Buitengewoon Brabants
--
--
Buitengewoon Brabants Over binding en identiteit PON-Jaarbeeld 2006
Redactie: Eric Verkaar, Astrid Bosch, Sjaak Cox, Karin du Long, Miriam Smulders en Dimph Vos
PON Instituut voor advies, onderzoek en ontwikkeling in Noord-Brabant
--
Colofon Redactie Eric Verkaar, Astrid Bosch, Sjaak Cox, Karin du Long, Mirjam Smulders en Dimph Vos Vormgeving Kroon en Partners, Made Ontwerp omslag Kroon en Partners, Made Foto’s Gerard de Graaf Cartoons Leerlingen van het Sint-Oelbertgymnasium uit Oosterhout: Lieke Hazebroek, Lieke van Oosterhout en Stefan van Schendel Drukwerk Drukkerij Gianotten, Tilburg ISBN 90-5049-364-5 PON-bestelnummer 05-39 © 2006 PON Instituut voor advies, onderzoek en ontwikkeling in Noord-Brabant Het auteursrecht van deze publicatie berust bij het PON. Gehele of gedeeltelijke overname van teksten is toegestaan, mits daarbij de bron wordt vermeld. Vermenigvuldiging en publicatie in een andere vorm dan dit rapport is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van het PON. Deze publicatie is te bestellen bij het PON Postbus 90123, 5000 LA Tilburg E-mail:
[email protected] Telefoon: (013) 535 15 35 Fax: (013) 535 81 69 Onder vermelding van PON-publicatienummer 05-39 www.ponbrabant.nl --
Inhoud 1 De actualiteit van de Brabantse identiteit 6 2 Resultaten Brabantpanel in vogelvlucht 15 3 Met elkaar, daar gaat het om 18 4 Marokkaanse Bosschenaren, en dat blijven we! 21 5 Je vrouw en je paard ga je op je klompen halen 24 6 En dan een stuk gezelliger! 26 7 Ge moet ut allebei kunnen! 29
--
1 De actualiteit van de Brabantse identiteit Brabant is in, zo lijkt het. Steeds vaker verschijnen er in de media berichtjes over het ‘Brabants eigene’. Sommige bedrijven durven het zelfs aan, het ‘Brabantse’ als belangrijke karakteristiek in reclame-uitingen te gebruiken. Nog niet zo lang geleden werden Brabanders in de rest van Nederland (en zelfs in Brabant) op niet zo’n positieve toon aangesproken op hun tongval. Nu lijkt het er op dat een Brabants accent zelfs klanten kan lokken. Maakt een Brabantse stem een product ineens ‘warm’, ‘gezellig’ en daarmee aantrekkelijk? Het antwoord op de vraag of Brabantse gezelligheid klanten trekt, kunnen wij hier niet geven. Wel gaan wij in op het vraagstuk van de Brabantse identiteit, dat in toenemende mate in de belangstelling staat.
Bestaat een Brabantse identiteit? Toen het PON in 1997 vijftig jaar bestond, schreven wij in de lustrumuitgave In verband met Brabant dat het ‘oude’ Brabant niet meer bestond. Ook Bijsterveld, bijzonder hoogleraar Cultuur in Brabant aan de Universiteit van Tilburg, betoogt dat het specifiek Brabantse niet bestaat. Dit specifiek Brabants eigene is volgens Bijsterveld een mythe van een provincie waarin mensen in dorpen leven - of als dorpelingen leven - en waarin gemeenschapszin en familiezin centraal zouden staan, evenals de daarbij horende gezelligheid. Hij betoogt dat dit beeld een mythe is die mensen zelf hebben geconstrueerd en die grenst aan zelfbedrog. Brabant is al lang geen dorpse agrarische samenleving meer: de provincie is verstedelijkt, geïndustrialiseerd, geïndividualiseerd en ook de ontkerkelijking heeft in Brabant flink toegeslagen. Ook in Brabant neemt het aantal alleenstaanden toe en ook in Brabant is sprake van een behoorlijke toename van mensen met andere culturele achtergronden: een flink deel van de inwoners van Brabant is buiten Brabant geboren of is opgevoed door ouders/verzorgers die buiten Brabant geboren zijn. In de opvatting zoals die hierboven is verwoord, bestaat een eigen Brabantse identiteit dus niet. Wij gebruiken het begrip identiteit in dit essay in de betekenis van het ‘eigene’ aan een persoon of groep. Maar waarom blijft die mythe van de ‘eigen’ Brabantse identiteit dan steeds opnieuw de kop opsteken? Waarom valt er zelfs geld mee te verdienen? Waarom investeren heel veel mensen tijd en energie in organisaties als heemkundekringen, historische genootschappen, --
taalgenootschappen of culturele verenigingen, die zich allemaal richten op het Brabants eigene?
Beleving als werkelijkheid Is een Brabantse identiteit een objectief vaststaand feit of is het een subjectieve beleving? En als het een subjectieve beleving is, is dat dan een feit omdat ervaring en beleving ook realiteit zijn? Wij kiezen ervoor om de subjectieve beleving van een Brabantse identiteit als uitgangspunt te nemen. Wij nemen het standpunt in dat een objectief waarneembare Brabantse identiteit niet bestaat: Brabant en Brabanders zijn niet wezenlijk ‘anders’ dan andere Nederlanders. Maar een belangrijk deel van de Brabanders en Nederlanders beleeft het Brabander-zijn wel als ‘anders-zijn’. Omdat deze ervaren Brabantse identiteit steeds vaker terugkomt als belangrijke factor in het werk dat wij doen, zijn wij in ons PON-jaarbeeld 2006 op zoek gegaan naar de inhoud van wat dan die beleefde Brabantse identiteit inhoudt en wat de betekenis hiervan kan zijn voor ons werk als onderzoekers en ontwikkelaars van de Brabantse samenleving.
Het PON-jaarbeeld 2006 In een uitzending van het programma Olifantendoders dat Omroep Brabant op donderdag 19 januari 2006 uitzendt, gaan de twee presentatoren van dit programma op zoek naar de Brabantse identiteit. Zij stellen het wel of niet bestaan ervan ter discussie en vragen een aantal Brabanders hoe zij deze identiteit ervaren of juist niet ervaren. Via de websites van het PON (www.ponbrabant.nl) en Omroep Brabant (www.omroepbrabant.nl) kunt u deze uitzending bekijken. Het PON-jaarbeeld 2006 bevat behalve de uitzending van de Olifantendoders ook een aantal schetsen die Brabanders individueel en in een groep gaven in onze gesprekken met hen over hun beleving van de Brabantse identiteit. Deze interviews vindt u in dit boekje. Om een beeld te krijgen van de omvang van de beleving van de Brabantse identiteit, hebben we een verkennend onderzoek gedaan onder zo’n achthonderd Brabanders in het PON-Brabantpanel. In dit boekje vindt u kort de belangrijkste resultaten weergegeven. Deze komen ook aan de orde in de uitzending Olifantendoders. De complete uitkomsten kunt u terugvinden op www.brabantpanel nl. Om het PON-jaarbeeld 2006 compleet te maken hebben wij fotograaf Gerard de Graaf opdracht gegeven beelden te maken van het Brabant van nu. Een door ons --
gekozen selectie van deze beelden vindt u los bij dit boekje.
Trots? Wat opvalt in de interviews die wij voor dit jaarbeeld hebben gehouden, is dat veel Brabanders trots zijn op hun Brabantse identiteit. In het verleden werd Brabander-zijn ook wel synoniem bevonden aan ´dom´ zijn, ook door sommige Brabanders zelf. Daar is al lang geen sprake meer van. Brabanders zijn trots op zichzelf, maar ook op Brabantse instituties zoals Philips en PSV. Misschien komt dat nog wel het beste tot uiting in het feit dat PSV-fans de door anderen als scheldnaam gekozen titel Boeren als geuzennaam ervaren. In het volgende gaan we in op de drie belangrijkste elementen die wij onderscheiden in de door Brabanders beleefde Brabantse identiteit: verbondenheid met de ruimte, sociale binding en verbondenheid met de cultuur en de taal.
Verbondenheid met de ruimte De fysieke ruimte van Brabant is datgene wat Brabant echt onderscheidt van de rest van de wereld. Alles ten noorden van de Maas en de Beneden Merwede is geen Brabant meer. Wij beschouwen de verbondenheid met de fysieke ruimte --
in Brabant als een van de centrale elementen van een Brabantse identiteit. De Drunense duinen, de Campina en de Biesbosch liggen niet elders in Europa en zijn min of meer uniek te noemen als landschap. De huidige dorpsgezichten en beelden van uitgestrekte landbouwvelden zijn eigenlijk niet zo ouderwets Brabants: door de ruilverkaveling in het verleden zijn de traditionele kleine veelvormige akkers en weilanden met kromme slingerweggetjes grotendeels verdwenen. Zij hebben plaatsgemaakt voor grote strakke velden waarop economisch geboerd kan worden. Toch heeft ook dit ‘nieuwe’ open boerenlandschap veel waarde voor Brabanders. Maar ook stedelijke landschappen in Brabant, met het Bossche Broek en het gezicht op de Sint Jan als tekenend voorbeeld, beschouwen velen als heel waardevol. In de interviews die wij met een aantal Brabanders hebben gehouden - en waarvan u de tekst elders in deze publicatie vindt - komt deze positieve beleving van de fysieke ruimte uitdrukkelijk aan de orde. Een van de geïnterviewden wijst op afwisseling in het landschap die zij als kenmerkend voor Brabant ervaart. Velen waarderen het gevoel van ruimte en veel inwoners van Brabant trekken op mooie dagen de natuur in om dit te ervaren.
Sociale binding Veel Brabanders die in het kader van onze zoektocht naar de beleefde Brabantse identiteit aan het woord komen of hebben meegedaan aan het Brabantpanel, geven aan dat woorden als gezelligheid, gastvrijheid en gemoedelijkheid goed aangeven wat het Brabants eigene is. Gerichtheid op familie, vrienden en gezelschap in het algemeen hoort daar ook bij. Mensen geven aan dat zij zichzelf deze kenmerken ook toedichten. Eerder onderzoek van het PON naar sociale participatie in Brabant1 bevestigt dit beeld: Brabanders belijden niet alleen gericht te zijn op sociale contacten, maar ze hebben deze contacten ook werkelijk. Wij beschouwen de gerichtheid op sociale binding dan ook als een belangrijk element van de Brabantse identiteit. Veel Brabanders wijzen op wat wij hier ‘omzichtige omgangsvormen’ willen noemen. Brabanders zijn in hun eigen beleving in de omgang met anderen minder ‘hard’. Ook begrippen als humor en creativiteit geven volgens Brabanders invulling aan de vorm waarin zij met elkaar omgaan en die zij als specifiek Brabants ervaren.
Cultuur en taal Een derde belangrijk element van de Brabantse identiteit is in onze ogen de --
gerichtheid op een eigen cultuur en het gebruik van een min of meer aparte Brabantse taal. Cultuur gebruiken we hier in de brede betekenis waarin uitingsvormen van kunst en ontspanning zijn gebaseerd op gedeelde waarden: manieren van laten zien wat belangrijk is. Veel Brabanders geven aan met een Brabantse tongval te spreken (zachte G) en gebruiken Brabantse woorden als houdoe. Brabantse artiesten zijn goed bekend en er wordt naar hen geluisterd. Ook fanfares, carnaval, kruisboogverenigingen en allerlei andere vormen van verenigingsleven kunnen in Brabant nog steeds op een aanzienlijk publiek rekenen, hoewel hier ook een teruggang lijkt te bespeuren. Wanneer we het begrip cultuur wat ruim nemen, constateren we dat Brabantse gerechten zoals worstenbrood en balkenbrij nog steeds erg populair zijn en ook gezien worden als elementen die bijdragen aan een Brabantse identiteit. En een Brabantse koffietafel na een begrafenis of crematie is in heel Nederland een begrip.
Anders dan elders? Zijn Brabanders nu echt anders dan andere Nederlanders of West-Europeanen elders? Verbondenheid met de ruimte, gerichtheid op sociale binding en gerichtheid op een eigen cultuur met een eigen taalgebruik komen natuurlijk niet alleen in Brabant voor. In Friesland is de eigen taal veel verder ontwikkeld dan in Brabant. Het Limburgs heuvellandschap is misschien nog unieker dan de Brabantse hei. En we kunnen er wel van uitgaan dat in Noord-Holland sociale contacten ook belangrijk zijn. Dus kun je dan wel spreken van een eigen Brabantse identiteit? Voor veel Brabanders is het van belang zichzelf te herkennen in een eigen regionale of lokale identiteit. Daarbij is ‘Brabants’ misschien zelfs nog wel te veelomvattend. Veel mensen voelen zich eerder verbonden met streek, regio of dorp of stad dan met Brabant als geheel. Desondanks herkennen velen zich in de Brabantse identiteit zoals wij die hier als een soort gemiddelde proberen te omschrijven. Daarmee willen deze Brabanders in onze ogen niet uitdrukken dat zij per definitie anders zijn dan anderen, maar wel dat zij zichzelf willen herkennen in een beeld van een mens die hier woont, zich heeft gehecht aan deze fysieke ruimte, gericht is op zijn medemens en zich thuisvoelt bij het horen en spreken van een Brabantse tongval en het eten van een worstenbroodje. Het unieke zit hem in het feit dat het worstenbroodje geen Friese kruidkoek is, de tongval niet zuidelijk Limburgs en de Biesbosch niet hetzelfde is als de Sallandse heuvelrug.
- 10 -
Brabanders zijn in essentie dus niet anders dan andere Nederlands. Maar Brabanders geven wel een anders gekleurde invulling aan hun regionale identiteit. Een van de jongeren waar wij mee hebben gesproken verwoordt dit dan ook treffend: ‘Brabanders zijn net als iedere andere Nederlander, maar dan een stuk gezelliger!’
Mythe en werkelijkheid Is de Brabantse identiteit nu een mythe of werkelijkheid? We geven op deze vraag een dubbel antwoord.
Nee, de Brabantse identiteit bestaat niet De Brabantse identiteit bestaat in die zin niet, dat elders in Nederland mensen zichzelf ook herkennen in de waarden die Brabanders zelf verbinden aan het Brabander-zijn. In de rest van Nederland en ook elders in de wereld vinden mensen gezelligheid en binding met familie en vrienden van belang. Daar is op zich niets specifiek Brabants aan. Ook het Brabants landschap dat veel mensen noemen als bindende factor in het Brabants-zijn is niet uniek. Elders in de wereld zijn dergelijke landschappen ook te vinden. Wat natuurlijk wel uniek is, is dat de Campinaheide tussen Boxtel en Oisterwijk ligt. Als je woont in dat gebied, kun je jezelf sterk verbonden voelen met dat landschap. Had de Maas in Oisterwijk gelegen, dan hadden Oisterwijkers zich waarschijnlijk net zo verbonden gevoeld met de Maas als ze nu verbonden zijn met de Campina. De foto’s van Brabant die wij hebben laten maken, geven een goed beeld van hoe Brabant er vandaag de dag uitziet. Brabant heeft meerdere gezichten. Brabant is niet alleen oud en romantisch, maar tegelijkertijd ook erg modern. Toch, deze foto’s hadden ook elders in Nederland of elders in de wereld gemaakt kunnen worden. Brabant is dus niet zo uniek in zijn fysieke verschijning. Maar tegelijkertijd is het wel een afgebakende fysieke omgeving waar wij met elkaar wonen. En alleen al het feit dat mensen bij elkaar wonen, maakt dat zij zich met elkaar verbonden voelen.
Ja, de Brabantse identiteit bestaat wel Maar er is nog een ander antwoord mogelijk op de vraag of de Brabantse identiteit bestaat: Ja, de Brabantse identiteit leeft! En wel in de hoofden van mensen. In Brabant wonen, Brabander-zijn, dat verbinden mensen met een aantal waarden die Brabanders graag willen behouden. De Brabantse identiteit zien wij dus meer als een geheel van door mensen beleden ‘eigen’ waarden dan als iets wat objectief is waar te nemen. - 11 -
Mensen creëren met elkaar een sociale verbondenheid door beelden en waarden te verbinden aan het feit dat zij met elkaar op deze enigszins afgebakende plaats op aarde wonen. Voor veel Brabanders is dat in eerste instantie de streek of de regio en in tweede instantie het dorp of de stad. Wij vinden het wenselijk dat - nu we toch eenmaal hier dicht bij elkaar wonen - wij door bepaalde waarden met elkaar verbonden zijn.
Verleden of toekomst? Veel mensen koppelen de Brabantse identiteit aan het (nostalgische) verleden, dat vooral een dorpskarakter zou hebben gehad. De zoektocht naar de Brabantse identiteit mag in onze ogen echter niet gericht zijn op restauratie van oude beelden die ook in het verleden geen werkelijkheid waren. Wij willen de Brabantse identiteit dan ook uitdrukkelijk verbinden aan de toekomst van Brabant, zonder ons druk te maken over de vraag of een beleefde Brabantse identiteit werkelijk bestaat. Brabanders voelen zich verbonden door een positieve ervaring van de fysieke ruimte waar zij in leven, zijn gericht op hun medemens en herkennen zich in eigen culturele uitingen. Het is dus zaak dat Brabanders met elkaar werken aan het behoud van die positieve beleving van de Brabantse ruimte, dat zij onderlinge verbondenheid blijven beleven en steeds opnieuw de culturele uitingsvormen van deze ervaren regionale identiteit blijven invullen. Het is in deze discussie niet aan de orde waar bijvoorbeeld de gerichtheid op sociale binding nu vandaan komt, maar wel dat deze behouden blijft en steeds opnieuw met andere uitingsvormen wordt ingevuld. Internet (Mail, Skype, MSN) en het mobiele telefoonverkeer hebben al tijden (gedeeltelijk) het praatje op de dorpsmarkt verdrongen. Ook de Brabander vliegt de hele wereld over en heeft over de wereld contacten. Maar hij wil deze contacten wel onderhouden en gebruikt daarvoor moderne middelen. Wat blijft en wat behouden dient te worden is de gerichtheid op sociale contacten in de eigen omgeving en elders, en de vaardigheden daar op een eigentijdse manier invulling aan te geven. Het Brabants landschap verandert permanent doordat Brabanders wonen en werken in de Brabantse ruimte. Het is echter van belang dat belangrijke cultuurhistorische landschappen behouden blijven, dat nieuwe landschapsinrichtingen veel meer met burgers samen wordt vormgegeven en veel minder achter de tekentafels van overheden en de door hen betaalde landschapsarchitecten. Brabanders hechten aan de fysieke ruimte waarin ze wonen, hebben beelden en belevingen over hoe die ruimte eruit zou moeten zien en willen meedenken over de nieuwe inrichtingen van deze ruimte. - 12 -
Culturele uitingingen van de beleefde Brabantse identiteit nemen steeds nieuwe vormen aan. De provincie Noord-Brabant en veel Brabantse gemeenten investeren in allerlei vormen van cultuur, zowel moderne cultuur als cultuur die verbonden is met het verleden van Brabant. Om die als positief beleefde Brabantse identiteit in de toekomst te behouden en verder in te vullen, zijn verdere investeringen op dit gebied van groot belang.
- 13 -
Brabant verbindt? Voor politici en beleidsmakers ligt er een opdracht weggelegd: zij kunnen stimuleren dat Brabanders deze door hen beleden waarden en beelden met elkaar kunnen blijven beleven en ervaren! Zij kunnen investeren in het behoud of de ontwikkeling van die waarden, zonder te vervallen in folkloristische nostalgie. En het is mede aan hen ervoor te zorgen dat de mythe van de positief beleefde Brabantse identiteit werkelijkheid blijft! Voor de provincie Noord-Brabant en gemeenten in Brabant is het goed nadrukkelijker stil te staan bij het begrip sociale binding als kern van het Brabants-zijn in de toekomst. Te gemakkelijk denken politici en beleidsmakers bij een toekomstbeeld van Brabant aan beelden van de fysieke ruimte in de toekomst. Toekomstscenario’s van verschillende typen samenlevingsvormen in Brabant bestaan naar onze mening (nog) niet, terwijl economische en ruimtelijke toekomstscenario’s wel hier en daar voorhanden zijn. Wij pleiten er hier voor de toekomst van Brabant nadrukkelijker te doordenken vanuit een sociaal (wenselijk) perspectief. De door velen positief beleefde Brabantse identiteit zoals wij die hier kort hebben aangeduid, is daarbij een goed vertrekpunt. Brabant vernieuwt natuurlijk, maar zou dat meer moeten doen vanuit de wetenschap dat Brabant mensen met elkaar verbindt. Als we erin slagen het gevoel van bij elkaar horen in de toekomst te behouden en nieuwe invulling te geven, dan is de zoektocht naar een Brabantse identiteit in onze ogen succesvol verlopen.
- 14 -
2
Resultaten Brabantpanel in vogelvlucht
Het Brabantpanel, een initiatief van het PON, is een representatieve groep Brabanders van 16 jaar en ouder die enkele keren per jaar via internet een vragenlijst krijgt voorgelegd. Leden van het Brabantpanel kunnen hun mening geven over belangrijke actuele sociale en maatschappelijke onderwerpen in Brabant. Meer informatie over het Brabantpanel vindt u op www.brabantpanel.nl.
Respons Brabantpanel In november 2005 is aan 825 panelleden een vragenlijst voorgelegd over Brabantse identiteit en binding met Brabant. Vrijwel alle leden van het Brabantpanel (90%) hebben de vragenlijst ingevuld. Hieronder leest u de belangrijkste resultaten.
De belangrijkste resultaten 1. ‘Brabant’ betekent gezelligheid en thuisgevoel Een kwart van de panelleden denkt bij ‘Brabant’ het eerste aan gezelligheid. Dat geldt vooral voor Brabanders die in steden en dorpen wonen. Op de tweede plaats (23%) komt: Je thuis, de plek waar je bent geboren. Voor mensen die in buitengebieden wonen geldt dit nog sterker (34%). ‘Natuur, rust en ruimte’ volgt met 15% als derde. Ook hier zijn het vooral de mensen die in de buitengebieden wonen, die deze associatie als eerste noemen (22%). Ook mensen uit West-Brabant noemen die vaker dan andere Brabanders (23% tegenover 15% gemiddeld).
2. Geboren en getogen in Brabant Bijna driekwart (71%) van de panelleden is geboren in Brabant; dat geldt ook voor hun familieleden. Ruim 60% woont vrijwel zijn hele leven in Brabant.
3. Binding met Brabant reden voor terugkeer naar Brabant Meer dan de helft van de mensen die ooit ook buiten Brabant hebben gewoond, is teruggekeerd naar Brabant, mede vanwege de binding die zij met Brabant voelen. Dit geldt het sterkst voor mensen die ook in Brabant zijn geboren; van de mensen die in Brabant zijn geboren maar ook buiten de provincie hebben gewoond, is 83% teruggekeerd vanwege de binding die zij met Brabant voelen. - 15 -
4. Zeven van de tien voelt zich een echte Brabander We vroegen de panelleden om op een schaal van 1 t/m 5 aan te geven in hoeverre zij zich Brabander voelen: hoe hoger het cijfer, des te sterker mensen zich Brabander voelen. Ruim eenderde (35%) kruist hierbij een ‘4’ aan, een even groot deel voelt zich een échte Brabander en kruist een ‘5’ aan. Dat betekent dus dat 7 van de 10 panelleden zich een echte Brabander voelen. Van de Brabanders die bijna hun hele leven in Brabant wonen, voelt maar liefst 88% zich een echte Brabander.
5. Grote eensgezindheid over beelden van Brabant; praktijk lijkt soms anders Het grootste deel van de Brabantpanelleden (zo’n 75%, soms zelfs nog meer) is het eens met de stellingen dat Brabanders in het algemeen gezellige, gemoedelijke, gastvrije, bourgondische mensen zijn en dat zij sterk op hun eigen familie zijn gericht. Ook vindt bijna driekwart van de Brabanders het verenigingsleven typisch Brabants. Blijkt dat nu ook uit hun eigen gedrag? Ja en nee. De panelleden zijn in gedrag inderdaad sterk familiegericht en gastvrij, wat blijkt uit zeer hoge percentages mensen (75 tot 90%) die te allen tijde klaarstaan voor familie en directe buren en bij wie thuis de deur altijd open staat voor onverwacht bezoek. Gaat het echter om gezelligheid en bourgondische levenswijze, dan komt het beeld van Brabant iets minder overeen met wat mensen over zichzelf zeggen: 64% typeert zichzelf als een echt gezelschapsmens, 65% noemt zichzelf een echte bourgondiër. Ook zijn wat minder mensen zelf actief betrokken bij een vereniging in hun woonplaats (53%) dan het beeld dat driekwart heeft van een bloeiend Brabants verenigingsleven, doet vermoeden. In de dorpen en buitengebieden zijn overigens meer mensen actief betrokken bij het verenigingsleven dan in de steden.
6. Verbondenheid met streek Eenderde van de Brabanders voelt zich in eerste instantie verbonden met de streek of de regio waarin zij wonen. Een kwart voelt zich in eerste instantie met zijn of haar woonplaats verbonden.
- 16 -
7. Toekomst van Brabant Vrijwel iedereen (zo’n 95%) vindt het belangrijk dat er typisch Brabantse ‘waarden en normen’ bestaan en vooral ook dat die behouden blijven: gezelligheid, gemoedelijkheid, gastvrijheid en behulpzaamheid. Een iets kleiner aantal, bijna tweederde, vindt het belangrijk om voor de toekomst de bourgondische mentaliteit, het carnaval, de Brabantse muziek en de typisch Brabantse gerechten te behouden. Ook het behoud van het Brabants dialect vindt tweederde van de Brabanders belangrijk. In Midden-Brabant ligt dit wat lager (59%), in Noord- en Zuidoost-Brabant juist weer wat hoger (70%). Over het belang in de toekomst van katholieke gebruiken als de eerste communie, Driekoningen en het ‘kaarsje voor iemand branden’ zijn Brabanders minder uitgesproken. Hierover geeft zo’n 40% aan het belangrijk te vinden deze waarden in de toekomst te behouden.
8. Wat vindt de Brabander verder het belangrijkst om te behouden voor de toekomst? De leden van het Brabantpanel konden kiezen uit een lijst van twaalf onderwerpen. De top 3 ‘Meest belangrijk voor de toekomst van Brabant is…’: 1. Ruimte voor landschap en natuur (58,3%) 2. Kwalitatief goed onderwijsaanbod (HBO en universiteiten) (57,1%) 3. Een goede infrastructuur (wegen, busverbindingen, spoorlijnen) (45,6%)
9. Meest Brabantse zanger/band Bijna eenderde van de panelleden koos voor Gerard van Maasakkers; Guus Meeuwis werd door 28% verkozen.
10. Meest Brabantse sporter Ruim een kwart benoemde Leontien van Moorsel tot meest Brabantse sporter, Anky van Grunsven en Pieter van de Hoogenband eindigden op een tweede plaats (ieder van hen werd door bijna 20% tot meest Brabantse sporter gekozen).
11. Meest Brabantse gerecht Het meest Brabantse gerecht bleek het worstenbroodje te zijn: dit werd door bijna 40% van de Brabanders gekozen. Bijna eenderde koos voor de Bossche Bollen.
- 17 -
3 Met elkaar, daar gaat het om Jos Verbeeten (1946), sinds 1998 burgemeester van de gemeente Sint Anthonis, eerder burgemeester van Ootmarsum (Overijssel), geboren in Wijchen (Gelderland)
Brabander ‘Oorspronkelijk ben ik dus Gelderlander - wat dat ook moge zijn, ik denk eigenlijk dat dat niet bestaat - maar historisch zijn er wel stevige banden aan te wijzen tussen de Wijchenaar en de mensen hier. Als burgemeester moet je je in de mensen kunnen verplaatsen en je dus kunnen voelen zoals de inwoners dat doen. Dat probeer ik ook. Ik moet zeggen: dat kost me hier in deze gemeente weinig moeite. Terwijl de Twentenaar wat afwachtend is, zijn de mensen in deze streek opener en makkelijker in de omgang. Vanaf het begin hebben mijn vrouw en ik ons hier thuisgevoeld. Mensen zijn erg op elkaar betrokken; je bent welkom in de buurt als je je ook open opstelt. Als je maar een beetje je best doet, kun je erbij horen en volop meedoen.’
Typisch Brabants ‘Typisch voor deze streek - voor het westelijke stuk van Brabant durf ik dat niet te zeggen - zijn natuurlijk het landschap en het verenigingsleven. Het is mijn stellige overtuiging dat het landschap het denken, de geaardheid en het beleven van mensen voor een groot stuk bepaalt. Voor hier in oostelijk Brabant betekent dit dat men hecht aan kleinschaligheid, aan betrokkenheid en onderlinge samenwerking. Het stikt hier dan ook van de verenigingen op allerlei terreinen. Dat moeten we koesteren en ondersteunen, wat we onder andere doen door het kader van deze verenigingen een vrijwilligersverzekering aan te bieden. Daarom ook zorgen we ervoor dat elk dorp zijn eigen dorpshuis heeft, zodat mensen elkaar kunnen ontmoeten, activiteiten kunnen opzetten en gezamenlijk plezier kunnen maken. Mensen zijn er trots op hier te wonen, dat wijgevoel moeten we blijven behouden. Dat is niet alleen prettig voor ons, het heeft ook een grote aantrekkingskracht op buitenstaanders.’
Bedreigingen ‘In de persoonlijke sfeer van burgers zie ik dat mensen veel willen behouden van wat er in dorpen aan goeds is. De belangrijkste bedreiging daarin is het toenemend aantal tweeverdieners: ik zie steeds vaker dat veel mensen klem komen te zitten in hun vrijetijdsbesteding. Hun werk en het eigen gezin kosten zodanig veel tijd dat er nog maar weinig vrije tijd overblijft om te investeren in hun direc- 18 -
te omgeving. Hoe je dat moet oplossen weet ik ook niet.’ ‘Maar er zijn ook enkele bestuurlijke bedreigingen en daaraan kunnen we in Brabant wél in toenemende mate het hoofd bieden. Ik zal daarvan enkele voorbeelden noemen die van buitenaf op ons af zijn gekomen. De herindeling in onze gemeente is geforceerd totstandgekomen; dat had anders gekund. In plaats van te accepteren wat onontkoombaar leek, hadden we veel meer de samenwerking tussen gemeenten moeten zoeken en als serieus alternatief moeten aanbieden. Een ander voorbeeld is het dualisme: voor een gemeente als Sint Anthonis overbodig en ongewenst. Daarin hebben we al lang een eigen praktijk gevonden. En tot slot: in de regels die voor aanbesteden gelden moeten we veel meer achterliggende waarden zichtbaar maken en niet alleen kijken naar de kille cijfers. Zo moeten we ons blijven afvragen of een bepaalde keuze de betrokkenheid tussen mensen vergroot, of die ons sociaal kapitaal oplevert.’ ‘Dat betekent dat, zoals ik het hier altijd zeg, we niet op een eigen kluitje moeten gaan zitten, maar de deuren moeten openhouden en onze buren moeten koesteren.’
Cultuur ‘Als niet-Brabander ben ik toch door veel Brabantse cultuurdragers gevraagd. Dat zegt iets over de openheid die er hier is en natuurlijk over mijn belangstelling. Zo ben ik voorzitter van de Noord-Brabantse Federatie van Schuttersgilden, lid van het bestuur van de Provinciale bibliotheekcentrale (Cubiss), lid van het bestuur van het Brabants Orkest, voorzitter van de LOVOK (Landelijke Organisatie Voor Ouderenkoren) en lid van de Raad van Toezicht van de Regio-VVV. Ook hier in Sint Anthonis heeft men mij na mijn aantreden snel weten te vinden: ik ben al enige jaren dirigent van het Oellandkoor. Zoals ik al zei, en in weerwil tot wat vaak gezegd wordt, het verenigingsleven groeit en bloeit hier volop.’
Modern Brabant ‘Ik hoop en denk ook, dat we in Brabant veel van het bovenstaande zullen behouden. Dat is geen defensieve maar een offensieve strategie, omdat mensen de waarden ervan inzien. We zullen de kunst van het verleiden nog beter moeten gaan verstaan om iederéén in onze gemeenschap erbij te betrekken. Op sommige punten zullen we wat moeten vernieuwen, door bijvoorbeeld beter na te denken over hoe we de samenwerking vorm kunnen geven en hoe we van één plus één drie kunnen blijven maken.’ ‘Op bestuurlijk vlak geloof ik erg in ideeën die van onderaf komen. Via een gebiedsgerichte aanpak kun je samen met burgers, omliggende gemeenten en - 19 -
provincie in gezamenlijkheid tot oplossingen komen. De eerste vruchten plukken we daar al van bij het verkeer en het vervoer in deze regio, maar ook in de woningbouw zullen we daar op termijn belangrijke resultaten behalen.’ ‘Het lokale zal, binnen het perspectief van het gezamenlijke, de komende jaren veel aandacht krijgen. Daarmee, en met veel vlijt en aandacht, kunnen we de toekomst met een gerust hart tegemoet zien.’
- 20 -
4 Marokkaanse Bosschenaren, en dat blijven we! Sara Hamdaoui (17 jaar) en Said Majiti (20 jaar), respectievelijk studente sociale dienstverlening aan het Koning Willem I college en student bedrijfskunde aan de HAS. Beiden lid van Pashja, het promotieteam Allochtone Jongeren.
Identiteit ‘Tja, wie zijn wij? Eerst en vooral mensen van Marokkaanse afkomst, uit het zuiden, Brabander en Bosschenaar. En dat past allemaal wonderwel bij elkaar. Het saamhorigheidsgevoel van de mensen uit het zuiden past bij onze Marokkaanse cultuur. We zijn beiden geboren en getogen Bosschenaren en we gaan hier ook niet meer weg. Hier kennen mensen elkaar nog, er is veel warmte en vriendelijkheid om ons heen en dat willen we behouden. Mensen maken hier nog een praatje.’ Said: ‘Een voorbeeldje. Afgelopen vrijdag toen het plotseling zo’n slecht weer werd, stond ik met velen te kleumen op het spoor in Utrecht, wachtend op treinen die maar niet kwamen. Op ons perron, richting het zuiden, werd gepraat, gelachen en gezongen. Op andere perrons waren mensen vooral boos dat ze moesten wachten en stonden ze stil kou te lijden. Dan ben ik blij dat ik bij de Brabanders mag horen.’
Familie ‘Onze families en vrienden wonen niet alleen in Brabant maar ook elders in het land. We zoeken elkaar zeer regelmatig op. Wat opvalt is dat onze neven en nichten uit de Randstad zich werkelijk anders gedragen. Ze zijn daar veel fanatieker, hebben een grotere mond en hebben veel meer stress. Ze doen altijd of het leven daar veel sneller gaat en dat je direct vooraan moet staan. Misschien is dat ook wel zo, maar voor ons hoeft dat niet zo. Hier is het veel rustiger. Ze noemen ons dan ook ´ boertjes´, alleen omdat je anders praat en doet en uit het zuiden komt.’ Sara relativeert: ‘Och, dat vind ik geen probleem, ik ervaar het al niet meer als een scheldwoord. Als de trein station Den Bosch binnenrijdt heb ik werkelijk het gevoel van home sweet home. Met Marokkaanse concerten zie je ook dat de zuiderlingen bij elkaar gaan staan, niet alleen omdat je elkaar kent, maar ook omdat je blijkbaar de gemoedelijkheid en de warmte met elkaar deelt.’
- 21 -
Typisch Brabant ‘Eigenlijk kennen we Brabant niet eens zo goed, zeker het platteland niet. We zijn met name Bosschenaren, daar kennen we de weg en de mensen. Het eerste wat opvalt hier is het saamhorigheidsgevoel, er samen iets van willen maken. Dat doen we ook in het promotieteam. Wat daar ook opvalt is het gemak waarmee je ´ hogere’ mensen te spreken kunt krijgen. We zijn inmiddels overal met open armen ontvangen. Het leven en werken is hier wat gemakkelijker, wat socialer en wat communicatiever. Als je enthousiast bent en werkelijk ergens voor wilt gaan, dan zijn er hier altijd mensen die je willen steunen.’ ‘Tegelijkertijd doen we aan sommige typische Brabantse gebruiken niet mee. We vieren allebei geen carnaval en houden ook niet zo van het drinken en samen veel kabaal maken.’ Said: ‘Op de HAS zitten misschien wel de typische Brabanders. Jongens uit de dorpen, die hard werken door-de-weeks en in het weekend sporten en flink uitgaan. Wat dat betreft val ik wel buiten de boot. Maar daardoor ben ik niet minder zuiderling, misschien ben ik juist daardoor een moderne Bosschenaar.’
Brabantse waarden ‘Veel van de familiewaarden van hier hebben wij ook. Voor elkaar opkomen, elkaar steunen, in de buurt blijven wonen van je ouders.’ Sara: ‘Ik ga volgend jaar in Utrecht studeren; de vervolgstudie die ik wil gaan doen is er helaas niet in Brabant. Ik blijf dan wel thuis wonen, dat is gezellig, geeft rust en ik heb de mensen die ik wil om me heen. Dat herken ik ook in veel andere Brabantse studenten.’ Said heeft er onlangs nog over zitten nadenken: ‘Ik geloof dat Gestel de verste plaats vanaf hier is waar ik zou willen wonen. Ik voel me verbonden met de streek en ik denk dat mensen zoals ik volop mogelijkheden hebben in deze regio. Hier is nog ruimte voor allochtoon ondernemerschap. Het is hier minder multicultureel dan elders, maar dat geeft juist ondernemende mensen zoals ik mogelijkheden om nieuwe markten te zoeken. Er is hier nog wat te winnen en te verdienen.’
Modern Brabant ‘Het moderne Brabant mag wel een tikkeltje multicultureler. Het gaat ons daarbij niet eens zozeer om de concerten en optredens van buitenlandse groepen, maar meer om het winkelaanbod en het aanzien van de stad. Het wordt tijd dat er meer allochtone ondernemers komen. Tegelijkertijd hopen we dat de hardheid in doen en denken zoals je dat elders in Nederland aantreft, hier wegblijft. Dat de warmte en gemoedelijkheid blijven, dat mensen voor elkaar blijven opkomen. Maar bovenal geloven we erin dat Den Bosch ons thuis blijft, waar we de mensen kennen.’ - 22 -
5 Je vrouw en je paard ga je op je klompen halen Riet Augustijn (57) Geboren in Leur, daarna enkele keren verhuisd naar Roosendaal, Breda en Eindhoven. Vanaf 1980 in Friesland en Groningen gewoond. Sinds 1991 woont ze in Heeze. Brabants? ‘Ik voel me een Brabantse. Ik ben er geboren, het geeft me een thuisgevoel, mijn wortels liggen er. Ik heb een leuke jeugd in een dorp gehad en dat vormt de basis van mijn Brabantgevoel. Ook de natuur is daarbij belangrijk. Die afwisseling tussen bos en polder vind ik heel eigen aan Brabant. In Friesland bijvoorbeeld is dat echt anders. De Brabantse gemoedelijkheid is misschien geromantiseerd, maar in Friesland, waar ik graag heb gewoond, gaan de mensen toch anders met elkaar om. Ze uiten zich in minder uitbundig; je moest daar echt zoeken naar enthousiasme. Brabanders zijn expressiever en dat klopt meer bij mij. Ze zeggen houdoe en spreken je aan op straat. Het beeld van een boer op een tractor die stopt voor een praatje kwam ik in Friesland niet tegen.’ ‘Mijn Brabantgevoel is meer een hang naar het dorp. Maar zoals het in mijn jeugd was bestaat het gewoon niet meer. Ik ervaar dat deels als een verlies. Desondanks ben ik ook blij met het hedendaagse dorp waarin ik woon.’ Familie ‘Sommige van mijn broers en zussen wonen nog in Brabant. Mijn oudste broer is een echte Brabander, die zet zich ook in voor het dialect en hij verspreidt dat warme Brabantgevoel.’ ‘Mijn eigen kinderen zijn in Friesland opgegroeid; ik zou ze wel en niet Brabander noemen. Ze voelden zich in Friesland thuis en zijn geen carnavalsvierders. Maar we hebben de contacten met familie en vrienden in Brabant altijd warm gehouden. Ook hebben we de kinderen Brabantse waarden meegegeven. Zo hebben ze geleerd dat carnaval een feest van omkeringen is, toen ze cowboy wilden zijn. Nooit kregen ze speelgoedwapens maar toen ze tijdens carnaval bij opa en oma cowboy wilden zijn, hoorde daar een klappertjespistool erbij!’ ‘Mijn vader was een Bourgondisch mens, gastvrij en wars van dogma’s. Hij verzette zich als hij niet meer zelf mocht nadenken. Dat beeld van hem weerspiegelde zich voor mij in een bepaald verlangen naar Brabant, daar had je het vrije leven.’ - 23 -
Typisch Brabants ‘Dat vrije denken én het gevoel van gemeenschap is typisch Brabants. De relatie met de katholieke kerk is heel dubbel. Aan de ene kant heb je de regels en de vorm, aan de andere kant de persoonlijk invulling. Die flexibiliteit is typisch Brabants. De kerk met daarnaast het café. De hiërarchie volgen en erop spugen, dat is Brabants.’ ‘Die gemeenschap maakt dat je gekend en herkend wordt. Ze biedt veiligheid en beschutting. Je telt mee. Tegenwoordig bestaat dat gemeenschapsgevoel voor mij meer uit geestverwantschap met collega’s of (politieke) vrienden. Dat is minder allesomvattend dan in dat dorp van vroeger.’ ‘Het zorgen voor elkaar in de buurt is er nog wel; we hebben oog voor elkaar. Maar het is vooral praktische hulp.’ ‘Wat ik ook typisch Brabants vind, is om samen eten als belangrijk gebeuren te zien. En de gastvrijheid daarbij, iedereen kan aanschuiven, er is altijd genoeg. Je koopt geen stadse hoeveelheden! En dan komen de verhalen.’ ‘Tegelijkertijd zit er ook iets beslotens in het Brabants, iets uitsluitends. Je krijgt toegang via relaties. Je vrouw en je paard ga je op je klompen halen. Dus: je belangrijkste relaties in werk en liefde haal je uit je nabije omgeving, die haal je niet van ver. Zelf heb ik mijn klompen achtergelaten in de Leur. Of zoals mijn vader jaren geleden zei: Voor mij is de Leur en Nederland, voor jou Europa en voor je kinderen de wereld. Die intuïtieve wijsheid is ook Brabants.’ Gewoonten ‘Carnaval is natuurlijk de bekendste Brabantse gewoonte. Belangrijk daaraan is dat je met vriendengroepen of buurten langdurig samenwerkt aan de wagen. Ik zie dat nu in Heeze, waar steeds met veel enthousiasme aan de Brabantse Dag wordt gewerkt. Die mensen blijven elkaar opzoeken en wisselen informatie uit. Ik doe er zelf niet aan mee, maar ik vind het wel geweldig voor de gemeenschap.’ ‘Ook de zondag in Brabant met bezoek en eten was typerend, en het praten over elkaar. In die grote gezinnen krijg je een soort politiek-sociaal fingerspitzengefühl.’ ‘Opvallend vond ik dat er in Friesland meer individuele sporten waren. In Brabant heb je meer teamsporten. Die aandacht voor groepsprestaties vind ik echt Brabants.’
- 24 -
Beeld ‘In dat beeld van Brabant zit altijd nog de ruimte voor dat dubbele, dat vrije: uiteindelijk maken we het zelf wel uit. Als je geworteld bent in een gemeenschap, dan geeft je dat uiteindelijk een sterke identiteit. Ik ben er eentje van Augustijn uit de Leur en of dat nou goed of slecht is, het versterkt je, je hoort ergens bij.’ Toekomst ‘Het blijft belangrijk om dat gemeenschapsgevoel en die samenwerkingsgerichtheid in de toekomst te behouden en het wijgevoel te verstevigen. Ik vraag me af of de sterk doorgevoerde individualisering wel zo wenselijk is. De uitdaging is erover na te denken hoe je moderne vriendenkringen en netwerken kunt inzetten om voor elkaar te zorgen. Daarvoor moet je toch ook meer buurtgericht gaan denken. Maar de waarden zullen wel hetzelfde blijven: gastvrij, een beetje gemakzuchtig, altijd tijd voor vijf minuutjes. Niet zwaar op de hand. Je gaat te biecht en het is weer over.’
- 25 -
6 En dan een stuk gezelliger! Gesprekken met Lieke van Oosterhout, Lieke Hazebroek, Tim, Stefan, Laura, Thijs en Jeroen van het Sint-Oelbertgymnasium uit Oosterhout 2
Brabander? Veel leerlingen van het Sint-Oelbertgymnasium uit Oosterhout voelen zich Brabander. ‘Ik ben er trots op Brabander te zijn. Je hoeft je er niet voor te schamen’, zegt Lieke Hazebroek. Ze spreekt met een zachte G maar geen dialect. Haar familie komt voor een deel uit Brabant en verder uit de Randstad. Mensen die over elkaar praten, dat vindt ze typisch Brabants. En natuurlijk de warmte en gezelligheid. ‘Ze vragen hier altijd of je blijft eten. Mijn Haagse familieleden vragen dat nooit. Niet uit onvriendelijkheid, maar het komt gewoon niet in ze op.’ Voor Tim, wiens vader net als hij heel zijn leven in Raamsdonksveer woont, is dialect spreken het meest bepalend voor het Brabander-zijn; hij voelt zich dan ook géén Brabander. Zijn moeder komt uit een ander dorp in Brabant. En eigenlijk kent hij geen mensen buiten Brabant. In het gezin waar hij vandaan komt bemoeien ze zich niet zo met het dorpsleven. Dat maakt ook dat hij zich geen Brabander voelt. De anderen voelen zich Brabander vanwege hun afkomst en hun thuisgevoel. Zij zijn in de buurt van - 26 -
Oosterhout geboren en getogen en bij de meesten van hen hun ouders ook. Dat geeft hun een gevoel van geworteld zijn in Brabant. Ze voelen zich gekend en bekend.
Typisch Brabants Lieke van Oosterhout is geboren en getogen in Den Hout. Volgens haar zijn grote feesten typisch Brabants en is de sociale omgang er zachter dan elders in het land. Haar moeder komt uit Delft dus ze kan wat dat betreft vergelijken: ‘Mijn familieleden uit de Randstad schelden meer. Zij vinden ons watjes.’ Laura en Stefan prijzen de Brabantse gezelligheid en vinden veel eten en drinken ook echt Brabants. Gemakzuchtigheid en eenvoud ervaren ze eveneens als specifiek Brabants. Thijs is in Raamsdonksveer geboren en getogen. Omdat hij zich er thuis voelt is hij Brabander, vindt hij. Volgens hem zijn de cultuur, het voelen, houdoe, de sfeer, het uitgaan en de gezelligheid echt bepalend voor Brabant: ‘Brabanders zijn gewoon vriendelijker voor elkaar.’ Tim vindt vooral de Brabantse trots kenmerkend: ‘Brabanders zijn niet meer tweederangs zoals dat vroeger wel werd gezien, in vergelijking met mensen uit het noorden.’ Tot slot noemen verschillende leerlingen Brabanders ondernemend, vlot en informeel: ‘In het buitenland ook, je herkent ze meteen en je bent meteen aan de praat!’
Actieve bijdragen Hoewel vrijwel alle leerlingen het carnaval typisch Brabants vinden, vieren ze het niet allemaal en is niemand actief in een carnavalsvereniging. Van sommige leerlingen zijn hun vader of moeder wel actief of actief geweest voor een carnavalsvereniging. Zelf hebben ze er geen tijd voor of geen trek in. Waar het om hun sportvereniging gaat zijn er andere geluiden: Stefan, Laura en Thijs zetten zich graag in voor hun club. Zij fluiten wedstrijden en trainen jeugdleden. Jeroen staat er wel eens achter de bar. De anderen zouden zeker wat doen als ze er tijd voor hadden, zeggen ze, want ze voelen zich wel degelijk betrokken bij hun dorp.
Erbij horen In de media worden Brabanders regelmatig beschreven als boeren met karak-
Lieke Hazebroek (15) uit Rijen, Lieke van Oosterhout (15) uit Den Hout, Tim Zijlmans(15) uit Raamsdonksveer, Stefan van Schendel (15) uit Raamsdonksveer, Laura Oomen (15) uit Dongen, Thijs Toebak (16) uit Raamsdonksveer en Jeroen Hokker (16) uit Teteringen. De leerlingen zitten in de vierde klas en hebben een cartoon over Brabanders gemaakt. Enkele cartoons zijn in dit boekje te vinden. 2
- 27 -
tertrekken als vrij lomp en stom. Ook in de cartoons die de gymnasiasten in een opdracht van de school moesten maken over ‘de Brabander’ komen deze beelden terug. De een heeft een politieagent op een varken getekend, de ander de altijd over anderen pratende dorpsgenoten. Ondanks deze wat negatieve beelden willen de leerlingen graag deel uitmaken van de Brabantse gemeenschap. Sommigen geven aan dat het gevoel van saamhorigheid van Brabanders hiervoor de voornaamste reden is. Vooral de sfeer vinden ze belangrijk: ‘Het is gezellig. Iedereen kent elkaar. Je voelt echt een eenheid.’ Daarnaast vinden ze het gewoon humor om de Brabander te ridiculiseren.
Echte Brabanders Volgens de helft van de geïnterviewde leerlingen bestaat de echte Brabander niet. Zij vinden dat Nederlanders steeds meer naar elkaar toegroeien en hebben geconstateerd dat er overal verschillende mensen wonen. De anderen zijn het daar niet helemaal mee eens; zij onderscheiden wel echte Brabanders van andere Nederlanders. Ze zijn makkelijk in de omgang en snel informeel, vinden ze. Thijs formuleert het als volgt: ‘Brabanders zijn net als iedere Nederlander en dan een stuk gezelliger!’
- 28 -
Toekomst van Brabant Sommige leerlingen verwachten dat er altijd dialectsprekende Brabanders zullen blijven. Anderen denken dat het dialect echt zal verdwijnen. Zoals Lieke van Oosterhout die bij haar eerdere stelling blijft dat iedereen steeds meer Nederlander wordt en dat het Brabantse dialect dus zal verdwijnen. De verdergaande verstedelijking zien Laura en Stefan als een mogelijke bedreiging: ‘Kennen de mensen elkaar dan nog een beetje? En in hoeverre hebben mensen van buitenlandse afkomst iets met Brabant?’ vragen ze zich af. De typisch Brabantse waarden zouden daardoor kunnen verdwijnen, vrezen ze. Tot slot verzucht Lieke Hazebroek dat ze hoopt dat de Brabantse gastvrijheid in elk geval behouden blijft.
7 Ge moet ut allebei kunnen! Wil van Mierlo (1932) Geboren en getogen in Baardwijk, heeft acht jaar buiten Brabant gewoond, in Tegelen en in Amsterdam, woont nu in Tilburg
Brabander? ‘Ik voel me Brabander omdat ik er geboren en getogen ben. Ik voel me hier thuis. Mijn wezen, mijn identiteit is Brabants. Ik vind de gemoedelijkheid en openheid typisch Brabants. Vanmorgen bij de bakker nog, dan zegt hij: Ik heb oe lang nie gezien. En als hij iets niet heeft zegt hij: Doar ben ik nog nie an toegekomen. Vanmiddag kunde ze hoalen. Ook zeggen ze hier vaak waar je het dan wel zou kunnen halen. Dat is gemoedelijk, dat doen ze buiten Brabant niet. In Limburg willen de mensen je niet verstaan en in Amsterdam vinden ze je provinciaals. Iedereen van buiten Amsterdam hoor. Dat buitensluiten, dat doen echte Brabanders niet.’ ‘Ik vind mezelf Brabants in de manier waarop ik met iedereen kan opschieten. Het Brabants is ook een diep sentiment, jezelf verbonden voelen met de mensen en de natuur. Dat merk ik vooral bij ouderen.’
Familie ‘Niet mijn hele familie woont in Brabant, zo half en half. Ik vind ze niet allemaal Brabanders meer. De Brabanders zijn gezellig en daar praat je plat mee. Die altijd Nederlands spreken vind ik geen Brabanders meer. Ge moet het allebei kunnen! Ik ga naar alle verjaardagen. We zijn een hechte familie. Mijn eigen kinderen vind ik geen echte Brabanders: ze spreken geen dialect en van die affiniteit met Brabant merk ik niet veel. Ze doen wel mee met Kerstmis - 29 -
en sinterklaas. De kinderen waren al jong de deur uit. Ze zijn minder Brabants, ze hebben het te druk om altijd klaar te staan of langs te komen. Bij ons geen vaste zondagse bezoekjes, terwijl dat toch echt Brabants is. Maar samen eten of eropuit doen ze nog wel en dat vind ik heel leuk.’
Typisch Brabants ‘Ik vind de hartelijkheid typisch Brabants: drie kussen en houdoe zeggen. Brabanders zijn heel hulpvaardig, ze vinden het heel gewoon dat ze iets voor je doen. Verder mopperen ze op de kerk en de gemeente. Terwijl ze ook wel apathisch zijn als het om de kerk en de staat gaat. Ze vinden het allemaal wel goed en komen niet in opstand. Eigenlijk zijn ze weinig kritisch. Behalve als ze onder elkaar zijn, maar niet rechtstreeks tegen de notabelen of de pastoor. Een beetje achterbaks dus, maar onderling zijn ze wel heel open hoor. Ook negatieve dingen zeggen ze gerust tegen elkaar.’ ‘Ik vind de Brabander ook eenvoudig maar wel intuïtief. Hij voelt zich vaak de mindere. Dat heb ik zelf niet. Ik ga altijd overal op af. Maar dat is bij mij in de buurt of in mijn generatie vaak wel anders. Ik herken een Brabander meteen aan z’n taal natuurlijk, maar ook aan zijn goedlachse gezelligheid.’
Brabantse waarden ‘Religiositeit is een Brabantse waarde die vrij diep zit. Ik bedoel dan niet het geloof van de kerk, maar het geloof dat er meer is dan dat we in het hier en nu ervaren. Vroeger werd alles bij Onze Lieve Heer gelegd, dan hoefde je zelf geen verantwoordelijkheid te nemen. Dat speelt hier in Brabant nog steeds een rol.’ ‘Altijd voor elkaar klaarstaan, gastvrijheid en dienstbaarheid aan de gemeenschap zijn ook belangrijke Brabantse waarden. Doordat je met gelijkgezinden woont, kun je je hiermee goed staande houden. En tot slot, een Brabander is ook heel muzikaal vanbinnen. Dat zie je ook overal in de dorpen, de koren en de harmonieën.’
Gewoonten in Brabant ‘Carnaval vieren en de viering rond Kerstmis vind ik echt Brabantse gewoonten. Lekker met veel mensen samen goed eten en drinken. Liedjes maken bij gelegenheden als bruiloften vind ik ook echt Brabants. Zelf maak ik ook altijd liedjes voor mijn familieleden, met spot en zelfspot en soms ook weemoed. Ik zorg ook nog steeds dat ik met Driekoningen wat lekkers voor de kinderen in huis heb.’ ‘Actief zijn voor de gemeenschap, bijvoorbeeld in het verenigingsleven, is ook echt Brabants. Ik ben altijd actief voor de buurt geweest en nu voor de 50-plussers. Ik denk mee met het veiligheidsplan voor ouderen. Verder ben ik actief in een politieke partij en in de heemkundekring en de natuurhistorische vereni- 30 -
ging. Vroeger deed ik nog veel meer.’
Het beeld van Brabanders ‘Het beeld van lompe boeren klopt niet, vind ik. Brabanders zijn tweehonderd jaar onderdrukt geweest, ze waren arm en hadden weinig onderwijs, dus daar komt dat beeld vandaan. Nu is Boeren een geuzennaam. We zijn er trots op dat we het zover geschopt hebben. Ik ben voor Ajax maar als ze tegen PSV spelen, wil ik dat PSV wint omdat het Brabanders zijn.’
Toekomst van Brabant ‘Ik vind het jammer dat het de laatste jaren zo moeizaam gaat in het verenigingsleven, vooral omdat de jongeren het niet overnemen. Er is voor hen meer afwisseling, dus ze hebben genoeg te doen. Ik vind dat dat het sociale leven armer maakt. Jongeren zijn individualistischer en hebben minder gemeenschapsgevoel. Ik zou willen dat het weer meer vanzelfsprekend is dat je er bent voor elkaar. Ook zou er meer ruimte voor ontmoeting moeten zijn. Daar is veel te veel op wegbezuinigd in de buurten. Muziek voor de gewone mensen, zoals bij de harmonieën, moet meer gesubsidieerd worden. Het dialect zou ik ook willen behouden. De jongeren zijn veel mondfiatter: ze hebben een eigen mening en durven naar voren te treden. Dat vind ik ook goed. Wel zouden ze wat meer met ouderen in contact moeten komen; maar ook de ouderen zelf zouden meer hun ideeën naar buiten moeten brengen.’ ‘De familiezin brokkelt af. Dat vind ik jammer. Ik praat via Skype met mijn zussen. Maar mails vind ik echt minder, een verarming.’ ‘Ik vind eigenlijk dat je moet behouden wat er nog over is van de Brabantse tradities.’
- 31 -
Het PON Instituut voor advies, onderzoek en ontwikkeling in Noord-Brabant is hét kenniscentrum op sociaal terrein in Noord-Brabant. Sinds zijn oprichting in 1947 verricht het PON diverse vormen van sociaal-wetenschappelijk onderzoek, zowel kwalitatief als kwantitatief. Met de ontwikkelfunctie wil het PON vooral maatschappelijke innovaties tot stand brengen en de kennis die daarvoor in de praktijk nodig is, methodisch en systematisch toepasbaar maken. Het PON signaleert maatschappelijke ontwikkelingen, behoeften en knelpunten in de samenleving, brengt deze in kaart en analyseert ze. Mede op basis van die verkregen inzichten ontwikkelt het instituut projecten die bedoeld zijn om in bestaande situaties verbeteringen aan te brengen en om vernieuwingen in gang te zetten. De initiatieven en projecten zijn er vooral op gericht mensen de gelegenheid te geven in de samenleving te participeren, om sociale cohesie te bevorderen, om achterstand en sociaal isolement te voorkomen en te bestrijden. Om dit te bereiken werkt het PON samen met overheden, instellingen en maatschappelijke groeperingen. Zij doen een beroep op het PON bij vraagstukken op al die terreinen waar de sociale dimensie in het geding is. Daarbij is te denken aan: zorg en maatschappelijke dienstverlening, wonen en welzijn, arbeid, educatie, cultuur, sport, leefbaarheid en veiligheid. Het PON zet op al die terreinen zijn deskundigheid in. De provincie Noord-Brabant is de belangrijkste financier van het PON. De werkzaamheden van het PON resulteren in rapportages, onderzoeksverslagen, beschrijvingen van projecten en ‘best practices’, publicaties, video’s, cd-rom’s en dvd’s, ontwikkelingsprojecten, thema- en studiebijeenkomsten, debatten, organisatieadviezen en mediation. Een overzicht van projecten en producten vindt u op de PON-website. Daar vindt u ook een PDF-bestand met PON-publicaties, voorzien van korte beschrijvingen en bestelinformatie. Bezoekadres: Postadres: Telefoon: Fax: Webadres: E-mail:
Stationsstraat 15, Tilburg Postbus 90123, 5000 LA Tilburg (013) 535 15 35 (013) 535 81 69 www.ponbrabant.nl
[email protected]
- 32 -