ICT- agenda van de regio

ICT- agenda van de regio De afgelopen tijd zijn geregeld vragen gesteld over ICT-ontwikkelingen en de plannen op het terrein van informatisering en automatisering in de Drechtsteden. De rol van ICT wordt steeds groter. De consequenties van een niet naar behoren functionerend systeem of proces zijn eveneens groter – en beter merkbaar. De groeiende aandacht is dus te verklaren. Het gaat al lang niet meer om ‘bits and bites’ en geïsoleerde technische toepassingen. ICT is een onmisbaar en integraal onderdeel van ondersteunende én primaire processen geworden. De overheid kan dankzij ICT flexibeler en klantgerichter optreden en beter samenwerken met ketenpartners. Met de mogelijkheden die nieuwe technologieën bieden, verschuift de norm wat efficiënt is en wat maatschappelijk van de overheid wordt verwacht. De ICT-toekomstagenda van de Drechtsteden is gebundeld in het Programma IP&A: informatisering, processen en automatisering.

1) Programma IP&A: meer dan bits and bites Maatschappelijke norm en verplichtingen vanuit het rijk

Door de beschikbaarheid van het internet is het gemakkelijker geworden met anderen te communiceren, informatie uit te wisselen en (virtuele) relaties aan te gaan. Dit heeft gevolgen voor de (gemeentelijke) overheid. Burgers en bedrijven verlangen in toenemende mate dat ze gemeentelijke diensten net zo gemakkelijk kunnen afnemen via het internet, als aan de balie, per telefoon of per brief. De burger gaat er vanuit dat ze, ongeacht hoe ze in contact komen met de overheid, slechts één keer hun persoonlijke gegevens hoeven te verstrekken. Burgers en bedrijven rekenen op consistentie, juistheid, gemak en overzichtelijkheid. En dat alles ook nog snel. Ze eisen kortom een betrouwbare en transparante overheid. Gemeenten krijgen te maken met nieuwe eisen van de rijksoverheid die aansluiten bij deze maatschappelijke norm. Dit geldt bijvoorbeeld voor de verplichting in de nieuwe Wet ruimtelijke ordening voor gemeenten om alle ruimtelijke informatie (bestemmingsplannen e.d.) digitaal toegankelijk te maken, een bijdrage aan een transparante overheid.

1

Programma IP&A Meer dan bits and bites

Programma IP&A als kapstok voor ambities

Gemeenten streven ernaar om de veranderingen in informatisering, automatisering en processen kostenbewust op te pakken. De combinatie van hoge kwaliteit én kostenbesef leidt tot grote uitdagingen, hoge ambities en lange werkagenda’s. Een regionale aanpak brengt noodzakelijke samenhang en uniformering op inhoud, en zorgt er bovendien voor dat grote investeringen met ‘minder meer kosten’ gerealiseerd kunnen worden. Het Strategisch Plan Programma Informatisering, Processen en Automatisering Drechtsteden (Programma IP&A) ordent de ambities en geeft invulling aan de werkagenda voor de periode 2007 – 2010.

Voorsprong op informatisering

De Drechtsteden en de regio ZHZ hebben het ‘geluk’ de uitdaging in moderne dienstverlening aan te gaan vanuit een voorhoedepositie in digitalisering, informatiebeleid en elektronische dienstverlening. In 2001 kende Dordrecht al het programma ‘E-government Dordrecht’. Dit programma heeft in korte tijd veel resultaten geboekt. Vanaf 2006 kregen de inhoudelijke ambities vorm in ‘Drechtsteden Digitaal’. De voorhoedepositie die deze jaren is opgebouwd, is er nog altijd. Het in de Drechtsteden ontwikkelde informatiesysteem Mozaiek is zelfs richtinggevend in de ontwikkeling van landelijke producten. De voorhoedepositie van de Drechtsteden is overigens niet (meer) altijd even ‘sexy’ en aansprekend. Waar het in het begin van dit decennium vaak zichtbare projecten betrof zoals een goede gemeentelijke website, gaat het nu vaker om projecten op het snijvlak tussen in- en extern: de koppeling tussen ‘de burgers aan de balie of op het internet’ (front office) en ‘de ambtelijk specialist’ (back office). Op onderdelen – vaak de zichtbare projecten aan de front office – zijn er enkele

2

Kijk voor meer info op www.drechtsteden.nl/ipa

gemeenten die het beter doen. Maar in de regionale aanpak van de koppeling tussen front en back office mogen de Drechtsteden zich nog altijd met recht op de borst kloppen. Daar is juist de grootste kwaliteitswinst tegen de laagste meerkosten te behalen. Niet voor niets staan de Drechtsteden in recente landelijke benchmarks op de hoogste plaatsen.

Achterstand in automatisering

De zorg zit in de Drechtsteden dus niet in de I van informatisering of de P van processen, maar met name in de A van automatisering. De Drechtsteden hebben een forse inhaalslag nodig in de technologie. De kantoorautomatisering en de onderliggende infrastructuur zijn verouderd. Trage computers, niet-reagerende programma’s, onhandige systemen en stakende printers zijn voor de hand liggende voorbeelden. Voor ambtenaren van een beleidsafdeling al vervelend genoeg; maar aanleiding voor raadsvragen als het de dienstverlening aan de balie betreft! Ook de (on) mogelijkheden om bijvoorbeeld thuis in te loggen en je eigen mail en documenten te kunnen gebruiken zijn veelbesproken. De voordelen van moderne, goed functionerende technologie ligt voor de hand: hogere continuïteit en minder uitval, en daardoor betrouwbaardere dienstverlening. Een aanpak op regionaal niveau kent extra winst. Het ondersteunt het delen van informatie en de samenwerking in de Drechtsteden, verlaagt de beheerslasten en vergroot de mogelijkheden voor flex- en thuiswerken.

Resultaat boeken via programmatische aanpak

Niet iedereen zit te wachten op veranderingen in apparatuur en processen. Willen we niet te veel? Waarom verder op het regionale digitale pad als de apparatuur in de huidige situatie al niet te vertrouwen is? De achterstand op het gebied van automatisering is echter een feit. Onderhoud is nodig. Bovendien hebben de Drechtsteden een goed werkende, up-to-date kantoorautomatisering nodig om de voorsprong op het gebied van informatisering te behouden en aan (nieuwe) wettelijke eisen te voldoen. Om deze slag te maken moeten de Drechtsteden gestructureerd samenwerken. Het programma IP&A is gestart om complexe, veelal regionale projecten uit te voeren op het gebied van informatievoorziening, processen en automatisering. Binnen het programma wordt gestuurd op de samenhang tussen de verschillende programma’s, planning, budget en resultaat. Dit resultaat is niet altijd op de korte termijn zichtbaar. Een investering in nieuwe kantoorautomatisering, bijvoorbeeld, vraagt om het opstellen van een uitgebreid programma van eisen, het zoeken naar een marktconforme toepassing (bewezen en robuuste technologie, maar ook toekomstvast), (Europese) aanbesteding en vervolgens het ‘inbouwen’ van de aangekochte techniek. Pas dan schakelen de negen regionale organisaties feitelijk over op een nieuw systeem en nieuwe apparatuur.

3



2) Deelprogramma’s Het Strategisch Plan IP&A is verdeeld in vier deelprogramma’s. In totaal bevatten deze ongeveer 50 projecten – belangrijke projecten die in de periode van 2007 tot en met 2010 uitgevoerd worden. Het Programma voert de projecten uit. Na afronding van een project nemen de gemeenten het functioneel beheer en het SCD het technische onderhoud en beheer van ICTsystemen en processen op zich. De vier programma’s in vier zinnen 1. 2. 3. 4.

Het eerste deelprogramma richt zich op een goede infrastructuur: verbetering van de kantoorautomatisering voor alle Drechtstedenorganisaties gezamenlijk. Het tweede programma gaat over innovatieve projecten die bijdragen aan een transparante, efficiënte en effectieve in- en externe dienstverlening (ook de wettelijk verplichte projecten zoals de Basisregistraties en het Burgerservicenummer). Het derde programma omvat allerlei lokale projecten; projecten die op zich niet regionaal zijn, maar wel samenhangen met of gevolgen hebben voor de regionale component (bijvoorbeeld: verhuizing van ICTondersteuning in Zwijndrecht). Deelprogramma vier tot slot richt zich specifiek op de vorming van het SCD en de onderliggende procesveranderingen (bijvoorbeeld: digitale post via Mozaiek).

Stand van zaken

In het algemeen verlopen alle projecten binnen de vier deelprogramma’s redelijk tot goed op schema, zowel wat betreft de planning in de tijd als kosten. Daar waar vertraging in de tijd is opgelopen – bijvoorbeeld in de overgang naar de ‘uniforme werkplek’ (vervangen van verouderde PC’s) – kan deze vertraging weer ingelopen worden. Het eindresultaat: “één gestandaardiseerde, geïntegreerde en robuuste ICTinfrastructuur” moet eind 2010 gerealiseerd zijn.

5



Vijf veelgestelde vragen 1. Wanneer kan ik rekenen op een stabiel systeem zonder storingen?

Een ‘storingsvrij’ systeem is op geen enkele wijze te garanderen, ook niet wanneer alle projecten in het Programma IP&A zijn afgerond. Ook dan nog kunnen onze systemen worden getroffen door een virus, vastlopende servers of een probleem bij de opslag van gegevens, om maar wat te noemen. De kans hierop is echter veel kleiner dan nu het geval is. Veel van de huidige ICT- voorzieningen zijn verouderd. In 2010 zijn de verouderde systemen vervangen. De Drechtsteden kiezen bij de vervanging bewust voor technologische oplossingen die een aantal jaren meegaan, maar die hun waarde al wel bewezen hebben. Toekomstvast én robuust. Het nieuwe regionale netwerk (zie ook vraag 2 en 3) wordt daarmee veiliger en stabieler en vormt een fundament voor betrouwbare dienstverlening.

2. Wanneer krijg ik een nieuwe computer op mijn werkplek?

Ongeveer 90% van de computers op de Drechtstedenlocaties wordt vervangen. Dat gaat groepsgewijs. De gemeente Hendrik-Ido-ambacht functioneert – oneerbiedig gezegd – als proefkonijn: daar wordt de overgang van oude naar nieuwe computerapparatuur en programma’s getest. Deze apparatuur werkt niet meer vanaf een lokale server, maar vanaf het Regionaal Rekencentrum; een plaats waar alle apparatuur staat die nodig is om een netwerk te laten draaien (servers, maar ook bijvoorbeeld koelsystemen, elektriciteitsvoorzieningen, harde schijven etc.). In juni 2009 is de ‘proefmigratie’ in Hendrik-Ido-Ambacht afgerond. De overgang naar de nieuwe computers verloopt in drie sporen, die deels parallel worden ingezet. Het eerste spoor zijn alle kleinere gemeenten, startend met HendrikIdo-Ambacht, spoor 2 is de gemeente Dordrecht en het kantoor van de GR Drechtsteden, spoor 3 is de Regio Zuid-Holland-Zuid. Medewerkers krijgen bij deze overgang een nieuwe, kleinere computer. Voor het merendeel blijven dezelfde programma’s in gebruik, al komen er op onderdelen wel nieuwe versies van software. Iedereen gaat in deze nieuwe situatie werken met Outlook. Voor bijvoorbeeld de medewerkers in Dordrecht gaat de komst van een nieuwe computer dus gepaard met de overgang van Groupwise naar Outlook. In 2010 moeten de computers op ruim 3.300 werkplekken vervangen zijn.

6

3. Wanneer is thuiswerken volledig mogelijk?

In 2010 beschikken alle Drechtstedenorganisaties gezamenlijk over één centraal systeem van kantoorautomatisering. Deze ‘regionale ICT infrastructuur’ verbindt letterlijk alle organisaties met elkaar. Hierdoor kan iedere medewerker met een standaard werkplek op iedere locatie in de Drechtsteden inloggen en werken met eigen bestanden en programma’s. Vanaf medio 2009 is het technisch mogelijk om thuis in te loggen op het Drechtstedennetwerk. Per organisatie moet vervolgens beslist worden of en per wanneer deze mogelijkheid feitelijk benut gaat worden.

4. Wat kost het hele programma IP&A eigenlijk?

De investeringen voor alle Drechtstedenorganisaties en de regio Zuid Holland Zuid over de periode 2007 – 2010 bedragen ruim € 33 miljoen. Meer dan de helft van deze investeringen hangen samen met automatiseringsprojecten (bijvoorbeeld het realiseren van één gezamenlijk netwerk, zie vraag 3). Het gaat hier niet om ‘extra’ geld: het regionale netwerk komt immers in de plaats van de afzonderlijke systemen die de Drechtstedenorganisaties nu nog gebruiken. De inschatting is dat er in 2010 een kwalitatief beter systeem functioneert tegen 10% minder kosten. Het resterende deel van de benodigde investeringen wordt besteed aan informatiseringsprojecten (digitale dienstverlening en wettelijk verplichte projecten die te maken hebben met betere dienstverlening aan burgers en bedrijven), aan projecten op lokaal niveau, of aan de inrichting van het SCD. Soms gaat het hier om nieuwe investeringen en dus om nieuwe, extra lasten voor de Drechtsteden gemeenten; soms om lasten waar vaak lokaal al bedragen voor gereserveerd staan en die bovendien onomkoombaar zijn (denk aan de wettelijk verplichte trajecten). Alle kosten, met uitzondering van puur lokale projecten, worden door de regiopartners gedeeld op basis van het aantal inwoners.

5. Hoe verhouden het programma IP&A en het SCD zich tot elkaar?

Het programma IP&A levert nieuwe producten op: van nieuwe ICT- apparatuur tot het regionaal intranet en van een nieuwe functionaliteit binnen Mozaiek tot een nieuw raadsinformatiesysteem voor de griffie. Het SCD beheert en onderhoudt deze producten zodra ze gereed zijn. De mensen die de projecten uitvoeren zijn voor een deel afkomstig uit twee service-eenheden van het SCD. Gezien de beperkt beschikbare interne capaciteit wordt dit aangevuld met externe inhuur. Het SCD heeft dus een dubbelrol. Enerzijds is het SCD (als onderdeel van de GR Drechtsteden) net als de zes gemeenten en de regio ZHZ één van de klanten van het programma IP&A. Anderzijds is het SCD leverancier van menskracht voor de uitvoering van een deel van de IP&A-projecten en, daarna, voor regulier onderhoud en beheer.

7



Bijlage: Informatie per deelprogramma

Stappen bij het vervangen van de computers 1

OUDE WERKWIJZE ZHZ

GRD

SLIEDRECHT

DORDRECHT

HENDRIK-IDO AMBACHT

ZWIJNDRECHT

ALBLASSERDAM

Deelprogramma I regionale ICT- infrastructuur

PAPENDRECHT

In 2010 beschikken alle Drechtstedenorganisaties gezamenlijk over één

Iedereen heeft een eigen infrastructuur. 2

centraal systeem van kantoorautomatisering. Deze ‘regionale ICT infra-

INVENTARISERING

structuur’ verbindt letterlijk alle organisaties met elkaar. Hierdoor is het voor iedere COMPUTERPROGRAMMA’S

op iedere locatie (ook thuis) in te loggen en te werken met eigen bestanden en HARDWARE

USERS

DATA

3

WELKE PROGRAMMA’S, HARDWARE, USERS EN DATA WORDEN OVERGEZET / VERHUISD?

4

VERHUIZEN PROGRAMMA’S, HARDWARE, USERS EN DATA

REKENCENTRUM

8

programma’s. Waar nodig blijven specifieke werkplekken voor specifieke taken beschikbaar.

Moet er worden opgeschoond...?

5

medewerker met een standaard werkplek technisch mogelijk om

SLIEDRECHT GRD ZWIJNDRECHT ZHZ DORDRECHT HENDRIK IDO AMBACHT ALBLASSERDAM PAPENDRECHT

VERVANGEN PC’S (FAT CLIENTS) DOOR SERVER BASED WERKSTATIONS (THIN CLIENTS)

Wat gaat er gebeuren?

Onder andere de volgende zaken moeten geregeld worden op weg naar een regionale ICT- infrastructuur: • inrichten van een Regionaal Rekencentrum, een plaats waar alle apparatuur staat die nodig is om een regionaal netwerk te laten draaien (servers, maar ook bijvoorbeeld koelsystemen, elektriciteitsvoorzieningen, harde schijven etc.) – in feite is dit de ruggengraat van de regionale infrastructuur; • vervangen van het merendeel van de computers door ‘thin cliënts’; smalle computers die werken vanaf centrale servers die in het Regionale Rekencentrum staan. Ook de telefooncentrales worden vervangen.

Waarom is dit programma nuttig? Voor de individuele medewerker: • overal en altijd inloggen en werken; op iedere locatie in de Drechtsteden toegang tot je eigen programma’s, bestanden en mail; • bestanden gaan niet meer verloren, omdat ze op een centrale server in het Regionaal Rekencentrum staan; • computers en systemen zijn stabieler (en naar alle waarschijnlijkheid ook sneller), omdat gewerkt wordt via het glasvezelnetwerk (Drechtnet) en omdat er geen programma’s meer op de eigen computer geïnstalleerd staan (programma’s staan allemaal op de regionale servers).

9


Voor de organisatie: • efficiënter onderhoud en beheer – daarmee kostenvoordeel, omdat het onderhouden van één centraal systeem goedkoper is dan onderhoud van negen aparte systemen. Voor burgers en bedrijven: • betere beveiliging en privacybescherming, betere mogelijkheden voor dienstverlening buiten kantoortijden etc.

Wanneer is dit programma afgerond?

Deelprogramma I bestaat uit zo’n tien projecten. Sommigen daarvan zijn al afgerond (bijvoorbeeld het Regionaal Rekencentrum), anderen zijn in voorbereiding of in uitvoering. Eén van meest zichtbare projecten – het vervangen van de computers op alle werkplekken – start dit voorjaar. In Hendrik-Ido-Ambacht wordt een ‘proefverhuizing’ uitgevoerd en wordt de nieuwe infrastructuur getest. Daarna start de daadwerkelijke ‘digitale verhuizing’ bij de kleinere gemeenten, waaronder Hendrik-Ido-Ambacht als eerste. Dordrecht, de GR Drechtsteden en de Regio ZHZ volgen. De verhuizing gebeurt groepsgewijs, ongeveer 100 á 150 werkplekken per keer. Al met al is dit voor het totaal van 3.300 werkplekken een flinke operatie.


Deelprogramma II regionale informatievoorziening In 2010 behoren de Drechtsteden nog altijd tot de voorlopers in Nederland op het terrein van digitale dienstverlening. Grootschalige nieuwe (wettelijk verplichte) opgaven die te maken hebben met betere dienstverlening aan burgers en bedrijven zijn op regionaal niveau opgepakt. Veel veranderingen hebben geleid tot intensievere samenwerking en leiden tot structurele besparingen. Wat gaat er gebeuren?

Onder de verzamelnaam ‘regionale informatievoorziening’ worden in totaal zo’n 30 projecten uitgevoerd. Waar het bij deelprogramma I plat gezegd gaat om ‘kabels en beeldschermen’, gaat het in dit deelprogramma II om de uitwisseling en het gebruik van gegevens. De projecten zijn in vijf categorieën verdeeld.

1) Digitale dienstverlening

Voor een belangrijk deel gaat het in deelprogramma II om de doorontwikkeling van ‘e- loketten’: de mogelijkheden voor burgers en bedrijven om zo veel mogelijk diensten digitaal te regelen. Van bouwvergunningen en cultuursubsidies tot uittreksels uit het bevolkingsregister (GBA), van het indienen van een bezwaar op de WOZ-heffing tot een aanvraagformulier voor een bijdrage in de kosten van leerlingenvervoer. Op sommige punten geldt een wettelijke verplichting voor gemeenten op het terrein van digitale informatievoorziening. Dit geldt bijvoorbeeld voor ruimtelijke informatie (o.a. bestemmingsplannen), die als gevolg van de nieuwe wet Ruimtelijke Ordening allemaal digitaal toegankelijk moeten worden. Dit zijn allemaal zaken die in de ‘front office’, aan het fysieke of het digitale loket, te zien zijn. Binnen het Programma worden zo’n 450 dienstverleningsprocessen gedigitaliseerd.

2) Mozaiek

10

Deelprogramma II omvat ook projecten die te maken hebben met het ondersteunen van de gegevensstroom van de ‘front office’ naar de ‘back office’. De Drechtsteden werken met het speciaal daarvoor ontworpen systeem Mozaiek. Simpel gezegd: burgers en bedrijven in de Drechtsteden komen met hun vragen naar de balie, of benaderen de gemeente via telefoon, brief of internet (‘front office’); in de vakafdelingen (‘back office’) verwerkt de gemeente deze vragen. De uitkomst van dit proces is een vergunning, beslissing etc. Mozaiek is de elektronische link tussen de voor- en achterkant van het proces; tussen de balie en de vakspecialist. Mozaiek vereenvoudigt de communicatie en maakt daarmee bijvoorbeeld voortgangsbewaking een stuk gemakkelijker.

11


Onderdeel van Mozaiek is Mozaiek Zaken, een functionaliteit waarmee een klantcontact (brief, telefoontje, webformulier, bezoek aan een balie) geregistreerd wordt als ‘zaak’. Alle documenten en afspraken die vervolgens bij het afhandelen van het klantcontact opgesteld worden, worden digitaal onder dezelfde zaak opgeslagen. Voor medewerkers is het hele dossier dus altijd in te zien. Werkzaamheden zijn daarmee transparant en makkelijker overdraagbaar. De status van de zaak – aanvraag binnengekomen, aanvraag aangemeld bij de afdeling, aanvraag in behandeling of aanvraag afgehandeld – is via internet zichtbaar voor de burger. Een intern voorbeeld van Mozaiek is Mozaiek Medewerker, met daarin onder andere de telefoongids die via intranet toegankelijk is.

3) Basisregistraties

Daar achter, in de wereld van de ‘back office’, staan afspraken binnen- en tussen overheden om gegevens uit te wisselen centraal. Een belangrijke ontwikkeling is bijvoorbeeld het stelsel van Basisregistraties. Via ‘Basisregistraties’ zijn overheden verplicht om bepaalde gegevens over burgers, bedrijven of locaties op een vaste manier op te slaan en te hergebruiken. Dit voorkomt dat deze gegevens steeds opnieuw bij burgers of bedrijven nagevraagd hoeven te worden. Eén keer informatie aanleveren bij één overheid moet genoeg zijn; de overheid moet er vervolgens zelf voor zorgen dat het gegeven voor allerlei diensten en processen gebruikt wordt. Nu zijn er landelijk naar schatting zo’n 30.000 verschillende systemen. Dat moet minder versnipperd en eenvoudiger. Er komen tien losse, wettelijk verplichte Basisregistraties. De meest bekende is de GBA – de Gemeentelijke Basisadministratie – met gegevens over alle inwoners van een gemeente (vroeger het Bevolkingsregister). Andere voorbeelden zijn de Basisregistratie Ondernemingen, met kerngegevens van alle ondernemingen (vroeger het Handelsregister) en het Kentekenregister. De tien losse Basisregistraties moeten uiteindelijk als één, logisch, samenhangend geheel gaan werken (het stelsel van Basisregistraties). De Drechtsteden richten zich voorlopig op de implementatie van vier Basisregistraties: de GBA, het Kadaster (BRK), (kleinschalige) Topografie (BRT) en de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG).

4) Bedrijfsvoering

12

Het programma omvat ook een aantal projecten die leiden tot verbeteringen in de bedrijfsvoering in de Drechtsteden. Een bekend voorbeeld is het regionaal intranet, om bijvoorbeeld interne verzoeken via het Serviceplein af te handelen en intern informatie te delen. Een ander belangrijk project is het ‘Regionaal Raadpleeg GIS’. GIS is de afkorting van Geografisch Informatie Systeem. Een GIS is een ondersteunend informatiesysteem waarbij data een geografische dimensie hebben, zodat ze gekoppeld kunnen worden aan een bepaalde plek op aarde. Vaak wordt deze combinatie van data gevisualiseerd in plattegronden, topografische kaarten en grafieken met bijvoorbeeld bodeminformatie. Bekende toepassingen zijn de routeplanners op internet en de weerkaarten die in de media gebruikt worden. Overheidsinstellingen en nutsbedrijven gebruiken GIS onder meer om de ligging van verschillende nutsvoorzieningen bij te houden (rioleringen, gas- en elektriciteitsleidingen, drinkwaterleidingen etc.) en voor allerhande (ruimtelijke) processen: milieu- effectrapportages, bodemkwaliteitsmonitoring, groeninventarisaties


en vastgoedbeheersystemen. Een voorbeeld van het gebruik van een driedimensionaal GIS waarbij naast de plaats ook de hoogte van belang is, is de risicoanalyse in gebieden die gevaar lopen bij overstroming. Na een vooronderzoek is het project ‘Regionaal Raadpleeg GIS’ in februari 2009 van start gegaan. Dit project zorgt voor een ‘inkijksysteem’ waarmee de Drechtsteden informatie uit andere GI Systemen kan inzien.

5) Wettelijke maatregelen

Tot slot omvat deelprogramma II projecten die het gevolg zijn van nieuwe wet- en regelgeving, waarvan besloten is om deze regionaal uit te voeren. Deze projecten leiden vaak tot wijzigingen in processen op het gebied van informatievoorziening, maar soms zijn ook aanpassingen in de techniek (ICT infrastructuur), organisatie of faciliteiten nodig. Een voorbeeld is het project ‘invoering van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO)’. Met de WABO worden alle vergunningvormen die betrekking hebben op activiteiten in de buitenruimte samengevoegd tot één vergunning. Zo gaan de bouw-, milieu- , kap-, en de reclamevergunning op in een enkele vergunning: de omgevingsvergunning. In totaal gaat het om 25 soorten vergunningen. Een ander voorbeeld van zo’n ‘wettelijk’ project is de invoering van de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening (nWRO). Via de nWRO wordt geregeld dat alle overheden digitale ruimtelijke plannen volgens een landelijk standaard maken die via een landelijke voorziening (RO-Online) te raadplegen zijn. De informatie over alle ruimtelijke plannen van de overheid is hierdoor altijd digitaal beschikbaar voor burgers, bedrijven en andere overheden. Ook wordt de samenwerking tussen overheidsorganisaties verbeterd, waardoor procedures op het gebied van ruimtelijke ordening sneller doorlopen worden. Dit levert ook een bijdrage aan een betere handhaving.

Waarom is dit programma nuttig? Voor de individuele medewerker: • gebruik van een systeem waarmee de gegevensstroom tussen de voor- en achterkant van een proces makkelijker wordt, zoals Mozaiek, maakt werkvoorraad en afhandeling van zaken overzichtelijker: van begin tot eind is helder wie welk dossier in behandeling heeft en wat de stand van zaken is. Voor de organisatie: • transparante, uniforme en gestructureerde gegevensuitwisseling tussen overheden en binnen een overheidsinstantie levert een bijdrage aan goede managementinformatie, waarmee achterstanden tijdig opgespoord kunnen worden (keteninformatisering).

13



Voor burgers en bedrijven: • door het consequent vastleggen van gegevens in basisregistraties hoeft een burger niet steeds zijn gegevens door te geven wanneer hij in contact treedt met een overheid – informatie die bij de ene overheid bekend is, kan een andere overheid gebruiken; • hoge kwaliteit van dienstverlening: steeds meer mogelijkheden om vragen, problemen etc. bij de gemeente neer te leggen op het moment en de manier die de burger/het bedrijf zelf het meest prettig vindt – van klantcontact aan een balie tot een volledig digitale afhandeling van een dienst.

Deelprogramma III

Wanneer is dit programma afgerond?

ICT ondersteuning in Zwijndrecht. Dit zijn projecten in opdracht van en voor

De planning van de projecten verschilt sterk. Met Mozaiek wordt al enkele jaren gewerkt, maar verschillende onderdelen worden nog doorontwikkeld. Continu worden werkprocessen aan Mozaiek Zaken toegevoegd en komen nieuwe digitale diensten beschikbaar voor burgers en bedrijven. De invoering van de basisregistraties is een jarenlang traject, waarbij ook veel afstemming met het Rijk nodig is qua inhoud, middelen en schaarse menskracht.

lokale IP&A projecten De Drechtstedengemeenten hebben ieder nog eigen, lokale projecten op het gebied van informatisering, processen en automatisering. Denk aan het nieuwe Raadsinformatiesysteem voor de griffie in Dordrecht of de verhuizing van de rekening en risico van één van de Drechtstedendeelnemers. Deze projecten, zo’n 25, zijn vanwege de mogelijke onderlinge samenhang opgenomen in het Programma IP&A.

Deelprogramma IV projecten SCD De projecten binnen dit vierde deelprogramma richten zich specifiek op de vorming van het Servicecentrum Drechtsteden (officieel op 1 april 2008 van start gegaan). Denk aan een project rond de digitalisering van werving & selectie voor alle Drechstedenorganisaties, aan een nieuwe belastingapplicatie en aan het Virtueel Serviceplein. Dit laatste is het digitale loket van het SCD, bestemd voor de klanten van het SCD (dus de medewerkers van de Drechtsteden). De meeste projecten zijn inmiddels gereed. Naar verwachting is dit deelprogramma in augustus 2009 volledig afgerond.

14

15


Samenhang tussen de vier programma’s

Hoewel de vier deelprogramma’s hun eigen doelstelling hebben is er een sterke onderlinge afhankelijkheid. Zo kunnen regionale informatiesystemen niet werken als de datacommunicatie (uitwisseling van gegevens) niet eerst via Drechtnet is geregeld. Meer in het algemeen is een goede technische basis het fundament voor goed werkende informatiesystemen. Een aantal oplossingen voor het SCD (deelprogramma IV), zoals het Virtueel Serviceplein en Mozaiek Post, zijn afhankelijk van de ontwikkelingen van Mozaiek zelf binnen deelprogramma II. En de digitale dienstverlening – en in de nabije toekomst organisatieontwikkelingen zoals het Klant Contact Centrum – kunnen niet worden opgelost zonder het invoeren van Mozaiek Post bij het SCD in deelprogramma IV. De programmatische aanpak brengt noodzakelijke samenhang.

Contact Voor meer informatie neem contact op met: Programmabureau IP&A T 078 639 6107 E [email protected] W www.drechtsteden.nl/ipa

16

ICT- agenda van de regio

Recommend Documents