. Wat is christelijke spiritualiteit? Christelijke spiritualiteit is er altijd geweest. Maar wij – katholieken en protestanten – zijn enigszins v ontspoord. Momenteel is er opnieuw belangstelling. We proberen terug te vinden wat we in de loop der eeuwen voor een deel zijn kwijtgeraakt. Christelijke spiritualiteit omschrijf ik voorlopig als volgt: luisterend gaan met God, in de geest van Jezus Christus, gesteund door Schrift en traditie. Christelijke spiritualiteit vormt de kern, of de hartslag van de christelijke godsdienst. Het christelijke geloof kan een school van spiritualiteit zijn, wanneer de Schrift, de traditie en het geheim van Jezus’ leven de persoonlijke verbondenheid tussen God en mens voeden. Spiritualiteit staat niet tegenover of los van het christelijke geloven en handelen, maar maakt er deel vanuit. Het verdiept en maakt ons dagelijkse geloof, protestant of katholiek ingevuld, tot een school van spiritualiteit. Van oorsprong ís het christelijke leven een school van spiritualiteit. Jezus van Nazareth was een begeesterd mens. Hij leefde vanuit de goddelijke Aanwezigheid. Zijn woorden, daden en heel zijn leven waren een getuigenis van Gods liefde voor zijn mensen, een liefde die de macht van de dood doorbrak. Zijn begeestering raakte de mensen. Na zijn dood ontstonden er gemeenschappen die in zijn geest zochten naar een levende relatie met God. Zij werden genoemd: “de mensen van de weg” (Hand.9:2; vgl. 19:9.23; 22:4; 24:14.22). Zij volgden de weg die door Jezus was voorgeleefd, door te bidden, voor de zwakkeren te zorgen, de Schrift te bestuderen en in een ritueel brood en wijn te delen. Zo groeide er een school van christelijke spiritualiteit, waardoor ook anderen weer contact konden maken met deze bronervaring van Gods aanwezigheid. Het feit dat wij hier vandaag, 2000 jaar later, samen zijn, als christelijk geïnspireerde docenten en schoolleiders, zegt iets over de spankracht van deze christelijke spiritualiteit. Ook wij zijn volgelingen en leerlingen van deze Jezus van Nazareth. Maar wij weten ook hoezeer de christelijke traditie steeds weer te maken heeft met misgroei, misbruik en nietszeggendheid. En op dit moment, op deze middag, in deze tijd, zoeken wij naar een hernieuwing van de christelijke spiritualiteit. We hoeven de wereld niet te bekeren, maar we hopen wel de rijkdom van het christelijke geloof in te zetten voor een betere wereld, die begint bij onszelf. Daarvoor moeten we studeren, nadenken en ons door Gods geest laten vormen. In een christelijke spiritualiteit wordt de levensweg luisterend gegaan, in de geest van Jezus Christus. Maar ook nu geldt, zoals bij spiritualiteit in het algemeen, dat er vervolgens vele vormen mogelijk zijn. Dit hangt onder meer samen met de theologie die je aanhangt, met de centrale begrippen en opvattingen in het denken over kerk en geloofsleven. De rooms-katholieke kerk, de Griekse en Russische vi orthodoxie, en het protestantisme hangen een verschillende theologie aan. Sterker nog, onderling hebben zij ook weer hun verschillen. Ik hoef alleen maar te verwijzen naar de verschillende opvattingen over Jezus, de sacramenten, de bijbel, de liturgie, heiligen, enzovoort. Typerend voor onze tijd is dat de vraag naar christelijke spiritualiteit steeds vaker wordt gesteld. Het toont iets van de ontstane armoede in de Kerk. De vele vormen van christelijk leven zijn verwarrend. We zien door de bomen het bos niet meer. Maar ook geldt dat het denken over God en geloof (de theologie) en het leven vanuit Gods geestkracht (spiritualiteit) uit elkaar zijn geraakt. Theologie en spiritualiteit zijn van elkaar vervii vreemd, terwijl ze vanouds bij elkaar horen. Hoe nu kunnen wij dichter bij de christelijke spiritualiteit komen? Dat is een vraag van deze tijd, en ook van u. Ik geef twee inhoudelijke aanzetten. Daarmee loop ik al een beetje vooruit op het derde punt van deze lezing, hoe je christelijke spiritualiteit in de school kunt vormgeven. Maar het gaat nu minder om de schoolpraktijk, en meer over de bezinning op de christelijke spiritualiteit als zodanig, en vanmiddag vooral gedacht vanuit de leidinggevenden, de docenten en de ouders. Hoe verdiepen we het viii zicht op onze spiritualiteit, hoe herijken we onze christelijke weg? Christelijke spiritualiteit, twee aanzetten voor een inhoudelijke verdieping Een goed uitgangspunt voor het denken over christelijke spiritualiteit zou de apostolische geloofsbelijdenis kunnen zijn. Deze tekst stamt uit de eerste eeuwen van het christendom en vat als het ware de hoofdthema’s van het christelijke geloof samen. In de meeste oosterse en westerse kerken is deze apostolische geloofsbelijdenis aanvaard als de kern van het christelijke geloof: “Ik geloof in God de Vader, de almachtige Schepper van hemel en aarde; en in Jezus Christus, zijn eniggeboren Zoon, onze Heer; die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria; die geleden heeft onder
pagina 4 van 7
Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven (..); op de derde dag opgestaan van de doden;” enzovoort. Deze oeroude apostolische geloofsbelijdenis zou het denken over christelijke spiritualiteit een nieuwe impuls kunnen geven. Gemakkelijk is dit niet. Want steeds weer moeten we ons afvragen wat er met deze woorden eigenlijk gezegd wordt. Wat betekent het dat wij als christenen ons geloof in God als de Schepper belijden? Wat zeggen wij wanneer wij belijden dat Jezus gekruisigd, gestorven en verrezen is? De inzichten van geleerde gelovigen voor ons kunnen ons helpen. Augustinus, Thomas van Aquino, Teresa van Avila, Maarten Luther, Calvijn; hun vaak prachtige teksten kunnen ons helpen de betekenis van deze oeroude woorden opnieuw te verstaan. Maar voor de diepte moet ook het hart erbij. Steeds weer gaat het om de vraag: hoe kunnen deze oude woorden ons helpen de weg van het christelijke geloof te gaan. Het gaat om woorden waaraan wij ons toevertrouwen, waarvan wij de waarheid gaandeweg in ons leven ontdekken. Belijden dat je in God de Vader gelooft, geloven in Jezus als de Christus, betekent niet dat je eenvoudigweg aanvaardt wat anderen zeggen of dat je weet hoe het zit. Je geloof in God en zijn Zoon uitspreken betekent dat jij je toevertrouwt aan deze woorden, en dat je met je verstand en je ziel zoekt naar de betekenis van deze waarheid. Christelijke spiritualiteit: luisterend je weg gaan, in verbondenheid met God, in Christus. De apostolische geloofsbelijdenis kan het denken en mediteren over christelijke spiritualiteit een goede impuls geven. Mits u daarin gebruik maakt van boeken en inleiders die theologie en spiritualiteit op elkaar betrekken. Denken over God en leven vanuit God horen bij elkaar. Een tweede aanzet ter verdieping van de christelijke spiritualiteit ligt bij de Bijbel. Hier ligt een enorme kans voor spiritualiteit. Door de eeuwen heen is dit altijd gezien en gepraktiseerd. Christelijke theologie was bijbelse theologie en in de kloosters was de spirituele bijbelstudie een essentieel onderdeel van een leven met God. Tegelijkertijd waren er bewegingen die het lezen van dit boek onthielden aan de gewone gelovige. Het is een enorme verdienste van Maarten Luther dat hij de Schrift teruggaf aan het volk, onder andere heel praktisch door Latijnse teksten te vertalen in het Duits. Maar met de Schrift onder handbereik zijn we er nog niet. De Bijbel lezen is een kunst op zich. Nog voordat je begint zijn er allerlei vragen. Wat lees ik? Welke vertaling gebruik ik? Beperk ik mij tot het Nieuwe Testament, of mag het Oude Testament ook een woordje meespreken? Hoe lees ik? Waar let ik op, op wat Jezus zei, op wat hij deed, op de lege plekken, of op de inbreng van de evangelist? Trouwens, vier evangelisten, en maar één Jezus, hoe zit dat eigenlijk? Bijbellezen kan enorm voedend zijn, voor de christelijke spiritualiteit van een individu en van een gemeenschap. Belangrijk is dan dat je goede vertalingen gebruikt, liefst meer dan één. Daarbij heb je studieboeken en goede begeleiders nodig, “Goed” betekent in dit geval dat deskundig zicht op de tekst samengaat met een gevoel voor spiritualiteit. Vaak lezen wij de bijbel als een boek met informatie. Maar wie de bijbel meer bezinnend en bidix dend leest, zal ervaren dat dit woord persoonlijk aanspreekt. We zijn aanbeland bij het laatste onderdeel van deze lezing. Ik vat samen. Wij gingen in op het fenomeen spiritualiteit. Daarin gaat het om een luisterend onderweg zijn, om onder Gods leiding steeds weer iets van onze bestemming aan te voelen. Vervolgens verdiepten wij ons in de drie grondvormen van scholen, leken en tegenbewegers. De vraag naar christelijke spiritualiteit lijkt op dit moment meer een vraag van de leek, dan van de theoloog of de priester, en daarmee vooral een vraag van de lekenbeweging. Wij zoeken naar wegen om de oorspronkelijke geestkracht van de Jezusbeweging te vernieuwen. Een bezinning op de grondslagen – de apostolische geloofsbelijdenis – en op de bronteksten – de bijbel, kunnen deze vernieuwing voeden. We gaan over naar het derde punt. e
3 Hoe kan spiritualiteit vorm krijgen in de christelijke school? Ik geef u drie punten ter overdenking. Ten eerste kunnen we rustig zeggen dat de situatie van onderwijs bij uitstek geschikt is voor de spiritualiteitsvorming van de leerling. Sterker nog, het onderwijs voldoet niet aan haar plicht, wanneer daarbinnen geen ruimte is voor de spirituele vorming. In de kern is onderwijs gericht op vorming, en wel op meerdere niveaus. De leerling moet leren op persoonlijke en verantwoorde wijze zijn plek in de samenleving in te nemen. Dat blijkt ook uit de website van de Willibrord Stichting (www.willibrordstichting.nl). Uw scholen streven ernaar dat uw leerlingen zich optimaal kunnen ontplooien, met gebruik van “hoofd, hart en handen, met een goede balans tussen individuele ontplooiing en maatschappelijke verantwoordelijkheid”. Daartoe moet deze leerling kennis verwerven, vaardigheden ontwikkelen en regels aanleren. De kennis die hij opdoet, moet hij leren waarderen en hanteren. Dit hangt onverbrekelijk samen met de groei als persoon. Heel de persoonlijkheidsstructuur met aspecten als het karakter, de wil, de sensibiliteit, de sociale en creatieve aanleg gaan mee in deze ontwikkeling tot wereldburger. Bij die ontwikkeling tot een verantwoordelijk persoon hoort daarom ook het groeien in een grondhouding van eerbied en levensvreugde. Dit wordt gevoed door de leerling in contact te brengen met het mysterie van het leven. Dit brengt ons in het gebied van de spiritualiteit. Juist spiritua-
pagina 5 van 7
liteit voedt deze grondhouding van eerbied en levensvreugde: luisterend onderweg. Met andere woorden, spiritualiteit hoort bij het onderwijs. x Ten tweede. Bestuur en directie van een christelijke school moeten een keuze maken. Om verwarring en irritatie te voorkomen – bij docenten, leerlingen en ouders – is het belangrijk om je te bezinnen op welk niveau je de spiritualiteit wilt voeden. Je kunt zeggen: okay, in de kern gaat het om de grondhouding van eerbied en levensvreugde. Wel, dat is voldoende, dat hoort gewoon bij onderwijs. Als wij dat naar woord en daad uitstralen in ons dagelijks handelen, dan is dat genoeg. Daar hoeven we niets extra’s voor te doen. Dit krijgt gewoon elke dag weer gestalte in de omgang met het personeel, in de zorg voor de leerlingen, in bijzondere activiteiten. Ik zou dit het bevorderen van een onbewuste spiritualiteit willen noemen. Als schoolgemeenschap beaam je het leven als intrinsiek goed, en dat wil je de leerlingen meegeven. Slaagt een school daarin, dan is dat al heel wat. Maar bestuur en directie kunnen ook zeggen: ja, mooi, die onbewuste spiritualiteit bevorderen. Maar wij willen toch wat meer, een bewuste en zelfs christelijke spiritualiteit. Waarschijnlijk is dat bij de meeste aanwezigen het geval. Het blijkt ook uit uw website. Uw missie is “streven naar een praktische vertaling van christelijk geinspireerde waarden en normen, zoals rechtvaardigheid, respect, gelijkwaardigheid, rentmeesterschap, geloof, hoop en liefde in een pluriforme samenleving”. Streven naar een praktische vertaling van christelijk geïnspireerde waarden en normen. Heel mooi. Maar, voor vanmiddag geldt de vraag: hoe houd je de focus op spiritualiteit gericht? Een antwoord voor vanmiddag is: elementen van de christelijke traditie zo inbrengen, dat de leerlingen geráákt kunnen worden door de geestkracht van Jezus Christus. Uit het voorgesprek met mevrouw Ria Ypma begreep ik dat er op uw scholen op dit vlak al het nodige wordt gedaan. Dagopeningen, weekopeningen, vieringen in verband met het kerkelijk jaar, vastenacties, meditaties, weekenden, kloosterdagen, Taizé-weken. Over spiritualiteit niet te klagen, zou je kunnen zeggen. Toch is de vraag – en u vraagt ernaar – of deze activiteiten de christelijke spiritualiteit voeden. Mijn advies is: kijk eens kritisch. Het gaat niet om de activiteiten als zodanig, want die lijken me goed, maar om de manier waarop ze vorm krijgen. Stel de vraag: brengen deze activiteiten in aanraking met Gods subtiele aanwezigheid? Maken de jongeren contact met hun weg die onder de oppervlakte loopt? Kijk eens kritisch. Brengt een kloosterweekend werkelijk in een sfeer van verstilling en gebed, of is het slechts entourage voor een eigen, leuk programma? Kan een opening (dag, week) een leerling werkelijk in zijn innerlijk aanspreken, of volgen tekst, uitleg en lied elkaar zonder adempauze op? Bieden de teksten voldoende voeding, naar woord en beeld? Kan het verlangen naar God gewekt worden? De vastenacties, brengen ze de leerlingen echt in contact met een innerlijke beweging van zorg, of is het meer een gezellig spektakel? Behalve kijken naar wat er allemaal al gebeurt, kunt u ook overwegen het thema van de weg meer gewicht te geven. Het lijkt mij van wezenlijk belang dat een leerling niet alleen leert hoe hij zijn plaats verovert in de huidige maatschappij, maar ook dat hij leert dat hij als mens altijd onderweg is. Zoals ik al zei is dit een belangrijk thema in elke wereldgodsdienst, in het bijzonder in de spirituele tradities. Christenen zijn mensen van de Weg, joden gaan de weg van de Tora en de halacha (het gaan), en de Koran opent met het gebed om goddelijke leiding op de weg. Het gaan van de weg is een universeel kernbegrip in de godsdienstige spiritualiteiten. Een jong mens kan bijzonder gebaat zijn bij dit beeld van de weg. Hij kan enigszins gaan ervaren dat zijn leven geen toeval is en dat ieder mensenkind een bestemming heeft. Leven is leren luisterend te gaan, vertrouwend op de onzichtbare hand die mij trefzeker leidt. Dit is iets wat een middelbare scholier vaak niet leert, op school niet en thuis evenmin. In het beste geval wordt het hem verteld. Maar meestal leert hij niet om op dit wezenlijke niveau een sensitiviteit te ontwikkelen. Dan kunnen, naast het vak godsdienst/levensbeschouwing, veel schoolvakken en schoolse activiteiten goede diensten bewijzen. Literatuur en poëzie, levensbeschouwing en geschiedenis, maar ook vastenacties en liturgische momenten kunnen een leerling doen ontdekken dat hij zich niet alleen kennis moet toe-eigenen. Leven is ook leren loslaten en volgen, in aandacht voor het geheim van alle leven en de weg die jij mag gaan. Ten derde, de docent, de leidinggevende en de opvoeder. Wij zijn in deze lezing de weg gegaan van spiritualiteit, christelijke spiritualiteit en van spiritualiteit in de school. Eerder gaf ik al aan dat het voor een christelijke spiritualiteit belangrijk is dat leidinggevenden, docenten en opvoeders regelmatig terugkeren naar de bron. Een bezinning op de centrale geloofsthema’s en op het bijbelse woord kunnen dan van grote waarde zijn, mits het denken over God en het leven vanuit de goddelijke leiding samengaan. En precies dit laatste is voor veel mensen problematisch. Men wil wel praten over wat te doen met spiritualiteit in de school, voor de leerlingen, maar er is vaak weinig aandacht voor de eigen spiritualiteit. Toch is dit essentieel. Hoe immers kan ik anderen gidsen en voeden op hun spirituele weg, wanneer ik zelf de weg niet weet? Misschien is de eerste vraag dan ook: hoe staat het met mijn spirixi tualiteit? Neem ik spiritualiteit in mijn leven serieus, of is het slechts een interessant begrip voor tussendoor? Wat betekent spiritualiteit voor mij? Kan ik mijn leven waarnemen als een weg, waarop ik leer te gaan, luisterend naar God? Durf ik te leven met het mysterie van de verrijzenis? Kan ik mij toe-
pagina 6 van 7
vertrouwen aan God in zijn verborgenheid, die zich gaandeweg openbaart als de Barmhartige, als de God van Jezus Christus? Deze vragen kan ik voor u niet beantwoorden. Ik kan u slechts adviseren ze serieus te nemen en naar wegen te zoeken om uw eigen spiritualiteit te laten voeden. Zoek naar goede bronnen, naar goede mensen. Laat u informeren, ga studeren. Oefen uzelf in het goeddoen, in de zorg voor anderen. Maar ook, zoek de stilte. Laat de stilte komen, in het samen spreken, in het studeren, in het mediteren. Alleen wanneer wij stil worden, ín ons doen en laten, ín ons werken en bidden, kan Gods geestkracht ons aanspreken en meenemen. Ter afsluiting, en om onze eigen spiritualiteit te voeden, geef ik u nog een keer de woorden uit het dagboek van Dag Hammarskjöld. Hij zegt het ongeveer als volgt. Als het stil om je heen wordt en je geschrokken blijft staan, wanneer je dan ziet dat je werk een vlucht voor de angst is geworden en jij vooral voor jezelf leeft, verdoof je dan niet door weer de jachtigheid op te zoeken. Maar houd het beeld vast tot je de bodem ervan bereikt hebt. Ik dank u voor uw aandacht. Mw. drs. E.C. (Lia) van Aalsum, werkzaam aan Pabo Groenewoud Nijmegen, als projectontwikkelaar ‘Onderwijs & spiritualiteit’. Momenteel werkt zij aan een publicatie op het gebied van ‘onderwijs & spiritualiteit’, in samenwerking met het Titus Brandsma Instituut. Daarnaast hoopt zij eind 2009 te promoveren op het gebied van de bijbelse spiritualiteit, aan de Radboud Universiteit te Nijmegen.
Copyright © L. van Aalsum, Pabo Groenewoud Nijmegen,
[email protected]. Ongewijzigd citeren is mogelijk zonder voorafgaande toestemming, mits er een duidelijke bronvermelding wordt gehanteerd.
i
Zie m.n. het internationaal vermaarde en veel vertaalde werk: K. Waaijman, Spiritualiteit. Vormen, grondslagen, methoden, Kampen-Gent 20034. Zie ook www.titusbrandsmainstituut.nl, het wetenschappelijke onderzoeksinstituut te Nijmegen. ii Deze woorden kunnen ook discriminerend worden opgevat, wat vanuit spiritualiteit gezien zeker niet de bedoeling is. Vergelijkt u maar eens een aantal Koran-vertalingen. Hier heb ik verkort gebruik gemaakt van H.Z. Kailani, Kernmomenten in de islam, Baarn 1993, p.11. iii K. Waaijman, Spiritualiteit, p.125-152. iv D. Hammarskjöld, Merkstenen, 1983 (7e, herziene druk), p.27 (nog steeds verkrijgbaar in de boekhandel). v Zie bv. de vele publicaties van Anselm Grün (vertaald vanuit het Duits) en meerdere publicaties van Alister McGrath (vertaald vanuit het Engels, zie ook hierna). vi Zie bv. A. McGrath, Christelijke spiritualiteit, Kampen 2002. vii Vgl. A. McGrath, Christelijke spiritualiteit, p.44-46 en K. Waaijman, Spiritualiteit, 365-422. viii De volgende twee aanzetten zijn overigens wel goed in de schoolpraktijk toe te passen. Het eerste voorbeeld is vooral geschikt voor het bestuur, directie en team, het tweede voorbeeld tevens voor de schoolklas. Ik kan niet genoeg benadrukken dat goede leiding en goede literatuur een eerste vereiste zijn. “Goed” betekent in staat theologie en spiritualiteit vruchtbaar op elkaar te betrekken. ix Zie bv. L. van Aalsum, In de ruimte van de Schrift. Gelaagd Bijbellezen in de praktijk, in: Het verhaal gaat door, (red. C. Hermans & Th. van der Zee), Budel 2008 (IKO-reeks, dl.8). x Zie L. van Aalsum, Spiritualiteit en onderwijs nader bekeken, in: Narthex, jg.4, nr.6 (december 2004). xi Zie ook K. Waaijman, De spiritualiteit van de leraar, in: Reflexief. Forum voor Katholiek Onderwijs, 2004, jg.3, nr.1.
pagina 7 van 7