I
N
F
O
R
M
A
T
I
E
V E G H E L
IVN-Info nummer 83 augustus 2009
Zomer-Info
IVN-INFORMATIE IS EEN UITGAVE VAN IVN VEGHEL Locatie IVN verenigingslokaal 't Baken J. P. Coenstraat 1, 5463 HN VEGHEL (Zuid) IVN afd. Veghel
Antoniusstraat 11, Postgiro 4154271
[email protected]
5469 EV Keldonk (0413) 21 02 16
Fer Kalis, Marterweide 7,
(0413) 34 13 48 5467 LK Veghel
Secretaris:
Karin Koppen Antoniusstraat 11,
[email protected]
(0413) 21 02 16 5469 EV Keldonk
Penningmeester:
Vacant
Lid:
Marianne van Zeeventer Roekdonk 2,
(0413) 78 52 07 5467 DP Veghel
Lid:
Wolter Brongers Lavendelaar 24
(0413) 34 07 64 5467 BE Veghel
Lid:
Mark van Heijst Turfven 96,
(0413) 35 40 47 5464 PL Veghel
Financiële zaken:
Harry Willemsen e-mail:
[email protected]
(0413) 36 73 21
Bestuur: Voorzitter:
Redactie Info:
Maria Kordewinders-v.d.Tillaar P.van Schijndelstraat 14 5469 PT Boerdonk Telefoon: 0492- 46 33 83 Suzanne van Zutven De Kempkens 6A Telefoon:
5465 NB Eerde (0413) 36 73 71
Peter van Beurden Heiveld 6 Telefoon
5464 VT Veghel (0413) 36 57 12
inhoud
blz
Van het bestuur
4-5
Vanuit het secretariaat
6
Attentie...Contributie
6
In memoriam Johanna van Lieshout
7-9
Ommetje op 6 september
10
Ibissen aan de Algarve
11- 14
Keldonk blijft boeien
15 - 16
Masterplan de Aa nu al een succes
17
Jaarprogramma van augustus tot december
18 - 19
Jaarprogramma Heemnatuurgroep St. Oedenrode
20 -21
Een vreemde meidoorn
22-24
Verslag excursie Oertijdmuseum
25 - 26
Vreemde vogels in Portugal
27 -30
Hemelvaartsweekend 2009 in Buurse
31 - 32
Verslag dagwandeling Groesgoorpad
33
Nieuwe dagwandeling van 13 september
34
Wat is het IVN
35
van de redactie Terwijl iedereen van zijn vrije dagen in het zonnetje geniet, is de redactie weer in touw geweest om een nieuwe info voor jullie samen te stellen. Veel bijdragen komen van Frank Lippe die de natuur en internet afspeurt naar vreemde vogels en vreemde meidoorns. Hij gaat hiervoor naar Portugal maar ook dichtbij en komt via veel naslagwerk tot verrassende conclusies. Vooral de natuur bij Keldonk blijkt onze IVN-ers te boeien. De nieuw aangelegde natuur langs de Aa tussen Veghel en Keldonk levert nu al goede resultaten op. Zo is de roodborsttapuit al gesignaleerd. Ook het 'ommetje' op 6 september gaat daar naartoe. Hopelijk krijgen we nog veel mooie dagen in het vooruitzicht zodat we al wandelend en fietsend nieuwe natuurwaarnemingen kunnen opdoen in Keldonk of elders. 3
van het bestuur, Poeff,…… eindelijk thuis na een IVN-wandeling van 16 km. Tenminste dat was de bedoeling, bij nameting op de kaart bleek het toch ruim 25 km te zijn. Gelukkig maar, ik begon me al zorgen te maken over oud worden en niet eens meer een forse wandeling te kunnen maken. Maar ja van een vierdaagse afstand mag je je best een beetje moe voelen. Klinkt niet echt als een IVN-wandeling, een wandeltocht van 25 km, ook deze wandeling was een nieuw onderdeel van het jaarprogramma. En bij een wandeling langs allemaal EVZ’s komen natuurlijk veel IVN-zaken aan de orde. Het lukt alleen niet om alles in detail te bekijken en een lange wandeltocht op de IVN-manier, twee passen vooruit en één achteruit gaat wel heel lang duren. Al met al was het ondanks de overvloedige regen een leuke tocht met 10 deelnemers waarvan 6 buiten het IVN. Mooi om te horen dat het internet toch werkt en mensen speciaal reageren op de aankondiging op de website. Er stonden dit jaar meer nieuwe onderdelen op het jaarprogramma. Zoals de natuurweek, een hele week lang ingevuld met IVN-activiteiten voor het publiek. Er is door heel veel mensen ontzettend hard aan gewerkt om het allemaal voor te bereiden. We begonnen op zondag met het klimaatspel in de Aa-broeken. De spelletjes waren leuk om te doen en heel creatief uitgedacht, helaas waren er maar weinig deelnemers om mee te doen. Wethouder van Burgsteden heeft in ieder geval een goed beeld van het IVN gekregen en klimaatverandering is op die manier weer mooi onder de aandacht gebracht. De maandagavond was voor de bomenwandeling, een mooie groep had zich verzameld voor het vertrek om half acht, op dat moment brak ook een enorm onweer los, zo intens dat we na de bui de helft van de groep waren kwijtgeraakt. Helaas voor die mensen want ze hebben een interessante wandeling met uitleg van Peter van Beurden gemist. De dinsdag daarop was gereserveerd voor een wandeling langs de Aa en het waterbergingsgebied, een mooie zomeravondwandeling. Op woensdag was het waterdiertjes scheppen voor de jeugd in de Aa-broeken. Op donderdagmiddag waren er wandelingen vanuit de natuurtuin. Vrijdagavond, was er de zomerklassieker, de vleermuizenwandeling met Gerard van Leiden, zoals altijd een echte publiekstrekker. Terugkijkend kan je zeggen dat we een leuk, afwisselend programma hadden voor heel verschillende doelgroepen. De belangstelling was bij een aantal onderdelen teleurstellend, ondanks de prima publiciteit. Dat is misschien nog 4
wel de grootste winst van deze week want het IVN Veghel heeft deze zomer heel vaak in de krant gestaan, met die artikelen samen kan je bijna een INFO vullen, misschien dat een volgende keer het publiek wel komt. Ondanks de geringe belangstelling kunnen we als IVN trots zijn op het programma dat we hebben kunnen aanbieden, iedereen die zich daarvoor heeft ingezet verdient een pluim. De vlinderlezing van Pieter van Breugel werd goed bezocht, mede een gevolg van de samenwerking met afdeling Bernheze die ook ruimschoots vertegenwoordigd was. De inventarisatie-avond later in het Wijbosch was leuk om mee te maken. Kijken naar een wit laken met een felle lamp ervoor om de nachtvlinders te trekken, een natuurfilm pur sang. De vakantie is nu ook voor Brabant begonnen, zelfs dan zijn er nog activiteiten. Zoals de boottochten van de gemeente die nu ook een beetje een IVN-uitstraling hebben gekregen door een wandeling in het Wijboschbroek op te nemen. Dus, wie nog met vakantie gaat, veel plezier toegewenst en ben je al geweest of blijf je gewoon thuis dan is misschien een boottocht aan te raden, vakantietrip in de eigen omgeving onder leiding van IVN-gidsen, dat is altijd goed. Nog een fijne zomer. En natuurlijk niet vergeten, na de zomer starten we half september met een korte najaarscursus, dus maak je buurman enthousiast om zich op te geven. Namens het bestuur, Fer Kalis, voorzitter
struikkikker? Nieuwe soort ontdekt in Veghel? Twee kikkers vonden wij in de voortuin, hoog in de conifeer. Dus iets meer voor een boomkikker, vonden wij. Maar omdat het duidelijk geen boomkikkers zijn, noemen wij ze voor het gemak 'struikkikkers'. Of de amfibieënwerkgroep het hiermee eens is ... dat willen we graag horen! Pam en Fer 5
vanuit het secretariaat: Begin mei hebben wij bericht gekregen dat Johanna van Lieshout overleden is. Johanna was al meer dan 28 jaar lid van het IVN afdeling Veghel. Nieuwe leden/donateurs: • Hans van Leverink, Grevelingenhof 3, 5463 NM Veghel, tel. 0413366810, e-mail:
[email protected] In de vorige INFO is vermeld dat José van Sterkenburg (donateur) op de Klaverweide 10 te Veghel woont. Dit moet zijn Klaverlaar 10. Karin Koppen
Volop aandacht en interesse bij het waterdieren kijken in de Aa-broeken
attentie...contributie Beste leden, Na verwerking in de boekhouding van de ontvangen contributies over 2009 (dus zowel lidmaatschap, donatie als huisgenootlid) blijkt dat er nog een beduidend aantal van onze mensen aan hun betalingsverplichting over 2009 nog niet heeft voldaan. Daarom verzoek ik iedereen die dit betreft tot (omgaande) betaling van de bijdrage over 2009 over te gaan. Bij voorbaat dank. Harry Willemsen, financiën.
6
IN MEMORIAM JOHANNA VAN LIESHOUT
Johanna, Mijn vriendin in het groen. Mijn vriendin van het IVN. Onze vriendschap gaat jaren terug. Voordat ik mijn eerste groencursus volg in Uden, kende ik haar als Juffrouw van Lieshout. Als zestienjarige ben ik lid van de KPJ (Katholieke Plattelands Jongeren) en oefenen we ritmische oefeningen voor de sportdag. Daar ontmoet ik –op grote afstand- Johanna. Ze is streng en veeleisend als sportlerares. Voor mij is ze echt Juffrouw van Lieshout. Als ik haar, jaren later, ontmoet bij de groencursus blijkt ze Johanna te heten en 7
mag ik je en jou (ge en gij) zeggen. Het duurde een heel seizoen voor me dat lukte! De groencursus volgt: we worden gids. We komen in het bestuur van het IVN. Johanna voorzitter en m.i. een hele goeie. Ze heeft de kracht om iedereen aan te sporen en om uit iedereen de beste initiatieven te halen. ‘s Avonds heeft ze dan de beste ideeën en belt ze. ‘s Morgens is ze rustiger. Met haar capaciteiten heeft ze het IVN flink doen groeien, op verschillende fronten. Een andere eigenschap is om tijdens een lezing de zaal rond te kijken en om dan een vraag te stellen “Leg ‘t nog ‘ns uit” “Vertel ‘t eenvoudiger, zodat ik ‘t begrijp”. Zelf begrijpt ze het heus wel, maar de didacticus in haar zegt, dat iedereen het moet kunnen begrijpen. Een gevleugelde uitspraak van haar is dan ook: “Om een beetje te kunnen vertellen, moet je zeker tien keer zoveel weten” We volgen niet alleen cursussen over bomen, bloemen, insecten en andere friemelbeestjes. We hebben ook een B-Team (Biologie Team). Mieke, Hetty, Johanna en ik bestuderen de biologiemethode van de middelbare school. Iedere maandagochtend, in de winter. In de zomer wordt er gewandeld, in de tuin gewerkt of worden de bijen verzorgd. Niet alleen de natuur staat centraal. Gezelligheid en uit eten gaan hoort er ook bij. We zijn zelfs een keer in het Casino van Nijmegen geweest! Altijd vraagt ze naar me, mijn man, het werk, mijn kinderen. Hoe het gaat, wat ze doen. Zo zijn mijn kinderen en ik verscheidene keren uitgenodigd om pannenkoeken te komen eten: pannenkoeken met honing! Gebakken door Jule. En als moeder van een stel jonge kinderen ga ik dan na afloop vief en vrolijk weer op huis aan: zowel Johanna als Jule zijn altijd enthousiast over mijn 8
kroost. (Dat is goed pep voor moeders!) Dertig jaar kennen we elkaar. Al haar zussen en haar moeder heb ik er ontmoet. Koffie, koek en heel vaak taart van Sonnemans. Altijd gastvrij. Altijd vragend. Altijd belangstellend. Altijd een wandeling door hun ‘park’. Altijd al die Latijnse namen voor de bomen en planten. Altijd naar de bijen. Dan wordt Johanna stiller…
Liefdevol verzorgd door Jule.
Ze ontroert me nog, veertien dagen geleden… Ze lacht. Even….
Ik kom binnen. Ze kijkt op.
“goed dat je er bent”…
zonder woorden….
Johanna, Mijn vriendin in het groen. Dank je wel voor je vriendschap. Deze morgen heb ik een boeketje geplukt in de tuin. Er is nu, in mei, veel paars, veel rose, veel lila, veel violet en veel purper bij iedereen in de tuin…een toefje Johanna! Deze gedachten en herinneringen stromen uit mijn pen, als ik hoor dat Johanna is overleden, op 3 mei 2009. Jeanny Keurlings. 9
'ommetje' op 6 september Omdat dit jaar het thema van de 'groene maand' Natuur en Gezondheid is, worden er tijdens deze maand op vele plaatsen in Nederland, door IVNafdelingen, korte rondwandelingen oftewel 'ommetjes' gerealiseerd. Iedereen doet het op z'n tijd. 's Avonds even een blokje om of tussen de middag met of zonder collega's aan de wandel. Leuk en gezellig. Maar er zijn meer redenen om een ommetje te maken. Het ontspant en maakt het hoofd leeg. Verbetert de concentratie en creativiteit. En het is goed voor lijf en leden. Met een ommetje haalt u al snel de aanbevolen Nederlandse norm van 30 minuten bewegen per dag. Op zondag 6 september worden de 'ommetjes' begeleid door IVN-gidsen. Wilt u zelfstandig het ommetje lopen, dan kan dat, want de routebeschrijving is ook daarna nog te verkrijgen. In Veghel lopen we het ommetje in het gebied van de rivier de Aa. Het gaat grotendeels over onverharde paden, die bij slecht weer enigszins drassig kunnen zijn. U wandelt door nieuw, d.w.z. ruim een jaar geleden heringericht, gebied dat dienst doet als ecologische verbindingszone. Er bevinden zich meerdere poelen in het gebied en door de hoogteverschillen is er een grote diversiteit in vegetatie. Op zondag 6 september zal er om 10.30 en 13.30 uur vanaf de parkeerplaats van de begraafplaats Zuidergaard in de wijk 'de Leest' een ommetje starten onder begeleiding van IVN-gidsen. U bent van harte welkom.
10
ibissen aan de algarve Omdat de lente daar al in maart en april begint gaan wij al enkele jaren in die periode een paar weken naar de Portugese Algarve. Het is het uiterste randje van Europa, aan de Atlantische Oceaan, die ons scheidt van Afrika en Amerika. Niet alleen de bloemen maar ook de dieren en vooral de vogels maken van de Algarve een bijzonder gebied. Zolang je tenminste in een reservaat gaat vogelen, waar jacht niet toegestaan is, kun je heel wat bijzonders tegenkomen. Daarbuiten zijn wel vogels, maar uitgezonderd de ooievaars die blijkbaar door Sint Hubertus beschermd worden zijn vaak nogal schuw. Maar ga je naar een beschermd gebied dan weten de vogels dat blijkbaar goed, want daar laten ze zich volop bewonderen. Purperkoeten, lepelaars, flamingo's, krakeenden, krooneenden en zelfs wouwaapjes, je kunt er uren naar kijken, en vaak ook uit behoorlijke observatiehutten. Het gebied is daarom heel populair bij de vogelkijkers, ook hier uit de omgeving. Op internet vind je bij www.vogelwachtuden.nl/reisverslagen/pagina/midden_exc_algarve.htm een heel bruikbare reisgids van de hand van Joop Bergsma van Vogelwacht Uden e.o. getiteld ‘Algarve, vogels in de winter’. Uit die bron leerde ik van het bestaan van Praia Grande, een natuurgebied tussen Albufeira en Pera, waar de
11
Zoute Lagune, Lagoa dos Salgadas, deel van uitmaakt. Ik ben daar al een aantal keren heen geweest en elke keer is het weer een verrassing wat je er dan weer te zien krijgt. Steltkluten, kluten, dodaarsjes, waterhoentjes, meerkoeten, purperkoeten enz. zijn er vaste prik. Maar dit jaar was er nog iets vreemders te zien. Eerst dacht ik dat het om een groepje wulpen ging. Vier grote vogels met een lange kromme snavel vlogen boven de oever aan de overkant, bij de golfbaan. Toen ze neerstreken was het evenwel duidelijk dat ze erg donker waren, niet bruinig gestreept zoals wulpen of regenwulpen, die ook vaak in die buurt voorkomen. Ibissen leken het. In mijn oude vogelgidsen kwamen zwarte ibissen alleen in Oostelijk Europa voor, ik had ze wel eens in de Roemeense Donaudelta gezien. Maar in 2006 had ik bij Castro Marim zelf al gezien dat daar op de grens van Spanje en Portugal een onmiskenbare zwarte ibis rondvloog. Ik nam dus aan dat het viertal ook tot die nieuwe Iberische vogelsoort zou behoren. Maar helemaal zeker voelde ik mij niet, ze leken in silhouet toch iets anders. Vooral in de nek hadden ze wat vreemds, alsof ze een kuif hadden. Dat is een eigenschap die ik wel kende van bepaalde ibissen in dierentuinen, de kaalkopibis, heremietibis of waldrapp. Maar die is in Europa al na de zestiende eeuw uitgestorven. Tot die tijd broedde de soort b.v. in Zwitserland en Oostenrijk op rotsige oevers van meren en rivieren. Ook in Turkije, bij Birecik, is de soort niet meer echt in het wild broedend, bij Palmyra in Syrië is nog een kleine kolonie en verder zijn in Noord Marokko nog een paar bescheiden broedkolonies aanwezig. Bij het determineren hanteer ik meestal een vrij botte regel: bij twijfel kies ik altijd de minst zeldzame soort als de meest waarschijnlijke. Dus dacht ik dat ik een paar ‘gewone’ zwarte ibissen met een wat woeste vederdos gezien zou kunnen hebben. Een paar dagen later gingen we weer naar de Lagoa dos Salgadas. En kijk, terwijl we daar aan de oever stonden te kijken kwamen er wederom vier ibissen aanvliegen. Maar dit keer streken ze op nog geen dertig meter afstand neer. Ze gingen boven op een bord zitten met een verbod voor loslopende honden. De vogels lieten zich gemakkelijk tot op enkele meters benaderen. Ze leken qua kleur wel heel erg op wat de Engelsen een ‘glossy ibis’ (glanzende ibis) noemen. Donkerpaars, groen, bruin, ze toonden het allemaal, afhankelijk van de lichtval. Maar ze hadden wel heel opvallend pluimen aan de achterkant van de kop. Kaal was die kop overigens niet, hooguit waren de wangen een beetje schaars bedekt. Opvallend was wel dat de poten niet zo lang en statig waren als bij een echte zwarte ibis. Alle vier de ibissen hadden overigens genummerde plastic ringen aan die poten. Het ging dus om exemplaren die door mensen vrijgelaten waren, 12
opzettelijk losgelaten of ontsnapt uit een dierentuin of vogelverzameling. Welke soort was me evenwel nog niet duidelijk. Thuis heb ik op Google nagezocht welke donkere ibissen met een kuif er eigenlijk bekend zijn. Dat zijn er wel een paar, maar die hebben dan toch ook witte of olijfkleurige stukken in het verenkleed. Voorlopig besloot ik dus maar dat het wellicht om ontsnapte Afrikaanse ibissen van de soort Olijfgroene Ibis (Bostrychia olivacea) zou gaan. Maar toen ontdekte ik dat bij www.flickr.com/groups/lagoadosalgados/ een fraaie verzameling foto's van de door mij waargenomen ibissen gepubliceerd was. Die waren op dezelfde plaats, Salgados bij Albufeira, merendeels in oktober 2008 genomen. Uit het commentaar bleek onmiskenbaar dat het toch om echte heremietibissen, Geronticus eremita, ging. Bij Cadiz in Spanje heeft men al enkele jaren lang gekweekte exemplaren van die soort laten verwilderen, in de hoop dat er een vrij broedende populatie op het Iberische schiereiland zou kunnen ontstaan. Kennelijk waren mijn vier exemplaren bij Salgados daarvan afkomstig. Overigens bleek uit het commentaar bij de flickr-foto's dat er daar in oktober vijf exemplaren gezien waren, een is er sindsdien blijkbaar verdwenen. Of de soort Geronticus eremita ooit in historische tijden in Spanje of Portugal geleefd heeft lijkt mij twijfelachtig. Gesner heeft in 1555 in zijn boek ‘Historia Animalium’de soort met de namen Waldrab, Steinrab en Klausrab beschreven. Hij kwam toen onder meer bij Salzburg in Oostenrijk, bij Bad Ragaz en bij Zürich in Zwitserland en in de Italiaanse Alpen voor. ‘Rab’ of tegenwoordig ook vaak ‘rapp’ betekent ‘raaf’ofwel zwarte vogel. Gesner noemt ook de groene glans die de veren in het zonlicht tonen en de achterwaarts gerichte verenkuif. Een kale kop noemt hij niet. Dat mijn heremietibissen duidelijk geen kale kop hadden lijkt dus niet zo'n bezwaar te zijn tegen de determinatie. Hoogstwaarschijnlijk is die kale kop een eigenschap die pas later tot ontwikkeling komt en mogelijk waren mijn exemplaren nog te jong of was het te kort na de ruiperiode. Achteraf is het toch wel een sensationeel gevoel om zo'n bijna uitgestorven vogel vrij vliegend tegengekomen te zijn. Echt wild zijn er op de hele aarde niet meer dan zeshonderd heremietibissen. Verwilderd zijn het er misschien maar enkele honderden. Vier stuks is dan toch wel een belangrijk deel van de totale wereldpopulatie. Iets dergelijks overkwam me een aantal jaren geleden toen ik constateerde dat twee pelikanen op het Turkse Bafa-meer echte kroeskoppelikanen waren. Ook daarvan leefden toen nog maar erg weinig exemplaren in het wild (tegenwoordige schatting 10.400 - 13.900 stuks). Maar die pelikanen gedroegen 13
zich toen toch wel wat meer zoals het wilde vogels betaamt. Ze vlogen weg toen ons bootje te dicht bij kwam. De Spaanse waldrapps mogen nog heel wat leren, want die gedroegen zich nog altijd alsof het eendjes bij de kinderboerderij waren. Of ze er in zullen slagen een nieuwe broedkolonie te vestigen zullen we nog moeten zien. Overigens komt mijn waarneming van een echte zwarte ibis, Plegadis falcinellus, bij Castro Marim hiermee toch wel in een iets ander licht te staan. Ik dacht eigenlijk dat de soort hetzij spontaan uit Oost-Europeaan naar Portugal gekomen was of dat er een uitbreiding van een oude kolonie ergens in Spanje of Portugal plaatsgevonden zou hebben. In werkelijkheid zijn de Iberische zwarte ibissen ook opzettelijk geïntroduceerd door mensen, de experimenten lijken wel succes te hebben gehad. Blijkens diverse fotoseries op Internet is het tegenwoordig wel een behoorlijk talrijke soort, op 14-11-'07 zijn in de Ebro delta 400 zwarte ibissen gezien. De oudste internetvideo komt uit Catalonië in 1994. De Lagoa dos Salgadas wordt nu zelfs expliciet als broedgebied vermeld. Ik vraag mij af in hoeverre mijn oude vogelgidsen correct zijn voor de situatie in Spanje en Portugal in de tijd waarin ze uitgegeven werden. ‘Kist’ uit 1956 vermeldt ergens in de buurt van Gibraltar een vraagteken, ‘Elsevier’ uit 1977 en ‘Sauer’ uit 1982 laten het Iberische schiereiland blank. Een en ander suggereert dat de soort toch echt wel een aantal jaren uitgestorven was. Bij de heremietibis is dat omstreeks drie eeuwen lang zo geweest. Frank Lippe
14
keldonk blijft boeien Keldonk blijft boeien; heb ik in de vorige INFO verteld over de Roost en de Bulten, nu wil ik jullie enthousiast maken voor een stukje nieuwe natuur bij Keldonk. In de gemeente Veghel is in 2005 het Masterplan Aa gelanceerd waarbij gemeente en waterschap hun intentie bekendmaakten om tot een gezamenlijke aanpak te komen van waterberging, recreatie, ecologische verbindingszones, landschapsontwikkeling en cultuurhistorie. Bij Keldonk zijn deze plannen voor mij zichtbaar geworden door de ecologische verbindingszone (EVZ) en de fietsbrug. De natuurvriendelijke oevers, de poelen en het terrein wat daar omheen ligt, zijn deel van de EVZ. En voor de recreatie is er een nieuwe fietsbrug over de Aa gemaakt waardoor mijn route naar Veghel wel 10 minuten korter is geworden en bovendien interessanter! Toen in oktober 2008 de brug geplaatst werd, hadden wij ineens een heel stuk natuur erbij. En dus gingen we bijna dagelijks op pad om te zien wat er zich allemaal afspeelde: In de winter zat er een paartje grote zaagbekken op de Aa bij de fietsbrug. ’s Winters zitten vaker zaagbekken op de Aa dus wel heel leuk, maar niet dankzij de reconstructie van de Aa. Wel zaten er tientallen groenlingen, kneu’s, rietgorzen en geelgorzen in het riet en kruiden langs de Aa omdat voor de EVZ een flinke strook langs de Aa uit de landbouw onttrokken is. En langs de glooiende, natuurvriendelijke oevers liep een witgatje te pikken. In het voorjaar waren wij verrast om een kleine plevier te zien scharrelen rondom één van de nieuwe poelen. Toen bleek dat ze met z’n tweeën waren , hoopten wij dat ze daar zouden gaan broeden. Helaas werd het stuk land om de poelen bewerkt (ingezaaid) en zijn zij waarschijnlijk daardoor op andere gedachten gebracht. 15
Later in het voorjaar zagen we dat de poelen door vele vogels al benut werden: Canadese ganzen, witte en gele kwikstaarten, vele kievieten, witgatje, groenpootruiter, hout- en holenduiven, kokmeeuwen, een groep van zeven Nijlganzen waarbij een Casarca zich verschanst had! Ondertussen werd het terrein steeds groener, veel pioniersplanten hadden zicht gevestigd. Gele ganzenbloem, amsinckia, wilde ridderspoor, zwarte mosterdplant zijn de leukere soorten. Een deel van het gebied is ingezaaid met een bloemenmengsel en zo heeft Keldonk een ‘plukweide’ gekregen. Korenbloemen, bleke klaprozen springen eruit. In de hogere kruiden hebben we een paartje patrijzen zien scharrelen. Begin van de zomer bleek dat de huiszwaluwen de poelen gebruikten om modder te verzamelen voor hun nesten. En eindelijk blijven de nesten ook hangen onder de gevels van de huizen in de wijk Den Dries (door de modder of omdat men ze niet meer van de huizen afstoten sinds Keldonk een heuse huiszwaluwentil heeft?). Op twee verschillende plaatsen langs de Aa laten de roodborsttapuiten hun liedje horen. De kneu’s hebben in ieder geval succesvol gebroed: een gezin van vijf vliegt rondom de brug! Langs de oevers van de Aa rusten ’s avonds honderden weidebeekjuffers met op de achtergrond het gekwaak van de groene kikkers die zich binnen een half jaar al in de nieuwe poelen gevestigd hebben. En soms, heel soms, hoor je de steenuil roepen terwijl die aan het foerageren is. Komt dat zien, komt dat zien … Karin Koppen 16
‘Masterplan de Aa’ nu al succes Vorig jaar kwam de uitvoering van het Masterplan de Aa gereed. Een van de doelstellingen was dat de roodborsttapuit zich langs de Aa zou gaan vestigen. Hemelvaartsochtend trok een tweetal Veghelse vogelaars er in alle vroegte op uit. Tussen de Leest en de nieuwe fietsbrug bij Keldonk fietsten en liepen we langs de nieuw aangelegde Ecologische Verbindingszone die hier is aangelegd. Sommige stukken zijn nu reeds prachtige natuurgebiedjes. Een van de doelvogels die bij de plannen omtrent de EVZ langs de Aa tussen Veghel en Keldonk werd genoemd was de roodborsttapuit. Een vogel die het eigenlijk van wat drogere omstandigheden moet hebben. Op ca. 500 meter zuidelijk van de Leest werden we al verrast. Het geluid van de gele kwikstaart. We zouden dit vogeltje op nog 6 locaties tegenkomen. Voor de grote gele kwikstaart heb ik samen met leden van de vogelbeschermingsvereniging in Boerdonk nestkasten gehangen onder bruggen over de Aa. Deze vogel echter liet zich noch horen noch zien. Volgend jaar gaan we weer zoeken. Ook de rietgors, ook al geen alledaagse verschijning en de bosrietzanger hoorden en zagen we. De bosrietzanger op zeker 8 verschillende plaatsen. Verder een groot aantal kleine karekieten, Voorts natuurlijk weidevogels, roodborst, winterkoning, fitis, tjiftjaf en b.v. vinken. Maar verrassend was wel dat we de roodborsttapuit hoorden en zagen. Een prachtig vogeltje dat nu reeds gebruik maakt van het vorig jaar gereed gekomen ‘Masterplan de Aa’. Een klein beetje ruimte voor natuur loont, direct. En dan praten we nog niet eens over de sperwer, de torenvalk, de kuifeend of de tafeleend die we er zagen. In totaal zouden we in een paar uur tijd 35 soorten tellen. Lang niet gek. En eigenlijk in je achtertuin. Als je bij begraafplaats Zuidergaard langs de Aa gaat lopen en dan voor een bos met populieren linksaf gaat en het pad blijft volgen kom je langs een prachtig stukje nieuwe natuur. Uitstekend geschikt voor een ‘ommetje’. Wolter Brongers 17
jaarprogramma van augustus tot december 2009 Elke vrijdag Vondelstraat Vrijdagochtend 09.30 -12.30 wandeling
Ad vd Donk 06 49 81 08 88
Augustus 1x per 2 wkn 19.00 -21.00 Inventariseren Karin Koppen 21 02 16 plantenwerkgroep Zondag Stadhuis Wandeling: ’n Zestiental Groene 2 augustus 09.00-14.00 Publieksactiviteit Kilometers Gerard van Leiden 34 06 82 Zaterdag Stadhuis Fietstocht: Kilsdonkse Molen en Kasteel 15 augustus 09.30 -16.00 Zwanenburg Mia Rooijmans 36 29 77 September 1x per 2 wkn 19.00 -21.00 Inventariseren Karin Koppen plantenwerkgroep Zondag 6 september
21 02 16
Wandeling Ommetje Veghel Publieksactiviteit Wolter Brongers 34 07 64 (nadere informatie volgt)
Dinsdag Baken Doe avond: 8 september 20.00 -22.00
Varens, Paardenstaarten en Wolfsklauwen door Toon van de Schans Lidou van Beurden 36 57 12
Zondag Stadhuis 13 september Dinsdag Baken 15 september 20.00 -22.00
Dagwandeling Rob Knechten 34 01 12 Najaars Cursus Annie Oudendijk 36 50 72
Wandeling (zie INFO) Cursus: Publieksactiviteit
Vrijdag Stadhuis Familie excursie: Stoelen voor Paddenheren en 25 september 13.45-16.00 Publieksaktiviteit Paddendames (Start wandeling o.l.v. parkeerplaats Ant. Raaijmakers 35 04 63 Boswachterhuis, Gemertsedijk 10) 18
Oktober Zaterdag 3 oktober
Geerbos Geerboswerkdag Lidou van Beurden 36 57 12 09.30 – 12.00
Vrijdag 9 oktober
Stadhuis Excursie: 14.00 – 16.00 aanmelden verplicht)
Maandag 12 oktober
Baken Korte Cursus: Dierensporen 20.00 – 22.00 Publieksactiviteit Annie Oudendijk 36 50 72
Zaterdag 31 oktober
Geerbos Geerboswerkdag Lidou van Beurden 36 57 12 09.30 – 12.00
Compostmakerij Vlagheide Wolter Brongers 34 07 64
November Dinsdag Baken 3 november 20.00 – 22.00 Zaterdag 7 november
Foto’s voor de vuist weg door Pieter van Breugel Lidou van Beurden 36 57 12 (nadere informatie Natuurwerkdag volgt) Fer Kalis 34 13 48 Publieksactiviteit
Woensdag 11 november
Baken Lezing: Landschappen Lezen 20.00 - 22.00 Publieksactiviteit door Bert Lemmens Karin Koppen 21 02 16
Zondag 22 november
PBI Wandeling Opus van Oker en Overvloed 10.00 – 12.00 Aabroeken: Tonny Vlamings 36 55 28 Publieksactiviteit
December Zondag Stadhuis Excursie: 13 december 08.00 – 16.00
De Vogelwerkgroep nodigt u uit! Gerard van Leiden 34 06 82
Woensdag Baken Sprokkelen: Trektocht door Yukon 16 december 20.00 – 22.00 (Leden vertellen: Lidou van Beurden 36 57 12 Gerrit Bruggink 19
jaarprogramma heem-natuurgroep uit sint-oedenrode 2009-2010 Zondag 6 september Excursie naar Haanwijk te Sint-Michielsgestel. Het vertrek is om 09.00 uur vanaf de Markt te Sint-Oedenrode. Zondag 4 oktober Paddenstoelenexcursie in Sparrenrijk te Boxtel. Het vertrek is om 09.00 uur vanaf de Markt te Sint-Oedenrode. Maandag 9 november Lezing over de vogeltrek in Zuid-Zweden door Jeanne, Bert, Toon en Dirk. Aanvang is om 20.00 uur in de ontmoetingsruimte van kringloop d’n Einder, gelegen aan Sluitappel 17a in de wijk Eerschot te Sint-Oedenrode. Zondag 13 december Winterwandeling in de Scheeken te Sint-Oedenrode. Het vertrek is om 09.00 uur vanaf de Markt te Sint-Oedenrode. Maandag 11 januari 2010 Vertoning van diverse natuurfilms van Mark Kapteijns uit Wintelre, winnaar van diverse filmprijzen. Aanvang is om 20.00 uur in de ontmoetingsruimte van kringloop d’n Einder, gelegen aan Sluitappel 17a in de wijk Eerschot te SintOedenrode. Maandag 8 februari Dialezing van Rinie Kerstens met de titel: ‘Ik zie, ik zie wat jij niet ziet’. Kerstens gaat in op ‘zien’bij dieren en mensen. Aanvang van de lezing is om 20.00 uur in de ontmoetingsruimte van kringloop d’n Einder, gelegen aan Sluitappel 17a in de wijk Eerschot te Sint-Oedenrode. Maandag 8 maart Lezing over ‘Suriname’door Martien Bekkers. Aanvang om 20.00 uur in de ontmoetingsruimte van kringloop d’n Einder, gelegen aan Sluitappel 17a in de wijk Eerschot te Sint-Oedenrode. Maandag 12 april Lezing over Spechten van Nederland door Gerard Compiet. Aanvang is om 20.00 uur in de ontmoetingsruimte van kringloop d’n Einder, gelegen aan 20
Sluitappel 17a in de wijk Eerschot te Sint-Oedenrode. Zondag 2 mei Vroege vogelexcursie in Vossenholen te Gemonde. We vertrekken om 06.00 uur vanaf de Markt te Sint-Oedenrode. Zondag 6 juni Een natuurwandeling in de Mortelen te Oirschot. Het vertrek is om 09.00 uur vanaf de Markt te Sint-Oedenrode. Donderdag 1 juli Een natuurwandeling in ‘de Koppelkes’te Sint-Oedenrode. Het vertrek is om 19.00 uur vanaf de Markt te Sint-Oedenrode. Inlichtingen bij: Hein de Koning, Heistraat 59 5491 BB te Sint-Oedenrode, tel. 0413-47 60 29 en bij Jeanne Soetens, Passtraat 6, 5492 AL te St. Oedenrode, tel. 0413-47 44 86.
21
een vreemde meidoorn Op dinsdag 19 mei had Karin Koppen ons uitgenodigd om de ijsbaan bij de Aa-brug aan het Hackerom te gaan inventariseren. Helaas bleek de beheerder net het hele baantje gemaaid te hebben. En dus gingen we maar een eindje verderop de Keldonkse Visvijver bekijken, die in hetzelfde kilometerhok ligt. Niet lang geleden is die vijver grondig opgeknapt, maar een groot deel van de vroeger aanwezige planten bleek nog altijd heel fraai aanwezig te zijn. De vijver is omgeven met een windscherm van bomen en struiken die zoals de meeste bomen in ons land netjes aangeplant zijn, maar het is gebruikelijk ze toch maar bij het inventariseren van natuurterreinen gewoon mee te inventariseren. Toen we bijna de hele vijver rondgelopen waren, kwam ik een boompje tegen dat ik echt niet kende. Het was duidelijk een meidoornachtige soort, met schermen witte bloemen als een van de normale inlandse meidoorns, maar de bladeren waren totaal niet ingesneden. Ze waren heel regelmatig elliptisch, met een duidelijke gezaagde rand. Dat laatste is overigens niets bijzonders, alle leden van de rozenfamilie hebben bladeren met een gezaagde rand. De takken hadden net als gewone meidoorns stekelige doorns, maar veel langer en gemeen spits. Ze waren wel 4 á 5 centimeter lang. Ik hoopte dat iemand van de rest van het gezelschap genoeg kennis van sierheesters had om de soort op naam te brengen, maar dat bleek ijdele hoop. Zelfs Ton, die een oneindige voorraad feitenkennis van planten heeft kon me niet wijzer maken. Maar, merkte hij op, het was duidelijk een aangeplante cultuursoort, en die hoeven we niet aan te strepen. Daar had hij dan wel gelijk in, maar daarmee was ik toch niet tevreden. Ik was vast van plan in de meidoorn-literatuur te duiken om die merkwaardige boom bij de Visvijver een naam te geven. Karin meende dat dat een hele klus zou worden. Maar dat bleek heel erg mee te vallen. Thuis sloeg ik als eerste de Heukels Flora, 23e Ed. op, op blz. 394 waar het geslacht Crataegus, Meidoorn staat. En kijk, de wonderen zijn de wereld nog 22
niet uit, in die nieuwste uitgave begint dat geslacht met een opsplitsing in soorten met ingesneden bladeren en korte doorns en soorten met niet gelobde bladeren en doorns van 3-8 cm lang. De Hanendoorn, Crataegus crus-galli, is een Amerikaanse soort die wel aangeplant wordt en die door verwildering mogelijk zou kunnen inburgeren. Met die namen is natuurlijk op internet wel wat te vinden. En op het eerste gezicht leek die mogelijk verwilderende Hanendoorn echt wel veel op de boom bij de Visvijver. Soortenbank.nl kende de Hanendoorn niet, dus daaruit kwam ik niets te weten over de plekken waar de soort al eerder gezien was. Bij Waarneming.nl was wel iets te vinden. Op 1806-2008 heeft Hinko Talsma een Hanendoorn bij Leeuwarden - Westeinde [Fr) gevonden en op 07-03-2008 zag Herman G. de Heer er een bij Boerakker [Gr]. Op Waarneming.nl duidt men de soort als zeer zeldzaam aan. Maar er waren op die website ook foto’s te vinden die door Wim Rubers in de Redichemse Waard, bij Culemborg, op 28-05-2006 genomen waren. Daarbij vond ik als details enerzijds de opmerking dat het duidelijk om aangeplante exemplaren ging, Maar anderzijds werd ook de soortaanduiding gecorrigeerd, waarschijnlijk ging het niet om een zuivere C. crus-galli, maar om een kweekvorm die wel als C. persimilis var. splendens of als C. prunifolia aangeduid wordt. Die kweekvorm heeft grotere bladeren en kortere doorns dan de natuurlijke Hanendoorn. Alles bij elkaar leek dat mij genoeg reden om op Hemelvaartsdag nog eens naar de Visvijver te fietsen. En dat bleek toch wel leerzaam te zijn. De bewuste boom had inderdaad vrij brede bladeren, mooi glimmend, maar ook flink aangevreten door insecten. De stekels waren wel flink lang maar beslist geen 8 cm. Hoogstwaarschijnlijk was het dus ook hier die kweekvorm die wel als Hanenspoordoorn of Hanendoorn verkocht wordt. Het is dus de vraag of de naamgeving van de Heukelsflora wel passend is voor de verwilderingen of aanplantingen in Nederland. Maar wat ook heel interessant bleek was het feit dat ongeveer vijf meter van mijn eerste Hanendoorn nog een tweede exemplaar bleek te staan. Bladvorm en stekels waren bij beide exemplaren gelijk. Maar terwijl boom nummer 1 een flinke omvang had, ruim twee meter hoog, stam ongeveer acht cm dik en breeduit bloeiend met honderden schermen inmiddels uitgebloeide bloesems, was nummer twee maar een kleintje. Een stam van onderaan hooguit twee cm dik amper manshoog en zonder een enkel bloeischerm, het leek echt een exemplaar van een jongere generatie. Wellicht is het dus een zaailing uit een vrucht van het andere exemplaar. Als dat waar is, is het misschien wel de eerste echt wilde Hanendoorn in Nederland. Meidoornbastaarden schijnen vaak goed kiemkrachtig zaad te produceren, schijnt het. Maar misschien heeft iemand de boom ooit tot aan het maaiveld ingesnoeid en is hij daarom zo ver op zijn familielid achtergebleven. Toen ik in 23
1997 de flora bij de Visvijver inventariseerde moet die Hanendoorn daar vast al gestaan hebben. De boom was nu echt wel flink genoeg uitgegroeid om meer dan tien jaar oud te zijn. Maar waarschijnlijk heb ik hem toen niet herkend of hooguit als een aangeplante exoot beschouwd, en dus niet genoteerd. Dat klopte dus wel, want in die tijd had de soort ook geen plaats in de Heukelsflora. Nu wel, hij staat zelfs al op de streeplijst, onder nummer FB 5329. En daar heb ik hem dus inderdaad maar aangestreept. Voor Florondistrict 19 Noord-Brabant Oost is het een primeur. Ik heb dus een paar takjes meegenomen om te drogen en op te sturen voor controle. De naam van de boom in het Nederlands, Hanendoorn, is kennelijk een moderne afkorting van de oudere naam Hanenspoordoorn, die nog wel in de Flora van Heimans, Heinsius en Thijsse staat. De takdoorns van de boom worden dus vergeleken met de sporen aan de poten van een haan. De Latijnse naam ‘crus-galli’ betekent dan ook ‘poot van een haan’, ‘hanenpoot’. We kennen diezelfde Latijnse naam ook voor het gras dat we Hanenpoot noemen, Echinochloa crus-galli. Wat Crataegus betekent is mij niet duidelijk. Sommige deskundigen denken dat daarin het Griekse woord ’kataios’ ofwel ‘krachtig, sterk’ verborgen zit, omdat meidoornhout zo sterk zou zijn. Maar dat klopt niet met die letter ‘g’ in Crataegus. Alternatief zou ‘krat-‘ ‘kop’ kunnen betekenen en ‘aigos’ ‘geit’, maar ‘geitenkop’ lijkt toch niet veel met meidoorns te maken te hebben. De soortnaam ‘persimilis’ betekent ‘sprekend lijkend op’, dat zal wel slaan op de sterke overeenkomst met de echte Hanendoorn. ‘Splendens’ betekent ‘prachtig’ en‘prunifolia’ ‘met pruimenbladeren’. Frank Lippe
24
verslag excursie oertijdmuseum Helaas waren er weinig belangstellenden. We waren in totaal met 9 deelnemers. Door omleidingen in Schijndel en Boxtel zijn we over St.-Michielsgestel gereden. Ondanks verschillende vertrekpunten kwamen we gelijktijdig aan. Eerst zagen we een film over een vleesetende dinosaurus. Uit nauwkeurig botonderzoek was gebleken hoe die tenslotte, na meerdere optaters van verschillende prooidieren, aan zijn einde gekomen was. De botvergroeiingen ten gevolge van een gebroken klauw werden het dier tenslotte fataal. Na de film kregen we de gelegenheid vragen te stellen en werden we bevraagd over hoe oud we dachten dat de mensheid was en wat het verschil was tussen archeologie en geologie. Ook werd duidelijk hoe uit een contact met 2 tachtigjarige fossielenzoekende dames het Oertijdmuseum is voortgekomen. De fossiele sponsjes waar die dames naar zochten deden de vonk overslaan naar de toen nog jeugdige stichter van het huidige museum. Daarna werden we rondgeleid door het museum waar op interessante wijze de geschiedenis van de levende aarde is uitgebeeld en toegelicht. Er was zoveel te zien dat sommigen er voor kozen het museum na onze gezamenlijke meegebrachte lunch verder te bekijken. Het andere deel toog naar Banisveld.
25
Het was wat fris en bewolkt, maar verder vrijwel droog. Het wat lange aanlooppad naar de uiteindelijke routes was wat saai en bood behalve een flink plakkaat hengel en een uitbundig zingende karekiet niet zoveel nieuws. Eenmaal op de gekozen route bood het Winkelsven een aardige gelegenheid tot verpozen. Er zat warempel een jonge lepelaar. Verder kokmeeuwen, oeverlopertjes, kieviten, scholekster, aalscholver, dodaars, grauwe ganzen met jongen en wilde eenden. De weg door het bos toonde uitbundige tuilen koningsvaren en vele bloeiende exemplaren van knopig helmkruid dat goed bezocht werd door verschillende hommelsoorten. Adelaarsvaren en brede stekelvaren waren ook ruim vertegenwoordigd. Doorkijkjes boden een afwisselend beeld van de wijze waarin verschillende landschapjes in elkaar overgingen. Bosjes, grazige weitjes en heide wisselden elkaar af. Verder zagen we een kolonietje spieswespen. Voornamelijk mannetjes op zoek naar een vrouwtje. Vrouwtjes met een zweefvlieg als prooi aan haar angel zagen we niet en ook de bijbehorende satellietvlieg die we bij het voorwandelen wel gezien hadden, liet zich bij ons korte bezoek aan die plek niet zien. Het teer guichelheil en de klokjesgentiaan hebben we niet gevonden. Maar misschien was het daar de tijd nog niet voor. Al met al toch een geslaagde dag in goed gezelschap. Zeker een wat ruimere opkomst waardig. Maar… keuzes maken moeten we allemaal. Peter van Beurden / foto's: Antoon Raaijmakers 26
vreemde vogels in portugal De Iberische Blauwe Ekster is een heel merkwaardige vogel, althans wat betreft zijn verspreiding. In Europa is die beperkt tot de zuidelijke delen van Portugal en Spanje. Elders in Europa en ook in Westelijk Azië komen geen vergelijkbare vogels voor, maar wel in Mongolië, Oost-China, Korea en Japan. Die Blauwe Eksters in het Verre Oosten lijken uiterlijk sprekend op die in het uiterste Zuidoosten van Europa. De kop is zwart, rug en buik zijn beige, vleugels en staart zijn blauw. Alleen bij de Europese vogels is ook de punt van de staart blauw, de Aziatische hebben witte punten aan de staartveren. Ook de afmetingen zijn niet helemaal gelijk, de Europese vogels zijn wat kleiner. Er zijn ook verschillen in DNA aangetoond. Men beschouwt de soorten daarom tegenwoordig als verschillende soorten. Cyanopica cooki heet de Iberische Blauwe Ekster, de oude naam Cyanopica cyanus (C. cyana? ) is behouden voor de Aziatische Blauwe Ekster. In de bodem bij Gibraltar zijn fossiele resten gevonden van vogels die men voor Blauwe Eksters houdt, met een ouderdom van maar liefst ca. 44.000 jaar, dat is dus nog voor de laatste IJstijd. Het blijft toch nog altijd vreemd dat er nergens in het gebied tussen die twee Blauwe Ekster arealen ooit soortgelijke vogels gezien zijn en dat ondanks een erg lange scheiding tussen beide soorten de uiterlijke verschillen zo gering zijn gebleven. Lang heeft men dan ook geloofd dat de soort uit het Verre Oosten door een middeleeuwse Portugese ontdekkingsreiziger mee naar huis genomen zou zijn. Eerlijk gezegd geloof ik zelf toch nog altijd een beetje aan dat sprookje, omdat ik het onwaarschijnlijk vind dat je fossiele botjes van zo oud zo secuur op naam zou kunnen brengen. DNA liegt natuurlijk niet, maar toch is het maar de vraag hoe groot de verschillen zijn in verhouding tot een tijdsverloop van 400 of 44.000 jaar. Met het Sint Helena Fazantje in Portugal en in Afrika ligt de zaak veel duidelijker. Oorspronkelijk komt dit prachtvinkje wijd verspreid in Afrika ten zuiden van de Sahara voor, tot in Zuid-Afrika. Maar hij is ook opzettelijk 27
overgebracht naar diverse eilanden, o.a. naar SintHelena, vandaar zijn Nederlandse naam. Het is een tamelijk bescheiden vogeltje, kleiner dan een mus. Grauwgrijs op de rug, roodachtig van onderen, met een rood maskertje bij de ogen en ook een rode snavel, maar dat is alleen bij volwassen uitgekleurde exemplaren. Dat rode maskertje en vooral die rode snavel zijn in het veld, op een stoffig weggetje, niet opvallend. Klein en grauw, dat zijn de meest duidelijke eigenschappen. Een prachtvink is het alleen in naam, sommige familieleden zijn echt mooi, maar het Helena Fazantje niet zo erg. Waarom men het vogeltje zo kwistig verspreid heeft is mij eigenlijk niet zo duidelijk. Waarschijnlijk is hij gemakkelijk in een kooi te houden en te kweken, en dan ontsnapt er nog al eens een exemplaar. Op het Portugese vasteland is de soort in ieder geval bij Obidos in 1964 begonnen aan zijn vestiging in Europa. Inmiddels heeft hij ook de Algarve in het Zuiden bereikt. Als je dat niet beseft zoek je nog al lang tevergeefs bij de vinken en de gorzen naar zo'n onooglijk grauw vinkje in de meeste vogelgidsen. Dat opzoeken is zeker een probleem met de vogels die ik inmiddels al drie jaar achtereen in het Parque Ambiental bij Vilamoura zag. Een overwegend gele vink, donker gestreept op de vleugels en met een grotendeels zwarte kop is het. Zo zijn althans de mannetjes, de wijfjes lijken het meest op een wijfjesmus, maar dan in een dofgroenige tint afgewerkt. De Engelse birdwatcher die ik ontmoette bij mijn eerste waarneming was meteen overtuigd, dat moest een ‘blackheaded bunting’ wezen. Maar die Zwartkopgors kende ik wel, uit Turkije. Die heeft een helemaal zwarte kop, tot in de nek en de rug is bruin. Bovendien komt hij alleen in het Oostelijke deel van de Middellandse zee voor, vanaf de Adriatische kust van Italië. Mijn reactie was: als ik in Afrika geweest zou zijn 28
zou ik het een 'Masked Weaver' genoemd hebben. En na het raadplegen van de nodige gidsen en van internet leek mijn eerste indruk wel in de buurt. Toen ik in het riet van het slootje waar ik mijn wevers ontdekte bolvormige nesten van grassprieten herkende gaf dat al heel veel steun aan mijn determinatie. Mijn Oost-Afrikaanse vogelgids toont wel negen verschillende soorten gemaskerde wevers. Hoewel de Maskergors mij wel passend leek bleef er toch wel twijfel over de juiste soortnaam. Volgens gegevens op het internet waren door Ron en Val Moat in 2004 bij Vilamoura Falesia Bridge ook wevervogels gezien, maar die determineerden ze als Zwartkopwevers, Ploceus melanocephalus. Het blijkt dat die soort ook al een aantal jaren geleden bij Barroca d'Alva aan de monding van de Taag ingeburgerd is. Maar om de zaak nog wat moeilijker te maken zijn op diezelfde plaats in de buurt van Lissabon ook foto's gemaakt van een andere soort. Die heeft ook een zwarte kop en die wordt in het Engels ook Black-headed weaver genoemd wordt. Zijn Latijnse naam is evenwel Ploceus cucullatus. Omdat een foto uit Quinta do Lago van 15 april 2006 niet die P. cucullatus maar wel P. melanocephalus toont lijkt het mij heel aannemelijk dat ook bij Vilamoura, dat is op amper 15 kilometer afstand, ook de echte Zwartkopwevers broeden. Dat klopt ook met de determinatie door Ron en Val Moat. Die Nederlandse naam hoort officiëel bij Ploceus melanocephalus. Ik zag in 2007, 2008 en 2009 steeds in dezelfde afvoersloot van de afvalwaterzuivering ETAR nesten met mannetjes en vrouwtjes van zulke Zwartkopwevers Hoewel de dieren dus geen enkele neiging toonden om naar elders te verhuizen, is het broeden op die plek kennelijk succesvol genoeg om een kleine kolonie in stand te houden. Hoe al die wevervogels in Portugal terechtgekomen zijn weet ik niet. Dat er maar liefst twee verschillende soorten bij de monding van de Taag gefotografeerd zijn suggereert opzettelijke faunavervalsing. Als er een invasie vanuit Afrika plaatsgevonden zou hebben zou dat allicht alleen een enkele soort betroffen hebben. Ook de Napoleonwever is bij Barroca d'Alva gevonden. De achtergrond van dit alles is waarschijnlijk toch vogelhandel. Volgens de AID in Nederland is handel in dergelijke niet-Europese soorten in de EEG toegestaan, het zijn geen beschermde vogels. Laat ze verwilderen in een Portugees reservaat met niet al te veel toezicht en vang de vogels zodra ze vliegvlug zijn clandestien. In de EEG mag je de dieren dan zonder moeite verhandelen. Mijn waarnemingen van dit jaar zijn wel grappig om te vertellen. De betreffende sloot ligt langs een pad dat verderop naar een vogelkijkhut gaat bij een rietmoeras. Dat is een aardig doel voor een vogelkijkexcursie. Je ziet er niet altijd evenveel, dit jaar zaten er bij de kijkhut veel tafeleenden, een fuut, 29
wat dodaarsjes, purperreigers, bruine kiekendieven, aalscholvers, waterhoentjes, meerkoeten en een Moors moerasschildpadje. Na een uur onduidelijke geluiden gehoord te hebben zag ik in een flits een enkele purperkoet op enkele meters afstand uit het riet verschijnen meteen weer totaal onzichtbaar worden. Op de terugweg bleek dat van twee wevervogelnesten in het riet bij de ETAR-sloot nog maar één exemplaar intact was. De andere was tijdens onze afwezigheid in een uur tijd kennelijk door een ontevreden wevervogelwijfje sprietje voor sprietje uit elkaar gehaald. Dat is een goed gebruik bij wevervogels, als het nest dat door het mannetje gebouwd is niet voldoet aan de wensen van mevrouw dan wordt het meedogenloos gesloopt. Bij het volgende bezoek bleek ook het andere nest verdwenen. Ik weet dus niet wat het voortplantingssucces van de Zwartkopwevers dit jaar zal zijn, maar waarschijnlijk komt alles nog wel goed. Hoewel de dieren dus geen enkele neiging toonden om naar elders te verhuizen, is het broeden op die plek kennelijk succesvol genoeg om een kleine kolonie in stand te houden. Frank Lippe
30
hemelvaartsweekend 2009 in buurse Jaarlijks gaat de Geerboswerkgroep een weekend met Hemelvaart kamperen. Dit keer had ik een camping uitgezocht in Buurse, gemeente Haaksbergen. Deze eenvoudige maar goede camping ligt in de directe omgeving van het Buurserzand, Het Witteveen, Haaksbergerveen, en Buurserveen. Zoals elke keer gebeurt er iets opmerkelijks of bijzonders wat het vermelden waard is. Niet direct de adder die ontdekt is maar zoals Mia in de laatste zin met enig sarcasme schrijft de ‘zwoegers’ die wel de zon en de warmte trotseerden door uren te lopen door het veen en niets ontdekten en de slapers als het ware er zo tegenaan liepen. Zie hieronder het verslag van Mia Rob Knechten Zaterdagochtend 23 mei 11.00 uur zijn we met de hele groep naar het Buurserveen gegaan, naar het z.g. adderpad . ( zie kaartje) Wat was nl. het geval: gisteren hadden enkele leden van de kampeergroep hier op dit pad een adder gezien, d.w.z. ze hadden de adder nog net weg zien kruipen. hier hadden we de adder gezien. Dus gingen we vandaag met het hele gezelschap op zoek naar de adder. Het was mooi weer, de zon scheen en iedereen was zeer optimistisch. Ruim een uur hebben we met z`n allen naar de adder gezocht. Gekeken naar links, naar rechts, stilgestaan, ruime tijd gezeten, maar geen adder liet zich zien. De omgeving was prachtig, het veenpluis stond in bloei, de kikkers lieten zich goed bekijken en luidruchtig horen. Libellen in diverse soorten vlogen af en aan, maar geen adder te bekennen. Na verloop van tijd zijn we naar een andere plek in dit gebied gegaan, zodat de actieve leden een wandeling konden maken en de minder actieven op een mooi plekje konden gaan zitten .Ik behoorde bij de laatste groep en we hadden een mooie plek in de zon tegenover een grote poel uitgekozen. We hebben naar het gedrag van vogels en mensen gekeken. In onze buurt, zo`n 50 meter verderop stond een Duits echtpaar met een zoon van een jaar of twintig ook vogels te observeren, alleen zij hadden een telescoop en wij 31
niet. Op een gegeven moment wisten we niet of de vogel die we zagen een tureluur was . Lidou wilde juist gaan vragen maar de Duitsers wenkten al dat we moesten komen kijken. En ja wat zagen we daar… een adder. Hij kroop over het zandpad, trok zich van niemand iets aan en vervolgde gewoon z`n weg. Rieky ging vlug naar Toon die verderop lag te pitten en bracht alvast z`n fototoestel mee, want we moesten alles vastleggen om een bewijs te hebben. De adder strekte zich uit tot zo`n circa 50-60 cm., dan weer kronkelde hij verder om tenslotte opgerold ergens te gaan liggen. Hij keek naar links en dan naar rechts en ook zagen we z`n tongetje. Alle bewegingen die hij kan maken heeft ie laten zien, het leek wel een demonstratie. Wat hebben we genoten en Toon heeft zoveel mogelijk alles vastgelegd. Nu waren we zeer benieuwd of de anderen tijdens de wandeling ook een adder hadden gezien. “Het was een prachtige wandeling“ zeiden ze maar ze hadden helaas geen adder gezien. Hieronder de bewijzen, gemaakt door Toon Bekkers Mia Rooijmans
32
verslag dagwandeling groesgoorpad Op zondag 14 juni was er de voorjaarsdagwandeling. Dit keer zijn we naar Dessel in België geweest. Het Groesgoorpad net onder Postel. Was het het weer geweest of de toch nog onvoldoende aankondiging, de opkomst was wel erg laag. De eerste categorie mensen hadden het gelijk aan hun kant. Want ternauwernood in Dessel aangekomen begon het te regenen en het stopte niet meer zodat we genoodzaakt waren om de wandeling in te korten en we eerder terug in Veghel waren dan de bedoeling was. Maar op zondag 13 september gaan we weer op pad. Zie elders in dit blad.
33
nieuwe dagwandeling van 13 september Op 13 september is er de najaars-dagwandeling van 2009. Dit keer gaan we terug naar de omgeving van Broekhuizenvorst. Het dorp lag in Opper-Gelre en maakte deel uit van het ambt Kessel, dat de Hertog van Gelre -en later de Spaanse Koning als zijn opvolger vanaf 1543toebehoorde. De heerlijkheid zelf vormde vroeger (met zekerheid vanaf 1424) bestuurlijk één geheel met Swolgen en had een gezamenlijke schepenbank die onder voorzitterschap stond van de ambtman van Kessel. Natuurgebied Het Schuitwater Het natuurgebied Schuitwater is een overblijfsel van verschillende oude Maasarmen, waarover destijds veen met schuiten werd afgevoerd. Het is een bos- en waterrijk gebied, dat wordt omgeven door hogere zandgronden, met dennen, stuifduinen, heide en berkenbossen. Staatsbosbeheer heeft er de N-95 wandelroute uitgezet. Deze 9,3 km lange wandeling (er is ook een verkorte route) begint op het parkeerterrein langs de Horsterweg. De route, en informatie over flora, fauna en natuurbeheer staan op informatiepanelen aangegeven. Ook enkele routes van het ‘Stempel van de Maas’ voeren door dit fraaie landschap. Let op: we vertrekken vanaf het Stadhuisplein om 8.00 uur precies en zijn omstreeks 18.00 weer terug We rijden gezamenlijk en zoveel mogelijk bij elkaar in de auto. Rob Knechten
34
WAT IS HET IVN? Het IVN Veghel is aangesloten bij de landelijke Vereniging voor Natuur- en Milieueducatie in Amsterdam. Het IVN streeft met ruim 180 plaatselijke afdelingen naar meer natuur en een betere kwaliteit van het milieu. Kortom: het IVN is In Voor Natuur! Wat biedt het IVN Veghel? Voor belangstellenden organiseert het IVN nu al 30 jaar cursussen, tentoonstellingen, wandelingen en fietstochten in en rondom Veghel. Voor leden en donateurs staan ook wandelingen in nabijgelegen natuurgebieden en verenigingsavonden met diverse natuurthema’s op het programma. De overige activiteiten vinden plaats in werkgroepverband: * werkgroep * werkgroep * werkgroep * werkgroep * werkgroep * werkgroep * werkgroep * cont.pers. * werkgroep * redactie * cont.pers. * cont.pers.
Amfibieën Geerbos/insectentuin Gidsen Planten Scholen Tentoonstelling Vogels Weidevogelgroep Veghels Landschap Infoblad Ledenactiviteiten Vrijdagwandelen
Rieky Bekkers Pieter van Breugel Wim de Vrij Karin Koppen Pam Kalis Mia Rooijmans Gerard van Leiden Huub van Hees Fer Kalis Maria Kordewinders Lidou van Beurden Ad van de Donk
212655 362753 478252 210216 341348 362977 340682 211649 341348 (0492) 463383 365712 365364
Wilt u het IVN Veghel ondersteunen? U bent van harte welkom als donateur (minimum € 11,50 per jaar). U krijgt dan het jaarprogramma toegezonden en vier keer per jaar het verenigingsblad met nieuws en verhalen over de natuur in en rondom Veghel. Wilt u actief worden in het IVN? Dan bent u welkom als lid . Het lidmaatschap kost € 23,00 per jaar en voor huisgenootleden € 11,50 per jaar. Nadere inlichtingen of aanmelden bij het secretariaat IVN Veghel Antoniusstraat 11, 5469 EV Keldonk of
[email protected] Afmelden ? Voor 1 december van het lopend jaar bij het secretariaat 35
In het herfstnummer van IVN-info leest u onder andere over: ● natuurweekaktiviteiten ● verslag excursie compostmakerij, ● natuurnieuws van de leden en werkgroepen.
Kopij inleveren voor het lentenummer Tot 15 oktober 2009 (liefst eerder!) Redactieadres: Maria Kordewinders-v.d. Tillaar Pastoor v.Schijndelstraat 14 5469 PT Boerdonk Telefoon: 0492 - 46 33 83 E-mail:
[email protected] Foto’s, tekeningen en plaatjes zijn ook héél welkom. 36