Burgemeester
gemeente Schiedam
.
I
Postbus 1501 3 100 EA SCHIEDAM Stadskantoor Stadserf 1
F0102465351 W www.schiedam.nl
Aan de gemeenteraad van Schiedam
DAWM
U\V KENMERK
ONS K E W R K
10UIT00385
18 januari 20 10
UW BRIEF VAN
DOORKìESNUMMER
E-MAIL
010-,2191468
[email protected]
ONDERWERP
inzet straatcoaches Schiedam
Geachte dames, heren, In mijn brief van 7 oktober 2009 heb ik u geïnformeerd over de ondertekening van de intentieverklaring gemeentelijke aanpak Marokkaans-Nederlandse risicojongeren. Het rijk heeft in het kader van deze samenwerking jaarlijks bedrag van € 80.000,- voor de jaren 2010,201 1 en 2012 ter beschikking gesteld voor de inzet van straatcoaches of gezinsmanagers. De gemeente Schiedam zal gezamenlijk met de gemeente Maassluis dit geld gaan in zetten ten behoeve van straatcoaches met als doel de jeugdoverlast op straat terug te dringen. In Amsterdam, Utrecht en Den Haag zijn positieve resultaten bereikt met de inzet van straatcoaches. Door intensief samen te werken en de gelden samen te voegen, wordt het mogelijk twee stsaatcoaches in 2010,201 1 en 2012 in Schiedam en Maassluis in te zetten. Momenteel is de gezamenlijke aanbestedingsprocedure gestart. Naar verwachting zullen de straatcoaches in juni 2010 operationeel zijn. Ik zal u hier tijdig over informeren. Ter informatie bied ik u hierbij een artikel van 24 oktober 2008 uit het Nieuw Amsterdam Peil aan, waarin de werkwijze en de succesformule van de straatcoaches wordt beschreven. Daarnaast kunt u informatie vinden op de website van de Stichting Aanpak Overlast Amsterdam, www.aai~pakoverlast.nl. Ik vestrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Hoogachtend, de busgeme*
van Schiedam,
Straatcoaches in Amsterdam: een succesverhaal Bijdrage van Sonja Hartgring Friday, 24 October 2008
Straatcoaches. Sinds twee jaar bevolken ze de straten van Amsterdam. Het resultaat mag er wezen. I n sommige buurten halveerde de overlast die jongeren veroorzaken. Hoe het de straatcoaches lukt om overlast te verminderen, iets wat de gemeente jaren niet voor elkaar kreeg.
'He schatje!' Een groepje jongens hangt op een speelplaats in AmsterdamWest. Ouder dan achttien kunnen ze niet zijn. Arabische popmuziek schalt uit een mobieltje, de scootertjes ronken. Een jongen van hooguit dertien doet een oneerbaar voorstel. De anderen beginnen te joelen en obsceniteiten te roepen. 'Schatje! Hé! Ben je arrogant of zo? He biatch!' Waar jongeren zijn, is overlast. Ze hangen op straat, maken lawaai, urineren in portieken. Autoruiten sneuvelen, eigendommen verdwijnen, het gevoel van veiligheid vermindert. I n 2005 worden in heel Amsterdam 118 overlast veroorzakende jeugdgroepen geteld. Drie jaar later zijn dit er nog maar 63. Watskeburt? Het Amsterdamse antwoord op de overlast bestaat uit potige mannen die in koppels door de wijken fietsen, zo nodig tot diep in de nacht. I n grijze jassen met adelaar op de rug spreken ze jongeren, waar de meeste mensen met een grote boog omheen lopen, aan. Ze hebben geen bijzondere bevoegdheden, maar stralen onmiskenbaar autoriteit uit. I n wijken waar de straatcoaches worden ingezet, neemt de overlast sterk af. Waar de gemeente in haar strijd tegen jeugdoverlast tien jaar lang niet in slaagde, deden straatcoaches het binnen twee jaar. Wat is het geheim van de straatcoach? Tussen laken en servet
Voor de komst van de straatcoaches waren overlastjongeren een ondergeschoven kindje in het Amsterdamse stadsbeleid. Politie en Justitie kunnen immers alleen optreden nadat het kwaad is geschied. Jongerenwerkers houden zich hoofdzakelijk bezig met het oplossen van dieper liggende problemen, niet met het tegengaan van overlast. Voor beide zijn overlastjongeren slechts een van de vele problemen binnen hun takenpakket. Stichting Aanpak Overlast Amsterdam (SAOA) werd in 2006 opgericht om het gat tussen politie en jongerenwerk op te vullen. De stichting gebruikt hiervoor een combinatie van controle en zorg, puur gericht op de jeugdgroepen en het verminderen van overlast. De controle wordt uitgevoerd door de straatcoaches, die de jongeren aanspreken. Zorg wordt verleend door gezinsbezoekers, die de ouders van sommige jongeren aanspreken op hun ouderlijke verantwoordelijkheid. De geschiedenis van de straatcoach is kort maar krachtig. Sinds de eerste straatcoaches in
november 2006 het stadsdeel Slotervaart binnentrokken, nam de overlast daar aanzienlijk af. Vier van de negen jeugdbendes vielen uiteen. Het aantal autokraken, straatroven en bedrijfsinbraken verminderde met bijna de helft. I n 2007 begonnen de straatcoaches ook t e surveilleren in bepaalde wijken van Osdorp, De Baarsjes, Noord en Zeeburg. Ook daar nam de overlast af. 'We begonnen met twaalf straatcoaches in één stadsdeel', zegt Jack van Midden, projectleider bij SAOA. 'Inmiddels zijn er zeven dagen per week 52 straatcoaches actief in vijf stadsdelen. Om het rooster draaiende te houden hebben we wel 80 man in dienst.' Veilig gevoel 'Het is een succesverhaal', zegt Simone Seegers, buurtregisseur van de politie in de Chassébuurt in De Baarsjes. 'Ik ben heel blij dat ze er zijn.' I n de Chassébuurt, waar de straatcoaches sinds augustus rondfietsen, maakt een criminele jeugdbende de wijk al een tijdje onveilig. Seegers: 'We horen van buurtbewoners vaak dat ze zich veiliger voelen, alleen al omdat ze de straatcoaches zien rondfietsen.' Ook de plaatselijke middenstand in De Baarsjes is positief over de komst van de toezichthouders, aldus Gerrie Sierat, voorzitter van de winkeliersvereniging Berlagepassage. Samen met haar man runt ze al twintig jaar Aladdin's Noten Hoek aan de aan de Jan Evertsenstraat. 'Ze surveilleren nu nog alleen op het Mercatorplein, maar ik zou ze graag ook aan de Jan Evertsenstraat zien. Dan kunnen ze meteen iets doen aan al die bedelaars hier.' Een veilig gevoel mag wat kosten, vindt de gemeente Amsterdam. Jaarlijks zet zij 6'4 miljoen euro opzij voor Stichting Aanpak Overlast. Ter vergelijking: aan jongerenwerk wordt in Amsterdam jaarlijks 8 miljoen euro besteed. Het geld voor jongerenwerk wordt verdeeld over alle veertien stadsdelen, terwijl Stichting Aanpak Overlast slechts in vijf stadsdelen werkzaam is. Van Midden: 'Het grootste deel hiervan gaat naar de inzet van straatcoaches.' Wij zijn FRED Alle straatcoaches in Amsterdam zijn professionals. Niet in het jongerenwerk, maar in de beveiliging. Ze worden door Stichting Aanpak Overlast ingehuurd bij een bedrijf dat er een eigen ideologie op na houdt.
wm-"rp-.n-+wm
Een groot deel van het straatcoach-concept komt voort uit de bedrijfsideologie van beveiligingsbedrijf To Serve and Protect. 'Wij zijn al straatcoach sinds we met ons bedrijf begonnen in 1996', zegt directeur Marvin Irion. Alle beveiligers van To Serve And Protect werken volgens de FRED-methodiek. 'Flexibel, Respectvol, Eerlijk en Duidelijk', legt Irion uit. Van deze vier woorden is het laatste het belangrijkst. 'Je moet duidelijk zijn en laten zien dat je ook echt optreedt als het nodig is.'
'Ik werk het liefste met jongens van de straat', zegt Irion, die in Slotervaart is opgegroeid. 'Toen we begonnen in 1996 werden we hierom uitgelachen.' Zijn werknemers zijn voor 70 procent allochtoon. 'Wij werken onder meer met jongens, die bij andere beveiligingsbedrijven geen baan konden krijgen. Nu komen jongens, die bij ons gewerkt hebben, bijna overal aan de bak.' Sommigen van de straatcoaches zijn getraind in een vechtsport, maar dat is geen vereiste. 'Dat hebben de media ervan gemaakt.' Irion, zelf voormalig Nederlands kampioen kickboksen: 'Uitstraling, daar draait het om. En je moet natuurlijk wat durven. I k stap als het moet op twintig man af. Zo'n groep ga i k van mijn leven niet aankunnen. Maar ik stap er wel op af.' Who's the boss? Het eerste dat de straatcoaches moeten doen als ze een nieuwe wijk binnentrekken, is gezien worden. Rondfietsen. Met de jongeren praten. 'Leg contact', zegt SAOA-projectleider Van Midden. 'Ga niet apathisch naar elkaar staan staren.' Contact leggen is ook belangrijk, omdat
daarmee de verhoudingen binnen de groep kunnen worden gepeild. Irion: 'In elke groep is er een de baas. Daar moet je mee praten, want met hem kun je afspraken maken.' Wie de baas is, kun je voelen. Zeker als je zelf van de straat komt, aldus Irion. 'Vaak is het niet degene met de grootste mond. Die is juist het laagste in rangorde en wil zich laten gelden.' Praten met de leider betekent overigens niet dat je de ondergeschikten links moet laten liggen. 'Dan krijg je daar weer een vertekend beeld. Dat zijn de wetten van de straat.' Bij dit eerste contact is de machtsverhouding tussen coaches en schoffies heel belangrijk. 'De straatcoaches moeten de baas zijn, maar niet de baas spelen', zegt Irion. 'Dat is een wereld van verschil.' Door bij het eerste conflict niet meteen met de politie t e dreigen, toon j e bijvoorbeeld goede wil. Irion: 'Als een groep zich niet aan de afspraak houdt, moet je nooit meteen een sanctie opleggen. Je gaat gewoon terug en zegt: 'Hé man, wat hadden we nou afgesproken?-flik je me dit! ~ e v o l ~ e n dkeer e ben je echt de lul.' Zorgzaam Geduld hebben, een geintje kunnen maken, af en toe de mild zijn. Dat zijn eigenschappen die een straatcoach moet hebben. Want met koel en afstandelijk zijn, bereik je op straat niet veel. Irion: 'Je moet iedereen respecteren. I k weet dat sommige jongeren van onze doelgroep tasjesrovers zijn. Maar toch respecteer ik ze als mens. I k geef ze een bepaalde warmte. Want uiteindelijk wil ik dat ze gaan doen wat ik wil. I k kan heel stoer doen, heel cool, maar dat werkt niet. Je ziet het bij de politie: met een bepaalde houding willen ze iets afdwingen. Alleen de echte straatagenten krijgen van alles gedaan omdat ze weten hoe het werkt.' Maar uiteindelijk gaat het de straatcoach om het verminderen van de overlast. Jongerenwerkers hebben dezelfde doelgroep als straatcoaches, maar andere doelstellingen. Stichting Streetcornerwork, een organisatie die veldwerkers inzet om probleemjongeren tussen de 12 en 23 jaar t e helpen, houdt zich bezig met de problemen die vaak schuilgaan achter het overlastgevend gedrag. 'We zijn de helft van onze tijd op straat, op de plekken waar jongeren zich begeven,' zegt Joost van Hienen, teamleider bij Streetcornerwork. 'We kunnen prima met de straatcoaches in een buurt werken. Het nadeel van hun aanpak is alleen, dat jongeren in de anonimiteit verdwijnen als hun groep uit elkaar valt. Dan hebben wij minder grip op ze.' Volgens Van Hienen is het belangrijk dat het evenwicht tussen zorg en controle bewaard wordt in Amsterdam. 'We krijgen te weinig financiering. Er zijn over de hele stad maar twintig veldwerkers actief. Dat zou beter in verhouding moeten staan met de straatcoaches. I n Slotervaart zijn bijvoorbeeld maar twee veldwerkers tegenover ten minste twaalf straatcoaches.' Politie Straatcoaches lijken dan wel uit de kluiten gewassen mannen die niet vies zijn van een matpartij, ze zijn eigenlijk erg kwetsbaar, aldus Irion en Van Midden. De toezichthouders hebben, behalve hun uitstraling en straatwijsheid, niets voor op de gewone burgers. Ze hebben geen vuurwapen. Ze hebben geen bijzondere rechten. Hun enige wapen is in feite het burgerarrest: het aanhouden van de pleger van een strafbaar feit, in afwachting van de politie. Straatcoaches hebben een directe hotline met het politiebureau. Eens per week wisselen politie en straatcoaches informatie uit over de activiteiten van hun doelgroep. Toch pleit Irion voor zo min mogelijk politieondersteuning. Voor een doodsbedreiging rent Irion bijvoorbeeld niet naar de politie. 'Wij zijn jongens van de straat. Wij weten hoe het daar werkt. Op het moment dat j i j aangifte gaat doen stel je je zwak op. Je regelt je dingen zelf.
Niet dat je dan maar mensen in elkaar gaat beuken. Als iemand zegt 'ik maak jou dood', zeg jij 'Prima, probeer maar.' Maar je gaat niet naar de politie. Negen van de tien keer heeft een aangifte niet het gewenste resultaat, en dan heb je alleen jouw positie als straatcoach geschaad.' Buiten Amsterdam Na het succes in de hoofdstad gaan steeds meer steden overstag. Zo zijn er al straatcoachprojecten gaande in Ede en Venlo, en op grotere schaal in Utrecht. Daar zullen de komende jaren 3 1 straatcoaches worden ingezet in verschillende probleemwijken. De gemeente Utrecht nam hiervoor beveiligingsbedrijf Rosa Security in de arm. I n november zal ook Haarlem straatcoaches gaan inzetten. Of het concept in alle steden zal aanslaan moet nog blijken. Hoewel men van elkaars ervaringen zou kunnen leren, werkt elke stad zijn eigen project uit. 'Utrecht is zich wel komen oriënteren, maar er is verder geen contact', zegt Van Midden van Stichting Aanpak Overlast. De eerste nederlaag is al geleden. I n Venlo stapten de twee straatcoaches op, na enkele maanden dienst, wegens problemen met de 'onderlinge samenwerking'. Nederland is in de ban van de straatcoach. En dat terwijl de naam 'straatcoach' er bijna niet was geweest. Irion: 'Ik wilde ze straatcoach noemen, maar de gemeente was daar op tegen. Zij wilden ons adelaarslogo gebruiken en daar 'Aanpak Overlast Amsterdam' bij zetten.' Dat was volgens Irion veel t e provocerend. 'Op het moment dat ik een probleemwijk binnenkom met die tekst op mijn shirt, zeggen die jongens tegen mij: 'Oh, dus j i j wilt de overlast aanpakken? Kom maar dan." Uiteindelijk ging de gemeente akkoord. 'Het is ook simpel', verklaart Irion. 'Want wat zijn we? We zijn de coach van de straat.'
Gewijzigd op ( Thursday, 6 November 2008 1