ACCEPTATIE- en VERWERKINGSBELEID, Administratieve Organisatie en Interne Controle (AO/IC) (versie 20151001 – DEFINITIEF)
DE VOORWAARDEN VOOR AFGIFTE VAN AFVALSTOFFEN AAN HVC LOCATIE ALKMAAR. (Voor andere locaties gelden aparte A&V beleid en AO/IC-procedures beleid )
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Algemene informatie 1.1 Visie 1.2 Adressen 1.3 Communicatie 2. Inleiding 2.1 Doel 2.2 Toetsingsinstrument 2.3 Afwijkingen van het beleid 3. Definities 4. Openingstijden 4.1 Openingstijden 4.2 Weekeinden, feestdagen 4.3 Uitzonderingen 4.3.1 Afvalstoffen verwerken onder toezicht 4.3.2 Aanbieden buiten openingstijden 5. Aard en samenstelling van de af te geven afvalstoffen 5.1 Kwaliteit 5.2 De af te geven afvalstoffen 5.2.1 Brandbare afvalstoffen 5.2.2 Gescheiden ingezamelde brandbare afvalstoffen 5.2.3 Brandbare biomassa 5.2.4 Afvalstoffen die worden opgewerkt in de slakkenopwerkingsinstallatie (SOI) met geïntegreerde Bodemaswasinstallatie (BAWI). 5.2.5 Afvalstoffen die op de inrichting geen be- of verwerking ondergaan 5.2.6 Afvalstoffen voor verwerking onder toezicht 5.2.7 Afvalstoffen minder dan 500 kg zonder afvalstroomnummer 5.3 Niet af te geven afvalstoffen 6. De vooracceptatie 6.1 Indeling van de vooracceptatie 6.2 Risico-indeling van afvalstoffen 6.3 Administratieve controle 7. De acceptatie 7.1 Indeling van de acceptatie 7.1.1 Basis van de acceptatie 7.1.2 Wanneer zijn afvalstoffen geaccepteerd 7.1.3 Speciale voorwaarden 7.1.4 Analyserapport 7.1.5 Juistheid van informatie 7.2 Visuele controle 7.2.1 Visuele controle brandbare afvalstoffen (laag risico en matig risico) 7.2.2 Visuele controle afvalstoffen die worden opgewerkt in de SOI met geïntegreerde BAWI, (matig risico)
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
2 5 5 5 5 6 6 6 6 7 9 9 9 9 9 9 10 10 10 11 11 11 11 12 12 13 13 14 14 14 15 17 17 18 18 18 18 18 19 19 19
pagina 2 van 45
7.2.3
Visuele controle afvalstoffen die op de inrichting geen be- of verwerking ondergaan (laag risico en matig risico) 19 7.2.4 Afvalstoffen minder dan 500 kg zonder afvalstroomnummer 20 7.3 Nadere controle 20 7.3.1 Nadere controle brandbare afvalstoffen (matig risico) 20 7.3.2 Nadere controle afvalstoffen die worden opgewerkt in de SOI met geïntegreerde BAWI, (matig risico) 21 7.3.3 Nadere controle afvalstoffen die op de inrichting geen be- of verwerking ondergaan (matig risico) 22 7.4 Steekproefsgewijze controles 23 7.4.1 Steekproefsgewijze controle brandbare afvalstoffen (laag risico) 23 7.4.2 Steekproefsgewijze controle afvalstoffen die worden opgewerkt in de SOI met geïntegreerde BAWI, (laag risico) 24 7.4.3 Steekproefsgewijze controle afvalstoffen die op de inrichting geen be- of verwerking ondergaan (laag risico) 24 7.5 Specifieke controles 25 7.5.1 Methode voor het bepalen van de calorische waarden van de afvalstoffen 25 7.5.2 Eigendom 26 7.5.3 Kosten 26 7.6 Proces controles 26 7.7 Hoe afvalstoffen af te geven 27 7.7.1 Algemeen 27 7.7.2 Wijze van afgifte 27 7.7.3 Begeleidingsbrief 27 7.7.3.1 Gebruik van de begeleidingsbrief 27 7.7.3.2 Verplichting 27 7.7.4 Transport 27 7.7.4.1 Bevoegdheid 27 7.7.4.2 Materieel 27 7.7.4.3 Voorzorgsmaatregelen 27 7.7.4.4 Beladen 27 7.7.5 Metalen afvalstoffen 28 8. Verwerkingsbeleid 29 8.1 Verwerking 29 8.1.1 Brandbare afvalstoffen 29 8.1.2 Gescheiden ingezamelde brandbare afvalstoffen 29 8.1.3 Brandbare biomassa 29 8.1.4 Afvalstoffen die worden opgewerkt in de slakkenopwerkingsinstallatie (SOI) met geïntegreerde Bodemaswasinstallatie (BAWI) 29 8.1.5 Afvalstoffen die op de inrichting geen be- of verwerking ondergaan 29 8.1.6 Afvalstoffen voor verwerking onder toezicht 30 8.1.7 Afvalstoffen minder dan 500 kg zonder afvalstroomnummer 30 8.1.8 Verwerking reststoffen 30 9. Herkenbaarheid en opslag 31 10. Weigering 33 10.1 Verwerking van geweigerde afvalstoffen 33
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 3 van 45
10.2 Afvoeren van geweigerde afvalstoffen 10.3 Rapportage 10.4 Veiligheid 10.5 Overmacht 11. Tarieven 11.1 Bekendmaking van tarieven 11.2 Wijziging van tarieven 12. Betalingen 12.1 Tarief 12.2 Per factuur 12.3 Directe betaling 12.4 Wettelijke rente en kosten 12.5 Extra kosten 12.6 Garantstelling 13. Administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) 13.1 Bedrijfsprocessen en risico’s 13.1.1 Risico’s vooracceptatie 13.1.2 Risico’s acceptatie 13.1.3 Risico’s verwerking 13.2 Registratie 13.3 Goederen- en financiële administratie 13.4 Functies en bevoegdheden 13.5 KAM systeem en audits 14. Ontzegging 15. Aansprakelijkheid 15.1 Het betreden van de inrichting 15.2 Verzekeren 15.3 Aansprakelijkheid 15.4 Vrijwaring 16. Toepasselijkheid 17. Overige bepalingen 18. Geschillen 19. Bijlagen
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
33 33 33 33 34 34 34 35 35 35 35 35 35 35 36 36 36 36 37 37 37 38 39 39 41 41 41 41 41 42 43 44 45
pagina 4 van 45
1. Algemene informatie 1.1
Visie HVC wil een toonaangevend afvalnutsbedrijf van en voor de overheid zijn. Duurzaamheid van het leefmilieu is daarbij het doel. Hierbij wordt steeds gezocht naar een optimale mix tussen de hoogst mogelijke milieubetrokkenheid en de laagst mogelijke kostprijs. Door innovatie en creativiteit in de afval- bewerking en -verwerking wil HVC het meest maximale hergebruik te realiseren. Producten als compost, mineralen en groene energie getuigen hiervan. Ketenbeheer is een leidend beginsel. Dit betekent dat HVC de regie in handen wil hebben vanaf het ontstaan van de afvalstroom tot en met het moment dat het gerecyclede product is afgezet. HVC verwerkt op milieuverantwoorde wijze afval uit Noord-Holland, Flevoland en het gebied rond Dordrecht. In totaal zijn er 16 aandeelhouders. Direct en indirect nemen 57 gemeenten deel in de organisatie. Afhankelijk van het soort afval – GFT, huishoudelijk afval, grof afval of bedrijfsafval – kiezen we de meest geschikte verwerkingsvorm zoals scheiden, composteren of verbranden. De producten die worden verkocht en hergebruikt zijn duurzame energie (elektriciteit en warmte), compost, schroot, andere (non ferro) metalen, bodemas, bouwstoffen uit de bodemas en vliegas. In onze bedrijfsvoering wordt, naast efficiency, gestreefd naar het behalen van zoveel mogelijk milieuwinst. We vervoeren daarom een groot deel van het afval per schip. We werken ook continu aan het verbeteren van de hoeveelheid energie die uit het afval wordt gehaald. Met de energieopwekking worden fossiele brandstoffen bespaard en de CO2 uitstoot in de atmosfeer beperkt, waarmee tevens een bijdrage wordt geleverd aan de beperking van het broeikaseffect.
1.2
Adressen Het adres van de HVC te Alkmaar is: Jadestraat 1, 1812 RD Alkmaar (kantooradres) Diamantweg 2, 1812 RC Alkmaar (afgifte brandbare afvalstoffen) Postbus 9199, 1800 GD Alkmaar (postadres)
1.3
Communicatie Telefoonnummer Faxnummer E-mail Website
: : : :
072 - 5411 311 072 - 5411 344
[email protected] www.hvcgroep.nl
Inschrijving K.v.K. nr. 37061260 Bankgegevens: ABN-AMRO rekeningnummer: NL06 ABNA 0589 1797 13 Rabobank rekeningnummer: NL95 RABO 0376 4500 10
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 5 van 45
2. Inleiding 2.1
Doel Dit A&V beleid en AO/IC-procedures heeft tot doel om duidelijkheid en uniformiteit te scheppen in de procedures m.b.t. afgifte, acceptatie en controle bij de HVC Alkmaar. Uitgangspunt is doelmatigheid en de mogelijkheid om tijdig bij te kunnen sturen bij geconstateerde afwijkingen en het daarop aanspreken van de veroorzaker. Tevens moet voorkomen worden dat er afvalstoffen worden afgegeven, waarvan bekend is dat ze ongewenste effecten kunnen veroorzaken aan de verbrandingsinstallatie. Deze versie van het acceptatiebeleid is geschreven op basis van het reeds bestaande “Acceptatiereglement”, dat bij eerdere verlening van de veranderingsvergunning voor het samenvoegen van de kade en de acceptatie van bodemassen in 2009 is goedgekeurd. In het kader van de aanvraag ‘ milieuneutrale wijziging bodemaswasinstallatie (BAWI) zijn de afvalstoffen die nog niet in dit reglement waren opgenomen (i.c. bodemassen van derden), aan het bestaande A&V beleid en AO/IC-procedures toegevoegd. Het A&V beleid en AO/IC-procedures voldoet met het toevoegen van enkele afvalstoffen en de doorgevoerde kleine wijzigingen, evenals voorheen, aan de eisen die gesteld worden in de “Leidraad AV” die is gepubliceerd bij het LAP 2. HVC accepteert geen gevaarlijke afvalstoffen op haar inrichting. Tevens zijn in dit A&V beleid en AO/IC-procedures de Euralcodes verwerkt die in het kader van de verbreding afvalstoffen portfolio AEC zijn vergund bij beschikking 324367/326069 d.d. 28-04-2014 alsmede RDF (Euralcode 19.12.10) vergund bij beschikking 201227010 (OLO nr 308415) d.d. 25-05-2012. (
2.2
Toetsingsinstrument De procedures waarborgen een regelmatige, ongestoorde, goed aan te sturen aanvoer van afvalstoffen naar de HVC afvalcentrale te Alkmaar. Daarnaast waarborgen ze ook een ongestoord verbrandingsproces. Bepaalde soorten afval, b.v. zeer grote stukken afval of geperste balen kunnen verstoppingen veroorzaken en het verbrandingsproces verstoren. De procedures zijn gebaseerd op zowel publiekrechtelijke (m.n. vergunningen) als contractuele verplichtingen. Dit A&V beleid en AO/IC-procedures kan daarom tevens als toetsingsinstrument gebruikt worden. Het A&V beleid en AO/IC-procedures wordt jaarlijks geëvalueerd en indien nodig op basis van deze evaluatie aangepast.
2.3
Afwijkingen van het beleid Wanneer HVC door omstandigheden van dit A&V beleid en AO/IC-procedures wil afwijken, dan wordt dit gemeld aan het bevoegd gezag, i.c. de provincie NoordHolland. Overigens zijn de afvalstoffenregistraties op de inrichting te allen tijde door het bevoegd gezag te raadplegen.
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 6 van 45
3. Definities In dit A&V beleid en AO/IC-procedures wordt verstaan onder: Afgifte Overdracht van afvalstoffen door een ontdoener of een inzamelaar aan een be-/verwerker, waarbij ook de verantwoordelijkheid voor de afvalstoffen overgaat. Acceptatie De procedure die wordt gevolgd zodra een partij afvalstoffen fysiek op de inrichting wordt afgegeven. Afvalstoffen zijn geaccepteerd nadat controles van de partij(en) hebben plaats gevonden, de partijen zijn goedgekeurd en hierna zijn gelost. Afvalstroom Een hoeveelheid gelijksoortige afvalstoffen welke gedurende een bepaalde periode vrijkomt en in één of meerdere vrachten vervoerd wordt van één adres van de ontdoener, of van een inzamelroute, naar één adres van een inzamelaar c.q. be-/verwerker om daar een be-/verwerkingsproces te ondergaan. Afvalstroomnummer Uniek nummer gekoppeld aan een afvalstroom, toe te kennen door de inzamelaar of be-/verwerker, waarin de relatie wordt vastgelegd tussen de soort afvalstoffen, herkomst, be-/verwerkingsmethode en de be-/verwerker. Begeleidingsbrief Door Gedeputeerde Staten goedgekeurde gegevensdrager, die bij elk transport van meer dan 500 kg afval aanwezig dient te zijn. Dit formulier wordt bij de weegbrug van de inrichting getoond en geeft de HVC informatie over de af te geven afvalstoffen, de afzender, de ontdoener, de transporteur, de Euralcode en de wijze van verwerken. Contractant Een ontdoener die met de HVC een contract heeft voor het afgeven van afvalstoffen. Contracttarief Het tarief dat geldt voor aanbieders van bedrijfsafval die een contract hebben afgesloten met de HVC. Controle Onderdeel van de acceptatie, waarbij onderzocht wordt of een afvalstroom kan worden geaccepteerd. Er worden vier soorten controles onderscheiden:
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 7 van 45
Visuele controle Eenvoudige controle, wordt uitgevoerd bij afvalstromen met een laag risico en bij afvalstromen met een matig risico. Nadere controle Uitgebreide controle, wordt uitgevoerd bij afvalstromen met een matig risico. Steekproefsgewijze controle Uitgebreide controle, wordt alleen uitgevoerd bij een beperkt aantal afvalstromen met een laag risico. Specifieke controle Controle van calorische waarde van de afvalstroom brandbare afvalstoffen. Euralcode Elke afvalstof heeft een eigen Europese Euralcode. Deze codes staan vermeld in een Europese afvalstoffenlijst en vervangt alle Nederlandse afvalstoffenlijsten. HVC (groep) De HVC (groep) omvat alle aangesloten bedrijven en activiteiten. Inrichting De afvalcentrale te Alkmaar met alle daaraan verbonden installaties en terreinen, inclusief de BioEnergiecentrale (BEC) en de slakkenopwerkingsinstallatie (SOI) met geïntegreerde Bodemaswasinstallatie (BAWI). Ontdoener Eigenaar (houder) van afvalstoffen die zich door afgifte (al dan niet door middel van een vervoerder) hiervan ontdoet of wil ontdoen. Poorttarief Dit is het tarief voor het ter be-/verwerking afgeven van afvalstoffen. Vervoerder Degene die de afvalstoffen transporteert naar een door de ontdoener aangewezen be-/verwerker. De ontdoener kan ook zelf de vervoerder zijn. Een vervoerder, niet zijnde een ontdoener, kan niet zelfstandig beschikken over de afvalstoffen. Verwerking Het proces dat plaatsvindt nadat de afvalstof is geaccepteerd door de HVC. Vooracceptatie De procedure die wordt gevolgd vanaf het moment dat de ontdoener contact heeft gelegd met HVC tot aan het moment dat de afvalstoffen fysiek op de inrichting van HVC worden afgegeven.
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 8 van 45
4. Openingstijden 4.1
Openingstijden De weegbrug en de loshal zijn geopend van: maandag tot en met vrijdag van 06.00 tot 17.30 uur. Veranderingen in de openingstijden worden uiterlijk één maand van tevoren bekend gemaakt.
4.2
Weekeinden, feestdagen De inrichting is gesloten op zaterdagen, zondagen en algemeen erkende feestdagen.
4.3
Uitzonderingen
4.3.1
Afvalstoffen verwerken onder toezicht
Voor het verwerken van afvalstoffen onder toezicht dient een afspraak gemaakt te worden met de afdeling Acceptatie. Zie art. 1.5 voor contactgegevens. 4.3.2
Aanbieden buiten openingstijden
De afgifte van afvalstoffen buiten de openingstijden is mogelijk na overleg met de afdeling Acceptatie.
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 9 van 45
5. Aard en samenstelling van de af te geven afvalstoffen 5.1
Kwaliteit Voor de afgifte van afvalstoffen worden eisen gesteld aan de kwaliteit van deze afvalstoffen op basis van: Eisen voortkomend uit de Wet Milieubeheer en het Provinciaal Milieubeleidsplan. Technische verwerkbaarheid van de afvalstof in de afvalcentrale. “Ladder van Lansink” (Art. 10.4 Wet Milieubeheer). Een beoordeling of hergebruik van de afvalstoffen tot de mogelijkheden behoort. Eural ( gevaarseigenschappen afvalstoffen). Besluit Bodemkwaliteit (samenstelling van en gehalte aan asbest in bodemas) NEN-EN 13242/civieltechnische eisen o.a. korrelverdeling en korreldichtheid van en gehalte los metallisch ijzer in bodemas. Besluit vrijstelling stortverbod buiten inrichtingen (o.a gloeiverlies, hoeveelheid organisch koolstofgehalte van bodemas)
5.2
De af te geven afvalstoffen De inrichting kent een aantal verschillende be- en verwerkingsroutes die de afvalstoffen kunnen ondergaan. Op basis hiervan zijn de afvalstromen die HVC accepteert ingedeeld in 6 groepen. Deze zes groepen afvalstoffen zijn hieronder genoemd en worden verder uitgewerkt in de paragrafen 5.2.1 t/m 5.2.6. HVC kan op haar inrichting de volgende groepen afvalstoffen accepteren: 1. Brandbare afvalstoffen die verbrand worden in een van de lijnen van de afvalenergieinstallatie 2. Gescheiden ingezamelde brandbare afvalstoffen die geschikt zijn voor hergebruik en die afgevoerd worden naar een daartoe erkende inrichting 3. Brandbare biomassa die verbrand wordt in de BioEnergieCentrale (BEC). Voor de BEC is een apart Acceptatie- en verwerkingsbeleid opgesteld dat is toegevoegd als bijlage C. De BEC zal in dit A&V beleid en AO/IC-procedures verder niet besproken worden. 4. Afvalstoffen die worden opgewerkt in de slakkenopwerkingsinstallatie (SOI) met geïntegreerde Bodemaswasinstallatie (BAWI). 5. Afvalstoffen die op de inrichting geen be- of verwerking ondergaan, maar die uitsluitend worden overgeslagen aan de kade 6. Afvalstoffen voor verwerking onder toezicht De criteria waaraan de afvalstoffen moeten voldoen zijn zowel hieronder beschreven bij de verschillende groepen afvalstoffen als in het acceptatiereglement Alkmaar welke als bijlage D is bijgevoegd. Dit acceptatiereglement wordt op verzoek toegestuurd aan de klanten van HVC Alkmaar welke afvalstoffen willen inleveren. In de AEC wordt huisvuil of daar op gelijkend niet-proces gerelateerd bedrijfsafval
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 10 van 45
verbrand. Omdat dit uit vele soorten kan bestaan zijn er meerdere euralcodes vergund die de hoofdgroepen beperken. De criteria geven aan dat alles wat binnen die euralcodes valt geaccepteerd mag worden. Omdat echter niet alles zomaar in de AEC mag/kan worden de criteria beperkt d.m.v. het overzicht van de verboden stoffen, bijlage B. HVC Alkmaar accepteert geen gevaarlijke afvalstoffen. 5.2.1
Brandbare afvalstoffen
Voor de afvalstoffen die mogen worden geaccepteerd als brandbare afvalstof wordt verwezen naar de Euralcode-lijst in de bijlage F. Brandbare bedrijfsafvalstoffen worden, aan de hand van verbrandingswaarden, onderverdeeld in drie categorieën: Cat. A = afval met een calorische waarde van < 11,6 MJ/kg. Cat. B = afval met een calorische waarde van 11,6 t/m 18 MJ/kg. Cat. C = afval met een calorische waarde van > 18 MJ/kg. Categorie B & C kunnen alleen worden afgegeven na overleg met de afdeling Acceptatie. Zie artikel 1.5 voor contactgegevens. 5.2.2
Gescheiden ingezamelde brandbare afvalstoffen
Voor de afvalstoffen die mogen worden geaccepteerd als gescheiden ingezamelde brandbare afvalstoffen wordt verwezen naar de Euralcode-lijst in bijlage F. 5.2.3
Brandbare biomassa
Voor de afvalstoffen die mogen worden geaccepteerd als brandbare biomassa wordt verwezen naar het Acceptatie- en verwerkingsbeleid van de BEC, zie bijlage C.
5.2.4
Afvalstoffen die worden opgewerkt in de slakkenopwerkingsinstallatie (SOI) met geïntegreerde Bodemaswasinstallatie (BAWI).
Op de inrichting in Alkmaar wordt als afvalstof onbewerkte bodemas geaccepteerd1: - Onbewerkte bodemas (Euralcode 19 01 12). Deze afvalstof wordt in de slakkenopwerkingsinstallatie (SOI) met geïntegreerde bodemaswasinstallatie (BAWI) opgewerkt tot een bouwstof.
1
Aangevraagd in de veranderingsvergunningaanvraag met kenmerk PK10046/D01 d.d.
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 11 van 45
Voor het innemen van bodemas van derden zijn de volgende criteria opgesteld. De bodemas dient afkomstig te zijn van: - soortgelijke verbrandingsprocessen als van HVC Alkmaar (AEC en BEC) en HVC Dordrecht (SVI en AEC); - installaties voor verbranding van residuen (na scheiding, sortering, vergisting, etc) van huishoudelijk afval en soortgelijk bedrijfsafval; - civieltechnische werken waarin bodemas (van hiervoor genoemde installaties) als IBC bouwstof is toegepast.
5.2.5
Afvalstoffen die op de inrichting geen be- of verwerking ondergaan
Naast de in de paragrafen 5.2.1 t/m 5.2.4 genoemde afvalstoffen worden materialen geaccepteerd, die op de inrichting van HVC te Alkmaar geen be- of verwerking ondergaan, maar die uitsluitend op de kade worden overgeslagen. Het betreft hier materialen die in vier categorieën opgesplitst kunnen worden, namelijk: - niet-gevaarlijke afvalstoffen, - afvalstoffen die als bouwstof worden toegepast, - bouwstoffen, - niet-gevaarlijke afvalstoffen die geschikt zijn voor nuttige toepassing. Aangezien dit A&V beleid en AO/IC-procedures uitsluitend betrekking heeft op afvalstoffen, zijn de vergunde bouwstoffen die op de kade worden overgeslagen niet in dit beleid opgenomen. Voor de afvalstoffen die mogen worden geaccepteerd die op de inrichting geen be- of verwerking ondergaan wordt verwezen naar de Euralcode-lijst in bijlage F. 5.2.6
Afvalstoffen voor verwerking onder toezicht
Indien de aanbieder dat wenst kunnen bepaalde afvalstoffen onder toezicht vernietigd worden. Hiervoor worden extra kosten in rekening gebracht. De afvalstoffen welke hieronder vallen zijn: In beslag genomen goederen; Vertrouwelijk materiaal; Speciale partijen. Het betreft hier altijd afvalstromen waarbij het om veiligheidsredenen van groot belang is dat de afvalstoffen onder toezicht staan tot op het moment dat deze daadwerkelijk in de ovens verbrand worden. Om dezelfde veiligheidsredenen is de acceptatieprocedure van deze afvalstoffen niet openbaar en hier niet beschreven. Er worden geen andere afvalstromen (Euralcodes) ingenomen dan waarvoor vergunning is verleend en welke elders zijn genoemd in dit A&V beleid en AO/ICprocedures en staan vermeld op de Euralcodelijst in bijlage F.
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 12 van 45
5.2.7
Afvalstoffen minder dan 500 kg zonder afvalstroomnummer
Wanneer minder dan 500 kg afvalstoffen worden binnengebracht is geen begeleidingsbrief noodzakelijk. De afvalstoffen mogen niet genoemd zijn op de lijst zoals toegevoegd in bijlage B. 5.3
Niet af te geven afvalstoffen Afvalstoffen die niet mogen worden geaccepteerd en afvalstoffen waarvoor nadere regels gelden (zie bijlage B en de Euralcodelijst).
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 13 van 45
6. De vooracceptatie 6.1
Indeling van de vooracceptatie De vooracceptatie start op het moment dat de ontdoener contact opneemt met HVC en meldt dat er een partij afvalstoffen zal worden afgegeven. De vooracceptatie eindigt op het moment dat de partij afvalstoffen op de inrichting arriveert en bij de weegbrug wordt gecontroleerd. De vooracceptatie bestaat uit twee fasen, te weten: - de risico-indeling van de afvalstoffen, - een administratieve controle.
6.2
Risico-indeling van afvalstoffen Het verloop van de acceptatieprocedure is afhankelijk van de afvalstof die wordt aangeleverd. In principe wordt er een indeling gemaakt tussen de acceptatie bij een nieuwe afvalstof en de acceptatie bij een vervolgafgifte. Voor een nieuwe afvalstof en een vervolgafgifte worden de volgende definities gehanteerd: Nieuwe afvalstof = * nieuwe afvalstof bij bekende klant; * nieuwe klant; * bekende klant waarmee bij de vorige aflevering van een bekende afvalstof negatieve ervaringen zijn opgedaan. Vervolgafgifte =
partij afvalstoffen die vergelijkbaar is met een partij eerder afgeleverde afvalstoffen van dezelfde klant, waarvoor eerder de vooracceptatie is doorlopen.
Dit onderscheid tussen nieuwe afvalstoffen en vervolgafgiftes hangt samen met het risico dat een afvalstof met zich meebrengt. HVC onderscheidt voor de afvalstoffen die bij haar aangeleverd worden twee risiconiveaus, te weten het “laag risico” niveau en het “matig risico” niveau. Voor de termen “laag risico” en “matig risico” worden de volgende definities gehanteerd: Laag risico = bekende afvalstoffen van bekende klanten die met grote regelmaat verwerkt worden en waarvoor geen speciale maatregelen noodzakelijk zijn. Hieronder vallen alle vervolgafgiftes. Ook afvalstoffen die door particulieren worden afgeleverd vallen hieronder, omdat deze partijen klein en daardoor gemakkelijk visueel controleerbaar zijn. Matig risico = nieuwe afvalstoffen zoals hierboven gedefinieerd. De acceptatieprocedure verschilt voor “matig risico” afvalstoffen (waaronder alle nieuwe afvalstoffen) en “laag risico” afvalstoffen (waaronder alle vervolgafgiftes).
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 14 van 45
6.3
Administratieve controle De tweede fase van de vooracceptatie wordt gevormd door een administratieve controle. In deze paragraaf wordt de administratieve controle beschreven die plaatsvindt voor de verschillende af te geven afvalstoffen. Deze administratieve controle wordt doorlopen voor vier van de zeven in paragraaf 5.2 beschreven af te geven afvalstoffen, ongeacht of deze behoren tot de “laag risico” categorie of de “matig risico” categorie. Het betreft de volgende afvalstromen: brandbare afvalstoffen, afvalstoffen die worden opgewerkt in de SOI met geïntegreerde BAWI, afvalstoffen die op de inrichting geen be- of verwerking ondergaan, afvalstoffen minder dan 500 kg zonder afvalstroomnummer De administratieve controle verloopt afwijkend van het beschrevene in deze paragraaf voor de andere drie in paragraaf 5.2 genoemde afvalstromen, te weten voor: brandbare biomassa → hiervoor geldt een apart Acceptatiebeleid (zie bijlage C); afvalstoffen voor verwerking onder toezicht → hiervoor geldt een aparte, niet openbare procedure; gescheiden ingezamelde brandbare afvalstoffen → hiervoor geldt dat wanneer reeds uit het voorafgaande telefonisch overleg met de ontdoener blijkt dat een afvalstroom een partij gescheiden ingezamelde brandbare afvalstoffen betreft, deze ontdoener in principe direct wordt doorverwezen naar de inrichting van dochteronderneming Sortiva, waar de afvalstroom geaccepteerd kan worden. De HVC accepteert deze afvalstroom in principe niet, aangezien zij zich richt op verbranding van afvalstoffen en HVC geen gescheiden ingezamelde brandbare afvalstoffen wil verbranden. Mocht het echter voorkomen dat, ondanks telefonisch overleg vooraf, pas bij de poort duidelijk wordt dat er een dergelijk partij wordt aangeleverd, dan vindt wel een administratieve controle plaats zoals beschreven in deze paragraaf, waarna de afvalstroom alsnog wordt doorverwezen naar Sortiva. De administratieve controle vindt plaats vóórdat er een overeenkomst wordt aangegaan tussen HVC en de ontdoener van de afvalstoffen. De administratieve controle verloopt op de volgende wijze: Alle afvalstoffen welke kunnen worden aangemerkt als een afvalstroom dienen, voordat afgifte plaatsvindt, te worden aangemeld bij de HVC. De ontdoener neemt hiervoor contact op met de afdeling Acceptatie. Zie artikel 1.5 voor contactgegevens. De ontdoener levert de volgende gegevens aan bij de HVC: * de adresgegevens van de aanbieder (leverancier)
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 15 van 45
-
* de locatie van herkomst (indien anders dan genoemde adresgegevens); * het factuuradres (indien anders dan genoemde adresgegevens); * de opdrachtgever; * de transporteur/inzamelaar; * het product (= de aangeleverde afvalstof); * de Euralcode; * de verwerker (HVCafvalcentrale, locatie Alkmaar); * de verwerkingsmethode (F07, verbranden met terugwinning energie); * eventuele opmerkingen. De HVC voert deze gegevens in, in het digitale systeem. De HVC kent een afvalstroomnummer toe en meldt dit aan het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen (LMA). De HVC print begeleidingsbrieven en stuurt deze naar de ontdoener.
Voor de afvalstoffen die op de inrichting geen be- of verwerking ondergaan en door Sortiva (of evt. andere derden) op de kade worden overgeslagen, geldt bovendien dat Sortiva (of de evt. andere partij die de afvalstoffen overslaat) aanvullende gegevens aan de HVC dient aan te leveren, te weten kopieën van analyserapporten van de afvalstromen die worden overgeslagen. Hiermee kan de HVC vaststellen dat deze afvalstromen geen niet-toegestane verontreinigingen bevatten. Voor de opwerking in de slakkenopwerkingsinstallatie mag bodemas aangevoerd worden dat afkomstig is van civieltechnische werken waarin de bodemas is toegepast als IBC bouwstof. Voor deze acceptatie dienen aanvullende gegevens aangeleverd te worden in de vorm van certificaten waaruit blijkt dat het gaat om een IBC bouwstof. Aan de hand van de gegevens die zijn verkregen tijdens de administratieve controle, wordt beoordeeld of de aangeboden afvalstof op grond van wet- en regelgeving en de vigerende vergunningen geaccepteerd mag worden, of be- en verwerking op de inrichting mogelijk is en of acceptatie van de betreffende afvalstof logistiek mogelijk is. Daarnaast wordt bepaald of er verder (administratief) onderzoek moet worden gedaan en zo ja, waaruit een eventueel uit te voeren onderzoek dan moet bestaan. Of HVC nader (administratief) onderzoek nodig acht, hangt af van de risico-indeling van de betreffende partij afvalstoffen.
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 16 van 45
7. De acceptatie 7.1
Indeling van de acceptatie De acceptatie start op het moment dat de afvalstoffen fysiek op de inrichting zijn aangeleverd en de vooracceptatie geheel hebben doorlopen (te weten: risicoindeling en administratieve controle, zie hiervoor hoofdstuk 6). De in dit hoofdstuk beschreven acceptatieprocedure geldt voor vier van de zeven in paragraaf 5.2 beschreven af te geven afvalstoffen, te weten: brandbare afvalstoffen, afvalstoffen die worden opgewerkt in de SOI met geïntegreerde BAWI,, afvalstoffen die op de inrichting geen be- of verwerking ondergaan, afvalstoffen minder dan 500 kg zonder afvalstroomnummer. De acceptatie verloopt afwijkend van het beschrevene in dit hoofdstuk voor de andere drie in paragraaf 5.2 genoemde afvalstromen, te weten voor: brandbare biomassa → hiervoor geldt een apart Acceptatiebeleid (zie bijlage C); afvalstoffen voor verwerking onder toezicht → hiervoor geldt een aparte, niet openbare procedure; gescheiden ingezamelde brandbare afvalstoffen → worden na het doorlopen van de vooracceptatie (risicoindeling en administratieve controle) direct doorverwezen naar de inrichting van Sortiva en doorlopen op de inrichting van HVC geen verdere acceptatieprocedure. De acceptatie bestaat uit een aantal controles, die kunnen worden uitgevoerd wanneer een partij afvalstoffen op de inrichting wordt aangeleverd. De volgende controles kunnen worden uitgevoerd: visuele controle (alle partijen, zowel “laag risico” als “matig risico”), nadere controle (alle partijen die vallen onder “matig risico”), steekproefsgewijze controle (alleen “laag risico”, niet alle partijen), specifieke controle (alleen bij brandbare afvalstoffen, als onderdeel van nadere controle of steekproefsgewijze controle) procescontrole (alleen bij bodemas afkomstig van andere partijen, met uitzondering van bodemas toegepast als IBC bouwstof) Niet iedere controle wordt altijd uitgevoerd bij iedere afvalstroom. Welke controle(s) wordt of worden doorlopen hangt af van welke afvalstroom het betreft (brandbare afvalstoffen, afvalstoffen die worden opgewerkt in de SOI met geïntegreerde BAWI, of afvalstoffen die geen be-/verwerking ondergaan). Tevens is van belang of de betreffende afvalstroom is ingedeeld in de categorie “matig risico” of “laag risico”.
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 17 van 45
In tabel 7-1 is kort samengevat in welke gevallen welke controles plaatsvinden. Een kruisje geeft aan dat een controle bij een afvalstroom wordt uitgevoerd. In de paragrafen 7.2 t/m 7.5 worden de verschillende controles nader toegelicht. Controle
Visueel Nader Steekproef Specifiek Proces Tabel 7-1
7.1.1
Brandbare afvalstoffen
Laag risico x x x
Matig risico x x
Afvalstoffen die worden opgewerkt in de SOI met geïntegreerde BAWI, Laag risico x
Afvalstoffen die geen be- of verwerking ondergaan
Matig risico x x
Laag risico x
Matig risico x x
x
x x x x Samenvatting uitvoering controles bij verschillende afvalstromen x
Basis van de acceptatie
De HVC beslist aan de hand van dit A&V beleid en AO/IC-procedures en eventueel verstrekte gegevens of afvalstoffen mogen worden afgegeven en kunnen worden geaccepteerd. 7.1.2
Wanneer zijn afvalstoffen geaccepteerd
Afvalstoffen zijn geaccepteerd nadat de acceptatieprocedure geheel is doorlopen, (d.w.z. dat controles van de partij(en) hebben plaats gevonden en de partijen zijn goedgekeurd) en de afvalstoffen hierna zijn gelost. Gedurende de behandelperiode van een specifieke controle (zie paragraaf 7.5) is de vracht waarop het onderzoek zich richt nog niet geaccepteerd. 7.1.3
Speciale voorwaarden
De HVC behoudt zich het recht voor om aan de afgifte en/of acceptatie van afvalstoffen nadere voorwaarden te verbinden. Dit zal schriftelijk aan de ontdoener/contractant kenbaar gemaakt worden. 7.1.4
Analyserapport
De HVC kan als voorwaarde stellen dat af te geven afvalstoffen vergezeld moeten gaan van aanvullende informatie, zoals een analyserapport. 7.1.5 Juistheid van informatie
De ontdoener draagt de zorg en de verantwoordelijkheid voor de juistheid van de opgegeven informatie betreffende de af te geven afvalstoffen. De HVC kan deze informatie en de afvalstoffen controleren.
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 18 van 45
7.2
Visuele controle In deze paragraaf wordt de visuele controle beschreven. 7.2.1 Visuele controle brandbare afvalstoffen (laag risico en matig risico)
De visuele controle van brandbare afvalstoffen vindt plaats tijdens het storten in de loshal. Tijdens de visuele inspectie kan ingeschat worden wat de calorische waarde van de betreffende partij is en kan gecontroleerd worden of zich in de afvalstroom mogelijk stoffen bevinden die hierin niet thuishoren. Als dit het geval blijkt te zijn, dan worden deze stoffen (indien mogelijk) uit de afvalstroom verwijderd en gaat de verwerking verder zoals beschreven in het verwerkingsbeleid. Indien de afvalstof die er niet thuis hoort niet verwijderd kan worden, zal de partij worden geweigerd. De stappen behorend bij de weigering zijn beschreven in het ‘Acceptatiereglement Alkmaar van 2014’ zie bijlage D. Met betrekking tot deze visuele controle is er geen verschil tussen partijen afvalstoffen die vallen onder de laag risico partijen of onder de matig risico partijen. Alle afvalstromen met brandbare afvalstoffen worden tijdens het lossen visueel gecontroleerd. 7.2.2
Visuele controle afvalstoffen die worden opgewerkt in de SOI met geïntegreerde BAWI, (matig risico)
De visuele controle van afvalstoffen die worden opgewerkt in de slakkenopwerkingsinstallatie met geïntegreerde bodemaswasinstallatie, vindt plaats tijdens het lossen in de tussenopslag. Tijdens de visuele inspectie kan ingeschat worden of alle aangeleverde partijen homogeen van samenstelling zijn en kan gecontroleerd worden of zich in de partijen mogelijk stoffen bevinden die hierin niet thuishoren. Ook kan tijdens deze controle beoordeeld worden of er nog onverbrande resten in de bodemas aanwezig zijn. Als dit het geval blijkt te zijn, dan worden deze stoffen/onverbrande resten (indien mogelijk) uit de afvalstroom verwijderd. 7.2.3
Visuele controle afvalstoffen die op de inrichting geen be- of verwerking ondergaan (laag risico en matig risico)
Al deze afvalstromen zijn visueel herkenbaar voor het bevoegde personeel dat zich bezighoudt met de controle ervan. Het betreft hier bulkoverslag, waarbij vanaf de kade goed zichtbaar is om welke afvalstof het gaat. In veel gevallen is de partij die de afvalstoffen overslaat dochteronderneming Sortiva. In dit geval is het risico op het samenvoegen van afvalstoffen klein, aangezien Sortiva een economisch belang heeft bij het gescheiden kunnen leveren van deze afvalstoffen aan haar klanten. Tevens heeft HVC een inbreng in deze dochteronderneming, waardoor de overslag van deze materialen voor HVC slechts een laag risico heeft. Deze afvalstromen worden derhalve altijd ingedeeld
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 19 van 45
in de categorie laag risico. In sommige gevallen kan het voorkomen dat een andere derde partij dan Sortiva aan de kade materialen overslaat. Deze partijen worden ingedeeld in de matig risico categorie. De visuele controle van afvalstoffen die op de inrichting geen be- of verwerking ondergaan vindt plaats tijdens het lossen en laden op de kade. Tijdens de visuele inspectie kan ingeschat worden of alle aangeleverde partijen homogeen van samenstelling zijn en kan gecontroleerd worden of zich in de afvalstroom mogelijk stoffen bevinden die hierin niet thuishoren. Indien dit het geval blijkt te zijn, wordt dochteronderneming Sortiva (of een andere partij die de overslag op de kade verzorgt), hier op aangesproken en wordt gezamenlijk naar een oplossing gezocht. 7.2.4
Afvalstoffen minder dan 500 kg zonder afvalstroomnummer
Afvalstoffen die op deze wijze worden binnen gebracht worden in een aparte bunker gestort en visueel geïnspecteerd. Indien blijkt dat er afvalstoffen tussen zitten die niet geaccepteerd mogen worden, wordt de partij geweigerd. Zie hiervoor het ‘Acceptatiereglement Alkmaar 2014’ in bijlage D. 7.3
Nadere controle Indien de HVC dit nodig acht (i.c. bij afvalstromen die zijn ingedeeld in de categorie matig risico) vindt een nadere controle van de af te geven afvalstoffen plaats. Gedurende deze controle dient de ontdoener/vervoerder van de afvalstoffen aanwezig te blijven. Van de controle wordt door de HVC medewerker een inspectierapport opgemaakt (zie bijlage E). De chauffeur ondertekent dit inspectierapport voor gezien. Aan de ontdoener/vervoerder wordt vervolgens een kopie verstrekt. Als tijdens controle blijkt dat de afvalstoffen niet conform dit A&V beleid en AO/ICprocedures d en eventuele overige afspraken worden afgegeven, behoudt de HVC zich het recht voor de afvalstoffen te weigeren of extra handelingskosten in rekening te brengen.
7.3.1
Nadere controle brandbare afvalstoffen (matig risico)
De nadere controle is van alle afvalstromen het meest uitgebreid bij de brandbare afvalstoffen. Voor deze controle worden de brandbare afvalstoffen gestort op de stortvloer van de loshal. De controle richt zich op de volgende aspecten: - Betreft het huishoudelijke afvalstoffen dan wel brandbare bedrijfsafvalstoffen? - Is verbranding de voorkeursbehandeling? (art. 10.4 Wet Milieubeheer). - Wordt voldaan aan de criteria zoals in de vooraanmelding (op de
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 20 van 45
-
begeleidingsbrief vermeld) is aangeven? Worden eventuele afspraken over levering, zoals verbrandingswaarde, stuksgrootte, verpakking e.d. nageleefd? Zijn geen verboden afvalstoffen aanwezig?
Tijdens deze controle wordt gelet op een aantal specifieke kritieke parameters. Voor brandbare afvalstoffen geldt dat niet de samenstelling, maar de herkomst van de afvalstof het karakter van deze afvalstof bepaalt. In dit geval is het met name van belang dat de aanwezigheid van bepaalde afvalstoffen zo veel mogelijk wordt uitgesloten. Deze afvalstoffen worden kritieke parameters genoemd. Het betreft de volgende afvalstoffen: - aanwezigheid afvalstoffen die niet geaccepteerd mogen worden (bijlage B); - aanwezigheid andere afvalstoffen die niet met deze afvalstroom verbrand mogen worden (w.o. biomassa, kga); - aanwezigheid afvalstoffen die in de categorie gescheiden ingezamelde brandbare afvalstoffen vallen en moeten worden doorverwezen naar Sortiva De aanwezigheid van deze afvalstoffen in grote hoeveelheden in de afvalstroom “brandbare afvalstoffen” kan van invloed zijn op de rookgasemissies vanuit de verbrandingsinstallatie2. Weliswaar heeft de aanwezigheid van de kritieke parameters in kleine hoeveelheden in de afvalstroom “brandbare afvalstoffen” geen significante invloed op de emissies naar de lucht, maar HVC wil de betreffende afvalstoffen desondanks niet samen met deze afvalstroom verbranden. De acceptatiegrenswaarde voor dergelijke stoffen is daarom zo laag mogelijk. Deze waarde kan echter nooit nul zijn (het is immers nooit 100% te garanderen dat bijv. een batterij die iemand bij het huishoudelijk afval heeft gedaan, wordt gevonden in een hoeveelheid afval van een aantal m3). De inschatting of het gaat om grote of kleine hoeveelheden wordt gemaakt door specifiek voor de acceptatie- en verwerking van afvalstoffen opgeleide mensen. 7.3.2
Nadere controle afvalstoffen die worden opgewerkt in de SOI met geïntegreerde BAWI, (matig risico)
Nadere controle van deze afvalstroom vindt plaats wanneer deze is ingedeeld in de matig risico categorie, te weten wanneer deze is geleverd door een nieuwe klant of door een klant waarmee bij de vorige levering negatieve ervaringen zijn opgedaan. De nadere controle van deze afvalstroom vindt plaats wanneer deze 2
Bij afvalverbranding komen rookgassen vrij. De emissie-eisen voor afvalenergieinstallaties in Nederland zijn de strengste ter wereld. Deze eisen worden door HVC Alkmaar ruimschoots gehaald. Dit wordt continu gecontroleerd met meetapparatuur en het biomonitoringprogramma. Dit is een meetprogramma waarin regelmatig tuinbouwgewassen, zoals spinazie, boerenkool, gladiolen en koemelk uit de omgeving, worden onderzocht. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een onafhankelijk onderzoeksbureau. Uit de resultaten blijkt dat de emissies van de HVC afvalcentrale in Alkmaar geen invloed hebben op de kwaliteit van de landen tuinbouwproducten.
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 21 van 45
wordt gelost op de vloeistofdichte vloer van de tussenopslag voor (onbewerkte) bodemas. Voor deze afvalstroom richt de nadere controle zich op de volgende aspecten: - Betreft het bodemas die geschikt is om te worden opgewerkt in de slakkenopwerkingsinstallatie met geïntegreerde bodemaswasinstallatie? - Wordt voldaan aan de criteria zoals in de vooraanmelding (op de begeleidingsbrief vermeld) is aangeven? - Worden eventuele afspraken over levering, zoals samenstelling, nageleefd? - Zijn geen verboden afvalstoffen aanwezig, zie bijlage B? Indien de HVC hiertoe aanleiding ziet, kan er ook een monster genomen worden voor analyse. Wanneer hierbij blijkt dat een partij afvalstoffen niet in orde is, worden de kosten van de analyse verhaald op de klant die de afvalstoffen geleverd heeft. Wanneer uit de nadere controle blijkt dat een gecontroleerde afvalstroom afwijkt van de tijdens de vooracceptatie gemelde informatie, dan wordt contact opgenomen met de partij waar de afvalstroom vandaan komt. In onderling overleg wordt vervolgens bepaald wat er met de afvalstroom gedaan wordt en hoe in het vervolg zal worden omgegaan met de partijen bodemas die door deze partij worden aangeleverd. Wanneer er geen overeenstemming wordt bereikt, houdt HVC zich het recht voor om van de betreffende partij geen afvalstoffen meer te accepteren. 7.3.3 Nadere controle afvalstoffen die op de inrichting geen be- of verwerking ondergaan (matig risico)
Nadere controle van deze afvalstroom vindt plaats wanneer deze is ingedeeld in de matig risico categorie, te weten wanneer deze wordt overgeslagen door een andere partij dan de voor HVC bekende dochteronderneming Sortiva. Deze controle vindt plaats op de kade, tijdens de overslag. Personeel van HVC controleert hierbij de volgende zaken: - Betreft het een afvalstroom die uitsluitend overgeslagen wordt op de kade en die verder geen be- of verwerking ondergaat op de inrichting? - Wordt voldaan aan de criteria zoals in de vooraanmelding (op de begeleidingsbrief vermeld) is aangeven? - Worden eventuele afspraken over levering, zoals stuksgrootte, verpakking e.d. nageleefd? - Zijn geen verboden afvalstoffen aanwezig? Indien de HVC hiertoe aanleiding ziet, kan er ook een monster genomen worden voor analyse. Wanneer hierbij blijkt dat een partij afvalstoffen niet in orde is, worden de kosten van de analyse verhaald op de derde partij die de afvalstoffen aan de kade overslaat.
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 22 van 45
Wanneer uit de nadere controle blijkt dat een gecontroleerde afvalstroom afwijkt van de tijdens de vooracceptatie gemelde informatie, dan wordt contact opgenomen met de partij die de afvalstoffen overslaat. In onderling overleg wordt vervolgens bepaald wat er met de afvalstroom gedaan wordt en hoe in het vervolg zal worden omgegaan met de afvalstoffen die door deze partij op de kade worden overgeslagen. Wanneer er geen overeenstemming wordt bereikt, houdt HVC zich het recht voor de betreffende partij niet meer tot de kade toe te laten. 7.4
Steekproefsgewijze controles De steekproefsgewijze controle is inhoudelijk gelijk aan de nadere controle die bij afvalstoffen met een matig risico wordt uitgevoerd. Verschil is alleen dat de nadere controle bij alle matig risico partijen wordt uitgevoerd, terwijl de steekproefsgewijze controle, die dus op dezelfde wijze plaatsvindt, slechts bij een beperkt aantal laag risico partijen wordt uitgevoerd.
7.4.1
Steekproefsgewijze controle brandbare afvalstoffen (laag risico)
Steekproefsgewijze controle vindt bij deze afvalstoffen, die zijn ingedeeld in de laag risico categorie, plaats bij 1 op de 100 aangeleverde partijen. De medewerkers van de afdeling verlading & civiel bepalen welke vrachten gecontroleerd worden. Uiteraard houden zij hierbij rekening met de vraag of bepaalde leveranciers ooit eerder afvalstromen hebben aangeleverd waarmee iets niet in orde bleek te zijn. Hiervoor wordt er bij HVC een overzicht van alle opgemaakte inspectierapporten bijgehouden, zodat duidelijk is met welke leveranciers er ooit problemen zijn geweest. Wanneer uit de steekproefsgewijze controle blijkt dat een gecontroleerde afvalstroom afwijkt van de tijdens de vooracceptatie gemelde informatie, dan worden afvalstromen van de betreffende leverancier voortaan aangemerkt als afvalstromen met een matig risico. Deze ondergaan dan voortaan standaard de nadere controle. Wanneer vervolgens gedurende een half jaar geen “onjuiste” vrachten meer worden aangeleverd, vallen de vervolgafgiftes van de betreffende leverancier daarna weer onder laag risico vrachten. Wanneer tijdens een steekproefsgewijze controle is gebleken dat de partij een andere samenstelling heeft dan vooraf door de leverancier is opgegeven of is ingeschat door een administratief medewerker van de afdeling Acceptatie, dan zal de leverancier op basis van het opgestelde inspectierapport eerst telefonisch of per e-mail hierop aangesproken worden. Indien de volgende aangeleverde partij wederom niet van goede kwaliteit is, ontvangt de leverancier een waarschuwingsbrief, waarin wordt aangekondigd dat de betreffende afvalstroom uitsluitend wordt geaccepteerd voor een hoger tarief. Uiteindelijk wordt er voor de leverancier een nieuw afvalstroomnummer gekoppeld aan een hoger tarief en is
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 23 van 45
de keus aan de leverancier om de betreffende afvalstroom tegen het hogere tarief al dan niet aan HVC te blijven leveren. Afvalstromen die niet voldoen aan de eisen, kunnen uiteraard ook te allen tijde aan de poort geweigerd worden, waardoor de leverancier deze niet bij HVC kan afgeven. 7.4.2
Steekproefsgewijze controle afvalstoffen die worden opgewerkt in de SOI met geïntegreerde BAWI, (laag risico)
Steekproefsgewijze controle vindt bij deze afvalstoffen, met een laag risico, plaats bij 1 op de 100 aangeleverde partijen. De medewerkers van de afdeling verlading & civiel die zijn betrokken bij het lossen van deze afvalstoffen bepalen welke vrachten gecontroleerd worden. De steekproefsgewijze controle van deze afvalstroom vindt plaats wanneer deze wordt gelost op de vloeistofdichte vloer van de tussenopslag voor slakken. Voor deze afvalstroom richt de steekproefsgewijze controle zich op de volgende aspecten: - Betreft het bodemas die geschikt is om te worden opgewerkt in de slakkenopwerkingsinstallatie met geïntegreerde bodemaswasinstallatie? - Wordt voldaan aan de criteria zoals in de vooraanmelding (op de begeleidingsbrief vermeld) is aangeven? - Worden eventuele afspraken over levering, zoals samenstelling, nageleefd? - Zijn geen verboden afvalstoffen aanwezig? Indien de HVC hiertoe aanleiding ziet, kan er ook een monster genomen worden voor analyse. Wanneer hierbij blijkt dat een partij afvalstoffen niet in orde is, worden de kosten van de analyse verhaald op de partij die de onbewerkte bodemas heeft geleverd. Wanneer uit de steekproefsgewijze controle blijkt dat een gecontroleerde afvalstroom afwijkt van de tijdens de vooracceptatie gemelde informatie, dan wordt contact opgenomen met de partij, die de (onbewerkte) bodemas heeft geleverd. In onderling overleg wordt vervolgens bepaald wat er met de afvalstroom gedaan wordt en hoe in het vervolg zal worden omgegaan met de partijen bodemas die bij HVCafvalcentrale locatie Alkmaar worden aangeleverd. HVCafvalcentrale Alkmaar kan, wanneer zij hiertoe aanleiding ziet, er toe overgaan om de frequentie van de steekproefsgewijze controles te verhogen. 7.4.3
Steekproefsgewijze controle afvalstoffen die op de inrichting geen be- of verwerking ondergaan (laag risico)
Steekproefsgewijze controle vindt bij deze afvalstoffen, die zijn ingedeeld in de categorie laag risico (d.w.z. die worden overgeslagen door dochteronderneming
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 24 van 45
Sortiva), plaats bij 1 op de 50 schepen die worden geladen. De medewerkers die zijn betrokken bij het overslaan van deze afvalstoffen bepalen welke vrachten gecontroleerd worden. De steekproefsgewijze controle van deze afvalstroom vindt plaats wanneer op de kade een schip wordt gelost/geladen. Voor deze afvalstoffen richt de steekproefsgewijze controle zich op de volgende aspecten: - Betreft het een afvalstroom die uitsluitend overgeslagen wordt op de kade en die verder geen be- of verwerking ondergaat op de inrichting? - Wordt voldaan aan de criteria zoals in de vooraanmelding (op de begeleidingsbrief vermeld) is aangeven? - Worden eventuele afspraken over levering, zoals stuksgrootte, verpakking e.d. nageleefd? - Zijn geen verboden afvalstoffen aanwezig? Indien de HVC hiertoe aanleiding ziet, kan er ook een monster genomen worden voor analyse. Wanneer hierbij blijkt dat een partij afvalstoffen niet in orde is, worden de kosten van de analyse verhaald op Sortiva. Wanneer uit de steekproefsgewijze controle blijkt dat een gecontroleerde afvalstroom afwijkt van de tijdens de vooracceptatie gemelde informatie, dan wordt contact opgenomen met Sortiva, dat de afvalstoffen overslaat. In onderling overleg wordt vervolgens bepaald wat er met de afvalstroom gedaan wordt en hoe in het vervolg zal worden omgegaan met de partijen afvalstoffen die Sortiva op de kade overslaat. De HVC kan, wanneer zij hiertoe aanleiding ziet, er toe overgaan om de frequentie van de steekproefsgewijze controles te verhogen. 7.5
Specifieke controles Een specifieke controle kan onderdeel zijn van zowel de nadere controle bij “matig risico” afvalstoffen als van de steekproefsgewijze controle bij “laag risico” afvalstoffen. Deze specifieke controle dient om de calorische waarde van brandbare afvalstoffen, of de samenstelling, het gloeiverlies, de gevaarseigenschappen en het organisch koolstofgehalte van bodemassen vast te stellen. De vrachten worden hiertoe eerst visueel geïnspecteerd. Vervolgens worden monsters genomen en geanalyseerd in een gecertificeerd laboratorium.
7.5.1
Methode voor het bepalen van de calorische waarden van de afvalstoffen
Een deel van het personeel van HVC dat zich bezighoudt met de bepaling van de calorische waarde van afvalstoffen, heeft hiervoor een opleiding gevolgd bij een hiervoor gecertificeerd bedrijf. De opgedane kennis en ervaring wordt binnen HVC overgedragen op nieuwe medewerkers, zodat er altijd voldoende personeel met kennis en ervaring aanwezig is op het moment dat de calorische waarde van afvalstoffen bepaald moet worden.
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 25 van 45
In geval er een verschil van mening is (en blijft) tussen de ontdoener en de HVC medewerker kan er besloten worden tot het verrichten van een specifieke controle. De calorische waarde wordt vastgesteld volgens de sorteermethode. Vaststelling van de calorische waarde met behulp van de sorteermethode is een uiterste poging om met de ontdoener tot een vergelijk te komen. De sorteermethode vindt plaats volgens de volgende stappen: - Mengen. - Uitkruisen. - De vuilniszakken in het uitgekruiste stuk open maken en mengen. - Bemonsteren (vullen van 3 minicontainers à 240 liter). - Sorteeranalyse en bepaling droge-stof gehalte. - Bepaling calorische waarde. - Opstellen van een analyserapport. De laatste drie stappen van het onderzoek worden uitgevoerd door een onafhankelijk (gecertificeerd) laboratorium conform de geldende normen. 7.5.2
Eigendom
Indien een monster van de afvalstoffen wordt geanalyseerd, blijven de afvalstoffen eigendom van de ontdoener. Het niet te onderzoeken gedeelte van de vracht kan, na overleg met de ontdoener: - In de bunker gestort worden. Verrekening vindt plaatst op basis van de resultaten van het onderzoek. - Naar de ontdoener terug gebracht worden. - Op kosten van de ontdoener elders verwerkt worden. Zodra uit de analyseresultaten blijkt dat de afvalstoffen aan de eisen en voorwaarden voldoen conform dit Acceptatiebeleid en eventuele overige afspraken, zal tot acceptatie worden overgegaan. 7.5.3
Kosten
De kosten van de analyse zijn voor degene die, door de uitkomst van de analyse, in het ongelijk wordt gesteld. 7.6
Proces controles Deze controles worden uitgevoerd voor de inname van bodemas van derden. Uit de acceptatiecriteria volgt dat de processen waaruit bodemas van derden voortkomt vergelijkbaar dienen te zijn met de processen van HVC Alkmaar en HVC Dordrecht. Indien er sprake is van het innemen van bodemas van derden zal eerst gecontroleerd worden of deze bodemas afkomstig is uit een gelijksoortig proces.
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 26 van 45
7.7
Hoe afvalstoffen af te geven
7.7.1
Algemeen
Het is alleen toegestaan afvalstoffen af te geven in overeenstemming met dit Acceptatiebeleid. 7.7.2
Wijze van afgifte
-
Afgifte van afvalstoffen kan plaats vinden: Door gemeenten volgens een afgesloten contract. Door bedrijven volgens een afgesloten contract. Door bedrijven en particulieren tegen contante betaling of éénmalige machtiging.
7.7.3 Begeleidingsbrief 7.7.3.1 Gebruik van de begeleidingsbrief
Bij het afgeven van afvalstoffen (meer dan 2.000 liter of 2m³) dient, aan het personeel op de weegbrug, een volledig ingevulde en ondertekende begeleidingsbrief te worden overhandigd. Zonder deze begeleidingsbrief worden de afvalstoffen geweigerd. 7.7.3.2 Verplichting
De ontdoener is verplicht de gevraagde gegevens op de begeleidingsbrief volledig en naar waarheid, conform de tijdens de vooracceptatie aangeleverde gegevens, te verstrekken. 7.7.4
Transport
7.7.4.1 Bevoegdheid
De ontdoener/vervoerder die afvalstoffen vervoert en afgeeft dient hiertoe bevoegd en ter zake kundig te zijn. 7.7.4.2 Materieel
Het vervoer dient plaats te vinden met daarvoor geschikt en deugdelijk materieel. 7.7.4.3 Voorzorgsmaatregelen
Tijdens het vervoer binnen de inrichting dienen afvalstoffen zodanig te zijn beladen en afgedekt, dat niets daarvan tijdens het transport verloren kan gaan. 7.7.4.4 Beladen
Voertuigen dienen zodanig te zijn beladen dat het lossen van de afvalstoffen ongestoord en zo vlot mogelijk kan verlopen.
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 27 van 45
7.7.5
Metalen afvalstoffen
Metalen afvalstoffen, met een maximale lengte van 6 (zes) meter, moeten in een aparte ijzerbak worden gedeponeerd.
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 28 van 45
8. Verwerkingsbeleid 8.1 Verwerking Hieronder worden per groep afvalstoffen de verwerkingsroutes op de inrichting kort beschreven. In dit hoofdstuk wordt dezelfde indeling aangehouden als onder hoofdstuk 5 paragrafen 5.2.1 t/m 5.2.6. 8.1.1 Brandbare afvalstoffen
De brandbare afvalstoffen zoals beschreven in paragraaf 5.2.1 worden ingezameld en worden verbrand in een van de lijnen van de afvalenergieinstallatie. Bij het verbrandingsproces ontstaan verschillende reststoffen. Dit kunnen zijn: bodemas, zand3 granulaat , slibkoek, metalen (ferro, non-ferro, rvs) vliegas, filterkoek en rookgasreinigingsresidu. De verwerking van de reststoffen wordt beschreven in 8.1.8 8.1.2 Gescheiden ingezamelde brandbare afvalstoffen
Binnen de inrichting worden verschillende afvalstoffen geaccepteerd die geschikt zijn voor hergebruik. Deze afvalstoffen worden bij geschiktheid afgevoerd naar een erkende verwerker. Bij een incidenteel geval gaat het om vertrouwelijke goederen die onder toezicht, zie paragraaf 5.2.6 en 8.1.6 worden verbrand. In het geval de afvalstoffen worden afgevoerd naar een erkende verwerker is er geen sprake van reststoffen. Indien de afvalstoffen worden verbrand kunnen de reststoffen ontstaan zoals beschreven in 8.1.1. 8.1.3 Brandbare biomassa
Voor de BEC is een apart Acceptatie- en verwerkingsbeleid opgesteld. Deze is bijgevoegd in bijlage C. 8.1.4 Afvalstoffen die worden opgewerkt in de slakkenopwerkingsinstallatie (SOI) met geïntegreerde Bodemaswasinstallatie (BAWI)
Op de inrichting in Alkmaar wordt als afvalstof onbewerkte bodemas geaccepteerd, zie paragraaf 5.2.4. De onbewerkte bodemas wordt in de slakkenopwerkingsinstallatie (SOI) met geïntegreerde bodemaswasinstallatie (BAWI) opgewerkt tot een IBC- of vrij toepasbare bouwstof. De bouwstoffen zijn geen afvalstoffen. Bij het proces komen reststoffen vrij zoals organisch materiaal en slib. Voor een beschrijving van de verwerking van de reststoffen wordt verwezen naar paragraaf 8.1.8. 8.1.5 Afvalstoffen die op de inrichting geen be- of verwerking ondergaan
In paragraaf 5.2.5 zijn zowel afvalstoffen als afvalstoffen die als bouwstof worden toegepast opgenomen die geen be- of verwerking ondergaan. Deze afvalstoffen worden alleen overgeslagen op de inrichting en afgevoerd naar een erkende verwerker. Wat betreft de stoffen die als bouwstof worden toegepast, dat betekent dat de stoffen worden afgevoerd naar een erkende verwerker die ze weer zal gebruiken als een nuttige toepassing.
3
Vrij toepasbare bouwstof
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 29 van 45
8.1.6 Afvalstoffen voor verwerking onder toezicht
De afvalstoffen die worden ingebracht voor verwerking onder toezicht worden verbrand. Onder toezicht houdt in dat er 1 persoon bij het stortgat staat om toe te zien dat de afvalstof daadwerkelijk wordt gestort. Een tweede persoon staat bij de regelzaal om toe te zien dat de afvalstof daadwerkelijk wordt verbrand. De verwerkingsroute is verder niet anders dan opgenomen in de paragrafen 8.1.1 t/m 8.1.4. Bij de verbranding kunnen verschillende reststoffen ontstaan zoals beschreven in paragraaf 8.1.1. 8.1.7 Afvalstoffen minder dan 500 kg zonder afvalstroomnummer
Het enige verschil met afvalstoffen minder dan 500 kg zonder afvalstroomnummer is dat er geen begeleidingsbrief aanwezig hoeft te zijn. De afvalstoffen worden op dezelfde manier verwerkt als beschreven in paragraaf 8.1.1. De visuele controle bestaat uit het storten van de afvalstoffen in een aparte bunker, zodat in het geval de afvalstoffen geweigerd worden de afvalstoffen makkelijk bij elkaar te brengen zijn en afgevoerd kunnen worden. 8.1.8 Verwerking reststoffen
Bij de bovengenoemde verwerkingsprocessen komen reststoffen vrij. Hieronder wordt beschreven wat er met de verschillende reststoffen wordt gedaan. - Bodemas: uit bodemas wordt ferro en non-ferrometaal gehaald. Het overige deel wordt als door KIWA gecertificeerde IBC bouwstof in depot gezet en ingezet bij infrastructurele werken; - Ferro metaal: wordt afgevoerd naar een erkende verwerker; - Non-ferro metaal: wordt afgevoerd naar een erkende verwerker; - Filterkoek: wordt afgevoerd naar een erkende verwerker; - Rookgasreinigingsresidu: wordt afgevoerd naar een erkende verwerker die dit inzet als nuttige toepassing; - Vliegas: dit wordt afgevoerd naar een erkende verwerker die dit hergebruikt in bijvoorbeeld cement; - Vrij toepasbare bouwstoffen afkomstig uit BAWI: wordt ingezet als secundaire grondstof in de (wegen)bouw; - Slib afkomstig uit de BAWI: wordt afgevoerd naar een erkende verwerker; - Organisch materiaal afkomstig uit de BAWI: wordt verbrand in de AEC.
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 30 van 45
9. Herkenbaarheid en opslag Alle afvalstoffen die op de inrichting van HVC in Alkmaar worden geaccepteerd of overgeslagen aan de kade, worden aangeleverd in gescheiden partijen. Van alle afvalstromen vindt een administratieve controle plaats voordat de partij fysiek wordt aangeleverd. Bij aankomst op de inrichting is derhalve bekend welke afvalstof een partij betreft. Daarnaast zijn alle afvalstromen goed visueel herkenbaar voor het bevoegde personeel dat zich bezighoudt met de acceptatie van de afvalstoffen, dan wel met de overslag van de afvalstoffen op de kade. De “brandbare afvalstoffen” die verbrand worden in een van de lijnen van de afvalenergieinstallatie blijven op de inrichting gescheiden tot het moment dat ze de volledige acceptatieprocedure doorlopen hebben. Pas daarna worden ze gezamenlijk gestort in de afvalbunker, van waaruit ze naar de verbrandingsoven worden getransporteerd. Overigens vindt tijdens het storten van de afvalstoffen in de bunker een extra controle plaats van de samenstelling van de afvalstoffen met behulp van camera’s. De “gescheiden ingezamelde brandbare afvalstoffen” worden uiteraard gescheiden op de inrichting aangeleverd. Na aankomst op de inrichting blijven deze afvalstromen strikt van elkaar gescheiden. In principe worden deze partijen al tijdens de vooracceptatie, wanneer de ontdoener contact opneemt met HVC, doorverwezen naar Sortiva. Mocht het echter voorkomen dat er een partij gescheiden ingezamelde brandbare afvalstoffen wordt aangeleverd zonder dat dit tijdens voorafgaand telefonisch contact in de vooracceptatie duidelijk is geworden, dan doorloopt de partij de administratieve controle en wordt daarna alsnog doorverwezen naar Sortiva. De “brandbare biomassa” die verbrand wordt in de BioEnergiecentrale wordt eveneens als gescheiden en voor het bevoegde personeel duidelijk herkenbare partijen op de inrichting aangeleverd. Pas na het doorlopen van de volledige acceptatieprocedure zoals beschreven in het Acceptatie- en verwerkingsbeleid van de BEC in bijlage C, worden de verschillende biomassastromen samengevoegd om verbrand te worden in de BEC. De “afvalstoffen die worden opgewerkt in de slakkenopwerkingsinstallatie met geïntegreerde bodemaswasinstallatie,” worden gescheiden aangeleverd en zijn voor het bevoegde personeel goed visueel herkenbaar. In de SOI met geïntegreerde BAWI, wordt de onbewerkte bodemas, opgewerkt tot een gecertificeerde bouwstof. De “afvalstoffen die op de inrichting geen be- of verwerking ondergaan” worden door dochteronderneming Sortiva (of door een andere derde partij) overgeslagen aan de kade. Deze afvalstoffen worden gescheiden aangeleverd en gescheiden overgeslagen. Deze afvalstromen zijn goed visueel herkenbaar voor het bevoegde personeel dat zich met de overslag bezig houdt. Voor Sortiva (of de andere derde partij) is het van belang om de verschillende afvalstromen goed gescheiden te houden, om waardevermindering van de afvalstoffen te voorkomen. Hier wordt derhalve strikt op gelet. Deze afvalstoffen komen niet van de kade van HVC af en worden niet getransporteerd naar of tussentijds opgeslagen op de
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 31 van 45
inrichting van HVC. Deze afvalstoffen komen zodoende niet in contact met de afvalstoffen die HVC zelf op haar inrichting accepteert.
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 32 van 45
10. Weigering 10.1
Verwerking van geweigerde afvalstoffen Af te geven afvalstoffen worden geweigerd als ze niet voldoen aan: - De gestelde eisen conform de vergunning van de inrichting; - Wettelijke eisen; - Dit Acceptatiebeleid; - Eventuele overige afspraken. Na weigering vindt overleg plaats met de ontdoener om te bezien of de afvalstoffen, eventueel onder aanvullende voorwaarden, alsnog verwerkt kunnen worden. Indien met de ontdoener geen overeenstemming kan worden bereikt, blijft de weigering van kracht.
10.2
Afvoeren van geweigerde afvalstoffen De ontdoener/vervoerder dient de geweigerde afvalstoffen af te voeren. Indien niet direct voldaan wordt aan de eis tot afvoer van de niet geaccepteerde afvalstoffen zal de HVC de niet geaccepteerde afvalstoffen afvoeren naar een voor die afvalstoffen bestemde verwerker. De behandelkosten w.o. transport, verwerking en administratiekosten zijn dan voor rekening van de ontdoener.
10.3
Rapportage Van elke weigering tot acceptatie wordt een schriftelijke rapportage gemaakt. Eventueel aangevuld met foto’s en een inspectie- of analyserapport.
10.4
Veiligheid De HVC behoudt zich het recht voor het lossen van de afvalstoffen te stoppen of geheel te verbieden. Dit als blijkt dat: - Gebruik wordt gemaakt van ondeugdelijk materieel. - De veiligheid van mensen in gevaar komt. - Er kans bestaat op het ontstaan van materiële- en/of milieuschade.
10.5
Overmacht Indien er sprake is van overmacht behoudt de HVC zich het recht voor de acceptatie en het be- en/of verwerken van afvalstoffen te beëindigen of op te schorten voor de duur van de overmacht. De HVC zal de ontdoener direct op de hoogte stellen van de overmacht en zal zich inspannen voor het vinden van alternatieve be- en/of verwerkingsmogelijkheden. De verrekening van eventuele extra kosten die hiermee gemoeid zijn zal plaatsvinden aan de hand van acceptatieverplichtingen, contracten en/of andere afspraken.
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 33 van 45
11. Tarieven 11.1
Bekendmaking van tarieven De nieuwe tarieven worden schriftelijk bekend gemaakt en aan contractanten toegestuurd. Op verzoek van niet-contractanten is de tarievenlijst op de weegbrug beschikbaar.
11.2
Wijziging van tarieven De HVC behoudt zich het recht voor de tarieven in de loop van een kalenderjaar te wijzigen. Wijzigingen worden één maand voor invoering schriftelijk bekend gemaakt.
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 34 van 45
12. Betalingen 12.1
Tarief Voor het be-/verwerken van de afgegeven afvalstoffen is de ontdoener-/debiteur een bedrag verschuldigd overeenkomstig het geldende contracttarief dan wel poorttarief (voor niet-contractanten).
12.2
Per factuur De verschuldigde bedragen worden per factuur aan de ontdoener/debiteur in rekening gebracht. Betaling van het, per factuur, in rekening gebrachte bedrag dient te geschieden binnen 14 dagen na factuurdatum. Of anders en al dan niet automatisch, afhankelijk van wat in contracten is overeengekomen.
12.3
Directe betaling Particulieren en bedrijven kunnen zonder afvalstroomnummer afvalstoffen afgeven. Betaling hiervan geschiedt door: - Contante betaling; - Het afgeven van een éénmalige machtiging; Hierbij is een legitimatie verplicht.
12.4
Wettelijke rente en kosten Bij in gebreke blijven van de ontdoener/debiteur betreffende de betaling als bedoeld in lid 2 en 3, is de ontdoener/debiteur naast het verschuldigde factuurbedrag de wettelijke rente op het totale factuurbedrag per maand verschuldigd. Dit zonder dat ingebrekestelling en/of rechterlijke tussenkomst is vereist. Tevens zijn alle kosten gemoeid met inning, zowel gerechtelijke als buitengerechtelijke, voor rekening van de ontdoener/debiteur.
12.5
Extra kosten Indien blijkt dat afvalstoffen werden geaccepteerd en geregistreerd op basis van verkeerde informatie van de ontdoener/vervoerder behoudt de HVC zich het recht voor om de kosten, gemaakt voor administratieve correcties, in rekening te brengen bij de ontdoener/debiteur.
12.6
Garantstelling De vervoerder en de ontdoener stellen zich tegenover elkaar en de HVC garant voor de betaling van alles wat verschuldigd is aan de HVC tengevolge van de afgifte en be-/verwerking van afvalstoffen.
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 35 van 45
13.
Administratieve organisatie en interne controle (AO/IC)
13.1
Bedrijfsprocessen en risico’s In deze paragraaf zijn per onderdeel van de vooracceptatie, acceptatie en verwerking de mogelijke risico’s weergegeven alsmede de maatregelen die zijn genomen om deze risico’s te beheersen. Risico’s vooracceptatie
13.1.1
De volgende risico’s en beheersmaatregelen zijn aanwezig bij de vooracceptatie: -
-
-
Er wordt onjuiste en/of onvolledige informatie aangeleverd door de ontdoener: beoordeling vindt plaats door een ervaren medewerker van de afdeling verlading & civiel. Eventueel kunnen nadere gegevens opgevraagd worden of kan een analyse worden uitgevoerd. Als bij nader inzien niet aan de acceptatiecriteria wordt voldaan, wordt de afvalstof door de exploitant op kosten van de ontdoener afgevoerd naar een erkend verwerker. Verkeerde inschatting of de afvalstroom vergunningtechnisch en/of logistiek kan worden geaccepteerd: beoordeling vindt plaats door een ervaren medewerker van de afdeling verlading & civiel. Eventueel kunnen nadere gegevens opgevraagd worden of kan een analyse worden uitgevoerd. Als bij nader inzien niet aan de acceptatiecriteria wordt voldaan, of dat de afvalstof om logistieke redenen niet kan worden geaccepteerd en/of verwerkt, dan wordt de afvalstof door de exploitant op kosten van de ontdoener afgevoerd naar een erkend verwerker. Fouten in de administratieve afwikkeling van de vooracceptatie: er is een procedure “vooracceptatie” die gevolgd kan worden. De procedure wordt door ervaren medewerkers van de afdeling acceptatie doorlopen. Als er desondanks onlogische/foutieve waarden worden ingevoerd in het digitale systeem, geeft het systeem hiervan een melding.
13.1.2 Risico’s acceptatie
De volgende risico’s en beheersmaatregelen zijn aanwezig bij de acceptatie: - er wordt een afvalstof aangeleverd die de vooracceptatie niet heeft doorlopen: de procedures voor de handelingen en controles bij de weegbrug waarborgen dat dit bij de weegbrug door de weegbrugoperator van de afdeling verlading & civiel wordt vastgesteldt. De afvalstof wordt in dit geval op kosten van de ontdoener door de exploitant afgevoerd naar een erkend verwerker. - de begeleidingsbrief is onjuist ingevuld of bevat onjuiste /onvolledige informatie (niet betreffende de aard/samenstelling van de afvalstof): de ontbrekende informatie wordt ingevuld bij de weegbrug door de chauffeur. Bij onjuistheden in het begeleidingsformulier worden de afvalstoffen niet geaccepteerd en dient de afvalontdoener contact op te nemen met de afdeling acceptatie.
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 36 van 45
-
er wordt een partij afvalstoffen aangeleverd met een andere samenstelling dan in de vooracceptatie was afgesproken: controle van de afvalstoffen. Wanneer achteraf toch blijkt dat de betreffende afvalstof niet geschikt is voor de beoogde verwerkingsroute, wordt bekeken of een andere verwerkingsroute mogelijk is. Is dit niet het geval, dan wordt de afvalstof door de ontdoener mee teruggenomen of op kosten van de ontdoener afgevoerd naar een erkend verwerker.
13.1.3 Risico’s verwerking
De volgende risico’s en beheersmaatregelen zijn aanwezig bij de verwerking: -
-
ongewenste samenvoeging van twee verschillende afvalstromen: ervaren medewerkers van de afdeling verlading & civiel controleren de levering en dragen zorg voor levering op de juiste locatie. Op de diverse verwerkingslocaties is fysieke afscheiding van de verschillende in- en uitgaande afvalstromen en opslaglocaties aanwezig. foutieve instellingen installaties: er zijn voor alle verwerkingsroutes werkinstructies en procedures (KAM management) opgesteld. De operationele medewerkers zijn goed gekwalificeerd voor de werkzaamheden en kunnen hier actie op ondernemen.
13.2 Registratie HVC houdt voorraadregistraties bij waarop is vermeld hoeveel afvalstoffen zijn aangeleverd en afgevoerd. Jaarlijks wordt per afvalstroom een balans opgesteld tussen enerzijds beginvoorraad + ontvangen afvalstoffen en anderzijds eindvoorraad + afgifte afvalstoffen, waarbij de verschillen worden geanalyseerd. Aangezien de inventarisatie gebaseerd is op schattingen is een foutenmarge van 10% acceptabel. Elke maandagochtend wordt een schatting van de afvalstoffen gemaakt in de afvalbunker. Grotere afwijkingen worden verklaard. De genoemde jaarlijkse registraties worden tenminste 5 jaar bewaard.
13.3 Goederen- en financiële administratie De goederenadministratie bestaat o.a. uit: Weegbonnen van inname en afgifte; Begeleidingsbrieven; Analysegegevens; De goederenadministratie wordt tenminste 5 jaar bewaard. Alle in- en uitgaande afvalstromen worden geregistreerd in een geautomatiseerd systeem (PB-balance).
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 37 van 45
De geautomatiseerde goederenadministratie vindt plaats met speciaal hiervoor ontwikkelde software. Hierbij worden tenminste de volgende gegevens opgenomen: Afvalstroomnummer; Datum ontvangst; Omschrijving afval en Euralcodes; Gegevens ontdoener; Hoeveelheid afval. Facturen worden eveneens met de administratiesoftware (PB-balance) aangemaakt. Bij inname van afval wordt het soort afval, de hoeveelheid, de datum van inname en het afvalstroomnummer op de factuur vermeld. Bij afgifte van afval wordt door de ontvanger meestal ook de datum en hoeveelheid afval vermeld op de factuur. Hiermee is een sluitend verband gelegd tussen de goederen- en financiële administratie. Facturen worden tenminste 5 jaar bewaard. De financiële administratie wordt jaarlijks door de accountant gecontroleerd.
13.4 Functies en bevoegdheden De autorisatie voor wie wijzigingen aan mag brengen in de digitale goederenadministratie is functie gerelateerd. De medewerkers van de afdeling acceptatie zijn geautoriseerd om gegevens betreffende de (voor)acceptatie in te voeren terwijl de financieel medewerkers geautoriseerd zijn om gegevens te wijzigen in de digitale financiële administratie. Ongeautoriseerd gebruik wordt voorkomen doordat deze personen beschikken over een wachtwoord waarmee zij moeten inloggen in het computersysteem. Van de digitale administratie wordt een back-up gemaakt. Correctieve acties worden vastgelegd in de (administratie)software De medewerkers van de afdeling verlading & civiel zijn specifiek voor de acceptatie- en verwerking van afvalstoffen opgeleide mensen. Deze afdeling bestaat uit meerdere medewerkers en de medewerkers voeren verschillende taken uit. De taken kunnen bestaan uit het accepteren van de afvalstoffen, het uitvoeren van de visuele controles en dergelijke. Door deze afwisseling wordt er door verschillende mensen naar een bepaalde afvalstroom gekeken. Voor een beschrijving van de diverse functie- en taakbeschrijvingen en een beschrijving van de diverse kwalificatie-eisen wordt verwezen naar het managementsysteem van HVC. Deze kwaliteitshandboeken zijn ter inzage beschikbaar op de inrichting. Voor een overzicht van de verschillende afdelingen binnen HVC Alkmaar is een organogram bijgevoegd als bijlage G. Bij de verschillende afdelingen staat 1 persoon vermeld. Dit is de leidinggevende van deze afdeling. Alle werknemers die op de inrichting werkzaam zijn, worden op de hoogte gesteld van dit A&V beleid Tevens wordt iedere nieuwe medewerker tijdens zijn
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 38 van 45
inwerkperiode op de hoogte gesteld van de inhoud van dit A&V beleid. Dit A&V beleid ligt ter inzage bij de bedrijfsleider van de inrichting. Alle werknemers die op de inrichting werkzaam zijn hebben toegang tot dit document. Bij HVC zijn verschillende functies aanwezig. Iedere functie kent zijn eigen verantwoordelijkheden. HVC houdt verschillende functies zoveel mogelijk gescheiden. Er wordt bij HVC aandacht besteed aan het principe dat een afvalstof altijd door meerdere personen gecontroleerd dient te worden.
13.5 KAM systeem en audits In het kader van het KAM systeem vindt jaarlijks een externe audit plaats, waarbij alle hierin opgenomen procedures geregeld aan de orde komen. Dit geldt dus ook voor de procedures met betrekking tot de administratieve organisatie en interne controle. Daarnaast vinden er met regelmaat interne audits plaats waarbij een (wisselende) functionaris van een andere afdeling als auditor op dit specifieke dossier optreedt. Op deze manier worden de AO/IC procedures actueel gehouden en kunnen, indien nodig, wijzigingen worden doorgevoerd. De bevoegdheid tot het aanpassen van wijzigingen ligt bij de teamleider acceptatie.
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 39 van 45
14. Ontzegging De HVC of de daarvoor aangewezen personen zijn bevoegd een ieder die zich niet aan dit A&V beleid en AO/IC-procedures houdt de toegang tot de inrichting voor (on)bepaalde tijd te ontzeggen. Wanneer iemand de toegang wordt ontzegd ontvangt hij/zij hierover, binnen één week, een schriftelijke bevestiging.
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 40 van 45
15. Aansprakelijkheid 15.1
Het betreden van de inrichting Het betreden van de terreinen en opstallen van de inrichting is voor eigen risico.
15.2
Verzekeren De voertuigen waarmee afvalstoffen worden afgegeven dienen verzekerd te zijn voor Wettelijke Aansprakelijkheid zoals de Nederlandse wetgeving verplicht.
15.3
Aansprakelijkheid Onverminderd de aansprakelijkheid ten gevolge van wettelijke bepalingen zijn de ontdoener/vervoerder hoofdelijk aansprakelijk tegenover de HVC en derden voor alle door hem/haar en zijn/haar personeel veroorzaakte schade binnen de inrichting.
15.4
Vrijwaring De ontdoener/vervoerder vrijwaart de HVC en al haar medewerkers tegen aanspraken van derden tot vergoeding van schade in geval van overmacht, behoudens als er sprake is van schuld of grove nalatigheid van de zijde van de HVC.
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 41 van 45
16. Toepasselijkheid Deze voorwaarden gelden: - Voor een ieder die betrokken is bij het afgeven van afvalstoffen aan de HVC afvalcentrale te Alkmaar; - Voor een ieder die een weging wil laten verrichten op een weegbrug van de HVC afvalcentrale te Alkmaar. Er kunnen geen rechten worden ontleend aan eigen (algemene) voorwaarden.
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 42 van 45
17. Overige bepalingen -
Dit document dient te worden aangehaald als “HVC A&V beleid en AO/ICprocedures Alkmaar”.
-
Bijlage D (“handelwijze en reglement binnen de inrichting”, kortweg: het acceptatiereglement) is gebaseerd op dit HVC A&V beleid en AO/ICprocedures Alkmaar. Het acceptatiereglement dient verstrekt te worden aan de ontdoeners die bij de afvalcentrale te Alkmaar afvalstoffen komen afgeven. De ontdoeners dienen zelf zorg te dragen voor het op de hoogte stellen van de chauffeurs en ander betrokken personeel van de inhoud van het reglement. Het op dit HVC A&V beleid en AO/IC-procedures Alkmaar gebaseerde acceptatiereglement vormt een onderdeel van de overeenkomst met contractanten.
-
Dit HVC A&V beleid en AO/IC-procedures Alkmaar en het bijbehorende acceptatiereglement treden in werking op 01-10-2015 en vervallen op het moment dat een nieuwe versie of onderdelen daarvan worden aangeboden en in werking treden.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Handtekening Datum:
ir. W.C.H. van Lieshout algemeen directeur -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 43 van 45
18. Geschillen Alle geschillen die ontstaan naar aanleiding van dit A&V beleid en AO/IC-procedures en de daarmee verband houdende overeenkomsten zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te Alkmaar.
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 44 van 45
19. Bijlagen Van dit A&V beleid en AO/IC-procedures maken de hieronder opgenomen bijlagen integraal onderdeel uit. Bijlage A
Afvalstoffen informatie.
Bijlage B
Afvalstoffen die niet mogen worden afgegeven en afvalstoffen waarvoor nadere regels gelden.
Bijlage C
Beschrijving acceptatie en verwerkingsbeleid (AV beleid) Bio-energiecentrale HVC.
Bijlage D
Handelwijze en reglement binnen de inrichting (“het acceptatiereglement”), waarvan tevens de bijlagen A, B en E onderdeel van uitmaken.
Bijlage E
Inspectierapport.
Bijlage F
Euralcodelijst
Bijlage G
Organogrammen: BU Energie en BU Grondstoffen
AV-beleid en AO/IC HVC Alkmaar, versie 20151001 – definitief
pagina 45 van 45
Bijlage B AFVALSTOFFEN DIE VERBODEN ZIJN OM AF TE GEVEN. 1.
Bij de afvalenergiecentrales worden de navolgende afvalstoffen niet geaccepteerd: -
-
-
Afvalstoffen en voorwerpen, waarvoor verbranding in afvalverbrandingsinstallaties niet de geëigende wijze van verwerking is, zoals GFT en recyclebare afvalstoffen. Gevaarlijke afvalstoffen, conform hoofdstuk 1, art. 1.1, lid 1 van de Wet Milieubeheer. Afvalstoffen waarbij, tijdens verwerking door omzetting in energie, nadelige gevolgen ontstaan of kunnen ontstaan voor het milieu, zoals bedoeld in artikel 10, lid 1 van de Wet Milieubeheer. Milieuhygiënisch en technisch moeilijk te verwerken stoffen (ook KCA). Giftige stoffen. Stoffen die, bij in aanraking komen met water, giftige en/of brandbare gassen ontwikkelen. Bijv. gasontladingslampen. Bestrijdingsmiddelen. Stoffen die schade veroorzaken aan mens en dier. Kadavers of gedeelten daarvan, fecaliën, visafval, vleesafval, slachtafval en andere afvalstoffen welke onder de Destructiewet vallen. Pathologisch afval. Specifiek ziekenhuisafval. Vloeibare en niet-steekvaste afvalstoffen. Stuivende of stofvormende stoffen. Brandende, deels verbrande, smeulende en/of broeibevorderende afvalstoffen. Zelfontbrandbaar en lichtontvlambaar afvalstoffen. Ontplofbare afvalstoffen. Noodsignaalapparatuur. Radioactieve stoffen en stoffen die ioniserende straling uitzenden. Banden van voertuigen. Asbest. Dakleer. Actief kool. Cacaopoeder. Kaf. Boomstobben (stronken). Bouw- en sloopafval en te sorteren afvalstoffen. (Naar Sortiva).
2.
Het is verboden afval af te geven in gesloten vaten, drums, bussen, flessen, kisten, containers en verpakkingsmateriaal. Daar op de inhoud geen directe controle mogelijk is.
3.
Het is verboden massieve brandbare afvalstoffen af te geven met een grotere diameter dan 20 cm en/of met een grotere lengte dan 100 cm.
Acceptatie en Verwerkingbeleid voor stromen die bij de “Biomassa Energie Centrale” van HVC te Alkmaar worden ontvangen en verwerkt.
HVC. Kuiper & Burger. Ecofys. Opsteller:
Juni 2010 Sept 2009 2007 Datum:
B A 0 Revisie:
Verruimen v/d stromen Alg. actualisatie Originele opstelling. Opmerking:
INHOUDSOPGAVE
1 INLEIDING ....................................................................................................................................... 3 2 HET ACCEPTATIEBELEID ............................................................................................................ 4 2.1 HET ACCEPTATIEPROCES ....................................................................................................... 4 2.2 DE BIOMASSA DIE HET BEDRIJF ACCEPTEERT ................................................................... 9 2.3 DE TE HANTEREN ACCEPTATIESPECIFICATIE ................................................................... 10 2.4 DE TE HANTEREN CRITERIA .................................................................................................. 10 2.5 DE ACCEPTATIE VAN STROMEN IN RELATIE TOT EMISSIES NAAR DE LUCHT ............. 10 3 HET VERWERKINGSBELEID ...................................................................................................... 11 3.1 MOGELIJKE VERWERKINGSKEUZES .................................................................................... 11 3.2 DE VERWERKINGSSTRATEN.................................................................................................. 12 3.3 OPSLAG ALS ZELFSTANDIGE ACTIVITEIT ........................................................................... 13 3.4 DE AFVOER VAN RESTSTOFFEN ........................................................................................... 13 4 MONSTERNAME EN ANALYSE .................................................................................................. 14 4.1 HET NEMEN VAN MONSTERS................................................................................................. 14 4.2 HET UITVOEREN VAN ANALYSES ......................................................................................... 15 4.3 HET GEBRUIK VAN SNELTESTEN ......................................................................................... 15 5 KWALITEITSSYSTEEM ................................................................................................................ 15 5.1 BEHEERDER VAN HET KWALITEITSSYSTEEM .................................................................... 15 5.2 INTERNE KWALITEITSSYSTEEM ............................................................................................ 15 5.3 PROCEDURES EN WERKINSTRUCTIES ................................................................................ 15 6 ALGEMENE EISEN ....................................................................................................................... 16
2
1 INLEIDING Onderstaand zijn de procedures voor acceptatie en verwerking vastgesteld voor de bioenergiecentrale (BEC). Het document is opgesteld op basis van bijlage VIII (richtlijn basis acceptatie - en verwerkingsbeleid) en bijlage VI (randvoorwaarden monstername- en analyseprocedures) van het rapport “De verwerking verantwoord” van de commissie Hoogland van februari 2002. Dit rapport is opgenomen in het LAP (deel 2 LAP gewijzigde versie van april 2004, toelichting sectorplannen) en is de richtlijn voor het acceptatie- en verwerkingsbeleid (AV beleid) voor alle afvalverwerkende bedrijven. Dit document is tevens conform NTA 8201: “Kwaliteitsborging” opgesteld. De in dit document genoemde acceptatie- en verwerkingsprocedures worden de procedures van de NV HVC genoemd. In het verzorgingsgebied van HVC zit een aantal inzamelende bedrijven. Deze inzamelende bedrijven leveren een belangrijk deel van de stromen voor de BEC aan. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van een bestaande inzamelstructuur en kunnen de transporten naar de HVC zo efficiënt mogelijk zijn. Primair zijn deze inzamelaars verantwoordelijk voor wat zij innemen. HVC verwacht van deze bedrijven ook dat zij deze stoffen op de correcte wijze accepteren, zodat alle aspecten van de nota “De verwerking verantwoordt” worden behandeld (vooracceptatie, acceptatie, controle/inspectie, overdracht eigendom, weigeren). De HVC zal daar ook op toezien, temeer daar de HVC vaak (deel)eigenaar is van deze inzamelaars. Daarnaast betrekt HVC ook stromen die door andere relaties worden aangeleverd. In zulke relaties streeft HVC naar een maximale betrokkenheid van die relatie bij het genereren van groene energie. Om duidelijk aan te geven welke stromen in de BEC toegepast zullen worden en hoe deze geaccepteerd en verwerkt zullen worden, is deze A&V- procedure opgesteld, als zouden alle stromen direct aan de HVC worden aangeleverd. Om deze reden zijn ook alle relevante Eural codes opgenomen. HVC zal o.a. witte lijst stoffen accepteren als voeding voor de BEC. Die stoffen ressorteren onder de “vroegere” BEES-B regelgeving omdat hierin geen directe milieu bedreigende elementen zoals die aanwezig kunnen zijn in afvalstromen voorkomen, is deze acceptatie en verwerkingsprocedure niet van toepassing op witte lijst stoffen.
3
2 HET ACCEPTATIEBELEID 2.1 HET ACCEPTATIEPROCES In het acceptatieproces van stromen die in de BEC worden verwerkt kunnen twee fases worden onderscheiden namelijk:
De vooracceptatie fase. De acceptatie fase.
2.1.1 De vooracceptatie fase 2.1.1.1 De vooracceptatie van een nieuwe stroom. De vooracceptatie wordt uitgevoerd door de afdeling Acceptatie van de HVC. De procedure hiervoor is beschreven in het kwaliteitshandboek van de HVC onder procedure ACCEPTATIE. In de vooracceptatie fase wordt onder andere beoordeeld: Of de aangeboden stroom conform de wet- en regelgeving geaccepteerd mag worden (o.a. witte lijst stoffen of gevaarlijk afval ). Of be- en verwerking in de BEC mogelijk is. Of de acceptatie en/of verwerking logistiek en commercieel mogelijk is. Doel van de BEC is het genereren van groene energie uit biomassa. Deze biomassa bestaat in beginsel uit biomassa overeenkomstig de specificatie volgens NTA 8003: “Classificatie van biomassa voor energietoepassing” Vooracceptatie vindt altijd plaats voordat er een overeenkomst wordt aangegaan tussen de HVC en de ontdoener van de biomassa. De ontdoener geeft hierbij een omschrijving van de stroom waarbij in ieder geval de volgende informatie wordt verstrekt: De herkomst van de stroom (soort bedrijf en proces). De aard en samenstelling van de stroom (karakteristieke eigenschappen). De Euralcode als er sprake is van een biomassastroom. De aangeboden hoeveelheid. De wijze van aanlevering van de stroom. De frequentie van aanlevering. Eerdere ervaring met de stroom. Op basis van deze gegevens wordt bepaald waaruit het vooracceptatie onderzoek moet bestaan. Met de gegevens zoals die in deze fase van de vooracceptatie beschikbaar zijn wordt een risico analyse uitgevoerd. HVC onderscheidt voor de biomassastromen die bij haar aangeleverd worden twee risiconiveaus, te weten het “laag risico” niveau en het “hoog risico” niveau. Voor de termen “laag risico” en “hoog risico” worden de volgende definities gehanteerd: Laag risico =
bekende stroom van bekende en nieuwe relaties die met grote regelmaat verwerkt worden en waarvoor geen speciale maatregelen noodzakelijk zijn. Hieronder vallen alle vervolgafgiftes.
Hoog risico =
Nieuwe niet eerder verwerkte stromen.
Hierbij worden vier soorten onderzoek onderscheiden. In onderstaande tabel zijn de gehanteerde risico-indelingen en soorten onderzoek genoemd. De onderzoeken worden conform de NTA 8201 (kwaliteit borging)instructies uitgevoerd
4
Tabel 1. risico-indeling en vooracceptatie onderzoek. Stroom Bekent. Bekent. Nieuw. Nieuw.
Herkomst Bestaande relatie. Nieuwe relatie. Bestaande relatie. Nieuwe relatie.
Risico Laag. Laag. Hoog. Hoog.
Beoordeling Steekproef. Analyse. Analyse. Analyse.
Onderzoek no. 1. 2. 3. 4.
Relaties waarmee de HVC negatieve ervaringen heeft opgedaan bij vorige aanleveringen worden bij een vooracceptatie onderzoek gelijk behandeld als nieuwe relaties gedurende een periode van een maand. Vinden er in deze maand geen onregelmatigheden meer plaats met partijen van deze leverancier, dan worden deze aanleveringen daarna weer gezien als vervolgafgifte. Tabel 2. Soort vooracceptatie onderzoek Onderzoek Soort onderzoek Maatstaf nr. 1 Inspectie aandeel kunststoffen, deeltjes Contract specificaties. grootte, verontreinigingen. Conditie van de (zie bijl.-4) stroom, (b.v temp. en vochtigheidgraad.) 2 Onderzoek als nr. 1 Conform contract spec. Chemische analyse door een sterlab op de NTA–8203-2003-5. relevante karakteristieke parameters (specificatie & classificatie) 3 Onderzoek als nr. 2. Administratief onderzoek. Eural code lijst vlgns bijlage-6. Beoordeling of complementaire stromen niet Handreiking Eural code van het als nog moeten worden gerekend tot gevaarlijk ministerie van VROM. afval. Bepalen hoe de stroom in de installatie Tabel-4. verantwoord kan worden verwerkt. Rekenmodel integrale stroom. (zie bijl.-5) 4 Onderzoek als nr. 3. Leveranciers beoordeling. Kvk. Dun & Bradstreet rapport. Indien alle gegevens bekend zijn omtrent:
de herkomst van de stroom (soort bedrijf en proces), de aard en samenstelling van de stroom (al dan niet met behulp van een monster), de Euralcode van de stroom, de aangeboden hoeveelheid, de wijze van aanlevering, de frequentie van aanlevering, de manier van overslag en integratie,
volgt de feitelijke vooracceptatie zoals beschreven in paragraaf 2.1.1.1 Indien de stroom geaccepteerd mag worden en be- en verwerking (logistiek) mogelijk is wordt het artikelnummer vast gelegd met het daarbij behorende tarief. De vereiste gegevens worden tijdens het vooracceptatie proces schriftelijk vastgelegd aan de hand van het acceptatie document (zie bijlage 1). Op basis van het acceptatie document wordt het omschrijvingsformulier (bijlage-2) opgemaakt Indien deze na controle, is goed bevonden door de ontdoener wordt er een “afvalstroomnummer” door de administratieve medewerker van de afdeling acceptatie toegekend en het acceptatiereglement wordt aan de ontdoener toegestuurd.
5
Op het moment dat het “afvalstroomnummer” is afgegeven en opgenomen in het geautomatiseerde registratiesysteem van HVC eindigt de vooracceptatie. In het geval er een nieuwe stroom wordt gecontracteerd, die nog niet eerder in de BEC werd verwerkt is de eerste aanlevering een proefaanlevering. Voorafgaand aan de proefaanlevering worden afspraken gemaakt met de aanbieder over de aan te leveren proefhoeveelheid en het tijdstip van levering. Bij verwerking van de proefaanlevering van deze stroom wordt onder andere het effect van de stroom gemeten op de procesparameters en op de continue gemeten emissie. Op basis van de bevindingen bij de verwerking van de proef aanlevering wordt besloten of de stroom wordt gecontracteerd. 2.1.1.2 De vooracceptatie fase bij een vervolgafgifte Vooracceptatie bij vervolgafgifte vindt plaats als een ontdoener een partij of stroom aanbiedt waarvoor al een vooracceptatie procedure is doorlopen. Het betreft hier een vergelijkbare partij of stroom, afkomstig van eenzelfde ontdoener en uit éénzelfde proces als uit de vooracceptatie. De ontdoener geeft hierbij een omschrijving van de partij waarbij in ieder geval de volgende informatie wordt verstrekt:
De herkomst van de partij (soort bedrijf en proces). De gegevens van de doorlopen vooracceptatie procedure. De aard en samenstelling van de partij (al dan niet met behulp van een monster). De Euralcode van de partij. De hoeveelheid aangeboden partij. De wijze van aanlevering van de partij. De frequentie van aanlevering.
Indien uit administratieve controle blijkt dat de gegevens niet overeenkomen met de gegevens uit de vorige aanlevering is er geen sprake van een vervolgaanlevering en dient de vooracceptatie procedure opnieuw doorlopen te worden. Het vervolgonderzoek zal plaatsvinden conform afspraken die gemaakt zijn tijdens de vooracceptatie fase. 2.1.2 De acceptatiefase. De acceptatie fase start op het moment dat een partij fysiek wordt aangeleverd bij HVC. Dit is op het moment dat de vracht bij HVC worden ingewogen. Per ontvangst wordt slechts één partij ingenomen.
De afgiftelocatie, opslaglocatie en verwerkingsmethode liggen vast in het registratiesysteem van HVC. Tijdens het inwegen van de partij worden de volgende handelingen en controles uitgevoerd:
Administratieve controle van de begeleidingsbrief op volledigheid en juistheid. Controle geldigheid afvalstroomnummer.
Indien alle gegevens volledig en correct zijn wordt de vracht daadwerkelijk ingemeten en ontvangt de chauffeur een aantal exemplaren van de weegbrief retour (zie bijlage 11). Onder begeleiding van de weegbrief wordt de partij gelost in de loshal van de BEC. Indien het een scheepslading betreft geeft de HVC toestemming om met het lossen aan te vangen nadat uit de documenten en een visuele inspectie van de lading is gebleken dat de partij voldoet aan de contractuele specificaties.
6
De partij wordt nu onderzocht door het uitvoeren van één of meer van de volgende activiteiten:
Een visuele controle van de partij. Een uitgebreide controle door middel van uitstorten en uit elkaar trekken van de vracht. Een analytische controle in eigen beheer( zie bijl.-3). Een analyse van de vracht conform onderzoeknummer 2 van tabel 2.
De omvang van het tijdens de acceptatie fase uit te voeren acceptatieonderzoek is gekoppeld aan:
De risico indeling. De vraag of de partij via de eural code lijst eenduidig kan worden getoetst. Bijzonderheden zoals een proefaanlevering.
Aan de hand van de verkregen informatie wordt een beslissing genomen omtrent de definitieve acceptatie van de partij. Bij ernstige afwijking van wat overeengekomen is in het contract, zal de partij niet worden overgenomen voor verbranding in de BEC. Afhandeling zal plaatsvinden conform “algemene acceptatie en levervoorwaarden HVC”. Indien kleine hoeveelheden niet toelaatbaar verontreinigingen worden aangetroffen, worden deze verwijderd uit de aangeleverde partij en afgevoerd naar een erkende verwerker. Bij grotere hoeveelheden niet toelaatbaar verontreinigingen wordt de gehele partij geweigerd en geretourneerd. De geconstateerde kleine afwijkingen worden geregistreerd in een inspectierapport en periodiek gerapporteerd aan de leveranciers. De aanleveringen van de betreffende leverancier worden vervolgens gedurende een maand gezien en behandeld als een nieuwe afgifte, dus een stroom met een hoog risico. Vinden er gedurende deze maand geen onregelmatigheden meer plaats met partijen van deze leverancier, dan worden deze aanleveringen na afloop van de maand weer gezien als vervolgafgifte. Bij meerdere overtredingen volgen sancties waarbij mogelijk het contract met de leverancier wordt ingetrokken. Als de partij akkoord is bevonden door de medewerker in de loshal parafeert deze het inspectierapport. Hierna kan het transport middel worden uitgewogen. Na uitwegen ontvangt de chauffeur/schipper een weegbrief cq een ijk rapport met de volgende gegevens:
Kenteken auto/scheepsnaam en thuishaven. Afvalstroomnummer. Naam ontdoener. Naam transporteur. Artikel nummer. Datum en tijdstip inwegen. Datum en tijdstip uitwegen. Bruto gewicht. Tarra gewicht Netto gewicht.
Tevens ontvangt de chauffeur of schipper een door HVC ondertekende kopie van de weegbrief. Hiermee eindigt de acceptatie fase. 2.1.3 Het moment van feitelijke acceptatie De overgang van eigendom en risico vindt eerst plaats na acceptatie van de partij door HVC. Op het moment dat HVC een begin maakt met de daadwerkelijke verwerking van de stroom geldt dat als feitelijke acceptatie van die partij door HVC. Dit is zo op het moment dat de stroom in de toevoerbox is gestort of vermengd is met andere biomassa. Acceptatie van de partij ontslaat de contractpartij niet uit zijn verplichtingen uit de overeenkomst.
7
2.1.3.1 Opslag partij biobrandstoffen voorafgaand aan feitelijke acceptatie Voorafgaand aan de feitelijke acceptatie wordt de partij opgeslagen in bijvoorbeeld de loshal van de BEC. Het betreft hier een speciaal voor dit doel gebouwde opslag en overslag voorziening. In deze hal bestaat ook de mogelijkheid om partijen die nog niet geaccepteerd zijn tijdelijk separaat op te slaan in afwachting van acceptatieonderzoek. HVC is steeds gerechtigd om door steekproeven conform de NTA 8202 (monstername & voorbewerking)en analyse conform NTA 8204 (bepaling van het aandeel biomassa)in een “ster”lab de samenstelling van een stroom te toetsen aan de contract specificaties. Indien HVC tot monstername en analyse besluit op basis van vermeende onvolkomenheden, bericht zij dat aan de contractpartij binnen acht (8) dagen na de dag waarop de betreffende partij is aangeleverd. Zo spoedig mogelijk na de monstername en analyse stelt HVC contractpartij schriftelijk in kennis van de uitkomst daarvan. Indien uit de monstername en de daar op volgende analyse blijkt dat de partij of mogelijk de stroom niet voldoet aan de specificatie die is vast gelegd bij de voor acceptatie, wordt een product beoordelingsformulier opgemaakt dat aan de contractpartij wordt toegezonden. Bij het afkeuren van een partij wordt die door de contractpartij of door HVC afgevoerd, dan wel na overleg de contractpartij ofwel anders verwerkt ofwel door HVC met een extra bewerking alsnog voor acceptatie geschikt gemaakt. Bij tijdelijke opslag van een partij vindt geen overgang van eigendom en risico plaats. Indien de opslag meer dan eenentwintig (21) dagen duurt, dient aan het bevoegde gezag de hoeveelheid en de reden van opslag gemeld te worden. 2.1.3.2 De omvang van het acceptatieonderzoek Het acceptatie onderzoek wordt uitgevoerd zoals in punt 2.1.2 (de acceptatiefase) beschreven. Van opbulken van partijen is slechts sprake als de feitelijke acceptatie heeft plaatsgevonden. Stromen die niet aangemerkt zijn in de selectie van de eural code lijst vlgns bijlage -6 worden niet geaccepteerd bij de BEC van HVC. 2.1.3.3 Acceptatieonderzoek voor partijen die alleen visueel controleerbaar zijn Alleen de stromen die vallen onder het onderzoek nummer-1 van tabel-2 komen hiervoor in aanmerking. Indien daartoe aanleiding wordt gevonden wordt een partij in bescheiden mate nader geanalyseerd. Waarbij de fysische toestand van de partij verder inzichtelijk wordt. 2.1.3.4 Het acceptatieonderzoek bij de inzameling van afvalstoffen Inzameling van afvalstoffen is bij de BEC niet van toepassing. 2.1.3.5 Het acceptatieonderzoek voor de inzameling van klein gevaarlijk afval Inzameling van klein gevaarlijk afval is bij de BEC niet van toepassing. 2.1.3.6 Het acceptatieonderzoek voor overige kleine partijen afval Het verwerken van overige kleine partijen afval is bij de BEC niet van toepassing.
8
2.1.3.7 Het acceptatieonderzoek op basis van de Eural Code lijst. Eenduidige biomassa waarvan bekend is dat deze in de BEC verwerkt kan worden en voor het opwekken van energie mogen worden ingezet komen in bijlage -6 voor onder zowel een LAP sectorplan code als ook een NTA nummer. Van deze basis stromen zijn voldoende stofintrinsieke gegevens bekend, die uitgangspunt zijn geweest voor het ontwerp van de BEC. 2.1.3.8 Het uit te voeren acceptatieonderzoek bij een vervolgafgifte. Zie acceptatie onderzoek genoemd onder punt 2.1.3.2 2.1.3.9 Het acceptatieonderzoek bij een eerste afgifte of een eenmalige afgifte Zie acceptatie onderzoek genoemd onder punt 2.1.3.2 2.1.3.10 Het acceptatieonderzoek voor afvalwaterstromen op basis van de positieve stoffenlijst aanpak Het verwerken van afvalwaterstromen is bij de BEC niet van toepassing. 2.2 DE BIOMASSA DIE HET BEDRIJF ACCEPTEERT De acceptatie van biomassa voor de BEC zal zich in eerste instantie beperken tot de stromen waarvan de karakteristieke eigenschappen zich lenen voor verwerking in een wervelbed installatie. En voor zover het een complementaire stroom betreft, de stroom niet als nog valt onder de categorie “gevaarlijk afval”. Stromen opgenomen in bijlage-6 die niet als brandstof maar als katalysator wel een positieve bijdrage kunnen leveren aan dit specifieke proces van energie conversie komen ook in aanmerking om te worden geaccepteerd mits:
Deze stromen alle acceptatiefasen met positief gevolg hebben doorlopen. Deze stromen bij verwerking voldoen aan de geldende (milieu) eisen. (emissies, geur, etc.) De stromen een waardevolle bijdrage leveren voor de bedrijfsvoering. Het betreft hier met name corrosie, vervuiling en samenstelling van de residustromen.
Geaccepteerde contractstromen worden bij HVC verwerkt in een geautomatiseerd documentatie en kwaliteitssysteem. Op de weegbrief is per stroom het volgende geregistreerd:
NAW gegevens ontdoener. Naam en omschrijving van de stroom. Euralcode van de stroom. Tarief per ton. Herkomst van de stroom. De gehanteerde verwerkingsmethode. (artikel nummer)
Alleen geautoriseerde administratieve medewerkers van de afdeling Acceptatie kunnen wijzigingen aanbrengen in het register. Deze medewerkers zijn tevens verantwoordelijk voor het register en het verspreiden van de wijzigingen (meestal automatisch). Een overzicht van de taken en verantwoordelijkheden van de verschillende HVC medewerkers staat opgenomen in bijlage 9.
9
Details over de wijziging, zoals de reden van de wijziging, worden per afvalstroomnummer bijgehouden in het klantdossier. Tevens kunnen deze medewerkers ervoor zorgen dat er voor het bevoegde gezag actuele overzichten ter inzage beschikbaar zijn of te raadplegen zijn in een geautomatiseerd bestand. 2.3 DE TE HANTEREN ACCEPTATIESPECIFICATIE 2.3.1 Het onderscheid tussen de olie/chemicaliën-, water- en sedimentfase Het verwerken van olie/chemicaliën-, water- en sedimentstromen is bij de BEC niet van toepassing. 2.3.2 Specificatie voor de stromen die worden ingezet als brandstof Vanuit de doelstelling dat er groene energie wordt opgewekt zal de integrale stroom ten minste 97% biomassa bevatten. De specificatie voor de verschillende deelstromen worden afgeleid uit tabel-4. 2.4 DE TE HANTEREN CRITERIA 2.4.1 Criteria voor de stromen die worden ingezet Stromen worden onderzocht en beoordeelt zoals dat in tabel 1 en 2 staan genoemd. In tabel 2 staan tevens de verwijzingen genoemd voor het kader waaraan de stroom moet voldoen. 2.4.2 Criteria voor de opslag als zelfstandige activiteit Bij de BEC vindt geen opslag plaats als zelfstandige activiteit.
2.4.3 Algemene criteria voor de acceptatie van stromen. Naast de criteria die specifiek zijn genoemd in het A&V beleid voor de BEC kent HVC ook algemene criteria. Deze zijn genoemd in de acceptatievoorwaarden en algemene leveringsvoorwaarden van HVC. Deze worden jaarlijks vastgesteld.
2.5 DE ACCEPTATIE VAN STROMEN IN RELATIE TOT EMISSIES NAAR DE LUCHT De voornaamste emissies naar lucht van de BEC van HVC betreffen de schoorsteen emissies van de verbrandingslijn. Het emissiebeleid ten aanzien van bio-energiecentrales kent verschillende emissienormen voor enerzijds schone (witte lijst) en anderzijds niet schone (gele lijst) zuivere biomassa. Hierbij fungeren de Europese richtlijnen 2000/76/EG betreffende afvalverbranding (Waste Incineration Directive WID) en 2001/80/EG betreffende grote stookinstallaties (Large Combustion Plants LCP) als uitgangspunt. De inzet van schone biomassa valt onder de werkingssfeer van het Besluit emissie-eisen stookinstallaties BEES en de inzet van niet schone vervuilde biomassa onder het Besluit verbranden afvalstoffen (BVA).
10
Om de emissies naar de lucht aan de eisen uit het BVA te laten voldoen is de BEC voorzien van een uitgebreide rookgasreiniging deze bestaat uit:
Een DeNOx-installatie. Een cycloon. Een natte rookgasreiniger. Een doekfilter.
De acceptatie van stromen voor de BEC zal zich in eerste instantie beperken tot de Eural codes die in de bijlage -6 zijn voorzien van zowel een LAP sector plan nummer, en een NTA nummer. Op basis van de huidige kennis en inzichten voldoet de BEC bij het verwerking van deze stromen ruimschoots aan de emissie normen uit de vergunning (BVA norm). Voor HVC is het van belang dat de stromen een bepaalde “kwaliteit” hebben. De reden ligt in het feit dat de installatie bedreven zal worden als zijnde een elektriciteitscentrale (en niet als een afvalverbrandingsinstallatie). Doel is o.a. om een zo hoog mogelijk elektrisch rendement te halen. Een sterke of eenzijdige verontreiniging van de stromen en daarmee het verhoogde risico op vervuiling en corrosie in de ketel is dan ook niet wenselijk. Ten aanzien van acceptatie van de stromen wordt daarom gesteld:
het is van belang voor HVC dat de stroom geen schade/storing opleveren voor de installatie om deze reden worden alle nieuwe stromen gekarakteriseerd (samenstelling, verbrandingsgedrag, etc.) indien nieuwe stromen een gelijke of geringere verontreiniginggraad, voor de parameters uit tabel 4 bestaat er geen aanleiding te veronderstellen dat er procesmatig aanpassingen worden vereist en zal deze als zodanig geaccepteerd worden. indien uit de karakterisering blijkt dat de verontreiniginggraad, voor de parameters uit tabel 4 wel hoger ligt zal de stroom niet worden geaccepteerd.
Tabel 4. acceptatiegrenzen voor individuele stromen. Parameter Acceptatiegrens Hg. 1,6 mg/kg d.s. Som Cd en TL. 10 mg/kg d.s. Som As, Cr en Cu * 1150 mg/kg d.s. Som zware metalen (10 VROM) 3000 mg/kg d.s. * Huidige verdeling As: 75, Cu: 750 en Cr 350. Alles uitgedrukt in mg/kg d.s.
3 HET VERWERKINGSBELEID 3.1 MOGELIJKE VERWERKINGSKEUZES De BEC van de HVC is gelegen op de locatie Jadestraat 1 te Alkmaar. De keuze voor een bepaalde verwerking wordt gemaakt in de vooracceptatie fase en vastgelegd middels een productcode. De procedure hiervoor is beschreven in het kwaliteitshandboek van de HVC onder procedure Acceptatie. Indien blijkt dat een partij of een stroom niet verwerkt kan worden in de BEC kan besloten worden om betreffende partij of stroom bij HVC middels een andere verwerkingsmogelijkheid te verwerken. Hiervoor dient de partij of stroom de volledige acceptatieprocedure van betreffende verwerkingsmogelijkheid te doorlopen zoals omschreven in artikel 7 (verplichtingen contractpartij; acceptatie afvalstoffen) van de algemene leveringsvoorwaarden HVC. Deze routes vallen niet onder de hier beschreven procedures.
11
3.2 DE VERWERKINGSSTRATEN Een gedetailleerde beschrijving van het verwerkingsproces in de BEC staat omschreven in de aanvraag om de Wm vergunning en het Milieu effect rapport. 3.2.1 De verwerkingsroutes De stromen doorlopen de volgende verwerkingsroute:
de stroom worden aangevoerd, na het inwegen, wordt de vracht naar de BEC getransporteerd, hier worden de aangevoerde partij in de loshal gestort, de individuele stromen worden gezamenlijk opgeslagen, vanuit de bulk worden de verschillende boxen die voorzien zijn van schuifbodems beladen waarna de integrale stroom wordt gedoseerd op het transport en voorscheiding systeem dat behoord bij de BEC, het transportsysteem transporteert de integrale stroom naar een buffervoorziening waarna deze middels een doseersysteem aan het verbrandingsproces worden toegevoerd, buiten de aanvoer uren wordt middels een geautomatiseerde kraan beladen.
Reststoffen volgen de volgende routes:
Bodemassen ontstaan in het verbrandingsproces. Bodemassen worden afgevoerd zoals omschreven onder punt 3.4. Vliegas ontstaat na in het verbrandingsproces, in de cycloon. Vliegas wordt opgeslagen in een speciale silo en uitweging op de weegbrug afgevoerd zoals omschreven onder punt 3.4. Rookgasreinigingresidu (RGR) ontstaat in het verbrandingsproces in het doekfilter. RGR wordt na opslag in en speciale silo en uitweging op de weegbrug afgevoerd zoals omschreven onder punt 3.4.
Reststoffen met een gelijke verwerking/ bestemming kunnen gemengd worden. Mengen zal hierbij alleen plaats vinden binnen de kaders van de eisen van de eindverwerker en geldende wet en regelgeving zoals het rapport “De verwerking verantwoord” van de commissie Hoogland van februari 2002. 3.2.2 De minimaal aanwezige controlepunten De verwerkingsroute voor stromen voor verwerking in de BEC staan genoemd in tabel 5.
12
Tabel 5. Controlepunten Controle punten Vooracceptatie Fase
Te controleren parameters Conform AV tabel 1 en 2
Te hanteren norm Conform AV
Acceptatiefase Feitelijke acceptatie Metingen in het proces Emissiemeting schoorsteen
Conform AV Conform AV
Conform AV Conform AV
Proces parameters Conform BVA eis Conform BVA eis
Controle frequentie Elke nieuwe aanvraag. Elke vervolg aanvraag. Elke partij. Elke partij.
Criteria afvoer Overschrijding norm
Conform AV Conform AV
Voortdurend Conform BVA eis.
In geval van een ongewoon voorval wordt er melding gedaan aan het bevoegd gezag .
3.2.3 Relaties met andere verwerkingsroutes
3.2.3.1 Input In de BEC van HVC worden ook stromen verwerkt uit andere verwerkingen. Het gaat hierbij om de volgende zogenaamde “interne stromen”:
Biomassa uit land- & tuinbouw. Organische afval uit huishoudens en bedrijven. Gebroken hout uit de scheidingsinstallaties. A-, B- en C- hout uit de afval scheidinginstallatie.
Interne stromen doorlopen dezelfde acceptatieprocedure en worden op gelijke wijze behandeld als de overige stromen. Interne stromen worden in de acceptatiefase eerst uitgewogen bij de primaire verwerking en vervolgens, onder een ander contract met een productcode voor de BEC, ingewogen t.b.v. verwerking in de BEC. 3.2.3.2 Output Kleine hoeveelheden niet toelaatbaar afval dat zich in de integrale stroom bevindt wordt tijdens de voorscheiding verwijderd. Dit afval wordt extern verwerkt. Het gaat hierbij om kleine hoeveelheden materiaal waarvan de afmetingen of het gewicht te veel afwijken van de contract specificatie.
3.3 OPSLAG ALS ZELFSTANDIGE ACTIVITEIT Bij de BEC vindt geen opslag plaats als zelfstandige activiteit.
3.4 DE AFVOER VAN RESTSTOFFEN Bij verwerking in de BEC komen een aantal reststromen vrij. In onderstaande tabel staat een overzicht van de af te voeren reststromen met hun bestemming.
13
Tabel 6. Reststoffen Reststof
Afkomstig van
Specificatie
Bestemming
Bodemassen
Verbrandingsproces Roosteroven
Euralcode: 19.01.19, wervelbed zand.
Vliegas
Verbrandingsproces Cycloon
Euralcode: 19.01.13, vliegas die gevaarlijke stoffen bevat. Euralcode: 19.01.07, afval van gasreiniging
Hergebruik conform BBK* of als nuttige toepassing in NL of daarbuiten. Conform LAP sector plan 21
Rookgasreinigings Verbrandingsproces residu (RGR) Doekfilter
Conform LAP sector plan 26.
*Besluit Bodemkwaliteit. Tabel 7. Overzicht van mogelijk te exporteren afvalstoffen Reststof
soortafval
Specificatie
Bestemming
Bemonstering en analyse
Bodemassen
Niet vloeibaar
Euralcode: 19.01.19.
Hergebruik
Vliegas
Niet vloeibaar
Euralcode: 19.01.13
Nuttige toepassing.
Rookgasreiniging Niet Residu (RGR) vloeibaar
Euralcode: 19.01.07
Nuttige toepassing.
Conform eisen externe vergunninghouder en wet en regelgeving Conform eisen externe vergunninghouder en wet en regelgeving Conform eisen externe vergunninghouder en wet en regelgeving
4 MONSTERNAME EN ANALYSE 4.1 HET NEMEN VAN MONSTERS Het nemen van monsters uit ingaande stromen gebeurd conform NTA 8202 (monsterneming en monstervoorbehandeling). De wijze van monsterneming wordt beschreven in een monsternemingsformulier die het volgende bevat: — Monsterneming: — locatie monsterneming; — naam monsternemer; — datum monsterneming; — omvang van de steekproefpartij; — hoedanigheid van de partij (statisch in een depot, een materiaalstroom, een materiaalstroom in de vorm van vrachtwagens enz); — uitgangsmateria(a)l(en) voor het product. Bijvoorbeeld bouw- en sloopafval of huisvuil; — wijze van monsterneming. — Monstervoorbehandeling: — beschrijving van de opeenvolgende verklein- en verdeelstappen; — deeltjesgrootte van het uiteindelijke inzetmonster. In bijlage 7 staat het werkvoorschrift voor de monsterneming, voorbehandeling en opslag opgenomen. Deze werkzaamheden worden ondersteund door een macro in Excel. Dit software programma genereert een automatisch monsternemingsformulier die door de monsternemer en voorman getekend worden. In bijlage 8 staat een voorbeeld opgenomen. Voor de registratie van de monsterneming is een apart een
14
voorbeeld formulier van de monsterneming en monstervoorbehandeling. De monsters worden genomen door monsternemers die de cursus monsterneming conform NTA 8202 (monsterneming en monstervoorbehandeling) hebben gevold. De deelnemers van deze cursus hebben allen een cursuscertificaat ontvangen en deze staat geregistreerd bij de personeelsorganisatie. De verantwoordelijkheden en taken binnen de HVC organisaties staan omschreven in bijlage 9. 4.2 HET UITVOEREN VAN ANALYSES Analyses van inkomende stromen worden uitgevoerd conform NTA 8200 (praktische richtlijnen voor analyse van biomassa brandstoffen en hun assen) en NTA 8204 (bepaling van het aandeel biomassa). — Analyse: — analysemethode van de onderzochte parameters conform NTA 8204; — analysemethode van de onderzochte parameters conform NTA 8200; — analysecertificaten van het laboratorium. — Toetsing: — voor het karakteriseringonderzoek moeten per onderzoeksparameter statistische parameters worden berekend en/of getoetst. Afhankelijk van het type onderzoeksparameter moeten verschillende statistische parameters worden berekend zoals de Grubbs test. 4.3 HET GEBRUIK VAN SNELTESTEN In het gebruik van sneltesten is momenteel niet voorzien. Indien sneltesten in de toekomst gebruikt gaan worden zal dit alleen gebeuren als deze niet conflicteren met overige A&V voorschriften en regels.
5 KWALITEITSSYSTEEM 5.1 BEHEERDER VAN HET KWALITEITSSYSTEEM In de organisatiestructuur van HVC is een functionaris aangewezen die belast is met het beheer van het kwaliteitssysteem (zie ook bijlage 9). Hij/zij moet zich tevens inhoudelijk op de hoogte houden van het monitoren van de waarnemingen met betrekking tot de kwaliteit van de biomassa stromen.
5.2 INTERNE KWALITEITSSYSTEEM Ten behoeve van de kwaliteitsbewaking is een schema opgesteld waarin de noodzakelijke activiteiten voor de interne kwaliteitsbewaking (IKB) worden vastgelegd (zie bijlage 10).
5.3 PROCEDURES EN WERKINSTRUCTIES HVC heeft met dit document diverse procedures vastgelegd om de kwaliteit en het systematiek van het registreren, acceptatie, bemonsteren, analyse en aanverwante processen te waarborgen. Daarnaast heeft HVC een aantal werkinstructies opgenomen in haar kwaliteitsysteem namelijk: — de wijze waarop het verbrandings- en voorscheidingsproces wordt beheerst en welke controlepunten in dit proces zijn opgenomen (zie ook hoofdstuk 6); — de wijze van ingangscontrole; — de wijze van monsterneming; — de wijze van registratie van de monstername- en analyseresultaten en de verwerking van deze resultaten — de wijze waarop eventuele laboratorium en meetapparatuur wordt beheerd — de wijze van afhandeling van eventuele klachten over het geleverde biomassa stroom — de maatregelen bij geconstateerde tekortkomingen in het productieproces.
15
6 ALGEMENE EISEN In- en uitgaande as transporten worden gewogen door een tweetal gelijkvloerse weegbruggen met een weegcapaciteit van 40kTon per brug. Deze weegbruggen worden éénmaal per twee (2) jaar geijkt. Scheepsvrachten worden in- en uitgemeten aan de hand van de diepgang van het betreffende vaartuig/schip. Alle, voor de acceptatiefase voorgeschreven en noodzakelijke, gegevens van de weging worden vastgelegd in het geautomatiseerde weegpakket dat direct gekoppeld is aan de weegbruggen. Indien na feitelijke acceptatie blijkt dat een partij ten onrechte is geaccepteerd zal HVC: Alle noodzakelijke en in redelijkheid te treffen maatregelen nemen om mogelijk negatieve gevolgen hiervan zoveel mogelijk te beperken. Wat deze maatregelen zijn is afhankelijk van de aard van de afwijking en de fase waarin zich de partij bevindt. Indien mogelijk, samen met de ontdoener, de oorzaak van de afwijking worden achterhaald en zullen er maatregelen worden getroffen om herhaling te voorkomen.
Indien er sprake is van een ongewoon voorval hiervan melding doen aan het bevoegde gezag.
In het geval van onvoorziene situaties en calamiteiten die niet voorzien zijn in het A&V beleid zal worden gehandeld conform de procedures uit het bedrijfsnoodplan of het milieu aspecten register. HVC zal de BEC hier integraal in opnemen. Deze procedures zijn bekend bij de vergunningverlener. De procedures met betrekking tot acceptatie en verwerking van stromen, die zijn opgenomen in dit document, zijn dynamisch van aard. Minimaal één keer per jaar, of bij wijziging van procesvoering, wet en regelgeving en andere factoren die invloed hebben op de procedures, zal het AV beleid worden geëvalueerd en waar nodig, na instemming door het bevoegd gezag, aangepast.
16
Bijlage-1 Acceptatie document.
HVC Biomassa Handelshuis - Acceptatie NAW-gegevens Product / brandstof Euralcode Hoeveelheid / jr Locatie van herkomst Wijze van aanleveren Frequentie aanleveren Factuuradres 1. Vooracceptatie
OK Bron:
Analysegegevens
leverancier
HVC
Derde
Akkoord afdeling Biomassa Handelshuis
Bijlagen: Gegevens beschikbaar (stookwaarde, as, Cl, F, N, K , Si, Zn, Al, aandeel niet-biomassa)
Commerciële toetsing
Biomassa Handelshuis
Contractmogelijkheid: Prijs:
Verwerking:
Chemisch Technische toetsing
Fysisch Advies bewerkingswijze – mengverhouding Advies voor verwerking Acceptatie:
Euralcode (gele lijst) Juridische toets
Milieuvergunning (witte lijst) Acceptatiecriteria Financiën:
Categorie Biomassa mengsels Subsidie toets
Categorie Rioolslib NTA nummer Aanleverwijze:
Logistiek
As
Schip
Utilitaire & Facilitaire dnst:
Speciale losvoorschriften Speciale voorzieningen
2. Acceptatie Acceptatie
Afvalstroomnummer Contractnummer Resultaat vooracceptatie Akkoord Contract
Niet akkoord
Bedrijfsbureau Biomassa Handelshuis
Bijlage-2 Omschrijvingsformulier.
OMSCHRIJVINGSFORMULIER ALKMAAR AFVALSTROOMNUMMER 07 004 0 05 . . . ADRESGEGEVENS NAAM ONTDOENER ADRES POSTCODE / PLAATS CONTACTPERSOON TELEFOONNUMMER FAXNUMMER AMICE BEDRIJVENNR. E-MAIL ONTDOENERNUMMER LOCATIE VAN HERKOMST NAAM ADRES POSTCODE / PLAATS FACTUURADRES
(indien anders dan bovengenoemd adres)
(indien anders dan bovengenoemd adres)
NAAM ADRES POSTCODE / PLAATS DEBITEUR NUMMER OPDRACHTGEVER
ONTDOENER / TRANSPORTEUR / VERWERKER / BEMIDDELAAR
TRANSPORTEUR/INZAMELAA R NAAM ADRES POSTCODE / PLAATS TELEFOONNUMMER VIHB-nr. ROUTE-INZAMELING J/N INZAMELAARS REGELING J/N HVC-CODE:
PRODUCT EURALCODE VERWERKER
HVCafvalcentrale, locatie Alkmaar
VERWERKINGSMETHODE
F07, verbranden met terugwinning van energie
OPMERKINGEN
Bijlage-3 Product beoordeling houthal.
Bijlage-4: Voorbeeld van een brandstofspecificatie.
Bijlage-5: Rekenmodel integrale stroom. week: Kriteria: Vermogen. Nominale belasting.
25 Biomassa
Grenswaarde. 100% 3528,0 169344,0 738,9
B- hout. ton/wk.
Verbr / dg.
ton/wk ton/jr ton/dag
Stookw.
W MJ/kg
13,1
12,97
Vocht geh.
%
25,0
25,72
As.
%
2,3
Inert.
%
Cl
457 Ind. bijdr.
3.200 153.595 Aandl % 90
Verdunningdhout. ton/wk 150 7.184 21 Aandl % Ind. bijdr. 2,5
Compost Residu. ton/wk 260 12.474 37 Aandl % Ind. bijdr. 3,7
Bedr. Paramtr 3.695 177.339 528
21,72
0,87
7,72
0,19
6,58
0,24
12,95
23,10
7,02
0,28
50,5
1,26
35,91
1,33
25,97
4,31
3,87
8,12
0,32
5,13
0,13
41,41
1,53
5,86
3,0
4,31
3,87
8,12
0,32
5,13
0,13
25,62
0,95
5,27
mg/kg
1500,0
937,00
841,43
1388
55,52
686
3385
125,25
1039,34
K K + Na Na
mg/kg
1750,0
944,00
847,71
317
12,68
3386
84,65
11346
419,80
mg/kg
250,0
940,00
844,12
495
19,80
467
11,68
4017
148,63
1364,84 2.389,07 1024,22
Hg
mg/kg
0,5
-
0,08
0,00
0,00
Si
mg/kg
145.183,00
5.371,77
13406,25
Se (seleen)
mg/kg
0,90
0,03
0,03
F
mg/kg
30,0
109,00
4,03
20,71
Al (meta)
mg/kg
1000,0
Al
mg/kg
Cd
mg/kg
0,3
Cu.
mg/kg
100,0
22,00
19,76
24
As
mg/kg
4,0
3,30
2,96
Cr
mg/kg
Ca
mg/kg
S
mg/kg
Mn
mg/kg
-
28
Ni
mg/kg
-
2,6
V (vanadium)
mg/kg
-
Sb (antimoon)
mg/kg
-
Pb (lood)
mg/kg
Co (cobalt)
mg/kg
Sn (tin)
mg/kg
Σ zw. Met.
mg/kg
500,0
Tl (thallium)
mg/kg
0,3
Zn
mg/kg
540,0
P
mg/kg
Versl.ind.
kg alkali/GJ
niet Biom.
%
8.301,00
18,57
-
0
-
0
7.454,30
9557
382,28
7916
16,68 -
1.194,00
1.072,21 -
57,00
2000,0
11,65
Papier fluff. ton/wk 85 4.085 12 Aandl % Ind. bijdr. 4,0
51,19
17,15
-
197,90
0,0045
0,00
-
650
26,00
-
1570
62,80
-
12.589,00
465,79
1600,81
0
-
-
0,60
0,02
0,02
0,96
-
157,00
5,81
26,53
1
0,04
-
10,00
0,37
3,37
7,4
0,30
-
69,00
2,55
54,04
-
26,00
5.935,00
5.329,63
-
-
23.935,00
885,60
6215,23
1.400,00
1.257,20
-
-
2.000,00
74,00
1331,20
7,88
9,00
149,00
228,00
-
213,00
0,10
-
30,00
0,5
0,02
-
16,00
0,59
0,61
1,4
0,06
-
7,76
0,29
0,34
14
0,56
-
70,00
2,59
136,95
-
7,4
0,30
-
3,90
0,14
0,44
-
18
0,72
-
3,42
0,13
0,85
204,74
104,30
4,17
-
580,08
21,46
230,38
0,20
0,01
0,01
258,00
9,55
167,00
2.236,00
82,73
268,62
133,80
-
1,12
-
-
1,11
1,21
172,00
154,46
207,00
185,89
0,17 tot 0,34
0,0080
0,01
0,0039
0,00
0,0314
0,00
1,2053
0,04
0,05
3,0
1,5
1,35
26,25
1,05
0,25
0,00
1,75
0,06
2,46
179,60
225
9,00
300
0,58
300
sm -ρ- (a.r.)
kg/m3
tbv omreken.
Vol. aandl.
m3 & %
tbv mengen.
Gew. Aandl
ton & %
tbv planning
200
15999
640
90,17% 17,32%
75
3,00 -
378
17
2,13% 0,46%
499
30
2,81% 0,81%
866
52
11,10
4,88% 1,41%
200,28
17742,94
3694,56
Wekelijkse balans Restant 500 aanvoer 4050 verschil 855
BIJLAGE-6: Deelstromen met bijbehorende Euralcodes
1 01 01 01 01 02 01 04 01 04 09 01 04 99 2 02 01 02 01 02
02 01 03
Omschrijving. AFVAL VAN EXPLORATIE,MIJNBOUW,EXPLORATIE VAN STEEMGROEVEN & FYSISCHE & CHEMISCHE BEWERKING VAN MINERALEN. afval van de winning van mineralen afval van de winning van niet-metaalhoudende mineralen afval van de fysische en chemische verwerking van niet-metaalhoudende mineralen zand en klei niet elders genoemd afval AFVAL VAN LANDBOUW, TUINBOUW AQUACULTUUR, BOSBOUW, JACHT & VISSERIJ EN DE VOEDINGSBEREIDING EN VERWERKING. afval van landbouw, tuinbouw, aquacultuur, bosbouw, jacht en visserij afval van dierlijke weefsels
afval van plantaardige weefsels
LAP sect pl aanvr
A. & V. lijst Bijl.
NTA groepen NTA nummer
hfd.
3
2010
700 709
3 3
2010 2010
700 701 700 709
wit geel
3&65
3&8
02 01 06
dierlijke feces, urine en mest (inclusief gebruikt stro), afvalwater, gescheiden ingezameld en elders verwerkt
3
02 01 07
afval van de bosbouw
8
wit
bijl.-1 bijl.-1
bijl.-1
2010
wit
bijl.-1
500 560 570 580 590 210 220 230 240 250 500 520 530 550 580 590 300 310 320 330 340 350 100 110 120
501 561 571 582 591 211 221 231 241 251 501 521 531 551 581 592 301
509 562 572 583 599 212 222 232 242 252 509 522 532 552
351 101 111 121
563 573 584
569 585
586
587
589
224 234
225 235
229 236
239
254
255
523 533 553
524 534 554
529 535 555
536 556
539 557
593 309
594
595
596
352
359
112 122
113 123
114 124
115 125
219 223 233 249 253
119 126
559
02 01 99 02 02 02 02 01 02 02 02 02 02 03 02 02 04 02 02 99 02 03 02 03 01 02 03 02 02 03 03 02 03 04
niet elders genoemd afval afval van de bereiding en verwerking van vlees, vis en ander voedsel van dierlijke oorsprong slib van wassen en schoonmaken afval van dierlijke weefsels voor consumptie of verwerking ongeschikt materiaal slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse niet elders genoemd afval afval van de bereiding en verwerking van fruit, groente, granen, spijsolie, cacao, koffie, thee en tabak, de productie van conserven, de productie van gist en gistextract en de bereiding en fer-mentatie van melassa. slib van wassen, schoonmaken, pellen, centrifugeren en scheiden afval van conserveermiddelen afval van oplosmiddelenextractie voor consumptie of verwerking ongeschikt materiaal
3 3&65 3&65 3 16 3&65
3 3 3 3
2010
02 04 02 04 03 02 04 99
afval van de suikerverwerking slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse niet elders genoemd afval
16 3
slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse niet elders genoemd afval afval van bakkerijen en de banketbakkersindustrie voor consumptie of verwerking ongeschikt materiaal
bijl.-1
wit
bijl.-1
wit
bijl.-1
wit/gl
bijl.-1
2010 2010
16 2010 3 2010
02 05 02 02 05 99 02 06 02 06 01
geel 2010 2010 2010
slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse niet elders genoemd afval
afval van de zuivelindustrie voor consumptie of verwerking ongeschikt materiaal
bijl.-1
2010
02 03 05 02 03 99
02 05 02 05 01
wit
2010
16 3
2010 2010
131 191
560 560 560 580 560
569 561 561 589 561
400 620 620 250 520 550 560 570 580 620 700 800 900 400 610 620
401
409
251 521 551 561 571 581
252 522 552 562 572 582
701 801 901 401
709 809 902 409
532 583
589
610 530 580 610 620
2010 2010
3
130 190
560 580 590 580 580
561 582 591 589 582
580
583
132 192
193
194
562 562
563 563
569 569
562
563
569
569
253 523 553 563 573 583
254 524 554 569
255 529 555
556
557
559
584
585
586
587
589
903
904
909
199
569 599 589
bijl.-1 3
2010
23
02 06 02 02 06 03 02 06 99 02 07 02 07 01
02 07 02 02 07 03 02 07 04 02 07 05 02 07 99 3 03 01 03 01 01
03 01 05 03 01 99
03 02 03 02 99 03 03 03 03 01
afval van conserveermiddelen slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse niet elders genoemd afval afval van de productie van alcoholische en niet-alcoholische dranken (exclusief koffie, thee en cacao) afval van wassen, schoonmaken en mechanische bewerking van de grondstoffen
afval van de destillatie van alcoholische dranken afval van chemische behandeling voor consumptie of verwerking ongeschikt materiaal slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse niet elders genoemd afval AFVAL VAN DE HOUTVERWERKING EN DE PRODUCTIE VAN PANELEN, MEUBELS, PULP, PAPIER EN KARTON. afval van de houtverwerking en de productie van panelen en meubelen schors- en kurkafval
c niet onder 03 01 04 vallend zaagsel, schaafsel, spaanders, hout, spaanplaat en fineer niet elders genoemd afval
houtverduurzamingsafval c niet elders genoemde houtverduurzamingsmiddelen afval van de productie en verwerking van pulp, papier en karton schors- en houtafval
3 16 3
2010 2010 wit
3
3 3 3 16 3
bijl.-1 bijl.-1 bijl.-1
2010 2010 wit
bijl.-1
wit
bijl.-1 bijl.-1
2010 2010
3
36
wit
bijl.-1
3
wit
bijl.-1
3 3&36
2010 bijl.-1 bijl.-1
500 500 590
501 501 599
500 520 530 580 590 620 700 530 500 580 500 500
501 521 531 581 591
509 522 532 582 599
701 531 501 581 501 501
709 535 509 582 509 509
110 160 610 620 700 110 190 110 620 700 800 900
112 161
115 162
701 115 191 119
709
701 801 901
709 809 904
909
180
181
182
183
100 110 120 130 160 190
101 111 121 131 161 191
112 122 132 169 199
119 124
523 533 583
524 534 589
529 535
184
189
539
583
169
199
24
03 03 02 03 03 07
green liquor.-slib (afkomstig van de terugwinning van de kookvloeistof) mechanisch afgescheiden rejects afkomstig van de verpulping van papier- en kartonafval
03 03 08 03 03 09 03 03 10 03 03 11 03 03 99 4
afval van het scheiden van voor recycling bestemd papier en karton kalkneerslagafval onbruikbare vezels en door mechanische afscheiding verkregen vezel-, vulstof- en coatingslib niet onder 03 03 10 vallend slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse niet elders genoemd afval
04 01 04 01 01 04 01 02 04 01 09 04 01 99 04 02 04 02 09 04 02 10 04 02 15
AFVAL VAN DE LEER- BONT EN TEXTIOELINDUSTRIE. afval van de leer- en bontindustrie schraapafval loogafval afval van bewerking en afwerking niet elders genoemd afval afval van de textielindustrie afval van composietmaterialen (geïmpregneerde textiel, elastomeren, plastomeren) organisch afval van natuurlijke producten (bv. vet en was) c niet onder 04 02 14 vallend afval van afwerking
04 02 17
c niet onder 04 02 16 vallende kleurstoffen en pigmenten
04 02 21 04 02 22 04 02 99 5 05 01 05 01 14 05 01 16 05 06 05 06 04 05 07 05 07 02 8 08 01 08 01 12 08 01 18 08 02 08 02 01
afval van onverwerkte textielvezels afval van verwerkte textielvezels niet elders genoemd afval AFVAL VAN OLIERAFFINAGE, AARDGASZUIVERING EN DE PYROLYTISCHE BEHANDELING VAN KOOL. afval van olieraffinage afval van koeltorens zwavelhoudend afval van de ontzwaveling van petroleum afval van de pyrolytische behandeling van kool afval van koeltorens afval van aardgaszuivering en -transport zwavelhoudend afval AFVAL VAN BEREIDING,FORMULERING,LEVERING EN GEBRUIK(bflg) VAN COATING,LIJM,KIT EN DRUKINKT. afval van BFLG en verwijdering van verf en lak c niet onder 08 01 11 vallend afval van verf en lak c niet onder 08 01 17 vallend afval van verf- en lakverwijdering afval van BFLG van andere coatings (inclusief keramisch materiaal) afval-coatingpoeder
3 3
2010 2010
3 2010 3 2010 3 16 3 2010
3 3 3 3
wit wit
bijl.-1 bijl.-1
2010 2010 2010 2010
590 700 710 900 709 900 900 900
599 701
709
901
909
901 901 909
902 902
903 903
560 560 560 590
561 561 563 599
563 563 569
569 569
720 560 560 620 560 620 720 720 620 700
721 569 569
722
904 904
909 909
bijl.-1 3 3 3
2010 2010 2010
3
2010
3 3 3
2010 2010
wit
bijl.-1
569 721 721
729 729
701
709
3 72
2010 2010
620 620
3
2010
620
72
2010
800
3&42 3&42
2010 2010
700 709 700 709
3
2010
700 709
809
25
08 02 99 08 03 08 03 99 08 04 08 04 10 08 04 99 9 09 01 09 01 07 09 01 08 09 01 10 09 01 99 10 10 01 10 01 03 10 01 05 10 01 24 10 01 26 10 01 99
niet elders genoemd afval afval van BFLG van drukinkt niet elders genoemd afval afval van BFLG van lijm en kit (inclusief vochtwerende producten) c niet onder 08 04 09 vallend afval van lijm en kit niet elders genoemd afval AFVAL VAN DE FOTOGRAFISCHE INDUSTRIE. afval van de fotografische industrie fotografische film en papier die zilver of zilververbindingen bevatten fotografische film en papier zonder zilver of zilververbindingen wegwerpcamera’s zonder batterijen niet elders genoemd afval AFVAL VAN THERMISCHE PROCESSEN afval van elektriciteitscentrales en andere verbrandingsinstallaties (exclusief 19) vliegas van turf en onbehandeld hout calciumhoudend reactie-afval van rookgasontzwaveling in vaste vorm wervelbedzand afval van koelwaterzuivering niet elders genoemd afval
10 02 10 02 01 10 02 02 10 02 10 10 02 12 10 02 15 10 02 99 10 03 10 03 02 10 03 05 10 03 18 10 03 22 10 03 28 10 03 99 10 08 10 08 09 10 08 14 10 09 10 09 06 10 09 08 10 09 99
afval van de ijzer- en staalindustrie afval van de verwerking van slakken onverwerkte slakken walshuid niet onder 10 02 11 vallend afval van koelwaterzuivering overig(e) slib en filterkoek niet elders genoemd afval afval van thermische processen in de aluminiummetallurgie anodeafval aluminiumoxideafval niet onder 10 03 17 vallend koolstofhoudend afval van de anodefabricage overige, niet onder 10 03 21 vallende deeltjes en stof (inclusief kogelmolenstof) niet onder 10 03 27 vallend afval van koelwaterzuivering niet elders genoemd afval afval van thermische processen in de overige non-ferrometallurgie overige slakken anodeafval afval van ijzergieten niet onder 10 09 05 vallende gietkernen en -vormen die niet voor gieten zijn gebruikt niet onder 10 09 07 vallende gietkernen en -vormen die voor gieten zijn gebruikt niet elders genoemd afval
c
c c c
c c
3
2010
800 801
3
2010
800 801
3 3
2010 2010
800 801 590 599
80 3 3 3
2010 2010 2010 2010
710 710 900 901 902 903 900 901 902 903
23&24 23&24 23&24
2010 2010 2010 2010 2010
900 901 900 909 700 709 610 610 620
2010 2010 2010 2010 2010 2010
800 800 800 620 800 800
809 809 809
800 800 800 800 620 800
801 809 804 809 809
3
2010 2010 2010 2010 2010 2010
3 3
2010 2010
800 809 620
3 3 3
2010 2010 2010
800 809 800 809 800 809
3
3 12
3 3 3 3 3
904 909 904 909
809 809
801 802 803
804 809
26
10 10 10 10 06 10 10 08 10 10 99 10 11 10 11 05 10 12 10 12 01 10 12 03 10 12 06 10 12 08 10 12 99 12 12 01 12 01 01 12 01 02 12 01 17 15 15 01 15 01 01
afval van het gieten van non-ferrometalen c niet onder 10 10 05 vallende gietkernen en -vormen die niet voor gieten zijn gebruikt c niet onder 10 10 07 vallende gietkernen en -vormen die voor gieten zijn gebruikt niet elders genoemd afval afval van de fabricage van glas en glasproducten deeltjes en stof afval van de fabricage van keramische producten, stenen, tegels en bouwmaterialen afval van het mengsel vóór thermische behandeling deeltjes en stof afgedankte vormen afval van keramische producten, stenen, tegels en bouwmaterialen (na thermische behandeling) niet elders genoemd afval AFVAL VAN DE MACH. BEW. EN DE FYSISCHE & MECHANISCHE OPP. BEHANDELING VAN METAAL & KUNSTSTOF. afval van de machinale bewerking en de fysische en mechanische oppervlaktebehandeling van metalen en kunststoffen ferrometaalvijlsel en -krullen ferrometaalstof en -deeltjes c niet onder 12 01 16 vallend afval van gritstralen VERPAKKINGAFVAL; ABSORBENTIE,POETSDOEKEN, FILTERMATERIAAL & BESCHERMENDE KLEDING. verpakking (inclusief gescheiden ingezameld stedelijk verpakkingsafval) papieren en kartonnen verpakking
15 01 03
houten verpakking
15 01 05 15 01 06 15 01 09
composietverpakking gemengde verpakking textielen verpakking
15 02 15 02 03 16 16 01
absorbentia, filtermateriaal, poetsdoeken en beschermende kleding c niet onder 15 02 02 vallende absorbentia, filtermateriaal, poetsdoeken en beschermende kleding
3 3 3
2010 2010 2010
800 809 800 809 800 809
3
2010
800 809
3 3 3 3 3
2010 2010 2010 2010 2010
800 800 800 800 800
12 12 35
2010 2010 2010
800 809 800 809 800 809
4&41
2010
809 809 809 809 809
bijl.-1
36
wit
41 41 5&41
2010
3&53
2010
2010
440 590 620 700 710 800 900 bijl.-1 160 190 620 bijl.-1 800 720 800
599 701
709
801 809 902 903 904 161 162 169 191 199
909
801 809 721 729 801 809
620 900 901 902 903
904 905
NIET ELDERS IN DE LIJST GENOEMD AFVAL. afgedankte voertuigen van verschillende soorten vervoer (met inbegrip van niet voor de weg bestemde mach.) en afval van de sloop van afgedankte voertuigen en het onderhoud van voertuigen (excl.13, 14,16, 06 & 16 08)
27
16 01 03 16 03 16 03 04 16 03 06
16 08 16 08 04 17 17 02 17 02 01
afgedankte banden afgekeurde charges en ongebruikte producten c niet onder 16 03 03 vallend anorganisch afval c niet onder 16 03 05 vallend organisch afval
afgewerkte katalysatoren afgewerkte katalysatoren voor wervelbedkrakers (exclusief 16 08 07) BOUW- & SLOOPAFVAL ( INCL.AFGRAVEN GROND VAN VERONTREINIGDE LOCATIES ) hout, glas en kunststof c hout
17 06 17 06 04
17 09 17 09 04
isolatiemateriaal en asbesthoudend bouwmateriaal niet onder 17 06 01 en 17 06 03 vallend isolatiemateriaal
overig bouw- en sloopafval c niet onder 17 09 01, 17 09 02 en 17 09 03 vallend gemengd bouw- en sloopafval
19 19 01 19 01 12 19 01 14 19 01 16 19 01 18 19 01 19 19 01 99 19 02
c c c c
52
2010
900 901 909 bijl.-1
3
2010
800 809 bijl.-1 610 620 700 701 709 800 801 809
2010
900 901 909
36
wit
bijl.-1 bijl.-1
100 110 120 130 160 170 180 190
101 111 121 131 161 171 181 191
28
2010
220 230 240 590
229 239 249 599
28
2010
220 230 240 590
229 239 249 599
2010 2010 2010 2010 2010 2010
800 800 800 800 800 800
801 801 801 801 801 801
AFVAL VAN INSTALLATIES VOOR AFVALBEHEER, OFF-SITE WATERZUIVERINGINSTALLATIES EN DE BEREIDING VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD WATER & WATER VOOR INDUSTRIEEL GEBRUIK. afval van de verbranding of pyrolyse van afval 20 niet onder 19 01 11 vallende bodemas en slakken 21&22 niet onder 19 01 13 vallende vliegas 21&22 niet onder 19 01 15 vallende ketelas 24 niet onder 19 01 17 vallend afval van pyrolyse 29 wervelbedzand niet elders genoemd afval afval van de fysisch-chemische behandeling van afval (inclusief verwijdering van chroom of cyanide of neutralisatie)
112 122 132 162 172 182 192
113 123
114 124
115 125
169 179 183 193
184 194
189 199
802 802 802 802 802 802
203 203 203 203 203 203
804 804 804 804 804 804
809 809 809 809 809 809
119 126
28
19 02 03 19 02 06 19 02 10 19 02 99 19 03 19 03 05 19 03 07 19 05 19 05 01 19 05 02
voorgemengd afval dat uitsluitend bestaat uit ongevaarlijke afvalstoffen c niet onder 19 02 05 vallend slib van fysisch-chemische behandeling c niet onder 19 02 08 en 19 02 09 vallend brandbaar afval c niet elders genoemd afval gestabiliseerd/verhard afval niet onder 19 03 04 vallend gestabiliseerd afval niet onder 19 03 06 vallend verhard afval afval van de aërobe behandeling van vast afval niet-gecomposteerde fractie van huishoudelijk en soortgelijk afval
29 29
2010 2010 2010 2010
800 800 800 800
2010 2010
800 801 802 203 800 801 802 203
niet-gecomposteerde fractie van dierlijk en plantaardig afval
19 05 03
afgekeurde compost
19 05 99
niet elders genoemd afval
wit/gl
7
2010
bijl.-1 bijl.-1 610 620 bijl.-1 210 220 230 240 250 300 310 320 330 340 350 520 530 550 560 570 580 590 610 620 700 800 900 bijl.-1 200 220 230 240 300 350 520 530
801 801 801 801
802 802 802 802
211 219 221 229 231 239 249 251 252 301 309
203 203 203 203
253
351 521 531 551 561 571 581 591
352 522 532 552 562 572 582 592
359 523 533 553 563 573 583 593
701 801 901 219 229 239 249 309 351 529 539
709 802 803 902 903
804 804 804 804
809 809 809 809
804 809 804 809
254 255
524 529 534 535 536 539 554 555 556 557 559 569 584 585 586 587 589 594 595 596 599
804 809 904 909
352 359
29
550 560 570 590 afval van de anaërobe beh. van afval digestaat van de anaërobe behandeling van stedelijk afval
2
2010
19 06 06
digestaat van de anaërobe behandeling van dierlijk en plantaardig afval
2
2010
19 06 99
niet elders genoemd afval
10
19 08 19 08 01 19 08 02 19 08 05 19 08 09
niet elders genoemd afval van afvalwaterzuivering roostergoed afval van zandvang slib van de behandeling van stedelijk afvalwater vet- en oliemengsels uit olie/waterscheiders die uitsluitend spijsolie en -vetten bevatten
16 16 16 2
c niet onder 19 08 11 vallend slib van de biologische zuivering van industrieel afvalwater
572 599
573
bijl.-1
19 06 19 06 04
19 08 12
559 569 571 591
16
wit
2010 2010 geel 2010
2010
620 900 200 220 230 240 300 500 520 530 550 560 570 580 590 620 700 710 720 800 bijl.-1 350 400 bijl.-1 400 420 bijl.-1 410 410 550 560 570 590 900 400 610 620 700
910 219 229 239 249 309 501 529 539 559 569 571 589 591
929
701
709
509
572
573
596
599
801 809 351 352 359 401 409 401
409
559 569 571 572 573 599 901 909 401 409
701
709
30
19 08 14
c niet onder 19 08 13 vallend slib van andere behandelingen van industrieel afvalwater
16
2010
16
2010
19 08 99
niet elders genoemd afval
19 09 19 09 01 19 09 02
afval van de bereiding van voor menselijke consumptie bestemd water en water voor industrieel gebruik vast afval van primaire filtratie en roostergoed waterzuiveringsslib
17 17
2010
19 09 03
onthardingsslib
17
2010
19 09 04
afgewerkte actieve kool
25
2010
19 09 05 19 09 99
verzadigde of afgewerkte ionenwisselaarharsen niet elders genoemd afval
17 17
2010 2010
19 10 19 10 04 19 10 06 19 12 19 12 01
19 12 04 19 12 07 19 12 08
afval van de shredding van metaalhoudend afval c niet onder 19 10 03 vallende lichte fracties en stof c andere, niet onder 19 10 05 vallende fracties afval van niet elders genoemde mechanische afvalverwerking (bv. sorteren, breken, verdichten, palletiseren) papier en karton
kunststoffen en rubber c niet onder 19 12 06 vallend hout textiel
400 401 409 410 400 401 409 900 901 909 bijl.-1
geel
430 bijl.-1 400 401 409 410 420 430 440 400 401 409 430 400 401 409 430 610 620 700 701 709 800 801 809 900 901 904 900 901 904 900 901 904 800 801 809
27 2010 27 2010
909 909 909
800 801 809 800 801 809 bijl.-1 wit
9
2010
36 2
geel 2010
bijl.-1
580 590 620 700 710 800 900 bijl.-1 180 190 610 620 700
589 591 599 701 709 801 901 181 191
809 909 182 183 192 193
184 189 194 199
701 709
31
19 12 09 19 12 10
19 12 12 19 13 19 13 02
19 13 04
19 13 06
minerale stoffen (bv. zand, steen) brandbaar afval (RDF)
c overig, niet onder 19 12 11 vallend afval (inclusief mengsels van materialen) van mechanische afvalverwerking afval van bodem- en grondwatersanering c niet onder 19 13 01 vallend vast afval van bodemsanering
c niet onder 19 13 03 vallend slib van bodemsanering
c niet onder 19 13 05 vallend slib van grondwatersanering
20
STEDELIJK AFVAL (HUISHOUDELIJK AFVAL EN SOORTGELIJK BEDRIJFSAFVAL, INDUSTRIEELAFVAL EN AFVAL VAN INSTELLINGEN) INCL.GESCHEIDEN INGEZAMELDE FRACTIE.
20 01 20 01 01
gescheiden ingezamelde fracties (exclusief 15 01) papier en karton
20 01 08
20 01 10 20 01 11
biologisch afbreekbaar keuken- en kantineafval
kleding textiel
29&30
2010
28
2010
39
2010
2
2
720 800 900 700 bijl.-1 800 900 800 900 610 620 800 900 610 620 800 900 610 620 800 900
2010
2010
4
6&7
5 2010 5 2010
wit
wit/gl
bijl.-1 bijl.-1
580 590 620 700 710 bijl.-1 500 520 530 550 570 580 610 620 700 900 720 720
721 801 901 701 801 901 801 901
729 809 909 709 802 803 902 903 802 803 902 903
801 901
809 909
801 901
809 909
801 901
809 909
804 809 904 909 804 809 904 909
589 591 599 701 709 501 521 531 559 571 581
509 529 536 539
701 901 721 721
709 902 903 729 729
572 573 582 583
584 585 586 587 589
904 909
32
20 01 25
20 01 28 20 01 30 20 01 32
20 01 38 20 01 39 20 01 40 20 01 41 20 01 99
20 02 20 02 01
spijsolie en -vetten
c niet onder 20 01 27 vallende verf, inkt, lijm en hars c niet onder 20 01 29 vallende detergenten niet onder 20 01 31 vallende geneesmiddelen
c niet onder 20 01 37 vallend hout kunststoffen metalen afval van het vegen van schoorstenen niet elders genoemde fracties
tuin- en plantsoenafval (inclusief afval van begraafplaatsen) biologisch afbreekbaar afval
7
2010
42&43
2010
2
2010
18
2010
36
wit
2010
8
610 620 700 800 wit
20 02 03
overig niet biologisch afbreekbaar afval
2
2010
20 03 20 03 01
overig stedelijk afval gemengd stedelijk afval
9
2010
20 03 02
marktafval
9
2010
550 570 610 620 800 900 620 800 560 590 620 700 800 bijl.-1 190
bijl.-1 bijl.-1 110 120 130 160 190 210 230 610 620 700 800 900 800 900
551 552 553 571 572
554 555 556 557 559
801 809 901 909 801 809 561 569 591 599 701 709 801 809 191 192 193
701 801
709 809
111 121 131 161 192 211 239
112 122 132 162 193 213
194 199
113 123
114 119 124 125 126
169 194 219
199
701 709 801 809 901 909 801 809 901 909
800 801 809 900 901 909 250 251 800 801 809
33
20 03 03
veegvuil
9
20 03 04
slib van septic tanks
7
20 03 06 20 03 07 20 03 99
afval van het reinigen van riolen grofvuil niet elders genoemd stedelijk afval
9 1
2010
2010 2010 2010
900 800 900 400 610 620 800 900 420 900 800 900
901 909 801 809 901 909 401 409
801 809 901 909 903 801 809 901 909
34
Bijlage 7 Werkvoorschrift: Monsterneming, voorbehandeling en opslag Bemonsterings- en analyseplan In dit hoofdstuk zijn een bemonsteringsplan en een analyseplan conform NTA 8202 en NTA 8204 voor HVC’s BEC te Alkmaar uitgewerkt. Monsterneming procedure Om een representatief monster te nemen van een aangeleverde hoeveelheid secundaire brandstof dient er een monsterneming plan opgesteld te worden. Op basis van de partijgrootte, de beschikbare gegevens van de secundaire brandstof en de wijze van toegankelijkheid tot de partij kan het monsterneming plan worden opgesteld. Voor het monsterneming plan zijn de volgende handelingen van belang: 1 definitie van de partij en vaststelling van de partijgrootte 2 bepaling van de wijze van monsterneming 3 bepaling van de aard van de eigenschappen van de te bemonsteren secundaire brandstof 4 bepaling van het minimale aantal grepen 5 bepaling van de minimale monstergrootte 6 bepaling van de minimale greepgrootte 7 bepaling van de effectieve greep- en monstergrootte 8 bepaling van de wijze van monstervoorbehandeling en -opslag. Indien bepaalde parameters niet bekend zijn en geschat moeten worden, zal dit moeten worden aangegeven in het monsterneming plan en worden gerapporteerd in het monsterneming formulier. Omdat HVC naast de huidige stromen andere stromen biomassa, met verschillende parameters, wil gaan verstoken is er een flexibel monsterneming tool opgesteld in MS Excel. Houtstromen en partijgrootte Organisatie HVC heeft voor haar BEC een aantal verschillende leveranciers van B-hout en draait een proef voor het meestoken van composteeroverloop materiaal. Deze verschillende stromen hout worden gedeeltelijk per as en gedeeltelijk per schip aangeleverd.
1
2
De organisatie over de bemonstering valt uiteen in twee delen (zie ): 1 partijbemonstering van leveranciers (1) 2 partijbemonstering van de integrale houtstroom (2). De integrale stroom wordt als aparte stroom gekenmerkt doordat er een bewerking - scheiding van onder andere inert materiaal, kunststof folies - van de houtstroom plaatsvindt voordat deze de ketel ingaat. Deze stroom is van belang voor CERTIQ om te bepalen of er voldaan wordt aan de opgegeven vorm van naar haar aard zuiver of niet naar haar aard zuivere biomassa. Beide gekenmerkt door de mate van zuiverheid, bepaald door het niet-biomassa gehalte. In overleg met HVC is ervoor gekozen om beide stromen (1 en 2, zie voorgaande figuur) continu te bemonsteren en per maand monsters te laten analyseren. Hierdoor wordt een goed beeld verkregen over de kwaliteit van het aangeleverde materiaal en de integrale stroom. De partijgrootte wordt vastgelegd door de tijdspanne, een maand, waarin een partij wordt gedefinieerd. Een andere randvoorwaarde is dat de partijen niet groter mogen zijn dan 2000 ton. Indien groter, dan moet de partij worden opgesplitst in kleinere partijen. Bemonsteringsintensiteit De bemonsteringsintensiteit wordt bepaald door het aantal te nemen grepen en het minimale greepvolume. Een te groot monster zal moeten worden verkleind door middel van kwarteren/ uitkruisen. Dit is een arbeidsintensief proces. Het aantal te nemen grepen is afhankelijk van de partijgrootte en wordt bepaald volgens de randvoorwaarden in NTA 8202. De benodigde berekeningen voor het bepalen van de minimale monstergrootte, minimale greepgrootte en de effectieve greep- en monstergrootte worden in de MS Excel tool automatisch berekend en genoteerd in het monsterneming formulier. Deze tool is beschikbaar gemaakt voor HVC BEC Alkmaar. De minimale greepgrootte wordt bepaald door de minimale monstergrootte, gedeeld door het aantal grepen. De minimale monstergrootte wordt weer bepaald door de aard van de eigenschappen van de te bemonsteren secundaire brandstof. De volgende parameters zijn van invloed op de minimale monstergrootte: Tabel 1 Parameters minimale monstergrootte Parameters
Uitleg
Soortelijke massa ( g )
Dichtheid van de secundaire brandstof.
Vormfactor (f) Spreidingsfactor (g)
Correctiefactor voor de vorm van het materiaal. Corrigeert de minimale monstergrootte voor de spreiding in deeltjes. De fractie van de deeltjes met een bepaalde eigenschap, bijvoorbeeld verontreiniging. Correctie voor de fundamentele fout die gemaakt wordt bij veronderstelling in de parameters voor de bepaling van een correcte minimale monstergrootte. Maximale deeltjesgrootte (95% (m/m) van de deeltjes is kleiner dan D95).
Factor (p) Variatiecoëfficiënt (VC) D95
Standaardwaarden volgens NTA 8202 en Phyllis ECN 3 300 kg/m 1.0 = kubusvorm 1.0 0.10 0.1 75 mm
De standaardwaardes voor de parameters voor de HVC stromen zijn bepaald door gebruik te maken van de NTA norm 8202 en de ECN Phyllis database.
Om de belasting op de monsternemers te verminderen, kan HVC overwegen om de deeltjes lengte (D95) en de vormfactor (f) te bepalen. Deze factoren hebben direct invloed op het volume grootte van het te nemen monster. Zo zijn de werkelijke deeltjes niet gelijk aan een kubusvorm deze zijn namelijk langwerpig van vorm. De bepaling van de vormfactor geschiedt met de volgende vergelijking:
f0
l 0 xb0 xh0 l 03
[1]
waarbij l, b en h respectievelijk de lengte, breedte en hoogte/dikte van een deeltje zijn. Het effect van deze factor wordt in onderstaand voorbeeldblok geïllustreerd. Voorbeeld invloed vorm factor (f-factor) voor 1500 ton partij f=1,0 kubusvormig materiaal (standaardwaarde per greep 25 liter: monstergrootte 725 liter. Als f=0,2 langwerpig materiaal per greep 12 liter: monstergrootte 348 liter.
Uit de praktijk is voor biomassa houtmonsters een f-factor tussen 0,1 en 0,3 te verwachten. Aanbevolen werkwijze bepaling vormfactor Meting f-factor 1x per jaar per type biomassastroom (dit kan ook per type leverancier zijn). Bij de reguliere monsterneming wordt een verzamelmonster en een contramonster samengesteld. Neem van het contramonster willekeurig 80 deeltjes en bepaal daarvan met een liniaal: lengte, breedte en dikte
bereken per deeltje de f-factor in een daarvoor geschikt programma (Excel sheet)
bepaal de gemiddelde f-factor van de 80 deeltjes. Voeg de uitwerking van de f-factor aan het monsterneming formulier en voer de aangepaste f-factor in de cockpit van het monsterneming programma in. In de volgende twee secties wordt er verder op de bemonsteringswijze van de leverancierstromen en de integrale stroom ingegaan. Partij definitie van de leveranciers HVC ontvangt biomassa van verschillende leveranciers op drie verschillende manieren. Daarom zijn drie verschillende handelswijzen voor partijbemonstering opgesteld: 1 Partijbemonstering vanuit een vrachtwagen met weegbrug het te bemonsteren materiaal dat per vrachtwagen binnenkomt bij de weegbrug wordt gewogen en voorzien van een intern uniek terreinnummer. Dit moet worden genoteerd op het monsterneming formulier de medewerker Facilitaire Dienst vangt de vrachtwagen op bij de ingang van de hout opslaghal. De medewerker Facilitaire Dienst neemt de terreinbon in en instrueert de chauffeur dat zijn lading bemonsterd wordt. De chauffeur lost vervolgens het materiaal bij voorkeur langs de wand van de hal de medewerker Facilitaire Dienst sluit de boom waardoor er geen vrachtwagen toegang kan krijgen tot de loshal. Door middel van portofoons wordt er gecommuniceerd met de shovel indien een greep wordt genomen door de medewerker Facilitaire Dienst. Belangrijk is dat partijen en leveranciers goed gescheiden worden gehouden voor monsterneming. 2 Partijbemonstering vanuit een vrachtwagen zonder weegbrug Het te bemonsteren materiaal dat per vrachtwagen binnenkomt, zal geadministreerd worden (tijd, dag, kenteken) en een intern terreinnummer krijgen. Verder bemonsteringsprotocol zoals hierboven onder deel 1 beschreven. Hierbij is het verschil dat door het ontbreken van de weging externe weegbonnen later aan het monsterneming formulier dienen te worden toegevoegd.
3
Partijbemonstering vanuit een schip Het materiaal dat binnenkomt per schip zal per vrachtwagen naar de hal worden gebracht. Het bemonsteringsprotocol zal hetzelfde zijn als in onderdeel 1, maar aanbevolen wordt dat er twee medewerkers Facilitaire Dienst aanwezig zijn (monsternemer en “gatekeeper”) aangezien de frequentie van de te leveren vrachten hoog zal zijn.
Partijbemonstering van de integrale houtstroom In eerste instantie wordt het bemonsteren van de integrale houtstroom handmatig uitgevoerd. Aanbevolen wordt om zo snel mogelijk over te gaan op automatische bemonstering. De handmatige monsterneming zal plaatsvinden in de valtrechter na de scheidingsinstallatie. De valtrechter komt uit op de onderste toevoerband die richting de BEC dagvoorraad loopt. Door een glijgloot in de materiaalstroom van de valtrechter te plaatsen wordt een monster verkregen. Deze glijgoot heeft een minimale breedte van (D95 x 3) 22,5 cm en hoog opstaande randen zodat alle delen in de materiaalstroom in de bemonstering kunnen worden meegenomen. Volgens NTA8202 zou 2/3 van het volume van het bakje gelijk zijn aan het benodigde monstervolume. Mocht de stortband breder zijn, dan dient de glijgoot van links naar rechts en terug in de stroom te worden voortbewogen. Op basis van een monstergrootte van 2000 ton dienen er 34 grepen te worden genomen met een minimaal volume (op basis van standaardwaarden) van 20 liter. In tabel 2 staat een voorbeeld werkpatroon vermeld voor het handmatig bemonsteren van de automatische stroom. Daarbij is uitgegaan van 5 volledige werkdagen per week. Op deze wijze kunnen 2 monsters per week worden samengesteld. Tabel 2
Voorbeeld werkpatroon handmatige bemonsteren integrale stroom (34 grepen per monster, 2 monsters per week)
Monster 1 Werkpatroon Dag 1 Aantal grepen 14 (=+/-20L) Aantal grepen per uur per dag 1e uur 2 2e uur 1 3e uur 2 4e uur 1 e 5 uur 2 6e uur 1 7e uur 2 8e uur 1 9e uur 2
Dag 2 14
Dag 3 7
2 1 2 1 2 1 2 1 2
2 1 2 1 1
Monster 2 Dag 3 7
Dag 4 14
Dag 5 14
1 1 2 1 2
2 1 2 1 2 1 2 1 2
2 1 2 1 2 1 2 1 2
Voor het automatische bemonsteren blijft het aantal monsters en grepen gelijk. Per 2000 ton, 34 grepen. Het voordeel van het automatisch bemonsteren heeft een lagere arbeidsintensiteit, een grotere nauwkeurigheid voor het verkrijgen van een greep en de mogelijkheid om de monsterneming ook in het weekend te laten plaatsvinden. Het voorstel is om hierbij te kijken naar twee voorbeelden genoemd in NTA 8202 en één daarvan toe te passen in de BEC.
Figuur 1
In de linker figuur: een slede beweegt van rechts naar links. De slede is even breed of breder dan de koker om alle materialen op te kunnen vangen. In de rechter figuur: een valklep waardoor er over de gehele breedte een monster wordt genomen.
Codering Monsters worden gecodeerd door HVC. Er wordt gebruik gemaakt van het volgende type codering: C0906-001. De alfabetische letters staan voor de verschillende leveranciers gevolgd door de datum (jaar en maand) en volgnummer. De laatste drie cijfers vermelden de volgnummers in de maand. De leveranciers zijn geanonimiseerd ten behoeve van de analyses door een extern laboratorium. Monstervoorbehandeling en opslag Voor de opslag en monstervoorbehandeling is ervoor gekozen om de monsters in een zeecontainer op te slaan in de houthal. Hierdoor wordt de intensiteit van de logistiek sterk verminderd en kruisbesmetting met andere monsters uitgesloten. Uitkruisen Voor het verkrijgen van het uiteindelijke monster moet er worden uitgekruist. Uitkruisen is een bewerking waarbij een totaal monster, op een schone ondergrond, verdeeld wordt in vier vlakken. Dit proces wordt herhaald totdat het gewenste monstervolume wordt verkregen. Twee monsterhoeveelheden zijn aangegeven door het laboratorium voor de monstergrootte om een nauwkeurige analyse volgens NTA8202 te kunnen uitvoeren. Voor een D95 van 30 mm is 25 liter afdoende, voor grotere deeltjes, D95 75 mm wordt vastgehouden aan +/-70 liter. Opslag Voor HVC geldt dat er minstens één monster naar het laboratorium wordt gestuurd, en dat er één contramonster op locatie wordt bewaard. Het laatste is nodig voor eventuele contra expertise die aangevraagd kan worden door leveranciers, HVC of andere belanghebbenden. In NTA8202 wordt aanbevolen om het monster 1 week na monstername aan te bieden aan een laboratorium voor analyse. Uit de praktijk bij HVC blijkt dat er grote hoeveelheden monsters zijn en dat het verzamelen van een monster 3 tot 4 weken kan duren. In die periode is er al een analyse geweest van de integrale stroom, waardoor HVC te Alkmaar alsnog aan deze eis voldoet. Volgens dezelfde norm wordt aanbevolen om voor de opslag van (contra)monsters, langer dan een week, het monster te drogen bij 60 °C en op te slaan in goed afgesloten vaten. De monsters kunnen dan voor een termijn van 6 maanden worden opgeslagen. Het monster dient voor en na de droging gewogen te worden. Het drogen moet voorkomen dat de biomassakwaliteit in de tijd achteruit gaat. Dit kan ook gedeeltelijk worden voorkomen door de vaten koel en droog en goed afgesloten op te slaan. Het effect van de huidige opslagmethode op het monster is niet bekend, maar verwacht wordt dat dit minimaal is indien de vaten droog, koel en goed afgesloten worden opgeslagen.
Bijlage 8 Voorbeeld monsterneming formulier
Bijlage 9 Verantwoordelijkheidsstructuur Monsternemer: 1 Nauwkeurige monsterneming en etikettering volgens protocol 2 3
Klaarzetten van chemische monsters voor verzending en voorman inlichten Contact met KEMA over praktische vragen.
Voorman: 1 Voorspelling van partijgrootte en deelpartij grootte door middel van invullen eerste monsterneming formulier 2
Bijhouden van veranderingen in praktijkgrootte/controle inkomende hoeveelheden gedurende kalendermaand
3 4
Aan het eind van de kalendermaand bepalen van de definitieve partij en monsterneming formulier Contact met laboratorium omtrent chemische monsters, opgeven aantallen monsters en aangeven
5
welke parameters (extra zoals PCB, PCH, PCT, Lindaan) geanalyseerd moeten worden Bestellen van vervoerder en het controleren van uitgaande monsters
6
Contact met KEMA omtrent vragen over monsterneming norm, -protocol en -procedure
7
Beheerder van monsterneming excel template.
Hoofd Utiliteit & Facilitaire Dienst: 1 Verantwoordelijk voor beschikbaar hebben van personeel voor monsterneming 2 Eindverantwoordelijk voor totale monsterneming proces (in bezit van originele getekende monsterneming formulieren). Kam medewerker: 1 Beheren van het kwaliteit systeem. KEMA: 1 Beantwoorden van vragen vanuit HVC omtrent monsterneming norm, -protocol en -procedure 2 Beoordeling van monsteranalyses, terugkoppeling naar Toon van de Wijdeven (tot einde van dit 3
project) HVC op de hoogte houden van wijzigingen/vorderingen in (Europese) norm.
Toon v/d Wijdeven: 1 Contact met KEMA in het kader van project Verbrandingsproef composteeroverloop materiaal 2 Contact met KEMA in het kader van subsidievoorwaarden (CertiQ).
BIJLAGE 10 IKB SCHEMA Onderwerp. Laboratorium. Laboratorium en meetapparatuur.
Apparatuur (intern 2 laboratorium).
Ingangs controle
1
3
Keuring en beproeving.
Procesvoering.
Controle op macroverontrein igingen. 4 Onderhoud. Voorscheidings (1) installatie . Monsterneming Monstervoorbeh andeling. 5
Methode.
Frequentie.
Registratie.
Documentcontrole.
1x per 4 jaar.
Ja.
Documentcontrole.
1x per 4 jaar.
Ja.
Onnauwkeurigheid.
Kalibratie.
Volgens de voorgeschreve n termijn.
Ja.
Aanwezigheid geldig certificaat.
Documentcontrole.
Na kalibratie.
Ja.
Registratie afwijkingen.
Documentcontrole.
Bij elke vracht.
Ja.
Continu.
Ja, maar alleen bij onregelma tigheden.
Zie interne acceptatielijst. Conform werkvoorschriften.
Opslagtijd.
6
Juiste opslag.
Visueel.
Juiste werking. Juiste uitvoering. Conform NTA 8202+8204 en dit document.
Analyses. Voor bepaling droge stof niet mogelijk voor overige parameters gedroogd monster voor een periode van ten hoogste 6 maanden. Verontreiningen of meng met aangrenzende partijen.
elk 2000 ton of (2.) per maand .
via formulieren. Analysecertificaten.
Visueel.
Continu.
Ja, maar alleen bij onregelmatig heden.
Visueel.
Continu.
Ja.
Bij certificering extern Ja. Transport. Transport voorwaarden. Documentcontrole. (3) bureau en bij wijzigingen. Weegbon/conno Leveringsdatum, productnaam, Iedere Ja. Visueel. ssement. hoeveelheid, afnemer. levering. Ja. Aanwezigheid procedure. Bij Procedures. certificiering Ja. Aanwezigheid instructies. Documentcontrole. extern 7 (3) bureau en bij Ja. Aanwezigheid procedure. Klachtenproced wijziging. ure. Registratie klacht. Volgens procedure. Iedere klacht. Ja. (1) dit geldt voor alle scheidingsstappen en de daartoe behorende apparatuur wordt elke van deze processtappen worden gecontroleerd (2) welke als eerste geschied (3) zie ook KEMA rapport met kenmerk 30913238-KCA
Procedures en instructies.
Opslag en transport biomassa stroom.
Inname grondstoffen.
Aspect. Erkenning NEN-EN-ISO/IEC 17025:2000. Lijst van erkende werkzaamheden.
BIJLAGE 11 Weegbrief
INSPECTIERAPPORT
ALKMAAR
Rapportage van de visuele waarneming locatie:
Afvalstroomnummer (laatste 7 posities)
Datum:
Soort afval: Naam ontdoener:
kenteken:
tijd:
Locatie van herkomst: Uitgangspunt acceptatiereglement O vracht in orde volgens begeleidingsbrief en acceptatiereglement 1O A tot 11,6 MJ/kg 2O B >11,6 - 18 MJ/kg 3O C > 18 MJ/kg O 1 2 3 4 5 6 7
vracht niet in orde volgens begeleidingsbrief of acceptatiereglement O afwijkende delen teruggestuurd en voor verdere verwerking doorverwezen naar O afwijkende delen achtergehouden O afwijkende delen verwerkt O hele vracht teruggestuurd of doorverwezen naar O hele vracht vastgehouden O afval met afwijkende calorische waarde zie specificatie hieronder O monsters in kliko nr. . . - nr. . . - nr. . .
>>…………………………
>>…………………………
8 O foto's Uitwerking van punt 6: Afval met afwijkende calorische waarde Hoeveelheid vocht: Afvalsoorten
MJ/kg *) gewichts-%
m Droge partij
m Inert (zoals zand, steen, ijzer)
m Normale vochtigheid
m GFT
m Natte partij
m Huishoudelijkafval
9
m Bedrijfsafval (vergelijkbaar met huisvuil)
9
m Tuinafval
9
m Stro
15
m Papier
16
m Karton
16
m Hout/zaagsel (zacht)
16
m Hout (hard)
18
m Matten
18
m Tapijten
18
m Textiel
20
m Leer
24
m Kunststoffen algemeen
38
m Rubber (banden)
40
0 3-8
Conclusie m A tot 11,6 MJ/kg m B >11,6 - 18 MJ/kg m C > 18 MJ/kg
Opmerkingen en bijzonderheden
naam en handtekening controleur
naam en handtekening chauffeur
*) genoemde MJ/kg heeft betrekking op droge stoffen
29 Bijlage E, inspectierapport AECA.xls
Bijlage F Euralcodelijst Behorend bij paragraaf 5.2.1 'Brandbare afvalstoffen'
Uitbreiding portfolio AEC
01 01 02
afval van de winning van niet-metaalhoudende mineralen
x
01 04 99
niet elders genoemd afval
x
02 01 01
Slib vn wassen en schoonmaken
x
02 01 03
afval van plantaardige weefsels
02 01 04
Kunststofafval (exclusief verpakking)
x
02 01 06
dierlijke feces, urine en mest (inclusief gebruikt stro), afvalwater, gescheiden ingezameld en elders verwerkt
x
02 01 09
niet onder 02 01 08 vallend agrochemisch afval
x
02 01 99
niet elders genoemd afval
x
02 02 03
voor consumptie of verwerking ongeschikt materiaal
x
02 02 04
slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse
x
02 02 99
niet elders genoemd afval
x
02 03 01
slib van wassen, schoonmaken, pellen, centrifugeren en scheiden
x
02 03 02
afval van conserveermiddelen
x
02 03 03
afval van oplosmiddelenextractie
x
02 03 04
voor consumptie of verwerking ongeschikt materiaal
02 03 05
slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse
x
02 03 99
niet elders genoemd afval
x
02 04 03
slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse
x
02 04 99
niet elders genoemd afval
x
02 05 01
voor consumptie of verwerking ongeschikt materiaal
x
02 05 02
slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse
x
02 05 99
niet elders genoemd afval
x
02 06 01
voor consumptie of verwerking ongeschikt materiaal
x
02 06 02
afval van conserveermiddelen
x
02 06 03
slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse
x
02 07 02
afval van de destillatie van alcoholische dranken
x
02 07 03
afval van chemische behandeling
x
02 07 05
slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse
x
02 07 99
niet elders genoemd afval
x
03 02 99
niet elders genoemde houtverduurzamingsmiddelen
x
03 03 02
green liquor.-slib (afkomstig van de terugwinning van de kookvloeistof)
x
03 03 07
mechanisch afgescheiden rejects afkomstig van de verpulping van papier- en kartonafval
x
03 03 08
afval van het scheiden van voor recycling bestemd papier en karton
x
03 03 99
niet elders genoemd afval
x
04 01 01
schraapafval
x
04 01 02
loogafval
x
04 01 06
chroomhoudend slib, met name van afvalwaterbehandeling ter plaatse
x
04 01 07
chroomvrij slib, met name van afvalwaterbehandeling ter plaatse
x
04 01 08
chroomhoudend gelooid leerafval (snij-afval, polijststof)
x
04 01 09
afval van bewerking en afwerking
x
04 01 99
niet elders genoemd afval
x
04 02 09
afval van composietmaterialen (geïmpregneerde textiel, elastomeren, plastomeren)
x
04 02 10
organisch afval van natuurlijke producten (bv. vet en was)
x
04 02 15
niet onder 04 02 14 vallend afval van afwerking
x
04 02 17
niet onder 04 02 16 vallende kleurstoffen en pigmenten
x
04 02 20
niet onder 04 02 19 vallend slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse
x
04 02 22
afval van verwerkte textielvezels
x
04 02 99
niet elders genoemd afval
x
05 01 14
afval van koeltorens
x
05 01 16
zwavelhoudend afval van de ontzwaveling van petroleum
x
05 01 99
niet elders genoemd afval
x
05 06 04
afval van koeltorens
x
05 06 99
niet elders genoemd afval
x
05 07 02
zwavelhoudend afval
x
05 07 99
niet elders genoemd afval
x
06 13 03
zwartsel (carbon black)
x
06 13 99
niet elders genoemd afval
x
07 05 14
niet onder 07 05 13 vallende vaste afvalstoffen
x
07 05 99
niet elders genoemd afval
x
08 01 12
niet onder 08 01 11 vallend afval van verf en lak
x
08 01 14
niet onder 08 01 13 vallend slib van verf of lak
x
08 01 18
niet onder 08 01 17 vallend afval van verf- en lakverwijdering
x
08 01 99
niet elders genoemd afval
x
08 02 01
afval-coatingpoeder
x
08 02 99
niet elders genoemd afval
x
08 03 99
niet elders genoemd afval
x
08 04 10
niet onder 08 04 09 vallend afval van lijm en kit
x
08 04 12
niet onder 08 04 11 vallende slib van lijm en kit
x
08 04 99
niet elders genoemd afval
x
09 01 07
fotografische film en papier die zilver of zilververbindingen bevatten
x
09 01 08
fotografische film en papier zonder zilver of zilververbindingen
x
09 01 10
wegwerpcamera’s zonder batterijen
x
09 01 99
niet elders genoemd afval
x
10 01 03
vliegas van turf en onbehandeld hout
x
10 01 05
calciumhoudend reactie-afval van rookgasontzwaveling in vaste vorm
x
10 01 24
wervelbedzand
x
10 01 25
afval van de opslag en toebereiding van brandstof voor kolengestookte elektriciteitscentrales
x
10 01 26
afval van koelwaterzuivering
x
10 01 99
niet elders genoemd afval
x
10 02 01
afval van de verwerking van slakken
x
10 02 02
onverwerkte slakken
x
10 02 10
walshuid
x
10 02 12
niet onder 10 02 11 vallend afval van koelwaterzuivering
x
10 02 15
overig(e) slib en filterkoek
x
10 02 99
niet elders genoemd afval
x
10 03 02
anodeafval
x
10 03 05
aluminiumoxideafval
x
10 03 18
niet onder 10 03 17 vallend koolstofhoudend afval van de anodefabricage
x
10 03 22
overige, niet onder 10 03 21 vallende deeltjes en stof (inclusief kogelmolenstof)
x
10 03 28
niet onder 10 03 27 vallend afval van koelwaterzuivering
x
10 03 99
niet elders genoemd afval
x
10 08 09
overige slakken
x
10 08 13
niet onder 10 08 12 vallend koolstofhoudend afval van de anodefabricage
x
10 08 14
anodeafval
x
10 09 06
niet onder 10 09 05 vallende gietkernen en -vormen die niet voor gieten zijn gebruikt
x
10 09 08
niet onder 10 09 07 vallende gietkernen en -vormen die voor gieten zijn gebruikt
x
10 09 99
niet elders genoemd afval
x
10 10 06
niet onder 10 10 05 vallende gietkernen en -vormen die niet voor gieten zijn gebruikt
x
10 10 08
niet onder 10 10 07 vallende gietkernen en -vormen die voor gieten zijn gebruikt
x
10 10 99
niet elders genoemd afval
x
10 11 05
deeltjes en stof
x
10 11 20
niet onder 10 11 19 vallend afvalwater van afvalwaterbehandeling ter plaatse
x
10 11 99
niet elders genoemd afval
x
10 12 01
afval van het mengsel vóór thermische verwerking
x
10 12 03
deeltjes en stof
x
10 12 06
afgedankte vormen
x
10 12 08
afval van keramische producten, stenen, tegels en bouwmaterialen (na thermische behandeling)
x
10 12 99
niet elders genoemd afval
x
10 13 14
betonafval en betonslib
x
10 13 99
niet elders genoemd afval
x
12 0 1 05
kunststofschaafsel- en krullen
x
12 01 01
ferrometaalvijlsel en -krullen
x
12 01 02
ferrometaalstof en -deeltjes
x
12 01 15
niet onder 12 01 14 vallend afval van slib van machinale bewerking
x
12 01 17
niet onder 12 01 16 vallend afval van gritstralen
x
12 01 99
niet elders genoemd afval
x
15 01 01
papieren en kartonnen verpakking
x
15 01 02
kunststof verpakking
x
15 01 05
composietverpakking
x
15 01 09
textielen verpakking
x
15 02 03
niet onder 15 02 02 vallende absorbentia, filtermateriaal, poetsdoeken en beschermende kleding
x
16 01 03
afgedankte banden
x
16 01 99
niet elders genoemd afval
x
16 03 04
niet onder 16 03 03 vallend anorganisch afval
x
16 08 04
afgewerkte katalysatoren voor wervelbedkrakers (exclusief 16 08 07)
x
17 02 02
glas
x
17 02 03
kunststof
x
17 03 02
niet onder 17 03 01 vallende bitumineuze mengsels
x
17 06 04
niet onder 17 06 01 en 17 06 03 vallend isolatiemateriaal
x
17 09 04
niet onder 17 09 01, 17 09 02 en 17 09 03 vallend gemengd bouw- en sloopafval
x
18 01 04
afval waarvan de inzameling en verwijdering niet zijn onderworpen aan speciale richtlijnen teneinde infectie te voorkomen (bv. Verband, gipsverband, lnnengoed, wegwerpkleding, luiers) niet onder 18 01 08 vallende geneesmiddelen
x
18 01 09 18 02 03
x
18 02 08
afval waarvan de inzameling en verwijdering niet zijn onderworpen aan speciale richtlijnen teneinde infectie te voorkomen niet onder 18 02 07 vallende geneesmiddelen
19 01 14
niet onder 19 01 13 vallende vliegas
x
19 01 16
niet onder 19 01 15 vallende ketelas
x
19 01 18
niet onder 19 01 17 vallend afval van pyrolyse
x
19 01 19
wervelbedzand
x
19 01 99
niet elders genoemd afval
x
19 02 03
voorgemengd afval dat uitsluitend bestaat uit ongevaarlijke afvalstoffen
x
19 02 06
niet onder 19 02 05 vallend slib van fysisch-chemische behandeling
x
19 02 10
niet onder 19 02 08 en 19 02 09 vallend brandbaar afval
x
19 02 99
niet elders genoemd afval
x
19 03 05
niet onder 19 03 04 vallend gestabiliseerd afval
x
19 03 07
niet onder 19 03 06 vallend verhard afval
x
19 05 99
niet elders genoemd afval
x
19 06 04
digestaat van de anaërobe behandeling van stedelijk afval
x
x
19 06 06
digestaat van de anaërobe behandeling van dierlijk en plantaardig afval
x
19 08 01
roostergoed
x
19 08 02
afval van zandvang
x
19 08 05
slib van de behandeling van stedelijk afvalwater
x
19 08 09
vet- en oliemengsels uit olie/waterscheiders die uitsluitend spijsolie en -vetten bevatten
x
19 08 12
niet onder 19 08 11 vallend slib van de biologische zuivering van industrieel afvalwater
x
19 08 14
niet onder 19 08 13 vallend slib van andere behandelingen van industrieel afvalwater
x
19 08 99
niet elders genoemd afval
x
19 09 01
vast afval van primaire filtratie en roostergoed
x
19 09 02
waterzuiveringsslib
x
19 09 03
onthardingsslib
x
19 09 04
afgewerkte actieve kool
x
19 09 05
verzadigde of afgewerkte ionenwisselaarharsen
x
19 09 99
niet elders genoemd afval
x
19 10 04
niet onder 19 10 03 vallende lichte fracties en stof
x
19 10 06
andere, niet onder 19 10 05 vallende fracties
x
19 12 04
kunststoffen en rubber
x
19 12 08
textiel
x
19 12 12 19 13 02
overig, niet onder 19 12 11 vallend afval (inclusief mengsels van materialen) van mechanische afvalverwerking niet onder 19 13 01 vallend vast afval van bodemsanering
x
19 13 04
niet onder 19 13 03 vallend slib van bodemsanering
x
19 13 06
niet onder 19 13 05 vallend slib van grondwatersanering
x
20 01 25
spijsolie en -vetten
x
20 01 28
niet onder 20 01 27 vallende verf, inkt, lijm en hars
x
20 01 30
niet onder 20 01 29 vallende detergenten
x
20 01 32
niet onder 20 01 31 vallende geneesmiddelen
x
20 01 38
niet onder 20 01 37 vallend hout
20 01 39
kunststoffen
x
20 01 40
metalen
x
20 01 41
afval van het vegen van schoorstenen
x
20 01 99
niet elders genoemde fracties
x
20 02 03
overig niet biologisch afbreekbaar afval
x
20 03 01
gemengd stedelijk afval
20 03 02
marktafval
20 03 03
veegvuil
20 03 04
slib van septic tanks
x
20 03 06
afval van het reinigen van riolen
x
20 03 07
grofvuil
x
20 03 99
niet elders genoemd stedelijk afval
Behorend bij paragraaf 5.2.2 'Gescheiden ingezamelde brandbare afvalstoffen' 20 01 01
papier en karton
20 01 10
kleding
20 01 11
textiel
Behorend bij paragraaf 5.2.3 'Brandbare biomassa' 02 01 02
afval van dierlijke weefsels
02 01 03
afval van plantaardige weefsels
02 01 07
afval van de bosbouw
02 02 01
slib van wassen en schoonmaken
02 02 02
afval van dierlijke weefsels
02 03 04
voor consumptie of verwerking ongeschikt materiaal
02 06 99
niet elders genoemd afval
02 07 01
afval van wassen, schoonmaken en mechanische bewerking van de grondstoffen
02 07 04
voor consumptie of verwerking ongeschikt materiaal
03 01 01
schors- en kurkafval
03 01 05
niet onder 03 01 04 vallend zaagsel, schaafsel, spaanders, hout, spaanplaat en fineer
03 01 99
niet elders genoemd afval
03 03 01
schors- en houtafval
03 03 10
onbruikbare vezels en door mechanische afscheiding verkregen vezel-, vulstof- en coatingslib
03 03 11
niet onder 03 03 10 vallend slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse
04 02 21
afval van onverwerkte textielvezels
15 01 03
houten verpakking
15 01 06
gemengde verpakking
16 03 06
niet onder 16 03 05 vallend organisch afval
17 02 01
hout
19 05 01
niet-gecomposteerde fractie van huishoudelijk en soortgelijk afval
19 05 02
niet-gecomposteerde fractie van dierlijk en plantaardig afval
19 05 03
afgekeurde compost
19 06 99
niet elders genoemd afval
19 12 01
papier en karton
19 12 07
niet onder 19 12 06 vallend hout
19 12 10
brandbaar afval (RDF)
20 01 01
papier en karton
20 01 08
biologisch afbreekbaar keuken- en kantineafval
20 01 38
niet onder 20 01 37 vallend hout
20 02 01
biologisch afbreekbaar afval
Behorend bij paragraaf 5.2.4 'Afvalstoffen die worden opgewerkt in de slakkenopwerkingsinstallatie (SOI) met geïntegreerde Bodemaswasinstallatie (BAWI)' 19 01 12
niet onder 19 01 11 vallende bodemas en slakken
Behorend bij paragraaf 5.2.5 'Afvalstoffen die op de inrichting geen be- of verwerking 01 04 09 zand en klei ondergaan' 15 01
verpakking (inclusief gescheiden ingezameld stedelijk verpakkingsafval) m.u.v. 15 01 07
17 01
beton, stenen, tegels en keramische producten
17 02
hout, glas en kunststof
17 08
gipshoudend bouwmateriaal
17 09
overig bouw- en sloopafval
19 12
afval van niet elders genoemde mechanische afvalverwerking (bv. sorteren, breken, verdichten, palletiseren)
19 12 09
minerale stoffen (bv. zand, steen)
19 12 12 20 01 01
overig, niet onder 19 12 11 vallend afval (inclusief mengsels van materialen) van mechanische afvalverwerking papier en karton
20 01 10
kleding
Productie Elektriciteit en Warmte Kees de Maertelaere
Technisch Beheer, Projecten en Optimalisatie Ben Kock
Dagelijkse Aansturing Dordrecht Rob Teeuw
Dagelijkse Aansturing Alkmaar Vacature
Contractbeheer Ben Kock
E&I Rien van der Ree
E&I Hans Bakker
Optimalisatie & Realisatie Ben Kock
WTB Paul Hirs
WTB John Veenboer
Tekeningen- en documentenbeheer Ben Kock
Verlading & Civiel Danny Reijnst
Verlading & Civiel John Dekker
Ondersteuning Procesvoering Rob Teeuw
Laboratorium Sorrel Jansen
Procesvoering Rob Teeuw
Ondersteuning Procesvoering Vacature
Stops & Technisch Beheer Alkmaar Ard Moeijes
Stops & Technisch Beheer Dordrecht Ad Beljaars
Ploeg A Piort Skibinski
Ploeg D Jeroen Becht
Ploeg B Kees Bijkerk
Ploeg E Michiel de Wijs
Ploeg C Arjan de Jongste
Procesvoering Vacature
Ploeg 1 Robert Kemmere
Ploeg 3 Andreas Bosma
Ploeg 2 Rene Arens
Ploeg 4 Dick Vleugel Ploeg 5 Edwin van der Hammen
Titel
Organogram HVC
REVISIE # DESIGNER
HR
02
DATUM ORIGINEEL
DATUM
Augustus 2015
Juli 2015
BU Grondstoffen Dion van Steensel Directeur
Directiesecretariaat Yvonne Kock Directiesecretaresse
HRM Margot van den Bor HR Business Partner
KAM Ad Vermaas Beleidsadviseur KAM
Controlling/Fin. Adm/ business analisten Ivonne Suiker BU controller
Projecten Frits de Haas Business Proces Manager
Ontwikkeling & Advies Willem Jan Kraanen Manager O&A
Operatie Menno Timmerman Manager Operatie
Teammanager Sakis Sisois
Project assistent Marjolein Smit Management Ondersteuning Saskia de Roode Managementassistent
Adviseurs Gemeente Conceptontwikkelaars Krista Kok sr. Gemeente adviseur
Project assistent a.i Evert Jan Plas
Deelnemingen Wash, Sortiva, Korenet
Titel
Klantenservice Evita Haakmat Teamleider
Handel Wim van Daalen sr. Adviseur Handel
Klachtencoördinatie Marjan Stoot Klachtencoordinator
Organogram HVC BU Grondstoffen
REVISIE #
DESIGNER
Beheer, onderhoud en inzamelmiddelen Gabrie Geelof a.i. Manager BOI
Logistiek Gabrie Geelof Manager Logistiek
HR Service Center
05
DATUM ORIGINEEL
DATUM
Augustus 2015
September 2013
Teamleiding Inzameling, ABS, BOR en bedrijfsbureau
Operatie Menno Timmerman Manager Operatie
Teammanager vacature (teamleiders Inzameling)
Beheer, Onderhoud en Inzamelmiddelen
Logistiek Gabrie Geelof Manager Logistiek
Gabrie Geelof a.i. Manager BOI
Teamleider Werkplaats Noord Peter Bierman
Teamleider Bedrijfsbureau Aryan van Loenhout
Teamleider BOR Marco Groenendijk
Teamleider ABS Sakis Sisois
Teamleider Dordrecht Jos Erkelens
Teamleider Velsen/ Zaanstad Sabine Reijniers
Teamleider Middenmeer Gerben van der Waal
Teamleider Logistiek Noord Roel Hummel
Teamleider Dordrecht Karin Vester
Teamleider Martin Post
Teamleider Steven van Tuyl
Teamleider Logistiek Zuid Remo Meijdam
Teamleider Dordrecht Gert Roos
Teamleider Daniël van Os
Teamleider Kees Copier
Acceptatie Margot Korhorn
Teamleider Pepijn Koops
Teamleider Dirk-Jan Laan
Teamleider Werkplaats Zuid Rob van der Made
Wagenparkbeheer Erik van Eig
Containerbeheer Harry Scholten
Uitvoering
Titel
Bijlage bij organogram HVC BU Grondstoffen
REVISIE # DESIGNER
HR Grondstoffen
01
DATUM ORIGINEEL
DATUM
Augustus 2014
Augustus 2014