06
Jaargang 43 • Maandblad • verschijnt niet in juli en augustus Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X - P509707 • Afzendadres: Guimardstraat 1 • 1040 Brussel
V l a a m s s e c r e ta r i a at va n h e t k at h o l i e k o n d e r w i j s
JUNI 2012
in dit nummer Het secundair onderwijs in de toekomst, visiedag Gent / Klasbak, over onderwijs en gevangenissen / ICT, Buitengewoon wijs!
forum nr. 06 • juni 2012
Hoofdartikel Secundair onderwijs in de toekomst
3
In de kern Examentijd: een gelukkige tijd?
4
Basisonderwijs Geslaagde informatieronde over omkadering en inschrijving basisonderwijs
5
Professionaliseren van kleuterteams. Nascholing 7 planmatig en doelgericht werken in de kleuterschool
Buitengewoon onderwijs ICT-buitengewoon wijs!
9
Secundair onderwijs Visiedag VVKSO ‘Toekomst SO inKLEUREN’ Het katholiek onderwijs komt met een eigen visie
12
Volwassenenonderwijs Klasbak. Over onderwijs en gevangenen
16
Pedagogische ondersteuning Sociale stage in basisschool Emmaüs Aalter
19
Dienst nascholing en internationalisering Praktijkonderzoek: Hoe zit dat nu, feitelijk?
21
Schoolbesturen Ontmoeting diocesane comités van inrichtende machten
22
Opvoedingsproject & pastoraal Bezinning voor onderwijsmensen 24 in de abdij van Averbode. Deelnemers blikken terug op de editie 2011-2012 (Deel 1) Van boven naar onder, van links naar rechts Leeftocht 2012-2013
27
Identiteit Europees comité Katholieke scholen (CEEC) Bilbao 20-21 april 2012
28
l e k i t r a d f Hoo Secundair onderwijs in de toekomst In september 2010 gaf minister Pascal Smet met de oriëntatienota ‘Mensen doen schitteren’ het startschot voor de geplande hervorming SO. Het VVKSO heeft zich ingeschreven in het denkwerk over een toekomstig SO vanuit het volgende principe: borgen wat goed is, verbeteren waar nodig, want laat ons duidelijk stellen, het secundair onderwijs in Vlaanderen is niet in crisis, maar er zijn knelpunten die verbeterd kunnen worden. Eén van die knelpunten is dat veel leerlingen ofwel te laat ofwel helemaal niet terecht komen in de studierichting die het best past bij hun mogelijkheden. Op 8 mei trad het VVKSO in het ICC te Gent met de eigen visie op een secundair onderwijs in de toekomst naar buiten. Met deze visiedag wilde het VVKSO een krachtig signaal geven aan de overheid. (Zie verder in dit nummer blz. 12-15) Nadenken over het secundair onderwijs van de toekomst is geen zwart-wit, maar een genuanceerd verhaal schrijven. Om deze reden is het VVKSO niet over één nacht ijs gegaan. De visie die op 8 mei werd gebracht, is het resultaat van een tweejarig traject. Na grondige consultatie van schoolbesturen en directies durven we dan ook stellen dat over de principes, over het voorgestelde concept binnen het katholiek onderwijs een draagvlak bestaat. Het denkwerk van het VVKSO heeft zich de voorbije twee schooljaren toegespitst op een mogelijke structuur van het secundair onderwijs. Deze structuur moet door de installatie van een brede eerste graad en de schrapping van de onderwijsvormen de hiërarchische perceptie tussen studierichtingen wegwerken. In de eerste plaats beogen we meer transparantie door het aantal studierichtingen te reduceren. Want eerlijk, het gebrek aan inhoudelijke kennis van al de huidige studierichtingen bemoeilijkt de studiekeuze. Anderzijds mag een reductie van studierichtingen er niet toe leiden dat bepaalde leerlingenprofielen niet aan hun trekken komen. Het is juist de uitdaging om een studieaanbod uit te bouwen dat alle talenten van leerlingen tot hun recht laat komen en hen maximale kansen geeft op doorstroming hoger onderwijs en arbeidsmarkt. De visiedag kende heel wat weerklank in de media. Het is onbegonnen werk om een voorstel tot hervorming secundair onderwijs te vatten in een krantenartikel. Hierdoor ging een aantal nuanceringen verloren en werden clichés opgediept. We hebben hier alle begrip voor. Diegenen die diepgaander kennis willen maken met het concept van het VVKSO dagen we uit om de brochures en analyses door te nemen. U kan ze vinden op de websites van www.vsko.be en www.vvkso.be . Nog twee slotbedenkingen: het is naïef om te denken dat een verandering van structuren alles oplost, een mentaliteitswijziging van jongeren en zeker ouders is essentieel, maar structuren kunnen faciliterend werken om een juiste studiekeuze te maken. Ten tweede zijn we realistisch: kwaliteitsvol onderwijs wordt niet gemaakt door structuren, maar door professionele scholen, schoolleiders en leraren. Binnen een kader moet de overheid aan scholen en scholengemeenschappen de nodige ruimte geven om zelf accenten te leggen, om zelf beleid te voeren. Chris Smits secretaris-generaal VVKSO
Mieke Van Hecke Directeur-generaal VSKO
Het VSKO, zijn Verbonden en Diensten en zijn medewerkers danken u voor de inzet van het voorbije schooljaar en wensen u een mooie zomervakantie!
IN DE KERN
examentijd: een gelukkige tijd? Juni… examentijd… een tijd van stress voor jongeren en leerkrachten. Bij velen staat de boog gespannen. Eén woord kan volstaan om mensen te doen ‘ontploffen’ en alles op te geven maar ook om weer verder te doen en een licht in de toekomst te zien. Daarom graag een vertaling van de Zaligsprekingen uit de Bergrede naar de onderwijswereld in deze examentijd. Gelukkig zijn de leerkrachten die arm voor God staan, die zich niet laten gelden door hun kennis of kunde, maar die weten dat ze alles van God ontvangen. Gelukkig zijn zij want door hen zal God de jongeren aanspreken. Gelukkig zijn de leerkrachten die meevoelen met het leed van anderen en die vooral aan de zwakkeren zorg en aandacht besteden. Gelukkig zijn zij, want door elk woord of gebaar van dank, hoe schuchter ook, zullen zij bemoedigd worden. Gelukkig zijn de leerkrachten die zachtmoedig zijn en die met veel geduld en eerbied voor ieders eigenheid de jongeren steeds nieuwe kansen bieden. Gelukkig zijn zij want het volle vertrouwen van de jongeren zal de vrucht zijn van hun houding. Gelukkig zijn de leerkrachten die honger en dorst hebben naar gerechtigheid, die de jongeren tot hun recht laten komen door ze te helpen bij de ontdekking en de uitbouw van al hun mogelijkheden van hoofd, hart en handen. Gelukkig zijn zij want ze zullen met echte vreugde verzadigd worden. Gelukkig zijn alle onderwijsmensen die barmhartig en mild zijn, die zich geen oordeel vormen naar het uiterlijke, maar die peilen naar wat schuil gaat achter onverschilligheid of verzet.
Gelukkig zijn alle onderwijsmensen die zuiver en oprecht van hart zijn, die jonge mensen weten te bevestigen in woord en daad. Gelukkig zijn zij want zij zullen God zien. Gelukkig zijn alle onderwijsmensen die aan vrede werken, gemeenschap opbouwen, bruggen slaan en mensen tot elkander brengen. Gelukkig zijn zij want zij zullen kinderen van God genoemd worden. Gelukkig zijn alle onderwijsmensen, die vanuit de christelijke inspiratie, de moeilijkheden niet uit de weg gaan en nooit moe worden van de echte waarden te getuigen, ondanks onbegrip en tegenkantingen. Gelukkig zijn zij want God zal hun kracht zijn. Gelukkig zijn de jongeren die in de ontmoeting met zulke mensen volwassen mogen worden; zij zullen weten dat God hen nabij is en zij zullen deze tijd als genade ervaren. Gelukkig zijn de jongeren die examens mogen afleggen, het betekent dat zij in dit deel van de wereld onderwijs kunnen volgen; een vakantie in de nabije toekomst lacht hen toe. Gelukkig zijn de leerkrachten die de examens mogen corrigeren, want dezelfde toekomst lacht hen eveneens toe. Ik wens van harte allen veel geluk toe in deze tijd en nadien alvast een fijne en gelukkige vakantie. Jan Vander Velpen VSKO-pastor
Gelukkig zijn zij want ook voor hun tekorten zullen zij barmhartigheid ondervinden van hun leerlingen.
contactblad voor schoolbesturen, pedagogisch begeleiders directies en personeelsleden van het katholiek onderwijs
Maandblad Verschijnt niet in juli en augustus Verantwoordelijke uitgever Mieke Van Hecke, directeur-generaal VSKO Guimardstraat 1 - 1040 Brussel Eindcoördinatie: Willy Bombeek Eindredactie: Rita Herdies Redactieleden: Willy Bombeek, Jan-Baptist De Smet, Isabelle Dobbelaere, Rita Herdies, André Janssens, Dimitri Vandekerkove, Marijke Van Bogaert, Berna dette Van de Steene, Mieke Van Hecke, Els Van Schelvergem (a.i), Paul Wille
4
juni 2012
Redactieadres: VSKO - Forum - Guimardstraat 1 - 1040 Brussel Tel.: 02 507 06 19 • Fax: 02 513 36 45 E-mail:
[email protected] - Website: www.vsko.be Abonnement Jaarabonnement: 23,10 euro (inclusief BTW) 38,10 euro: buitenland Te storten op rekeningnr. 000-0947400-01 van LICAP cvba, 1040 Brussel Pre-press en druk: Licap cvba, tel. 02 509 96 83 Cover: © Jackie Denis
BASISONDERWIJS
geslaagde informatieronde over omkadering en inschrijving basisonderwijs
H
et nieuw omkaderingssysteem trekt de aandacht van vele directies en school besturen in het basisonderwijs. VVKBaO speelde daarop in. In de informatieronde kwam niet enkel de nieuwe toewijzingsmethode aan bod, maar gingen de medewerkers van het Verbond ook in op de relatie met de schoolvisie en de gelijke kansen voor alle leerlingen.
Het omkaderingssysteem in de steigers Het financieringssysteem van het basis onderwijs was al lang aan een update toe. Tijdens de vorige legislatuur had de regering aangegeven dat binnen het financierings systeem van het basisonderwijs een nieuw systeem zou worden uitgewerkt voor wer kingstoelagen en omkadering. Het eerste deel - met name een gelijke betoelaging voor alle scholen - realiseerde de vorige minister in 2008. Voor het omkaderingsdecreet moesten we wachten tot dit jaar. Beide decreten gaan uit van dezelfde prin cipes: een gelijke financiering met een diffe
rentiatie op basis van leerlingenkenmerken. Na de wijzigingen voor de werkingstoelagen worden nu ook de contouren voor de omkadering stilaan duidelijk. Tijdens het laatste jaar voerden de onderwijsnetten, syndicale organisaties en de minister onder handelingen rond omkadering.
Grote belangstelling voor infodagen over omkadering Binnen de geledingen en de werkgroepen van het Verbond hadden directies en begeleiders al uitdrukkelijk te kennen gegeven dat het nieuwe omkaderingssysteem een toelichting vereiste. Het Verbond organiseerde
daarom een aantal infomomenten. Met die zogenaamde Ronde van Vlaanderen richtte het zich vooral op de directies en de schoolbesturen van de katholieke basis scholen. Tussen 20 maart en 3 mei 2012 werden in samenwerking met de diocesane diensten uiteindelijk 7 informatiesessies gegeven voor ongeveer 1 500 verantwoor delijken uit het katholiek basisonderwijs.
Communicatie onder voorbehoud Politici hebben vragen bij de communicatie die rond het nieuwe omkaderingssysteem gevoerd wordt. Misschien niet onterecht, omdat het parlement nog geen tekst of decreet heeft goedgekeurd. En het klinkt uiteraard eigenaardig dat scholen al kracht lijnen toegelicht krijgen vooraleer het parlement zelf aan het woord is geweest. Toch wou het Verbond zijn verantwoordelijkheid opnemen, zodat scholen de start van het nieuwe schooljaar goed kunnen voorbereiden. Inmiddels heeft de minister de administratie al opgedragen om een omzendbrief te publi ceren en een dienstbrief naar alle scholen te zenden met de verwachte omkadering voor het volgend schooljaar. Zowel het Verbond als de administratie van onderwijs verzorgen deze communicatie onder voorbehoud van goedkeuring van het decreet door het Vlaams Parlement.
Nuttige info voor school directies en -besturen Welke nuttige info is er al beschikbaar? Uiteraard zijn directies en schoolbesturen vooral gebaat met een zicht op de omkadering voor het volgend scholjaar. Proactief werken vraagt dat schoolverantwoordelijken ruim op voorhand weten welke middelen en mankracht ter beschikking zullen staan. Bovendien hebben scholen ook de opdracht om de ver deling van de mankracht binnen de onder wijsinstelling voor te leggen aan het perso neel.
juni 2012
5
Omkaderingsprincipes: meer dan een berekeningskwestie De toelichting van het omkaderingsdecreet kan zich niet beperken tot de toepassing van een rekenkundig algoritme. In de infosessies vroegen we dan ook uitdrukkelijk aandacht voor de principes van het decreet en voor het voeren van een eigen schoolbeleid op basis van die principes. De twee principes van het omkaderingsdecreet zijn duidelijk: de gelijkschakeling van de omkadering kleuteronderwijs en lager onderwijs, alsook de integratie van de GOK-lestijden (gelijke onderwijskansen) in de reguliere omkadering. Wat het eigen beleid van de school betreft, is het noodzakelijk te kijken naar de visie op onderwijs vanuit het schoolbestuur en het schoolteam. Kernvraag moet zijn: Wat is er goed voor de kinderen die ons zijn toe vertrouwd? Hoe kunnen we hen de beste kansen geven? Op welke manier kunnen we onze school optimaal organiseren? En hoe zullen we leerlingengroepen vormen en daaraan leraren toewijzen? We kunnen ons indenken dat er in het overleg met het team al snel gezegd wordt: deel het aantal leerlingen door het aantal leraren, en we weten meteen hoeveel leerlingen in onze klassen zitten. Het is maar de vraag of we daarmee het best tegemoetkomen aan de vragen en behoeften van onze leerlingen.
Zeg nu zelf: zal er beter onderwijs zijn als er in elke klas twee kinderen minder zitten? Zijn er geen betere mogelijkheden? In de toelichting voor de schooldirecties en – besturen, formuleerden we de suggestie om ook aan team teaching te denken, of om te overwegen of een ambulante leraar flexibel kan worden ingezet in functie van specifieke onderwijsbehoeften of om alternatieve groe peringsvormen aan te wenden.
Een correcte becijfering Tijdens de inforonde lichtte VVKBaO een rekenblad toe. Hugo Ruymbeke gaf aan hoe scholen via dat rekenblad hun lestijdenpakket kunnen berekenen. Scholen vinden het heel gebruiksvriendelijk en overzichtelijk. Het werkblad is overigens ook nuttig bij het maken van simulaties. Elke school kan er nauwkeurig nagaan hoe het aantal lestijden zal evolueren door de wijzigingen in zijn leerlingenpubliek (aantal, kenmerken).
Inschrijvingsdecreet Aansluitend op de thematiek van de omkadering in het basisonderwijs namen we ook de gelegenheid te baat om het nieuwe inschrijvingsdecreet toe te lichten. Ofschoon het decreet pas de inschrijvingen voor het schooljaar 2013-2014 regelt, heeft het al effect op de informatie die de scholen volgend schooljaar moeten geven. Jammer genoeg moesten we eveneens met betrekking tot die nieuwe regeling het nodige voorbehoud maken. Bij de toelichting – verzorgd door Gerda Bruneel – bleek dat het parlement nog wijzigingen wenst door te voeren op het bestaande inschrijvingsdecreet.
Info voor afwezigen Een aantal schoolbesturen en –directies hadden niet de kans om één van de druk bijgewoonde informatiesessies te volgen. Zij, maar ook alle andere geïnteresseerden, kunnen de teksten en het rekenblad op onze website (www.vvkbao.be > inloggen > adminjuridisch > school > personeelsformatie > documentatie) vinden. In het juninummer van School+visie lichten we het nieuwe omkaderingssysteem verder toe.
Marc Van den Brande, Secretaris-generaal VVKBaO
6
juni 2012
BASISONDERWIJS
professionaliseren van kleuterteams Nascholing planmatig en doelgericht werken in de kleuterschool
K
leuters ondersteunen in hun ontwikkeling is de taak van elke kleuterschool. Het Ontwikkelingsplan voor de katholieke kleuterschool biedt een leidraad aan. Ook in de leerplannen vinden kleuterleidsters kansen om doelgericht te werken in hun klas. Toch vinden kleuterleidsters het niet altijd gemakkelijk om de relatie te ontdekken tussen het Ontwikkelingsplan en de leerplannen. Vanuit de vraag van heel wat kleuterscholen naar ondersteuning rond die materie is de nascholing Planmatig en doelgericht werken in de kleuterklas ontstaan.
Het Ontwikkelingsplan blijft centraal In november 2010 vierde VVKBaO 10 jaar Ontwikkelingsplan. Verschillende diocesen engageerden zich om het ontwikkelingsgericht werken binnen kleuteronderwijs verder in de kijker te zetten. De visie van het Ontwikkelingsplan blijft in de aandacht staan. Het biedt aan de ene kant een duidelijke structuur aan kleuterscholen om hun onderwijs vorm te geven. Aan de andere kant stelt
het de kleuter en zijn ontwikkeling centraal. In de nascholing trachten we kleuterleidsters te professionaliseren in ontwikkelingsgericht werken in de klas met voldoende aandacht voor een bepaalde focus of gekozen doelen.
Doelgericht werken In onze kleuterscholen werken de kleuterleidsters in de klas met veel warmte en aandacht voor hun kleuters. Ze zoeken boeiende
activiteiten, zorgen voor een fijn onthaal, engageren zich om een uitdagend en rijk klas- en schoolmilieu te creëren. De aandacht voor de ontwikkeling van elke kleuter staat centraal. Vanuit hun gedrevenheid zijn veel kleuterleidsters doeners en is het zoeken van gepaste activiteiten voor hun kleuters niet zo moeilijk. Toch merken we dat de koppeling van activiteiten naar doelen en omgekeerd niet altijd eenvoudig is. Als leidster of als kleuterteam bewust onderzoeken waarom je bepaalde keuzes maakt, is een interessante oefening. Waarom doe je bijvoorbeeld bepaalde activiteiten wel of niet? Welke gradatie is in de verschillende bouwhoeken op school te vinden? Hoe wordt een prioritair ontwikkelingsdomein of leerplan zichtbaar op de kleuterschool? Welke ervaringssituaties komen aan bod? Door daar met een team over te reflecteren krijgen kleuterleidsters kansen om bewuster en gerichter vanuit een bepaalde focus te werken. Doelgericht werken en acties plannen vanuit een dominant ontwikkelingsdomein,
juni 2012
7
-aspect of leerplan staat in onze nascholing centraal.
Nascholing in verschillende modules
In twee volgende sessies werkt de nascholer met het kleuterteam praktijkgericht aan de gekozen inhouden. Al naargelang de vraag van de school worden de relaties tussen de doelenkaders verkend en wordt er onderzocht hoe er bewuster met ontwikkelingsaspecten en leerplannen kan gewerkt worden. In het schooljaar 2012-2013 blijft die trajectmodule bestaan. Daarnaast bieden we ook verdiepende modules aan. Zo oefent de sessie Een leerplan in de kijker de kleuterleidsters om de relatie te leggen tussen het Ontwikkelingsplan en het gekozen leerplan. Vanuit het prioritaire leerplan verrijken we bestaande belangstellingcentra en ontdekken we hoe dat leerplan concreet zichtbaar kan gemaakt worden in de kleuterklas. Dat kan bijvoorbeeld door de hoeken opnieuw onder de loep te nemen en te onderzoeken welke materialen nodig zijn om kleuters kansen te geven binnen bepaalde ontwikkelingsaspecten, -stappen of leerplandoelen. Verder is het ook interessant om met kleuterleidsters na te denken welke begeleidingsstijl best gehanteerd wordt om bepaalde aspecten of leerplandoelen vorm te geven. Soms biedt een iets meer sturende houding meer ontwikkelingskansen. Op andere momenten leert een kleuter meer door zelf zijn spel te bepalen.
8
juni 2012
© VSKO/maîtrise
In het schooljaar 2011-2012 beslisten we met een trajectformule te werken. Het voordeel is dat er voldoende op maat van de school en in kleine, bewuste stappen aan professionalisering gewerkt wordt. Tijdens een intakegesprek wordt de beginsituatie in kaart gebracht en wordt de inhoud van de nascholing besproken en afgetoetst aan de leervragen van het kleuterteam.
De afzonderlijke modules bieden ook mogelijkheden om bijvoorbeeld binnen een scholengemeenschap of met enkele kleuterscholen samen intens rond het curriculum voor de katholieke kleuterschool te werken. Door in overleg te gaan en ervaringen uit te wisselen over bepaalde mogelijkheden van doelgericht werken kunnen kleuterleidsters reflecteren over hun eigen klaswerking en die eventueel bijsturen. Zo kan een kleuterleidster of een kleuterteam professioneel groeien en kan de kwaliteit van kleuteronderwijs verhogen.
Ondersteunende instrumenten Naast allerlei modellen om processen te ondersteunen om met een kleuterteam bewuster met doelen aan de slag te gaan, ontwikkelde VVKBaO ook twee digitale instrumenten om kleuterteams te ondersteunen.
De nieuwe zoeker kleuteronderwijs brengt op een eenvoudige manier de drie doelenkaders en hun relatie in kaart. Verder is er samen met uitgeverij Plantyn specifiek voor de katho lieke kleuterschool een digitale agenda ontwikkeld. De nieuwe zoeker kleuteronderwijs en de digitale agenda iKKlik zijn beide online instrumenten. Ze zijn steeds up-to-date. Binnen deze nascholing maken deelnemers kennis met die instrumenten en ervaren ze hoe die een kleuterteam kunnen ondersteunen bij het doelgericht werken. Hilde Hendrickx, pedagogisch begeleider VVKBaO
Meer info vind je op: www.nascholing.be/basisonderwijs of bij
[email protected].
BUITENGEWOON ONDERWIJS
ICT- buitengewoon wijs!
V
oor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften (SOB) betekent communicatieen informatietechnologieën op een passende wijze inzetten, een deur naar echte integratie en participatie. Een extra uitdaging voor het onderwijs vandaag.
In dit artikel schetsen we hoe de technologische vooruitgang van vandaag ons onderwijs uitdaagt mee te zoeken naar implementatie van ICT-vaardigheden en competenties in het lesgebeuren. We illustreren de implementatie van ICT als compenserend hulpmiddel voor leerlingen met SOB met enkele praktijkvoorbeelden. Vanuit de BuO-ICT-enquête trekken we enkele conclusies en werpen een blik op de ICT-plannen voor volgend schooljaar.
ICT-wijs, een wereld in verandering
Mensen met beperkingen hebben vaak extra veel baat bij het gebruik van allerlei nieuwe ondersteunende technologieën. Voor hen is de toegankelijkheid ervan cruciaal om te kunnen participeren.
Het onderwijs moet een belangrijke partner zijn in het ontwikkelen van ICT-competenties en – vaardigheden. De groeiende aanwezigheid en impact van technologie en media bieden extra kansen, maar brengen ook risico’s met zich mee. Het is nodig jongeren kennis te laten maken met de mogelijkheden, maar hen tegelijk ook op de gevaren te wijzen en hen hier kritisch te leren mee omgaan. Op Facebook, bijvoorbeeld, kunnen werkgevers morgen lezen wat jongeren vandaag schrijven…
Mediawijs
Er dreigt een kloof te ontstaan tussen leerlingen die toegang hebben tot de ICT-snelweg en leerlingen die geen ICT-kansen krijgen. Het kan gaan om het al dan niet toegang hebben tot internet of andere mediabronnen, om het met verouderde programma’s en computers werken, of om verschillen in competenties en vaardigheden. Voor leerlingen is
Als buitengewoon onderwijs moeten we hierin participeren en onze rol opnemen. Het is belangrijk dat scholen voor buitengewoon onderwijs en GON-diensten mee evolueren en hun leerlingen ICT-minded maken. Op die manier overbruggen de leerlingen de digitale kloof met hun leeftijdsgenoten en komen zij in contact met ICT-middelen die hen
Ook de overheid wil via haar beleid rond mediawijsheid een bijdrage leveren aan een meer inclusieve maatschappij, waarbij de toegang tot media en de verdeling van mediawijsheidscompetenties voor allerlei kansengroepen beter gegarandeerd zijn. In de “conceptnota Mediawijs” van de ministers Lieten en Smet lezen we als derde strategische doelstelling: het creëren van een e-inclusieve samenleving.
© Bart Van den Bossche
In de maatschappij van vandaag neemt de digitalisering en het mediatiseren toe. Wat vandaag nog hip en nieuw was, is morgen al passé. GSM’s, smartphones, computers, laptops, tablets, … zijn big business. Leerlingen groeien ermee op, ze surfen, gamen,
downloaden, chatten en hebben een profiel op allerlei sites zoals netlog en facebook.
het gezin en de omgeving bepalend voor hun ICT-toekomst.
Don Bosco BuLO, Aalst
juni 2012
9
helpen bij hun specifieke handicap of leerprobleem. Het compenserend vermogen van de ICT ontwikkelingen groeit. Het biedt bijkomende mogelijkheden aan leerlingen met beperkingen op het vlak van mobiliteit, leer- en leesvaardigheid, gezondheid, informatieverwerking, visueel en auditief functioneren, enz. Denk aan de iPod als digitale schoolcoach voor jongeren met autisme wordt ingezet. BuSO Spermalie experimenteert met tablets om tegemoet te komen aan de specifieke onderwijsbehoeften voor leerlingen met visuele beperkingen. De iPad, bijvoorbeeld, heeft standaard spraaktechnologie en is eenvoudig in gebruik. Ook voor leerlingen met een verstandelijke handicap of een functiebeperking moet de toegang tot de ICT-rijke wereld verzekerd worden. Zo biedt WAI-NOT mensen met een verstandelijke beperking de mogelijkheid te internetten binnen een voor hen toegankelijke onlineomgeving. De mobiele ICT-klas in Don Bosco Aalst, wordt
flexibel ingezet om leerlingen digitaal uit te dagen. Extra visualiseren, differentiëren, opzoeken op internet…mogelijkheden om de leerlingen hun zelfstandigheid te stimuleren.
tensiever en doelgericht in te schakelen in de klas en geeft aan hoe ICT-ontwikkelingsdoelen vakoverschrijdend geïntegreerd kunnen worden.
ICT-wijs op school – ICT-enquête in BuO
Bedoeling was om na te gaan hoe onze scholen er voor staan in verband met ICT op school en in de klas en om te peilen naar belangrijke noden en verwachtingen voor de toekomst. Meer dan zestig procent van onze scholen nam eraan deel.
Willen, maar vaak niet kunnen Hoe staat onze school tegenover ICT? Wat zijn onze ICT-prioriteiten? Welke investeringen zijn er nodig? Waar besteedt de ICTcoördinator vooral tijd aan? Kunnen we dit optimaliseren? Hoe kunnen we ICT inschakelen in het onderwijsleerproces op leerkrachtniveau in functie van digitale handelingsplanning? En op klas- en leerlingenniveau door het inschakelen van didactische ICTleermiddelen? Hoe kunnen we via ICT onze school en klaspraktijk breed toegankelijk maken voor alle leerlingen met speciale onderwijsbehoeften? Het zijn allemaal vragen die een goed ICTbeleidsplan vooraf gaan. Een duidelijke ICTvisie stimuleert leerkrachten om media in-
De belangrijkste conclusies: • Het computerpark is verouderd, zowel wat hardware als software betreft. Veel scholen gebruiken computers die door bedrijven werden geschonken of tweedehands ter beschikking gesteld. Scholen zijn te weinig op de hoogte van projecten van overheid of derden om in te tekenen op verminderde prijzen voor software pakketten en internetaansluiting. • Bijna alle scholen hebben minstens één beamer, slechts enkele scholen beschikken over een interactief bord. • Er is onvoldoende omkadering, zowel op technisch als op pedagogisch vlak. Door het verouderde computerpark besteedt de ICT-coördinator het grootste deel van zijn al beperkte tijd aan het onderhouden en herstellen van de computers en computernetwerken. Hierdoor blijft amper tijd over voor het pedagogische luik van diens opdracht. Deze tijdsindeling omdraaien vormt een uitdaging. • ICT wordt weinig gebruikt in de klaspraktijk. Goede, aangepaste programma’s en gepaste hardware aanpassingen zijn duur. Het fonds voor speciale leermiddelen komt voor het buitengewoon onderwijs niet tussen. De scholen moeten elke aankoop financieren vanuit hun werkingsmiddelen. Zeker de kleinere scholen buitengewoon onderwijs hebben onvoldoende financiële draagkracht en moeten hun aankopen spreiden in de tijd.
© Bart Van den Bossche
• We merken een sterke motivatie bij leerkrachten om aan de slag te gaan met ICT. Er zijn mooie praktijkvoorbeelden rond onder meer e-Twinningprojecten, maar vaak is er een technische beperking en een handelingsverlegenheid in de dagelijkse klaspraktijk.
Don Bosco BuSO, Aalst
10
juni 2012
• Keuzes maken voor een goed softwareprogramma voor leerkrachtenadministratie en handelingsplanning wordt moeilijk bevonden. Een digitaal platform is belangrijk voor leerkrachtenteams die handelings gericht willen werken en denken. Een digitaal leerlingvolgsysteem staat leer-
krachten toe om van op elke computer eenvoudig leerlingendossiers uit te wisselen, aan te vullen en bij te werken. Uit de bevraging blijkt dat veel scholen het moeilijk vinden om een keuze te maken. En als ze een keuze hebben gemaakt, hebben ze nog ondersteuning nodig bij het uitbouwen van een schooleigen, gebruiksvriendelijk en goed digitaal individueel handelingsplan en groepswerkplan. Enerzijds vraagt men inhoudelijk ondersteuning, inzichten in de processen en anderzijds de digitale vertaalslag naar hun digitaal platform
Wij concluderen dat er geïnvesteerd moet worden in tijd, middelen en vorming.
doel het uitbouwen van een eigen beleidsvisie en het implementeren ervan in de praktijk.
Plannen voor volgend schooljaar
Het VVKBuO droomt van een ICT-platform op zijn nieuwe website met goede praktijkvoorbeelden en informatie uit de (nog op te starten) netwerkgroepen.
VVKBuO-medewerker Tom Claes werkt volgend schooljaar voort aan de projecten rond ICT en handelingsplanning en aan de tweede editie van de buitengewone ICT-dag.
In de nieuwsbrief komt een rubriek ‘ICT-tips’. Tom Claes en Els Van Schelvergem VVKBuO
Hij zal in de verschillende diocesen werkgroepen begeleiden rond ICT-uitwisseling in het buitengewoon onderwijs, met als eerste
Bronnen: • Conceptnota mediawijs http://www.ond.vlaanderen.be/ict/beleid/conceptnota-mediawijsheid.pdf • Ontwikkelingsdoelen buitengewoon onderwijs leergebied ICT http://www.ond.vlaanderen.be/curriculum/buitengewoon-onderwijs/buitengewoon-basisonderwijs/type1/ict/algemeen.htm • mediawijsheid met aangepast lesmateriaal en methodieken: www.klascement.be/mediawijsheid. • http://www.wai-not.be/
Extra info Meer info:
[email protected] Nascholingen ICT voor leerkrachten die werken met kinderen met specifieke onderwijsbehoeften. • Buitengewone ICT-dag 14 november 2012. Kennismaken met software die specifiek bruikbaar is voor het buitengewoon onderwijs; • Tweedaagse nascholingen handelingsplanning in het BuBaO en BuSO met behulp van een softwareprogramma: Smartschool, Schoolonline, Docento en @volgmij; • Werken met dyslectiesoftware in de klas; • ICT-netwerken per bisdom: ICT-professionaliseren van scholen via diocesane netwerkgroepen. Meer informatie en de mogelijkheid om in te inschrijven : www.nascholing.be/VVKBuO
juni 2012
11
SECUNDAIR ONDERWIJS
visiedag VVKSO ‘toekomst SO inKLEUREN’ Gent 8 mei 2012
Het katholiek onderwijs komt met een eigen visie
O
p 8 mei trad het VVKSO naar buiten met de eigen visie op een secundair onderwijs in de toekomst. Nadenken over het secundair onderwijs van de toekomst is geen zwart-wit, maar een genuanceerd verhaal schrijven en de visie die we vandaag brengen is het resultaat van een tweejarig traject (door grondige consultatie van schoolbesturen en directies) waarover binnen het katholiek onderwijs een draagvlak bestaat. Voorafgaandelijk schetsen we nog even de contouren. Het VVKSO heeft zich ingeschreven in het denkwerk over een toekomstig SO vanuit het principe: ‘Borgen wat goed is, verbeteren waar mogelijk’, want laat ons duidelijk stellen, het secundair onderwijs in Vlaanderen is niet in crisis. Natuurlijk heeft het VVKSO ook oog voor de knelpunten. Eén van die knelpunten is dat veel leerlingen ofwel te laat, ofwel helemaal niet terecht komen in de studierichting die het best past bij hun mogelijkheden.
Focus op de structuur Het denkwerk van het VVKSO heeft zich de voorbije schooljaren toegespitst op een mogelijke structuur van het secundair onderwijs in de toekomst die de hiërarchische perceptie van studierichtingen moet wegwerken.. En ook hier moeten we bescheiden blijven. Het is te naiëf om te denken dat een verandering van structuren alles oplost – een mentaliteitswijziging van jongeren en zeker ouders is essentieel – maar structuren kunnen faciliterend werken om een juiste studiekeuze te maken.
Doelstellingen van de nieuwe structuur: reductie van studierichtingen en wegwerken van hiërarchie Wat moet volgens het VVKSO de nieuwe structuur beogen? In de eerste plaats moet de nieuwe structuur transparanter zijn dan de
12
juni 2012
huidige. Het is niet verwonderlijk dat ouders en leerlingen, maar ook leraren bij de 15 basisopties en 15 beroepenvelden in de eerste graad, 80 studierichtingen in de tweede graad, 150 studierichtingen in de derde graad door het bos de bomen niet meer zien. Bij gebrek aan inhoudelijke kennis van al die studierichtingen leidt dit vaak tot een verkeerde studiekeuze en eenzijdige adviezen. Ten tweede zijn leerlingen niet gelijk, je moet ze wel gelijkwaardig behandelen. Het is de grote uitdaging om een studieaanbod uit te bouwen dat alle talenten van alle leerlingen tot hun recht laat komen en hen maximale kansen geeft op succesvolle doorstroming naar hoger onderwijs en/of op werkgelegenheid.
Een brede eerste graad zonder basisopties De opbouw van de eerste graad moet een brede observering mogelijk maken, zodat leerlingen in optimale omstandigheden georiënteerd kunnen worden. Dat betekent dat je voor alle leerlingen voldoende uitdagingen moet inbouwen, een verlenging van het basisonderwijs lijkt niet aangewezen. De eerste graad mag niet langer een specifieke voorbereiding op studierichtingen van de tweede graad zijn. Op het einde van de eerste graad moeten leerlingen voldoende zicht hebben op hun abstractievermogen en een zeer ruime keuze kunnen maken voor een studierichting in de tweede graad zonder voorafnames. Wat stellen we nu vast? We stellen vast dat leerlingen die goed abstract kunnen denken
automatisch opteren voor de basisopties Latijn en Grieks-Latijn, ongeacht of ze daar interesse voor hebben. Hun keuze wordt sterk geleid door de maatschappelijke perceptie die klassieke talen hoger inschat dan de andere basisopties. De uitdaging bestaat erin dat de nieuwe structuur bijvoorbeeld in een alternatief van techniek en wetenschappen voorziet, dat een abstractiegraad bereikt die gelijk gesteld kan worden aan die van de klassieke talen. Voor de eerste graad legt het VVKSO zeer sterk de klemtoon op de algemene vorming. We stellen hier vast dat op dit moment een aantal leerlingen met problemen voor wiskunde en talen kiest voor basisopties die geen extra aandacht aan wiskunde en talen besteden, zodat die leerlingen deze problemen hun hele studieloopbaan meenemen. Ook hieraan moet de nieuwe structuur van de eerste graad een oplossing geven. Voor de leerlingen van de ‘B-stroom’ zou een geïndividualiseerd traject moeten kunnen starten in het basisonderwijs. Deze leerlingen vorderen op eigen tempo , gaan samen met hun leeftijdsgenoten over naar een volgend leerjaar (zonder zittenblijven) en naar het secundair onderwijs.
Geen onderwijsvormen meer in tweede en derde graad De strakke indeling in onderwijsvormen wordt hiërarchisch gepercipieerd en heeft ook beschotten opgericht die een stap naar een nieuwe studiekeuze bemoeilijken. Het lijkt ons dan ook beter om uit gaan van een continuüm van studierichtingen dat geen strakke grenzen trekt. Dit continuüm ordent de studierichtingen op basis van twee dimensies: van abstract naar concreet en van algemene inhouden naar specifieke inhouden. Het uitgangspunt van het continuüm moet zijn dat het studieaanbod tegemoet komt aan alle leerlingenprofielen en dat voor leerlingen, ouders en leraren de finaliteit van de studierichtingen duidelijk is.
In de tweede en derde graad onderscheidt het VVKSO de volgende 5 studiedomeinen: Taal en cultuur, Kunst en creatie, Maatschappij en welzijn, Economie en maatschappij en Wetenschappen en techniek. Binnen elk studiedomein onderscheidt men op niveau van de derde graad een viertal types van studierichtingen: • studierichtingen die voorbereiden op een brede, academische doorstroming;
• studierichtingen die voorbereiden op een beperkt aantal studierichtingen hoger onderwijs, hoger beroepsonderwijs of Se-n-Se en ook voorbereiden op de arbeidsmarkt (dus één of meer beroepskwalificatie omvatten); • studierichtingen die voorbereiden op de arbeidsmarkt, ook weer gekoppeld aan één of meer beroepskwalificaties.
Getrapte studiekeuze Het VVKSO kiest voor een onderwijsloopbaan die trapsgewijs verloopt. De keuze die de leerling maakt, wordt steeds fijnmaziger. Na de eerste graad heeft elke leerling de keuze voor om het even welk studiedomein. De keuze voor een studierichting wordt bepaald door de plaats van die studierichting op het continuüm. In elk van de studierichtingen (behorend tot één van de vijf studiedomeinen) wordt in de tweede graad breed
© Jackie Denis
• studierichtingen die voorbereiden op een gerichte doorstroming, in hoofdzaak professionele bachelors;
Het schoolkoor van Sint-Pieters Instituut in Gent, o.l.v. muziekleraar Jan Verbeeck, bracht een aangename muzikale omlijsting.
opgeleid met flexibele overgangsmogelijkheden tijdens en na die graad. Pas in de derde graad worden de studierichtingen meer specialiserend.
en de organisatie van 4 van de 5 studiedomeinen (Kunst en creatie is niet in elke scholengemeenschap noodzakelijk) met telkens de 4 types van studierichtingen.
Welke school mag welke studierichting organiseren?
Geloof in de professionaliteit van leraren, lerarenteams, scholen en schoolbesturen
Als ideaal schoolmodel poneert het katholiek onderwijs scholen die een brede eerste graad organiseren en zich op niveau van tweede en derde graad profileren rond één of meer studiedomeinen en die per studiedomein de 4 types van studierichtingen organiseren. Het is niet wenselijk, evenmin haalbaar om op korte termijn het huidige onderwijslandschap te herverkavelen. Men moet immers rekening houden met infrastructuur, geografische spreiding maar ook maar ook met schoolculturen. Om deze reden pleit het katholiek onderwijs voor geleidelijkheid en continueert het de rol van de scholengemeenschap. Als regionaal geordende entiteit streeft elke scholengemeenschap naar brede eerste graden, voldoende aanbod van de B-stroom
We zijn realist, kwaliteitsvol onderwijs wordt niet gemaakt door structuren, maar door professionele scholen en professionele schoolleiders en leraren. Het is de opdracht van de overheid om een kader vast te leggen en in de nodige middelen te voorzien. Dat kader moet aan de individuele scholen en scholengemeenschappen de nodige ruimte geven om zelf accenten te leggen, om zelf beleid te voeren, om in te spelen op concrete situaties. De kwaliteit van het Vlaams onderwijs is voor een groot deel te danken aan die beleidsruimte en de invulling die scholen eraan gegeven hebben. Ruimte laten aan scholen om een eigen kwaliteitsvol beleid te kunnen voeren is voor het VVKSO een basisprincipe.
U kunt de brochure “Toekomst SO inkleuren” bestellen op www.vvkso.be >Flits>Berichten (2012-05-11)>bestelformulier. De brochure kost € 7,50.
juni 2012
13
1
2
3
4
Foto 1:
De deelnemers werden onthaald door de secretaris-generaal en de directeurs van het VVKSO
Foto 2:
Chris Smits, secretaris-generaal VVKSO, opende de visiedag met een referaat over de uitgangspunten voor de toekomst van het secundair onderwijs.
Foto 3:
965 deelnemers luisterden geboeid.
Foto 4:
Carl Snoecx, stafmedewerker VVKSO, gaf een zeer begeesterende uiteenzetting over algemene vorming in relatie tot het pedagogisch project van de katholieke scholen.
In de namiddagsessies konden de deelnemers verder ingaan op de analyse die tot verschillende leerlingenprofielen heeft geleid en op de voorstellen voor een invulling
14
juni 2012
5
6
7
8
Foto 5:
Dominiek Desmet, directeur Leren en Onderwijzen, gaf toelichting bij de eerste graad in het toekomstig secundair onderwijs.
Foto 6:
Een visiedag als deze is tevens een uitstekende gelegenheid voor directies en schoolbesturen om elkaar te ontmoeten.
Foto 7:
Patrick Deboutte, stafmedewerker VVKSO, bracht duidelijkheid in het toekomstig studieaanbod.
Foto 8:
De studiedag werd afgerond met een slotbeschouwing van directeur-generaal, Mieke Van Hecke.
van de vijf studiedomeinen. © Foto’s: Jackie Denis
juni 2012
15
VOLWASSENENONDERWIJS
klasbak Over onderwijs en gevangenen
M
aandagochtend, 8.00u. Een leerkracht wandelt met zijn boekentas en een stapel kopies een leslokaal binnen. Een kwartier eerder belde hij aan bij de portier. Een handdruk, een badge, door de metaaldetectie… een lange gang door, wachten voor de deur, KLIK, de deur zwaait open, terug een gang in, hoge tralies en veel rumoer, een handdruk, trap op, nog een trap op, wachten, KLIK, deur open… De leerkracht staat klaar om de cursisten te begroeten. Na vijf minuten komen ze druppelsgewijs binnengewandeld. Na een kwartier is de helft aanwezig. Kopieën uitdelen, een praatje hier, een handdruk. De les begint. Na een half uur komen nog enkele cursisten binnengevallen. Ze hebben ons niet geroepen meneer! Om kwart voor 9 sloft de laatste cursist de klas binnen… Present: 7 van de 10 cursisten. 2 uitgehaald om voor te komen voor de rechtbank, 1 sinds gisteren op transfer naar een andere gevangenis.
Klasbak is een gloednieuw kennis centrum voor onderwijs aan gedeti neerden, dat opgericht is in de schoot van de stuurgroep volwassenen onderwijs, en gevoed wordt door de onderwijscoördinatoren van de consortia volwassenenonderwijs.
Zo begint ons verhaal. Niet herkenbaar? Wel voor de vele leerkrachten uit de centra voor volwassenenonderwijs en de centra voor basiseducatie die elk jaar opnieuw de schoolpoort ruilen voor de gevangenispoort. Sommige leerkrachten hebben er jarenlang ervaring, maar voor velen is het een nieuwe uitdaging. Sinds de komst van het decreet betreffende het volwassenenonderwijs van 2007 is het onderwijs in de Vlaamse en Brusselse gevangenissen sterk uitgebouwd. Het decreet voorziet een kader en ondersteuning, de centra voorzien in een kwalitatief aanbod dat volkomen gelijkwaardig is aan het aanbod
16
juni 2012
buiten. Op de attesten zie je niet dat ze in de gevangenis behaald zijn. Het decreet betreffende het volwassenenonderwijs is vijf jaar oud. Vijf jaar hebben de consortia volwassenenonderwijs gebouwd aan een evenwichtig en behoeftedekkend aanbod in de gevangenissen. Ze hebben zich het werken in de gevangenis eigen gemaakt, soms als echte pioniers, en hebben de scherpe kantjes binnen de muren ontdekt, met vallen en opstaan. Ze hebben kennis en expertise opgebouwd. Na vijf jaar maken we de balans op. We duiken hiervoor in het verleden en werpen een blik op de toekomst. We stellen ook Klasbak voor, dat deel zal uitmaken van deze toekomst.
Het strategisch plan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden De staatshervorming in 1980. België wordt opgesplitst in drie Gemeenschappen en drie Gewesten, met een overkoepelende federale staat. Justitie blijft een federale bevoegdheid, persoonsgebonden materies gaan naar de Gemeenschappen: onderwijs, vorming, sport, cultuur, … De Vlaamse Gemeenschap vrijwaart voortaan de rechten van al haar burgers op deze domeinen. Ze moet echter vaststellen dat ze hierin niet slaagt voor een specifieke doelgroep: de gedetineerden. Gedetineerden kunnen niet zoals vrije burgers toestappen op het aanbod aan hulp- en dienstverlening wanneer zij dat willen. Nochtans hebben zij hierop wel recht. Een gedetineerde verliest met zijn gevangenisstraf immers enkel het recht om te gaan en staan waar hij wil. De Vlaamse Gemeenschap besluit dat het haar plicht is om het aanbod van
buiten, dat niet toegankelijk is voor de gedetineerden, naar binnen te brengen. Een gelijkwaardig en kwalitatief aanbod. In 1996 sluit de Vlaamse overheid een sa menwerkingsovereenkomst af met Justitie. Vanaf dan kunnen Vlaamse medewerkers de gevangenissen betreden. Het aanbod is echter niet structureel en afhankelijk van lokale actoren en factoren. Daarom wordt een gezamenlijke visie ontwikkeld op hoe en waarom de Vlaamse Gemeenschap in de gevangenis wil werken. Zo ontstaat in 2000 het strategisch plan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden. Zes beleidsdomeinen van de Vlaamse Gemeenschap engageren zich hierin om een structureel aanbod uit te bouwen in de gevangenissen, vanuit een gezamenlijke visie, maar elk met zijn eigen klemtoon en eigenheid. De zes betrokken beleidsdomeinen zijn Onderwijs, Werk, Sport, Cultuur, Welzijn en Gezondheid.
Een decretaal kader voor onderwijs In 2007 worden de engagementen van Onderwijs decretaal verankerd in het decreet betreffende het volwassenenonderwijs. In dit decreet worden de consortia volwassenenonderwijs opgericht. Dit zijn regionale, netoverschrijdende samenwerkingsverbanden tussen de centra voor volwassenenonderwijs en het centrum voor basiseducatie van een welbepaalde regio. Vlaanderen en Brussel tellen tezamen 13 consortia volwassenenonderwijs, 11 daarvan hebben één of meerdere gevangenissen op hun grondgebied. De kernopdracht van de consortia volwassenenonderwijs is de lokale afstemming van het onderwijsaanbod. Dit houdt onderling overleg in, het bieden van een forum voor overleg met nietonderwijspartners en het fungeren als centraal aanspreekpunt voor het volwassenenonderwijs in de regio. De consortia dienen deze kernopdracht ook uit te oefenen in de gevangenis. De centra zijn dus gezamenlijk verantwoordelijk voor het uitbouwen van een afgestemd aanbod binnen de muren. Daarnaast dienen ze de leerbehoeftes van de gedetineerden in kaart te brengen en een systeem van leertrajectbegeleiding voor
gedetineerden op te zetten. De consortia krijgen middelen toegekend voor het uitvoeren van deze opdracht in de gevangenis. Hiermee kunnen ze een onderwijscoördinator aanwerven. Anno 2012 zijn er 13 onderwijscoördinatoren tewerkgesteld in de 19 Vlaamse en Brusselse gevangenissen. Zij hebben allen een standplaats in de gevangenis van hun regio en vertegenwoordigen daar het consortium volwassenenonderwijs. In overleg met het consortium, de Vlaamse partners en de partner Justitie werken zij een volwaardig onderwijsaanbod voor de gedetineerden uit. Het decreet betreffende het volwassen enonderwijs voorziet ook in centrale onder steuning van de consortia en de onder wijscoördinatoren in hun opdracht in de gevangenis. Deze ondersteuningsopdracht is toegekend aan de stuurgroep volwassen enonderwijs, die kennis en expertise opbouwt op verschillende vlakken binnen het vol wassenenonderwijs. Het onderwijs aan gedetineerden is een van de vlakken waarop de stuurgroep actief is.
De gevangeniscontext bepaalt zeer sterk welk aanbod het consortium kan organiseren. Onder andere de volgende factoren zijn bepalend: grootte van de gevangenis, graad van overbevolking, beschikbare infra structuur, profiel van de gedetineerden (beklaagden of veroordeelden), lokale onderwijsgeschiedenis (lange traditie of pionierswerk).
Het onderwijsaanbod in de gevangenissen Vlaanderen en Brussel tellen tezamen 19 gevangenissen: 6 in Antwerpen (Antwerpen, Mechelen, Turnhout, Wortel, Merksplas en Hoogstraten), 2 in Limburg (Hasselt en Tongeren), 2 in Vlaams-Brabant (Leuven-Hulp en Leuven-Centraal), 3 in Brussel (Sint-Gillis, Vorst en Berkendael), 3 in Oost-Vlaanderen (Gent, Dendermonde en Oudenaarde) en 3 in West-Vlaanderen (Brugge, Ieper en Ruisele-
de). In elke gevangenis wordt een (minimaal) onderwijsaanbod ingericht. Het aanbod is zeer divers en gaat van één module in de gevangenis van Vorst tot een uitgebreid gamma aan talen, ICT en beroepsopleidingen in bijvoorbeeld Leuven-Centraal. De gevangeniscontext bepaalt zeer sterk welk aanbod het consortium kan organiseren. Onder andere de volgende factoren zijn bepalend: grootte van de gevangenis, graad van overbevolking, beschikbare infrastructuur, profiel van de gedetineerden (beklaagden of veroordeelden), lokale onderwijsgeschiedenis (lange traditie of pionierswerk). De paradepaardjes van het onderwijsaanbod in de gevangenissen zijn de talrijke beroepsopleidingen. Zij bieden de cursisten de kans om na hun detentie sneller weer aan de slag te kunnen en de draad van hun leven op te pakken. De volgende beroepsopleidingen worden in de gevangenissen volledig of gedeeltelijk aangeboden: bedrijfsbeheer, onderhoud en herstellingen, hulpkok, schilderbehanger, hovenier, boekhouden-informatica, metselaar, bekister, stukadoor, tegelzetter, residentieel elektrotechnisch installateur, loodgieter, monteur centrale verwarming, kantooradministratie en gegevensbeheer, lasser-monteerder, fietshersteller, groenteteelt en bestuurder heftruck. Uiteraard is dit aanbod gespreid over de gevangenissen, en hebben de gedetineerden bijgevolg in de praktijk geen vrije keuze tussen de verschillende opleidingen. Er wordt echter gewerkt aan onderwijstrajecten binnen de muren, waarbij educatieve transfers een grote meerwaarde kunnen bieden. Educatieve transfers zijn overbrengingen van gedetineerden naar een andere gevangenis in het kader van hun onderwijstraject. Voor de beroepsopleidingen in de gevangenis van Oudenaarde worden educatieve transfers al jaren toegepast. Oudenaarde is dan ook een gevangenis met een
lange en respectabele onderwijstraditie. Een mooi voorbeeld van een onderwijsaanbod dat afgestemd is op de gevangeniscontext is dat in de gevangenis van Ruiselede. De open gevangenis van Ruiselede is een penitentiair landbouwcentrum, een grote boerderij met een landbouw- en veeteeltbedrijf. Er is plaats voor een zestigtal gedetineerden. Het is een plek waar gedetineerden het laatste gedeelte van hun straf uitzitten en waar ze verplicht zijn te werken in het bedrijf. Velen werken in de landerijen buiten het domein en dus ook buiten de omheining. Het onderwijsaanbod bestaat onder andere uit een module tuinonderhoud en een module groenteteelt, volledig afgestemd op het werk van de gedetineerden. Er wordt ook een module heftruckchauffeur ingericht om het werk op de boerderij te vergemakkelijken. Een groot aanbod aan talen en ICT is er niet. De gedetineerden zijn immers enkel ’s avonds vrij om lessen te volgen, en gaan zich na een gevulde werkdag (met opleiding) liever ontspannen in de leefruimtes.
Een moeilijke evenwichtsoefening Het onderwijs in de gevangenissen kent uiteraard ook vele uitdagingen. Het is een relatief jonge sector en kampt hierdoor met de nodige groeipijnen. Zo hinkt het steeds achterop wat betreft nieuwe technologieën en innovatieve methodieken. Praktische bezwaren, maar ook beleidskeuzes liggen hier aan de grondslag: internet wordt om veiligheidsredenen uit de gevangenis gebannen, ook voor educatieve doeleinden. Er is een constante zoektocht aan de gang naar geschikte leslokalen en ateliers voor beroepsopleidingen. Een aanzienlijk gedeelte van de gebouwen dateert uit de negentiende eeuw
De paradepaardjes van het onderwijsaanbod in de gevangenissen zijn de talrijke beroepsopleidingen. bedrijfsbeheer, onderhoud en herstellingen, hulpkok, schilder-behanger, hovenier, boekhouden-informatica, metselaar, bekister, stukadoor, tegelzetter, residentieel elektrotechnisch installateur, loodgieter, monteur centrale verwarming, kantooradministratie en gegevensbeheer, lassermonteerder, fietshersteller, groenteteelt en bestuurder heftruck.
juni 2012
17
en is niet voorzien op de uitbouw van een moderne hulp- en dienstverlening. Ruimte voor klaslokalen of ontspanningsruimtes is dan ook bijzonder schaars. Leerkrachten worstelen daarnaast vaak met het strikte regime (in sommige gevangenissen geeft men drie uur les zonder dat de cursisten het lokaal mogen verlaten) en de tijdrovende procedures bij het binnengaan en verlaten van de gevangenis. Ook het binnenbrengen van elektronisch materiaal zoals laptops en USB-sticks ligt niet voor de hand. De gevangenisdirecties tonen zich maar al te vaak bereid om het onderwijs in hun gevangenis te ondersteunen, maar ook zij kampen met bijkomende problemen. De constante overbevolking en het onrustige sociale klimaat zijn er enkele van. Bovendien primeert (terecht) ook steeds de veiligheid, zowel van de gedetineerden als van het personeel. Een goed evenwicht zoeken tussen al deze bekommernissen is een bijzonder moeilijke oefening.
Geen onderwijs zonder cursisten Laten we niet vergeten dat ook voor de gedetineerden onderwijs volgen niet evident is. Vaak delen ze noodgedwongen hun cel en bemoeilijkt dat het studeren. Of ze zijn verwikkeld in gerechtelijke procedures die altijd primeren. Ze worden zonder verwittiging uit de les gehaald voor gesprekken met begeleiders of voor een onaangekondigd bezoek…
Klasbak Zo komen we aan het einde van dit verhaal. Het decreet betreffende het volwassenenonderwijs is vijf jaar oud. Er is in de voorbije jaren een schat aan kennis en expertise opgebouwd wat betreft onderwijs in de gevangenissen. Het is tijd om deze kennis te bundelen, te borgen, te ontwikkelen en te innoveren. Ze moet ter beschikking gesteld worden van de onderwijspartners, maar ook van de Vlaamse en federale partners in de gevangenissen. Er dienen stappen gezet te
worden om het pionierswerk om te zetten in structuren, en om samenwerkingen over de gevangenismuren heen op te bouwen. Hiertoe werd Klasbak uit de grond gestampt. Klasbak is een gloednieuw kenniscentrum voor onderwijs aan gedetineerden, dat opgericht is in de schoot van de stuurgroep volwassenenonderwijs, en gevoed wordt door de onderwijscoördinatoren van de consortia volwassenenonderwijs. Klasbak zal instaan voor het professionaliseren van het onderwijs aan gedetineerden in al zijn facetten, en voor het profileren van het onderwijs in de gevangenissen. Zowel naar de partners toe als naar de brede maatschappij. Klasbak zal vormingsactiviteiten inrichten voor leerkrachten, innovatieve projecten ondersteunen – zoals het binnenbrengen van afstandsonderwijs in de gevangenissen –, krachtige aanbevelingen doen naar het beleid, en nog veel meer. Alle begin is klein. Ook Klasbak begint klein. Inge Van Acker, projectmedewerker onderwijs gedetineerden van de stuurgroep volwassenenonderwijs
Extra info Op 25 september 2012 stelt Klasbak zich officieel voor aan de partners en alle geïnteresseerden tijdens een kick-off seminarie in Leuven. Klasbak zal er uitgebreid zijn werking en partners voorstellen, en zijn nieuwe website en logo (ontworpen door een gedetineerde) onthullen. Lopende projecten binnen de gevangenis zullen toegelicht worden en er wordt vooruit geblikt naar de toekomst van het volwassenenonderwijs binnen de muren. Ook onze doelgroep wordt niet vergeten. Een ex-gedetineerde getuigt over zijn ervaringen met onderwijs binnen de gevangenis. Interesse voor het kick-off seminarie van Klasbak? Hieronder vind je praktische informatie en contactgegevens. Een volledig programma en mogelijkheid tot inschrijven vind je terug op de website van Vocvo bij de Bakberichten.
KLASBAK KICK-OFF SEMINARIE 25 september 2012 in de namiddag Provinciehuis Leuven Deelname is gratis Meer informatie via
[email protected] Zie ook op p. 30 in dit nummer.
18
juni 2012
PEDAGOGISCHE ONDERSTEUNING
sociale stage in basisschool emmaüs aalter
I
n de basisschool Emmaüs in Aalter worden al een tiental jaren projecten met senioren georganiseerd. Al in de kleuterklas zijn ouderen geen vreemden. De andere projecten situeren zich in het eerste, tweede en zesde leerjaar. Ontmoetingsdagen en intergene rationele projecten, die in deze artikelenreeks kaderen binnen sociale stage komen behalve in het secundair onderwijs dus ook voor in het basisonderwijs.
- Wat is dat : ‘tam’’? - Je bent niet van hier, zei de vos. Wat zoek je eigenlijk ? - Ik zoek vrienden. Maar wat betekent dat tam-maken ?
kind en eten ze daarna samen frietjes. De kleuters van het eerste kleuterklasje treden op voor de grootouders (dansjes per klas, liedjes en versjes,…) en ook zij hebben iets geknutseld voor hun oma, opa, mémé of pépé, Daarna drinken ze samen soep. De vierjarigen doen eerst met de grootouders activiteitjes in de klas. Daarna is er ook hier weer tijd voor een geschenkje gevolgd door koffie met gebak. De oudste kleuters nodigen rond Nieuwjaar de grootouders uit voor een heus nieuwjaarsfeest met receptie en dans.
- Dat is een begrip dat maar al te zeer vergeten is. Het betekent : verbondenheid scheppen. - Verbondenheid scheppen ? - Ja, inderdaad, zei de vos. Jij bent nu voor mij nog maar een klein jongetje, net als alle andere kleine jongetjes. Ik heb geen behoefte aan jou, evenmin als jij behoefte hebt aan mij. Ik ben voor jou als alle andere vossen. Maar als jij mij tam maakt, dan groeit er verbondenheid. Dan zullen we behoefte hebben aan elkaar. Dan word jij voor mij enig op de wereld en ik voor jou. De vos werd stil en keek het prinsje lang aan. - Alsjeblieft... wil je me tam maken ? zei hij (Uit: “De Kleine Prins”, Antoine de Saint-Exupéry) Dit citaat uit de Kleine Prins van Antoine de-Saint-Exupéry staat op de website van de Emmaüs basisschool in de rubriek ‘opvoedingsproject’. Het illustreert dat de school in haar ervaringsgericht onderwijs een grondhouding van verbondenheid nastreeft met alles wat leeft; met de ervaring een deel te zijn van de geschiedenis, de kosmos, het overstijgende. Die beleving maakt dat mensen zorg gaan dragen voor zichzelf, de ander, de omgeving, de wereld… De projecten en initiatieven die al een tiental jaren in verschillende leerjaren voor en met ouderen worden georganiseerd passen uitstekend binnen het opvoedingsproject van de school en zijn bovendien voorbeelden van sociale stage in het basisonderwijs.
een oma die goed kerststukjes kan maken, een opa die postbode is, grootouders die graag verhaaltjes voorlezen. Elk schooljaar worden de grootouders in de kleuterklassen uitgenodigd zodat ze kunnen zien hoe hun kleinkinderen op school bezig zijn. Bij de peuters gaan ze dan samen dansen, nemen ze een kijkje in de klas, ontvangen ze een geschenkje gemaakt door hun klein-
Lagere school - De Veilige Have WZC Vanaf de lagere school wordt de kring bejaarden iets ruimer dan uit de naaste omgeving van de kinderen. In onze lessen rond sociale vaardigheden werken we met bejaarden uit de woonbuurt van de kinderen (bv. voor een interview over de oorlog, spelletjes en speelgoed van toen zij jong waren, een taakje uitvoeren voor een bejaarde, etc. ). Op vraag van het woon- en zorgcentrum De Veilige Have wordt versiering gemaakt om de gangen, de kamerdeuren en de recreatieruimtes wat op te vrolijken al dan niet binnen een bepaald thema. Daarnaast werkt de school voor het eerste,
Kleuterschool - Grootouderfeest Ouders en grootouders worden nauw bij de school betrokken. Al in de kleuterklassen komen zij in functie van bepaalde thema’s naar de klas: een opa die samen met de kleuters voederplankjes timmert voor de vogeltjes, een oma die vroeger kapster was,
juni 2012
19
goed was en waar het minder liep. Er worden ook van beide kanten ideetjes uitgewisseld.
Zesde leerjaar - Verbondenheid In september start het overleg tussen De Veilige Have en de klastitularissen van het zesde leerjaar. Er zijn vier contactmomenten tussen het zesde leerjaar en De Veilige Have.
tweede en zesde leerjaar in samenwerking met de Veilige Have jaarlijks specifieke activiteiten uit. De schooldirectie en het WZC kwamen tot deze initiatieven naar aanleiding van enkele wetenschappelijke bevindingen over samenwerking van scholen met zorgcentra. De ervaringen van enkele andere scholen maakten de leerkrachten enthousiast en nieuwsgierig.
Eerste - en tweede leerjaar - Sprookjesnacht De school organiseert ieder jaar een sprookjesnacht. Twee dagen lang worden de kinderen ondergedompeld in de sprookjessfeer. Zij verkleden zich dan als sprookjesfiguren en trekken samen met de leerlingen van het eerste leerjaar voor een soort carnavalsoptocht naar De Veilige Have. Daar houden de beide leerjaren (een 155-tal leerlingen) een korte voorstelling van liedjes en dansen. Ze trekken ook door de gangen voor de bewoners
die niet naar de voorstelling komen. De leerlingen van het tweede leerjaar blijven daarna overnachten op school. In de voorbereiding maakt de klastitularis afspraken over het gedrag . De kinderen moeten rustig blijven, bij elkaar blijven, beleefd zijn etc. Er wordt ook begeleiding gezocht voor de wandeltocht naar en in het rusthuis. De kinderen vinden de stoet heel leuk. Ze verkleden zich graag om dan te ‘showen’. De bewoners zijn ook vaak verkleed - ook al is het maar een hoedje of wat slingers - en dat vinden de kinderen ook heel tof. Het optreden verloopt heel ontspannen en voor een superdankbaar en enthousiast publiek. De bejaarden vrolijken op als ze de kinderen zien en dat merken de kinderen zelf ook. De tweede dag komen er grootouders van de leerlingen sprookjes voorlezen aan kleine groepjes leerlingen. De mensen die in het woon- en zorgcentrum verantwoordelijk zijn voor de animatie bekijken na afloop samen met leerkrachten wat
De eerste keer wordt er in De Veilige Have kennisgemaakt. De leerlingen krijgen uitleg over het gebouw, de organisatie, de bewoners, het personeel etc. De volgende keer bezoeken de leerlingen per twee de bewoners in hun kamers. Ze voeren een gesprek en spelen een gezelschapsspel. De derde ontmoeting is een uitwisseling. Een halve klas trekt naar De Veilige Have om daar spelletjes te spelen, gedichten voor te lezen, liedjes te zingen (een soort vrij podium). De andere helft van de klas verwelkomt enkele bewoners van De Veilige Have op school. Zij doen dezelfde activiteiten als de leerlingen die in het rust- en verzorgingstehuis zijn. Er wordt natuurlijk ook iets samen met de bewoners gedronken en gegeten. De leerlingen bouwen een band op met de bewoners en zijn heel creatief en enthousiast. Ze gedragen zich op een respectvolle manier en zijn zelfstandig en zorgzaam. Op het eind van het schooljaar sluiten alle klassen van het zesde leerjaar hun samenwerking af met een slotfeest met optredens. De leerlingen treden dan op voor de bejaarden (toneeltjes, zang, ...) in De Veilige Have. Els Nemegeers Melissa van Oostrom
www.VSKO>Diensten>Vakoverschrijdende thema’s>sociale stage Tijdens een sociale stage zetten leerlingen zich belangeloos in voor kansarme doelgroepen, waarmee ze anders niet in contact komen. De nieuwe webpagina van het VSKO geeft niet alleen antwoorden op vragen van scholen die sociale stage willen opstarten, of er al mee bezig zijn, maar ook op vragen van scholen die nog niet weten wat sociale stage inhoudt. De informatie verwijst naar bestaande initiatieven in Vlaanderen en naar voorbeelden van ‘maatschappelijke stage’ in Nederland. Het VSKO wil dergelijke initiatieven verder ondersteunen en is geïnteresseerd in nieuwe projecten of praktische voorbeelden. U vindt alle informatie terug op de website van het VSKO, rubriek “Diensten”, subrubriek Vakoverschrijdende thema’s, sociale stage. Contactadres:
[email protected]
20
juni 2012
DIENST NASCHOLING EN INTERNATIONALISERING
praktijkonderzoek Hoe zit dat nu, feitelijk? In november 2010 organiseerde de DNI in Oostende een door de deelnemers erg gewaardeerd congres rond professionele ontwikkeling van leraren. Prof. Helen Timperley uit Nieuw-Zeeland was toen de keynotespeaker. Slotsom van dit seminarie was toen dat praktijkonderzoek gekoppeld aan academisch onderzoek de kwaliteit van het onderwijs verder kan optimaliseren. DNI heeft zijn internationale contacten geraadpleegd en is er in geslaagd om de internationaal gerenommeerde professor, Nancy Dana van de universiteit van Florida als keynotespeaker vast te leggen voor het volgend seminarie met als titel:
Praktijkonderzoek: Hoe zit dat nu, feitelijk? Dit seminarie gaat door in Thermae Palace, Oostende van 21 tot 23 november 2012. Een stuurgroep met leden vanuit de verschillende geledingen van het VSKO werkte het seminarie verder uit. Er wordt vertrokken vanuit je eigen context. Nancy Dana zal tijdens de keynotes input geven over hoe je de eigen praktijk kunt onderzoeken en hoe je dit kan linken aan academisch onderzoek. Een twintigtal academici en praktijkmensen diept tijdens themasessies de keynote verder uit. Op het einde van de dag kan je in een leergroep het geleerde binnen je eigen context verankeren. De stuurgroep van het seminarie nodigt je van harte uit. Meer info vind je hieronder en op de website van de DNI: www.nascholing.be
juni 2012
21
SCHOOLBESTUREN
ontmoeting diocesane comités van inrichtende machten
H
et Diocesaan Comité van Inrichtende Machten (DCIM) van het aartsbisdom Mechelen-Brussel mocht op 22 maart 2012 als gastheer fungeren voor de jaarlijkse ontmoeting van de diocesane comités van inrichtende machten van de vijf bisdommen. De Vereniging van Inrichtende Machten van het Katholiek Onderwijs (VIMKO) organiseert die ontmoeting elk jaar in een ander bisdom om uitwisseling mogelijk te maken tussen de werkingen van de verschillende diocesane comités.
In zijn welkomstwoord verwees bisschoppelijk afgevaardigde Fons Uytterhoeven naar het drama van het busongeval in Zwitserland en vroeg hij aandacht voor alle andere kinderen die niet thuis komen (dat is er elke dag wel één). Hij kaderde de bijeenkomst in de verbondenheid en zorg voor alle kinderen.
verdiende. Zij sprak haar medeleven uit naar de voorzitter van de Sint-Lambertusschool in Heverlee (Pol Carmen, lid van het DCIM) voor het leed dat zijn schoolgemeenschap heeft getroffen. Ze schetste even een ontwikkelingsperspectief van de werking van de inrichtende machten in het kader van de herziening van de statuten van het Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs (VSKO). De diocesane comités zouden nog sterker bij het beleid betrokken worden via hun vertegenwoordiging in de VIMKO.
Griet Desmet, voorzitster van VIMKO, vond in haar inleiding dat de inzet van zo vele bestuurders op basis van vrijwilligheid respect
André Janssens, directeur van VIMKO, verwees de aanwezigen naar de documentatiemap waarin elk bisdom de werking van het eigen
© André Janssens
Een vijftigtal leden uit de bisdommen Antwerpen, Brugge, Gent, Hasselt en MechelenBrussel grepen de kans om met elkaar in dialoog te gaan over vele gemeenschappelijke bekommernissen.
22
juni 2012
diocesaan comité op papier had gezet en hij nodigde de leden uit voor een eerste gespreksronde per bisdom. Elk diocesaan comité beoordeelde daarin zijn eigen werking op haar sterktes en zwaktes en formuleerde wat wenselijk was. Tijdens de tweede gespreksronde werden de groepen gemengd en konden de leden hun bevindingen confronteren met die van andere comités. In een plenum bracht elke groep verslag uit over gemeenschappelijke aandachtspunten. Bij verschillende groepen kwam het centraal stellen van de eigen identiteit van het katholiek onderwijs sterk naar voren. Allemaal streven ze ernaar de schoolbesturen beter te bereiken, de communicatie te verbeteren en een proces op gang te brengen om naar meer samenwerking te groeien. Daarbij botsen ze allemaal op de beperkte mankracht en middelen. Uiteindelijk zijn de leden van de diocesane comités vooral vrijwilligers. Ondersteuning vanuit elk vicariaat wordt sterk op prijs gesteld en begint hier en daar concrete vorm aan te nemen. De deelname aan vorming voor besturen kent in het ene bisdom meer succes dan in het andere, vandaar dat
sommige diocesane comités proberen om zelf naar de schoolbesturen toe te gaan, om hen te consulteren over het beleid, advies te geven. Ten slotte willen de diocesane comités meer wegen op het onderwijsbeleid binnen de koepel. Ook VIMKO verdient meer omkadering, vonden sommigen. Vanuit het VSKO lichtte Paul Wille, secretarisgeneraal, de onderwijsactualiteit toe.
© Guido François
Tot slot van de vruchtbare namiddag bood Fons Uytterhoeven alle gasten een koud buffet aan in het plaatselijke restaurant Hof De Merode. De delegaties uit de vijf bisdommen konden de maaltijd zeer op prijs stellen en kregen zo nog eens de gelegenheid om nieuwe mensen te leren kennen, die eenzelfde motivatie delen: woordvoerder en pleitbezorger zijn en ten dienste staan van schoolbesturen van het katholiek onderwijs in Vlaanderen en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Guido François, coördinator Dienst Katholiek Onderwijs Aartsbisdom Mechelen-Brussel
Alle abonnees ontvangen bij dit Forumnummer de brochure met het vormingsaanbod voor besturen 2012-2013.
© Guido François
Besturen kunnen het vormingsaanbod nu reeds agenderen op hun vergadering. Meer informatie en inschrijven via www.nascholing.be/vimko. In juni ontvangt de contactpersoon van elk bestuur nog een extra brochure per post. Leden van de diocesane comités wisselen hun ervaringen uit.
juni 2012
23
OPVOEDINGSPROJECT & PASTORAAL
bezinning voor onderwijsmensen in de abdij van Averbode
Deelnemers blikken terug op de editie 2011-2012 (Deel I)
H
et VSKO en de Abdij van Averbode realiseerden in het schooljaar 2011-2012 de 15de editie van hun bezinningsprogramma voor onderwijsmensen in de abdij. Toeters en bellen waren er niet voor op het appel geroepen, wel eens te meer een stevig bezinningsaanbod om mensen uit het onderwijs een toegevoegde adem te geven volgens de beproefde en tijdloze formule van een ‘midweekend’: 24 uren tijd en ruimte krijgen om de spurt doorheen het schooljaar stil te zetten voor een verkwikkend zuurstofbad. In dit artikel ontvouwen enkele deelnemers hun belevenissen. Ondertussen staat alweer een nieuw scenario voor volgend schooljaar op stapel.
Kwaad: een gesloten poort? spiritueel omgaan met kwaad en schuld vanuit christelijk perspectief Midweekend van 18-19 november 2011 met Ilse Cornu In de abdij van Averbode, een bevoorrechte plaats om tot stilte en bezinning te komen, nam ik op 18 – 19 november 2011 deel aan de ontmoetingsdag voor onderwijsmensen. Ilse Cornu, theologe, docente en hoofdredactrice van de magazinereeks ‘Leven – wat er echt toe doet’, gidste ons door deze moeilijke materie: zinvol omgaan met kwaad en schuld vanuit christelijk perspectief. Elk van ons wil een goed mens zijn en wil vrede om zich heen. Toch is de kans groot dat we vroeg of laat met kwaad worden geconfronteerd, kwaad dat ons wordt aangedaan of kwaad dat we bewust of onbewust zelf veroorzaken. Afhankelijk van de positie waarin we ons bevinden, verschilt de visie op schuld en straf, op kwaad en kwetsbaarheid. Vertrekkende vanuit ons criterium omtrent goed en kwaad maakten we kennis met drie populaire visies: diabolisering (de dader wordt vereenzelvigd met het kwaad, de goede kanten van de dader worden niet gezien), banalisering (daders zijn speelballen van situaties of leiders, luchtballonnen die zich laten meedrijven), ethisering (daders gaan ervan uit dat ze goed doen en dat hun daad verantwoord is, waardoor slachtoffers zich schuldig gaan voelen). Aan de hand van uitspraken van bekende inspirerende figuren (o.a. Herman Van Rompuy, Frère Alois van Taizé, de protestantse theologe Lytta Basset, Jef Vermassen) en van Bijbel verhalen (Samuel 12) begrepen we hoe moeilijk het is om te gaan met kwaad en schuld en hoeveel tijd het vraagt om tot vergeving en verzoening te komen. Er bestaan geen pasklare antwoorden voor. Het kwaad en het lijden van het slachtoffer erkennen, de woede op het kwaad toelaten, het herstel van wat beschadigd is, de straf en nederigheid zijn essentieel om tot vergeving te kunnen overgaan. De wijze waarop Ilse Cornu en enkele rollenspelers ons het kwaad dat Jacob en Ezau (Genesis 25) overkwam, deed ’mee-lijden’ werd door mij als zeer beklijvend ervaren. Ze deed me inzien dat een open houding die gericht is op de andere, een ‘vermorzeld hart’ en het geloof dat God naast je staat, vergeving mogelijk maken, maar ze deed me ook beseffen dat je niet meer dezelfde bent en dat er creativiteit, afstand, respect voor ieders tempo en ‘compassio’ nodig zijn.
24
juni 2012
Soms kunnen mensen zo ingrijpend gekwetst zijn dat het, ook als gelovige, onmogelijk is om tot vergeving over te gaan. Zij mogen het uiteindelijke oordeel en vergeving aan God overlaten. Deze samenkomst werd door alle deelnemers als zeer verrijkend ervaren. De doorleefde wijze waarop Ilse Cornu het thema bracht, de mogelijkheid met de andere deelnemers te reflecteren, de gastvrijheid die we in de abdij mochten ervaren, de rustgevende omgeving, de inspirerende gezangen van de gemeenschap, vormden een geslaagd geheel. Het was de eerste keer dat ik (samen met mijn echtgenoot) aan een bezinningsdag voor onderwijsmensen deelnam, het zal niet de laatste keer zijn. Ik kan het iedereen aanbevelen. Mia Boonen Voorzitter schoolbestuur H. Hartschool St.Gillis – Dendermonde
ZOEKEN EN HOPEN: KERK, CHRISTELIJKE IDENTITEIT EN CRISIS Midweekend van 20-21 januari 2011 met Jürgen Mettepenningen In januari mochten wij een bezinning voor onderwijsmensen meemaken in de abdij van Averbode. Jürgen Mettepenningen slaagde er in om zijn bezinning niet voor maar met onderwijsmensen te brengen! Tijdens drie conferenties wandelde hij met ons vanuit het dagelijks leven de berg op om van daaruit, geconfronteerd met vele vragen, even naar onszelf te kijken aan de hand van het evangelie, om daarna met veel hoop en via blijde ontmoetingen met Jezus de berg weer af te gaan naar het ‘samen’leven met onze medemens.
Dat mensen vandaag de dag met vele vragen zitten, is duidelijk. Ook op het vlak van geloof en Kerk. De Kerk lijkt in de touwen te hangen. Het is crisis. Het is de overtuiging van Jürgen Mettepenningen dat ten tijde van crisis een terugkeer naar de essentie van Kerk en geloof noodzakelijk is.
Het evangelie is een verhaal van en over mensen en hun zoeken naar zin, naar antwoorden op vragen.
De Blijde Boodschap biedt ons daarvoor woorden van leven. Het evangelie is een verhaal van en over mensen en hun zoeken naar zin, naar antwoorden op vragen. Vragen, verwondering en verbazing op verschillende vlakken doen ons inderdaad vraagtekens plaatsen, ook bij God. Maar waar de evidentie alle vraagtekens wegneemt, daar is de zoektocht ten einde. Geloof zonder vraagtekens is verdord, is verstard. Geloven blijft in belangrijke mate een zoeken. Het is dus goed de vraagtekens te respecteren, meer nog: zonder vraagtekens is er geen perspectief van hoop. Jürgen Mettepenningen ziet vier aspecten onder het woord ‘vertrouwenscrisis’: de relatie tussen de Kerk en de wereld van de Kerk, de crisis binnen de Kerk zelf, de geloofscrisis en het seksueel misbruik. De Kerk wordt uitgedaagd om voor de spiegel te gaan staan en om haar eigen identiteit te bevragen. De Kerk moet terug naar de nederigheid.
meenschap vormen komt vandaag de dag onder druk te staan van het individualisme en het beeld van het priesterschap, ons voorgehouden door Rome. Een tweede wegwijzer is de liturgie. De eucharistie is bron en hoogtepunt van ons christelijk leven. Weliswaar moeten we enerzijds vaststellen dat op dit ogenblik het eucharistie vieren sterk afneemt en anderzijds is de taal binnen de Kerk sinds het Vaticaans concilie niet mee geëvolueerd met de tijd, wat voor jongeren wel belangrijk is. Een derde wegwijzer is verkondiging. Durven wij als gelovigen het geloof ter sprake brengen? Er is te veel stilte! En tenslotte is er als laatste wegwijzer de naastenliefde. ‘Doe gij evenzo’, zegt Jezus. Kies ik zelf mijn naaste of kan het ook een onverwachte naaste zijn? Ondanks het feit dat deze vier wegwijzers onder druk staan, biedt Jezus ons in het verhaal van de Emmaüsgangers een hoopvol perspectief. Dit verhaal geeft aanzetten om na te denken over de toekomst van de Kerk. Zijn er niet veel jongeren, mensen met vragen onderweg? Moeten we niet naar die mensen toegaan en vragen ‘Mag ik een eindje met je mee?’ Een Kerk die dit kompas ernstig neemt, kan een Kerk van hoop zijn.
Om uit de crisis te raken, gebruikt Jürgen Mettepenningen het beeld van een kompas met vier windwijzers, die belangrijk zijn als we het hebben over christelijke identiteit.
Jezus neemt niet alleen de vragen ernstig maar ook de vraagsteller. Hij leert ons als gelovige de vragen in eerste instantie niet te verbinden met de antwoorden, maar met de vraag steller.
De eerste windwijzer is gemeenschap. Je kan geen Kerk zijn op je eentje tussen vier muren. Kerk is waar mensen elkaar ontmoeten: ‘Waar twee of drie in Uw naam aanwezig zijn’. Ge-
Mensen stellen zich vandaag de dag vragen, heel veel vragen. Ook Jezus kreeg heel veel vragen. Hij leert ons op een andere manier
omgaan met vragen van anderen. Jezus neemt niet alleen de vragen ernstig maar ook de vraagsteller. Hij legt een fundamentele band tussen vraag en vraagsteller. Hij leert ons als gelovige de vragen in eerste instantie niet te verbinden met de antwoorden, maar met de vraagsteller. In de vragen die Jezus stelt, is zijn uitgesproken radicaliteit de rode draad in zijn betrokkenheid tot God en zijn medemens. Precies in deze situatie van vragen stellen mogen wij hopen op God: ‘Ik zal er altijd zijn voor u’ (Ex 3,14), m.a.w. vragen en hoop gaan samen! Jürgen Mettepenningen wijst er wel op alert te zijn voor enkele elementen die Jezus ons meegeeft tegen de dorheid in de Blijde Boodschap. Jezus houdt vast aan de geest boven de letter van de wet, innerlijkheid primeert voor Hem op uiterlijkheid en in Jezus is alles gericht op liefde.
De Blijde Boodschap is een inspiratie tekst die moet overgaan in ‘handelen’ of met andere woorden: ‘Geloven is een werkwoord’. Tijdens de derde sessie gaan we op zoek naar blijde ontmoetingen van Jezus in de Bijbel. Zijn ontmoetingen met mensen geven ons meer zicht op wat christelijke inspiratie is. Christelijke inspiratie is te omschrijven als een gebeuren en niet een louter aanvaarden van een beleid. Wil dat gebeuren reëel zijn, vergt het aanknopingspunten met de werklelijkheid in ons leven. Vandaar dat identiteit niet te scheiden is van de context waarin we leven. Wil geloven betekenis hebben, dan moet het zich manifesteren op een aan de context aangepaste wijze. Christelijke inspiratie slaat op de toepassing van de Blijde Boodschap niet louter als tekst die we horen in de eucharistie maar als een tekst die ons
juni 2012
25
moet inspireren om tot handelen over te gaan. De Blijde Boodschap is een inspiratietekst die moet overgaan in ‘handelen’ of met andere woorden: ‘Geloven is een werkwoord’. Met treffende voorbeelden vertelt Jürgen Mettepenningen hoe de ontmoetingen van Jezus in de Bijbel ons bevrijden, van angst en twijfel (Mt 8, Mt 14), van blindheid (Mt 10 en Mt 23), van kortzichtigheid en van zichtbaarheid (Thomas en de Paulusverhalen). In alle ontmoetingen van Jezus met alle soorten van mensen staat de gesprekspartner centraal. Elke ontmoeting is een gebeurtenis. Hij ziet eerst hoe de mens erbij zit, treedt
in de situatie van de andere en spreekt dan een bevrijdend woord. Dat verandert de levensbeschouwing van de andere en maakt hem of haar gelukkig. Hij opent mensen hun ogen en laat hen op een nieuwe manier kijken en in de werkelijkheid staan. Hij roept ons op onze ogen te openen. Na een contact met Jezus kan niemand meer op dezelfde wijze leven als ervoor. Tot slot geeft Jürgen Mettepenningen ons nog de vier V’s mee. Vertrouwen: God laat ons nooit los! Verhalen: teruggaan naar de eenvoud van verhalen en ze ter sprake brengen!
ze geven aanknopingspunten om verhalen ter sprake te brengen. Verbinden: geloof is een relationeel gebeuren; verbinden met God en medemensen.
Vragen:
Bedankt, Jürgen, voor je inspirerende woorden, je rustige aanpak, je ‘echte’ aanwezigheid bij de deelnemers tijdens de vrije momenten, je authentieke uitstraling. Bedankt, pater Jan Geerts en Jos Bielen, voor jullie gastvrijheid! Bedankt, pater Andreas, voor de warme begeleiding. Frans en Lutgard Mattheus - Croonenborghs
SCHOLEN VOOR HET LEVEN: OP ZOEK NAAR DE SPIRITUELE DIMENSIE VAN EEN DIDACTISCH PROCES Midweekend van 10-11 februari 2012 met Bert Roebben Al was het al heel wat jaren geleden – van 2000 met toenmalig vicaris Jozef De Kesel als spreker – de bezinningsdagen voor onderwijsmensen van 10 en 11 februari 2012 spraken me aan om een welbepaalde reden: de spreker, Bert Roebben, en zijn laatste pennenvrucht “Scholen voor het leven, de kleine didactiek van de hoop in 7 stappen”. Reeds meermaals heb ik Roebben aan het woord gehoord tijdens de laatste 15 jaren, en zowel naar inhoud als naar vorm spreekt hij aan met een taal die uitdaagt en inspireert om jongeren met een krachtig, dynamiserend project tegemoet te treden en het enthousiasme van het begin vast te houden! Plaats dat alles in het winters-witte maar prachtige kader van de abdij van Averbode, met het abdijritme dat tot onthaasting aanzet en met Andreas Willems als immer-sympathieke gastheer (en witheer), en je hebt de nodige ingrediënten voor een geslaagd weekend. Eerste vaststelling: het publiek is talrijker geworden. Misschien ligt het aan Bert Roebben, maar alleszins haalden we in 2000 een goeie tien deelnemers, nu diep in de dertig. Allicht zijn deze onderwijsdagen ondertussen goed ingeburgerd, zodat ze een vaste waarde zijn geworden. Van een welbepaalde school waren ze erbij met vijf collega’s, en hebben ze er uitdrukkelijk voor gekozen om dit weekend samen door-te-leven, vitamientjes voor het hart op te doen en zich het zalige ritme te laten welgevallen. Een idee dat navolging verdient! Tweede vaststelling: het publiek is jonger geworden, al zal dat ook wel aan mij liggen.
Er zijn nogal wat jonge leerkrachten die open en onbevangen in gesprek gaan, zowel met Bert als met elkaar in de groepsgesprekken. Bert zelf neemt de zeven stappen uit zijn boek als leidraad: de eerste twee passeerden vrijdagavond de revue, de andere tijdens de zaterdag in drie conferenties. Hij benadrukte dat de spiritualiteit van de leerkracht voortkomt vanuit zijn professioneel bezig zijn. Come alive, wees bewust van je gedrevenheid, voed ze! Het leerproces zelf werd in zijn verschillende stappen overlopen en dan kregen we als ‘tussengerecht’ een presentatie die de spreker enkele dagen eerder in Nieuwegein (NL) gaf onder de titel “Bezield verband” – zo werd dan de link gelegd naar het drenken van het hele leerproces en de pedagogische professionaliteit van de leerkracht in de Bijbelse spiritualiteit. Bij dat laatste weten we dat we hierop weinig vat hebben: wat eigenen leerlingen zich toe? Toch blijft tenacious humility hierbij het
adagium: de leerkracht als getuige, die ‘menswording’ mogelijk maakt voor elk van zijn leerlingen.
Come alive, wees bewust van je gedrevenheid, voed ze! Eten in stilte, middageucharistie en avondofficie, het was alweer lang geleden dat ik daar mocht van meeproeven. Deze dagen voor onderwijsmensen vormen een gezond en voedzaam menu om bewust de drukte van het schoolleven te onderbreken en opgefrist aan een nieuwe werkweek te beginnen … Jan Van Deuren, Onderwijscoördinator van de Zusters van Berlaar.
Bezinning voor onderwijsmensen in 2012-2013 • • • •
23 25 22 15
en en en en
24 26 23 16
november 2012 januari 2013 februari 2013 maart 2013
Rik Torfs Peter Malfliet Kris Gelaude Jos Wouters
Telkens van vrijdagavond om 19 u. tot zaterdagavond om 19 u.
26
juni 2012
Meer info op ond.vsko.be/pastoraal in de rubriek ‘Bezinning voor onderwijsmensen’. Een programmabrochure is beschikbaar tegen het begin van het schooljaar. Wie ze via de post wenst toegezonden te krijgen, geeft een seintje aan:
[email protected] of tel. 02 507 07 74. Graag bekendmaken bij belangstellende collega’s. Elke abonnee van Forum ontvangt ze als bijlage bij het septembernummer.
OPVOEDINGSPROJECT & PASTORAAL
van boven naar onder, van links naar rechts Leeftocht 2012 - 2013
D
eze keer serveert Leeftocht geen drankjes, zoals bij de jaargang ‘Wat zullen we drinken’, en ook geen reisvoorwerpen zoals bij ‘Inpakken en wegwezen’, maar gaat wel op ontdekkingstocht. De publicatie biedt immers voedsel voor onderweg, dus gaan de lezers ook volgend schooljaar op stap. Leeftocht blijft deze keer wel dicht bij huis en gaat op verkenning IN de school.
Praktisch gezien
Gedurende een heel schooljaar worden onderwijsmensen meegenomen doorheen de eigen school en uitgenodigd om halt te houden op volgende plaatsen: de schoolpoort (weer of geen weer), de drukkerij (geschreven en gedrukt), het atelier (handen uit de mouwen), de speelplaats (speel je troef uit), de gang (in de wandelgangen), de stille ruimte (en dan is er stilte), de refter (aan tafel), de feestzaal (waar is dat feestje?), de sportzaal (voel je goed in je vel) en de zolder (schatten op zolder). Elke locatie en dus elke maand staat in het teken van een thema. Dit biedt de gelegenheid om te vertrekken vanuit de dagelijkse werkelijkheid en precies daar de dialoog aan te gaan met de eigen identiteit enerzijds en de diversiteit van het schoolleven anderzijds.
Tips
Met deze jaargang slaat de redactie twee vliegen in één klap. Het is niet enkel de bedoeling om de scholen een rijk Leeftochtjaar aan te bieden, maar ze ook uit te nodigen om in 2012-2013 de herwerkte visie op pastoraal toe te passen. Leeftocht kan een hulpmiddel zijn om jongeren en volwassenen te laten kennismaken met het christelijke geloof. De publicatie biedt eveneens mogelijkheden om dit geloof voeding te geven, het te beleven en voel- en tastbaar te maken in de school. ‘Van boven naar onder, van links naar rechts’ maakt gebruik van een schilderij van Koen Lemmens voor de nieuwe affiche. Centraal op dit schilderij staat het kruis in 3 dimensies: lijden, verrijzenis (Pasen) en inspiratie (Pinksteren). Drie wegwijzers doorheen het Leeftochtverhaal. De nieuwe jaargang van Leeftocht vertrekt bij het grondplan van de school en gidst de lezers door het vertrouwde landschap, maar schuwt de minder gekende plekjes niet. Zij
zijn vaak eyeopeners. Hoe is het mogelijk om de christelijke inspiratie ter plekke handen en voeten te geven? De plaatsen die worden aangedaan worden zo kruispunten van ontmoeting en verdieping waarbij er tijd en ruimte gemaakt wordt om in dialoog te gaan met de eigen katholieke traditie enerzijds en met de aanwezige werkelijkheid anderzijds. De katholieke school is een open school die vanuit de persoon en de boodschap van Jezus van Nazaret bouwt aan een wereld waarin plaats is voor iedereen, in de eerste plaats voor de mens in nood.
Inhoud
Deze maand vinden jullie bij Forum het startnummer, het septembernummer ‘Weer of geen weer’ en een affiche. Hopelijk worden jullie onze reisgenoten tijdens deze nieuwe jaargang. Volg ons in alle richtingen!
• Bewaar de affiche en/of kader ze in. Een mooi beeld zegt soms meer dan 1000 woorden en het is zeker de moeite waard om in de school een plaatsje te zoeken om ze op te hangen. • Teken in voor een groepsabonnement en bezorg de Leeftochtnummers aan collega’s. Er zijn immers zeer voordelige abonnementsprijzen. (bestellen en bekijken via onze website: ond.vsko.be/pastoraal) André Janssens Ludwig Lybeert Bart Walgraeve Dienst opvoedingsproject en pastoraal
Traditiegetrouw zijn de nummers gevuld met teksten, foto’s, cartoons, beschouwingen, gebeden en Bijbelverhalen. De redactie legt ook telkens (kruis)verbanden met de brede cultuur. Al deze materialen kunnen schoolteams op weg helpen om even te reflecteren en te praten over het onderwerp van de maand. De maandelijkse XL is te vinden op onze website en biedt extra mogelijkheden. De nieuwe slogan ‘Van boven naar onder, van links naar rechts’ kan je op verschillende manieren lezen. De eerste lezing ligt voor de hand: deze jaargang bezoekt alle hoeken van de school en kijkt daarbij van boven naar onder, van links naar rechts. Op de tweede plaats gaat het om een schoolreis in de diepte en de breedte. Ten slotte sluit een derde interpretatie hierbij naadloos aan: als je onder het uitspreken van de slogan met je hand de beweging maakt, sla je een kruis. Er wordt immers stil gestaan bij de christelijke inspiratie van vandaag en het kruis staat hiervan symbool.
juni 2012
27
IDENTITEIT
europees comité katholieke scholen (CEEC)
Spaanse Dagen voor Schoolpastoraal (Bilbao, 20-21 april 2012) Met de economische crisis op de achtergrond
O
p 20 en 21 april 2012 werd te Bilbao een colloquium voor schoolpastoraal gehouden. Het thema was: “Inspiratie pastoraal met de economische crisis op de achtergrond”. Het Spaanse Secretariaat voor de Katholieke Scholen organiseert jaarlijks een tiental dergelijke colloquia in het ganse land. Om en bij de 8000 leerkrachten wonen ze bij. Het gaat bovendien om een unieke ontmoetingskans voor mensen uit het onderwijs die begaan zijn met de essentie van de katholieke opvoeding. In dit artikel belichten we een drietal conferenties uit dit colloquium.
De eerste inleiding op het onderwerp werd gegeven door een economist, Prof. Enrique LLUCH FRECHINA. Hij pleitte voor een altereconomie.1
aan een betere wereld te bouwen, anderen en mezelf kansen te geven voor persoonlijke ontwikkeling?
Vanuit een christelijk standpunt kan men stellen dat ons huidige economisch systeem niet bijdraagt tot een echte menselijke ontwikkeling. Christenen moeten een alternatief zoeken voor de egoïstische economie en de voorkeursoptie voor de armen daadwerkelijk ter harte nemen. Men mag geen maatschappelijke harmonie zoeken die ten koste gaat van de rechtvaardigheid.
Wat kunnen we persoonlijk doen?
Enrique LLUCH belichtte vervolgens kopen, sparen en werken. Wat het kopen betreft blijkt méér kopen niet altijd beter dan weinig kopen. Men moet zijn koopgedrag beperken, want meestal gaat het ons om de voldoening van het kopen zelf, eerder dan om het object. LLUCH stelt voor: verantwoord kopen en rekening houden met de arbeiders die het produceerden, met het milieu en met de omgeving waarin het geproduceerd werd. Wat het sparen betreft is maat en ethisch handelen aangewezen. Controleren welke projecten uw bank steunt. Welke ethische criteria ze hanteert. Transparantie eisen. Of gaat het u enkel om het grootste rendement? Een derde gedeelte betrof het werk. Volgens de sociale leer van de Kerk primeert werk op kapitaal. Betekent het louter een bron van inkomsten of streef ik ernaar door mijn werk
We kunnen persoonlijk medeleven tonen en morele moed, want wie werkt aan een altereconomie zal tegen de stroom moeten oproeien. En we zullen ook structuren moeten afschaffen die ons verplichten om het kwaad te doen.
Wat kan een katholieke school doen? Een katholieke school moet een omgeving creëren waarin het makkelijker wordt om het goede te doen. Onze leerlingen vormen en aanmoedigen om te delen zodat ze leren dat liefde niet afhangt van wat ze bezitten, maar dat het aankomt op wederzijdse hulp.
Bovendien lijken deze projecten de crisis beter te overleven. In haar beleid kan een school aankopen budgetteren, en met inspraak beslissen wat en waarom er aangekocht moet worden. Ook sparen kan bij alle aspecten van het schoolleven betrokken worden, zowel bij binnen- als buitenschoolse activiteiten. Onze economische keuzes zijn ook een manier om het Evangelie te beleven en door te geven. Liefde voor de andere gaat langs solidariteit, werken aan gerechtigheid en vrede, medeleven en delen. Dit zijn elementaire christelijke waarden.
Voluntariaat In een tweede conferentie sprak Luis ARANGUREN over het voluntariaat. “Opvoeden zonder vrees in de ervaring en in de aanzet tot actie”. Opvoeden tot vrijwillige inzet vertrekt van opvoeden tot medeleven en tot handelen. Eerste voorwaarde hiervoor is dat jongeren hun aanleg om zich dienstbaar te maken persoonlijk leren ontdekken in ontmoetingen. Het komt erop aan op te voeden tot belangeloze zelfgave en samenwerking in groep. Een dergelijke opvoeding is een langzaam proces waarbij men ethische verontwaardiging bevordert en die ombuigt in een persoonlijke groei. Hierbij laat men persoonlijk geluk en sociale rechtvaardigheid samengaan.
Wederzijdse hulp
Raakpunten tussen voluntariaat en opvoeding kan men vinden in de ethische en pedagogische praxis: zowel in de opvoeding als in de maatschappij kan mens en werkelijkheid beïnvloed worden.
In de lessen economie kan een solidaire economie gepromoot worden, waarin men het algemeen welzijn centraal stelt. Men kan coöperatieve projecten belichten, waarin werknemers belangrijker zijn dan de winst.
Een laatste conferentie stelde de vraag hoe we jongeren kunnen opvoeden om de maatschappij te veranderen. Rosa HERNÁNDEZ ASENSIO pleitte ervoor zo veel mogelijk ruimte te scheppen waarin ze kunnen parti-
1 LLUCH FRECHINA, Enrique, Por una economía altruista. Apuntes cristianos de comportamiento económico, PPC, Boadilla del Monte, 2010, 217 p.
28
juni 2012
ciperen in het beleid en actief burger leren worden. Scholen moeten goed nadenken over welke inhoud ze aan participatie geven: gaat het om manipulatie, of om een façade of een symbolische participatie? Informatie en consultatie zijn de eerste stappen naar participatie. Maar vooral initiatie, leiderschap en mededeelzaamheid zijn het belangrijkst. Uiteindelijk komt men bij het werken aan de eigen identiteitsvorming van de leerling, met zijn/haar talenten en gebreken. Het beste
kan hierbij procesmatig gewerkt worden: het globale zelf opvoeden, vanaf het engagement in de directe omgeving tot een engagement met bredere dimensie. Als voorbeeld werd de Spaanse branche van OXFAM voorgesteld: “Intermón OXFAM”. Andere conferenties benaderden het thema “Medeleven” meer filosofisch: “Is medeleven een zacht woord of een schreeuw?” Of ook bijbels: Jezus als profeet: zijn verhalen, woorden en daden.
EXAMENGEBED Heer, onze God, in de examenperiode is het voor jongeren niet eenvoudig om wat tijd voor U te maken. Ook al zouden ze het willen of proberen, hun gedachten zouden al te zeer afdwalen naar wat leerkrachten en ouders van hen verwachten: een goed eindresultaat. Zonder er ons van bewust te zijn, leggen wij hen vaak heel wat druk op. Het is voor hen dan ook niet altijd gemakkelijk in deze dagen. God, aanvaard dat wij vandaag hun plaats innemen en tot U komen met hun vragen, noden en verlangens. Ook al lopen ze er door de examenkoorts wat hulpeloos en afwezig bij, blijf hen toch nabij... Schenk hun dat extra tikkeltje rust wanneer ze nog maar eens ondervinden hoe stresserend deze tijd is. Schenk hun moed wanneer ze overmand worden door twijfels of faalangst. En wees hen vooral nabij, gewoon omdat we weten dat zij bij U in goede handen zijn. Jan Vander Velpen VSKO- pastor
Tot slot raadde het colloquium aan de sociale acties in onze scholen steeds te verankeren in Jezus’ Boodschap. Sociaal engagement en vrijwilligerswerk wortelen in een religieuze vorming. Zo wordt, naar het woord van Irenaeus van Lyon, de glorie van God, het leven van de mens. E. VERHACK Secretaris-generaal CEEC
VOLWASSENENONDERWIJS
UITNODIGING Klasbak Kick-off seminarie
K
LASBAK is het gloednieuwe kenniscentrum voor onderwijs aan gedetineerden. Op 25 september stelt KLASBAK zijn werking, website en partners voor. We onthullen een uniek KLASBAK-logo, dat ontworpen werd door een gedetineerde. KLASBAK hoopt alle partners, medewerkers en sympathisanten van onderwijs aan gedetineerden te mogen begroeten op het kick-off seminarie.
Wat is onderwijs aan gedetineerden? Een blik op verleden, heden en toekomst. Een voorstelling van projecten en verwezenlijkingen, beleidsuitdagingen en kansen. Waarom onderwijs aan gedetineerden? Een ex-gedetineerde getuigt. Welke veranderingen staan op til in het volwassenenonderwijs en wat is het gevolg ervan voor onderwijs aan gedetineerden?
PROGRAMMA KLASBAK KICK-OFF SEMINARIE 12.30 u. Onthaal met koffie 13.00 u. Inleiding door Kurt Berteloot (Voorzitter Stuurgroep Volwassenenonderwijs) 13.15 u. Voorstelling van onderwijs aan gedetineerden en KLASBAK 14.45 u. Pauze 15.05 u. Getuigenis van een ex-gedetineerde over onderwijs in de gevangenis 15.35 u. Voorstelling logo en website KLASBAK 15.45 u. Toespraak door Hans Meurisse (Directeur-generaal bij het Directoraat-Generaal Penitentiaire Instellingen) 16.00 u. Toespraak door Lucas Brion (Raadgever volwassenenonderwijs van Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet) 16.15 u. Receptie
Extra info Kom zelf ontdekken wat KLASBAK voor jou kan betekenen! Datum: 25 september 2012 vanaf 12.30 u. Locatie: Provinciehuis Leuven, Provincieplein 1, 3010 Leuven Deelname is gratis, inschrijven is verplicht Schrijf je in door een e-mail te sturen aan
[email protected]
30
juni 2012
IS VERSCHENEN
Wilt u grasduinen in het archief van School+visie of het nieuwe nummer downloaden? Surf dan naar www.vvkbao.be > inloggen > School+visie-zoeker.
VVKHO - ond.vvkho.be Studentenhuisvesting. Financiële uitdagingen voor de toekomst. Bavo Verlackt gaat uit van de vaststelling dat er de komende jaren nood zal zijn aan bijkomende studentenhuisvesting. In zijn bijdrage gaat hij na hoe de noodzakelijke investeringen in de studentenhuisvesting het best kunnen gebeuren. Daartoe worden eerst enkele marktgegevens belicht en een aantal problemen geformuleerd. Vervolgens worden een aantal toekomstgerichte ideeën aangereikt. Een centrale rol is volgens de auteur weggelegd voor de stuvo’s, maar alleen kunnen zij de grote financiële uitdaging niet aan. Het integrale artikel van Bavo Verlackt, Studentenhuisvesting, financiële uitdagingen voor de toekomst, is beschikbaar op ond.vvkho.be
juni 2012
31
Tussen droom en herinnering EMMAÜS Ze waren (nochtans) met zijn tweeën, maar ze voelden zich alleen. Ze hadden een shock meegemaakt, Hun dromen en verwachtingen, scherven die ze niet konden lijmen. Ze stapten in het duister, geslagen, depressief, opgesloten in hun innerlijke wereld: een hoofd vol vragen en een hart vol droefheid, ontgoocheling, woede. Toen voegde een derde zich bij hen, Hij luisterde. Zij stortten hun hart uit. Er was contact. Ze vroegen Hem om nabijheid. Zij boden Hem hun huis aan en zichzelf. Hij liet hen niet in de steek, Hij raakte hun hoofd en hun hart, de kern van hun wezen. Ze kregen het er warm van. Vuur, dynamisme, doorstraalde hen. Ze gaven het verder, ze zagen weer perspectief. Ze werden weer heel. Ontelbare keren in het leven ga je van Jeruzalem naar Emmaüs en hopelijk gaat Hij telkens in mensen met je mee. Mia Verbanck (in De Heraut, januari 1993)
Zegen mij, goede God, leg uw hand onder mijn hoofd en laat mij rusten in uw handen. Laat mij kracht vinden in uw helende liefde en moge de glans van uw gelaat over mij lichten, bij dag en bij nacht voor nu en altijd. Amen. In het hart van de tijd woont een eeuwig heimwee naar Gods tegenwoordigheid. Dat je daarvan in je leven altijd een vermoeden bespeurt.
Herinnering is een vorm van ontmoeting. Kahlil Gibran God heeft de hoop een broer gegeven: de herinnering. Michelangelo Veel is schoner in de maneschijn der herinnering dan in het zonlicht der werkelijkheid. Peter Sirius De herinnering is het enige paradijs waaruit we niet verdreven kunnen worden. Jean Paul
Ierse zegenwensen Bij dit nummer van Forum vind je het startnummer en de affiche voor de volgende Leeftochtjaargang met als jaarthema ‘van boven naar onder, van links naar rechts’ en het septembernummer met als leidraad ‘weer of geen weer’. Lees ook elders in dit Forumnummer het artikel met een toelichting bij de volgende jaargang. De nieuwe jaargang staat al online.
Elke abonnee van Forum ontvangt Leeftocht automatisch en gratis als bijlage. Wie geen abonnee van Forum is, kan een individueel jaarabonnement nemen. Hebben meer collega’s graag hun eigen origineel exemplaar van elk nieuw Leeftochtnummer? Vanaf drie jaarabonnementen op éénzelfde adres geniet men van een voordelig groepstarief. Zie de voorwaarden op ond.vsko.be/pastoraal in de rubriek Leeftocht.
Leeftocht – Maandelijkse inspiratiebron – Een verademing voor onderwijsmensen – Proviand voor onderweg. Leeftocht vind je in digitale vorm op ond.vsko.be/pastoraal. Aarzel niet om je impressie te mailen naar
[email protected]. Online vind je de rubriek (XL) Het Leeftochtnummer voor juni ‘tussen droom en herinnering’ was bijlage bij Forum van mei 2012.
Jg. 27, Inpakken en wegwezen nr. 10, juni 2012