I. Verordenend grafisch plan en Stedenbouwkundige voorschriften

I. Verordenend grafisch p l a n e n S t e d e n b ou w k u n d i g e voors chrift en

wvi | mei 2010 | RUP Nijverheidsstraat

41

42

RUP Nijverheidsstraat | mei 2010 | wvi

Alg em ene bepalingen VERORDENEND

TOELICHTING EN VISIE

Stedenbouwkundige voorschriften 1. Opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het gemeentelijk RUP en die opgeheven worden. Bij de vaststelling van dit ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) worden de onderstaande verkavelingen opgeheven en gelden de voorschriften van onderhavig RUP: plannr. 1: VK 3/89 18.07.1989 plannr. 2: VK 2/89 18.07.1989 plannr. 3: VK 162/384 06.07.1972 plannr. 4: VK 8/86 16.10.1985 plannr. 5: VK 6/79 21.06.1979 plannr. 6: VK 5/97 12.11.1997 plannr. 7: VK 1/63 01.02.1963 plannr. 8: VK 2/81 12.02.1981

Deze op te heffen verkavelingen worden weergegeven met een plannr. dat verwijst naar een deelplan horende bij het bestemmingsplan. Alle verkavelingen worden daarenboven weergegeven op het plan bestaande toestand.

2. Verordenende kracht van de diverse elementen opgenomen in onderhavig RUP. De grafische plannen en de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften (kolom 1, weergegeven op een grijze ondergrond) hebben verordenende kracht. De toelichting bij de voorschriften (kolom 2) dient als toelichting van de voorschriften gelezen te worden. Deze kolom is bijgevolg niet verordenend. 3. Behoud en instandhouding van bestaande regelmatig vergunde gebouwen, verhardingen en andere elementen. Bestaande gebouwen, verhardingen en alle elementen die regelmatig vergund zijn, kunnen qua plaats, bezetting en numerieke voorschriften gehandhaafd blijven in hun huidige toestand. Binnen deze gebouwen kan een normale exploitatie in functie van een aldaar gevestigde regelmatig vergunde activiteit geschieden. Instandhoudings -en verbeteringswerken aan deze gebouwen en elementen zijn toegelaten. Bij werken die omwille van hun omvang dermate ingrijpend zijn zodat er sprake is van vervangingsbouw, dienen de voorschriften van onderhavig RUP nageleefd te worden.


43

Alg emen e bepalingen VERORDENEND


Stedenbouwkundige voorschriften 4. Bepaling omtrent de hoogte. De hoogte van het gebouw wordt gemeten vanaf het aanzetpeil van de inkomdorpel tot bovenkant kroonlijst. Het aanzetpeil van de inkomdorpel ligt maximaal 0.40 meter hoger dan het peil van het openbaar domein op de rooilijn en aan de inkomdorpel gemeten. Het aantal volle bouwlagen wordt gerekend tussen de inkomdorpel en de bovenkant kroonlijst. Bij vaststelling van hoogte gerekend in aantal bouwlagen wordt aan een bouwlaag een maximum hoogte van 3.00 meter toebedacht, tenzij dit anders wordt bepaald in de betrokken zonevoorschriften. 5. Werken/constructies in functie van openbaar nut, milieutechnische ingrepen.

5. Werken/constructies in functie van openbaar nut, milieutechnische ingrepen.

Werken en constructies in functie van openbaar nut en milieutechnische ingrepen kunnen in alle zones toegelaten worden voor zover de schaal en bouwkarakteristieken ervan geen fundamentele afbreuk doen aan de kwaliteit van de omgeving en de betreffende bestemmingszone.

bv. aanpassingswerken aan riolering, installaties, waterbuffering, e.d. ...

pomp-

Onder bouwkarakteristieken wordt verstaan: inplanting, gabariet, materiaalgebruik, ...

6. Streekeigen soorten. Waar in de voorschriften sprake is van streekeigen soorten of waar een landschappelijke overgangszone, groenzone dient aangelegd te worden, dient de beplanting voor 75% te bestaan uit streekeigen plantensoorten. 7. Terreinophogingen. Bij het ophogen van het perceel moet op de perceelsgrenzen het oorspronkelijke maaiveld behouden blijven, tenzij een ophoging ruimtelijk verantwoord is en de waterhuishouding niet wordt verstoord. De afwatering dient op eigen terrein te gebeuren. 8. Vloeroppervlakte. Onder vloeroppervlakte wordt verstaan: de som van de vloeroppervlakten van alle bouwlagen gemeten tussen de buitenzijde van de gevels en boven het maaiveld, terrassen niet inbegrepen.

44


Alg em ene bepalingen VERORDENEND


Stedenbouwkundige voorschriften 9. Erfdienstbaarheden spoorweg. Zonder schriftelijke toestemming van de NMBS is het verboden:

op minder dan 2.50 m (8.00 m) (1) van de vrije rand van de spoorweg gebouwen of werken op te trekken hoger dan tot het peil der spoorstaven; op minder dan 6.00 m (20.00 m) (1) van de vrije rand bomen te planten; op minder dan 20.00 m van de vrije rand brandbare stoffen te stapelen. Dakbedekking van stro of andere brandbare ontvlambare stoffen, graanmijten en stapels ontplofbare stoffen zijn steeds verboden binnen de ruimte van 20.00 m gemeten van de vrije rand.

Onder de vrije rand wordt verstaan: de bovenrand van de ingraving van het spoor; de onderrand van de ophoging van het spoor; de rand van de deksteen van het viaduct; een lijn getrokken op 1,50 m van de buitenste spoorstaaf. (1) wanneer de straal kleiner is dan 500 meter. Zie schema’s hiernaast. Mandelige muren: Er mogen geen mandelige muren gebouwd worden. Bescherming tegen zwerfstromen: Bij aanleg van ondergrondse metalen buizen dienen de nodige maatregelen genomen te worden voor bescherming tegen zwerfstromen.


45

Alg emen e bepalingen VERORDENEND


Stedenbouwkundige voorschriften

46


1. W oonzone VERORDENEND



1. bestemming Hoofdbestemming: wonen. Meergezinswoningen, kleinhandel, diensten en horeca zijn toegelaten in nevenbestemming en voor zover zij de schaal van de woonomgeving niet overstijgen. Volgende zaken zijn niet toegelaten in de zone: Stalling van hinderlijke inrichtingen. Het plaatsen van masten en pylonen. Tank- en servicestations. In de zone met overdruk-arcering “met specifieke voorschriften” zijn horeca en meergezinswoningen in afwijking met bovenstaande bepaling niet toegelaten.

2. inrichting en beheer 2.1. algemeen: De gebouwen dienen de aaneengesloten bebouwingsvorm indien mogelijk na te streven. Indien open bebouwing kan bij vervangbouw de oorspronkelijke bebouwingsvorm behouden blijven. 2.2. bezettingspercentage: Maximaal 60% van elk perceel kan bebouwd worden, bijgebouwen inbegrepen, met uitzondering van bestaande toestandsituaties. Minstens 30% van elk perceel dient onverhard en onbebouwd te blijven. In de zone met overdruk-arcering “met specifieke voorschriften” kan maximaal 50% van elk perceel bebouwd worden, bijgebouwen inbegrepen.

Deze zone valt onder de categorie van gebiedsaanduiding ‘wonen’ conform het Besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van ruimtelijke uitvoeringsplannen. Het betreft het woongebied gelegen tussen de spoorweg, de Nijverheidstraat, Nijverheidslaan en de Prof. Dewulfstraat met een overwegend gesloten karakter aan de Prof. Dewulfstraat, open en halfopen bebouwing komen eveneens voor. Nevenbestemming is die bestemming die de hoofdbestemming ondersteunt en er ruimtelijk mee verenigbaar is. Onder hinderlijke inrichtingen wordt verstaan: vrachtwagens, goederen, afval, wrakken en dergelijke Indien mogelijk: waar dit door de perceelsafmeting (straatbreedte) of door de aanpalende bebouwing (open afgewerkte gevel met onbebouwde zijstrook) niet mogelijk is, dient voor een harmonieuze aansluiting gezorgd te worden. Het ‘bezettingspercentage bebouwing’ is de verhouding van de grondoppervlakte van de bebouwing (footprint) met inbegrip van de bijgebouwen, ten aanzien van de oppervlakte van het volledige perceel. Jacuzzi en zwembad dienen gerekend te worden onder verharding. Voor percelen kleiner dan of = aan 120m² wordt de toegelaten bezettingspercentage verhoogd naar 70%. Dit garandeert een werkbaar bewoonbare oppervlakte op het gelijkvloers (bij 120 m² is dit 84 m²) én een bruikbare private buitenruimte (tuin, patio, terras). Zie onderstaande suggestieve schema’s:

Voor percelen kleiner dan of gelijk aan 120 m² kan het perceel voor maximaal 70% bebouwd worden en volledig verhard.


47

1. W oon zone VERORDENEND


Stedenbouwkundige voorschriften 2.3. inplanting: Plaatsing t.o.v. de rooilijn: Voorbouwlijn op de rooilijn, tenzij anders weerge geven op plan. In de zone, “overdruk met specifieke voorschriften”: voorbouwlijn op 5 meter van de rooilijn, tenzij anders weergegeven op plan. afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens: minimaal 3 meter voor open bebouwing. Voor halfopen bebouwing aan één zijde 0 meter en aan de andere zijde minimaal 3 meter. De gebouwen worden opgericht met gemeenschappelijke zijgevels, tenzij op één of beide aanpalende percelen een bebouwing bestaat met een open afgewerkte zijgevel én een vrije onbebouwde zijstrook naar het perceel in kwestie. In dit geval moet naar de zijde waar dergelijke open zijstrook bestaat eveneens een open onbebouwde zijstrook van minstens 3 meter vrijblijven en dient de zijgevel naar deze zijstrook als een open afgewerkte gevel uitgevoerd te worden. Vrije onbebouwde zijstrook: het aanwezig zijn van enkel een carport op de perceelsgrens wordt niet gezien als bebouwing in de beoordeling van het al dan niet vrijhouden van een vrije onbebouwde zijstrook.

Onder open afgewerkte (zij)gevel wordt verstaan: een gevel met dezelfde afwerkingsgraad als de voorgevel én met raam -en/of deuropeningen.

Dezelfde bouwwijze kan toegestaan worden naar de zijde van een aanpalend onbebouwd perceel indien dit perceel voldoende breed is om bij bebouwing op analoge wijze een open aanpalende zijstrook te laten. 2.4. bouwvoorschriften: Bouwhoogte: Het maximaal toegelaten gebouw-gabariet is 2 bouwlagen met een maximale kroonlijsthoogte van 6.00 meter en een maximale nokhoogte van 12.00 meter.

Bebouwing langs de Nijverheidslaan

De ruimere bouwhoogte is ingegeven omwille van de straatbreedte, ligging t.o.v. het spoor (inkijk-bezonning)en de nabijheid van het station (verdichting).

Indien ruimtelijk verantwoord, kan aangesloten worden tegen een aanpalend gebouw met een hoger bouwhoogte dan 6.00 meter kroonlijsthoogte en een maximale nokhoogte van 12.00 meter.

48


1. W oonzone VERORDENEND


Stedenbouwkundige voorschriften In de zone met overdruk-arcering “bouwhoogte” is het maximaal toegelaten gebouw-gabariet 3 bouwlagen met een maximale kroonlijsthoogte van 9.00 meter en een maximale nokhoogte van 14.00 meter. De dakvorm is vrij. De dakhelling bedraagt maximaal 45°. Bouwdiepte: De bouwdiepte vanaf de voorbouwlijn bedraagt max. 20 meter op de gelijkvloerse verdieping. Op de eerste verdieping wordt max.12 meter diep gebouwd, exclusief terrassen en uitbouwen. Het is toegelaten een terras in te richten op het dak van de gelijkvloerse verdieping, mits ruimtelijk verantwoord (goed nabuurschap, bezonning, privacy). Bijgebouwen en carports:

Bijgebouwen: tuinhuis, serre, orangerie, individuele garage, ...

In de tuinen kunnen bijgebouwen voorkomen, voorzover het bezettingspercentage gerespecteerd wordt én onder volgende voorwaarden: de terreinbezetting door bijgebouwen mag maximaal 30 % bedragen van de max. toegelaten bezetting. afstand tot de zijdelingse perceelsgrenzen: op min. 1.00 meter van de perceelsgrens; kroonlijsthoogte maximaal 3.00 meter; nokhoogte maximaal 5.00 meter; dakhelling maximaal 45°, de dakvorm is vrij; afstand tot de voorgevel: minimaal 3 meter achter de voorgevel. In de bouwvrije zijdelingse strook is een carport toegestaan, voor zover het bezettingspercentage gerespecteerd wordt én onder volgende voorwaarden: afstand tot de voorgevel: minimum 2 meter achter de voorgevel; kroonlijsthoogte maximaal 3.00 meter, plat dak verplicht; minimaal 2 zijden open. Erfscheidingen: Men is niet verplicht afsluitingen op de perceelsgrens te realiseren. Indien zij gerealiseerd worden, dienen ze te bestaan uit materialen passend bij het hoofdgebouw en de omgeving of uit een levende haag


49

1. W oon zone VERORDENEND


Stedenbouwkundige voorschriften met een maximale hoogte van 2.50 meter, maximum 2.00 meter in de zone met overdruk-arcering “met specifieke voorschriften”. Afsluitingen in beton zijn niet toegelaten. In de bouwvrije zijdelingse strook is een afsluiting (bijvoorbeeld een poortje) mogelijk met een maximale hoogte van 2.00 meter. De zone tussen de voorbouwlijn en de rooilijn dient vrij van bebouwing te blijven, met uitzondering van tuinmuurtjes. In deze voortuinzone zijn enkel levende hagen of een gemetselde tuinmuur toegelaten met een maximumhoogte van 0.90 meter. Terreinophoging: Bij het ophogen van het perceel moet op de perceelsgrenzen het oorspronkelijke maaiveld behouden blijven, tenzij een ophoging ruimtelijk verantwoord is en de waterhuishouding niet wordt verstoord. De afwatering dient op eigen terrein te gebeuren. Garages - parkeren: In geval van meergezinswoningen dient vanaf drie woningen, per woning -op eigen terrein- één autostandplaats voorzien te worden. Ingeval sprake van een (half-)ondergrondse garage dient de toegangshelling aangezet te worden door een horizontaal vlak van min. 5 meter vanaf de rooilijn. Behoudens in geval van vernieuwbouw, hernieuwbouw of nieuwbouw, in één architecturaal geheel én indien ruimtelijk verantwoord, kunnen garagepoorten in de voorgevel enkel en slechts worden toegelaten onder de volgende voorwaarden: min. perceelsbreedte van 7 meter; de breedte ingenomen door garagepoorten en/of inritten, dient bij meerdere garagepoorten en/of inritten, beperkt te worden tot max. 30 % van de gevelbreedte.

50


2. Bedrijvenzone VERORDENEND



1. bestemming Deze zone is bestemd voor de vestiging van ambachtelijke bedrijvigheid en kleine en middelgrote ondernemingen. De noodzakelijke voorzieningen in functie van de bedrijfsvoering zijn eveneens toegelaten in nevenbestemming. Per bedrijf is maximaal één bedrijfs- of conciërgewoning van maximaal 250m² vloeroppervlakte toegelaten. Deze woning maakt integraal deel uit van de bedrijfssite en kan er niet van afgesplitst worden. Een nieuw op te richten bedrijfswoning dient één geheel te vormen met het bedrijfs-gebouw. Het oprichten van een alleenstaande woning, los van het bedrijfsgebouw is binnen deze zone niet toegelaten, dit om zuinig en compact ruimtegebruik te bewerkstelligen.

Deze zone valt onder de categorie van gebiedsaanduiding ‘bedrijvigheid’ conform het Besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van ruimtelijke uitvoeringsplannen. Onder noodzakelijke voorzieningen in functie van de bedrijfsuitvoering wordt ondermeer verstaan: kantoren, tentoonstellingsruimten, EHBO, sociale uitrustingen, milieutechnische installaties, toeritten, bedieningswegen, parkeerplaatsen, laad -en losplaatsen, stapelplaatsen en groenbuffers, voor zover zij ondergeschikt zijn aan de bestaande nijverheid.

In deze zone zijn nieuwe zuiver commerciële activiteiten, zoals grootschalige winkels en kleinhandelszaken niet toegelaten. Toonzalen ondergeschikt (maximaal 15% van de bedrijfsbenutte oppervlakte met een maximum van 500m² vloeroppervlakte) én gekoppeld aan de hoofdactiviteit van bedrijven zijn wel toegelaten. Bebouwing langs de Europalaan. Volgende activiteiten zijn eveneens niet toegelaten in deze zone: activiteiten met een abnormale hinder en/of risico’s; seveso-inrichtingen. In de zone met overdruk-arcering kunnen kantoren, grootschalige winkels en kleinhandelszaken wel behouden blijven, mits ze moeilijk verweefbaar zijn in het binnenstedelijke winkelapparaat of er complementair mee zijn. Een optimalisatie is mogelijk, een uitbreiding niet. Tank -en servicestations kunnen enkel worden toegestaan in deze deelzone.


Het inplanten van inrichtingen die vallen onder het samenwerkingsakkoord van 21|06|1999 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongeval len waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken (B.S. 16|06|2001), is niet toegelaten binnen de zone. Seveso-inrichtingen zijn inrichtingen met een zoda nige hoeveelheid aan gevaarlijke stoffen op het terrein dat zij vallen onder het toepassingsgebied van het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.

51

2 . Bed rijvenzone VERORDENEND



2. inrichting en beheer 2.1. algemene inrichtingsstudie voor bedrijven:

Algemene inrichtingsstudie voor bedrijven:

Bij de eerste aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning en bij elke latere aanvraag die afwijkt van de algemene inrichtingsstudie voor het bedrijf of bij het ontbreken ervan dient het bedrijf een algemene inrichtingsstudie te voegen.

De algemene inrichtingsstudie dient op een duidelijke wijze de beoogde lay-out van de volledige bedrijfssite gelegen binnen onderhavig gemeentelijk RUP grafisch, vergezeld van een toelichting, weer te geven.

De algemene inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en dient zowel de huidige als de gewenste lay-out van de gehele bedrijfssite weer te geven.

De algemene inrichtingsstudie dient gevoegd bij de (eerste) aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning. Alle volgende aanvragen dienen te kaderen binnen deze algemene inrichtingsstudie voor het bedrijf. Indien de toekomstplannen wijzigen en een vergunningsaanvraag afwijkt van deze initiële inrichtingsstudie, dan dient een nieuw algemene inrichtingsstudie opgemaakt te worden.

In het bijzonder dienen de maatregelen naar: de waterbeheersing; de milieutechnische maatregelen; de visuele integratie van het bedrijf in de omgeving; een gedetailleerde aanplantingstudie; de stapelplaatsen in open lucht; de publiciteitsvoorzieningen; de parkeervoorzieningen; de ontsluitingen (in-/uitritten) op de openbare weg; de impact van de beoogde werken op de omgeving nauwkeurig weer te geven. 2.2. bezettingspercentage: Binnen deze zone is een bebouwingspercentage van 80% toegelaten met uitzondering van bestaande toestandsituaties. Het waterbergend vermogen van het plangebied mag door de aanleg van de bedrijvensite niet verminderd worden. 2.3. inplanting: Bij alle gebouwen en constructies bedraagt de afstand minimaal 8 meter t.o.v. de rooilijn. De afstand t.o.v. de overige perceelsgrenzen is minimum 5 meter. De afstand t.o.v. de woonzone is minimum 15 meter.

52


2. Bedrijvenzone VERORDENEND


Stedenbouwkundige voorschriften 2.4. ontsluiting: Nieuwe rechtstreekse toegangen van particulier terrein op de Europalaan of op de Nijverheidslaan zijn verboden. 2.5. parkeergelegenheid, laad -en losplaatsen: De bedrijven dienen ervoor te zorgen dat er voldoende parkeerplaatsen voor bezoekers en personeel op eigen terrein voor handen zijn. Bovendien dient laden en lossen ook volledig op eigen terrein te gebeuren. De parkeerruimte dient een open publiek karakter na te streven.

Laden en lossen van vrachtwagens en bestelwagens dient te gebeuren op eigen terrein en niet op de openbare weg, teneinde de verkeersveiligheid op de openbare weg niet in het gedrang te brengen door deze activiteiten.

Alternatieve vormen van parkeren: (half-)ondergronds of bovendaks zijn toegelaten. 2.6. bouwvoorschriften: Bouwhoogte: De maximale bouwhoogte van gebouwen is 14 meter. Voor die bedrijfspercelen die palen aan woonzone is een bouwhoogtebeperking van 10 meter van kracht en dit tot aan de eerste 20 meter gemeten vanaf de rooilijn, voorbij de 20 meter is de maximale bouwhoogte van 14 meter van toepassing. Het betreft de bedrijfspercelen grenzend aan de Nijverheidslaan en ten noorden van het kruispunt Nijverheidslaan-Nijverheidsstraat. Over 10% van de bebouwbare oppervlakte van het perceel én buiten de deelzone met bouwhoogtebeperking van 10 meter kunnen -in afwijking van voorgaande- constructies een grotere hoogte hebben, minimaal gelijk aan hun afstand tot de zonegrens.

Constructies zoals: silo’s, verluchtings -en rookkanalen, liftkokers, droogtorens, cementtorens, ...

Dakvorm: Vrij, indien omgeven door een gevel met een horizontale dakrand. Kleurgebruik: Hoofdzakelijk grijs- of roodtinten met kleuraccenten.

Deze kleurkeuze is gebaseerd op het bestaande kleurenpallet op het bedrijventerrein.

Publiciteit: dient bij voorkeur aangebracht te worden in/op het gebouw. Per bedrijf is maximaal één losstaand publiciteitsbord of -pyloon toegelaten.


53

3. H oogwaardige bedrijvenzon e e n i n door - r e cr e ati e VERORDENEND



1. bestemming Deze zone is bestemd voor ambachtelijke bedrijvigheid, kleine -en middelgrote ondernemingen, kantoorachtigen, opleidings-centra en/of researchafdelingen van bedrijven en/of een gemeenschaps-gebouw. In deze zone kan eveneens een bedrijfsverzamelgebouw, een bedrijvencentrum en/of een doorgangsgebouw ingeplant worden. Per bedrijf is maximaal één bedrijfs- of conciërgewoning van maximaal 250m² vloeroppervlakte toegelaten.De bedrijfswoning en eventuele private buitenruimte kunnen niet op het gelijkvloerse niveau voorkomen, behalve de verticale circulatie. Het oprichten van een alleenstaande en grond-gebonden woning, los van de bedrijfsgebouwen is binnen deze zone niet toegelaten, dit om zuinig en compact ruimtegebruik te bewerkstelligen. Bedrijfsondersteunende functies zijn -indien ondergeschikt- toegelaten. In deze zone zijn nieuwe zuiver commerciële activiteiten, zoals grootschalige winkels en klein-handelszaken niet toegelaten. Toonzalen ondergeschikt (maximaal 20% van de totale vloeroppervlakte) en gekoppeld aan de hoofdactiviteit van bedrijven zijn wel toegelaten. Luidruchtige indoor-recreatie en de hieraan gerelateerde horeca is toegelaten in de zone indien ze omwille van de aard van de activiteiten niet in woongebied of recreatiegebied thuishoren en dit voor max. 50% van de zone. De gebouwen en bijhorende terreinen dienen uitgebouwd te worden tot een hoogwaardig architecturaal geheel. Volgende activiteiten zijn niet toegelaten in deze zone: activiteiten met een abnormale hinder en/of risico’s; seveso-inrichtingen; tank -en servicestations; opslagplaatsen of stapeling in open lucht.

54

Deze zone valt onder de categorie van gebiedsaanduiding ‘bedrijvigheid’ conform het Besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van ruimtelijke uitvoeringsplannen. Het betreft de braakliggende terreinen naast de spoorweg, ter hoogte van het kruispunt van de Westhoekweg(N38) met de Europalaan(ringweg), in het GRS aangeduid als “de poort tot Poperinge” en de terreinen van de indoor-karting. Bedrijfsverzamelgebouw: bedrijven met een kleine ruimtevraag worden verzameld in een prestigieus bedrijfsverzamelgebouw. Een complex kan variëren van één of meerdere gebouwen met voordeurdelers tot een gebouw(en) met een ruim scala aan gezamelijke voorzieningen. De bedrijfsruimte wordt door de gebruikers in veel gevallen gehuurd in plaats van gekocht. Bedrijvencentrum: een samenhangend geheel van kantoor-, productie- en opslagruimtes die tijdelijk aan startende ondernemingen ter beschikking worden gesteld, met een minimumaanbod aan gemeenschappelijke en professionele infrastructuur, secretariaatsdiensten, managementdiensten en samenwerkingsmogelijkheden met derden. De gemeenschappelijke ruimtes moeten flexibel aanpasbaar zijn en minstens een receptie, een vergaderlokaal, een presentatielokaal, parkeermogelijkheden en sanitaire voorzieningen bevatten. Alle ruimten, zowel individuele als gemeenschappelijke ruimten, moeten voorzien zijn van hoogwaardige ICT-infrastructuur. Doorgangsgebouw: een samenhangend geheel van kantoor-, productie- en opslagruimtes die zonder additionele dienstverlening maar met een minimumaanbod aan gemeenschappelijke en professionele infrastructuur tijdelijk ter beschikking worden gesteld van bedrijven die het bedrijvencentrum ontgroeid zijn Onder bedrijfsondersteunende functies worden verstaan: voorzieningen in functie van bedrijven en van werknemers. Deze voorzieningen dienen steeds afgestemd te zijn op de werking van het bedrijventerrein en kunnen niet autonoom functioneren. Voorzieningen voor bedrijven: vergaderzalen, expositieruimtes, ... Voorzieningen voor werknemers: catering, kinderopvang, logies, fitness, ...


3. H oogwaardige bedri j v e n zon e e n i n door - r e cr e ati e VERORDENEND


2. inrichting en beheer

Luidruchtige indoor-recreatie zoals een karting, een fuifzaal, ...


2.1. algemene inrichtingsstudie voor bedrijven: Bij de eerste aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning en bij elke latere aanvraag die afwijkt van de algemene inrichtingsstudie voor het bedrijf of bij het ontbreken ervan dient het bedrijf een algemene inrichtingsstudie te voegen. De algemene inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en dient zowel de huidige als de gewenste lay-out van de gehele bedrijfssite weer te geven. In het bijzonder dienen de maatregelen naar: de waterbeheersing; de milieutechnische maatregelen; de visuele integratie van het bedrijf in de omgeving; een gedetailleerde aanplantingstudie; de stapelplaatsen in open lucht; de publiciteitsvoorzieningen; de parkeervoorzieningen; de ontsluitingen (in-/uitritten) op de openbare weg; de impact van de beoogde werken op de omgeving nauwkeurig weer te geven.

Het inplanten van inrichtingen die vallen onder het samenwerkingsakkoord van 21|06|1999 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongeval len waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken (B.S. 16|06|2001), is niet toegelaten binnen de zone. Seveso-inrichtingen zijn inrichtingen met een zoda nige hoeveelheid aan gevaarlijke stoffen op het terrein dat zij vallen onder het toepassingsgebied van het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest. Algemene inrichtingsstudie voor bedrijven: De algemene inrichtingsstudie dient op een duidelijke wijze de beoogde lay-out van de volledige bedrijfssite gelegen binnen onderhavig gemeentelijk RUP grafisch, vergezeld van een toelichting, weer te geven. De algemene inrichtingsstudie dient gevoegd bij de (eerste) aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning. Alle volgende aanvragen dienen te kaderen binnen deze algemene inrichtingsstudie voor het bedrijf. Indien de toekomstplannen wijzigen en een vergunningsaanvraag afwijkt van deze initiële inrichtingsstudie, dan dient een nieuw algemene inrichtingsstudie opgemaakt te worden.

2.2. bezettingspercentage: Binnen deze zone is een bebouwingspercentage van 70% toegelaten. Het waterbergend vermogen van het plangebied mag door de aanleg van de bedrijvensite niet verminderd worden.

Links: Bedrijfsverzamelgebouw - Wingene (Buro II) Rechts: Concordia Textiles - Waregem (Van Duysen)

2.3. inplanting: Gebouwen worden ingeplant: op min.12 meter t.o.v. de rooilijn spoorweg; op min. 8 meter t.o.v. de rooilijn Europalaan; op min. 5 meter t.o.v. de overige kavelgrenzen. Boven: bedrijfsgebouw Furnibo - Veurne (Buro II) met muurwand met logo. Onder: schets gebouwencomplex met begeleidende gevelwand.


55

3 . H oogwaardige bedrijven zon e e n i n door - r e cr e ati e VERORDENEND


Stedenbouwkundige voorschriften 2.4. parkeergelegenheid, laad -en losplaatsen: De niet-bebouwde perceelsdelen kunnen ingericht worden als parking, inritten, laad-en losplaatsen en groenzones. De bedrijven en / of uitbaters van indoor-recreatie dienen ervoor te zorgen dat er voldoende parkeerplaatsen voor bezoekers en personeel op eigen terrein voor handen zijn. Bovendien dient laden en lossen ook volledig op eigen terrein te gebeuren. De parking dient een groene aankleding te krijgen met een open publiek karakter. Alternatieve vormen van parkeren: (half-)ondergronds of bovendaks zijn toegelaten.

Laden en lossen van vrachtwagens en bestelwagens dient te gebeuren op eigen terrein en niet op de openbare weg, teneinde de verkeersveiligheid op de openbare weg niet in het gedrang te brengen door deze activiteiten.

2.5. ontsluiting: De ontsluiting gebeurt via de bestaande ontsluitingsweg op de Europalaan aangeduid met pijlsymbool. Nieuwe rechtstreekse toegangen van particulier terrein op de Europalaan zijn in deze zone verboden. 2.6. bouwvoorschriften:

Foto boven: bestaande ontsluitingsweg op de Europalaan.

Bouwhoogte: Er zijn maximaal 4 bouwlagen toegelaten of een maximale bouwhoogte van 14 meter over maximaal 50% van het bebouwbaar grondoppervlak. Aan een bouwlaag wordt een maximale hoogte toegekend van 4 meter.

Op vandaag is een nieuwe aansluiting op de Europalaan mogelijk, het is evenwel wenselijk om in de toekomst de ontsluiting van het volledige terrein te bundelen ter hoogte van het pijlsymbool en dit omwille van verkeersefficiëntie en zuinig ruimtegebruik.

In de rest van de zone zijn maximaal 3 bouwlagen toegelaten met een maximale bouwhoogte van 10 meter.

Foto onder: het bestaande aangrenzende kantoorgebouw is 4 bouwlagen hoog.

De bouwhoogte van alle gebouw(en) dient minimaal 2 bouwlagen hoog te zijn of een kroonlijsthoogte van minimaal 7 meter. Ter hoogte van de Europalaan dient de bouwhoogte minimaal 12 meter te zijn over 40 % van de gevellengte met de Europalaan. Het gebouwencomplex dient aan alle gevelzijden voorzien te worden van voldoende gevelopeningen, op zo’n wijze dat er geen achterzijde ontstaat. De aanleg van de buitenruimte dient dit gegeven te versterken.

56


3. Hoo gwaardige bedri j v e n zon e e n i n door - r e cr e ati e VERORDENEND


Dakvorm: De dakvorm is vrij indien omgeven door een gevel met een horizontale dakrand.

Een aantal bebouwingsmogelijkheden langs de Europalaan:


Afsluitingen: Afsluitingen ter hoogte van de rooilijn of perceelsgrens kunnen enkel bestaan uit poorten, streekeigen hagen of bomenrijen. Aan de Europalaan kan een gevelwand worden voorzien. Draadafsluitingen zijn niet toegelaten. Publiciteit: Publiciteit dient geïntegreerd te worden in/op de voor -of zijgevel of de gevelwand. Er zijn geen losstaande individuele publiciteitsborden of pylonen toegelaten.

Voormalige verbrandingsinstallatie van meubelen Boone aan de Europalaan. Beeldbepalende volumewerking en sterke architecturale detaillering (hoekaccenten, materiaalkeuze, raamverdeling, verhoudingen, schoorsteen, ...).


57

4 . Bou wvrije zone VERORDENEND



1. bestemming Deze zone is bestemd voor groenaanleg. Volgende activiteiten zijn niet toegelaten in deze zone: elke vorm van stapelen van materialen; nieuwe ontsluitingen op de Nijverheidslaan en de Europalaan.

Deze zone valt onder de categorie van gebiedsaanduiding ‘bedrijvigheid’ conform het Besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van ruimtelijke uitvoeringsplannen. Het betreft de grafisch aangeduide bouwvrije zones tussen de rooilijn en de grens met de bedrijvenzone. Onder groenaanleg wordt verstaan: gazon, hoog -en laagstammige groen, waterpartijen, ...

2. inrichting en beheer 2.1. algemeen: De groenaanplant dient op een ordentelijke en vakkundige manier in stand gehouden te worden, zodat deze ten allen tijde een vrij en open uitzicht biedt ten opzichte van de openbare weg. 2.2. inrichting: Deze bouwvrije zone is minimaal 8 meter t.o.v. de rooilijn. In deze zone van het bedrijfsperceel moet het verhardingsaspect ondergeschikt zijn. Enkel ter hoogte van de Nijverheidsstraat zijn nieuwe parkeerplaatsen toegelaten, mits ze uitgevoerd worden in waterdoorlatende materialen en een groene inkleding meekrijgen.

Voorbeelden van een kwalitatieve groeninrichting van de bouwvrije zones langs de Nijverheidslaan en de Nijverheidsstraat.

Het is verboden om in deze zone een toegangshelling of -trappen aan te brengen die hellen ten opzichte van het peil van de rooilijn. Alle andere constructies, met uitzondering van het brievenbuselement, zijn verboden.

Bouwvrije zone langs de Europalaan (ringweg).

Eventuele afsluitingen kunnen enkel in levende streekeigen hagen uitgevoerd worden, waarbij de hoogte maximum 0.60 meter kan bedragen en in geen geval het uitzicht van het verkeer mag belemmeren.

Voorbeeld van een bouwvrije zone langs de Nijverheidsstraat zonder enige kwaliteit.

58


5. Bufferzone VERORDENEND



1. bestemming Deze zone is bestemd voor het bufferen van de aangrenzende bedrijfsactiviteiten.


Deze zone valt onder de categorie van gebiedsaanduiding ‘bedrijvigheid’ conform het Besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van ruimtelijke uitvoeringsplannen. Het betreft de zone gelegen tussen het woonlint langs de Prof. Dewulfstraat en de aangrenzende bedrijvenzone.

2.1. algemeen: De zone dient aangelegd te worden teneinde een kwalitatieve geluids -en groenbuffer te realiseren. Binnen deze zone zijn alle vormen van verhardingen en toeritten voor mechanische verkeer verboden. Deze bufferzone dient om: het bedrijf visueel af te schermen en in te kleden in de omgeving; een milieuhygiënische buffer te vormen t.o.v. de omgeving; te beletten dat dit bedrijf zijn activiteiten uitbreidt naar aanpalende percelen; geluidshinder tot een aanvaardbaar niveau te brengen.

De vergunningverlenende overheid kan lasten en voorwaarden opleggen om de realisatie van deze zone te verzekeren.

Bedrijfsactiviteiten zoals: verkeersontsluiting, ...

stapelen,

parkeren,

Deze geluidsbuffer dient gerealiseerd te worden ofwel door de aanleg van een aarden wal ofwel door een geluidsabsorberende wand al dan niet met beplanting. Indien geopteerd wordt voor een aarden geluidswal is deze wal minimum 10 m breed en opgevat volgens principe figuur b; tenzij aangetoond kan worden via een toelichtingsnota én een gedetailleerde doorsnede dat een alternatieve breedte en/of uitvoering minstens dezelfde geluidsreductie zal teweegbrengen als de voorgeschreven breedte en opvatting.

De perimeter van deze zone is verruimbaar t.o.v. de aangrenzende bedrijvenzone.


Schema: aarden geluidswal; het aanbrengen van beplantingen kan een nadelige invloed hebben op de afscherming indien hierdoor een te uitgesproken spreiding van de geluidsgolven optreedt (figuur a). Het afschermend effect kan worden verhoogd door het aanbrengen, op de top, van een bijkomend scherm (figuur b).

Er zijn verschillende mogelijkheden op de markt om een geluidswand te realiseren met beperkte dikte en een geluidsabsorptie van >11dB, al dan niet met beplantingsmogelijkheden.

59

5 . Bu f f erzone VERORDENEND


Stedenbouwkundige voorschriften 2.2. bouwvoorschriften: De hoogte van de aarden wal of van de geluidsabsorberende wand met beplanting is minimaal 3 meter. 2.3. inplanting: Afstand tot de perceelsgrenzen: ingeval van een aarden geluidswal: een minimale bouwvrije afstand van 2.00 meter ten behoeve van het onderhoud van de aarden wal. ingeval van een geluidsabsorberende wand met beplanting: de minimale bouwvrije afstand is gelijk aan de hoogte van de wand.

60


6. O penbaar domein in f u n cti e v an ope n baar v e r v oe r VERORDENEND



1. bestemming Spoordomein in functie van de verdere uitbouw van de spoorverbindingen en parkeervoorzieningen.


Deze zone valt onder de categorie van gebiedsaanduiding ‘lijninfrastructuur’ conform het Besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van ruimtelijke uitvoeringsplannen.

Het betreft een gedeelte van de spoorlijn Poperinge -Ieper -Kortrijk.

2.1. algemeen: Alle werken in functie van een optimalisatie van het spoor zijn toegelaten. De erfdienstbaarheden t.a.v. de spoorweg staan onder de algemene bepalingen. 2.2. parkeren: Foto: stationsomgeving Poperinge. De bestaande stationsparking kan verlegd en/of uitgebreid worden al dan niet in combinatie met een stadsrandparking.


61

7. Openbaar domein - nabe s te m m i n g k a n t or e n , d ien s tverlening en/of wone n VERORDENEND



1. bestemming Openbaar domein in functie van de verdere uitbouw van de spoorverbindingen en bijhorende parkeervoorzieningen.

Deze zone valt onder de categorie van gebiedsaanduiding ‘gemeenschaps- en nutsvoorzieningen’ conform het Besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van ruimtelijke uitvoeringsplannen.

Tevens zijn kantoren, dienstverlening en/of wonen mogelijk binnen de zone. De nabestemming treedt in werking bij stopzetting van de spoorwegactiviteiten.

2. inrichting en beheer 2.1. algemeen: Alle werken in functie van een optimalisatie van het spoor zijn toegelaten. De erfdienstbaarheden t.a.v. de spoorweg staan onder de algemene bepalingen. 2.2. inrichtingsstudie: Indien geopteerd wordt voor een ontwikkeling met kantoren, dienstverlening en/of wonen dient een inrichtingsstudie voor de volledige zone opgemaakt te worden. Deze inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor de zone. De inrichtingsstudie dient op een duidelijke wijze de beoogde lay-out (ontsluiting, parkeren, bebouwing, verharding, groenaanleg, bouwvrije strook, fiets -en voetgangersverbinding, zichtrelatie op het stationsgebouw, waterbeheersing) van de volledige zone grafisch, vergezeld van een toelichting weer te geven. De inrichtingsstudie geeft ook aan hoe het voorgenomen project zich verhoudt tot wat al gerealiseerd is binnen de zone en/of tot de mogelijke ontwikkeling van de rest van de zone. De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van stedenbouwkundige vergunning en wordt als dusdanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van deze aanvragen. Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een bestaande of een aangepaste of een nieuwe inrichtingsstudie bevatten.

62

Foto: vanaf Nijverheidsstraat. Gezien de recente stopzetting van de overslag van bieten op het spoor, is het wenselijk de mogelijkheden op deze stationslocatie te herbekijken in functie van deze ontwikkeling en de opwaardering van de stationsomgeving. Een verdichting van deze site met kantoorgerichte functies, dienstverlening, woningen wordt mogelijk gemaakt. Deze verdichting kadert binnen de “Stedelijke vernieuwing van de stationsomgeving” als één van de krachtlijnen voor het stedelijk gebied binnen het GRS van Poperinge. “Door de verstedelijking van de spoorzone, met het station als motor, wordt de spoorwegomgeving actief onderdeel van de stad en breidt het centrum zich over het spoor uit. De omgeving van het station moet voorbehouden worden voor verdichting met kantoorgerichte functies, opleidingscentra, woningen en horeca. De zone ligt dicht bij het station waardoor het autogebruik kan worden teruggedrongen.” Tevens zal een deel van de site de uitbreiding van de stationsparking kunnen opvangen. Bij de herontwikkeling van de site dient aandacht besteed te worden aan de visuele relatie tussen de Nijverheidsstraat en het perron/stationsgebouw en naar de visuele relatie vanaf het te realiseren fiets -en wandelpad met de binnenstad.


7. Openbaar domein - n a b e s te m m i n g k a n t or e n , d ien st verlening en/of w on e n VERORDENEND


Stedenbouwkundige voorschriften 2.3. bezettingspercentage: Binnen deze overdrukzone is een bebouwingspercentage van maximaal 35% toegelaten. Minstens 50% van de overdrukzone dient onverhard te blijven.

De zone openbaar domein - met nabestemming kantoren, dienstverlening en/of wonen is ca. 1.59 ha, waarvan slechts 35% of 0.56 ha bebouwd kan worden.

Het waterbergend vermogen van het plangebied mag door de (her)aanleg met kantoren, dienstverlening en/ of wonen en bijhorende infrastructuur niet verminderd worden. 2.4. bouwvoorschriften: Het maximaal toegelaten gebouw-gabariet is 3 bouwlagen met een maximale kroonlijsthoogte van 9.00 meter en een maximale nokhoogte van 14.00 meter. De dakvorm is vrij. De dakhelling bedraagt maximaal 45°.

De ruimere bouwhoogte is ingegeven omwille van de ligging t.o.v. het spoor (inkijk-bezonning) en de nabijheid van het station (verdichting).

2.5. inplanting: De inplanting van gebouwen is vrij binnen de zone onder volgende voorwaarden: voldaan is aan de erfdienstbaarheden t.a.v. de spoorweg; op minimaal op 8 meter van de rooilijn van de Nieuwstraat en de Nijverheidsstraat; gedeeltelijk behoud van de zichtbaarheid van het stationsgebouw(perrons) vanaf de Nijverheidsstraat. 2.6. zichtbaarheid stationsgebouw-perrons: Het kan niet de bedoeling zijn dat ter hoogte van de Nijverheidsstraat op de gelijkvloerse verdieping een gesloten wand ontstaat. Dit kan door een oordeelkundige inplanting van meerdere gebouwen en/of een gebouw(en) met doorzichten vanaf de Nijverheidsstraat naar het spoor. 2.7. parkeren: De bestaande stationsparking kan verlegd en/of uitgebreid worden al dan niet in combinatie met een stadsrandparking. 2.8. ontsluiting: Er dient een fiets -en voetgangersverbinding gerealiseerd te worden die de “bouwvrije zonelangzaam verkeer” verbindt met de overweg aan de Nieuwstraat. Dit wordt bij wijze van aanduiding op het bestemmingsplan weergegeven met het symbool fiets- en voetgangersverbinding.


63

8. O pen baar domein - wege n i s VERORDENEND



1. bestemming Deze zone is bestemd voor openbare wegenis en pleinen en de daarbijhorende functies van openbaar nut, zoals inrichtingen voor openbaar vervoer, straatmeubilair en verlichting.

Deze zone valt onder de categorie van gebiedsaanduiding ‘lijninfrastructuur’ conform het Besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van ruimtelijke uitvoeringsplannen.

In de gearceerde zone is enkel fiets -en voetgangersverkeer toegelaten, mechanisch verkeer is in deze zone uitgesloten. Binnen deze zone zijn gemeenschapsvoorzieningen ten algemene nut toegelaten, voorzover zij kleinschalig zijn, zich inpassen in de omgeving en de weggebruiker niet hinderen.

Gemeenschapsvoorzieningen ten algemene nut: electriciteitscabines, telefooncabines, schuilhokjes,...

2. inrichting en beheer Volgens de voorschriften van de bevoegde overheid. De ruimtelijke kwaliteit van het openbare domein en het verblijfskarakter dienen hierbij centraal te staan. In de gearceerde zone dient de inrichting met kleinschalige materialen het verblijfskarakter te ondersteunen.

Nijverheidslaan

Nijverheidsstraat

Vleterstraat

64


9. Bouwvrije zone - langzaam v e r k e e r VERORDENEND



1. bestemming Zone non aedificandi in functie van het spoor en de ontsluiting van aangrenzende bedrijven. Binnen deze zone kan een fiets -en voetgangersverbinding gerealiseerd worden.


Deze zone valt onder de categorie van gebiedsaanduiding ‘bedrijvigheid’ conform het Besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van ruimtelijke uitvoeringsplannen. De fiets -en voetgangersdoorsteek verbindt de N38 met de binnenstad en herwaardeerd dit deel van de stationsomgeving.

Kwalitatieve aanleg in waterdoorlatende materialen. De bestaande sloot kan plaatselijk verruimd worden om voldoende waterbuffering te voorzien voor de bijkomende verharde oppervlaktes. Deze waterbuffering kan ingezet worden als belevingselement en natuurlijke afscheiding van het fietspad/spoorweg.


65

1 0. Gar a gezo ne VERORDENEND



1. bestemming Deze zone is bestemd voor het oprichten van (groeps-) garages, autostandplaatsen en tuinbergingen.

Deze zone valt onder de categorie van gebiedsaanduiding ‘wonen’ conform het Besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van ruimtelijke uitvoeringsplannen.

2. inrichting en beheer 2.1. bouwvoorschriften: De dakvorm en de kroonlijst zullen harmonieus aansluiten op deze van de aanpalende gebouwen. De gebruikte materialen dienen zowel duurzaam, esthetisch verantwoord als aangepast aan de omgeving te zijn. Tussen de bouwdelen onderling dient een eenheid in materiaalgebruik te bestaan. Per significant geheel dienen de materialen een harmonisch geheel te vormen. Bouwhoogte: Maximaal één bouwlaag. Dakvorm is vrij, per significant geheel dient eenzelfde dakhelling aangehouden te worden. 2.2. inrichting Niet bebouwde/ verharde delen kunnen worden ingericht als tuin.

66


Symbo len VERORDENEND


Symbool ontsluiting mechanisch verkeer (bij wijze van aanduiding)

Het betreft de huidige private toegangsweg vanaf de Europalaan naar de Indoor-karting en de achterliggende percelen en


De op het bestemmingsplan aangeduide pijlsymbool is de bestaande ontsluitingsweg op de Europalaan die ter hoogte van de Europalaan behouden blijft, verder in het terrein kan deze schuiven al naar gelang de toekomstige ontwikkeling(en). Symbool fiets- en voetgangersverbinding (bij wijze van aanduiding) Ter hoogte van dit symbool dient een verbinding voor fietsers en voetgangers gerealiseerd te worden. De aanduiding is indicatief: zowel de locatie als breedte kunnen afwijken van de plaats en breedte van de aanduiding op het bestemmingsplan; het symbool geeft enkel aan wat met wat verbonden wordt.

de toegangsweg in het verlengde van de Nijverheidsstraat naast de sporen.

Symbool garageweg (bij wijze van aanduiding) Ter hoogte van dit symbool kan een garageweg gerealiseerd worden. De aanduiding is indicatief: zowel de locatie als breedte kunnen afwijken van de plaats en breedte van de aanduiding op het bestemmingsplan.


67

I. Verordenend grafisch plan en Stedenbouwkundige voorschriften

Recommend Documents