Opzet en beschrijving Acceptatie en verwerkingsbeleid Administratieve organisatie en interne controle AV-AO/IC
Afvalzorg Deponie stortplaats Zeeasterweg, Lelystad Storten en bewerking externe afvalstoffen
Voorwoord Naar aanleiding van de TCR-affaire en de rapportage daarover van de commissie HOI’s “Zaken doen en laten” en het Inspectierapport “Gevaarlijk afval verwerkende bedrijven onder de aandacht” is door de Ministeries van V&W, VROM en Justitie aan de Voorzitter van de Tweede Kamer medegedeeld dat de aanbevelingen van de Commissie HOI’s en Inspectie Milieuhygiëne worden overgenomen. In dit licht is door de zogenaamde commissie Hoogland een project uitgevoerd voor de uitwerking van de aanbevelingen in standaardvergunningvoorschriften met betrekking tot de verbetering van de administratie, het scheiden en mengen van afvalstoffen en verbetering van de informatie over de aard en samenstelling van de gevaarlijke afvalstoffen met het oog op het bereiken van de juiste verwerkingswijze. In haar rapportage “De Verwerking Verantwoord” heeft de Commissie Hoogland geconstateerd dat “..handhaafbaarheid (van vergunningen) moet worden versterkt door de transparantie van het bedrijfsproces te vergroten. Daartoe dienen afvalverwerkende bedrijven te beschikken over een adequaat acceptatie- en verwerkingsbeleid (A&V-beleid) en toereikende procedures met betrekking tot administratieve organisatie en interne controle (AO&IC). De mengregels en de overige vergunningeisen dienen te worden vertaald in het A&V-beleid van de verwerkende bedrijven. In dit beleid heeft het bedrijf uitgewerkt op welke wijze de acceptatie en verwerking van afvalstoffen plaatsvindt....”. In dit rapport zijn richtlijnen voor het A&V-beleid opgenomen (bijlage VIII). Deze richtlijnen geven aan welke gegevens minimaal in een A&V-beleid dienen te worden uitgewerkt en welke eisen hieraan worden gesteld. Om een goed toezicht op de bedrijfsactiviteiten mogelijk te maken dienen de bedrijven (tevens) te beschikken over een toereikende beschrijving van de administratieve organisatie en interne controles (afgekort AO&IC). In het rapport is hierover het volgende geconcludeerd: “..De door een bedrijf geformuleerde AO&IC moet worden gebaseerd op een risicoanalyse van de handelingen die met afvalstoffen worden uitgevoerd. Deze risicoanalyse wordt door het bevoegd gezag beoordeeld. Aan de hand van deze analyse worden interne beheersingsmaatregelen geformuleerd teneinde de risico’s te verminderen. Deze maatregelen worden verder uitgewerkt in het AO&IC...”. Voor het opstellen van procedures waaraan het AO&IC dient te voldoen zijn in dit rapport richtlijnen geformuleerd (bijlage IX). Aan de hand van bijlage VIII en IX van “De Verwerking Verantwoord” is door Afvalzorg een beschrijving opgesteld van de AV/AO-IC. Hierbij dienen wel enige kanttekeningen gemaakt te worden: 1. Het rapport is specifiek geschreven voor havenontvangstinstallaties (HOI’s) zodat een vertaalslag gemaakt moet worden van de beschreven richtlijnen naar andere vormen van afvalverwerking, zoals storten en de verwerking van grond en bouwstoffen. 2. Op een stortplaats worden diverse afvalstoffen gezamenlijk verwerkt. In het LAP wordt hierover opgemerkt (zie §16.4.2) dat het gezamenlijk storten geen actieve handeling is waarbij afvalstoffen worden gemengd. Het verwerken van afvalstoffen op een stortplaats is geregeld in de Europese Richtlijn betreffende het storten van afvalstoffen (1999/31/EG) en de beschikking van de Raad tot vaststelling van criteria en procedures voor het aanvaarden van afvalstoffen op stortplaatsen (2003/33/EG). De randvoorwaarden en uitgangspunten van deze Europese wettelijke regelingen zijn als uitgangspunt gekozen bij de beschrijving van de AV/AO-IC en niet het rapport “De Verwerking Verantwoord”.
i
3. Voor de grondbank, grondreiniging, immobilisatie en de verwerking van RKGV en baggerspecie zijn diverse beoordelingsrichtlijnen van toepassing (BRL’s). Deze BRL’s stellen hoge eisen aan het te hanteren kwaliteitssysteem, de kwaliteit van het product, de beproevingsmethoden en de kwalificatie van partijen. De BRL’s zijn zorgvuldig tot stand gekomen en door het Ministerie van VROM erkende certificatieregelingen die leidend zijn voor voorwaarden die worden gesteld aan acceptatie, verwerking, samenvoegen en beoordeling van partijen. De BRL’s wijken op een aantal punten af van de eisen die “De Verwerking Verantwoord” stelt aan het A&V-beleid (met name het samenvoegen van partijen). De eisen uit de BRL’s zijn verwerkt in het handboek kwaliteitszorgsysteem van Afvalzorg Grondstromen. In dit handboek zijn procedures opgenomen met betrekking tot de acceptatie van partijen, het inwegen, de opslag, bemonstering en toetsing, omgaan met afgekeurde partijen, de afzet van partijen, incidentmeldingen en het opstellen van depotbalansen. Daar waar de BRL van toepassing is zal hiernaar expliciet worden verwezen. Op dit punt wordt dus tevens afgeweken van het rapport “De Verwerking Verantwoord”. Bij de beschrijving van de A&V/AO-IC is gebruik gemaakt van: Bestaande ISO- en EMAS-systemen van Afvalzorg; Handboek kwaliteitszorgsysteem van Afvalzorg Grondstromen; Het vigerende acceptatieplan dat door deze beschrijving wordt vervangen; Bestaande en, voorzover mogelijk, toekomstige wet- en regelgeving.
ii
INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 § 1.1 § 1.2 Hoofdstuk 2 § 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5 § 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.2.6 2.2.7 2.2.8 2.2.9 § 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 § 2.4 2.4.1 2.4.2 § 2.5 2.5.1 2.5.2 § 2.6 2.6.1 2.6.2 § 2.7 2.7.1 2.7.2 § 2.8 2.8.1 2.8.2 § 2.9 2.9.1 2.9.2 2.9.3 Hoofdstuk 3 § 3.1 § 3.2 § 3.3 § 3.4 Hoofdstuk 4 § 4.1 § 4.2 § 4.3 § 4.4 § 4.5 § 4.6 § 4.7 Hoofdstuk 5
Inleiding 1 Leeswijzer ...................................................................................................................... 1 Lijst van definities en begrippen .................................................................................... 1 Acceptatie van afvalstoffen 3 Inleiding .......................................................................................................................... 3 Achtergrond ................................................................................................................... 3 Eigendomsoverdracht .................................................................................................... 4 Acceptatievoorwaarden ................................................................................................. 4 Risicobeoordeling .......................................................................................................... 4 Evaluatie ........................................................................................................................ 6 Algemene acceptatieprocedure ..................................................................................... 6 Vooraanmelding ............................................................................................................. 6 Beoordeling vooraanmelding ......................................................................................... 6 Algemene aanlevervoorwaarden ................................................................................... 7 Ontvangst en wegen ...................................................................................................... 8 Controle ......................................................................................................................... 9 Bemonstering ................................................................................................................. 9 Visuele controle ............................................................................................................. 9 Meldingen .................................................................................................................... 10 Archivering ................................................................................................................... 10 Acceptatie te storten afvalstoffen................................................................................. 10 Inleiding ........................................................................................................................ 10 Te storten asbest en asbesthoudende afvalstoffen ..................................................... 11 Verontreinigde grond voor stort ................................................................................... 13 Gevaarlijke afvalstoffen ............................................................................................... 14 Acceptatie ten behoeve van biologisch reinigen ......................................................... 16 Acceptatievoorwaarden ............................................................................................... 16 Controle, samenvoegen van partijen en uitkeuring ..................................................... 17 Acceptatie ten behoeve van extractief reinigen ........................................................... 17 Acceptatievoorwaarden ............................................................................................... 17 Controle, samenvoegen van partijen en uitkeuring ..................................................... 18 Acceptatie van RKGV (zeving en keuring) .................................................................. 18 Acceptatievoorwaarden ............................................................................................... 18 Controle, samenvoegen van partijen en uitkeuring ..................................................... 19 Acceptatie van baggerspecie....................................................................................... 19 Acceptatievoorwaarden ............................................................................................... 19 Controle, samenvoegen van partijen en uitkeuring ..................................................... 19 Acceptatie ten behoeve van immobilisatie .................................................................. 20 Acceptatievoorwaarden ............................................................................................... 20 Controle, keuring en samenvoegen ............................................................................. 20 Acceptatie ten behoeve van grond- en bouwstoffenbank............................................ 22 Acceptatiecriteria ......................................................................................................... 22 Controle, keuring en samenvoegen ............................................................................. 22 Afzet residuen .............................................................................................................. 23 AO/IC - Algemeen 24 Organisatie Afvalzorg .................................................................................................. 24 Het (milieu)beleid ......................................................................................................... 24 Functie– en taakbeschrijvingen. .................................................................................. 24 Functiescheiding .......................................................................................................... 25 Administratie 26 Inleiding ........................................................................................................................ 26 Goederenadministratie ................................................................................................ 26 Financiële administratie ............................................................................................... 26 Voorraadadministratie .................................................................................................. 27 Verband tussen en koppeling van administraties ........................................................ 27 Standaarddocumenten ................................................................................................ 27 Registratie gegevens ................................................................................................... 27 Interne controle en monitoring 28
iii
§ 5.1 § 5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3 § 5.3 5.3.1 5.3.2 Bijlage 1 Bijlage 2
Taken en verantwoordelijkheden ................................................................................. 28 Milieuzorgsysteem ....................................................................................................... 28 ISO en EMAS............................................................................................................... 28 Externe controles ......................................................................................................... 28 Periodieke rapportages ................................................................................................ 28 Materialenbalansen...................................................................................................... 29 Algemeen ..................................................................................................................... 29 Bewerken van afvalstoffen ........................................................................................... 29 Stroomschema acceptatie gevaarlijk afval (m.u.v. AVI-reststoffen) 30 Overzicht van afvalstoffen (per activiteit) die op Zeeasterweg worden geaccepteerd 31
iv
Hoofdstuk 1 Inleiding § 1.1 Leeswijzer Aan de hand van de bijlagen VIII en IX uit de rapportage “De Verwerking Verantwoord” van de Commissie Hoogland is de voorliggende notitie opgesteld. Achtereenvolgens wordt ingegaan op: acceptatie (hoofdstuk 2) algemene beschrijving van de administratieve organisatie en interne controle (hoofdstuk 3); administratie (hoofdstuk 4); Interne Controle en monitoring (hoofdstuk 5). Opgemerkt wordt dat onderliggende beschrijving van het AV-AO/IC in conflict kan komen met, dan wel ingehaald zal worden door voortschrijdende wet- en regelgeving (Europese Richtlijn voor het aanvaarden van afvalstoffen op stortplaatsen en het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen). Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat in dat geval de dan geldende wet- en regelgeving prevaleert.
§ 1.2 Lijst van definities en begrippen Afvalzorg
AFVALZORG DEPONIE BV, Eigenaar, beheerder en vergunninghouder van Zeeasterweg. Kantoor is gevestigd te Haarlem. Meesterlottelaan 301, 2012 JJ Haarlem, telefoon 023-5 534 534, telefax 023-5 534 535. Postadres: Postbus 6343, 2001 HH Haarlem.
Directeur
Directeur van Afvalzorg.
Afdeling acceptatie
Werknemers, werkzaam op het kantoor te Haarlem, die uitvoering geven aan de beoordeling en toetsing van vooraanmelding aan wet- en regelgeving met het oog op acceptatie op de verwerkingslocatie.
Bouwstoffen
Materiaal dat naar aard en samenstelling geschikt is voor toepassing in een werk. Toetsing vindt plaats aan de hand van het Bouwstoffenbesluit.
Afvalstoffen
Afvalstoffen als bedoelt in de Wet milieubeheer.
Gevaarlijke afvalstoffen
Afvalstoffen die conform de Regeling afvalstoffenlijst, als zodanig worden aangewezen.
Bedrijfsafvalstoffen
Alle afvalstoffen, inclusief ingezamelde fracties huishoudelijke afvalstoffen, niet zijnde gevaarlijke afvalstoffen.
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
1
Europese
27-9-2005
Afvalstroomnummer
Uniek 12-cijferig nummer dat één bepaalde stroom afvalstoffen identificeert tussen de ontdoener en verwerker. In dit nummer is de verwerker gecodeerd. Dit nummer wordt tevens gebruikt bij de meldingen aan het bevoegd gezag. Voor niet-meldingsplichtige afvalstoffen en bouwstoffen wordt een soortgelijk nummer gehanteerd, te weten het contractnummer.
Ontdoener
Persoon of bedrijf waar afval ontstaat en die zich van het afval wil ontdoen door het afval af te geven aan een inzamelaar, handelaar, bewerker of verwerker.
Vervoerder / Transporteur
Degene die (afval)stoffen feitelijk op de locatie aanlevert.
Begeleidingsbrief
Transportdocument dat in het kader van de geldende regelgeving wordt gevoerd door de transporteur en bij afgifte van de (afval)stoffen wordt overlegd aan de weegmeester van de verwerkingslocatie.
C3-afvalstoffen
Categorie matig uitloogbaar gevaarlijk afval als bedoeld in bijlage 1 van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen.
C2-afvalstoffen
Categorie sterk uitloogbaar gevaarlijk afval als bedoeld in bijlage 1 van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen.
Acceptatievoorwaarden
Informatie voor de klanten betreffende de acceptatieprocedure, algemene aanlevervoorwaarden, betalingsvoorwaarden en gedragingen op de stortlocaties. Deze informatie is opgenomen in de internetpagina van Afvalzorg, www.afvalzorg.nl, en kan tevens worden opgevraagd bij de afdeling acceptatie.
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
2
27-9-2005
Hoofdstuk 2 Acceptatie van afvalstoffen § 2.1 Inleiding 2.1.1
Achtergrond
Door Afvalzorg zijn procedures vastgesteld ten aanzien van de acceptatie van binnen de inrichting Zeeasterweg te storten resp. te bewerken afvalstoffen. Door het hanteren van deze procedures wordt gewaarborgd dat alleen die stoffen worden geaccepteerd waarvoor vergunning verleend is. Dit houdt mede in dat alle aangeboden stoffen worden beoordeeld op mogelijkheid tot bewerking (hergebruik, nuttige toepassing, reiniging en immobilisatie), externe verbranding of storten. Met deze procedures wordt gewaarborgd dat continu een helder inzicht is in de hoeveelheden, kwaliteiten en de beoogde vorm van afvalbeheer van alle stoffen die zich op de locatie bevinden. Tevens wordt gewaarborgd dat bouwstoffen die op de stortplaatsen worden toegepast, ten behoeve van de civiele werken en de bouwstoffen ten behoeve van het nakomen van vergunningvoorschriften, administratief goed gescheiden blijven van de afvalstoffen. Opgemerkt wordt dat bij optreden van een ongewoon voorval (calamiteit) de noodzaak kan bestaan om van deze beschrijving af te wijken. In dergelijk geval zal in overleg met het bevoegd gezag worden bezien of en zo ja, onder welke condities kan worden afgeweken. Indien een calamiteit zelfs geen ruimte laat voor overleg vooraf, zal het bevoegd gezag zo spoedig als mogelijk worden ingelicht over de afwijkingen tot dan toe. In beginsel worden tijdens de acceptatie 2 fasen onderscheiden, te weten:
vooracceptatie; eindacceptatie
De vooracceptatie beslaat de periode vanaf het moment dat met de ontdoener contact is geweest om een bepaalde afvalstof c.q. partij te gaan verwerken, tot het moment van de fysieke aanlevering. Hierbij wordt in ieder geval aandacht worden besteed aan de volgende vragen: mag de aangeboden afvalstof conform de wet- en regelgeving (inclusief vergunningen) geaccepteerd worden? voldoet de gekozen bewerking aan de minimumstandaard van de in het LAP genoemde sectorplannen welke be- en verwerking is mogelijk? wat is de kostprijs van de verwerking? is de acceptatie en/of verwerking logistiek mogelijk? Deze fase wordt uitsluitend gevolgd door de volgende, nadat: een goed beeld van de aangeboden afvalstof is verkregen; de definitieve risicokwalificatie van het afval bekend is; een beslissing omtrent de vooracceptatie van de aangeboden afvalstof is genomen; acceptatie financieel mogelijk is; acceptatie procestechnisch mogelijk is; acceptatie binnen de wet- en regelgeving mogelijk is;
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
3
27-9-2005
de gekozen bewerking niet in tegenspraak is met de in het LAP genoemde minimumstandaard acceptatie een indicatie voor de logistieke mogelijkheid geeft; waar en hoe de afvalstof verwerkt wordt; instructies voor de acceptatiefase zijn opgesteld; afspraken over bovenstaande met de klant zijn gemaakt.
Aan het einde van de vooracceptatie is: bekend welke afvalstof het betreft en welke fysische en/of milieuhygiënische verontreiniging aanwezig is; een risico-inschatting van de afvalstof gemaakt; de mogelijkheid tot bewerking beoordeeld; bekend dat be-/verwerking via een van de beschikbare routes financieel, procestechnisch en binnen de vergunning mogelijk is; door middel van afspraken met de ontdoener vastgelegd wanneer welke hoeveelheid van welke kwaliteit zal worden aangevoerd.
-
De eindacceptatie beslaat de periode vanaf het moment waarop de desbetreffende partij afvalstoffen fysiek wordt aangeleverd tot het moment waarop deze definitief wordt geaccepteerd.
2.1.2
Eigendomsoverdracht
Eigendomsoverdracht vindt plaats na acceptatie van de afvalstof. Het moment van feitelijke acceptatie is in principe het moment waarop de partij fysiek is aangeleverd op het bewerkingsterrein en de gehele acceptatieprocedure is doorlopen, tenzij: het acceptatieonderzoek dusdanig veel tijd in beslag neemt dat wordt besloten de partij voorlopig separaat in opslag te nemen, zonder deze aanlevering feitelijk te accepteren; het om afvalstoffen gaat die door het bedrijf zelf worden ingezameld en reeds in het inzamelmiddel worden samengevoegd met afvalstoffen van andere ontdoeners (in beginsel niet van toepassing voor Afvalzorg); het om een kleine partij afval gaat die voor afronding van het acceptatieonderzoek met vergelijkbare afvalstromen wordt samengevoegd tot een bepaald volume. Het afval enkel voor op- en overslag wordt geaccepteerd (eventueel inclusief keuring). Indien de desbetreffende partij niet wordt geaccepteerd, wordt de ontdoener hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. Tevens dient de ontdoener de desbetreffende partij binnen 7 dagen te verwijderen. Indien de ontdoener in gebreke blijft, wordt de partij op kosten van de ontdoener afgevoerd door Afvalzorg naar een daartoe vergunde verwerker.
2.1.3
Acceptatievoorwaarden
Aanbieders van afval kunnen de voorwaarden voor aanbiedingen van afvalstoffen terugvinden op de internetpagina van Afvalzorg: www.afvalzorg.nl. In bijlage 2 is in een lijst weergegeven welke afvalstoffen op Zeeasterweg mogen worden geaccepteerd.
2.1.4
Risicobeoordeling
Alle afvalstoffen zijn stromen die door Afvalzorg reeds op andere locaties worden verwerkt en waaraan geen aanvullende procestechnische voorwaarden gesteld worden. Op grond van
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
4
27-9-2005
bestaande kennis van de afvalstof of partijgewijs onderzoek naar de samenstelling, bestaat inzicht in de fysische en milieuhygiënische kwaliteit van de desbetreffende partij. Op basis van deze informatie is bekend welke bewerkingsroute dient te worden gehanteerd. Bij de risicobeoordeling moet onderscheid worden gemaakt in de stortactiviteit en de overige activiteiten. Storten Bij te storten materialen dienen door de ontdoener gegevens te worden overlegd omtrent de milieuhygiënische en fysische samenstelling. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen goed visueel herkenbare afvalstoffen (zoals bijv. residu bouw- en sloopafval) en niet visueel herkenbare afvalstoffen (zoals verontreinigde grond). Van de goed visueel herkenbare afvalstoffen kan direct visueel worden beoordeeld of de betreffende partij mag worden geaccepteerd. Deze hebben hierdoor een laag risico. Voor de niet herkenbare afvalstoffen wordt een risico-inschatting gemaakt. Bepalende factoren voor de indicatie van het risiconiveau zijn: Herkenbaarheid van de afvalstof; Financiële belang; Ervaringen met de ontdoener; Ervaringen met de afvalstof; Het kennisniveau van de ontdoener omtrent de samenstelling van de afvalstof; De beschikbare informatie over de afvalstof. Op basis van voornoemde factoren wordt het emissierisico van de afvalstof ingeschat. Deze inschatting vindt plaats op basis van ervaring van de acceptant. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in: Afvalstoffen die reeds lang worden gestort. Van deze afvalstoffen bestaat veel kennis over de kwaliteit op basis van eigen (langjarige) kwaliteitsgegevens en gegevens van de ontdoener. Deze afvalstoffen, met een laag emissierisico, worden als afvalstoffen met een laag risico aangemerkt; Kleine partijen (< 50 ton). Deze partijen worden gezien hun omvang en mogelijke emissierisico per definitie als laag risicovol beschouwd; Afvalstoffen die incidenteel worden gestort met in beginsel een laag emissierisico. Dergelijke afvalstoffen die worden aangeboden door een bekende en betrouwbare ontdoener worden als laag risicovol aangemerkt. Afvalstoffen van een onbekende of ontdoener waar eerder acceptatieproblemen mee zijn geweest, worden als matig risicovol beschouwd; Afvalstoffen met een hoog emissierisico. Deze worden als hoog risicovol aangemerkt. De ontdoener dient, zoals opgemerkt, informatie te overleggen omtrent milieuhygiënische en fysische samenstelling van de afvalstof. De hoeveelheid informatie wordt bepaald door het risiconiveau. In geval van matig en hoog risicovolle afvalstoffen kunnen nadere gegevens of zelfs analysegegevens van de aangeboden partij van de ontdoener worden verlangd. Het risiconiveau van de afvalstof is tevens bepalend voor de eigen te hanteren bemonsteringsfrequentie van de afvalstof. De risico-inschatting wordt middels deze bemonsteringsfrequentie geregistreerd. Tenslotte wordt opgemerkt dat een slechte ervaring met een ontdoener kan leiden tot een aanpassing van het risiconiveau. Dit betekent dat bij toekomstige leveringen meer voorinformatie over aangeboden partijen kan worden gevraagd en de bemonsteringsfrequentie kan worden opgevoerd. Overige activiteiten
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
5
27-9-2005
Partijen die, al dan niet na bewerking, voor hergebruik in aanmerking komen, worden als laag risicovol beschouwd. Alvorens hergebruik mogelijk is, dient middels bemonstering en analyse te worden aangetoond dat hergebruik mogelijk is binnen de bestaande wettelijke kaders (zoals het Bouwstoffenbesluit). Dit wordt geborgd door het volgen van beoordelingsrichtlijnen zoals de BRL 9308 of 7500.
2.1.5
Evaluatie
In afdelingsoverleg worden aankomende wijzigingen in wet- en regelgeving alsmede eigen ervaringen op het gebeid van acceptatie en verwerking gebruikt voor een evaluatie en eventueel een aanpassing van het acceptatie- en verwerkingsbeleid. Deze aanpassingen worden vastgelegd in de notulen van het overleg.
§ 2.2 Algemene acceptatieprocedure 2.2.1
Vooraanmelding
Alle afvalstoffen (en bouwstoffen) dienen te worden aangemeld bij de afdeling acceptatie van Afvalzorg. Bij deze aanmelding dienen minimaal de volgende gegevens te worden verstrekt: naam en adres van de ontdoener; aard, eigenschappen en samenstelling van de afvalstof; locatie waar de afvalstof vrijkomt; wijze waarop de afvalstof wordt afgegeven; algemene benaming van de afvalstof en het proces waarbij de afvalstof vrijkomt; te verwachten hoeveelheid in tonnen; inschatting van de periode waarin de (afval)stoffen worden aangeboden. Verder dienen, indien voor de beoordeling noodzakelijk, fysische en chemische samenstelling van de (afval)stoffen te worden verstrekt. Deze gegevens worden vastgelegd.
2.2.2
Beoordeling vooraanmelding
De aanvraag wordt beoordeeld op: de volledigheid van de gegevens; het passen binnen de vergunning van de verwerker; criteria voortvloeiende uit wet- en regelgeving alsmede de in het LAP genoemde sectorplannen; de kredietwaardigheid van de aanbieder. Daar waar het te storten afvalstoffen betreft waarvoor een stortverbod van kracht is, wordt bekeken of er alternatieve verwerkingsmogelijkheden voorhanden zijn. Als deze ontbreken wordt een verzoek tot ontheffing van het betreffende stortverbod aangevraagd bij Gedeputeerde Staten. De acceptatieprocedure voor deze stoffen wordt pas voorgezet nadat een ontheffing van het stortverbod is verkregen. Indien de aangemelde (afval)stoffen kunnen worden geaccepteerd, wordt bepaald aan welke inrichting de afvalstof kan worden afgegeven, wordt de wijze van beheer (be- of verwerking) vastgelegd en wordt aan de afvalstroom een afvalstroom- c.q. contractnummer toegewezen.
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
6
27-9-2005
Wanneer naast de algemene aanlevervoorwaarden extra maatregelen noodzakelijk zijn voor be- en/of verwerking, worden deze in de toestemming opgenomen. Vervolgens krijgt de ontdoener hiervan schriftelijk bericht. De gegevens worden vastgelegd in de contractadministratie. Indien de aangeboden partij afval niet wordt geaccepteerd, wordt de aanbieder geïnformeerd over de reden waarom een afvalstof niet wordt geaccepteerd. Zover mogelijk wordt verwezen naar een vergunninghouder die de betreffende partij mogelijk wel kan accepteren. Indien een aanbieder niet kredietwaardig wordt bevonden kan de acceptatie worden opgeschort tot dat een financiële zekerstelling is overlegd.
2.2.3
Algemene aanlevervoorwaarden
(Afval)stoffen dienen overeenkomstig de vergunning, de beschrijving van het AV/AO-IC en gedurende de vastgestelde openingstijden te worden aangeboden. Afvalzorg kan nadere eisen opnemen in een acceptatiebrief aan de aanbieder. Er kunnen aanvullende eisen gesteld worden, onder andere met betrekking tot de frequentie van aanvoer, wijze van verpakken en de partijgrootte per levering indien dit uit oogpunt van een goede bedrijfsvoering wenselijk is. Tevens kunnen nadere eisen gesteld worden in het belang van de arbeidsomstandigheden. Het aangeboden materiaal dient als regel steekvast te worden aangeboden. In voorkomende gevallen kan door Afvalzorg toestemming worden verleend om een (deel)partij in niet steekvaste toestand aan te bieden. Hierbij mag de begaanbaarheid van de locatie en de continuïteit van de verwerking van de overige afvalstoffen niet in gevaar komen. Daarnaast mag het afval geen hinder (zoals geur- of stofoverlast) naar de omgeving geven. De bedrijfsleider op de locatie kan verder nog eisen stellen ten aanzien van het tijdstip en de hoeveelheid van de aanvoer per dag. Dit om een goede verwerking van de afvalstoffen, de begaanbaarheid van de locatie en de continuïteit van de verwerking binnen de inrichting te kunnen garanderen. Verder wordt vereist dat de vervoerders binnen de terreinen de aanwijzingen die door of namens Afvalzorg worden gegeven worden opgevolgd. Voor alle aanbiedingen van (afval)stoffen geldt dat op de verwerkingslocatie aan de weegmeester een volledig ingevulde begeleidingsbrief wordt overlegd. Dit formulier dient tenminste de wettelijk voorgeschreven gegevens te bevatten, zoals: het afvalstroom-/contractnummer; de locatie van herkomst; het soort afval (benaming en Euralcode); de naam en het adres van de ontdoener; de naam van de vervoerder; het kenteken van het voertuig; de handtekening van de ontdoener; de handtekening van de vervoerder. Door ondertekening van de begeleidingsbrief verklaren de ontdoener en de vervoerder dat het aangeboden afval overeenkomt met het afval, waarvoor toestemming is verleend onder het betreffende afvalstroom-/contractnummer. De lading dient te zijn afgedekt of verpakt om verstuiving of stankoverlast in de omgeving te voorkomen. Verder dient de transporteur zich te houden aan de terreinvoorschriften en de voorwaarden die door Afvalzorg aan de aanbieding zijn gesteld.
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
7
27-9-2005
Indien deze voorwaarden niet worden nagekomen, behoudt Afvalzorg zich het recht voor de partij aangeboden (afval)stoffen te weigeren. De geweigerde vracht dient door de aanbieder te worden afgevoerd naar een legale, daartoe bestemde verwerkingsinrichting. Voorkomende gevallen worden door de bedrijfsleider geregistreerd. Indien de weigering plaatsvindt op grond van het niet in overeenstemming zijn van het aangeboden afval met de bij de vooraanmelding overlegde gegevens, wordt tevens een melding van de weigering gedaan aan het bevoegd gezag.
2.2.4
Ontvangst en wegen
Van alle de inrichting in- en uitgaande afvalstoffen wordt, middels een bruto en een tarra weging, met behulp van een geijkte weegbrug het gewicht vastgesteld. In het weeggebouw wordt de administratieve controle uitgevoerd, waarbij de gegevens van de begeleidingsbrief worden gecontroleerd en vergeleken met de gegevens uit de contractadministratie. In het weegprogramma is een aantal gegevens aan elkaar gekoppeld. Onder andere het afvalstroom- c.q. contractnummer, de NAW-gegevens van de ontdoener, de afvalsoort en de herkomst. Bij afgifte binnen de inrichting, dus waarbij de transporten niet op de openbare weg komen, wordt in principe dezelfde procedure gevolgd, met uitzondering van het voeren van een begeleidingsbrief. Enkel voor interne afgifte van en aan deelnemingen van Afvalzorg binnen één inrichting, van partijen waarvan middels bovengenoemde procedure het gewicht reeds is vastgesteld, en voor zover de partij tussentijds geen bewerking heeft ondergaan, kunnen op het hoofdkantoor worden overgeboekt op een ander contractnummer zonder de partij opnieuw te wegen. De koppeling van de gegevens blijft hierbij in de administratie inzichtelijk. Hierbij zijn altijd vanuit beide deelnemingen de verantwoordelijke acceptanten betrokken. Bouwstoffen voor civiele werken kunnen administratief worden overgenomen aan de hand van weeggegevens van de leverancier van de bouwstof. Controle vindt bij Afvalzorg plaats door de eigen opzichters aan de hand de externe weegbonnen en de bestekseisen. Of een aan te bieden bouwstof voldoet aan de eisen van het Bouwstoffenbesluit wordt vastgesteld door de acceptanten van Afvalzorg. Het weegsysteem wordt geblokkeerd indien bij de aanbieding het in het contract opgenomen quotum wordt overschreden of indien levering plaatsvindt na de in het contract opgenomen einddatum. Acceptatie kan in die gevallen enkel nog plaatsvinden indien de afdeling acceptatie hiervoor weer toestemming verleent. Van een aanbieding worden de navolgende gegevens in het geautomatiseerd systeem geregistreerd: het afvalstroom- c.q. contractnummer en alle daaraan gekoppelde gegevens; de locatie op het terrein waar de afvalstoffen worden gelost; de hoeveelheid (afval)stoffen; het kenteken van het transportvoertuig; de datum en het tijdstip van levering; of bemonstering heeft plaatsgevonden (tijdstip bemonstering = tijdstip inweging). De vervoerder ontvangt een kopie van de begeleidingsbrief en de weegbon.
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
8
27-9-2005
2.2.5
Controle
Alle leveringen van afvalstoffen worden visueel gecontroleerd. Daar waar dat chemisch van belang kan zijn worden van partijen monsters genomen die op een (extern) laboratorium worden geanalyseerd.
2.2.6
Bemonstering
De afdeling acceptatie geeft aan de hand van de gegevens uit de vooraanmelding aan wat de frequentie voor de controlebemonstering per afvalstroom- c.q. contractnummer is. Deze frequentie wordt in het weegprogramma ingevoerd. Per afvalstroom- c.q. contractnummer kan de frequentie variëren. De frequentie wordt gewijzigd indien de resultaten van de controle(bemonstering) hiertoe aanleiding geven. Het weegprogramma geeft ad random aan of een vracht bemonsterd dient te worden. Uit de geselecteerde vracht wordt een mengmonster samengesteld. Het monster wordt over drie monsterpotten verdeeld. Een monster wordt gekoeld opgeslagen en vervolgens meegegeven aan het laboratorium voor onderzoek. Een tweede monster wordt meegegeven aan de vervoerder en het derde monster wordt minimaal een maand bewaard op de locatie. De afdeling acceptatie krijgt bericht van de locatie Zeeasterweg dat er een monster van een bepaalde partij is genomen. De acceptant geeft opdracht aan het laboratorium om analyse uit te voeren. De te analyseren parameters van het controlemonster zullen worden afgeleid uit de bij de vooraanmelding verstrekte onderzoeksresultaten. Daarnaast zal voor de vaststelling van het onderzoekspakket de bij Afvalzorg aanwezige kennis met betrekking tot het bedrijfsproces, waaruit de afvalstof is ontstaan, gebruikt worden. De resultaten van deze bemonstering worden door het laboratorium weer aan de afdeling acceptatie gezonden. De verantwoordelijke acceptant beoordeelt de analyseresultaten. Na goedkeuring van de analyseresultaten vindt feitelijke acceptatie plaats. Op het analysecertificaat wordt door de acceptant aangetekend dat de analyse door hem is gecontroleerd. Indien uit de analyses blijkt dat het aangeboden materiaal niet binnen de acceptatienormen valt, wordt door de verantwoordelijke acceptant beoordeeld of er verdere actie moet worden getroffen. Bijvoorbeeld herbemonstering, de aanvoer onderbreken tot nader onderzoek aantoont dat de rest van het afval wel aan de normen voldoet, of het afval weer (laten) afvoeren van de verwerkingslocatie. Van de ondernomen actie wordt een registratie opgenomen in het betreffende dossier. Indien een BRL van toepassing is, dan wordt deze gevolgd.
2.2.7
Visuele controle
De visuele controle bij het weeggebouw beperkt zich tot de controle op de naleving van de aanlevervoorwaarden (afdekken lading, hoogte van de beladingen, eventuele verpakkingseisen en of het aanlevervoertuig geschikt is om veilig binnen de inrichting te rijden). De weegmeester en de controleurs staan met elkaar in contact, waardoor gegevens over de aangeboden (afval)stoffen kunnen worden uitgewisseld. Alle voor bewerking aangeboden afvalstoffen worden na lossing visueel gecontroleerd. Hierbij wordt gekeken of het afval aan de vergunningvoorwaarden voldoet, en of het aangeboden afval overeenkomt met hetgeen aangemeld is. Indien er geen bijzonderheden worden geconstateerd kan de transporteur weer naar de weegbrug om te worden uitgewogen. Door bij de uitweging geen bijzonderheden te vermelden wordt impliciet geregistreerd dat de bij de aanbieding geen bijzonderheden zijn geconstateerd.
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
9
27-9-2005
Op basis van het actuele aanbod wordt ad random gekozen om vrachten uitgebreid visueel te controleren. Ook indien er bij de beheerder twijfel bestaat of het aangeboden afval wel voldoet aan de acceptatiecriteria wordt een uitgebreide visuele controle uitgevoerd. Bij deze controle wordt de vracht uitgespreid voor nadere inspectie op het bewerkingsterrein. Na controle en goedkeuring is pas sprake van feitelijke acceptatie van afvalstoffen. Van deze controle wordt een rapport opgemaakt waarin onder andere wordt opgenomen: het afvalstroom- c.q. contractnummer; het tijdstip van controle (=gekoppeld aan de weging van de vracht); de resultaten van de controle; welke controleur de controle heeft uitgevoerd welke actie is ondernomen bij geconstateerde afwijkingen. In geval er afvalstoffen worden aangetroffen anders dan waarvoor toestemming is verleend, neemt de bedrijfsleiding de controle over. Indien tijdens of na controle blijkt dat er sprake is van niet toelaatbare afvalstoffen wordt onmiddellijke terugstorting op de auto verlangd, mits dit milieuhygiënisch en technisch verantwoord is. Bij zeer ernstige of herhaaldelijke overtreding kan er een straftoeslag worden opgelegd om eventuele meerkosten voor verwerking mee te dekken. Ook kan worden besloten om de verdere aanbieding van de afvalstroom (tijdelijk) te onderbreken. Indien de ontdoener/vervoerder geen gevolg geeft aan de afvoerverplichting, zal de partij in opdracht van Afvalzorg op kosten van de aanbieder/ontdoener worden afgevoerd. Voorkomende gevallen worden op de locatie geregistreerd.
2.2.8
Meldingen
Van alle geaccepteerde (afval)stoffen wordt conform vigerende wet- en regelgeving melding gedaan. Indien de weigering plaatsvindt op grond van het niet in overeenstemming zijn van het aangeboden afval met de bij de vooraanmelding overlegde gegevens, wordt een melding van de weigering gedaan aan het bevoegd gezag.
2.2.9
Archivering
Alle geregistreerde gegevens worden door de vergunninghouder minimaal vijf jaar in het archief bewaard, en gedurende deze periode ter beschikking gehouden voor degenen die zijn belast met het toezicht op de naleving van de Wet milieubeheer en de naleving van de vergunning(en).
§ 2.3 Acceptatie te storten afvalstoffen 2.3.1
Inleiding
In de Wm-vergunningen is vastgelegd tot wat voor klasse de stortplaats behoort. De stortplaats Zeeasterweg is een stortplaats voor zowel niet-gevaarlijke afvalstoffen als ook voor gevaarlijke afvalstoffen. Indien het onbehandeld storten van een afvalstof zal bijdragen aan negatieve gevolgen voor de volksgezondheid of het milieu wordt de afvalstof niet voor stort geaccepteerd. Indien een voorbehandeling niet zal leiden tot beperking van de negatieve gevolgen zal per geval worden bekeken welke extra maatregelen op de stortplaats te treffen zijn om de negatieve gevolgen te minimaliseren. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat de stof wordt ingepakt en / of direct wordt afgedekt.
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
10
27-9-2005
Afvalstoffen waarvoor specifieke acceptatie-eisen bestaan, worden in het hiernavolgende weergegeven.
2.3.2
Te storten asbest en asbesthoudende afvalstoffen
Voor asbesthoudende grond (en baggerspecie) is tevens paragraaf 2.3.3 van toepassing. 2.3.2.1 Criteria Uitgangspunt is dat er tijdens de aanvoer en verwerking van asbesthoudende afvalstoffen de concentratie asbestdeeltjes in de lucht buiten het afgezette depot de concentratie van het verwaarloosbaar risiconiveau (VR = jaargemiddelde van 1.000 vezelequivalenten per kuub lucht) niet wordt overschreden. Het maximaal toelaatbaar risiconiveau (MTR = jaargemiddelde van 100.000 vezelequivalenten per kuub lucht) mag ook binnen de afzetting van een depot niet worden overschreden.
2.3.2.2 Acceptatieprocedure Bij de vooraanmelding zullen gegevens worden gevraagd betreffende soorten asbesthoudend afval en de processen waarbij het afval is ontstaan. Bij levering in bulk wordt tevens rapportage betreffende de gehalten aan asbest (hecht gebonden en niet-hechtgebonden) opgevraagd. Enkel afvalstoffen die niet zijn vrijgekomen bij een proces waarvoor in de beleidsregels een uitzondering is opgenomen met een maximale asbestconcentratie tot de genoemde grenswaarden, mogen onverpakt worden aangeboden. In geval er sprake is van asbestconcentraties boven deze grenswaarden, is het onverpakt aanleveren van asbesthoudende afvalstoffen slechts mogelijk nadat een werkplan met betrekking tot transport naar alsmede overslag en eindverwerking op de stortplaats is opgesteld. De aanvoer kan uitsluitend plaatsvinden op die dagen en die tijden die door Afvalzorg zijn bepaald. 2.3.2.3 Verwerking Alle asbest en asbesthoudende afvalstoffen worden gelost in een afgebakend depot binnen een bestaand stortvak. Alle noodzakelijke maatregelen zullen worden getroffen om verspreiding van asbestvezels te voorkomen.
2.3.2.4 Verpakt asbest Asbesthoudende bouwmaterialen, ontstaan bij selectieve sloop en selectieve verwijdering van asbestbevattende materialen als bedoeld in de beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving, worden uitsluitend in deugdelijke, gesloten dubbele verpakking (bijvoorbeeld folie en "big-bags" of folie en "depot-bags") geaccepteerd. Indien sprake is van asbesthoudende buizen, kan worden volstaan met het insmeren van de breukvlakken en kopse kanten met latex. Afval in bigbags en container depot-bags dient te worden aangevoerd in een zelflossend voertuig, voorzien van bijvoorbeeld een hefinrichting of een voertuig voorzien van een gladde laadbak die tot vlak boven de stortvloer kan worden gebracht. Het asbest wordt uiteindelijk afgedekt met een laag grondachtig materiaal, het wordt nimmer vooraf verdicht. De laagdikte is van dien aard dat direct contact met het verpakte materiaal wordt voorkomen.
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
11
27-9-2005
2.3.2.5 Bulkmaterialen verontreinigd met asbest Voor bulkmaterialen verontreinigd met asbest geldt dat deze, mits aardvochtig (minimaal met 10% water homogeen bevochtigd), ook onverpakt kunnen worden aangeboden. In het algemeen zullen deze afvalstoffen bestaan uit grond, baggerspecie en puin. Voor het begrip bulkstromen wordt aangesloten bij de beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving. Die stromen die onverpakt mogen worden getransporteerd kunnen ook onverpakt worden aangeboden. Het lossen en verwerken vindt plaats binnen een speciaal hiervoor afgebakend gebied "asbestmonodepot" binnen een bestaand stortvak op de stortplaats. De afbakening van het monodepot moet visueel goed herkenbaar zijn. Dit wordt bijvoorbeeld bereikt met grondkades, afzetlint en/of hekken. Hierbij wordt middels bebording aangegeven dat dit terreindeel niet zonder speciale bescherming betreden mag worden en dat hierbinnen met asbest wordt gewerkt. De wijze van verwerking is vastgelegd in een werkplan. Ook zijn hierin de verantwoordelijke functionarissen genoemd. Een actueel werkplan is op de stortplaats aanwezig en wordt aan een ieder die direct bij de aanvoer en verwerking betrokken is ter beschikking gesteld. Tevens wordt van alle activiteiten in het asbestdepot een logboek bijgehouden op de stortplaats. Regels die conform het landelijk beleid worden gesteld aan de transportvoertuigen zijn ook binnen de inrichting van kracht. De cabines van het materieel dat binnen het monodepot wordt ingezet moeten voldoen aan de eisen zoals gesteld in de CROW-publicatie 132 inzake het werken in of met verontreinigde grond. Het stortfront wordt via een vaste route betreden en verlaten. Zover kan worden voorkomen rijden de transportvoertuigen binnen de afbakeningen van het depot niet over asbestbevattend materiaal. Het materiaal wordt gelost vlak voor het overig in het depot gebrachte asbestbevattende afval. Het geloste materiaal wordt middels een grondverzetmachine verder in het depot opgezet. Alle handelingen met het asbesthoudend materiaal vindt zodanig plaats dat verstuiving, en daarmee de kans op verspreiding van asbestvezels, wordt voorkomen. Het depot wordt afgedekt met daartoe geschikt materiaal. Het afdekmateriaal bestaat bijvoorbeeld uit grondachtige afvalstoffen (met een asbest-concentratie lager of gelijk aan de hergebruiknorm) of papierpulp. Voordat vrachtwagens of ander materieel het monodepot verlaten, wordt door een in het depot aanwezige medewerker een visuele inspectie uitgevoerd. Waar nodig wordt eventueel aan de buitenzijde aanhangende vervuiling middels natte reiniging verwijderd. Zover mogelijk wordt plasvorming tussen de wielen voorkomen. Het vrijkomende water wordt binnen het depot in het stort gelaten. Met deze procedure wordt voorkomen dat, door eventuele aanraking met asbesthoudend afval, er verspreiding van asbest buiten het depot kan plaatsvinden. De depotmedewerker draagt de benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen. Op de grens van het depot is een decontaminatie-unit aanwezig. Een medewerker die zijn werkzaamheden binnen de afzetting heeft verricht (anders dan vanuit een cabine) volgt bij het verlaten van het depot steeds de decontaminatie-procedure. Tevens worden de transportvoertuigen voordat ze de openbare weg betreden nog afgespoten in een wielwasinstallatie. Hierin worden de wielen, onderzijde en zijkanten van de auto afgespoten.
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
12
27-9-2005
2.3.2.6 Controle Het storten van asbest en asbesthoudende afvalstoffen wordt door de medewerkers op de locatie permanent visueel gecontroleerd. Bij de aanbieding van verpakt afval is uitgangspunt dat wordt toegezien op de juiste verpakking van het asbest. Slechts in uitzonderingsgevallen zal de inhoud van de verpakking visueel worden geïnspecteerd. In dat geval zullen de medewerkers worden voorzien van de benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen. Bij het lossen van onverpakte grond- en puinstromen zal er op worden toegezien dat het materiaal niet verstuift. Indien het materiaal verstuift zal de aanvoer van het project worden onderbroken. De aanbieder zal dan eerst maatregelen moeten nemen op de verzendlocatie om het overige deel van de partij middels bevochtiging stuifvrij te maken. Door inzet van een waterwagen zal het te droge materiaal worden bevochtigd alvorens het door de grondverzetmachine verder wordt verwerkt. Bemonstering zal slechts plaatsvinden indien er vermoeden bestaat dat de partij niet binnen de vergunningnormen kan worden geaccepteerd of indien het vermoeden bestaat dat er gezondheidsrisico’s kunnen optreden bij verdere verwerking van de partij. In geval van monstername zal op alle monsterpotten de waarschuwing worden geplaatst dat het monster asbest bevat.
2.3.3
Verontreinigde grond voor stort
Onder grond wordt hier mede verstaan ingedroogde baggerspecie. Voor de acceptatie en verwerking van asbesthoudende grond is tevens paragraaf 2.3.2 van toepassing. 2.3.3.1 Criteria Verontreinigde grond wordt op mogelijk hergebruik en potentiële reinigbaarheid getoetst. Indien Bodem+ de partij heeft beoordeeld wordt de deze beoordeling bindend geacht. Indien grond niet geschikt is voor hergebruik of reiniging wordt de grond getoetst aan de vergunningeisen om te bepalen of deze voor stort in aanmerking komt.
2.3.3.2 Acceptatievoorwaarden Voor grond worden altijd gegevens gevraagd over de aard en samenstelling. Daar waar gegevens zijn vermeld in de originele verklaring van Bodem+ hoeven hiervan niet separaat nog afschriften van de achterliggende rapporten te worden overlegd. Voor partijen kleiner dan 40 ton wordt die informatie gevraagd die noodzakelijk is om een deskundige afweging te maken over de eindbestemming. Voor partijen groter dan 40 ton dienen gegevens te worden verstrekt omtrent de fysische en chemische samenstelling. De gegevens dienen minimaal de gehalten aan PAK’s, olie en zware metalen te bevatten. Alle van de aan te bieden partij beschikbare onderzoekgegevens worden opgevraagd bij de aanbieder van de partij. Tevens wordt informatie gevraagd over stoffen die door zintuiglijke waarneming dan wel op grond van het historisch gebruik te verwachten zijn. Voor zover de wetgeving dit verlangt dient een actuele, originele verklaring van het Bodem+ te worden overlegd.
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
13
27-9-2005
Indien blijkt dat er sprake is van gevaarlijk afval treedt tevens de procedure in werking, zoals die geldt voor gevaarlijke afvalstoffen (paragraaf 2.3.4).
2.3.3.3 Controle en bemonstering Van de vrachten verontreinigde grond die voor stort worden aangeboden, worden monsters genomen. De analyseresultaten worden door de acceptant(en) van de afdeling acceptatie beoordeeld en getoetst aan de vergunningvoorwaarden van de betreffende stortlocatie.
2.3.4
Gevaarlijke afvalstoffen
Afvalstoffen worden op grond van de Regeling Europese afvalstoffenlijst (Eural) ingedeeld in gevaarlijke afvalstoffen en bedrijfsafvalstoffen. Conform deze Regeling kunnen afvalstoffen als gevaarlijk worden beoordeeld omdat ze als zodanig zijn aangewezen of, bij indeling in een complementaire categorie, op grond van de concentratie aan stoffen waarbij een bepaalde gevaarseigenschap van toepassing wordt. Het deel van de gevaarlijke afvalstoffen met een gloeirest van meer dan 90% (minder dan 10% verasbaar) wordt aangemerkt als anorganisch. Te storten anorganische gevaarlijke afvalstoffen worden conform bijlage I van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (Bssa) op grond van de uitloogbaarheid onderverdeeld in C3- en C2-afval. Een klein aantal stoffen is op grond van hun (eco)toxisch karakter aangewezen als C1-afval. Voor C1-afvalstoffen is Nederland geen mogelijkheid aanwezig om deze te storten. Met overige gevaarlijke afvalstoffen (niet zijnde C1-, C2- of C3-afval) wordt gelijk omgegaan als met C3-afvalstoffen. Derhalve wordt overal waar C3-afval wordt genoemd mede bedoeld de overige gevaarlijke afvalstoffen. Hiermee wordt aangesloten bij de huidige praktijkindeling van gevaarlijk afval. De maximale concentratie aan verontreinigingen waarbij een gevaarlijke afvalstof nog voor stort mag worden geaccepteerd is geregeld in de vergunningvoorschriften. Stoffen die op grond van de uitloogbaarheid zijn ingedeeld als C3-afval worden op de stortplaats Zeeasterweg verwerkt. Zodra de uitloognormen voor gevaarlijk afvalstoffen van de Europese beschikking voor aanvaarding van afvalstoffen op stortplaatsen zijn geïmplementeerd in het Nederlands recht wordt hierbij aangesloten.
2.3.4.1 Criteria Ook voor gevaarlijke afvalstoffen wordt bekeken of reiniging, hergebruik of thermische verwerking mogelijk is. Hierbij wordt tevens beoordeeld of het totaal milieurendement hiervan beter is dan storten. Bij de volgende stap van de beoordeling wordt bekeken of het gevaarlijk afval aan te merken is als anorganisch. Bij gevaarlijke afvalstoffen met een verasbaar gehalte van meer dan 10% wordt bekeken of het terugdringen van het verasbaar gehalte alvorens het afval te storten een milieuhygiënisch voordeel heeft. Afvalstoffen waarbij het terugbrengen van het verasbaar gedeelte geen voordeel heeft zijn onder andere:
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
14
27-9-2005
niet-reinigbare grond en baggerspecie; residuen van de reiniging van grond, baggerspecie, zeefzand, RKG-afval, veegvuil en hiermee vergelijkbare granulaire minerale afvalstoffen; mineraal kool (zoals actief kool); afvalstoffen met een duurzame vaste vorm (bijvoorbeeld bouw- en sloopafval componenten); afval uit thermische processen. Het verasbaar gehalte wordt gecorrigeerd voor het gehalte aan mineraal kool. Mineraal kool is niet biologisch afbreekbaar en heeft een positieve invloed op de binding van verontreinigingen. Indien de afvalstof een gehalte verteerbaar organische koolstof (oxideerbaar koolstof) van meer dan 5% bezit wordt bekeken of biologische afbraak hiervan kan leiden tot een dusdanige verzuring van het stortlichaam dat de verontreinigingen van de afvalstof zo mobiel worden dat uitloogwaarden van de verontreinigingen de norm voor C2-afval bereiken. Als dit het geval is zal het organisch gehalte moeten worden teruggebracht alvorens het op de stort kan worden geaccepteerd. Indien dit niet mogelijk is zal het afval zodanig moeten worden gewaarborgd dat biologische afbraak niet meer voor kan komen. Bijvoorbeeld door het afval middels verpakking af te sluiten van luchttoevoer. Dit geldt ook in geval dat van de afvalstof er dusdanig veel organisch materiaal kan afbreken, dat de hieraan geadsorbeerde verontreinigingen vrij kunnen komen in een concentratie gelijk aan de norm voor C2-afval. De overwegingen die een rol hebben gespeeld bij de afweging hoe moet worden omgegaan met het afval worden in de administratie geregistreerd. Als vervolgstap van de acceptatieprocedure wordt beoordeeld of uitloogonderzoek nodig is. Gevaarlijke afvalstoffen waarbij geen van de parameters als genoemd in tabel 1 (behorende bij bijlage 1 van het Bssa) in een dusdanige concentratie aanwezig is dat de afvalstof op grond hiervan een in de Eural genoemde gevaarseigenschap bezit, worden niet beoordeeld op uitloogbaarheid. Deze worden behandeld als een C3-afvalstof die geen overschrijding op grond van uitloogbaarheid kent. Bepaalde gevaarlijke afvalstoffen waarvoor geen andere verwerking voorhanden is dan storten en waarvoor berging in de C2-deponie niet vergund is worden, zonder uitloogonderzoek, als C3-afval gestort. Het betreft hier: niet-reinigbare grond en baggerspecie; residuen van de reiniging van grond, baggerspecie, zeefzand, RKG-afval en veegvuil; mineraal kool (zoals actief kool); bouw- en sloopafval componenten met een duurzame vaste vorm. Indien een uitloogonderzoek, voor indeling van anorganische gevaarlijke afvalstoffen in C2- of C3-afval, moet worden uitgevoerd, wordt gekeken naar die stoffen die in een dusdanig hoge concentratie voorkomen dat een gevaarseigenschap uit de Eural van toepassing is en waarvan tevens in tabel 1 (behorende bij bijlage 1 van het Bssa) een uitloogcriterium is opgenomen. Indien het C3-afval betreft wordt het op de stortplaats verwerkt. C2-afvalstoffen worden doorverwezen naar een C2-deponie. Voor C2-afvalstoffen waarvoor geen afvoer mogelijk is naar de C2-deponie, zal per geval aan het bevoegd gezag een uitspraak worden gevraagd of storten, eventueel onder aanvullende voorwaarden, is toegestaan. Een stroomschema van voornoemde acceptatieprocedure is bijgevoegd als bijlage 1.
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
15
27-9-2005
2.3.4.2 Acceptatieprocedure Bij de vooraanmelding worden altijd gegevens gevraagd over de aard en samenstelling van de afvalstof alsmede van het proces waarbij het afval is ontstaan. Alle van de aan te bieden partij beschikbare onderzoekgegevens worden opgevraagd bij de aanbieder van de partij. Deze informatie moet eventueel worden aangevuld totdat voldoende over het afval bekend is zodat een deskundige afweging gemaakt kan worden over de indeling en verwerking van de partij. Bij partijen tot 50 ton (aanbod per jaar) hoeft geen uitloogonderzoek te worden overlegd. Voor partijen groter dan 50 ton (aanbod per jaar) maar kleiner dan 1.000 ton (aanbod per jaar), dient, naast de gegevens over de bruto samenstelling, een uitloogonderzoek te worden uitgevoerd. In plaats van de in het Bssa opgenomen kolomtest L/S=1 kan indicatief de uitloogbaarheid worden bepaald volgens een methode met L/S=10 of L/S=20 danwel kan de maximale beschikbaarheid worden vastgesteld. Indien de uitloogwaarden kleiner zijn dan de Uk-waarden, kan aangenomen worden dat het uitvoeren van een kolomtest L/S=1 geen significant hogere resultaten zal opleveren. Bij overschrijding van de Uk-waarden zal alsnog de L/S=1 uitloogtest moeten worden uitgevoerd alvorens de indeling kan worden vastgesteld. Voor partijen groter dan 1.000 ton (aanbod per jaar) dienen altijd de resultaten van een kolomtest L/S=1 (conform het Bssa) te worden overlegd. Indien het proces, waaruit de afvalstoffen vrijkomen, zodanig wordt gewijzigd, door andere techniek of andere hulpstoffen, zodat de uitloogbaarheid van de afvalstof kan worden vergroot, dient een nieuw uitloogonderzoek te worden uitgevoerd.
2.3.4.3 Controle Van gevaarlijke afvalstoffen die voor stort worden aangeboden worden monsters genomen. Afhankelijk van de partijgrootte en de mate van procesmatig vrijkomen van het afval wordt de bemonsteringsfrequentie vastgesteld. In het algemeen zal de steekproefsgewijze controlebemonstering tussen de 2 en 10% liggen. De analyseresultaten worden door de acceptant(en) van de afdeling acceptatie beoordeeld en getoetst aan de vergunningvoorwaarden. Verder wordt van het percolaat dat uit het stortlichaam treedt wekelijks de pH vastgesteld. Indien de pH meer dan twee eenheden van de pH=7 gaat afwijken, zullen passende maatregelen worden genomen om de eventuele verhoogde uittreding van metalen tegen te gaan.
§ 2.4 Acceptatie ten behoeve van biologisch reinigen 2.4.1
Acceptatievoorwaarden
Ten behoeve van de biologische grondreiniging worden, in verband met de reinigbaarheid, alleen zandige gronden die verontreinigd zijn met minerale olie en/of BTEX (veelal afkomstig van benzinestations of uit de nabijheid van olieopslagtanks) geaccepteerd. De biologische reiniging wordt analoog aan de BRL 7500 uitgevoerd. De volgende acceptatiecriteria worden gehanteerd:
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
16
27-9-2005
Parameter Anorganische verontreinigingen Minerale olie
Grenswaarde (mg/kg) Bepaald door wettelijke kaders (bijv. grenswaarde Bouwstoffenbesluit) 10.000 5.000 500 Bepaald door wettelijke kaders (bijv. grenswaarde Bouwstoffenbesluit) 1.000 0,3*humusgehalte Bepaald door wettelijke kaders (bijv. grenswaarde Bouwstoffenbesluit)
De grond kan bij hoge concentraties minerale olie in voorkomende gevallen gevaarlijk afval zijn.
2.4.2
Controle, samenvoegen van partijen en uitkeuring
Aangevoerde partijen grond worden in eerste instantie opgeslagen in een bufferdepot. Partijen kleiner dan 100 ton worden geclusterd tot een partij van 1.000 ton. Grotere partijen worden gescheiden opgeslagen. De kwaliteit van de partijen wordt vervolgens indicatief bepaald. Na reiniging vindt uitkeuring van het gereinigde product plaats conform BRL 7500. Afzet vindt pas plaats indien is vastgesteld dat de gereinigde partij binnen de wettelijke kaders kan worden hergebruikt.
§ 2.5 Acceptatie ten behoeve van extractief reinigen 2.5.1
Acceptatievoorwaarden
Uitgangspunt bij de acceptatie is dat de aangevoerde afvalstoffen tot een herbruikbaar product gereinigd kunnen worden. Hierbij spelen de volgende criteria een rol: - Bedrijfseconomische criteria. Er worden eisen gesteld aan de hoeveelheid slib in de te reinigen materialen omdat de slibverwerking in hoge mate bepalend is voor de uiteindelijke verwerkingskosten (gebruik polyelectroliet, stortkosten slib); - Milieuhygiënische criteria. Uitgangspunt van de reiniging is het produceren van een product dat kan worden hergebruikt (in een werk of sanering). Het reinigingsprincipe van de installatie is gebaseerd op het scheiden van deeltjes op basis van deeltjesgrootte en soortelijke massa. Dit betekent dat verontreinigingen die als losse (discrete) deeltjes voorkomen effectief verwijderd kunnen worden als de dichtheid kleiner is dan die van het bulkmateriaal (zand). Ook slib- en organisch gebonden verontreinigingen kunnen goed met de installatie worden afgescheiden. Echter, verontreinigingen die sterk verkleefd zijn aan de zandfractie en die niet met de scrubber verwijderd kunnen worden, kunnen slecht worden verwijderd. Dit alles leidt tot de conclusie dat de verschijningsvorm van de verontreinigingen en niet de concentratie waarin de verontreinigingen voorkomen, bepalend is voor de reinigbaarheid van de afvalstof. De volgende acceptatiecriteria worden gehanteerd:
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
17
27-9-2005
Parameter Minerale olie
Grenswaarde (mg/kg) 7.500 3.000 1.000 800 1.000 10 10-90 * grenswaarde Bouwstoffenbesluit 250 170 40 5.400 1.700 10 5.400 600 5.900 1.000 10.000 10-90 * grenswaarde Bouwstoffenbesluit
Partijen te reinigen grond kunnen in voorkomende gevallen gevaarlijk afval zijn. In de installatie zullen ook asbesthoudende afvalstoffen worden verwerkt. Aan deze verwerking ligt een werkplan ten grondslag waarin de hygiënische en organisatorische maatregelen zijn beschreven teneinde verspreiding van asbestvezels te voorkomen.
2.5.2
Controle, samenvoegen van partijen en uitkeuring
Aangevoerde partijen worden naar soort opgeslagen in een bufferdepot. Partijen kleiner dan 100 ton worden geclusterd tot een partij van 1.000 ton. Grotere partijen worden gescheiden opgeslagen. De kwaliteit van de partijen wordt vervolgens indicatief bepaald. Partijen waarvan separate reiniging tot eenzelfde kwaliteit van het eindproduct leidt, worden voorafgaand aan reiniging samengevoegd tot een reinigingsbatch. Na reiniging vindt uitkeuring van het gereinigde product plaats conform BRL 7500. Afzet vindt pas plaats indien is vastgesteld dat de gereinigde partij binnen de wettelijke kaders kan worden hergebruikt.
§ 2.6 Acceptatie van RKGV (zeving en keuring) 2.6.1
Acceptatievoorwaarden
Als acceptatievoorwaarden geldt dat het aangeboden RKGV gemiddeld niet meer dan 30% restfractie, waarbij restfractie wordt gedefinieerd als zijnde de som van de fracties <63µm, >20 mm en organische stof. Partijen worden visueel op deze acceptatievoorwaarden getoetst.
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
18
27-9-2005
2.6.2
Controle, samenvoegen van partijen en uitkeuring
De kwaliteit van het RKGV is bij het aanbieden onbekend. Het betreft immers kleine partijen (hooguit 5 m3) die middels zuig- of veegauto’s zijn verzameld en die na verzameling direct worden aangeboden. Kwaliteitsgegevens van de afvalstof die in de loop der tijd zijn verzameld, laten zien dat het RKGV nagenoeg nooit een gevaarlijke afvalstof is. De aangeboden partijen worden op depot visueel geïnspecteerd en samengevoegd tot een bulk. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen riool-, kolken- en gemalenslib (RKG) en veegvuil. Na zeving van het RKGV wordt de afgezeefde fijne fractie of direct afgevoerd voor verwerking elders (d.w.z. reiniging) of indicatief gekeurd om een inschatting van de milieuhygiënische kwaliteit te maken. Het laatste vindt plaats indien het zandgehalte van de fijne fractie groot is hetgeen een aanwijzing is dat direct hergebruik zonder reiniging tot de mogelijkheden behoort. In het eerste geval vindt keuring van het materiaal pas plaats bij de reiniger en niet binnen de inrichting. In het tweede geval is de indicatieve kwaliteit van de fijne fractie bepalend voor de volgende stap. Indien blijkt dat het materiaal niet herbruikbaar is, vindt afvoer plaats naar een reiniger. Indien uit de indicatieve kwaliteitsbepaling blijkt dat het materiaal herbruikbaar is, vindt een partijkeuring plaats conform Bouwstoffenbesluit (AP04 of gelijkwaardig) om de definitieve kwaliteit te bepalen. Indien is vastgesteld dat de gereinigde partij binnen de wettelijke kaders kan worden hergebruikt, wordt deze als bouwstof hergebruikt. Indien dit niet het geval is, wordt de partij afgevoerd voor verwerking. Het bij de voorzeving, van de partijen RKGV, vrijkomende afval wordt overgedragen aan de stortplaats of afgevoerd voor verbranding bij een AVI.
§ 2.7 Acceptatie van baggerspecie 2.7.1
Acceptatievoorwaarden
Op Zeeasterweg zal uitsluitend baggerspecie worden geaccepteerd die na rijping direct kan worden hergebruikt. Hiervoor gelden de volgende acceptatiecriteria: Het mag geen grove bestanddelen bevatten die de verwerking (rijpen) belemmeren; Het betreft klasse 0-2 specie en klasse 3 specie voor zover de aanwezige verontreinigingen na rijping hergebruik niet belemmeren.
2.7.2
Controle, samenvoegen van partijen en uitkeuring
In de vooracceptatiefase worden de analyseresultaten van de waterbodembemonstering overlegd en beoordeeld. Deze bemonstering vindt plaats volgens het waterbodempakket (zware metalen, minerale olie, PAK’s en, indien nodig, chloride). Op basis van deze gegevens (verontreinigingsgraad, zandgehalte, wijze van voorkomen van de verontreinigingen) wordt bepaald of de specie voor hergebruik in aanmerking komt. Bij aanlevering van de specie wordt de specie visueel/organoleptisch gecontroleerd. Van de aangeleverde specie wordt steekproefsgewijs een representatief monster genomen dat op karakteristieke parameters wordt geanalyseerd. De hiermee verkregen gegevens worden vergeleken met de resultaten van de waterbodemkeuring. De frequentie van bemonstering is afhankelijk van de risicobeoordeling van de aangeleverde specie. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in hoog en laag risicospecie. De risicobeoordeling vindt plaats op basis van het herkomstgebied van de baggerspecie en de kennis over dit gebied. Hierbij wordt vooral gekeken naar de kans dat de specie is verontreinigd als gevolg van milieubedreigende activiteiten in de omgeving. Afhankelijk van de aangeleverde kwaliteitsgegevens en de
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
19
27-9-2005
betrouwbaarheid van de ontdoener kan het noodzakelijk zijn om zelf waterbodemonderzoek uit te voeren teneinde de kwaliteit van hoog risicospecie te bepalen. Met betrekking tot het samenvoegen van de specie wordt de BRL 9308 gevolgd. Uitzondering vormt het samenvoegen van laag risicospecie waarbij in beginsel geen maximum partijgrootte wordt gehanteerd. Bij het samenvoegen wordt rekening gehouden met de risicobeoordeling. Hoog risico specie wordt samengevoegd tot partijen van ten hoogste 1.000 ton. In praktijk betekent dit dat partijen klasse 0, 1 en 2 specie worden samengevoegd. Klasse 3 die op basis van de analysegegevens als herbruikbaar wordt beschouwd, wordt in een apart depot verwerkt. Na rijping wordt de specie gekwalificeerd conform de BRL 9308 of een partijkeuring. Afzet vindt pas plaats indien is vastgesteld dat de gereinigde partij binnen de wettelijke kaders kan worden hergebruikt.
§ 2.8 Acceptatie ten behoeve van immobilisatie 2.8.1
Acceptatievoorwaarden
Uitgangspunt bij de acceptatie van afvalstoffen ten behoeve van immobilisatie is dat het geïmmobiliseerde eindproduct binnen de wettelijke kaders (zoals het Bouwstoffenbesluit) kan worden hergebruikt. Bij de acceptatie wordt onderscheid gemaakt in organische parameters en anorganische parameters. De in de te immobiliseren afvalstoffen aanwezige organische verontreinigingen mogen de samenstellingswaarde voor vormgegeven bouwstoffen uit het Bouwstoffenbesluit niet overschrijden. Het betreft het gehalte van deze organische verontreinigingen voorafgaand aan immobilisatie en niet van het geïmmobiliseerde product. De grenswaarden van de anorganische verontreinigingen worden bepaald door het uitlooggedrag van het geïmmobiliseerd product. De te immobiliseren afvalstoffen kunnen dan ook in voorkomende gevallen als gevaarlijk worden aangemerkt.
2.8.2
Controle, keuring en samenvoegen
De uitloging van het geïmmobiliseerd product is bepalend voor het gehalte aan anorganische verontreinigingen in de afvalstoffen. Voorafgaand aan immobilisatie wordt een monster van de te verwerken batch naar een laboratorium gebracht waar na toevoeging van een hulpstof volgens een bepaalde receptuur een immobilisaat wordt gevormd. Het gevormde proefstuk wordt gecontroleerd op uitlooggedrag, druksterkte, volumieke massa en vorst/dooigedrag. Indien nodig wordt de receptuur van het immobilisaat gewijzigd teneinde aan de gestelde milieuhygiënische en civieltechnische randvoorwaarden te kunnen voldoen. De batch wordt samengesteld uit diverse partijen granulaire afvalstoffen. Hierbij speelt de korrelgrootteverdeling van de individuele partijen een belangrijke rol. Opgemerkt wordt dat ook gevaarlijke afvalstoffen in een batch verwerkt kunnen worden en dus kunnen worden samengevoegd met partijen niet gevaarlijke afvalstoffen. Nadat in het laboratorium is vastgesteld welke receptuur moet worden gebruikt voor het immobiliseren, wordt de batch in de immobilisatie-installatie gemengd met cement en eventueel andere hulpstoffen tot een immobilisaat. Het immobilisaat wordt in het werk gebracht en nadat het werk is uitgevoerd, wordt de milieuhygiënische kwaliteit van het immobilisaat conform de wettelijke eisen bepaald.
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
20
27-9-2005
Het immobilisaat wordt als bouwstof afgezet met een erkende kwaliteitsverklaring
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
21
27-9-2005
§ 2.9 Acceptatie ten behoeve van grond- en bouwstoffenbank 2.9.1
Acceptatiecriteria
De aangeboden grond en bouwstoffen dienen te voldoen aan de hergebruikseisen van het Bouwstoffenbesluit of eisen uit andere wettelijke regelingen dan het Bouwstoffenbesluit, zoals actief bodembeheer (bodemgebruikswaarden). De grondbank wordt tevens gebruikt voor de opslag van teerhoudend asfaltgranulaat (TAG). Dit materiaal wordt ingezameld, opgebulkt en tenslotte afgevoerd naar een vergund thermisch verwerker. Het betreft asfalt met een concentratie PAK groter dan 75 mg/kg.
2.9.2
Controle, keuring en samenvoegen
Bouwstoffen waarvan de kwaliteit niet of slechts indicatief bekend is, worden gekwalificeerd middels een partijkeuring (AP04 of gelijkwaardig) conform het Bouwstoffenbesluit. Grond, waarvan de kwaliteit niet of slechts indicatief bekend is, wordt gekwalificeerd conform de BRL 9308 of een partijkeuring. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in: Kleine partijen (kleiner dan 100 ton). Indien voorinformatie (d.w.z. informatie m.b.t. de milieuhygiënische kwaliteit) van de partij aanwezig is, dient deze te worden overlegd. In veel gevallen is deze informatie niet aanwezig en dient informatie te worden gegeven over de herkomst van de partij, het (voormalige) gebruik van de grond en, voor zover bekend, de verontreiniginggraad van de partij. Op grond van deze informatie kan een inschatting worden gemaakt van de kwaliteit van de partij (schoon, categorie 1- of 2grond). Kleine partijen worden geclusterd tot een partij van 100 ton. Middels een indicatieve keuring wordt voorinformatie over de partij verkregen en kan deze met andere partijen worden samengevoegd tot een samengestelde partij van maximaal 1.000 ton. Partijen groter dan 100 ton maar kleiner dan 1.000 ton. De ontdoener dient altijd voorinformatie over de partij aan te leveren. Nadat de kwaliteit indicatief is bepaald middels een indicatieve keuring, worden partijen geclusterd tot een partij van maximaal 1.000 ton (samengestelde partij). De samengestelde partij wordt vervolgens bemonsterd en geanalyseerd conform protocol BRL 9308 om de definitieve kwaliteit vast te stellen. Partijen groter dan 1.000 ton maar kleiner dan 2.000 ton. De ontdoener dient altijd voorinformatie over de partij aan te leveren. Na binnenkomst wordt de partij opgeslagen, indicatief gekeurd en tenslotte bemonsterd en geanalyseerd conform protocol BRL 9308 om de definitieve kwaliteit vast te stellen. Grote partijen (groter dan 2.000 ton). De ontdoener dient altijd voorinformatie over de partij aan te leveren. Na binnenkomst wordt de partij gesplitst in batches van maximaal 2.000 ton die indicatief gekeurd en tenslotte bemonsterd en geanalyseerd worden conform protocol BRL 9308 om de definitieve kwaliteit vast te stellen. Gecertificeerde partijen en bulken grond worden eventueel conform BRL 9308 gesplitst en naar de klant afgevoerd. Als de definitieve kwaliteit is vastgesteld, kan blijken dat de partij niet kan worden toegepast binnen de wettelijke kaders. In dat geval vindt een herkeuring plaats. Indien de herkeuring eenzelfde resultaat oplevert, wordt de ontdoener hiervan op de hoogte gesteld waarna de partij naar een externe verwerker wordt afgevoerd.
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
22
27-9-2005
Voor de overige afvalsoorten die op de grondbank opgeslagen kunnen liggen, wordt het volgende opgemerkt. TAG wordt samengevoegd tot een bulk van maximaal 25.000 ton alvorens deze wordt afgevoerd naar een thermische reiniger; Niet-reinigbare grond wordt conform het protocol van Bodem+ tot een bepaalde hoeveelheid opgebulkt (afhankelijk van partijgrootte); Afvalstoffen waarvoor, in verband met het ontbreken van een toereikende inzamel- en/of verwerkingsstructuur, een tijdelijke opslagvoorziening benodigd is, worden naar soort opgebulkt tot een hoeveelheid van (in totaal) maximaal 25.000 ton.
2.9.3
Afzet residuen
Bij het zeven van partijen komt puin vrij die voor hergebruik in aanmerking komt. De afgezeefde puinstroom wordt door de depotbeheerder beoordeeld op de aanwezigheid van grond (niet meer dan 10%) en vreemde bestanddelen (zoals hout). Indien het puin teveel vreemde bestanddelen bevat wordt beoordeeld of deze zinvol verwijderd kunnen worden middels handpicking of zeven. Indien dit niet het geval is, wordt het puin afgevoerd naar de stortplaats. De milieuhygiënische kwaliteit van het puin wordt vervolgens beoordeeld conform de BRL 2506. TAG wordt afgevoerd naar een thermische reiniger.
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
23
27-9-2005
Hoofdstuk 3 AO/IC - Algemeen § 3.1 Organisatie Afvalzorg Het organogram van N.V. Afvalzorg is weergegeven in Figuur 1.
Figuur 1: Organogram
§ 3.2 Het (milieu)beleid Het is het streven van de onderneming om haar activiteiten uit te voeren: in overeenstemming met van toepassing zijnde wet– en regelgeving, interne instructies en procedures; met een maximale inspanning ten aanzien van het voorkomen van overlast aan derden; met een zo laag mogelijk risico met betrekking tot arbo en milieu; met een openheid ten aanzien van informatie zowel intern als extern.
§ 3.3 Functie– en taakbeschrijvingen. Beschrijving van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van sleutelfunctionarissen, voor zover relevant in het kader van de AV/AO-IC voor (afval)stoffen terzake van de onderhavige bewerkingslocatie Zeeasterweg.
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
24
27-9-2005
Bedrijfsleider Stort Stortmedewerker/ Milieutechnisch uitvoerder
Milieutechnisch hoofduitvoerder
verantwoordelijk voor het dagelijks beheer van de stortlocatie.
belast met controle op de locatie op de aangeboden (afval)stoffen en tevens belast met monstername.
belast met het dagelijks beheer van de grond- en bouwstoffenbank.
Weegmeester
belast met de administratieve afhandeling op de locatie van de aangeboden afvalstoffen.
Accountmanager
belast met de vooracceptatie van stromen, de contractadministratie, beoordeling en indeling van partijen en de centrale afvalregistratie en -administratie.
§ 3.4 Functiescheiding De functies die van belang zijn bij de acceptatie en be– en verwerking van (afval)stoffen worden door diverse personen vervuld. Daarnaast is de controle op aangeboden en ontvangen (afval)stoffen bij meerdere personen neergelegd.
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
25
27-9-2005
Hoofdstuk 4 Administratie § 4.1 Inleiding Voor de administratie worden de volgende pakketten gebruikt: Logistiek pakket: Pieter Bas Balance (PB Balance); Financieel pakket: Exact C/S Finance en Invoice; Projectadministratie: Exact C/S Project; Relatiebeheersysteem: Synergy; Bewerkingsactiviteiten: Grondbank registratie en informatie pakket (GRIP).
§ 4.2 Goederenadministratie PB Balance is een specifiek administratief systeem voor afvalverwerking. Naast de logistieke administratie vindt ook de facturatie plaats in PB Balance. Door middel van het integraal importeren van factuurregels vanuit PB Balance in Exact C/S Finance wordt er gezorgd voor een directe koppeling tussen de logistieke en de financiële administratie. GRIP is een specifieke toepassing voor Afvalzorg Grondstromen en is een aanvulling op PB Balance en Exact en wordt met name gebruikt voor het volgen van stromen, voorraadbeheer en kwaliteitsbewaking en –borging van partijen. De GRIP-applicatie heeft een multiple document interface en kan de volgende rapportages verzorgen: inkomende resp. uitgaande afvalstromen toewijzen tonnen; tonnen per bulk; belastingrapportages. Aan GRIP zijn overigens meerdere, specifieke procedures en werkinstructies gekoppeld (bijv. bulken van grote partijen resp. van kleine partijen (< ton), indicatief keuren, aanmaken uitnummers e.d.). Op het hoofdkantoor te Haarlem wordt er elk uur een back-up gemaakt van een algemeen log bestand. Elke avond wordt een complete back-up van de database gemaakt. Op deze manier is in geval van een computerstoring de data op kantoor terug te halen tot maximaal een uur voor de storing en in veel gevallen tot de storing zelf. Elke gebruiker heeft een specifieke login-naam en wachtwoord. Daarnaast zijn per gebruiker rechten ingesteld. Op deze wijze zijn de geautomatiseerde systemen beveiligd tegen ongeautoriseerd gebruik.
§ 4.3 Financiële administratie De financiële administratie wordt per werkmaatschappij bijgehouden en wordt centraal door de holding gevoerd. De financiële afdeling is dus organisatorisch gescheiden van de werkmaatschappij Grondstromen BV en Deponie BV. Jaarrekening, begroting en tussentijdse rapportages worden per werkmaatschappij opgesteld. De holding stelt jaarlijks een geconsolideerde begroting en geconsolideerde jaarrekening op. Alle jaarrekeningen worden door een registeraccountant gecontroleerd en voorzien van een accountantsverklaring. De geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld conform de voorschriften van Titel 9 Boek 2 BW. Hierbij wordt dus uitgegaan van algemeen aanvaarde
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
26
27-9-2005
Nederlandse boekhoudregels (het Stramien). In die gevallen waarin de boekhoudregels een keuze aan het bedrijf laten, is de keuze voor een bepaalde waarderingsgrondslag vermeld in het jaarverslag. De waarderings- en resultaatbepalingsgrondslagen zijn vastgelegd in een handboek. De omzet voortvloeiende uit de verschillende bewerkingsactiviteiten wordt op één grootboekrekening geboekt. De locatie Zeeasterweg is één voorraadlocatie en er vinden dan ook geen mutaties plaats tussen verschillende voorraadlocaties. Zoals onder ‘Interne controle en monitoring’ wordt aangegeven, wordt de stromenbalans opgesteld op basis van de goederenadministratie en niet op basis van de financiële administratie.
§ 4.4 Voorraadadministratie Eens per kwartaal wordt de aanwezige voorraad aan (afval)stoffen per bewerkingsproces opgenomen aan de hand van de registratie van in– en uitgaande wegingen. De juistheid van de voorraad wordt gecontroleerd door een visuele inspectie. Afwijkingen worden gemeld aan de projectleider. Deze bepaalt vervolgens welke acties genomen worden bij geconstateerde afwijkingen.
§ 4.5 Verband tussen en koppeling van administraties De financiële administratie is rechtstreeks gekoppeld aan de goederenadministratie. Verschillen tussen de goederenadministratie en de financiële administratie komen dan ook niet voor.
§ 4.6 Standaarddocumenten Voor vastlegging van gegevens is een aantal standaarddocumenten beschikbaar, waarin de verzamelde gegevens worden toegepast in standaard berekeningen of waarin voorwaarden zijn beschreven waaraan de gegevens moeten voldoen.
§ 4.7 Registratie gegevens Geregistreerde gegevens worden in beginsel binnen 1 werkdag bijgehouden en gedurende tenminste 5 jaar bewaard.
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
27
27-9-2005
Hoofdstuk 5 Interne controle en monitoring § 5.1 Taken en verantwoordelijkheden De controle op de registratie van afvalstoffen, op de juiste autorisatie van afwijkingen van het acceptatie- en verwerkingsbeleid en op het nakomen van de bemonsteringsfrequenties is vastgelegd in het ISO 14001 kwaliteitssysteem en het handboek kwaliteitszorgsysteem van Grondstromen BV en Deponie BV. De hoofduitvoerder/weegmeester is verantwoordelijk voor een juiste registratie van de afvalstoffen en het nakomen van de bemonsteringsfrequentie. Hij wordt hierop gecontroleerd door de accountmanager. Deze zal tevens afwijkingen van het acceptatie- en verwerkingsbeleid accorderen.
§ 5.2 Milieuzorgsysteem 5.2.1
ISO en EMAS
Grondstromen is NEN-EN-ISO 14001:1996 gecertificeerd betreffende de be- en verwerking van grondstromen voor hergebruikstoepassingen. Het certificaat is 10 september 2001 verleend en loopt tot 10 september 2004. Daarnaast mag N.V. Afvalzorg het EMAS logo voeren onder registratienummer NL-000031 tot 1 mei 2005. Monitoring vindt plaats overeenkomstig ISO- en EMAS-procedures. Zo worden financiële kwartaal- en jaarverslagen opgesteld, vindt per kwartaal een bespreking met de directie plaats, worden ISO 14001 audits gehouden en vinden handhavingsoverleggen plaats. Binnen de holding zijn algemeen ondersteunende afdelingen aanwezig op het gebied van financiën, P&O, KAM en vergunningen.
5.2.2
Externe controles
Externe controles worden uitgevoerd door accountants met betrekking tot financiële rapportages en door een geaccrediteerd certificeringsbureau worden ISO 14001 en EMAS audits uitgevoerd.
5.2.3
Periodieke rapportages
In onderstaande tabel zijn de onderwerpen weergegeven waarover periodiek gerapporteerd wordt. Onderwerp:
Frequentie:
1. Aanvoer Maand 2. Opstellen massabalans + voorraad per Kwartaal soort 3. Analyseren massabalans per route Kwartaal 4. W&V-rekening + balans Jaarlijks 5. Realisatie opbrengst vs. begroting Jaarlijks 6. SvZ naleving vergunningen Jaarlijks 7. Tijdigheid meldingen LMA
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
Maandelijks/kwartaal
28
Rapportage door: Afdeling Financiën Hoofduitvoerder/accountmanager Accountmanager Afdeling Financiën Afdeling Financiën Adviseur KAM/vergunningen locatiebeheerder (Senior) accountmanager
+
27-9-2005
§ 5.3 Materialenbalansen 5.3.1
Algemeen
Voor de afvalstoffen die niet worden gestort kan een sluitende materialenbalans worden opgesteld; er worden immers geen (afval)stoffen binnen de inrichting vernietigd. Dit betekent dat overall de volgende balans geldt: eindvoorraad = beginvoorraad + aanvoer – afvoer – waterverlies Voor de grondbank- en RKGV-activiteiten geldt (conform GRIP) de volgende balans: eindvoorraad = beginvoorraad + aanvoer – doorgeboekt. De vergelijking die in GRIP wordt gemaakt is hiervan afgeleid: beginvoorraad + aanvoer = doorgeboekt + eindvoorraad In principe geldt dat –indien inrichting als een gesloten geheel wordt beschouwd dat (altijd) een sluitende massabalans moet (kunnen) worden opgesteld, aangezien alle tonnen in deze vergelijkingen zijn gebaseerd op in- en uitgaande wegingen. De massabalans wordt opgesteld vanuit de goederenadministratie.
5.3.2
Bewerken van afvalstoffen
Aan de hand van de weegadministratie bestaat inzicht in de verschillende hoeveelheden/stromen (afval)stoffen die ten behoeve van de onderscheiden deelactiviteiten zijn geaccepteerd en gelost (in een van de verschillende depots) resp. van de hoeveelheden/soorten eindproducten, die zijn afgevoerd. Aangezien de depots met verschillende afvalstoffen te allen tijde gescheiden blijven, kan een sluitende materialenbalans per depot/soort (afval)stof worden opgesteld.
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
29
27-9-2005
Bijlage 1
Stroomschema acceptatie gevaarlijk afval (m.u.v. AVI-reststoffen)
Gevaarlijk Afval
Nee
Samenstelling binnen de vergunning?
Ja
Nee
Organische stof < 10%
Zinvol om organische stof terug te dringen?
Ja
Ja
Niet storten Nee
Kan het afval (bij hoge uitloging) naar het C2deponie?
Nee
Ja
Pb-, Ni-, Snverbinding boven de Eural-grenswaarde?
Nee
Ja Uitloog onderzoek
Storten Braambergen
Nee
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
Uitloog gedrag > Uk1
Ja
30
Doorverwijzen naar C2deponie
27-9-2005
Bijlage 2
Overzicht van afvalstoffen (per activiteit) die op Zeeasterweg worden geaccepteerd
Euralcode + omschrijving
Storten
Biologisch reinigen
Extractief reinigen
Verwerking RKGV
Baggerspecie
Immobilisatie
Grondbank
X X
X X
X X
X X
X X
X X
X X
X
X
X
X
X X X X
X X X X
X X X X
01 AFVAL VAN EXPLORATIE, MIJNBOUW, EXPLOITATIE VAN STEENGROEVEN EN DE FYSISCHE EN CHEMISCHE BEWERKING VAN MINERALEN 01 01
afval van de winning van mineralen
01 01 01 afval van de winning van metaalhoudende mineralen 01 01 02 afval van de winning van niet-metaalhoudende mineralen
X X
01 03 afval van de fysische en chemische verwerking van metaalhoudende mineralen 01 03 05* c andere tailings die gevaarlijke stoffen bevatten 01 03 06 c niet onder 01 03 04 en 01 03 05 vallende tailings 01 03 07* c ander afval van de fysische en chemische verwerking van metaalhoudende mineralen dat gevaarlijke stoffen bevat 01 03 08 c niet onder 01 03 07 vallend stof- en poederachtig afval 01 03 09 c niet onder 01 03 07 vallend slib van de aluminiumproductie 01 03 99 niet elders genoemd afval
X X X
01 04 afval van de fysische en chemische verwerking van nietmetaalhoudende mineralen 01 04 07* c afval van de fysische en chemische verwerking van niet-metaalhoudende mineralen dat gevaarlijke stoffen bevat 01 04 08 c niet onder 01 04 07 vallend grind- en rotsafval 01 04 09 zand- en kleiafval 01 04 10 c niet onder 01 04 07 vallend stof- en poederachtig afval 01 04 11 c niet onder 01 04 07 vallend afval van de kali- en
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
31
X X X X X
27-9-2005
Euralcode + omschrijving
Storten
steenzoutverwerking 01 04 12 c niet onder 01 04 07 en 01 04 11 vallende schilfers en ander afval van het wassen en schoonmaken van mineralen 01 04 13 c niet onder 01 04 07 vallend afval van het hakken en zagen van steen 01 04 99 niet elders genoemd afval 01 05
Biologisch reinigen
Extractief reinigen
Verwerking RKGV
Baggerspecie
Immobilisatie
Grondbank
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X X X
X X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X X X X
X
X
boorgruis en overig boorafval
01 05 04 zoetwaterboorgruis en -afval 01 05 05* c oliehoudend boorgruis en -afval 01 05 06* c boorgruis en ander boorafval dat gevaarlijke stoffen bevat 01 05 07 c niet onder 01 05 05 en 01 05 06 vallend bariethoudend boorgruis en -afval 01 05 08 c niet onder 01 05 05 en 01 05 06 vallend chloridehoudend boorgruis en -afval 01 05 99 niet elders genoemd afval 02 AFVAL VAN LANDBOUW, TUINBOUW, AQUACULTUUR, BOSBOUW, JACHT EN VISSERIJ EN DE VOEDINGSBEREIDING EN –VERWERKING 02 01 afval van landbouw, tuinbouw, aquacultuur, bosbouw, jacht en visserij
1 1 1
02 01 01 slib van wassen en schoonmaken 02 01 04 kunststofafval (exclusief verpakkingen) 02 01 07 afval van de bosbouw 02 01 09 c niet onder 02 01 08 vallend agrochemisch afval 02 01 99 niet elders genoemd afval 02 02 afval van de bereiding en verwerking van vlees, vis en ander voedsel van dierlijke oorsprong
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
32
27-9-2005
Euralcode + omschrijving
1
Storten
02 02 99 niet elders genoemd afval
Biologisch reinigen
Extractief reinigen
Verwerking RKGV
Baggerspecie
Immobilisatie
Grondbank
X
02 03 afval van de bereiding en verwerking van fruit, groente, granen, spijsolie, cacao, koffie, thee en tabak, de productie van conserven, de productie van gist en gistextract en de bereiding en fermentatie van melasse
1
02 03 01 slib van wassen, schoonmaken, pellen, centrifugeren en scheiden 02 03 02 afval van conserveermiddelen 02 03 03 afval van oplosmiddelenextractie 02 03 05 slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 02 03 99 niet elders genoemd afval 02 04
1
1
1
grond van het schoonmaken en wassen van bieten afgekeurd calciumcarbonaat (= schuimaarde) slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse niet elders genoemd afval
X X
X X
X X X X
X X X X
X X X X
X X
X X
X X
afval van de zuivelindustrie
02 05 02 slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 02 05 99 niet elders genoemd afval 02 06
X X X X
afval van de suikerverwerking
02 04 01 02 04 02 02 04 03 02 04 99 02 05
X
afval van bakkerijen en de banketbakkersindustrie
02 06 02 afval van conserveermiddelen 02 06 99 niet elders genoemd afval
X X
02 07 afval van de productie van alcoholische en nietalcoholische dranken (exclusief koffie, thee en cacao)
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
33
27-9-2005
Euralcode + omschrijving
1
Storten
02 07 01 afval van wassen, schoonmaken en mechanische bewerking van de grondstoffen 02 07 02 afval van de destillatie van alcoholische dranken 02 07 03 afval van chemische behandeling 02 07 99 niet elders genoemd afval
Biologisch reinigen
Extractief reinigen
Verwerking RKGV
X X X X
03 AFVAL VAN DE HOUTVERWERKING EN DE PRODUCTIE VAN PANELEN EN MEUBELEN ALSMEDE PULP, PAPIER EN KARTON 03 01 afval van de houtverwerking en de productie van panelen en meubelen
1
03 01 04* c zaagsel, schaafsel, spaanders, hout, spaanplaat en fineer die gevaarlijke stoffen bevatten
X
03 03 afval van de productie en verwerking van pulp, papier en karton
1 1
03 03 02 “green liquor”-slib (afkomstig van de terugwinning van de kookvloeistof) 03 03 05 ontinktingsslib van papierrecycling 03 03 07 mechanisch afgescheiden rejects afkomstig van de verpulping van papier- en kartonafval 03 03 08 afval van het scheiden van voor recycling bestemd papier en karton 03 03 09 Kalkneerslagafval 03 03 10 onbruikbare vezels en door mechanische afscheiding verkregen vezel-, vulstof- en coatingslib 03 03 11 niet onder 03 03 10 vallend slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 03 03 99 niet elders genoemd afval 04
X X X X X X X X
AFVAL VAN DE LEER-, BONT- EN TEXTIELINDUSTRIE
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
34
27-9-2005
Baggerspecie
Immobilisatie
Grondbank
Euralcode + omschrijving 04 01
1
Biologisch reinigen
Extractief reinigen
Verwerking RKGV
afval van de leer- en bontindustrie
04 01 06 chroomhoudend slib, met name van afvalwaterbehandeling ter plaatse 04 01 07 chroomvrij slib, met name van afvalwaterbehandeling ter plaatse 04 01 08 chroomhoudend gelooid leerafval (snij-afval, polijststof) 04 01 09 afval van bewerking en afwerking 04 01 99 niet elders genoemd afval 04 02
1
Storten
X X X X X
afval van de textielindustrie
04 02 09 afval van composietmaterialen (geïmpregneerde textiel, elastomeren, plastomeren) 04 02 14* c afval van afwerking dat organische oplosmiddelen bevat 04 02 15 c niet onder 04 02 14 vallend afval van afwerking 04 02 16* c kleurstoffen en pigmenten die gevaarlijke stoffen bevatten 04 02 17 c niet onder 04 02 16 vallende kleurstoffen en pigmenten 04 02 19* c slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse dat gevaarlijke stoffen bevat 04 02 20 c niet onder 04 02 19 vallend slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 04 02 99 niet elders genoemd afval
X X X X X X X X
05 AFVAL VAN OLIERAFFINAGE, AARDGASZUIVERING EN DE PYROLYTISCHE BEHANDELING VAN KOOL 05 01
afval van olieraffinage
05 01 08* overige teer 05 01 09* c slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse dat gevaarlijke stoffen bevat 05 01 10 c niet onder 05 01 09 vallend slib van
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
35
X X X
27-9-2005
Baggerspecie
Immobilisatie
Grondbank
Euralcode + omschrijving
Storten
afvalwaterbehandeling ter plaatse 05 01 14 afval van koeltorens 05 01 15* afgewerkte bleekaarde 05 01 17 Bitumen 05 01 99 niet elders genoemd afval 05 06
Verwerking RKGV
afval van de pyrolytische behandeling van kool X X X
afval van aardgaszuivering en -transport
05 07 02 zwavelhoudend afval 05 07 99 niet elders genoemd afval 06
Extractief reinigen
X X X X
05 06 03* overige teer 05 06 04 afval van koeltorens 05 06 99 niet elders genoemd afval 05 07
Biologisch reinigen
X X
AFVAL VAN ANORGANISCHE CHEMISCHE PROCESSEN
06 01 afval van bereiding, formulering, levering en gebruik (BFLG) van zuren 06 01 99 niet elders genoemd afval 06 02
X
afval van BFLG van basen
06 02 99 niet elders genoemd afval
X
06 03 afval van BFLG van zouten en hun oplossingen en metaaloxiden 06 03 13* c vaste zouten die zware metalen bevatten 06 03 14 c niet onder 06 03 11 en 06 03 13 vallende vaste zouten
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
36
X X
27-9-2005
Baggerspecie
Immobilisatie
Grondbank
Euralcode + omschrijving
Storten
en oplossingen 06 03 15* c metaaloxiden die zware metalen bevatten 06 03 16 c niet onder 06 03 15 vallende metaaloxiden 06 03 99 niet elders genoemd afval 06 04
1 1
Extractief reinigen
Verwerking RKGV
X X X
niet onder 06 03 vallend metaalhoudend afval
06 04 03* c arseenhoudend afval 06 04 05* c afval dat andere zware metalen bevat 06 04 99 c niet elders genoemd afval 06 05
Biologisch reinigen
X X X
slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse
06 05 02* c slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse dat gevaarlijke stoffen bevat 06 05 03 c niet onder 06 05 02 vallend slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse
X X
06 06 afval van BFLG van zwavelverbindingen, chemische processen met zwavel en ontzwavelingsprocessen 06 06 02* c afval dat gevaarlijke sulfiden bevat 06 06 03 c niet onder 06 06 02 vallend afval dat sulfiden bevat 06 06 99 niet elders genoemd afval
X X X
06 07 afval van BFLG van halogenen en chemische processen met halogenen 06 07 01* asbesthoudend afval van elektrolyse 06 07 02* actieve kool van de chloorbereiding 06 07 99 niet elders genoemd afval 06 08
X X X
afval van BFLG van silicium en siliciumderivaten
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
37
27-9-2005
Baggerspecie
Immobilisatie
Grondbank
Euralcode + omschrijving
Storten
06 08 99 c niet elders genoemd afval
Biologisch reinigen
Extractief reinigen
Verwerking RKGV
X
06 09 afval van BFLG van fosforverbindingen en chemische processen met fosfor 06 09 02 fosforhoudende slakken 06 09 03* c calciumhoudend reactieafval dat gevaarlijke stoffen bevat of daarmee is verontreinigd 06 09 04 c niet onder 06 09 03 vallend calciumhoudend reactieafval 06 09 99 niet elders genoemd afval
X X X X
06 10 afval van BFLG van stikstofverbindingen, chemische processen met stikstof en kunstmestbereiding 06 10 02* c afval dat gevaarlijke stoffen bevat 06 10 99 c niet elders genoemd afval
X X
06 11 afval van de bereiding van anorganische pigmenten en opacificeermiddelen 06 11 01 calciumhoudend reactieafval van de productie van titaandioxide 06 11 99 niet elders genoemd afval
X X
06 13 afval van niet elders genoemde anorganische chemische processen 06 13 02* 06 13 03 06 13 04* 06 13 05* 06 13 99
afgewerkte actieve kool (exclusief 06 07 02) actief kool afval van asbestverwerking roet niet elders genoemd afval
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
38
X X X X X
27-9-2005
Baggerspecie
Immobilisatie
Grondbank
Euralcode + omschrijving 07
Storten
Biologisch reinigen
Extractief reinigen
Verwerking RKGV
AFVAL VAN ORGANISCHE CHEMISCHE PROCESSEN
07 01 afval van bereiding, formulering, levering en gebruik (BFLG) van organische basischemicaliën
1 1
07 01 07* gehalogeneerde destillatieresiduen en reactieresiduen 07 01 08* overige destillatieresiduen en reactieresiduen 07 01 09* gehalogeneerde filterkoek en afgewerkte absorbentia 07 01 10* overige filterkoek en afgewerkte absorbentia 07 01 11* c slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse dat gevaarlijke stoffen bevat 07 01 12 c niet onder 07 01 11 vallend slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 07 01 99 niet elders genoemd afval
X X X X X X X
07 02 afval van BFLG van kunststoffen, synthetische rubber en kunstvezels
1 1 1
1 1 1
07 02 07* gehalogeneerde destillatieresiduen en reactieresiduen 07 02 08* overige destillatieresiduen en reactieresiduen 07 02 09* gehalogeneerde filterkoek en afgewerkte absorbentia 07 02 10* overige filterkoek en afgewerkte absorbentia 07 02 11* c slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse dat gevaarlijke stoffen bevat 07 02 12 c niet onder 07 02 11 vallend slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 07 02 13 kunststofafval 07 02 14* c afval van additieven die gevaarlijke stoffen bevatten 07 02 15 c afval van niet onder 07 02 14 bedoelde additieven 07 02 16* c afval dat gevaarlijke siliconen bevat 07 02 17 c afval dat andere siliconen bevat dan die vermeld bij 07 02 16 07 02 99 niet elders genoemd afval
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
39
X X X X X X X X X X X X
27-9-2005
Baggerspecie
Immobilisatie
Grondbank
Euralcode + omschrijving
Storten
Biologisch reinigen
Extractief reinigen
Verwerking RKGV
07 03 afval van BFLG van organische kleurstoffen en pigmenten (exclusief 06 11)
1 1
07 03 07* gehalogeneerde destillatieresiduen en reactieresiduen 07 03 08* overige destillatieresiduen en reactieresiduen 07 03 09* gehalogeneerde filterkoek en afgewerkte absorbentia 07 03 10* overige filterkoek en afgewerkte absorbentia 07 03 11* c slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse dat gevaarlijke stoffen bevat 07 03 12 c niet onder 07 03 11 vallend slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 07 03 99 niet elders genoemd afval
X X X X X X X
07 04 afval van BFLG van organische gewasbeschermingsmiddelen (exclusief 02 01 08 en 02 01 09), houtverduurzamingsmiddelen (exclusief 03 02) en andere biociden
1 1
07 04 11* c slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse dat gevaarlijke stoffen bevat 07 04 12 c niet onder 07 04 11 vallend slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 07 04 13* c vaste afvalstoffen die gevaarlijke stoffen bevatten 07 04 99 c niet elders genoemd afval 07 05
1
X X X X
afval van BFLG van farmaceutische producten
07 05 11* c slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse dat gevaarlijke stoffen bevat 07 05 12 c niet onder 07 05 11 vallend slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 07 05 13* c vaste afvalstoffen die gevaarlijke stoffen bevatten 07 05 14 c niet onder 07 05 13 vallende vaste afvalstoffen 07 05 99 niet elders genoemd afval
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
40
X X X X X
27-9-2005
Baggerspecie
Immobilisatie
Grondbank
Euralcode + omschrijving
Storten
Biologisch reinigen
Extractief reinigen
Verwerking RKGV
07 06 afval van BFLG van vetten, smeermiddelen, zepen, detergenten, desinfecterende middelen en cosmetische producten
1 1
07 06 07* gehalogeneerde destillatieresiduen en reactieresiduen 07 06 08* overige destillatieresiduen en reactieresiduen 07 06 09* gehalogeneerde filterkoek en afgewerkte absorbentia 07 06 10* overige filterkoek en afgewerkte absorbentia 07 06 11* c slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse dat gevaarlijke stoffen bevat 07 06 12 c niet onder 07 06 11 vallend slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 07 06 99 niet elders genoemd afval
X X X X X X X
07 07 afval van BFLG van fijnchemicaliën en niet elders genoemde chemische producten
1 1
07 07 07* gehalogeneerde destillatieresiduen en reactieresiduen 07 07 08* overige destillatieresiduen en reactieresiduen 07 07 09* gehalogeneerde filterkoek en afgewerkte absorbentia 07 07 10* overige filterkoek en afgewerkte absorbentia 07 07 11* c slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse dat gevaarlijke stoffen bevat 07 07 12 c niet onder 07 07 11 vallend slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 07 07 99 niet elders genoemd afval
X X X X X X X
08 AFVAL VAN BEREIDING, FORMULERING, LEVERING EN GEBRUIK (BFLG) VAN COATINGS (VERF, LAK EN EMAIL), LIJM, KIT EN DRUKINKT 08 01
afval van BFLG en verwijdering van verf en lak
08 01 12 c niet onder 08 01 11 vallend afval van verf en lak 08 01 13* c slib van verf of lak dat organische oplosmiddelen of andere gevaarlijke stoffen bevat
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
41
X X
27-9-2005
Baggerspecie
Immobilisatie
Grondbank
Euralcode + omschrijving
Storten
08 01 14 c niet onder 08 01 13 vallend slib van verf of lak 08 01 16 c niet onder 08 01 15 vallend waterig slib dat verf of lak bevat 08 01 17* c afval van verf- en lakverwijdering dat organische oplosmiddelen of andere gevaarlijke stoffen bevat 08 01 18 c niet onder 08 01 17 vallend afval van verf- en lakverwijdering 08 01 99 niet elders genoemd afval
Biologisch reinigen
Extractief reinigen
Verwerking RKGV
Baggerspecie
Immobilisatie
Grondbank
X
X
X X X X X
08 02 afval van BFLG van andere coatings (inclusief keramisch materiaal) 08 02 01 afval-coatingpoeder 08 02 99 niet elders genoemd afval 08 03
X X
afval van BFLG van drukinkt
08 03 17* c tonerafval dat gevaarlijke stoffen bevat 08 03 18 c niet onder 08 03 17 vallend tonerafval 08 03 99 niet elders genoemd afval
X X X
08 04 afval van BFLG van lijm en kit (inclusief vochtwerende producten) 08 04 10 c niet onder 08 04 09 vallend afval van lijm en kit 08 04 12 c niet onder 08 04 11 vallend slib van lijm en kit 08 04 99 niet elders genoemd afval 10
X X X
AFVAL VAN THERMISCHE PROCESSEN
10 01 afval van elektriciteitscentrales en andere verbrandingsinstallaties (exclusief 19) 10 01 01 bodemas, slakken en ketelstof (exclusief het onder 10
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
42
X
X
27-9-2005
Euralcode + omschrijving
1 1
Storten
01 04 vallende ketelstof) 10 01 02 koolvliegas 10 01 03 vliegas van turf en onbehandeld hout 10 01 04* olievliegas en -ketelstof 10 01 13* vliegas van als brandstof gebruikte geëmulgeerde koolwaterstoffen 10 01 14* c bij bijstoken vrijkomende bodemas, slakken en ketelstof die gevaarlijke stoffen bevatten 10 01 15 c niet onder 10 01 14 vallende bij bijstoken vrijkomende bodemas, slakken en ketelstof 10 01 16* c bij bijstoken vrijkomende vliegas die gevaarlijke stoffen bevat 10 01 17 c niet onder 10 01 16 vallende bij bijstoken vrijkomende vliegas 10 01 18* c afval van gasreiniging dat gevaarlijke stoffen bevat 10 01 19 c niet onder 10 01 05, 10 01 07 en 10 01 18 vallend afval van gasreiniging 10 01 20* c slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse dat gevaarlijke stoffen bevat 10 01 21 c niet onder 10 01 20 vallend slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 10 01 22* waterig slib van ketelreiniging dat gevaarlijke stoffen bevat 10 01 23 niet onder 10 01 22 vallend waterig slib van ketelreiniging 10 01 24 wervelbedzand 10 01 25 afval van de opslag en toebereiding van brandstof voor kolengestookte elektriciteitscentrales 10 01 26 afval van koelwaterzuivering 10 01 99 niet elders genoemd afval 10 02
Biologisch reinigen
Extractief reinigen
Verwerking RKGV
Baggerspecie
Immobilisatie
Grondbank
X X X X X X X X X X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X X X X
afval van de ijzer- en staalindustrie
10 02 01 afval van de verwerking van slakken 10 02 02 onverwerkte slakken
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
X X
43
X
27-9-2005
X
X
Euralcode + omschrijving
Storten
10 02 07* c vast afval van gaszuivering dat gevaarlijke stoffen bevat 10 02 08 c niet onder 10 02 07 vallend vast afval van gaszuivering 10 02 10 walshuid 10 02 11* c oliehoudend afval van koelwaterzuivering 10 02 12 c niet onder 10 02 11 vallend afval van koelwaterzuivering 10 02 13* c bij gaszuivering verkregen slib en filterkoek die gevaarlijke stoffen bevatten 10 02 14 c niet onder 10 02 13 vallende bij gaszuivering verkregen slib en filterkoek 10 02 15 overig(e) slib en filterkoek 10 02 99 niet elders genoemd afval
Biologisch reinigen
Extractief reinigen
Verwerking RKGV
X X X X X X X X X
10 03 afval van thermische processen in de aluminiummetallurgie 10 03 02 anodeafval 10 03 04* slakken van primaire productie 10 03 05 aluminiumoxideafval 10 03 08* zoutslakken van secundaire productie 10 03 09* black drosses van secundaire productie 10 03 16 c niet onder 10 03 15 vallende skimmings 10 03 17* c teerhoudend afval van de anodefabricage 10 03 18 c niet onder 10 03 17 vallend koolstofhoudend afval van de anodefabricage 10 03 19* c rookgasstof dat gevaarlijke stoffen bevat 10 03 20 c niet onder 10 03 19 vallend rookgasstof 10 03 21* c overige deeltjes en stof (inclusief kogelmolenstof) die gevaarlijke stoffen bevatten 10 03 22 c overige, niet onder 10 03 21 vallende deeltjes en stof (inclusief kogelmolenstof) 10 03 23* c vast afval van gasreiniging dat gevaarlijke stoffen bevat 10 03 24 c niet onder 10 03 23 vallend vast afval van gasreiniging
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
44
X X X X X X X X X X X X X X
27-9-2005
Baggerspecie
Immobilisatie
Grondbank
Euralcode + omschrijving
Storten
10 03 25* c bij met gasreiniging vrijkomende slib en filterkoek die gevaarlijke stoffen bevatten 10 03 26 c niet onder 10 03 25 vallende bij gasreiniging vrijkomende slib en filterkoek 10 03 27* c oliehoudend afval van koelwaterzuivering 10 03 28 c niet onder 10 03 27 vallend afval van koelwaterzuivering 10 03 29* c afval van de behandeling van zoutslakken en black drosses dat gevaarlijke stoffen bevat 10 03 30 c niet onder 10 03 29 vallend afval van de behandeling van zoutslakken en black drosses 10 03 99 niet elders genoemd afval 10 04
Extractief reinigen
Verwerking RKGV
X X X X X X X
afval van thermische processen in de loodmetallurgie
10 04 01* slakken van primaire en secundaire productie 10 04 02* dross en skimmings van primaire en secundaire productie 10 04 04* rookgasstof 10 04 05* overige deeltjes en stof 10 04 06* vast afval van gasreiniging 10 04 07* slib en filterkoek van gasreiniging 10 04 09* c oliehoudend afval van koelwaterzuivering 10 04 10 c niet onder 10 04 09 vallend afval van koelwaterzuivering 10 04 99 niet elders genoemd afval 10 05
Biologisch reinigen
X X X X X X X X X
afval van thermische processen in de zinkmetallurgie
10 05 01 10 05 03* 10 05 04 10 05 05* 10 05 06*
slakken van primaire en secundaire productie rookgasstof overige deeltjes en stof vast afval van gasreiniging slib en filterkoek van gasreiniging
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
45
X X X X X
27-9-2005
Baggerspecie
Immobilisatie
Grondbank
Euralcode + omschrijving
Storten
10 05 08* c oliehoudend afval van koelwaterzuivering 10 05 09 c niet onder 10 05 08 vallend afval van koelwaterzuivering 10 05 11 c niet onder 10 05 10 vallende dross en skimmings 10 05 99 niet elders genoemd afval 10 06
Biologisch reinigen
Extractief reinigen
Verwerking RKGV
X X X X
afval van thermische processen in de kopermetallurgie
10 06 01 slakken van primaire en secundaire productie 10 06 02 dross en skimmings van primaire en secundaire productie 10 06 03* rookgasstof 10 06 04 overige deeltjes en stof 10 06 06* vast afval van gasreiniging 10 06 07* slib en filterkoek van gasreiniging 10 06 09* c oliehoudend afval van koelwaterzuivering 10 06 10 c niet onder 10 06 09 vallend afval van koelwaterzuivering 10 06 99 niet elders genoemd afval
X X X X X X X X X
10 07 afval van thermische processen in de zilver-, goud- en platinametallurgie 10 07 01 slakken van primaire en secundaire productie 10 07 02 dross en skimmings van primaire en secundaire productie 10 07 03 vast afval van gasreiniging 10 07 04 overige deeltjes en stof 10 07 05 slib en filterkoek van gasreiniging 10 07 07* c oliehoudend afval van koelwaterzuivering 10 07 08 c niet onder 10 07 07 vallend afval van koelwaterzuivering 10 07 99 niet elders genoemd afval
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
46
X X X X X X X X
27-9-2005
Baggerspecie
Immobilisatie
Grondbank
Euralcode + omschrijving
Storten
Biologisch reinigen
Extractief reinigen
Verwerking RKGV
Baggerspecie
Immobilisatie
Grondbank
X X
X
X
X
X
X
X
X
10 08 afval van thermische processen in de overige nonferrometallurgie 10 08 04 deeltjes en stof 10 08 09 overige slakken 10 08 11 c niet onder 10 08 10 vallende dross en skimmings 10 08 12* c teerhoudend afval van de anodefabricage 10 08 13 c niet onder 10 08 12 vallend koolstofhoudend afval van de anodefabricage 10 08 14 anodeafval 10 08 15* c rookgasstof dat gevaarlijke stoffen bevat 10 08 16 c niet onder 10 08 15 vallend rookgasstof 10 08 17* c slib en filterkoek van rookgasreiniging die gevaarlijke stoffen bevatten 10 08 18 c niet onder 10 08 17 vallende slib en filterkoek van rookgasreiniging 10 08 19* c oliehoudend afval van koelwaterzuivering 10 08 20 c niet onder 10 08 19 vallend afval van koelwaterzuivering 10 08 99 niet elders genoemd afval 10 09
X X X X X X X X X X X X X
afval van ijzergieten
10 09 03 ovenslak 10 09 05* c gietkernen en -vormen die gevaarlijke stoffen bevatten en niet voor gieten zijn gebruikt 10 09 06 c niet onder 10 09 05 vallende gietkernen en -vormen die niet voor gieten zijn gebruikt 10 09 07* c gietkernen en -vormen die gevaarlijke stoffen bevatten en voor gieten zijn gebruikt 10 09 08 c niet onder 10 09 07 vallende gietkernen en -vormen die voor gieten zijn gebruikt 10 09 09* c rookgasstof dat gevaarlijke stoffen bevat 10 09 10 c niet onder 10 09 09 vallend rookgasstof 10 09 11* c andere deeltjes die gevaarlijke stoffen bevatten
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
47
X X X X X
27-9-2005
Euralcode + omschrijving
Storten
10 09 12 c niet onder 10 09 11 vallende deeltjes 10 09 13* c bindmiddelafval dat gevaarlijke stoffen bevat 10 09 14 c niet onder 10 09 13 vallend bindmiddelafval 10 09 15* c afval van scheurindicatorstoffen dat gevaarlijke stoffen bevat 10 09 16 c niet onder 10 09 15 vallend afval van scheurindicatorstoffen 10 09 99 niet elders genoemd afval 10 10
afval van het gieten van non-ferrometalen
10 10 03 ovenslak 10 10 05* c gietkernen en -vormen die gevaarlijke stoffen bevatten en niet voor gieten zijn gebruikt 10 10 06 c niet onder 10 10 05 vallende gietkernen en -vormen die niet voor gieten zijn gebruikt 10 10 07* c gietkernen en -vormen die gevaarlijke stoffen bevatten en voor gieten zijn gebruikt 10 10 08 c niet onder 10 10 07 vallende gietkernen en -vormen die voor gieten zijn gebruikt 10 10 09* c rookgasstof dat gevaarlijke stoffen bevat 10 10 10 c niet onder 10 10 09 vallend rookgasstof 10 10 11* c andere deeltjes die gevaarlijke stoffen bevatten 10 10 12 c niet onder 10 10 11 vallende deeltjes 10 10 13* c bindmiddelafval dat gevaarlijke stoffen bevat 10 10 14 c niet onder 10 10 13 vallend bindmiddelafval 10 10 15* c afval van scheurindicatorstoffen dat gevaarlijke stoffen bevat 10 10 16 c niet onder 10 10 15 vallend afval van scheurindicatorstoffen 10 10 99 niet elders genoemd afval 10 11
Biologisch reinigen
Extractief reinigen
Verwerking RKGV
Immobilisatie
Grondbank
X X
X
X
X
X
X
X
X
X X X X X X X X
X X X X X X X X X X X
afval van de fabricage van glas en glasproducten
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
48
Baggerspecie
27-9-2005
Euralcode + omschrijving
1 1
Storten
10 11 03 afval van glasvezelmateriaal 10 11 05 deeltjes en stof 10 11 09* c afval van het mengsel vóór thermische behandeling dat gevaarlijke stoffen bevat 10 11 10 c niet onder 10 11 09 vallend afval van het mengsel vóór thermische behandeling 10 11 12 c niet onder 10 11 11 vallend glasafval 10 11 13* c slib van het polijsten en slijpen van glas dat gevaarlijke stoffen bevat 10 11 14 c niet onder 10 11 13 vallend slib van het polijsten en slijpen van glas 10 11 15* c vast afval van rookgasreiniging dat gevaarlijke stoffen bevat 10 11 16 c niet onder 10 11 15 vallend vast afval van rookgasreiniging 10 11 17* c slib en filterkoek van rookgasreiniging die gevaarlijke stoffen bevatten 10 11 18 c niet onder 10 11 17 vallende slib en filterkoek van rookgasreiniging 10 11 19* c vast afval van afvalwaterbehandeling ter plaatse dat gevaarlijke stoffen bevat 10 11 20 c niet onder 10 11 19 vallend vast afval van afvalwaterbehandeling ter plaatse 10 11 99 niet elders genoemd afval
Biologisch reinigen
Extractief reinigen
Verwerking RKGV
X X X X X X X X X X X X X X
10 12 afval van de fabricage van keramische producten, stenen, tegels en bouwmaterialen 10 12 01 afval van het mengsel vóór thermische behandeling 10 12 03 deeltjes en stof 10 12 05 slib en filterkoek van gasreiniging 10 12 06 afgedankte vormen 10 12 08 afval van keramische producten, stenen, tegels en bouwmaterialen (na thermische behandeling) 10 12 09* c vast afval van gasreiniging dat gevaarlijke stoffen bevat
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
49
X X X X X X
27-9-2005
Baggerspecie
Immobilisatie
Grondbank
Euralcode + omschrijving
1
Storten
10 12 10 c niet onder 10 12 09 vallend vast afval van gasreiniging 10 12 11* c glazuurafval dat zware metalen bevat 10 12 12 c niet onder 10 12 11 vallend glazuurafval 10 12 13 slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 10 12 99 niet elders genoemd afval
Biologisch reinigen
Extractief reinigen
Verwerking RKGV
X X X X X
10 13 afval van de fabricage van cement, (ongebluste) kalk en pleistermortel en producten die hiervan zijn gemaakt 10 13 01 afval van het mengsel voor thermische verwerking 10 13 04 afval van het branden en blussen van kalk 10 13 06 deeltjes en stof (exclusief 10 13 12 en 10 13 13) 10 13 07 slib en filterkoek van gasreiniging 10 13 09* afval van de fabricage van asbestcement dat asbest bevat 10 13 10 niet onder 10 13 09 vallend afval van de fabricage van asbestcement 10 13 11 niet onder 10 13 09 en 10 13 10 vallend afval van cementhoudende composietmaterialen 10 13 12* c vast afval van gasreiniging dat gevaarlijke stoffen bevat 10 13 13 c niet onder 10 13 12 vallend vast afval van gasreiniging 10 13 14 betonafval en betonslib 10 13 99 niet elders genoemd afval
X X X X X X X X X X X
11 AFVAL VAN DE CHEMISCHE OPPERVLAKTEBEHANDELING EN COATING VAN METALEN EN ANDERE MATERIALEN; NONFERROHYDROMETALLURGIE 11 01 afval van de chemische oppervlaktebehandeling en coating van metalen en andere materialen (bijvoorbeeld galvanische processen, verzinken, beitsen, etsen, fosfaatbehandeling, alkalisch ontvetten, anodisatie)
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
50
27-9-2005
Baggerspecie
Immobilisatie
Grondbank
Euralcode + omschrijving
Storten
11 01 08* slib van fosfaatbehandeling 11 01 09* c slib en filterkoek die gevaarlijke stoffen bevatten 11 01 10 c niet onder 11 01 09 vallende slib en filterkoek 11 01 13* c afval van ontvetting dat gevaarlijke stoffen bevat 11 01 14 c niet onder 11 01 13 vallend afval van ontvetting 11 01 15* c eluaat en slib van membraansystemen of ionenwisselaars die gevaarlijke stoffen bevatten 11 01 16* c verzadigde of afgewerkte ionenwisselaarharsen 11 01 98* c overig afval dat gevaarlijke stoffen bevat 11 01 99 c niet elders genoemd afval 11 02
Extractief reinigen
Verwerking RKGV
X X X X X X X X X
afval van non-ferrohydrometallurgische processen
11 02 02* slib van de zink-hydrometallurgie (inclusief jarosiet en goethiet) 11 02 03 afval van de productie van anoden voor waterige elektrolyseprocessen 11 02 05* c afval van koperhydrometallurgische processen dat gevaarlijke stoffen bevat 11 02 06 c niet onder 11 02 05 vallend afval van koperhydrometallurgische processen 11 02 07* c overig afval dat gevaarlijke stoffen bevat 11 02 99 c niet elders genoemd afval 11 05
Biologisch reinigen
X X X X X X
afval van thermische galvanisatieprocessen
11 05 03* vast afval van gasreiniging 11 05 99 niet elders genoemd afval
X X
12 AFVAL VAN DE MACHINALE BEWERKING EN DE FYSISCHE EN MECHANISCHE OPPERVLAKTEBEHANDELING VAN METALEN EN KUNSTSTOFFEN 12 01
afval van de machinale bewerking en de fysische en
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
51
27-9-2005
Baggerspecie
Immobilisatie
Grondbank
Euralcode + omschrijving
Storten
Biologisch reinigen
Extractief reinigen
Verwerking RKGV
mechanische oppervlaktebehandeling van metalen en kunststoffen
1
1 1
12 01 05 kunststofschaafsel en -krullen 12 01 13 lasafval 12 01 14* c slib van machinale bewerking dat gevaarlijke stoffen bevat 12 01 15 c niet onder 12 01 14 vallend slib van machinale bewerking 12 01 16* c afval van gritstralen dat gevaarlijke stoffen bevat 12 01 17 c niet onder 12 01 16 vallend afval van gritstralen 12 01 18* oliehoudend metaalslib (slib van slijpen, wetten en leppen) 12 01 20* c afgewerkt slijpgereedschap en slijpmateriaal die gevaarlijke stoffen bevatten 12 01 21 c niet onder 12 01 20 vallend afgewerkt slijpgereedschap en slijpmateriaal 12 01 99 niet elders genoemd afval 13 05
X X X X X X X X X X
inhoud van olie/waterscheiders
13 05 01* vaste stoffen uit zandvangers en olie/waterscheiders 13 05 08* afvalmengsels uit zandvangers en olie/waterscheiders
X X
15 VERPAKKINGSAFVAL; ABSORBENTIA, POETSDOEKEN, FILTERMATERIAAL EN BESCHERMENDE KLEDING (NIET ELDERS GENOEMD) 15 01 verpakking (inclusief gescheiden ingezameld stedelijk verpakkingsafval)
1
15 01 10* verpakking die resten van gevaarlijke stoffen bevat of daarmee is verontreinigd 15 01 11* metalen verpakking die een gevaarlijke vaste poreuze matrix (bijvoorbeeld asbest) bevat, inclusief lege drukhouders
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
52
X X
27-9-2005
Baggerspecie
Immobilisatie
Grondbank
Euralcode + omschrijving
Storten
Biologisch reinigen
Extractief reinigen
Verwerking RKGV
15 02 absorbentia, filtermateriaal, poetsdoeken en beschermende kleding 15 02 02* c absorbentia, filtermateriaal (inclusief niet elders genoemde oliefilters), poetsdoeken en beschermende kleding die met gevaarlijke stoffen zijn verontreinigd 15 02 03 c niet onder 15 02 02 vallende absorbentia, filtermateriaal, poetsdoeken en beschermende kleding 16
X
X
NIET ELDERS IN DE LIJST GENOEMD AFVAL
16 01 afgedankte voertuigen van verschillende soorten vervoer (met inbegrip van niet voor de weg bestemde machines) en afval van de sloop van afgedankte voertuigen en het onderhoud van voertuigen (exclusief 13, 14, 16 06 en 16 08) 16 01 11* remblokken die asbest bevatten 16 02
2 2
afval van elektrische en elektronische apparatuur
16 02 12* afgedankte apparatuur die vrije asbestvezels bevat 16 02 14 niet onder 16 02 09 tot en met 16 02 13 vallende afgedankte apparatuur 16 02 16 niet onder 16 02 15 vallende uit afgedankte apparatuur verwijderde onderdelen 16 03
1
X
X
afgekeurde charges en ongebruikte producten
16 03 03* c anorganisch afval dat gevaarlijke stoffen bevat 16 03 04 c niet onder 16 03 03 vallend anorganisch afval 16 05
X X
X X
gassen in drukhouders en afgedankte chemicaliën
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
53
27-9-2005
Baggerspecie
Immobilisatie
Grondbank
Euralcode + omschrijving
1
Storten
16 05 09 c niet onder 16 05 06, 16 05 07 of 16 05 08 vallende afgedankte chemicaliën
Biologisch reinigen
Extractief reinigen
Verwerking RKGV
Baggerspecie
Immobilisatie
Grondbank
X X X
X X X
X
16 07 afval van de reiniging van transport- en opslagtanks en vaten (exclusief 05 en 13) 16 07 08* c afval dat olie bevat 16 07 09* c afval dat andere gevaarlijke stoffen bevat 16 07 99 c niet elders genoemd afval 16 11
X X X
ovenpuin
16 11 01* c koolstofhoudend ovenpuin van metallurgische processen dat gevaarlijke stoffen bevat 16 11 02 c niet onder 16 11 01 vallend koolstofhoudend ovenpuin van metallurgische processen 16 11 03* c overig ovenpuin van metallurgische processen dat gevaarlijke stoffen bevat 16 11 04 c overig, niet onder 16 11 03 vallend ovenpuin van metallurgische processen 16 11 05* c ovenpuin van niet-metallurgische processen dat gevaarlijke stoffen bevat 16 11 06 c niet onder 16 11 05 vallend ovenpuin van nietmetallurgische processen
X X X X X X
17 BOUW- EN SLOOPAFVAL (INCLUSIEF AFGEGRAVEN GROND VAN VERONTREINIGDE LOCATIES) 17 01
1 1 1 1
beton, stenen, tegels en keramische producten
17 01 01 beton 17 01 02 stenen 17 01 03 tegels en keramische producten 17 01 06* c mengsels van beton, stenen, tegels of keramische producten, of afzonderlijke fracties daarvan, die gevaarlijke stoffen
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
54
X X X X
X X X
27-9-2005
Euralcode + omschrijving
1
bevatten 17 01 07 c niet onder 17 01 06 vallende mengsels van beton, stenen, tegels of keramische producten 17 02
1 1 1
Storten
Biologisch reinigen
X
Extractief reinigen
Verwerking RKGV
Baggerspecie
X
Immobilisatie
Grondbank
X
X
hout, glas en kunststof
17 02 02 c glas 17 02 03 c kunststof 17 02 04* c glas, kunststof en hout die gevaarlijke stoffen bevatten of daarmee verontreinigd zijn
X X X
17 03 bitumineuze mengsels, koolteer en met teer behandelde producten
1 1 1
17 03 01* c bitumineuze mengsels die koolteer bevatten 17 03 02 c niet onder 17 03 01 vallende bitumineuze mengsels 17 03 03* koolteer en met teer behandelde producten 17 04
2
1 1
metaal (inclusief legeringen)
17 04 09* c metaalafval dat met gevaarlijke stoffen is verontreinigd 17 05 grond (inclusief afgegraven grond van verontreinigde locaties), stenen en baggerspecie 17 05 03* c grond en stenen die gevaarlijke stoffen bevatten 17 05 04 c niet onder 17 05 03 vallende grond en stenen 17 05 05* c baggerspecie die gevaarlijke stoffen bevat 17 05 06 c niet onder 17 05 05 vallende baggerspecie 17 05 07* c spoorwegballast die gevaarlijke stoffen bevat 17 05 08 c niet onder 17 05 07 vallende spoorwegballast 17 06
X X X
X
X X X X X X
X X X X X X
X X X X X X
isolatiemateriaal en asbesthoudend bouwmateriaal
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
55
27-9-2005
X X
X X
X X X X X X
Euralcode + omschrijving
1
17 06 01* asbesthoudend isolatiemateriaal 17 06 03* overig isolatiemateriaal dat uit gevaarlijke stoffen bestaat of dergelijke stoffen bevat 17 06 04 niet onder 17 06 01 en 17 06 03 vallend isolatiemateriaal 17 06 05* asbesthoudend bouwmateriaal 17 08
1 1
1
Biologisch reinigen
Extractief reinigen
Verwerking RKGV
Baggerspecie
Immobilisatie
Grondbank
X X X X
gipshoudend bouwmateriaal
17 08 01* c gipshoudend bouwmateriaal dat met gevaarlijke stoffen is verontreinigd 17 08 02 c niet onder 17 08 01 vallend gipshoudend bouwmateriaal 17 09
1 1
Storten
X X
overig bouw- en sloopafval
17 09 01* c bouw- en sloopafval dat kwik bevat 17 09 03* c overig bouw- en sloopafval (inclusief gemengd afval) dat gevaarlijke stoffen bevat 17 09 04 c niet onder 17 09 01, 17 09 02 en 17 09 03 vallend gemengd bouw- en sloopafval
X X X
X
X
X X X X X
X
X
19 AFVAL VAN INSTALLATIES VOOR AFVALBEHEER, OFFSITE WATERZUIVERINGSINSTALLATIES EN DE BEREIDING VAN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD WATER EN WATER VOOR INDUSTRIEEL GEBRUIK 19 01
afval van de verbranding of pyrolyse van afval
19 01 02 uit bodemas verwijderde ferromaterialen 19 01 05* filterkoek van gasreiniging 19 01 07* vast afval van gasreiniging 19 01 10* afgewerkte actieve kool van rookgasreiniging 19 01 11* c bodemas en slakken die gevaarlijke stoffen bevatten
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
56
27-9-2005
Euralcode + omschrijving
Storten
19 01 12 c niet onder 19 01 11 vallende bodemas en slakken 19 01 13* c vliegas die gevaarlijke stoffen bevat 19 01 14 c niet onder 19 01 13 vallende vliegas 19 01 15* c ketelas die gevaarlijke stoffen bevat 19 01 16 c niet onder 19 01 15 vallende ketelas 19 01 17* c afval van pyrolyse dat gevaarlijke stoffen bevat 19 01 18 c niet onder 19 01 17 vallend afval van pyrolyse 19 01 19 wervelbedzand 19 01 99 niet elders genoemd afval
X X X X X X X X X
Biologisch reinigen
Extractief reinigen X
Verwerking RKGV
19 02 afval van de fysisch-chemische behandeling van afval (inclusief verwijdering van chroom of cyanide of neutralisatie)
1 1 1
19 02 03 voorgemengd afval dat uitsluitend bestaat uit ongevaarlijke afvalstoffen 19 02 04* voorgemengd afval dat ten minste één gevaarlijke afvalstof bevat 19 02 05* c slib van fysisch-chemische behandeling dat gevaarlijke stoffen bevat 19 02 06 c niet onder 19 02 05 vallend slib van fysisch-chemische behandeling 19 02 09* c vast brandbaar afval dat gevaarlijke stoffen bevat 19 02 10 c niet onder 19 02 08 en 19 02 09 vallend brandbaar afval 19 02 11* c overig afval dat gevaarlijke stoffen bevat 19 02 99 c niet elders genoemd afval 19 03
X X X X X X X X
gestabiliseerd/verhard afval.
19 03 04* als gevaarlijk ingedeeld afval dat gedeeltelijk gestabiliseerd is 19 03 05 niet onder 19 03 04 vallend gestabiliseerd afval 19 03 06* als gevaarlijk ingedeeld afval dat verhard is 19 03 07 niet onder 19 03 06 vallend verhard afval
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
57
X X X X
27-9-2005
Baggerspecie
Immobilisatie
Grondbank
X
X
Euralcode + omschrijving
19 04
Storten
1
1
1 1
Verwerking RKGV
X
X X X
X
Baggerspecie
Immobilisatie
Grondbank
X
X X X
X X
afval van de aërobe behandeling van vast afval
19 05 03 afgekeurde compost 19 05 99 niet elders genoemd afval 19 06
Extractief reinigen
verglaasd afval en afval van verglazen
19 04 01 verglaasd afval 19 04 02* vliegas en ander rookgasreinigingsafval 19 05
Biologisch reinigen
X X
afval van de anaërobe behandeling van afval
19 06 99 niet elders genoemd afval
X
19 07
percolatiewater van stortplaatsen
19 08
niet elders genoemd afval van afvalwaterzuivering
19 08 01 roostergoed 19 08 02 afval van zandvang 19 08 05 slib van de behandeling van stedelijk afvalwater 19 08 06* verzadigde of afgewerkte ionenwisselaarharsen 19 08 07* oplossingen en slib van de regeneratie van ionenwisselaars 19 08 08* afval van membraansystemen dat zware metalen bevat 19 08 13* c slib van andere behandelingen van industrieel afvalwater dat gevaarlijke stoffen bevat 19 08 14 c niet onder 19 08 13 vallend slib van andere behandelingen van industrieel afvalwater 19 08 99 niet elders genoemd afval
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
58
X X X X X X X X
27-9-2005
Euralcode + omschrijving
Storten
Biologisch reinigen
Extractief reinigen
Verwerking RKGV
Baggerspecie
Immobilisatie
Grondbank
19 09 afval van de bereiding van voor menselijke consumptie bestemd water en water voor industrieel gebruik 19 09 01 vast afval van primaire filtratie en roostergoed 19 09 02 waterzuiveringsslib 19 09 03 onthardingsslib 19 09 04 afgewerkte actieve kool 19 09 05 verzadigde of afgewerkte ionenwisselaarharsen 19 09 06 oplossingen en slib van de regeneratie van ionenwisselaars 19 09 99 niet elders genoemd afval 19 10
2 2
1 1
X
X
afval van de shredding van metaalhoudend afval
19 10 01 ijzer- en staalafval 19 10 02 non-ferroafval 19 10 03* c lichte fractie die en stof dat gevaarlijke stoffen bevat 19 10 04 c niet onder 19 10 03 vallende lichte fracties en stof 19 10 05* c andere fracties die gevaarlijk stoffen bevatten 19 10 06 c andere, niet onder 19 10 05 vallende fracties 19 11
X X X X X X
X X X X X X
afval van de regeneratie van olie
19 11 01* afgewerkte bleekaarde 19 11 05* c slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse dat gevaarlijke stoffen bevat 19 11 06 c niet onder 19 11 05 vallend slib van afvalwaterbehandeling ter plaatse 19 11 07* afval van rookgasreiniging 19 11 99 niet elders genoemd afval
X X X X X
19 12 afval van niet elders genoemde mechanische afvalverwerking (bv. sorteren, breken, verdichten, palletiseren)
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
59
27-9-2005
X
Euralcode + omschrijving
1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Storten
19 12 01 papier en karton 19 12 02 ferrometalen 19 12 03 non-ferrometalen 19 12 04 kunststoffen en rubber 19 12 05 glas 19 12 06* c hout dat gevaarlijke stoffen bevat 19 12 07 c niet onder 19 12 06 vallend hout 19 12 08 textiel 19 12 09 minerale stoffen (bv. zand, steen) 19 12 10 brandbaar afval (RDF) 19 12 11* c overig afval (inclusief mengsels van materialen) van mechanische afvalverwerking dat gevaarlijke stoffen bevat 19 12 12 c overig, niet onder 19 12 11 vallend afval (inclusief mengsels van materialen) van mechanische afvalverwerking 19 13
X X X X X X X X X X X X
Biologisch reinigen
Extractief reinigen
Verwerking RKGV
60
Grondbank
X
X
X
X X X X X X
20 STEDELIJK AFVAL (HUISHOUDELIJK AFVAL EN SOORTGELIJK BEDRIJFSAFVAL, INDUSTRIEEL AFVAL EN AFVAL VAN INSTELLINGEN) INCLUSIEF GESCHEIDEN INGEZAMELDE FRACTIES
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
Immobilisatie
X
afval van bodem- en grondwatersanering
19 13 01* c vast afval van bodemsanering dat gevaarlijke stoffen bevat 19 13 02 c niet onder 19 13 01 vallend vast afval van bodemsanering 19 13 03* c slib van bodemsanering dat gevaarlijke stoffen bevat 19 13 04 c niet onder 19 13 03 vallend slib van bodemsanering 19 13 05* c slib van grondwatersanering dat gevaarlijke stoffen bevat 19 13 06 c niet onder 19 13 05 vallend slib van grondwatersanering
Baggerspecie
27-9-2005
Euralcode + omschrijving 20 01
1 1 1
Storten
Biologisch reinigen
Extractief reinigen
X
X
X X
X X
Verwerking RKGV
Baggerspecie
Immobilisatie
Grondbank
X
X
X X
X X
gescheiden ingezamelde fracties (exclusief 15 01)
20 01 37* c hout dat gevaarlijke stoffen bevat 20 01 41 afval van het vegen van schoorstenen 20 01 99 niet elders genoemde fracties
X X X
20 02 tuin- en plantsoenafval (inclusief afval van begraafplaatsen) 20 02 02 grond en stenen 20 02 03 overig niet biologisch afbreekbaar afval 20 03
1
1 1
X X
overig stedelijk afval
20 03 01 20 03 03 20 03 06 20 03 07 20 03 99
gemengd stedelijk afval veegvuil afval van het reinigen van riolen grofvuil niet elders genoemd stedelijk afval
X X X X X
X X
1) Voorzover de desbetreffende afvalstroom niet valt onder een stortverbod Bssa danwel voorzover er door Gedeputeerde Staten voor de desbetreffende afvalstroom ontheffing is verleend van het stortverbod. 2) Enkel voorzover het meldingsplichtig afval betreft conform het Besluit stralingsbescherming.
AV-AO+ICvan ZEE26sep05
61
27-9-2005