Hulp in volle gang Eerste tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’ Publicatiedatum: maart 2015
Foto: Pablo Tosco/Oxfam
D E E L N E M E N D E O R G A N I S A T I E S E B O L A - A C T I E : C A R E N e d e r l a n d C o r d a i d M e n s e n i n N o o d I C C O e n K e r k i n A c t i e N e d e r l a n d s e R o d e K r u i s O x fa m N o v i b S a v e t h e C h i l d r e n S ti c h t i n g V l u c h t e l i n g T e r r e d e s H o m m e s U N IC E F N e d e r l a n d W o r l dTussenrapportage Vision Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015 1 w w w . g i r o 5 5 5 .n l
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ........................................................................................................................ 2 Voorwoord ............................................................................................................................... 3 Verslag van de Raad van Toezicht ........................................................................................ 4 1. Inleiding ............................................................................................................................... 5 1.1 De ramp ........................................................................................................................... 5 1.1.1 Guinee ...................................................................................................................... 7 1.1.2 Liberia ....................................................................................................................... 8 1.1.3 Sierra Leone ........................................................................................................... 10 1.2 De Nationale Actie ......................................................................................................... 12 2. Hulp met gelden van Giro555 ........................................................................................... 13 2.1 Opbrengst en kosten Nationale Actie ‘Stop de ebola-ramp’ .......................................... 13 2.2 Verdeling gelden en bestedingen .................................................................................. 13 2.3 Hoe werken de Nederlandse hulporganisaties? ............................................................ 16 2.4 Samenwerking en coördinatie ....................................................................................... 16 3. Resultaten per deelnemer ................................................................................................ 18 3.1 CARE Nederland ........................................................................................................... 18 3.2 Cordaid .......................................................................................................................... 22 3.3 ICCO en Kerk in Actie ................................................................................................... 30 3.4 Nederlandse Rode Kruis ............................................................................................... 38 3.5 Oxfam Novib .................................................................................................................. 43
..................................................................................................... 50 3.7 Stichting Vluchteling ...................................................................................................... 54 3.8 Terre des Hommes ........................................................................................................ 58 3.9 UNICEF Nederland ........................................................................................................ 63 3.10 World Vision ................................................................................................................ 69 3.6 Save the Children
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
2
Voorwoord Freetown, de hoofdstad van Sierra Leone. Wel honderd kinderen staan en zitten dicht opeen gepakt rond hun leidsters. Ik zie blote voetjes, bevuilde en gescheurde kleertjes, maar dat hindert de kinderen niet om enthousiast hun ABC op te dreunen. Pas dan luister ik goed naar de tekst: “ABC- Avoid Body Contact”. Drie letters, slechts drie woorden. Precies deze woorden omschrijven de afschuwelijke kilte die nodig is om ebola een halt toe te roepen: isolatie van patiënten, in alles bedekkende pakken de zieken verzorgen, en geen familie, maar speciale begrafenisteams die de overledenen bergen. Hoewel deze fysieke kilte indruist tegen ieder gevoel van medemenselijkheid, ben ik tijdens mijn laatste bezoek aan Sierra Leone vooral trots op wat ik zie. Dankzij de giften van vele Nederlanders aan Giro555 voor de actie ‘Stop de ebola-ramp’ in het najaar van 2014 zijn nu al 10.000 lijkzakken en 15.280 beschermende pakken voor hulpverleners gedistribueerd. Dankzij deze gulle gevers volgen 4.000 kinderen nu alternatief onderwijs. Dankzij alle mensen die hebben bijgedragen aan Giro555 kregen de afgelopen drie maanden 6.105 mensen voedselhulp. Inmiddels is ruim 30 procent van de ingezamelde 10,5 miljoen euro gebruikt. Het totale bedrag zal binnen een jaar worden besteed. Het was voor het eerst dat een internationale hulpactie moest worden opgezet voor een ramp veroorzaakt door een ziekte. In Liberia, Guinee en Sierra Leone dreigde ebola complete samenlevingen te ontwrichten. Fragiele staten, die juist een beetje opklommen uit een diep dal, getekend door burgeroorlogen en ongekende armoede. Drie maanden na de actie kunnen we constateren dat de vele draconische maatregelen om ebola in te dammen zijn vruchten beginnen af te werpen, al is de ebola-ramp nog lang niet voorbij. Volgens de WHO zou de uitbraak van de ziekte dit jaar kunnen eindigen, als iedereen zich blijft houden aan alle maatregelen. Ebola-moeheid onder de bevolking is nu een groot gevaar: we moeten alert blijven, anders laait de ziekte zo weer op. Bovendien zijn de gevolgen van de ebola-ramp enorm: duizenden kinderen zijn hun ouders kwijt en moeten worden opgevangen. Psychosociale ondersteuning is nodig voor de vele mensen die plotseling hun dierbaren zijn kwijtgeraakt. De reguliere gezondheidszorg ligt nagenoeg stil en moet structureel worden verbeterd om in de toekomst uitbraken als deze te kunnen tegengaan. En de economie moet uit het slop worden getrokken. Mede dankzij alle gulle gevers is een bedrag van ruim 10,5 miljoen euro opgehaald, waarmee al veel is bereikt en waarmee we nog veel kunnen doen. In deze eerste rapportage kunt u lezen welke hulp de verschillende organisaties inmiddels hebben geboden in Sierra Leone, Guinee en Liberia. En u kunt lezen hoe de hulpverlening erin slaagt om het virus enigszins de kop in te drukken. Helaas is de ebola-epidemie niet helemaal bedwongen, maar wat ik zag, stemt hoopvol: er is weer licht aan het eind van de tunnel. Dank, nogmaals, aan eenieder die heeft bijgedragen. Henri van Eeghen, actievoorzitter Namens de samenwerkende hulporganisaties van Giro555.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
3
Verslag van de Raad van Toezicht Op verzoek van de Stichting Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) heeft de Raad van Toezicht de eindrapportage over de Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’ beoordeeld. De Raad spreekt haar waardering uit voor de hulpverlening in de door ebola geteisterde gebieden in Guinee, Liberia en Sierra Leone. Hiernaast is de Raad alle betrokken organisaties, instanties en individuen erkentelijk voor de inspanningen die afgelopen periode zijn geleverd. De Raad van Toezicht onderstreept het belang van een goede verantwoording door Giro555 aan het Nederlandse publiek. De Raad is van mening dat deze rapportage een adequaat inzicht geeft in de ontvangsten en bestedingen van de gelden, geworven voor de Giro555actie ‘Stop de ebola-ramp’. Raad van Toezicht, Mevr. P.C. Lodders-Elfferich (voorzitter) Dhr. H. Grootendorst Mevr. F. Santing Dhr. O.V. van der Harst Dhr. M.B.A. Keim
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
4
1. Inleiding Ruim 4 maanden na de start van de Nationale Actie “Stop de ebola-ramp” brengt de Stichting Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) deze tussentijdse rapportage uit. De rapportage is samengesteld op basis van afzonderlijke rapportages van de tien hulporganisaties achter deze Giro555-actie. De rapportage geeft inzicht in de hulpverlening in de periode van 5 november 2014 tot en met 31 januari 2015. Hulporganisaties blijven met Giro555-gelden nog tot en met 31 oktober 2015 hulp bieden om de epidemie te bedwingen en daarnaast ook aan de wederopbouw bij te dragen.
1.1 De ramp In Meliandou, een klein dorp in Guinee, overleed op 28 december 2013 een 18-maanden 1 oude jongen aan een mysterieuze ziekte . In de weken daarop ontwikkelden diverse familieleden van de jongen eenzelfde ziektebeeld, gevolgd door een snelle dood. Ook een aantal medewerkers van het ziekenhuis waar deze zieken geholpen werden en familie die de begrafenissen van deze overledenen bezochten overkwam steeds vaker hetzelfde lot. Eind januari sloeg het hoofd van de lokale kliniek in Meliandou voor het eerst alarm, maar onderzoek door zowel de lokale gezondheidsautoriteiten als Artsen zonder Grenzen (AZG) leidde niet tot de juiste conclusies en diagnose. Omdat de symptomen veel op cholera lijken en ebola niet eerder in de regio is voorgekomen, werd lange tijd gedacht dat cholera de oorzaak was. Op 13 maart 2014 werd het Ministerie van Gezondheidszorg gewaarschuwd. Het ministerie startte samen met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en AZG een uitgebreid onderzoek naar deze nog steeds onbekende ziekte. Pas op 21 maart 2014 werd bekend dat het virus ebola was en dat de 18-maanden oude jongen het eerste slachtoffer moet zijn geweest. De exacte bron van het virus heeft men niet kunnen achterhalen, maar zeer waarschijnlijk is de jongen in contact geweest met vleermuizen die veel voorkomen in de bosrijke omgeving van zijn dorp. Foto’s: Arie Kievit
Het virus is de “Zaïre”-variant, de meest dodelijke variant van de ebola virussen. Op 23 maart 2014 kondigde de WHO de ebola-uitbraak aan op de website. Op dat moment waren er 49 ziektegevallen ontdekt en 29 doden gerapporteerd. Het virus had zich toen al verspreid in Liberia en Sierra Leone, maar dit was nog niet ontdekt. Net als in Guinee broeide het virus in deze landen wekenlang zonder herkend te worden. Daardoor had het alle kans zich te verspreiden en over te slaan naar de dichtbevolkte hoofdsteden. Een ware en schrikbarende 1 http://www.who.int/csr/disease/ebola/one-year-report/virus-origin/en/
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
5
epidemie ontrafelde zich zonder dat er enig zicht op was. Het duurde tot eind maart (Liberia) en half mei (Sierra Leone) voordat deze landen de eerste ebola-slachtoffers rapporteerden. Guinee, Sierra Leone en Liberia waren niet bekend met het virus. Door de late ontdekking van het virus was isolatie (in het verleden vaak een effectief middel) moeilijk en waren veel bredere maatregelen nodig. De meeste hulporganisaties waren nauwelijks bekend met het virus en met de bestrijding van de ziekte en de gevolgen, wat eveneens leidde tot een vertraging in de juiste aanpak. Overige factoren die hebben bijgedragen aan de onopgemerkte verspreiding en de trage inperking van het ebola-virus zijn: de slechte staat van de gezondheidszorg door jarenlange oorlogen, een enorm tekort aan geschoolde zorgmedewerkers, het geloof in traditionele genezers, culturele gebruiken vooral rondom begrafenissen en open grenzen met veel verkeer en grensoverschrijdende handel. Bovendien leidden angst voor en onbekendheid met het virus tot weerstand en stakingen van zorgmedewerkers en tot angst bij patiënten om een kliniek te bezoeken. Meteen na de bekendmaking van de uitbraak eind maart hebben het Ministerie van Gezondheidszorg van Guinee, de WHO, en partner- en hulporganisaties maatregelen genomen, zoals het sturen van experts om het Ministerie van Gezondheidszorg te ondersteunen, het vergroten van de laboratoriumcapaciteit om nieuwe gevallen te kunnen diagnosticeren en het sturen van medische experts naar ziekenhuizen. Ook hulporganisaties achter Giro555 zijn al in een vroeg stadium betrokken geraakt bij de hulpverlening. In tabel 1 is te zien wanneer de verschillende organisaties hun ebola-hulpverlening zijn gestart. Toch was er ook veel kritiek op het trage ingrijpen en het gebrek aan leiderschap. De WHO en diverse hulporganisaties erkennen deze knelpunten. Ook zagen zij in dat er te weinig ingespeeld werd op bovengenoemde factoren, waardoor de verspreiding verder kon gaan. Als in juli ook het eerste geval van ebola in Nigeria wordt vastgesteld, schrikt de wereld wakker. De WHO neemt de leiding op zich en lanceert op 27 augustus een strategie om de epidemie een halt toe te roepen. Deze strategie richt zich niet alleen op het behandelen van de ebola-patiënten, maar ook op het traceren van (mogelijk) nieuwe gevallen en van mensen die met ebola-patiënten in contact zijn geweest, op veilige begrafenisrituelen, op blijvende toegang tot basis gezondheidszorg en voeding voor de gehele bevolking, op herstel van de economie en op het voorkomen van uitbraak in (buur)landen die nog ebola-vrij zijn.
Foto’s: Arie Kievit
Op 18 september kondigen de Verenigde Naties (VN) aan de allereerste VN-gezondheidsmissie te starten. Zij vormen UNMEER, de VN-missie voor Emergency Ebola Response, die als doel heeft de omvang en de coördinatie van de internationale respons te vergroten en een groot deel van de logistiek uit handen te nemen van de WHO, die onvoldoende capaciteit had voor deze enorme missie. 2
Op 18 februari 2015 meldde de WHO dat er in totaal 23.253 ebola-patiënten waren gerapporteerd, waarvan 9.380 waren overleden. De daadwerkelijke aantallen liggen vermoedelijk hoger, doordat verdachte gevallen in de beginperiode niet altijd zijn onderzocht, patiënten zich niet altijd gemeld hebben bij een kliniek en overledenen soms verborgen zijn gehouden. In totaal werden 833 zorgmedewerkers in de 3 zwaarst getroffen landen ziek, waarvan er 488 zijn overleden.
2 http://apps.who.int/iris/bitstream/10665/152890/1/roadmapsitrep_18Feb15_eng.pdf?ua=1&ua=1
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
6
Naast de 3 zwaarst getroffen landen, Sierra Leone, Liberia en Guinee zijn er 20 patiënten gerapporteerd in Nigeria (8 overleden), 8 patiënten in Mali (6 overleden), 4 patiënten in de Verenigde Staten (1 overleden) en 1 patiënt in elk van de landen Senegal, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. De hulporganisaties achter Giro555 in het rampgebied De hulporganisaties achter Giro555 dragen bij aan de hulpverlening in verschillende landen. In Tabel 1 is te zien welke deelnemers hulp bieden in elk van de 3 door ebola getroffen landen en waar zij de gelden van Giro555 besteden. De hulporganisaties achter Giro555 hebben gezamenlijk besloten om de Giro555-gelden alleen uit te geven in de 3 zwaarst getroffen landen, Sierra Leone, Liberia en Guinee, waar de noden het hoogst zijn. Tabel 1: werkzaamheden en hulphistorie hulporganisaties achter Giro555 in de 3 door ebola zwaargetroffen landen.
Werkt in Liberia sinds 2008
Hulpverlening aan ebola-slachtoffers sinds 1 juli 2014*
Werkt in Sierra Leone sinds 1961
Hulpverlening aan ebola-slachtoffers sinds 1 augustus 2014
Werkt in Guinee sinds
Hulpverlening aan ebola-slachtoffers sinds
Cordaid (Caritas) ICCO en Kerk in Actie (Act Alliance) Nederlandse Rode Kruis (Red Cross)
1990
oktober 2014*
1981
mei 2014*
1993
14 april 2014*
1996
1 augustus 2014
2007
1 augustus 2014*
1919
9 april 2014*
1962
6 april 2014*
1984
26 maart 2014*
Oxfam (Novib)
1991
1 juli 2014*
1996
1 juli 2014
Save the Children
1991
1 april 2014
1991
1 april 2014*
1997
1 april 2014*
St. Vluchteling (IRC)
1996
1 april 2014
1999
1 april 2014* 1987
september 2014*
1987
maart 2014*
1985
1 maart 2014
1996
1 maart 2014
1996
1 augustus 2014*
CARE
Terre des Hommes UNICEF World Vision * bij deze hulpverlening wordt Giro555-geld inzet
1.1.1 Guinee In Guinee vond de uitbraak zijn oorsprong. Na een eerste piek in het aantal ebola-patiënten, leek de uitbraak langzaam tot stilstand gekomen. Niets was minder waar. Mogelijk besmette personen bleven buiten de statistieken, omdat families zieken niet meldden, medische onderzoeksteams in veel gemeenschappen niet geaccepteerd werden en begrafenissen in het geheim werden gehouden. Weerstand en soms zelfs geweld tegen (buitenlandse) medische teams kwam regelmatig voor, omdat inwoners geloofden dat juist deze hulpverleners de ziekte verspreidde in hun gemeenschap. Geruchten dat desinfectieteams in beschermende pakken geen chloor, maar de dodelijke ziekte verspreidde voor de handel in organen was één van de vele mythen die voor weerstand en geweld zorgden. Andere grote uitdagingen in Guinee waren vanaf het begin de hoge mobiliteit onder de bevolking die zorgde voor verspreiding in steeds nieuwe gebieden en de slechte staat van de infrastructuur. Door slechte wegen in afgelegen gebieden en een gebrek aan goede vervoersmiddelen en benzine doen patiënten er lang over om een ziekenhuis te bereiken. Op momenten dat het aantal ebola-patiënten leek te zijn afgenomen, staken zieke mensen uit buurlanden waar bedden in ebola-behandelcentra schaars waren, de grens over om in Guinee hulp te zoeken. Dit leidde regelmatig tot hernieuwde infecties in gebieden die soms al vrij waren van ebola. Ook het tekort aan ebola-behandelcentra was een groot probleem. Het bouwen en openen van nieuwe centra nam meer tijd in beslag dan gepland, waardoor veel patiënten geen tijdige behandeling konden krijgen. Van de 153 besmette gezondheidsmedewerkers in Guinee, stierven er 90. 60 van deze besmettingen vonden plaats in de laatste 3 maanden van het jaar en meestal in overheids- of privéklinieken. Vooral een tekort aan beschermend materiaal voor de behandeling van patiënten die nog niet waren gediagnosticeerd met ebola lag ten grondslag aan dit hoge aantal.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
7
Eind november beleefde Guinee wederom een piek in het aantal ebola-patiënten, met op het hoogtepunt 156 bevestigde ebola-patiënten in de derde week van december in verschillende regio’s in het land. De weerstand van de gemeenschap blijft een grote uitdaging in het terugdringen van de epidemie. In Guinee zijn 5 van de 10 hulporganisaties achter Giro555 actief. Drie van deze organisaties zetten Giro555-geld in voor hun ebola-programma’s in dit land. De situatie nu 3 Guinee heeft 3.108 ebola-patiënten gerapporteerd tot 18 februari 2015 , waarvan er 2.057 overleden zijn. In de week tot 15 februari 2015 kwamen 52 nieuwe gevallen aan het licht, wat een lichte daling is in vergelijking met de voorgaande weken. Veel ebola-doden werden pas na overlijden en buiten de behandelcentra getest. Daaruit blijkt dat patiënten nog regelmatig niet tijdig levensreddende hulp zoeken en de directe omgeving van de zieke langer risico loopt ook besmet te raken. Ook worden onveilige begrafenissen gerapporteerd, wordt geweld tegen hulpverleners gemeld en werken bewoners niet altijd mee aan het nazoeken wie contact heeft gehad met ebola-patiënten. Het wantrouwen in het zorgsysteem en een wijdverspreid geloof in mythen zijn hier belangrijke oorzaken van. Waar het lukt om de gemeenschap te betrekken en hun vertrouwen te winnen, worden successen geboekt bij het indammen van lokale uitbraken. In andere gebieden is dit helaas nog niet het geval en is goede voorlichting nog altijd hard nodig; voorlichting over het belang van snelle isolatie van mogelijke patiënten, het belang van veilige begrafenissen en goede hygiëne en om onwaarheden en mythen uit te bannen. Daarnaast bestaan er logistieke uitdagingen zoals een tekort aan ambulances in afgelegen gebieden en het tekort aan medische faciliteiten in grote delen van het geografisch uitgestrekte en moeilijk toegankelijke land. De gevolgen van de crisis zijn veel groter dan de ziekte alleen. Vanwege de ebola-crisis durven mensen vaak geen medische hulp meer te zoeken voor andere ziekten en zijn er 58% 4 minder doktersbezoeken geweest, met alle gevolgen van dien . Ook zwangere vrouwen komen vaker hun afspraak bij de kliniek niet na en vrouwen bevallen vaker thuis zonder toezicht (stijging van 7 tot 20%). Kinderen zijn 50% minder gevaccineerd en 4 van elke 5 patiënten met HIV heeft geen toegang meer tot de nodige medicatie. De medische sector heeft ook op deze vlakken ondersteuning nodig van (internationale) hulporganisaties. Ongeveer 9% van de inwoners krijgt dagelijks onvoldoende voeding binnen. Een kwart daarvan is rechtstreeks te wijten aan de ebola-crisis. De productie van belangrijke voedingsstoffen zoals rijst, maïs, koffie en olie zijn tussen de 10 en 75% gedaald met onder andere prijsstijgingen en minder werk voor arbeiders als gevolg. Kinderen hebben zeker een half jaar geen les ontvangen, omdat scholen gesloten waren en ruim 4.000 kinderen hebben 1 of beide ouders verloren aan ebola. Mede hierdoor is ook veel hulp nodig op het gebied van voedselzekerheid, het zorgen voor inkomen, het inhalen van schoolactiviteiten en de opvang van kwetsbare kinderen.
1.1.2 Liberia De eerste twee ebola-patiënten in Liberia werden bevestigd op 30 maart 2014 en kwamen uit een district op de grens met Guinee. Hoewel op 7 april 21 ebola-besmettingen bekend waren, waarvan 10 patiënten overleden, leek de situatie in Liberia stabiel en onder controle in die periode. Onderzoek van de WHO laat echter zien dat het virus zich lang onopgemerkt kon verspreiden in de hoofdstad Monrovia en alle instanties een enorme achterstand moest inhalen. Vooral het aantal gezondheidsmedewerkers, zoals artsen en verplegend personeel, dat 5 besmet raakte (372 tot 18 februari 2015) en overleed aan ebola (179) is verschrikkelijk hoog 3 http://apps.who.int/iris/bitstream/10665/152890/1/roadmapsitrep_18Feb15_eng.pdf?ua=1&ua=1 4 http://www.acaps.org/img/documents/b-acaps_briefing_note_ebola_west_africa_update_27_jan_2015.pdf 5 http://apps.who.int/iris/bitstream/10665/152890/1/roadmapsitrep_18Feb15_eng.pdf?ua=1&ua=1
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
8
in Liberia. Het toch al zwakke gezondheidszorgsysteem is hierdoor flink aangetast, juist in tijden waarin deze medewerkers extra hard nodig zijn. Verder heeft geen enkel ziekenhuis in het land een isolatie-afdeling, is weinig medisch personeel opgeleid in infectiepreventie en controle, ontbreken beschermingsmiddelen zoals handschoenen en is ook de kennis over het goed gebruiken van deze beschermingsmiddelen zeer beperkt. Dit zorgde ervoor dat juist de eerst opgenomen ebola-patiënten het virus zeer snel verspreidden onder ziekenhuis- en ambulancepersoneel. Op 6 augustus 2014 riep de Liberiaanse President Sirleaf een drie maanden durende noodtoestand uit en kondigde een reeks maatregelen aan, zoals het sluiten van markten, uitgaansverboden, verplichte crematie van overledenen en wegafzettingen met als doel het verplaatsen van (mogelijke) patiënten, en daarmee de verdere verspreiding van het virus, tegen te gaan. Het leger werd ingezet. Sommige maatregelen leidden tot hevig verzet, zoals het in quarantaine zetten van de sloppenwijk West Point in Monrovia, waardoor rellen uitbraken en het leger moest ingrijpen. Halverwege augustus hebben 14 van de 15 “counties” (districten) besmette patiënten gerapporteerd. Op 8 september 2014 lijkt Liberia met bijna 2.000 besmettingen en meer dan 1.000 doden het ergst getroffen. Vooral in Monrovia, waar 240 bedden beschikbaar waren, is de roep om meer bedden groot. De WHO schat dat er 1.000 bedden nodig zijn. De snelle bouw van een behandelcentrum met 260 bedden, betekent dat de helft van het aantal patiënten behandeld kan worden. Het gevolg is dat behandelfaciliteiten overbelast zijn en patiënten op zoek naar een bed zorgen voor meer besmettingen zolang zij niet geïsoleerd worden. Bij de opschaling wordt zelfs het Amerikaanse leger ingezet, die 2 mobiele laboratoria levert en bemant en helpt met de bouw van meer behandelcentra. Vanaf eind september neemt het aantal besmettingen af in Lofa County, waar de epidemie in Liberia begon, tot zelfs nul nieuwe besmettingen in december. Eén van de geleerde lessen uit deze regio is dat de betrokkenheid van de lokale bevolking belangrijk is voor het slagen van interventies. Eind oktober komen ook betere berichten uit Monrovia. De verplaatsing van het virus naar afgelegen plattelandsgebieden vormt een probleem, omdat daar nog weinig staf is opgeleid en het zorgsysteem nog niet is ingericht op ebola. Zo ontbreken isolatie-units, beschermende middelen en ambulances en zijn er geen getrainde vrijwilligers die de veilige begrafenissen verzorgen. Patiënten uit de plattelandsgebieden willen niet naar Monrovia waar nu bedden genoeg zijn, omdat zij weten dat lichamen van overledenen daar verplicht gecremeerd worden, iets wat tegen de culturele gebruiken in gaat. Ook neemt de waakzaamheid onder de bevolking af, nu blijkt dat het aantal besmettingen sterk daalt, waardoor het gevaar dreigt dat het virus zich opnieuw verspreidt. Van de 10 noodhulporganisaties achter Giro555, zijn er 8 werkzaam in Liberia. Alle 8 dragen bij aan het stoppen van de ebola-uitbraak en 5 van de organisaties zetten daarbij geld van Giro555 in. De situatie nu Tot 18 februari 2015 kende Liberia 9.007 ebola-patiënten, waarvan er 3.900 overleden zijn. In de periode van 9 tot en met 12 februari zijn er 2 nieuwe besmettingen bekend geworden, waarvan 1 zorgmedewerker, beiden uit de regio Montserrado. In de 29 dagen tot aan 12 februari is dit de enige regio waar nog nieuwe besmettingen geconstateerd worden, waaruit blijkt dat maatregelen in de rest van het land succesvol zijn gebleken.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
9
Zorgwekkend is dat zorgmedewerkers nog steeds een groot risico lopen. Omdat maar 10% van de ebola-behandelcentra voldoet aan de minimum standaard voor infectiepreventie en controle, is er nog veel werk op dit gebied te doen. Meer beschermingsmiddelen zijn nodig, ook voor de langere termijn en personeel moet worden getraind in de basistechnieken en het belang van infectiepreventie en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Karel Doorman Het Nederlandse Ministerie van Defensie heeft in november en december 2014 het Nederlandse marineschip de Karel Doorman ter beschikking gesteld aan hulporganisaties en Europese lidstaten om medische hulpgoederen naar West-Afrika te verschepen. Het schip is twee keer uitgevaren en heeft beide keren de 3 zwaarst getroffen landen, Sierra Leone, Liberia en Guinee aangedaan. Ook Nederlandse hulporganisaties achter Giro555 hebben gebruik gemaakt van dit aanbod. Zo heeft Liberia ambulances, een laboratorium, beschermende kleding en lijkzakken ontvangen, die UNICEF en Save the Children van boord hebben gehaald en verder over het land hebben gedistribueerd. Een deel van deze goederen kwam van de hulporganisaties zelf, andere hulpgoederen werden gedoneerd door Europese lidstaten. Tijdens de tweede vaart werden onder andere 12 containers met medische hulgoederen, 4 pick-ups, 10 motorfietsen en 150 fietsen vervoerd, dankzij gulle giften van particulieren en bedrijven aan Giro555. De medische hulpgoederen zijn beschermende kleding voor ziekenhuispersoneel - zoals laarzen, schorten, handschoenen, maskers en brillen – chloor en emmers. Deze hulpgoederen werden ter plaatse door het Rode Kruis ingezet in Ebola behandelcentra en bij begrafenissen en door Cordaid gedistribueerd aan lokale hulporganisaties en ziekenhuizen. De auto´s, pick ups en (motor-)fietsen worden ingezet voor het vervoer van zieken, overledenen, personeel en voorlichters. Het Ministerie van Gezondheidszorg gaf in november 2014 aan dat slechts 44% van het 6 reguliere zorgsysteem operationeel was . Zwangere vrouwen bevallen half zo vaak in een kliniek en een kwart van de baby’s en jonge kinderen heeft de standaard vaccinaties niet ontvangen. Ruim 4.500 kinderen staan geregistreerd als wees vanwege ebola, maar dit aantal ligt mogelijk richting de 7.500. Al deze kinderen hebben hulp en bescherming nodig. 7 Scholen zijn na een half jaar sluiting in februari 2015 weer geopend , maar door een gebrek aan schoon drinkwater en het nog niet gereed zijn van preventieprotocollen, is het een grote uitdaging om scholen tot een veilige leeromgeving voor kinderen te maken. Van zeker een kwart van de mensen die dagelijks onvoldoende voedsel binnen krijgt, is dit te wijten aan de ebola-crisis. Ook heeft de stijging van transportkosten door de ebola-crisis gezorgd voor voedseltekorten in plattelandsgebieden. Markten gaan weer open, maar functioneren nog niet volledig. In de business sector is 30% minder werk en salarissen zijn tot wel 33% gezakt in gebieden waar het aantal ebola-patiënten hoog was. Zowel in de sectoren voedsel als levensonderhoud zijn dit grote uitdagingen voor de komende periode.
1.1.3 Sierra Leone In Sierra Leone begon de uitbraak even stil als in Liberia met een exponentiële groei richting het eind van afgelopen jaar. In Sierra Leone kwam duidelijk aan het licht hoe belangrijk het is om rekening te houden met tradities bij het ontwikkelen van maatregelen en om te zorgen voor veilige begrafenissen. Op 10 mei 2014 werd een traditionele genezer begraven in Sokoma, een afgelegen dorp in het Kailahun-district op de grens met Guinee. De genezer was besmet geraakt tijdens de behandeling van ebola-patiënten die van over de grens met Guinee kwamen. Tijdens de begrafenis van de genezer raakten familieleden het besmette lichaam aan, waardoor het virus zich verder heeft kunnen verspreiden. Onderzoek heeft uitgewezen dat zeker 365 ebola-doden zijn terug te herleiden naar deze ene begrafenis.
6 http://www.acaps.org/en/pages/monthly-overview 7 http://ebolaresponse.un.org/sites/default/files/150225-_unmeer_external_situation_report.pdf
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
10
Op 12 juni 2014 werd in Kailahun de noodtoestand uitgeroepen: scholen, bioscopen en andere ontmoetingsplekken moesten sluiten en via checkpoints werden auto’s gecontroleerd die de grens met Guinee en Liberia overstaken. Ook in deze gebieden was het aantal bedden en de laboratoriumcapaciteit onvoldoende en al gauw overbelast. Een tekort aan ervaren personeel zorgde voor een gebrekkige opvolging van mogelijke contacten en ook hier overleden artsen en verpleegkundigen die aan het front werkten om ebola-patiënten te verzorgen. Door een gebrek aan capaciteit duurde het vaak enkele dagen totdat de diagnose ebola kon worden vastgesteld. Patiënten werden in de tussentijd thuis verzorgd, wat leidde tot nieuwe besmettingen. Op verzoek van gewone burgers werden tenten met matrassen en kookgerei geleverd, zodat familieleden afstand konden houden van de mogelijk besmette patiënt, terwijl zij wachtten op de uitslag van de test. Dit initiatief bleek effectief en bevestigde dat luisteren naar de getroffen gemeenschap belangrijk is. Op 6 augustus 2014 riep de president de noodtoestand uit met quarantainegebieden voor de hardst getroffen regio’s. Het verstoppen van een patiënt werd zelfs strafbaar. In september 2014 kwam het virus naar de hoofdstad Freetown, waar de situatie snel verslechterde en de verspreiding snel kon plaatsvinden, omdat families dicht op elkaar leven en er een tekort aan bedden en laboratoria was. Midden oktober 2014 werden er wekelijks 400 mogelijk nieuwe gevallen gemeld. Ondanks de hulp van buitenaf om het bestaande zorgsysteem te versterken, moest een alternatief gezocht worden in de bouw van “community care centres”, kleine lokale isolatie units met 8 tot 12 bedden voor de eerste isolatie en basiszorg. Logistieke beperkingen zoals het slechte wegennet en het tekort aan ambulances is hierdoor minder direct van invloed op de zorgverlening. Doordat patiënten dichtbij familie verzorgd werden, kreeg familie bovendien meer zicht op de zorg en meer vertrouwen in de zorgverlening. Sinds begin december 2014 heeft Sierra Leone het grootste aantal ebola-patiënten en doden, met ongeveer 30% van de besmettingen in de hoofdstad Freetown. Van de 10 hulporganisaties achter Giro555 zijn er 9 werkzaam in Sierra Leone. Al deze organisaties hebben hulpprogramma’s op het gebied van ebola. Door 6 van de 9 organisaties worden Giro555-gelden ingezet voor deze hulpprogramma’s. De situatie nu 8 Met 11.103 ebola-patiënten en 3.408 ebola-doden gerapporteerd op 18 februari 2015 is Sierra Leone zwaar getroffen. Het virus blijft zich snel verspreiden met 74 nieuwe gevallen in de week tot 15 februari 2015. Vooral Freetown blijft een broeinest met 45 nieuwe patiënten in één week. Sierra Leone rapporteert in deze periode het grootste aantal onveilige begrafenissen en het hoogste aantal ebola-doden dat niet tijdig hulp heeft gezocht en daarmee een risico is blijven vormen voor de directe omgeving. Ook geweldsincidenten tegen hulpverlening komen nog regelmatig voor. De gemeenschap betrekken en voorlichten blijft een grote uitdaging. Hoewel 86% van de zorgfaciliteiten voldoet aan de minimumeisen voor infectiepreventie en controle, zijn in de eerste twee weken van februari 2015 toch 4 zorgmedewerkers besmet geraakt. Ook is sterk ingezet op het vergroten van het aantal bedden en de laboratoriumcapaciteit, maar blijft de snelheid van het verwerken van laboratoriumtests achter bij de andere 2 landen. Ook in Sierra Leone bezoeken zieke mensen de dokter minder vaak, onder meer uit angst om ebola op te lopen in een kliniek. Ruim een kwart meer zwangere vrouwen bevalt thuis en 38% minder kinderen in Kenema laten zich behandelen voor malaria. 80% van de HIV-patiënten krijgt geen medicijnen meer vanwege een tekort aan verplegend personeel. Het geweld tegen vrouwen en kinderen is dramatisch gestegen volgens het Ministerie van Gender en Kinderzaken. Ruim 8.000 kinderen zijn 1 of beide ouders verloren aan ebola. Scholen zijn nog gesloten. 8 http://apps.who.int/iris/bitstream/10665/152890/1/roadmapsitrep_18Feb15_eng.pdf?ua=1&ua=1
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
11
Beperkte bewegingsvrijheid tussen gebieden heeft gezorgd voor een tekort aan personeel in de landbouwproductie. In één van de zwaarst getroffen provincies Kailahun is 17% minder rijst geproduceerd. Er is een tekort aan voedsel op markten voornamelijk vanwege reisbeperkingen en hoge transportkosten. Reisbeperkingen hebben er ook voor gezorgd dat onderhoudswerkzaamheden aan waterpompen en andere waterbronnen maar beperkt is uitgevoerd, met het gevaar dat mensen gebruik moeten maken van vervuilde waterbronnen. Ook in Sierra Leone is de ramp achter de ramp aanleiding voor een breder pakket aan hulp en maatregelen naast ebola-gerelateerde hulpactiviteiten. Samenwerkende Hulporganisaties Tijdens Nationale Acties werken 10 hulporganisaties samen om fondsen te werven voor een humanitaire ramp. De Samenwerkende Hulporganisaties (SHO), beter bekend als Giro555 zijn vernoemd naar het gironummer wat de hulporganisaties gezamenlijk openen. Giro555 heeft als doel het werven van zoveel mogelijk steun en fondsen om hulp te kunnen bieden aan slachtoffers van een humanitaire ramp. Giro555 informeert het Nederlandse publiek over de ramp en rapporteert gezamenlijk over de bestedingen. De 10 hulporganisaties stellen hun medewerkers beschikbaar om een actieteam te vormen en zo de personeelskosten zo laag mogelijk te houden. Iedere organisatie gebruikt haar deel van de opbrengst vervolgens voor hulp in het rampgebied en is zelf verantwoordelijk voor de besteding en de keuzes van de hulpprogramma’s. Giro555 bestaat uit CARE Nederland, Cordaid Mensen in Nood, ICCO en 9 Kerk in Actie, Nederlandse Rode Kruis, Oxfam Novib, Plan Nederland , Save the Children, Stichting Vluchteling, Terre des Hommes, UNICEF Nederland en World Vision. 9
1.2 De Nationale Actie Op 5 november 2014 startten de hulporganisaties achter Giro555 een Nationale Actie onder de naam “Stop de ebola-ramp”. Nooit eerder ging Giro555 open vanwege een ramp die veroorzaakt is door een ziekte. Alle hulporganisaties achter Giro555 waren toen al werkzaam in één of meerdere landen waar ebola uitbrak en besloten samen verder te gaan om meer fondsen te werven en zo meer levens te kunnen redden. De directe aanleiding voor de start van de Giro555-actie was de explosieve groei van het aantal doden en besmettingen in november 2014 en de vraag om meer internationale hulp. In het najaar van 2014 werden wereldwijd campagnes voor de slachtoffers van de ebola-ramp opgezet. Niet alleen de zieken hadden hulp nodig, maar steeds meer werd duidelijk dat deze ziekte een ramp was die hele economieën en samenlevingen plat legde. Van 24 tot en met 28 november 2014 vond in Nederland de Nationale Actieweek plaats met op vrijdag 28 november een actiedag in het Centrum voor Beeld en Geluid met actiejournaals op radio en televisie, een bel panel met BN’ers en heel veel acties van het Nederlandse publiek. Er werd gevoetbald, kinderen verkochten zelfgebakken muffins, schreven liederen, verkochten kunstwerken en zamelden lege flessen in. In totaal zamelden kinderen, scholen, bedrijven, verenigingen en kerken ruim 10,5 miljoen euro in voor de slachtoffers, een fantastisch bedrag! Omdat alle organisaties al werkzaam waren in het rampgebied konden zij de opbrengsten direct omzetten in hulp. Hulporganisaties hebben keuzes gemaakt in welk land zij de Giro555-gelden besteden, ook als hun internationale koepel- of zusterorganisaties in meerdere landen werkzaam zijn. In tabel 1 is te zien waar de organisaties werkzaam zijn en waar zij de Giro555-gelden inzetten. De hulporganisaties hebben gezamenlijk besloten om de Giro555-gelden alleen in te zetten voor hulp in de 3 zwaarst getroffen landen, Sierra Leone, Liberia en Guinee, terwijl ook in omringende landen (Mali, Senegal, Nigeria, Burkina Faso etc.) hulp wordt geboden en voorbereidingen worden getroffen voor een (mogelijke) uitbraak. Hulporganisaties zetten andere gelden in om deze hulpactiviteiten te bekostigen 9 Plan Nederland is vaste deelnemer geworden van de samenwerkende Hulporganisaties vanaf februari 2015 en nam nog geen deel tijdens de ebola-actie die plaatsvond in november 2014.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
12
2. Hulp met gelden van Giro555 2.1 Opbrengst en kosten Nationale Actie ‘Stop de ebola-ramp’ 10
Tot en met 24 februari 2015 is er € 10.531.441 opgehaald op Giro555 . Van de opbrengst worden de kosten voor de fondsenwerving afgetrokken en wordt een reservering voor SHObureaukosten gemaakt. De kosten voor de fondsenwerving zijn beperkt gebleven dankzij gratis bijdragen van de publieke en commerciële tv- en radio-omroepen, bedrijven en vrijwillige inzet van medewerkers in het actieteam. SHO-bureau kosten zijn kosten die gemaakt worden voor de verantwoording van de actiegelden, zoals coördinatie, het schrijven van rapportages als deze, website en communicatie en administratieve afhandelingen van de 11 actie. In totaal komen deze kosten op € 560.926. Dit is 5,3% van de totale opbrengst . In totaal is er € 9.970.515 beschikbaar voor de deelnemers.
2.2 Verdeling gelden en bestedingen Na aftrek van de actie- en bureaukosten zijn de gelden verdeeld onder de 10 deelnemende hulporganisaties. De verdeling van het geld van Giro555 gebeurt aan de hand van een jaarlijks vastgestelde verdeelsleutel. Hierdoor kunnen gelden direct verdeeld worden en daarmee snel worden ingezet daar waar de hulp het hardst nodig is. Deze verdeelsleutel is gebaseerd op de omvang van de wereldwijde humanitaire hulpverlening en de opbrengsten van de fondsenwerving in Nederland van elke organisatie gemiddeld over de afgelopen drie jaar (zie tabel 1). Op 14 november 2014 was de eerste € 1,5 miljoen ontvangen en verdeeld om de noodhulpactiviteiten zo snel mogelijk te kunnen financieren. Na de Giro555-actieweek is er nog eens € 4,5 miljoen verdeeld, en vlak voor kerst nog een keer ruim € 2,7 miljoen. In tabel 1 is naast de verdeelsleutel deze verdeling per organisatie weergegeven. Op 1 februari heeft de SHO de vraag naar giften voor de ebola-actie gestopt. Omdat er nog giften voor ebola binnenkomen, heeft het bestuur besloten dat giften tot 1 april 2015 worden toegeschreven aan hulp voor ebola. De totale opbrengst kan derhalve na 1 april worden vastgesteld en de laatste gelden zullen in de eerste week van april worden overgemaakt naar de deelnemers. Tabel 1: Verdeling Giro555-gelden tot en met december 2014.
1 Verdeelsleutel CARE Nederland Cordaid Mensen in Nood ICCO & Kerk in Actie
ste
2
de
de
%
verdeling 14-11-2014
verdeling 8-12- 2014
3 verdeling op 19-12-2014
Totaal verdeeld t/m 19-12-2014
6,04
€ 90.552
€ 271.657
€ 167.072
€ 529.281
15,49
€ 232.329
€ 696.988
€ 428.657
€ 1.357.974
9,79
€ 146.778
€ 440.333
€ 270.811
€ 857.922
Oxfam Novib
16,66
€ 249.845
€ 749.536
€ 460.974
€ 1.460.355
Nederlandse Rode Kruis
19,10
€ 286.571
€ 859.713
€ 528.735
€ 1.675.019
Stichting Vluchteling
5,30
€ 79.542
€ 238.627
€ 146.759
€ 464.928
Terre des Hommes
2,49
€ 37.333
€ 111.998
€ 68.880
€ 218.211
UNICEF Nederland
16,41
€ 246.092
€ 738.277
€ 454.050
€ 1.438.420
Save the Children
6,91
€ 103.647
€ 310.941
€ 191.233
€ 605.821
World Vision
1,82
€ 27.310
€ 81.930
€ 50.388
€ 159.628
100,00
€ 1.499.999
€ 4.500.000
€ 2.767.560
€ 8.767.559
TOTAAL
10 Op dit moment komen er nog gelden binnen voor ebola, waardoor de totale opbrengst pas bekend wordt in de eindrapportage, die uitkomt in maart 2016. 11 Dit is aanzienlijk minder dan de 25 procent van de totale opbrengst die het Centraal Bureau voor Fondsenwerving (CBF) voorschrijft als het maximaal te besteden percentage voor fondsenwerving.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
13
De Nederlandse hulporganisaties achter Giro555 werken bij de hulpverlening in de 3 zwaarst getroffen landen samen met partnerorganisaties, zusterorganisaties of een internationale koepel. Vaak dienen deze uitvoerende organisaties projectvoorstellen in bij de Nederlandse hulporganisatie. Bij goedkeuring van het voorstel gaat deze Nederlandse hulporganisatie een committering (verplichting) aan voor financiering van het voorgestelde hulpproject. Zo weet de uitvoerende hulporganisatie dat het alle werkzaamheden voor dat specifieke voorstel kan opstarten. Het geld is dus niet meer vrij te besteden, maar ligt vast in een plan. Hierna worden de gelden, al dan niet in gedeelten, door de Nederlandse hulporganisatie overgemaakt naar de partnerorganisatie. Vervolgens besteden de partners de Giro555gelden en wordt daarover via de betrokken Nederlandse hulporganisatie gerapporteerd aan Giro555. In sommige gevallen worden projecten voorgefinancierd door lokale organisaties en vindt de overmaking plaats op basis van goedgekeurde rapportages. De bestedingen kunnen dan dus hoger zijn dan de overmakingen. Rente die Nederlandse hulporganisaties ontvangen over de gelden van Giro555 komt ook ten goede aan de hulpverlening in het rampgebied. In tabel 2 is te zien hoeveel geld van Giro555 er door de hulporganisaties is gecommitteerd, overgemaakt en naar schatting besteed tot en met 31 januari 2015. Het bestede bedrag is een schatting, omdat de verantwoording van de bestedingen nog niet volledig is verwerkt. Het bedrag geeft echter een goede indicatie en laat zien dat ruim 32% van het totale beschikbare bedrag van € 9.970.515 is besteed. De hulporganisaties achter Giro555 hebben gezamenlijk afgesproken dat elke hulporganisatie 50% van haar aandeel in de eerste 6 maanden zal besteden, dus in de periode tot en met 5 mei 2015. Aan welk type hulp en wanneer zij de gelden van Giro555 precies inzetten, bepaalt elke organisatie vervolgens zelf. Soms worden andere financieringsbronnen eerder aangesproken, omdat daar andere afspraken en deadlines voor zijn. Tabel 2: Overzicht committeringen, overmakingen en bestedingen per deelnemer met Giro555-gelden.
Totaal gecommitteerd aan projecten
Totaal overgemaakt naar koepel-, zuster, of partnerorganisatie(s)
Inschatting van bestedingen aan hulp t/m 31 januari 2015 (inclusief AKV)
€ 529.281
€ 200.000
€ 200.000
€ 23.445
€ 1.357.974
€ 874.862
€ 247.000
€ 409.121
€ 857.922
€ 348.473
€ 327.728
€ 278.741
Nederlandse Rode Kruis
€ 1.675.019
€ 1.236.165
€ 1.015.936
€ 929.971
Oxfam Novib
Hulporganisatie achter Giro555 CARE Nederland Cordaid Mensen in Nood ICCO & Kerk in Actie
Totaal verdeeld t/m 19 december 2014
€ 1.460.355
€ 1.358.130
€ 965.000
€ 206.538
Save the Children
€ 605.821
€ 300.000
€0
€ 86.925
Stichting Vluchteling
€ 464.928
€ 450.000
€ 405.000
€ 121.270
Terre des Hommes
€ 218.211
€ 300.000
€0
€ 31.902
UNICEF Nederland
€ 1.438.420
€ 1.400.000
€ 1.400.000
€ 1.103.597
€ 159.628
€ 174.532
€ 100.288
€ 48.282
€ 8.767.559
€ 6.642.162
€ 4.660.952
€ 3.239.792
World Vision TOTAAL
Elke hulporganisatie mag maximaal 7% van het ontvangen aandeel gebruiken als apparaatskostenvergoeding (AKV). Dat zijn kosten die ter voorbereiding en coördinatie van de hulpverlening door de hulporganisaties worden gemaakt. Hieronder valt het beoordelen, coördineren, controleren en verantwoorden van de hulpprogramma’s, maar ook de voorbereidings- en coördinatiekosten van de internationale koepelorganisatie. In de volgende rapportage zal de AKV per organisatie in beeld worden gebracht. De overige Giro555-gelden zullen worden besteed in de periode tot en met 31 oktober 2015, waarna de tweede en laatste rapportage voor de actie ‘Stop de ebola-ramp’ zal worden uitgebracht in maart 2016.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
14
Figuur 1: Bestedingen per cluster
2,1%
0,4%
3,0%
2,1%
0,4% 5,6%
Gezondheidszorg (67,5%)
6,4%
Water en sanitaire voorzieningen (12,5%) Voedselzekerheid (5,6%)
12,5%
Levensonderhoud (0,4%)
67,5%
Onderwijs (2,1%) Onderdak (2,1%) Rampen-‐management (0,4%) Bescherming (3,0%) Programma-‐management (6,4%)
De meeste gelden van Giro555 zijn besteed aan de sectoren gezondheidszorg en water en sanitaire voorzieningen. In deze sectoren was de afgelopen periode ook de grootste behoefte. Hieronder is beschreven wat de hulp binnen deze sectoren inhoudt. Wat valt er onder deze clusters? Gezondheidszorg Uiteraard valt de medische zorg voor ebola-patiënten hieronder, maar ook laboratoriumtesten van mogelijk besmette personen, leveren van medische hulpgoederen en beschermende kleding, bouwen van zorgcentra en isolatie-units, uitvoeren van veilige begrafenissen, psychosociale hulp aan overlevenden en nabestaanden, trainen van zorgmedewerkers in bijvoorbeeld infectiepreventie en voorlichting geven aan de bevolking over ebola en hoe besmetting te voorkomen. Ook het in stand houden van reguliere zorgprogramma’s, zoals vaccinatieprogramma’s voor kinderen vallen binnen dit cluster. Water en sanitaire Goede hygiëne is een belangrijk middel in de strijd tegen ebola. Zorgen voorzieningen (WaSH) voor handwasgelegenheden, zeep en voldoende water voor huishoudens en instellingen is dan ook van belang. Onder dit cluster valt het bouwen of herstellen van waterpompen in gemeenschappen, water en sanitaire faciliteiten aanleggen in ebola-behandelcentra, andere zorginstellingen en scholen, uitdelen van hygiënepakketten, voorlichting geven over hygiëne en zorgen voor veilige afvoer van afval en afvalwater bij ebola-centra. Voedselzekerheid Voedselpakketten worden uitgedeeld aan families in quarantaine, families van ebola-overlevenden of families die kinderen van overleden ebola-patiënten opvangen. Ook ondervoede kinderen worden behandeld. Levensonderhoud De activiteiten in dit cluster moeten ervoor zorgen dat mensen weer een bestaan en inkomen kunnen opbouwen. Dit gebeurt onder meer door het uitdelen van zaden en gereedschap of distributie van cash en leningen aan ebola-overlevenden en andere getroffenen van de ramp om de economie weer op gang te brengen. Onderwijs Omdat scholen gesloten waren, is in dit cluster veel gedaan aan alternatief onderwijs, zoals het uitdelen van radio’s zodat kinderen noodonderwijs via de radio konden volgen, opzetten van bibliotheken en uitdelen van lesmateriaal voor thuisstudie. Ook het trainen van leraren in psychosociale hulp, ebola en goede hygiëne ter voorbereiding op het heropenen van scholen valt hieronder. Onderdak Om verspreiding van ebola tegen te gaan zijn veel spullen van ebolapatiënten verbrand. Overlevenden en hun familie ontvangen hulppakketten met bijvoorbeeld een kleding, tandenborstel en zeep om het normale leven oppakken. Ook worden radio’s en telefoons
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
15
Rampenmanagement
Bescherming
Programmamanagement
uitgedeeld in quarantaine gebieden, zodat contact met de buitenwereld mogelijk blijft. In de nasleep van deze epidemie is het belangrijk om op alle niveaus te kijken hoe men beter voorbereid kan zijn op een mogelijke nieuwe uitbraak en hoe (lokale) autoriteiten zelf de capaciteit krijgen om verdere verspreiding tegen te gaan. Mensen die getroffen zijn door ebola hebben vaak psychische en juridische hulp nodig. Kinderen die één of beide ouders zijn kwijtgeraakt worden opgevangen of ondersteund. Psychosociale programma’s die zich richten op trauma, angst en stigma als gevolg van ebola vallen hieronder, zoals gezinshereniging en re-integratie van ebolaoverlevenden. Om hulp mogelijk te maken en goederen op de juiste plek te krijgen, zijn lokale bestedingen nodig voor onder meer personeel, kantoor, administratie, transport en opslag van hulpgoederen, en voor coördinatie, monitoring en evaluatie ter plaatse. Deze activiteiten stimuleren tevens de lokale economie.
2.3 Hoe werken de Nederlandse hulporganisaties? Alle hulporganisaties waren al actief in één of meer van de door ebola zwaar getroffen landen, veelal reeds tientallen jaren. Zij hebben verschillende werkwijzen, met allen hetzelfde doel: het uitbannen van de ebola-epidemie en zoveel mogelijk mensen kwalitatief goede hulp bieden. Alle deelnemers zijn in Nederland gevestigde organisaties die onderdeel uitmaken van een groter geheel. Sommige werken samen met lokale partner- of zusterorganisaties, anderen via een internationale koepel. Ook kan er sprake zijn van een combinatie van werkwijzen. Binnen deze netwerken is de capaciteit en het totaal aan beschikbare fondsen vaak velen malen groter dan de Nederlandse organisatie inbrengt. Het voordeel hiervan is dat er meer mensen en middelen beschikbaar zijn om vlot op te schalen en de inkoop van hulpgoederen bijvoorbeeld goedkoper kan worden gedaan. Foto’s: Arie Kievit
Vaak wordt gebruik gemaakt van lokaal personeel of samengewerkt met lokale partner organisaties en overheidsinstellingen, die de omgeving, tradities, cultuur en de lokale bevolking goed kennen. Hierdoor kunnen zij de sociale en economische context goed inschatten. Een ebola-epidemie was echter in deze regio nog niet eerder voorgekomen, waardoor vele hulporganisaties de kennis over dit onderwerp in de loop van de tijd op moesten doen.
2.4 Samenwerking en coördinatie Coördinatie tussen de grote hoeveelheid organisaties die noodhulp verlenen is noodzakelijk om te zorgen dat de hulp regionaal zo goed mogelijk verspreid wordt, organisaties hun deskundigheid kunnen inzetten voor de juiste soorten hulp en om bijvoorbeeld overlap van hulpactiviteiten te vermijden. Ook stimuleert coördinatie onderlinge samenwerking.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
16
De overheden van de getroffen landen nemen een belangrijke coördinerende rol op zich, normaal gesproken ondersteund door UNOCHA, het onderdeel van de Verenigde Naties dat de coördinatie bij grote rampen ondersteunt. Echter omdat dit een bijzondere ramp is, waar veel medische kennis voor nodig is, is bij deze ramp gekozen om de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) de hulpverlening te laten coördineren. In een later stadium is UNMEER, de VN-missie voor Emergency Ebola Response in het leven geroepen, vanwege een tekort aan capaciteit bij de WHO. In de tussentijd zijn verschillende fora opgezet met ministeries, internationale en nationale NGO’s om te helpen de hulpverlening te coördineren. Hierdoor waren rollen en verantwoordelijkheden niet altijd even duidelijk. Inmiddels is de situatie verbeterd, hoewel er uitdagingen blijven. Alle hulporganisaties achter Giro555 zijn ook aangesloten bij de diverse platforms en coördinatie-vergaderingen. Zo was Oxfam een belangrijke speler in het opzetten van de lokale ebola taakgroepen in Monrovia en Nimba en biedt Oxfam operationele ondersteuning aan deze vergaderingen geleid door de lokale Liberiaanse overheid. Cordaid werkt in Sierra Leone samen met het Ministerie van Gezondheidszorg, geeft strategisch en technisch advies en traint professionals teneinde het zorgsysteem te versterken en resultaatgericht werken te bevorderen. Soms hebben organisaties een leidende rol in de coördinatiemechanismen. Zo heeft het Rode Kruis de leidende rol gekregen in de uitvoering van begrafenissen in Guinee, Liberia en Sierra Leone en heeft IRC, de partner van Stichting Vluchteling, de leiding in het Nationale Ebola Response Consortium in Sierra Leone, waarin 10 hulporganisaties zijn vertegenwoordigd die op landelijk niveau activiteiten uitvoeren. Ook tussen organisaties wordt veel samengewerkt en kennis overgedragen. Zo heeft het Rode Kruis bijvoorbeeld train-de-trainer training gegeven aan World Vision en 2 andere organisaties in het verzorgen van veilige en waardige begrafenissen. Sinds deze training hebben deze organisaties 83 begrafenisteams opgericht in Sierra Leone. Ook helpen organisaties elkaar wanneer mogelijk met onder andere beschermende kleding en medicijnen, indien een organisatie tijdelijk een lage voorraad heeft. De samenwerking tussen de hulporganisaties achter Giro555 in Nederland bestaat uit het gezamenlijk werven van fondsen en het gezamenlijk rapporteren over de besteding van de Giro555-gelden. De hulporganisaties zijn zelf verantwoordelijk voor de bestedingen en de coördinatie van de hulpverlening in het veld; Giro555 heeft daar geen rol in.
Foto’s: Arie Kievit
Omdat de vraag naar medisch personeel erg groot was en nog steeds is, is er voor het eerst in Nederland ook een gezamenlijk recruitment centre opgezet, geleid door Save the Children. Een aantal hulporganisaties achter Giro555 werkt hier aan mee, evenals enkele andere in Nederland gevestigde hulporganisaties.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
17
2
3. Resultaten per deelnemer 3.1 CARE Nederland Over ons CARE Nederland maakt sinds 2001 onderdeel uit van de internationale hulporganisatie CARE International. CARE is wereldwijd uitgegroeid tot één van de grootste hulporganisaties en richt zich op de bestrijding van armoede en de oorzaken daarvan. Binnen het internationale netwerk, helpt CARE Nederland de weerbaarheid van leefgemeenschappen te verhogen, die kwetsbaar zijn voor natuurrampen en gewelddadige conflicten, door het voorzien in noodzakelijke levensbehoeften en het bijdragen aan duurzame oplossingen om het risico op toekomstige rampen te verkleinen. Sinds 1961 werkt CARE in het door ebola getroffen Sierra Leone. In Liberia is CARE van start gegaan na de burgeroorlog in 2008. CARE heeft sindsdien in beide landen duizenden spaaren kredietgroepen opgezet waardoor mensen, met door de groep gespaard geld, een bedrag kunnen lenen om bijvoorbeeld een eigen bedrijfje op te starten of een geit te kopen. Door haar jarenlange inspanning heeft CARE een vertrouwensband opgebouwd binnen de gemeenschap. In de zomer van 2014 heeft CARE noodhulpactiviteiten in Sierra Leone en Liberia opgestart om de ebola-uitbraak te stoppen. In nauwe samenwerking met CARE Sierra Leone en Liberia, en de lokale en nationale autoriteiten worden deze activiteiten uitgevoerd. Naast voorlichting over de ziekte heeft CARE tot op heden 1.530 hygiënekits aan 5.330 mensen uitgedeeld met hygiëne-informatie, zeep, emmers en chloor-oplossing. CARE heeft 6.560 mensen voorzien van schoon drinkwater. In totaal heeft de organisatie tot op heden ruim 160.000 mensen bereikt. Deze activiteiten uit het beginstadium van de ziekte zijn gefinancierd via andere financieringsbronnen met een eerdere start- en einddatum. Vanaf februari 2015 zal het Giro555 geld worden ingezet op het versterken en continueren van de voorlichtingsen hygiëneactiviteiten. Daarnaast wordt ingezet op nieuwe activiteiten, zoals het stimuleren van de voedselvoorziening van de meest kwetsbare gezinnen door het beschikbaar stellen van zaden en gereedschap Belangrijk is ook de inzet op de versterking van het gezondheidssysteem, door training, materiaalvoorziening en organisatieanalyse. Totaal ontvangen van Giro555: Totaal besteed tot 31 januari 2015:
€ 529.281 € 23.445 (4% van te besteden bedrag)
NB: Bestedingen zijn geschatte bedragen inclusief AKV. Exacte cijfers volgen in de eindrapportage van de Samenwerkende Hulporganisaties en de jaarrekeningen van de deelnemers.
Resultaten van onze hulpverlening met geld van Giro555
Gezondheidszorg De CARE hulpverlening in Liberia vindt plaats in Margibi County, met bijna 200.000 inwoners, en Bong County met bijna 330.000 inwoners. CARE geeft voorlichting over het verbeteren van de hygiëne in nauwe samenwerking met de lokale bevolking. Doel van deze voorlichting is om gedragsverandering teweeg te brengen onder de bevolking, om de kans op overdracht van het virus te verkleinen. In overleg met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de nationale gezondheidsdiensten zijn verschillende voorlichtingsmethodes ontwikkeld; toneelspel in de dorpsomgeving, flyeren door voorlichters en radio uitzendingen in lokale talen. In totaal zullen 250.000 mensen worden bereikt.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
18
Liberia: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • Versterken van de district en county gezondheidsteams met betrekking tot het opsporen van mogelijke ebola gevallen. Daarnaast training om basis gegevens te verzamelen en te analyseren om ebola statistieken bij te houden, maar ook om de behoeften tav andere ziekten te kunnen volgen. • Ondersteunen van zes gezondheidsposten met hygiënekits. • Publieksvoorlichting. • Ondersteunen van districtsgezondheidsteams om een effectief opsporingsen doorverwijzingssysteem op te zetten. • Lobby voor het versterken van het lokale- en nationale gezondheidssysteem. • Oprichten van comités van vrijwilligers. Deze worden getraind om ziektegevallen tijdig te signaleren en te communiceren met de bevoegde autoriteiten en om toe te zien op een goede gezondheidszorg. Resultaat tot 31-1-2015
• Opzetten strategie ebola-programma. • Aanscherpen aanpak in nauwe samenwerking met de provincie- en district gezondheidsteams van de overheid, zodat programma’s elkaar aanvullen voor een betere hulpverlening en voor een beter werkende organisatie van het nationale gezondheidssysteem. • Ontwikkeling van verschillende voorlichtingsmethodes in overleg met de WHO en de nationale gezondheidsdiensten; toneelspel in de dorpsomgeving, flyeren door voorlichters en radio uitzendingen in lokale talen. • Inzetten van opgebouwde contacten met gerespecteerde dorpshoofden en traditionele- en religieuze hoofden om voorlichting te geven over belangrijke preventiemaatregelen en uitleg te geven over heersende ideeën en mythes. • 10 dorpscomités zijn getraind om mbv bulletin boards en community fora de publieksvoorlichting vorm te geven. Ook zijn de eerder door CARE ontwikkelde Information Kiosks ingezet bij deze voorlichting. • Identificatie van lokale vrijwilligers die zijn opgeleid, voor de opsporing van besmette mensen en zorgen voor veilige begrafenisceremonies
Geschatte besteding tot 31-1-2015
€ 15.338
Levensonderhoud CARE biedt ondersteuning aan gezinnen die het hoofd niet boven water hebben kunnen houden. Deze gezinnen hebben door de ziekte familieleden verloren, waardoor een gebrek is ontstaan aan arbeidskracht. In sommige gebieden waren de wegblokkades van de overheid zo effectief dat boeren niet meer op hun land konden komen voor de oogst. De meest kwetsbare gezinnen ontvangen zaden en gereedschap om weer te kunnen zorgen voor hun eigen voedselvoorziening. CARE is begonnen met de identificatie van de meest kwetsbare gezinnen. Liberia: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • In april 2015 hebben 300 ebola getroffen boerenfamilies zaden en landbouwwerktuigen ontvangen. • In juni 2015 zijn vijf waterputten geïnstalleerd. • Comités zijn opgericht om waterputten te onderhouden. • Publieksvoorlichting wordt gegeven om stigma en uitsluiting van ebola-overlevenden te voorkomen. Geschatte €0 besteding tot 31-1-2015
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
19
Programma-management • •
• • •
Het Giro555-project wordt geleid door CARE Nederland en lokaal uitgevoerd door het CARE veldkantoor. CARE Liberia heeft veldteams ter plekke in Margibi en Bong counties die direct gemeenschappen mobiliseren om de activiteiten te kunnen uitvoeren. Omdat CARE al na het einde van de burgeroorlog in de twee counties actief ondersteuning heeft gegeven op het gebied van lokale planning en het opzetten van spaar- en krediet groepen heeft zij een goede toegang op gemeenschapsniveau en contacten met dorpshoofden en traditionele- en religieuze hoofden. Een operationeel CARE kantoor in Monrovia houdt het projectoverzicht en levert steun ter plekke op het gebied van logistiek, administratie en financiën. Veldcoördinatoren van CARE stemmen de hulpactiviteiten af met regeringsvertegenwoordigers, de WHO en UNICEF. CARE heeft specialisten in dienst op het gebied van gezondheidszorg & hygiëne, voedselzekerheid & levensonderhoud, en ramppreventie die technische ondersteuning geven aan het project in Margibi en Bong County.
Liberia: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Geschatte € 6.573 besteding tot 31-1-2015
Beeld: CARE
Beeld: CARE
Deze vrouw wast haar handen met schoon water.
Jongeren lezen over preventievoorschriften
ebola-
Uitdagingen en beperkingen In Liberia is sinds de uitbraak grote vraag bij internationale organisaties naar competent personeel. De burgeroorlog heeft een gat geslagen in het onderwijssysteem waardoor het opleidingsniveau niet hoog is en zelfs bij mensen die capabel zijn moet het nodige aan kennis en vaardigheden worden bijgespijkerd. Dat maakt dat rekrutering aanzienlijke tijd kost.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
20
Transparantie staat uiteraard hoog in het vaandel. Dit vraagt echter extra aandacht in dit geval; daar waar CARE de overheidsdiensten bijvoorbeeld van transport en benzine voorziet, is extra controle nodig. Op dorpsniveau zijn er gemeenschappen die nog steeds agressief reageren op de voorgeschreven manier van contact tracing (het uitzoeken wie contact heeft gehad met een (mogelijke) ebola patiënt) en veilige begrafenissen. Dit zet druk op eigen staf. Een goede voorlichting is cruciaal. Ook helpen de goede contacten met de dorpsoudsten en religieuze leiders om cultureel gevoelige maatregelen te introduceren en bespreken.
Toekomst hulpverlening De komende maanden gaat CARE aan de slag met bovengenoende plannen op het gebied van gezondheidszorg en levensonderhoud om de ziekte verder te beheersen, de voedselproductie weer op gang te brengen en de mensen weer een inkomen te laten verdienen. Een belangrijke reden waarom het virus in Liberia zo om zich heen heeft kunnen slaan is de zwakke organisatie van het gezondheidssysteem en het Ministerie van Gezondheid. Het versterken van de capaciteit van overheidsstaf, al tijdens de hulpverlening, is zeer belangrijk om weer tot een normale situatie te kunnen komen. CARE gaat zoveel mogelijk staf van het ministerie bij de trainingen betrekken om deze capaciteit van de gezondheidsdienst te versterken. Het gaat hierbij om trainingen voor dorpsvrijwilligers, alsook om trainingen om de hygiene te verbeteren. Daarnaast zal CARE, samen met andere spelers, op districts- en nationaal niveau overleg stimuleren om plannen te ontwikkelen voor een betere organisatie van het gezondheidssysteem. De meest getroffen gezinnen krijgen ondersteuning bij het her-opstarten van hun boerenbedrijf. Voor het geven van deze trainingen aan getroffenen, zal CARE samengewerken met staf van het Ministerie van Landbouw. CARE heeft de afgelopen jaren duizenden spaar-en kredietgroepen opgestart. En gaat door. Deze spaar-en kredietgroepen en CAREs werk met de dorpscomitees zijn van essentieel belang om de lokale economie weer te stimuleren en ervoor te zorgen dat mensen weer eten op de plank krijgen. Dat is hard nodig.
“Mijn dorpsgenoten weten nu dat ik geen bedreiging voor hen ben” Yenplu Tagbeh woont in het dorp Neezohn, in het Margibi district in Liberia. Ze is hier onlangs naartoe verhuisd om in de buurt van haar grootmoeder te zijn, nadat Yenplu’s man is overleden aan ebola. Samen met haar dochters verbleef ze een tijd in quarantaine, ze kregen hier bij lange na niet genoeg voedsel binnen. Na de dood van haar man, meden haar dorpsgenoten haar. Ze wilden niets met haar te maken hebben. Door de lokale erfrechtwet had Yenplu geen recht om het land van haar man te erven. Zo werd ze dakloos, zonder enige inkomsten om haar gezin te onderhouden. Toen Yenplu naar haar nieuw woonplek Neezohn verhuisde, lichtte CARE haar nieuwe dorpsgenoten voor niet bang te zijn voor haar. “Ik ben CARE dankbaar. In dit nieuwe dorp weet iedereen zoveel over Ebola. Ze weten dat ik geen bedreiging voor hen ben. Ik heb nu bovendien ook geleerd hoe te voorkomen dat mijn kinderen of ikzelf besmet raken met deze vreselijke ziekte.” Yenplu is nu gelukkig en ze hoopt dat CARE haar kan helpen met wat zaden en gereedschap, zodat ze haar eigen voedsel kan verbouwen om haar gezin te onderhouden en zelfs wat kan verkopen op de markt.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
21
3.2 Cordaid Over ons Voor het uitbreken van de ebola-epidemie was Cordaid al actief in Sierra Leone en Liberia. Bovendien is Sierra Leone een focusland voor Cordaid. Cordaid steunt hier partnerorganisaties rondom de thema’s gezondheidszorg, voedselzekerheid en entrepreneurship en investments. De afdeling Investments is ook operationeel in Liberia. Ten gevolge van de ebola-epidemie is de afdeling DRR & DR (Disaster Risk Reduction & Disaster Response) betrokken bij de hulpverlening in Sierra Leone, Liberia en Guinee. In Sierra Leone werkt Cordaid aan het opzetten van een landenkantoor. In het kader van de activiteiten rond de ebola-epidemie is dit proces versneld. Het landenkantoor is verantwoordelijk voor de implementatie van het Giro555-programma binnen het thema gezondheidszorg. Ook het programma van het thema Investments wordt door dit landenkantoor geïmplementeerd, maar dit programma ontvangt geen Giro555-bijdrage. Bij de programma’s in andere sectoren, en in Liberia en Guinee, werkt Cordaid grotendeels via partnerorganisaties die verantwoordelijk zijn voor uitvoering. Het Caritasnetwerk (op nationaal en districtsniveau), waarin Cordaid het Nederlandse lid is, levert belangrijke capaciteit voor noodhulp. Cordaid draagt bij aan de noodhulpprogramma’s van Caritas-organisaties in alle drie de landen. Daarnaast verleent Cordaid extra ondersteuning aan het noodhulpprogramma van Caritas Liberia door de inzet van een ‘emergency accompanier’ die vanuit Cordaid is gedetacheerd bij Caritas Liberia. In alle drie de landen werkt Cordaid samen met internationale leden van het Caritas netwerk, zoals bijvoorbeeld Trócaire in Sierra Leone. Totaal ontvangen van Giro555: Totaal besteed tot 31 januari 2015:
€ 1.357.974 € 409.121 (31% van te besteden bedrag)
NB: Bestedingen zijn geschatte bedragen inclusief AKV. Exacte cijfers volgen in de eindrapportage van de Samenwerkende Hulporganisaties en de jaarrekeningen van de deelnemers.
Resultaten van onze hulpverlening met geld van Giro555
Onderdak Cordaid ondersteunt programma’s van Caritas Sierra Leone en Trócaire Sierra Leone in 4 districten (Kambia, Port Loko, Bombali en Western Area). Families die direct getroffen zijn door ebola, zoals huishoudens in quarantaine, overlevenden van ebola-infectie of familieleden van overleden ebola-patiënten, ontvangen een hulppakket met non-food items. Om verspreiding van ebola tegen te gaan zijn veel spullen van ebola-patiënten verbrand. Met het hulppakket kunnen overlevenden en hun familieleden enigszins het normale leven oppakken. Ook worden communicatiemiddelen uitgereikt, waarmee mensen familieleden kunnen bereiken en om advies en psychosociale hulp kunnen vragen. Kinderen kunnen via de radio’s naar onderwijsprogramma’s luisteren, zolang scholen gesloten zijn. Cordaid financiert 16% van het Caritas Sierra Leone programma en de aantallen hulppakketten zijn gebaseerd op een proportionele berekening van 16% van het totaal.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
22
Sierra Leone: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • 200 families (1.200 personen) ontvangen een hulppakket met onder andere zeep, waspoeder, tandenborstels, tandpasta en kleren. • 200 families (1.200 personen) krijgen een pakket met communicatiemiddelen: beltegoed, telefoons, radio’s en een solar oplader/licht. • Een extra bijdrage in goederen zijn 1.000 telefoons, 594 radio’s en 1.600 solar opladers/lichten voor getroffen families in de districten Bombali, Kambia en Port Loko. • 64 huishoudens, ofwel 384 mensen (6 personen/huishouden), een hulppakket met huishoudelijke spullen zoals emmers, een lamp en keukenspullen. Resultaat tot • Trócaire heeft 973 telefoons ontvangen, 27 zijn vermist. Er zijn 1.584 31-1-2015 WakaWaka Solar opladers/lichten ontvangen en er missen 16. Cordaid dient een verzekeringsclaim in voor de vermiste goederen. Het verzekeringsgeld wordt opnieuw ingezet in Sierra Leone gebaseerd op actuele noden. • De partnerorganisaties hebben 594 radio’s ontvangen. 246 families, ofwel 1.476 personen, hebben telefoons en solar opladers/lichten ontvangen via lokale organisaties zoals KADDRO, St Joseph en AADSL. De goederen zijn uitgedeeld aan huishoudens in quarantaine (206) en familieleden van overleden ebola-patiënten (40). Geschatte € 4.905 (directe besteding) besteding tot Incl. donaties in natura: € 149.278 31-1-2015
Gezondheidszorg In Liberia ondersteunt Cordaid met Giro555-fondsen twee programma’s: een medisch programma van de Nationale Katholieke Gezondheidsraad, en een niet-medisch programma met ebola-voorlichting en psychosociale hulp door Caritas Liberia. Beide programma’s ontvangen ook hulpgoederen en financiering uit andere bronnen dan Giro555-fondsen. Cordaid financiert 18% van de programma’s uit Giro555-fondsen en de gerapporteerde aantallen zijn gebaseerd op een proportionele berekening van 18% van het totaal. De medische hulpgoederen in Liberia worden gebruikt voor triage-training en door medisch personeel. In Sierra Leone heeft Cordaid een eigen gezondheidszorg programma, maar ondersteunt Cordaid ook gezondheidsprogramma’s van Caritas Sierra Leone en Trócaire Sierra Leone. Cordaid financiert 16% van het Caritas Sierra Leone programma en de gerapporteerde aantallen voor dit programma zijn gebaseerd op een proportionele berekening van 16% van het totaal. Lokale partnerorganisaties verlenen telefonische psychosociale hulpverlening aan families die in quarantaine zitten of steun nodig hebben. De hulp gaat het stigma rondom ebola-overlevenden tegen en zorgt dat families niet in sociale isolatie en verdere armoede terechtkomen. Ook delen Caritas en Trócaire hygiënepakketten uit die de overdracht van ebola tegengaan op huishoudniveau. ‘Ebola-waakteams’ houden de ebola-epidemie in de gaten en zorgt ervoor dat mensen de juiste hygiëneregels in acht nemen om verdere overdracht van ebola te voorkomen. Het Cordaidprogramma richt zich op de wederopbouw van het gezondheidssysteem door middel van het Performance Based Financing systeem (PBF). Hiermee wordt een duurzaam, kwalitatief en ebola-proof gezondheidssysteem opgebouwd. In Guinee ondersteunt Cordaid het noodhulpprogramma van de nationale Caritas van Guinee in Conakry, Kankan en N’Zérékoré. Cordaid financiert 32% van het Caritas Guinée programma en de gerapporteerde aantallen zijn gebaseerd op een proportionele berekening van 32% van het totaal. Het programma richt zich vooral op voorkomen van verdere ebolabesmettingen door middel van betere gezondheids- en preventievoorlichting.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
23
Liberia: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • Levering van medische hulpgoederen (1.080 beschermende kleding, 9.000 gezichtsmaskers, 90.000 overschoenen, 197.500 chirurgische handschoenen) aan 2 ziekenhuizen en 18 klinieken. • 576 huishoudens, ofwel 4.608 personen (8 personen/huishouden), in 8 districten ontvangen gezondheidsvoorlichting over ebola en een hygiënekit met daarin een emmer, zeep en chloortabletten. • 65 maandelijkse psychosociale en traumasessies voor overlevenden, getroffen families en kinderen die ouders hebben verloren in 10 districten. Resultaat tot • De levering van medische hulpgoederen maakte het mogelijk om 55 31-1-2015 medisch personeel te trainen als Trainer van Trainers in triage en het correcte gebruik van beschermende kleding. • De levering van medische hulpgoederen maakte het mogelijk om 398 medisch personeel te trainen in triage met gebruik van beschermende kleding. • De geleverde hulpgoederen zijn ingezet op de triage-afdeling in 2 ziekenhuizen. • Met de geleverde hulpgoederen kon de verloskundige hulpafdeling van het St. Josephziekenhuis in Monrovia worden herstart. • Met de distributie van de hygiënekits en psychosociale sessies moet nog worden begonnen. Geschatte € 88.101 in kosten hulpgoederen besteding tot 31-1-2015 Sierra Leone: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • Cordaid verleent technische assistentie voor de wederopbouw van het nationale gezondheidssysteem in 2 districten, • Overheidsmedewerkers worden getraind in het opzetten en monitoren van het gezondheidszorgbeleid volgens het PBF systeem, inclusief infectie-controle en responsmechanismen. • 64 huishoudens, ofwel 384 mensen (6 personen/huishouden), krijgen een hygiënepakket met zeep en ontsmettingsmiddelen. • 5.760 mensen in 200 dorpen worden ondersteund door een ‘ebolawaakteam’. Resultaat tot • 246 families hebben toegang tot psychosociale hulp. 31-1-2015 • 28 medewerkers van het Ministerie van Gezondheid zijn getraind in opzetten en monitoren van een PBF gezondheidssysteem. Geschatte € 42.000 (directe besteding) en € 112.608 (in kosten hulpgoederen) besteding tot Totaal: € 154.608 31-1-2015 (De belangrijkste kostenpost voor de psychosociale hulp zijn de telefoons, welke kosten al gerapporteerd zijn onder de sector ‘Onderdak’, en personeel, welke kosten onder de budgetlijn projectmanagement vallen. Om dubbel-rapporteren te voorkomen zijn de kosten voor psychologische hulp hier niet opgenomen.) Guinee: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • Tijdens 5.587 huisbezoeken vinden voorlichtingssessies plaats voor in totaal 39.109 mensen (7 mensen/huishouden), waarna 90% van de bevolking het bestaan van ebola erkent en de juiste hygiënemaatregels neemt. • 107 nieuwe voorlichters worden getraind die de preventiemaatregelen en ebola-informatie delen met de lokale bevolking • In 120 dorpen wordt een speciale voorlichtingsfilm vertoond in 5 lokale talen.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
24
Resultaat tot 31-1-2015
Geschatte besteding tot 31-1-2015
• 5.587 hygiënepakketten met zeep, chloor en emmers uitgedeeld tijdens de huisbezoeken. • Op 120 openbare en drukbezochte plekken worden wasgelegenheden ingericht voor het wassen van handen. • In 120 dorpen wordt een ‘waakteam’ opgericht, bestaande uit telkens 1 man en 1 vrouw. • 1.456 huisbezoeken en voorlichtingssessies zijn afgelegd, die 10.192 mensen bereikt hebben (1456 x 7 mensen per huishouden). • 19 nieuwe voorlichters zijn getraind. • 1.456 hygiënepakketten zijn uitgedeeld aan 10,192 mensen. • 120 wasplekken zijn ingericht op openbare plekken in Conakry bij kerken, moskeeën en andere locaties voor religieuze bijeenkomsten • 19 ‘dorpswaakteams’ zijn actief in 5 vijf zones. € 115.616 (in kosten hulpgoederen)
Voedsel Overlevenden hebben voedselhulp nodig om de eerste maanden door te komen tot ze in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Ook huishoudens in quarantaine hebben voedselhulp nodig, anders moeten zij hun quarantaine verbreken om op zoek te gaan naar voedsel. Families die kinderen opvangen van wie ouders zijn overleden en huishoudens met een minderjarig gezinshoofd kunnen met behulp van de voedselpakketten het hoofd boven water houden totdat lokale autoriteiten deze verantwoordelijkheid overnemen. Cordaid financiert 18% van het programma in Liberia en de gerapporteerde aantallen zijn gebaseerd op een proportionele berekening van 18% van het totaal. In Sierra Leone ondersteunt Cordaid programma’s van Caritas Sierra Leone en Trócaire Sierra Leone. Cordaid financiert 16% van het Caritas Sierra Leone programma en het geplande aantal hulppakketten is gebaseerd op een proportionele berekening van 16% van het totaal. Cordaid financiert 32% van het Caritas Guinee programma en de geplande aantallen zijn gebaseerd op een proportionele berekening van 32% van het totaal. Liberia: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • 90 kwetsbare huishoudens met 720 personen (8 personen/huishouden) ontvangen een voedselpakket met rijst, bonen, olie en ingeblikte vis. Resultaat tot Nog in implementatiefase, geen resultaten beschikbaar. 31-1-2015 Geschatte €0 besteding tot 31-1-2015 Sierra Leone: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • Via Trócaire krijgen 200 direct getroffen families (1.200 personen) in Kambia en Port Loko een voedselpakket met voedsel voor 21 dagen. De voedselpakketten bevatten o.a. bonen, tomatenpuree, gedroogde vis, zout, suiker, melk, cassavabladeren, thee. • Via Caritas Sierra Leone krijgen 64 direct getroffen families (384 personen) in Kenema, Kailahun, Bo en Moyambe drie keer een voedselpakket met rijst, bonen, en olie. Ook krijgen de families drie keer een geldbedrag om verse producten als groenten en fruit te kopen. Resultaat tot • De voedselartikelen voor Kambia en Port Loko zijn gekocht en klaar 31-1-2015 voor distributie. In februari en maart zetten Trócaire’s partners hiermee de eerdere voedselhulp uit andere fondsen voort.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
25
Geschatte besteding tot 31-1-2015
€ 5.207
Guinee: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • 400 huishoudens krijgen voedselhulp. Resultaat tot • 515 huishoudens, ofwel 3605 mensen, hebben een voedselpakket 31-1-2015 gekregen met daarin onder andere rijst, olie, suiker en corned beef. • In november en december 2014 verslechterde de situatie in Guinee en kwamen er meer ebola-besmettingen. In overleg met de lokale overheid en het nationale bestrijdingsteam is er besloten om 29% meer voedselpakketten uit te delen dan aanvankelijk gepland. Geschatte €0 besteding tot (nog geen financieel overzicht beschikbaar) 31-1-2015
Levensonderhoud Veel huishoudens hebben hun levensonderhoud ineen zien storten, doordat de kostwinnaar is overleden, zij in quarantaine moesten of zijn verhuisd. Hierdoor konden veel gezinnen niet langer het land bewerken of handel drijven. Cordaid ondersteunt herstel van levensonderhoud in Liberia en Sierra Leone. Cordaid financiert 18% van het programma in Liberia en de gerapporteerde aantallen zijn gebaseerd op een proportionele berekening van 18% van het totaal. In Sierra Leone financiert Cordaid 16% van het Caritas Sierra Leone programma en is het gerapporteerde aantal gebaseerd op een proportionele berekening van 16% van het totaal. Liberia: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • In 10 districten kunnen 126 getroffen boerenhuishoudens met 1.008 personen (8 personen/huishouden) hun levensonderhoud herstellen door verstrekking van ieder 50 kilo zaaigoed en gereedschap. • In 10 districten kunnen 72 getroffen niet-agrarische huishoudens met 576 personen hun levensonderhoud herstellen door verstrekking van 100 US dollar contant geld, waarmee hun handel kunnen voortzetten. • 54 gastgezinnen (8 personen/huishouden) voor wezen of gezinnen bestaande uit wezen met een minderjarig gezinshoofd ontvangen steun in herstel van levensonderhoud door verstrekking van zaaigoed, gereedschappen of contant geld. Resultaat tot Nog in vroege fase van implementatie, derhalve nog geen resultaten 31-1-2015 beschikbaar. Geschatte €0 besteding tot 31-1-2015 Sierra Leone: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • 32 families, ofwel 192 mensen (6 personen/huishouden), kunnen hun levensonderhoud herstellen door verstrekking van zaaigoed, gereedschappen en vee (geiten en kippen). Niet-agrarische families kunnen deelnemen aan een geld-voor-werk programma. Resultaat tot Nog in vroege fase van implementatie, derhalve nog geen resultaten 31-1-2015 beschikbaar. Geschatte €0 besteding tot 31-1-2015
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
26
Bescherming Misbruik tijdens de noodhulp- en wederopbouwfases moet worden tegengegaan. Gemeenschapscomités in Liberia zullen toezien op de interventies van overheid en hulporganisaties, incidenten onderzoeken en rapporteren, en opvolging door autoriteiten terugkoppelen naar dorpsgenoten. De steun van Cordaid gaat ook naar kinderen die hun ouders hebben verloren. Zij hebben extra bescherming nodig om misbruik en kinderhandel tegen te gaan en te zorgen dat zij hun scholing kunnen voortzetten. In Liberia financiert Cordaid 18% van het programma en de gerapporteerde aantallen zijn gebaseerd op een proportionele berekening van 18% van het totaal. In Sierra Leone gaan hulpverleners in speciale opvangcentra op zoek naar familie van kwetsbare kinderen om hen samen te brengen met familieleden die permanent onderdak kunnen bieden. Cordaid financiert 16% van het Caritas Sierra Leone programma en het geplande aantal is gebaseerd op een proportionele berekening van 16% van het totaal. Liberia: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • Opzetten en trainen van 11 gemeenschapscomités. • Programmamedewerkers bezoeken maandelijks 81 geregistreerde wezen, hun gastgezinnen en hun scholen om het welzijn van wezen te controleren, psychosociale hulp te bieden (indien nodig) en schoolbezoek na te gaan. Resultaat tot Nog in vroege fase van implementatie, derhalve nog geen resultaten 31-1-2015 beschikbaar. Geschatte €0 besteding tot 31-1-2015 Sierra Leone: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • 168 kinderen die door ebola hun ouders hebben verloren of gescheiden zijn van hun familie worden opgevangen in opvangcentra. Resultaat tot Nog in vroege fase van implementatie, derhalve nog geen resultaten 31-1-2015 beschikbaar. Geschatte €0 besteding tot 31-1-2015
Programma-management Cordaid heeft een Programma Manager (emergency accompanier) gedetacheerd bij Caritas Liberia voor capaciteitsopbouw in project management voor 1 FTE gedurende 6 maanden. De Programma Manager is per 15 december 2014 in dienst getreden en nam deel aan een verkorte inwerkperiode en veiligheidstraining tot 24 december. Op 25 december arriveerde de Programma Manager in Liberia. Zijn activiteiten in januari 2015 hielden in: • Bijstellen projectdocumenten (budget, logframe, narrative update) • Werving & selectie projectpersoneel • Logistiek/inklaring van hulpgoederen van de haven naar de opslag • Netwerken met overheid en andere actoren in nationaal coördinatieorgaan. De contributie voor Cordaid aan programma-management in Guinee en Sierra Leone is onderdeel van de algemene steun aan de programma’s van partnerorganisaties. Trócaire Sierra Leone heeft deze kosten bij de budgetlijnen voor activiteiten ingecalculeerd. Van de Caritas-organisaties in Guinee en Sierra Leone is nog geen financieel rapport beschikbaar. Liberia: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Geschatte € 13.919 (werving/training, salaris, reis/verblijfskosten, werkplek en besteding tot lokaal vervoer) 31-1-2015
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
27
Beeld: MPCHS
Beeld: Sean Farrell
Na het overlijden van 4 familieleden biedt Aminata in Sierra Leone zorg aan 13 kinderen
Training in correct gebruik van beschermende kleding in Liberia
Uitdagingen en beperkingen Caritas Liberia heeft een landelijk programma endat brengt veel logistiek en reizen met zich mee. Met de beperkte vervoermiddelen wordt dat moeilijk. Daarnaast zijn de wegen in Liberia erg slecht. Er is één motorfiets per provincie beschikbaar en twee auto’s voor 10 provinciën. De programmamedewerkers in Liberia zullen de activiteiten daarom zorgvuldig plannen en zo vaak mogelijk gebruik maken van openbaar vervoer. Voor de ebola-epidemie had 80% van de bevolking in Liberia geen betaalde baan en was geld overal schaars. Door de gevolgen van de ebola-epidemie verslechterde het gebrek aan geld en koopkracht. Dit heeft gevolgen voor de programma-activiteiten rondom het herstel van levensonderhoud. Er is ook sprake van ongenoegen bij de “niet direct getroffenen” die geen hulp krijgen tegenover de directe slachtoffers die wel hulp krijgen. Er moet heel zorgvuldig worden omgegaan met de selectie van de “werkelijke slachtoffers” zonder dat dit leidt tot conflicten in de gemeenschap. Het monitoren door speciaal opgezette gemeenschapscomités zal hierbij helpen. Hulpverleners in Sierra Leone hebben veel stress en zorgen om wat ze meemaken. Tegelijkertijd zijn ze bezorgd om hun eigen gezondheid. Om de hulpverleners te steunen en hun werk veilig te maken zijn er strikte protocollen opgesteld die de risico’s aanzienlijk verminderen. Ook wordt er psychologische steun geboden aan het personeel.
Toekomst hulpverlening In alle landen zijn de plannen bijgesteld om recht te doen aan de veranderde situatie sinds september 2014. In veel plaatsen neemt sindsdien het aantal ebola-besmettingen af. In Liberia zullen in februari hoofdzakelijk de trainingen plaatsvinden van vrijwillligers die het programma in 10 provincies gaan uitvoeren. Ook zal de aanschaf van alle noodzakelijke hulpgoederen en logistiek plaatsvinden. Vanaf midden februari komen alle activiteiten in de 10 provincies op gang, waarvan de meesten tot eind juni 2015 doorlopen. In Sierra Leone lopen de activiteiten door tot de zomer van 2015. Cordaid’s programma versterkt het nationale gezondheidsbeleid en –diensten om te zorgen dat het gezondheidssysteem sterker dan voorheen is en met nieuwe ebolagevallen kan omgaan. Het programma in Guinee is voornamelijk gericht op noodhulp en de geplande activiteiten lopen door tot 31 maart 2015.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
28
2
Hulpverleenster Aminata kreeg zelf ebola, maar overleefde.
“Mijn kinderen huilden van geluk toen ik weer thuiskwam” Op 1 januari ging Aminata naar het ebolabehandelingscentrum. Hulpverleners zijn een kwetsbare groep en alleen al in Sierra Leone zijn er 221 hulpverleners zoals Aminata overleden terwijl zij zorgden voor zieke en stervende patiënten. Aminata had geluk: ze overleefde. De dag dat ze het behandelingscentrum mocht verlaten is de gelukkigste dag van haar leven, zegt ze zelf. Tijdens haar reis naar huis dacht ze aan haar kinderen die thuis op haar wachtten. In Sierra Leone wordt de familie van ebolapatiënten thuis onder quarantaine gezet, zodat niemand naar binnen of naar buiten kan. Toen Aminata thuiskwam vond ze het gekleurde quarantainekoord nog om haar huis, terwijl haar kinderen binnen wachten op hun moeder. Huilend van geluk werd ze begroet. Haar kinderen en buren hadden niet verwacht dat ze het zou overleven. Iedereen zong en danste toen ze realiseerden dat Aminata terug is. De steun van Cordaid via de lokale organisatie AAD is onmisbaar geweest bij de terugkeer van Aminata. De hulpverleners zorgden voor voedselhulp voor alle 21 dagen dat de familie in quarantaine moest blijven. Terwijl de overheid rijst leverde, vulde AAD dit iedere week aan met vis, olie, zout, groenten, thee, schoon drinkwater, suiker en bonen. Ook kreeg de familie zeep en andere toiletartikelen. Bovendien kreeg de familie een telefoon, beltegoed en een radio, zodat ze contact konden onderhouden met de buitenwereld tijdens hun quarantaineperiode. Aminata vertelt over de ergste dag in het behandelingscentrum, toen ze geen mobiele telefoon kon lenen. Omdat haar kinderen haar die dag niet konden bereiken dachten zij dat hun moeder was overleden. Tijdens haar herstelperiode was het voor haar een hele steun in de rug om te weten dat er goede zorg was voor haar familie. Ook luisteren haar kinderen via de radio naar onderwijsprogramma’s op de radio. Scholen zijn uit voorzorg gesloten, maar op deze manier kunnen haar kinderen toch onderwijs krijgen. Nu knuffelt Aminata haar jongste zoon Abdul en voelt zich sterk en gezond. Ze praat over hoe haar buren haar gesteund en aangemoedigd hebben sinds haar terugkeer als ebola-overlevende. Ze verwachtte dat haar buren haar misschien niet wilden zien uit angst, maar iedereen heeft haar terugkeer en haar ‘overlevingssucces’ met haar gevierd. En morgen is de dag waar Aminata echt naar uitziet. Morgen zijn de 21 dagen quarantaine voorbij en wordt het koord rondom haar huis verbroken. 1 januari was misschien niet hoe Aminata het nieuwe jaar wilde beginnen, maar morgen is er wel een nieuw begin…
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
29
3.3 ICCO en Kerk in Actie Over ons ICCO en Kerk in Actie zijn lid van het internationale netwerk van de ACT Alliantie. De ACT Alliantie heeft nationale forums in veel landen. Via deze forums wordt hulp opgezet, gecoördineerd en samen uitgevoerd. ACT Alliantieleden zijn al tientallen jaren actief in deze regio. Daarnaast hebben ICCO en Kerk in Actie een uitgebreid netwerk van lokale partnerorganisaties in ruim 40 landen waaronder in Sierra Leone en Liberia sinds de jaren ’90. In de eerste paar maanden van de ebola-respons hebben ICCO en Kerk in Actie samen met drie partner-organisaties in Sierra Leone gewerkt. Totaal ontvangen van Giro555: Totaal besteed tot 31 januari 2015:
€857.922 € 278.741 (32% van het ontvangen bedrag)
NB: Bestedingen zijn geschatte bedragen inclusief AKV. Exacte cijfers volgen in de eindrapportage van de Samenwerkende Hulporganisaties en de jaarrekeningen van de deelnemers.
Resultaten van onze hulpverlening met geld van Giro555
Onderdak Goede hygiëne is letterlijk van levensbelang bij de bestrijding van ebola. ICCO en Kerk in Actie geven voorlichting en zorgen dat de mensen in de districten Port Loko en Bombali materialen krijgen, zoals zeep en chloorwater om hun handen regelmatig te kunnen ontsmetten. In de districten Kailahun, Bo, Pujehun en Port Loko zijn non-food items uitgereikt, bestaande uit 12 stukken zeep, een tube tandpasta, 12 stukken zeep om kleding te wassen, 1 pakket maandverband, 1 emmer met kraantje, 1 matras, 1 lakenset voor een bed. Sierra Leone: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • In de districten Port Loko en Bombali zijn 720 gallons chloorbleek en 720 watercontainers verspreid in de lokale gemeenschappen. • Ten minste 400 huishoudens van ebola-overlevenden hebben nonfood items ontvangen om hun overleven te garanderen en waardigheid te behouden. • Daarnaast zijn 110 huishoudens in quarantaine bereikt met non-food items; 510 geplande huishoudens in totaal dus. • Om de distributie uit te kunnen voeren is een structuur opgezet van vrijwilligers. Resultaat tot • In Bombali zijn 360 gallons chloorbleek en 180 watercontainers 31-1-2015 verspreid. • In Bo en Pujehun werden tot nu toe 87 huishoudens van ebolaoverlevenden bereikt met non-food items. • Daarnaast zijn 80 huishoudens in quarantaine geholpen met non-food items. 30 huishoudens in quarantaine in Kailahun konden niet bereikt worden, in plaats daarvan kregen 30 ebola-wezen en kwetsbare kinderen in quarantaine hulp in de vorm van non-food items in Kailahun. In Bo en Pujehun zijn een extra 100 ebola-wezen en kwetsbare kinderen bereikt met non-food items, die niet in quarantaine zaten. Totaal bereik is dus 287 + 110 + 100 = 497 huishoudens, inclusief ebola-weeskinderen en kwetsbare kinderen.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
30
Geschatte besteding tot 31-1-2015
• In afstemming met o.a. het Nationale Ebola Reactie Centrum (NERC) en het Ministerie van Sociale Zaken is de doelgroep in kaart gebracht, zijn vrijwilligers gerekruteerd en werd een distributiesysteem voor nonfood items opgezet. € 59.718
Gezondheidszorg ICCO en Kerk in Actie richten zich op het voorkómen van verdere verspreiding van het ebolavirus in de districten Port Loko en Bombali. In de beginfase van de epidemie was de lokale bevolking zich niet of nauwelijks bewust van de gevaren van ebola en hoe de ziekte wordt verspreid, en men stond argwanend ten opzichte van gezondheidswerkers. Het programma richt zich voornamelijk op het voorkómen van verspreiding van ebola door het laten naleven van regels (voorlichting over gedrag om ebola verspreiding te voorkomen), niet op directe medische zorg. Verder werkt men aan voorkómen van verspreiding van ebola door de bewustwording rond goede of juiste funeste gewoonten bij gebruik van water en sanitaire voorzieningen te bevorderen. Middels radio-uitzendingen en voorlichtingsbijeenkomsten in dorpen en via het kerkelijk netwerk werden vele tienduizenden mensen bereikt. Deze kerken speelden ook een belangrijke rol in het doorvoeren van veilige begrafenisrituelen, om ebolabesmetting te voorkomen. Sierra Leone: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • Met traditionele autoriteiten is een effectievere manier van communicatie afgesproken die in de lokale cultuur wordt geaccepteerd, zodat de argwaan richting gezondheidswerkers afneemt. • 180 lokale gemeenschappen in Port Loko en Bombali weten door voorlichting hoe het ebolavirus zich verspreid en hebben voorzorgsmaatregelen genomen om verdere verspreiding te voorkómen. • 2000 huishoudens in de districten Bo en Kenema kregen voorlichting over gezonde sanitaire gewoontes. • In 20 districten in Bo en Kenema hebben districtsleiders richtlijnen met betrekking tot voorkómen van verspreiding van ebola goedgekeurd en promotie daarvan ondersteund. • In deze 20 districten zijn deze richtlijnen onder de bevolking kenbaar gemaakt. • In 20 dorpen zijn publieke wasgelegenheden. Handen schudden is niet meer gewoontegebruik in de 20 dorpen. • Door duidelijke richtlijnen en snelle interventie is het vertrouwen van de lokale bevolking in de gezondheidswerkers en de hulpverlening in het algemeen toegenomen. Het aantal nieuwe ebola-gevallen neemt met 80% af per januari 2015. Resultaat tot • In de districten Bombali en Port Loko is in samenwerking met de 31-1-2015 lokale autoriteiten veel gedaan om het vertrouwen in de ebola bestrijding te laten toenemen. • 45 lokale gemeenschappen in Bombali hebben via posters, flyers, megafoon boodschappen en radio-uitzendingen informatie ontvangen over het gevaar van ebola en hoe de verspreiding van ebola te voorkómen. • In de 20 districten in Bo en Kenema zijn de richtlijnen uitgevaardigd als regels, waarbij boetes gelden als je je daar niet aan houdt. Deze regels zijn kort samen te vatten als: geen vermoedelijke ebola patiënten naar het ziekenhuis brengen, geen stoffelijke overschotten
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
31
• •
• •
Geschatte besteding tot 31-1-2015
wassen of aanraken, geen begrafenis zonder toestemming van de districtsleiders en geen huisvesting van vreemden of familie die de afgelopen zes maanden elders verbleven. Bovenstaande regels zijn door lokale leiders in bijeenkomsten in alle dorpen in de districten besproken. Via posters en megafoon-oproepen werden inwoners van 20 dorpen bereikt met boodschappen als ‘altijd je handen wassen na toiletgebruik’ en ‘nooit handen schudden. De boodschappen hebben tot een drastische toename van handen wassen en afname van handen schudden geleid. In het geval dat de officiële autoriteiten niet reageerden op een melding van een vermoedelijke ebola-patiënt heeft een van de partners van ICCO en Kerk in Actie de eerste concrete acties voor de lokale gemeenschap geregeld; in totaal heeft de organisatie geïntervenieerd in 217 gevallen, in één geval zelfs een begrafenisteam opgericht in een dorp met veel slachtoffers. Daardoor is het vertrouwen van de lokale bevolking toegenomen. Na 20 januari 2015 is er in een periode van 10 dagen geen enkel nieuw ebola-geval geïdentificeerd.
€ 11.535
Voedsel De partners zijn actief in de districten met de meeste ebola-gevallen, te weten Kailahun, Bo, Pujehun en Port Loko. Door de ziekte moesten families weken lang in quarantaine blijven; zij e konden niet werken of naar school. Naast voedsel en artikelen voor 1 levensbehoeften wordt ook een cash uitgereikt voor persoonlijke noden (zie onder "levensonderhoud"). Kinderen van wie ouders of verzorgers slachtoffer zijn geworden van ebola kregen directe voedselhulp. Sierra Leone: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • Ten minste 400 huishoudens van ebola-overlevenden hebben voedselhulp ontvangen om hun overleven te garanderen en waardigheid te behouden. • Daarnaast zijn 110 huishoudens in quarantaine bereikt met voedselhulp; 510 geplande huishoudens in totaal dus. • Om de distributie uit te kunnen voeren is een structuur opgezet van vrijwilligers. • De meest kwetsbare kinderen uit families met ebola-slachtoffers zijn geïdentificeerd en geregistreerd. • 695 kinderen en hun families ontvingen voedselhulp. Resultaat tot • 287 huishoudens van ebola-overlevenden ontvingen voedselhulp. In 31-1-2015 Bo en Pujehun werden tot nu toe 87 huishoudens van ebolaoverlevenden bereikt met voedselhulp, in Kailahun en Port Loko kregen 200 huishoudens voedselhulp. • Daarnaast zijn 80 huishoudens in quarantaine geholpen met voedselpakketten. 30 huishoudens in quarantaine in Kailahun konden niet bereikt worden, in plaats daarvan kregen 30 ebola-wezen en kwetsbare kinderen in quarantaine voedselhulp in Kailahun. In Bo en Pujehun zijn een extra 100 ebola-wezen en kwetsbare kinderen bereikt, die niet in quarantaine zaten. Totaal bereik is dus 287 + 110 + 100 = 497 huishoudens, inclusief ebola-weeskinderen en kwetsbare kinderen. • In afstemming met o.a. het Nationale Ebola Reactie Centrum (NERC) en het Ministerie van Sociale Zaken is de doelgroep in kaart gebracht, zijn vrijwilligers gerekruteerd en werd een voedseldistributiesysteem opgezet.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
32
Geschatte besteding tot 31-1-2015
• De meest kwetsbare kinderen zijn in samenspraak met de lokale leiders in kaart gebracht en aangegeven wie voor voedselhulp in aanmerking kwamen. • 160 kinderen en hun families ontvingen voedselhulp. • Op basis van input van lokale gemeenschappen werd babyvoeding toegevoegd aan voedselpakketten. € 140.034
Levensonderhoud e
Naast voedselhulp en artikelen voor 1 levensbehoeften hebben families, is er cash uitgereikt aan getroffen families, zodat zij zelf konden bepalen wat zij het meest nodig hadden. Door geld uit te geven investeren mensen ook weer in hun eigen, lokale, economie. Sierra Leone: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • Ten minste 400 huishoudens van ebola-overlevenden hebben cash geld ontvangen, waardoor zij zelf konden bepalen wat hun familie het hardst nodig heeft. Resultaat tot • 287 huishoudens van ebola-overlevenden hebben cash-geld 31-1-2015 (ongeveer 40 euro) ontvangen. Geschatte € 13.454 besteding tot 31-1-2015
Bescherming De bescherming van kinderen van wie de familie ebola heeft staat centraal in de interventie van ICCO en Kerk in Actie. Kinderen en hun families hebben directe hulp gekregen in de vorm van voedsel en indirect in de vorm van familiehereniging en psychosociale hulp (bescherming). Verder is voorlichting gegeven over de verspreiding van ebola en hoe dat te voorkómen). Sierra Leone: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • Psychosociale hulp voor degenen die de ebola-ramp bestrijden zorgt voor continuering van hulpverlening. • Kinderen in quarantaine worden begeleid op psychosociaal vlak. • Kinderen in opvanghuizen zijn geregistreerd en worden waar mogelijk herenigd met broertjes, zusjes of andere familie. • De gemeenschappen, waar kinderen met ebola-familieleden naartoe zouden terugkeren, stigmatiseren deze kinderen niet meer. Resultaat tot • 49 hulpverleners ontvingen een training, georganiseerd door ICCO en 31-1-2015 Kerk in Actie, samen met het Ministerie van Sociale Zaken en UNICEF. Deze training maakt dat de hulpverleners de kinderen beter kunnen ondersteunen. • Naast directe voedselhulp (zie boven) hebben 370 kinderen in opvanghuizen psychosociale hulp ontvangen. • Registratie van 885 kinderen. Het ging daarbij om kinderen die in quarantaine zaten of daar net uit kwamen. Hun niveau van kwetsbaarheid werd in kaart gebracht, de volgende indeling hanterend: overlevenden met familie, ebola-wezen, of anderszins gestigmatiseerden vanwege ebola. Zo konden ouders of verzorgers van geregistreerde kinderen makkelijker worden getraceerd. 160 kinderen in opvanghuizen werden herenigd met hun familieleden.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
33
Geschatte besteding tot 31-1-2015
• 885 kinderen met ebola-familieleden hebben deelgenomen in een reïntegratietraject van ICCO en Kerk in Actie in samenwerking met o.a UNICEF. Een deel van de kinderen is daardoor teruggekeerd naar 20 lokale gemeenschappen. € 13.731
Programma-management Het regiokantoor in West Afrika en de noodhulpafdeling van ICCO en Kerk in Actie hebben lokale partnerorganisaties intensief bijgestaan bij het uitdenken van de beste aanpak van de ebola-crisis vanuit ieders eigen mandaat en capaciteiten, en bij het maken van projectvoorstellen die voldoen aan de internationale humanitaire standaarden. Als onderdeel hiervan is er in december een bezoek gebracht aan deze partners in Liberia en Sierra Leone om problemen bij het opstarten en uitvoeren van ebola-projecten te bespreken en te helpen oplossen. Het ging hier om capaciteitsopbouw van deze organisaties die nodig was om een goede ebola-respons te leveren. De inzet van ICCO en Kerk in Actie ten behoeve van het committeren en verantwoorden van de tot nu toe ingezette gelden, het verzamelen en verwerken van informatie voor de communicatie over Ebola in Nederland, de monitoring van de kwaliteit en voortgang van de projecten, worden geheel volgens de SHO regeling als administratieve kosten verantwoord. Sierra Leone: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Geschatte € 22.034 besteding tot 31-1-2015
Beeld: Kadie Sonnie DCI
Water en sanitatiematerialen die gemeenschappen in Bo zijn uitgereikt.
Beeld: Ramadan Barrie DCI
aan
lokale
Bewustwordingsactiviteiten in Mano, district Kenema.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
34
Uitdagingen en beperkingen Een van de belangrijkste uitdagingen in deze ebola-epidemie is dat mensen hun waardigheid behouden. Dit bereik je niet alleen met het uitdelen van voedsel en het bieden van medische zorg. Het luisteren naar wat de door ebola getroffen mensen zelf het belangrijkst vinden en het geven van informatie en goede voorlichting om besmetting te voorkomen, zijn ook erg belangrijk. Er moet aandacht zijn voor re-integratie, familiehereniging, specifieke behoeftes zoals babyvoeding en psychosociale hulp. ICCO en Kerk in Actie en hun partners hebben op hun eigen manier de aansluiting met de lokale bevolking gevonden, door zich sterk te maken voor de meest kwetsbaren op een manier die ook bijdroeg aan de afname van het aantal ebola-besmettingen. Openheid over de ziekte is van levensbelang. Ebola-slachtoffers die in quarantaine zitten hebben al een enorme stap gezet door zichzelf en/of familieleden ziek te melden. Dat was een grote vooruitgang, omdat in de eerste maanden van de epidemie, veel mensen de ziekte verborgen hielden. Het melden van een ebola-besmetting betekende voor familieleden van ebola-slachtoffers, dat zij wekenlang in quarantaine zaten en hun erf niet af mochten. Omdat lokale NGOs en kerkelijke partners van ICCO en Kerk in Actie een dicht netwerk van contacten hebben in het hele getroffen gebied, konden zij op basis van het bestaande vertrouwen en goede en frequente monitoring, de mensen de hulp en aandacht bieden die zij nodig hadden. Ook al woonden zij vaak in moeilijk bereikbare gebieden. Een belangrijke uitdaging is de economie en gezondheidszorg weer op gang te krijgen. De economie heeft enorm geleden onder de ebola-epidemie. De gezondheidszorg heeft zich geconcentreerd op ebola en daarom hebben andere ziektes minder aandacht gekregen dan ze verdienden. Daar moet nu urgent aan gewerkt gaan worden.
Toekomst hulpverlening ICCO en Kerk in Actie en hun partner-organisaties zullen tot eind 2015 zorgen dat de geplande hulpverlening uitgevoerd wordt in de genoemde sectoren. Hun hulp heeft bijgedragen aan de daling van het aantal gevallen van ebola, die duidelijk te zien is vanaf begin 2015 in Sierra Leone. In Liberia ondersteunen ICCO en Kerk in Actie ook projecten in de strijd tegen ebola en de gevolgen ervan. Hiervan zal in de volgende rapportage verslag worden gedaan. ICCO en Kerk in Actie hebben via hun partners de preventie en opvang van slachtoffers centraal gezet. ICCO en Kerk in Actie blijven tot eind 2015 actief in de door ebola-getroffen gebieden in Sierra Leone en Liberia. De hulp zal zich vooral richten op de meest kwetsbare groepen, waaronder kinderen. Zij krijgen eten, kleding en schoolspullen. Daarnaast blijft het geven van voorlichting over hygiëne en het uitdelen van zeep en chloorwater belangrijk.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
35
Beeld: Ramadan Barrie DCI
Oma en haar kleinkinderen zijn op de achtergrond te zien.
“Ik denk niet lang meer te leven. Ik maak me zorgen over het lot van mijn kleinkinderen.” Mattu (5 jaar) en Kai (8 jaar) komen uit een gezin van vijf. Naast hun vader en moeder hadden ze een broer van 15. Ze woonden in het dorp Mano in Gorama Mende in het Kenema-district. Hun vader was een zakenman die zaken deed in verschillende dorpen. Moeder was huisvrouw en onderhield een moestuin. Enkele dagen na een zakentrip werd vader ziek. Moeder verzorgde vader en gaf hem een malariabehandeling, zoals ze gewend was te doen. Binnen drie dagen overleed de vader echter, en ondertussen waren moeder en kinderen ook ziek geworden. Een buurman maakte zich zorgen, omdat hij vermoedde dat het om het ebola virus zou gaan. Hij belde daarom met de 117 ebola hulplijn. Een ambulance kwam toen naar het dorp om de moeder en haar drie kinderen mee te nemen naar een behandelingscentrum in Kenema. Binnen een week na opname overleden de moeder en de oudste zoon. Mattu en Kai, de twee overgebleven broertjes, verbleven op een andere afdeling en werden niet verteld over het overlijden van hun moeder en broer. Gelukkig overleefden zij beiden het virus. De eerste vraag die ze aan de zuster stelden na hun herstel was “Kunt u ons naar onze moeder brengen?” Een emotionele zuster barstte in tranen uit toen ze de jongens moest vertellen dat naast hun vader ook hun moeder en broer overleden waren aan het ebola virus. Kai liet later weten dat het horen van deze boodschap erger was dan zijn eigen ziekbed. Mattu en Kai werden na hun herstel overgedragen aan het ministerie van Sociale Zaken, Gender en Jeugdzaken. Ze verbleven in een tijdelijk zorgcentrum. Het ministerie nam ondertussen contact op met ICCO en Kerk in Actie om te kijken of er familieleden van de jongens opgespoord konden worden. Veldwerkers van ICCO en Kerk in Actie bezochten het dorp van de jongens, Mano, om de achtergrond van de jongens te onderzoeken. Ze ontdekten daar dat de oma van vaders kant woonde in het dorp Blama, in het gebied Small Bo. Zij kon gaan zorgen voor de jongens. Daarop werden de jongens door ICCO & Kerk in Actie naar hun oma gebracht. Oma ontving haar kleinkinderen in tranen omdat ze vreest niet lang meer te leven en ze zich zorgen maakt over het lot van de jongens. De dood van haar eigen zoon drukt zwaar op haar. De kinderen kregen een noodpakket mee van ICCO en Kerk in Actie, bestaande uit voedsel, kleding, een matras en spullen voor persoonlijke verzorging. Deze organisatie houdt nog steeds contact met de jongens en hun oma. Ze geven oma steun en proberen de buren ervan te weerhouden om de jongens te verstoten uit de gemeenschap, omdat ze ebola hebben gehad. Door de ouderdom en magere financiële positie van hun oma blijft de situatie van de twee jongens erg kwetsbaar.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
36
Beeld: Ramadan Barrie DCI
De drie overlevende kinderen van dezelfde familie.
“Onze oom verstootte ons omdat onze ouders overleden aan ebola” Een jongen, Moi van 7 jaar, en twee meisjes, Satta van 11 en Massah, verloren hun beide ouders aan de ziekte ebola. Ze woonden in het dorp Senehun, Bargbor, in het Bo-gebied. Hun vader overleed als eerste. Daarna werd hun huis, inclusief moeder, kinderen en andere personen die erbij woonden, in quarantaine gesteld. Tijdens de quarantaineperiode kreeg de moeder ook tekenen van het virus, waarna ze binnen korte tijd overleed. De kinderen bleven achter zonder ouders. Iedereen van hun gemeenschap, inclusief hun oom, weigerde om de zorg voor de kinderen op zich te nemen omdat de ouders waren overleden aan het ebola virus. Tijdens een bezoek hoorde ICCO en Kerk in Actie over het lot van de kinderen. Daarop werd het ministerie van Sociale zaken, Gender en Jeugdzaken op de hoogte gesteld. Het ministerie informeerde het ministerie van Volksgezondheid, zodat de kinderen opgenomen konden worden voor keuring en observatie. Daarop werden de kinderen naar een gezondheidscentrum in Bo gebracht. Daar werden ze goed verzorgd om het gemis van hun ouders te verzachten. Na 21 dagen werden ze overgeplaatst naar een tijdelijk verzorgingscentrum. Hier worden kinderen opgevangen die opnieuw in de gemeenschap moeten integreren. Tijdens hun verblijf hier ging de partnerorganisatie van ICCO en Kerk in Actie terug naar hun dorp om de familieachtergrond van de kinderen te onderzoeken en te bekijken of er nog familieleden zoals een oom of grootouder waren om de kinderen op te voeden. Een medewerker vond een tante in een nabijgelegen dorp, in Morway. Samen met het ministerie zocht de organisatie contact met de tante en werd besproken of de kinderen een nieuw thuis bij haar konden krijgen. Ook werd er voorlichting gegeven over ebola en werd duidelijk gemaakt dat de kinderen vrij van besmetting waren. Dit is noodzakelijk omdat veel mensen die in aanraking met ebola zijn gekomen, ontweken worden omdat dorpsgenoten denken dat zij de ziekte verder kunnen verspreiden. De tante en de rest van het gezin stemden daarop in met de komst van de drie kinderen. Op 19 januari 2015 kregen Moi, Satta en Massah een nieuwe familie en gingen ze wonen bij hun tante in Morway. Ze kregen een ‘reintegratie-pakket’, bestaande uit een matras, een zak rijst, kleding en persoonlijke verzorgingsproducten mee. ICCO en Kerk in Actie blijven de kinderen en hun nieuwe familie bezoeken om te kijken hoe het met ze gaat. Ze hebben nog steeds te maken met een trauma door het plotselinge verlies van hun ouders en de compleet nieuwe leefsituatie waarin ze nu verkeren.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
37
3.4 Nederlandse Rode Kruis Over ons Het Rode Kruis is in 189 landen ter wereld vertegenwoordigd door een nationale Rode Kruisof Rode Halve Maan-vereniging. Door dit netwerk van lokale verenigingen bereikt het Rode Kruis veel mensen. Het Rode Kruis werkt vanuit zeven grondbeginselen: menslievendheid, onpartijdigheid, neutraliteit, onafhankelijkheid, vrijwilligheid, eenheid en algemeenheid. Sinds de vaststelling van de Ebola-uitbraak in maart 2014 is het Rode Kruis samen met de zusterverenigingen in Guinee, Sierra Leone en Liberia actief in de strijd tegen ebola. In 13 omringende landen bereidt het Rode Kruis haar zusterverenigingen voor om direct te kunnen reageren, mocht ebola uitbreken. Het Rode Kruis werkt volgens het gezamenlijk opgestelde Ebola Strategic Framework. Daarin staan medische en psychosociale hulp, voorlichting en educatie, opsporing van besmette contacten, veilige begrafenissen en de desinfectie van huizen centraal. In Guinee, Sierra Leone en Liberia heeft het Rode Kruis de coördinerende rol toegewezen gekregen bij de verzorging van veilige en waardige begrafenissen. Figuur 2 Totale activiteiten van de Rode Kruis partners
Het totale budget voor de ebola-noodhulp van het Rode Kruis in de landen Guinea, Sierra 12 Leone en Liberia is € 116 miljoen . 1,3% zal gefinancierd worden uit Giro 555 opbrengsten. Totaal ontvangen van Giro555: Totaal besteed tot 31 januari 2015:
€ 1.675.019 € 929.971 (56 % van het te besteden bedrag)
NB: Bedragen zijn inclusief AKV. Exacte bestedingen volgen in de eindrapportage van de Samenwerkende Hulporganisaties en de jaarrekeningen van de deelnemers.
12 Total budget IFRC en FRC (~93 mio CHF (89 mio Euro) + 27 mio EUR) (wisselkoers CHF/Euro 31-1-2015)
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
38
Resultaten van onze hulpverlening met geld van Giro555
Gezondheidszorg Met de opbrengst van Giro555 bekostigt het Rode kruis verschillende activiteiten. Het Rode Kruis verzorgt veilige en waardige begrafenissen en desinfecteert huizen. Ebola-patiënten ontvangen medische zorg, en zijzelf en hun familie krijgen psychosociale zorg. Het Rode Kruis traceert en volgt de personen die in contact zijn geweest met een patiënt. En ten slotte geeft het Rode Kruis educatie en voorlichting over ebola. Veilige en waardige begrafenissen Het Rode Kruis heeft in Guinee, Liberia en Sierra Leone en leidende rol in de verzorging van veilige en waardige begrafenissen. Door de veilige begrafenissen wordt het virus niet overgedragen aan naasten die vervolgens dus ook geen anderen kunnen besmetten (etc.). Wanneer een persoon (mogelijk) besmet is met ebola, of overleden, wordt het huis gedesinfecteerd om mogelijke verspreiding in het huis te voorkomen. Met de opbrengst van Giro555 zijn grote aantallen beschermende kleding, lijkenzakken en chloor aangekocht om in Guinee en Liberia veilige begrafenissen en desinfectie van huizen mogelijk te maken. Medische behandeling In Kenema en Kono (Sierra Leone) en in Macenta (Guinee) runt het Rode Kruis een ebolabehandelcentrum. In Forecariah (Guinee) is een transitcentrum waar patiënten voor korte tijd geïsoleerd en verzorgd worden voordat zij in een behandelcentrum terecht kunnen. In februari 2015 opende het Rode Kruis een behandelcentrum in Kérouané (Guinee). Het behandelcentrum in Kono ging begin januari 2015 open nadat eind 2014 een grote toename van ebola-besmettingen geconstateerd werd in het district. Tijdens de bouw van dit centrum (in december 2014) heeft het Rode Kruis een isolatie- en transitcentrum geopend in het Koidu ziekenhuis in het Kono-district. Tot de opening van het Kono behandelcentrum werden patiënten vanuit dit transitcentrum naar het Kenema behandelcentrum gebracht. Dankzij de opbrengst van Giro555 konden personeelskosten van nationale en internationale hulpverleners in de verschillende behandelcentra in Guinee en Sierra Leone worden betaald. Ook zijn goederen aangekocht en verstuurd om de behandeling van ebola-patiënten te ondersteunen. Voorlichting en educatie In Guinee, Liberia en Sierra Leone geeft het Rode Kruis voorlichting over de ziekte en hoe besmetting met ebola te voorkomen. De bevolking leert over persoonlijke hygiëne, zoals handen wassen met zeep; over de noodzaak om mensen na contact met een patiënt gedurende 21 dagen te controleren op symptomen van de ziekte; over de grotere kans om te overleven wanneer men bij de eerste symptomen direct hulp zoekt, en over de noodzaak om overledenen veilig te begraven door hiervoor opgeleide teams. In Guinee, Liberia en Sierra Leone ondersteunt het Rode Kruis patiënten en naasten met psychosociale hulp. Deze hulp draagt er onder andere aan bij dat angst en stigma afnemen. Uit de opbrengst van Giro555 zijn auto’s met vierwielaandrijving aangeschaft om voorlichtingsactiviteiten en psychosociale hulp in de afgelegen gebieden van Guinee mogelijk te maken.
Liberia: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • Het ondersteunen van het Rode Kruis met hulpgoederen, beschikbare middelen en internationale hulpverleners zodat de prevalentie van ebola in Liberia afneemt /de epidemie eindigt door gemeenschapsbetrokkenheid, voorlichting en educatie, het opsporen en volgen van contacten, het verstrekken van psychosociale ondersteuning, veilige en waardige begrafenissen en desinfectie van huizen.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
39
Resultaat tot 31-1-2015
Geschatte besteding tot 31-1-2015
• Afname van de prevalentie • Beschermende kleding, lijkenzakken en desinfectiemiddelsproeiers, zodat begrafenis- en desinfectieteams veilig hun werk kunnen doen. Deze goederen hebben tenminste 250 begrafenissen en de desinfectie van evenzoveel huizen mogelijk gemaakt en ervoor gezorgd dat er tijdens de begrafenissen geen naasten besmet zijn geraakt. € 167.410
Sierra Leone: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • Het ondersteunen van het Rode Kruis met hulpgoederen, beschikbare middelen en internationale hulpverleners zodat de prevalentie van ebola in Sierra Leone afneemt /de epidemie eindigt door gemeenschapsbetrokkenheid, voorlichting en educatie, het opsporen en volgen van contacten, het verstrekken van psychosociale ondersteuning, veilige en waardige begrafenissen, desinfectie van huizen en behandeling van patiënten. Resultaat tot • Afname van de prevalentie 31-1-2015 • 2 internationale hulpverleners werkzaam in de ebola treatment centres in Kenema en Kono • Verschillende goederen ter ondersteuning van de behandelcentra en begrafenisteams (oranje afscheidingsnetten (constructie), goederen voor opnamen en ontslag pakketten voor patiënten in behandelcentra, handdesinfectant, hoofdlampen zodat begrafenisteams 24/7 veilig diensten kunnen draaien, rubber laarzen ter bescherming van medewerkers) Geschatte € 40.689 besteding tot 31-1-2015 Guinee: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • Het ondersteunen van het Rode Kruis met hulpgoederen, beschikbare middelen en internationale hulpverleners zodat de prevalentie van ebola in Guinee afneemt /de epidemie eindigt door gemeenschapsbetrokkenheid, voorlichting en educatie, het opsporen en volgen van contacten, het verstrekken van psychosociale ondersteuning, veilige en waardige begrafenissen, desinfectie en behandeling van patiënten. Resultaat tot • Afname van de prevalentie 31-1-2015 • Beschermende kleding, lijkenzakken en desinfectiesprayers zodat begrafenis en desinfectieteams veilig hun werk kunnen doen. Door deze goederen zijn naar inschatting 700 begrafenissen mogelijk gemaakt. • Nationale en internationale medewerkers werkzaam in de ebola behandel- en transit centra. • Auto’s om de voorlichting- en educatieactiviteiten, opsporen en volgen van contacten en psychosociale zorg te faciliteren. Geschatte € 661.033 besteding tot 31-1-2015
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
40
Beeld: C. Brooijmans, Nederlandse Rode Kruis
Beeld: Spaanse Rode Kruis
Het ebola-behandelcentrum in Kono, kort voor de opening op 10 januari 2015
Een begrafenisteam trekt beschermende kleding aan terwijl de familie wacht tot de begrafenis begint.
Uitdagingen en beperkingen Een grote uitdaging is de weerstand van de bevolking tegen de maatregelen die de epidemie moeten stoppen. Maatregelen staan soms haaks op de lokale gebruiken, tradities of dagelijkse activiteiten en worden niet nageleefd. Een traditionele begrafenis bestaat bijvoorbeeld uit een zorgvuldig reiniging en voorbereiding van de overledene. Aangezien het lichaam van een overledene zeer besmettelijk is, zijn al veel personen op deze wijze besmet geraakt. De weerstand van de bevolking uit zich bovendien in geweld tegen hulpverleners in bepaalde gebieden. Het ongeloof dat ebola echt is, en niet verzonnen door hulpverleners, houdt aan. Voor beide uitdagingen zal in de voorlichting van het Rode Kruis en andere organisaties onveranderd veel aandacht moeten zijn. Een tweede uitdaging is de stigmatisering van hulpverleners. De strijd tegen ebola plaatst medewerkers van het lokale Rode Kruis vaak in een isolement. Dat maakt hun werk nog zwaarder. De angst voor ebola bemoeilijkt bovendien het reizen van en naar de drie zwaarst getroffen landen. Dat maakt een efficiënte inzet van internationaal personeel tot een uitdaging. Het Rode Kruis is een wereldwijde anti-stigma campagne gestart om de angst voor ebola weg te nemen.
Toekomst hulpverlening Het aantal nieuwe ebola-infecties is fors lager dan een aantal maanden geleden. Toch is einde van de epidemie nog niet in zicht. Er vinden helaas nog steeds onveilige begrafenissen plaats. En soms duurt het enkele dagen voordat een patiënt geïsoleerd wordt doordat hij of zij zich laat meldt of laat opgespoord wordt. Veel patiënten hebben nooit op een contactlijst gestaan, omdat zij bij registratie bang zijn voor een stigma. Het Rode Kruis zal zich (in samenwerking met andere organisaties) moeten blijven inzetten voor veilige begrafenissen en een directe isolatie van nieuwe besmettingen in de behandelen transitcentra. Het opsporingssysteem van zieken en het nagaan van hun contacten vraagt bovendien om opschaling. Ook belangrijk blijft de voorlichting waarin de bevolking wordt overtuigd zich te tijdig te melden bij de eerste symptomen en waarin geprobeerd wordt de stigmatisering terug te dringen. Het Rode Kruis wil meer mensen bereiken met nieuwe initiatieven waarin gerespecteerde landgenoten zich uitspreken voor de standpunten van de e hulporganisatie. Zo heeft bijvoorbeeld de 1 imam van Conakry tijdens een bijeenkomst in Kyndia, 1 van de prefecturen in Guinee met de meeste weerstand, zich voor 500 personen uitgesproken voor de ebola gerelateerde maatregelen die onder andere door het Rode Kruis
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
41
1
aan de bevolking gevraagd worden na te leven. In Guinee zullen verder met Giro555-gelden 154 motorfietsen aangeschaft worden om een groter bereik van de voorlichtingssessies mogelijk te maken. Tegelijkertijd zal een analyse starten om aan het einde van de epidemie direct te kunnen starten met gerichte en geplande wederopbouwwerkzaamheden (recovery). Deze zullen zich richten op het versterken van de Rode Kruis-zusterverenigingen en gemeenschappen zodat de tijdens de noodhulpfase opgebouwde capaciteit behouden blijft en de stigmatisering van vrijwilligers en genezen patiënten afneemt.
”Als wij het niet doen wie doet het dan”
Beeld: Moustapha Diallo, (IFRC)Beeld: Sean Farrell
Mamadou Kourouma, is ondanks stigmatisering en gevaar niet bang.
"Dit is de vierde begrafenis vanmorgen," zegt Kourouma. Hij ziet er uitgeput uit. "Mijn team doet gemiddeld twee begrafenissen per dag sinds september." Mamadi Kourouma, een geneeskundestudent van 27, is sinds 2009 vrijwilliger bij het Rode Kruis in Guinee, en nu leider van een van de veilige en waardige begrafenisteams in Conakry. Nauwelijks zijn ze teruggekeerd van een begrafenis op het kerkhof van Dixin, in het hart van de Guinese hoofdstad Conakry, wanneer zijn telefoon weer gaat. Hij moet direct terug naar het behandelcentrum in Donka, waar een gezin toestemming heeft gegeven voor de begrafenis van hun zoon. Kourouma en zijn teamleden zijn inmiddels onafscheidelijk: “Ik breng nu meer tijd door met hen dan met mijn familie en vrienden. Omdat er veel werk is, maar ook omdat veel van onze naasten ons mijden", zegt Kourouma. Toch wil Kourouma hen niet veroordelen. "Ebola zaait angst. Daarom moeten we blijven uitleggen hoe mensen besmet raken en hoe ze dit kunnen voorkomen. " “Wij zijn getraind om begrafenissen veilig uit te voeren. Als wij het niet doen, wie dan wel?”, aldus Kourouma. “We houden ons aan strikte regels tijdens begrafenissen en voordat we naar huis gaan desinfecteren we ons met een chlooroplossing. In het begin was mijn vriendin bang om samen met mij te zijn. Maar nadat ik haar goed voorgelicht heb, is ze bijgedraaid. Ze begrijpt dat ik niet stil kon blijven zitten wanneer mijn gemeenschap sterft. Nu wil ze ook vrijwilliger worden bij het Rode Kruis.” Voor Aminata Kamara was 1 januari 2015 een dag die ze nooit zal vergeten. Aminata is een 38-jarige weduwe uit de stad Makeni in het noorden van Sierra Leone en moeder van 6 kinderen tussen 27 en 4 jaar oud. Aminata is zuster. Toen het ebolavirus vanaf mei 2014 veel slachtoffers begon te maken had Aminata een sterk plichtsbesef om te helpen. Ze werkte in het opvangcentrum in Makeni, waar patiënten die vermoedelijk geïnfecteerd waren met ebola per ambulance binnen werden gebracht. Zelf werd ze uiteindelijk op 29 december ziek en na een test in het laboratorium bleek ook Aminata ebola te hebben.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
42
3.5 Oxfam Novib Over ons Oxfam Novib is onderdeel van Oxfam, een internationale confederatie van 17 ontwikkelingsorganisaties. Samenwerking is het hart van Oxfam’s werk. Want niemand lost armoede en onrecht alleen op. Oxfam werkt samen met lokale partnerorganisaties in ontwikkelingslanden, met nationale- en internationale overheden en bedrijven en met het Nederlandse publiek. Samen werken de organisaties in meer dan 90 landen. Oxfam Novib besteedt haar Giro555 gelden aan haar ebola programma in Liberia, waar Oxfam sinds 1995 werkzaam is. Naast Liberia is Oxfam op het gebied van ebola ook actief in Sierra Leone, Senegal, Gambia, Guinee-Bissau en Mali. Oxfam’s totale budget voor de ebola response in deze landen is momenteel ruim 30 miljoen euro. In Liberia verleende Oxfam aanvankelijk voornamelijk noodhulp, maar in de loop van de jaren is de focus verschoven naar duurzame, lange termijn ontwikkeling, in samenwerking met andere internationale actoren. Oxfam is sterk vertegenwoordigd in de Water, Sanitatie en Hygiëne (WASH) sector en leidt momenteel het Liberia WASH Consortium, een samenwerkingsverband van organisaties die allen in de WASH sector werkzaam zijn. Daarnaast heeft Oxfam verschillende WASH programma’s geïmplementeerd in vluchtelingenkampen, stedelijke sloppenwijken en plattelandsgebieden en heeft de herhuisvesting van gemeenschappen in 10 van de 15 provincies in Liberia ondersteund. Oxfam is ook werkzaam in de Voedselzekerheid en Levensonderhoud sector. Oxfam bouwt op 19 jaar werkervaring in de sloppenwijken van Monrovia in het huidige ebola programma, waardoor sterke relaties en een wederzijds vertrouwen is ontwikkeld. Oxfam heeft over de jaren een netwerk opgebouwd van 356 gezondheidsvrijwilligers. Zij zijn belangrijke actoren in het huidige ebola programma. Totaal ontvangen van Giro555: Totaal besteed tot 31 januari 2015:
€ 1.460.355 € 206.538 (14 % van SHO te besteden bedrag)
NB: Bestedingen zijn geschatte bedragen inclusief AKV. Exacte cijfers volgen in de eindrapportage van de Samenwerkende Hulporganisaties en de jaarrekeningen van de deelnemers.
Resultaten van onze hulpverlening met geld van Giro555
Gezondheidszorg Gezondheidszorg is de kern van Oxfam’s noodhulp. Het doel is de verspreiding van ebola te voorkomen door middel van: 1) bewustwording, zodat de bevolking in staat is zichzelf te beschermen tegen infectie; en 2) actieve opsporing om snelle identificatie en doorverwijzing van verdachte ziektegevallen te verzekeren. Oxfam draagt bij aan de bouw van ebolagerelateerde gezondheidsvoorzieningen en faciliteert de toegang van afgelegen gemeenschappen tot gezondheidszorg, bijvoorbeeld door de rehabilitatie van wegen. In de herstelfase zal Oxfam voortbouwen op de behaalde successen en zich richten op een ebola-vrije gemeenschap, die voorbereid is te reageren op toekomstige uitbraken (inclusief andere ziektes). Hierbij worden bestaande mechanismen en structuren, zoals ebola taakgroepen en gezondheidsvrijwilligers versterkt. Ook zal Oxfam zichzelf voorbereiden op mogelijke nieuwe ebola-uitbraken, door middel van de ontwikkeling van een rampenplan. Dit rampenplan zal worden afgestemd met de overheid.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
43
Oxfam voert haar programma uit in 2 provincies in Liberia. In Nimba werkt Oxfam in 4 gezondheidsdistricten (Tappita, Zoe Geh, Gbehlay Geh, Saclepea Mah) en in Montserrado is Oxfam actief in 4 sloppenwijken in de hoofdstad Monrovia (WestPoint, New Kru Town, Clara Town, Logan Town). In totaal worden 99.340 mensen bereikt in de noodhulpfase. Liberia: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan Noodhulpfase: • Trainen van 152 gezondheidvrijwilligers, 7 supervisors and 1 coördinator in actieve opsporing en hygiëne bewustwording. Produceren en verspreiden van Informatie-, Educatie- en Communicatiemateriaal (IEC materiaal), in samenwerking met het Ministerie van Volksgezondheid, UNICEF, en de WHO; • Dagelijkse huis-aan-huis bezoeken door gezondheidsvrijwilligers om informatie over ebola preventie te delen; continue evaluatie van kennis en het aanpassen van berichten aan de specifieke context; • Opsporen en doorverwijzen van verdachte ebola gevallen naar medische diensten; • De bouw van 1 ‘holding centre’ met water en sanitaire voorzieningen (mogelijk bereik bevolking 27.814 mensen); • Het opknappen van 34 km weg van 19 afgelegen gemeenschappen (populatie 33.962 mensen) naar gezondheidscentra. Herstelfase: • Permanente actieve opsporing (onderzoek naar individuele gevallen in Montserrado) en doorverwijzing; • Training, ondersteuning en het aanleveren van materiaal aan gezondheidsvrijwilligers en gemeenschapsstructuren; het faciliteren en versterken van ‘Community Action Plans’; het opzetten van een ‘early warning’ en surveillance systeem; • Ondersteunen van gemeenschapsbewustwording en anti-stigmaactiviteiten rondom ebola en non-ebola ziektes; • Gezondheidsbevorderende activiteiten op scholen, ondersteuning bij het uitrollen van een protocol voor een veilige omgeving; • Ontwikkelen van een rampenplan en opzetten en trainen van een ‘Rapid Response Team’; Resultaat tot • Verbeterde bewustwording over preventie van ebola: 31-1-2015 Montserrado: 100% van de doelgroep (80.048 individuen,) heeft toegang tot informatie over ebola en preventiemethodes. Mensen zijn zich bewust geworden van belangrijke preventieve praktijken. In Nimba zijn de meeste leden van de gemeenschap in staat overdrachten preventiemiddelen te beschrijven; • Toename in het aantal doorverwijzingen van verdachte gevallen: 64 mensen zijn doorverwezen voor medische behandeling, waarvan 17 met ebola-gerelateerde symptomen en 47 met non-ebola gerelateerde symptomen. Hiervan werden 5 ebola-gevallen officieel bevestigd (data van het Ministerie van Volksgezondheid); • Beheersing: tussen november 2014 en januari 2015 werden gevallen van ebola alleen geconstateerd in provincies waar eerder al ebola was geconstateerd (i.e. er heeft geen overdracht tussen provincies plaatsgevonden); • Vermindering van het aantal ebola-gevallen: daling van het aantal bevestigde besmettingen van meer dan 50 gevallen per dag in oktober 2014 tot 0,8 gevallen per dag eind januari 2015; • Vermindering in de overdracht: het gemiddelde R0 (het aantal infecties veroorzaakt door elk bevestigd geval) is afgenomen van 2,2 in 2014 tot 1,9 in het begin van 2015 (data van de Centers for Disease Control and Prevention (CDC)). Geschatte € 79.878,besteding tot 31-1-2015
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
44
Water en sanitaire voorzieningen In de noodhulpfase richt Oxfam zich op toegang tot handwasgelegenheden, zeep en voldoende water voor huishoudens en instellingen. Oxfam ondersteunt lokale instellingen die niet beschikken over voldoende desinfectie-materialen en voorziet ebola gezondheidsfaciliteiten van ondersteuning op het gebied van water en sanitaire voorzieningen. Daarnaast zal Oxfam in de herstelfase water en sanitaire voorzieningen opzetten in scholen en ‘Primary Health Units’ (PHUs) om de toegang tot onderwijs en algemene gezondheidszorg te herstellen. In gebieden waar PHUs niet ondersteund worden door een sterke medische organisatie zal Oxfam de niet-medische Infectie Preventie en Controle (IPC) training van personeel uitvoeren.Oxfam neemt de water- en sanitaire voorzieningen voor haar rekening in 2 provincies. In Nimba werkt Oxfam in 2 gezondheidsdistricten (Tappita en Saclepea Mah), waarbij 22.911 mensen bereikt worden. In Montserrado is Oxfam actief in 7 gezondheidsdistricten (New Kru, Clara Town, West Point, Logan Town, Gardnersville, Barnersville en New Georgia). Liberia: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan Noodhulplfase: • Uitdelen van 2000 pakketten met materiaal om handen te wassen aan huishoudens en gemeenschappen in hotspot gebieden; • Herstel en constructie van de watervoorziening in gezondheidsfaciliteiten of gemeenschappen die getroffen zijn door ebola; • Uitdelen van desinfectiemateriaal aan belangrijke instellingen, zoals provinciale gezondheidsteams en lokale leiders. Hiermee kunnen huizen worden gedesinfecteerd.
Resultaat tot 31-1-2015
Geschatte besteding tot 31-1-2015
Herstelfase: • Herstel en constructie van water- en sanitaire voorzieningen in PHUs en scholen; • Aanleg van 25 waterputten in Nimba; • Training van PHU personeel over niet-medische IPC praktijken. Noodhulplfase: • Toegang tot water: waterpunten opgezet in Dolo Town, Montserrado, waardoor 694 mensen toegang hebben tot schoon water; 22 waterpunten zijn gedesinfecteerd; 2 handpompen zijn gerepareerd, waar 810 mensen gebruik van maken; • Toegang tot handwasgelegenheden: gemeenschapsfaciliteiten opgezet voor 16.775 mensen in Nimba en 18.508 mensen in Montserrado. Herstelfase: • Water en sanitaire voorzieningen aangelegd in 1 PHU; • Waterputten en handpompen gerepareerd en opgeknapt in 2 scholen voor in totaal 486 studenten. € 69.636,-
Levensonderhoud In de herstelfase zal Oxfam activiteiten uitvoeren gericht op economisch herstel onder meer door grootschalige distributie van cash en krediet om de economie op gang te brengen. De ebola-uitbraak heeft een grote shock toegebracht aan de nationale economie, wat heeft geleid tot stagnatie en een gebrek aan circulatie van geld. 101.564 mensen in de provincies Montserrado, Nimba, Grand Gedeh en River Gee zullen hiervan profiteren.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
45
Liberia: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • Cash-for-work programma voor huishoudens; • Verstrekking van subsidies aan bijzonder kwetsbare huishoudens, zoals gezinnen met chronisch zieken, personen met een beperking, ouderen, of wezen; • Distributie van landbouwproducten (zaden) om landbouwactiviteiten op te starten; • Ondersteunen van bestaande spaargroepen door middel van business management training en het verlenen van subsidies. Resultaat tot Voorbereidende activiteiten: 31-1-2015 • Bezoek van de Oxfam specialist voor Voedselzekerheid- en Levensonderhoud om onderzoek te doen naar de impact van ebola op de voedselzekerheid en levensonderhoud om de juiste economische aanpak te bepalen; • Coördinatie binnen de VN Cluster en met andere actoren om duplicatie te voorkomen en harmonisatie te verzekeren. Geschatte €0 besteding tot 31-1-2015
Bescherming Oxfam is bezig haar beschermingsprogramma te ontwikkelen. Onderzoek door Oxfam heeft uitgewezen dat de ebola-uitbraak trauma, angst en stigma heeft veroorzaakt. Een gedetailleerd assessment zal de sociale impact hiervan aan het licht moeten brengen. Op basis daarvan zal een strategie worden ontwikkeld. Liberia: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan Interne activiteiten: • Training over bescherming en risicoanalyse; analyse van het mechanisme voor het delen van informatie om adequate toegang tot informatie, vertrouwelijkheid en de coherentie van berichten te verzekeren. Resultaat tot Programma nog niet gestart 31-1-2015 Geschatte €0 besteding tot 31-1-2015
Rampen-management Oxfam richt zich op het versterken van bestaande lokale ebola coping-mechanismen, zodat verantwoordelijke autoriteiten in staat zijn verspreiding tegen te gaan en Provinciale Gezondheidsteams en andere relevante actoren snel en adequaat handelen. Coördinatie binnen de gemeenschappen is hierbij uitermate belangrijk, waarbij de benodigdheden van het gehele response systeem in kaart worden gebracht (doorverwijzingen, behandeling, quarantaine) zodat alles soepel verloopt.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
46
Liberia: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • Ondersteuning bij de ontwikkeling van ‘Community Action Plans’ en de coördinatie in sloppenwijken (regelen van vervoer, transport van materialen en organiseren van vergaderingen); • Opzetten en ondersteunen van bestaande ebola taakgroepen of commissies op lokaal niveau, waaronder coaching op het gebied van stakeholdermapping, het ontwikkelen van actieplannen, een controlesysteem en het opzetten van een feedback mechanisme. Resultaat tot • Versterking van de lokale capaciteit voor coördinatie: ebola 31-1-2015 taakgroep is operationeel in Montserrado, inclusief een response plan. Leden hebben aangegeven meer vertrouwen te hebben in lokale coördinatie en planning. 13 ‘community-based’ preventieplannen gefaciliteerd. Coördinatie mechanisme in Nimba functioneert (met ondersteuning); • Tekortkomingen in de organisatie aangepakt: gedecentraliseerd coördinatieoverleg door de overheid op lokaal niveau opgezet; assessments en consultatie ter verbetering van het gezondheidssysteem uitgevoerd; levering van producten verbeterd; snellere reacties gerealiseerd van de ambulancedienst en van het onderzoeksteam van het Ministerie van Volksgezondheid; minder klachten van families over het niet krijgen van feedback over de toestand van familieleden in behandelcentra. Geschatte € 11.914,besteding tot 31-1-2015
Programma-management Om het programma goed te kunnen uitvoeren is Oxfam’s bestaande landenteam in Liberia aangevuld met een noodhulpteam. Eind januari 2015 bestond het team uit 34 internationale stafleden, 103 nationale stafleden en een in Monrovia gevestigde manager van het gehele ebola programma. Er is een kantoor opgezet in Saclepea, van waaruit het programma in de provincie Nimba wordt gemanaged. In de provincie Montserrado deelde het noodhulpteam aanvankelijk het landenkantoor dat in de hoofdstad Monrovia gevestigd is. In januari is het team verhuisd naar een tweede pand. Een regionaal response team verleent extra ondersteuning op het gebied van strategisch toezicht, coördinatie van financiering, communicatie en informatieverstrekking en het welzijn van stafleden. Daarnaast heeft Oxfam een speciale adviseur aangenomen voor het welzijn van stafleden, die wordt ondersteund door medewerkers in de veldlocaties. Technische managers zijn verantwoordelijk voor het technische toezicht. Dit alles heeft geleid tot hoger dan gemiddelde managementkosten gedurende de eerste fase van de response. Programma management support kosten worden gebruikt voor betaling van salarissen van het ondersteunende team (logistiek, financiën, management, personeelszaken), kantoorkosten, accommodatie- en reiskosten van staf, en IT- en bankkosten. Liberia: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Geschatte € 30.653,besteding tot 31-1-2015
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
47
Beeld: Abbie Trayler-Smith / Oxfam
Beeld: Oxfam GB
Twee vrouwen in een sloppenwijk in Monrovia wassen hun handen om de verspreiding van ebola ter voorkomen.
Gemeenschapswerkers van Oxfam leren kinderen hoe belangrijk het is om handen te wassen in West Point, Monrovia.
Uitdagingen en beperkingen Strategieën en activiteiten moeten flexibel zijn in een snel veranderende context van een gezondheidsepidemie. Heroriëntatie en bijstelling van een programma is belangrijk, zodat altijd aan de behoeften van de gemeenschappen voldaan kan worden. Hierdoor is een aantal van de geplande activiteiten niet uitgevoerd omdat ze irrelevant waren geworden. Het uitdelen van hygiënekits aan geisoleerde gezinnen in Nimba is bijvoorbeeld niet doorgegaan, omdat bleek dat de uitbraak daar relatief kleinschalig was. Ook het opzetten van water- en sanitaire voorzieningen in behandelcentra heeft niet plaatsgevonden, omdat andere partners dit al op zich hadden genomen. Andere activiteiten zijn hiervoor in de plaats gekomen, zoals actieve opsporing van ebola gevallen. Daarnaast heeft het decentraliseren van de coordinatie naar het niveau van de sloppenwijken aanzienlijk geholpen bij het vergemakkelijken van het uitvoeren van de activiteiten. Aanvankelijk vonden coordinatie-overleggen alleen plaats op nationaal en provinciaal niveau en werden vele actiepunten niet uitgevoerd. Oxfam heeft zich ingezet om leiderschap vanuit de sloppenwijken en het werk van de ebola taakgroepen te ondersteunen om zo lokale coordinatie te faciliteren. Wel was een effectieve facilitatie van de verschillende activiteiten nodig om een effective coordinatie op het niveau van de sloppenwijken tot stand te brengen. Een laatste uitdaging is het verzekeren van een consistente benadering op het gebied van de levensonderhoudactiviteiten. De coördinatie van levensonderhoud programma’s vindt plaats binnen verschillende structuren, zoals VN Clusters, de overheid, tussen verschillende hulporganisaties, en binnen werkgroepen. Oxfam pleit voor betere afstemming van de benaderingen die de verschillende structuren hanteren, maar ondervindt hierbij veel weerstand. Oxfam zal zich blijven inzetten voor een bredere benadering gericht op economisch herstel van het gehele land, in plaats van verschillende benaderingen op kleinere schaal.
Toekomst hulpverlening Op 31 januari 2015 had Oxfam 14% besteed van het totale bedrag van € 1.460.355. Oxfam’s programma zal vanaf februari geleidelijk overgaan tot herstelactiviteiten, alhoewel de timing van deze transitie verschilt per sector. Actieve opsporing van gevallen van ebola zal bijvoorbeeld doorgaan totdat Liberia ebola-vrij is verklaard. Activiteiten die vallen onder de levenonderhoud en bescherming clusters zullen in de herstelfase van start gaan. De belangrijkste activiteiten binnen deze sectoren staan gepland voor de periode februari - mei 2015. De activiteiten rondom water- en sanitaire voorzieningen zullen aanzienlijk verhoogd worden tot juni 2015 en de gezondheidszorg activiteiten zullen afnemen en rond juni 2015 afgerond worden. De precieze afronding van de activiteiten binnen elke sector hangt af van de realisatie van de belangrijkste doelen. Oxfam zal de verschillende activiteiten nauw blijven volgen de komende maanden.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
48
Beeld: Oxfam GB
Patrick Gaddeh en zijn vrouw Evelyn bij hun huis in de gemeenschap Doe in Garworlohn, Monrovia. Januari 2015
Patrick’s verhaal: bijna gedood door een ‘onwerkelijke’ ziekte “Ik zou nu dood zijn geweest, maar gelukkig heeft het Oxfam team mijn familie aangemoedigd vroegtijdig behandeling te zoeken” - Patrick Gaddeh. Overdracht van het ebola virus in de Doe gemeenschap werd voor het eerst ontdekt in oktober 2014. Op dat moment dacht Patrick dat ebola nog niet echt was. Toen één van Patrick’s buren onverwachts overleed, hielp hij bij de begrafenis. Er wordt gedacht dat dit het moment is geweest waarop Patrick werd besmet met het ebola virus. Toen Patrick ziek werd, had hij last van ontkenning en shock. Hij was bang dat hij gedood zou worden als hij behandeling zou zoeken. Zijn besmette gemeenschap werd in quarantaine geplaatst. Voordat Patrick heel erg ziek werd, hebben Oxfam vrijwilligers hem bezocht en hem aangemoedigd zich te laten onderzoeken in een ebola behandelcentrum. Op 4 december 2014, toen zijn ziekte ernstige vormen aannam, besloot hij hulp te zoeken en een Oxfam vrijwilliger een ambulance te laten bellen. Patrick werd dezelfde dag nog opgenomen in het behandelcentrum ELWA 3 in de hoofdstad Monrovia. Oxfam vrijwilligers hielden de situatie in de gaten en toen ook Patrick’s vrouw en broer last kregen van ebola gerelateerde symptomen werden ook zij doorverwezen naar ELWA. Bij alle drie werd al snel ebola vastgesteld. Na 11 dagen in het behandelcentrum testte Patrick twee keer negatief op ebola en mocht hij naar huis. Zijn vrouw en broer volgden twee weken later. Het is niet bewezen, maar waarschijnlijk heeft de familie ebola overleefd door snelle doorverwijzing en behandeling. “Ik dank God en de organisaties voor hun kennis, voornamelijk rondom hygiëne, die ze met ons delen. We wassen nu continu onze handen, houden onze omgeving schoon, koken ons voedsel goed en Patrick Geddeh. Die ziekte heeft de vermijden contact met zieke mensen”levensonderhoudactiviteiten van de familie compleet stilgezet. Het kantoor waar Patrick werkte vertelde hem dat hij drie maanden niet mocht komen werken - onbetaald. De familie lijdt onder een stigma: sinds hun terugkomst uit het behandelcentrum hebben ze nog geen bezoek gehad. Maar Patrick blijft positief en is blij dat hij nu voldoende kennis heeft om zichzelf en zijn familie te beschermen.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
49
3.6 Save the Children Over ons Save the Children is de grootste onafhankelijke kinderrechtenorganisatie wereldwijd en levert zowel humanitaire als ontwikkelingshulp aan kinderen en hun families. Save the Children Nederland is lid van het internationale Save the Children netwerk, dat actief is in 124 landen. Sinds 1999 heeft Save the Children programma’s in Sierra Leone, die zich in eerste instantie richtten op het beschermen en steunen van kinderen die werden getroffen door conflict, de wederopbouw van onderwijs en gezondheidszorg en het bestrijden van de cholera-uitbraak in 2012. Sinds maart 2014 werkt Save the Children in Sierra Leone, maar ook in Liberia en Guinee, aan het beteugelen van de ebola-epidemie. Save the Children heeft tot op heden meer dan 2,8 miljoen mensen bereikt in de strijd tegen ebola. Samenwerking en coördinatie zijn hierin centraal. Met verschillende ministeries wordt op nationaal- en districtsniveau afgestemd en samengewerkt. Op het gebied van onderwijs heeft Save the Children een actieve rol bij het uitvoeren en coördineren van het ebolaprogramma van het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Technologie (MEST) in Sierra Leone. Daarnaast werkt Save the Children met lokale en internationale NGO’s samen om zo effectief mogelijk hulp te bieden. De activiteiten van Save the Children omvatten het bieden van medische zorg, ebola-bewustwordingscampagnes, het verspreiden van hulpmiddelen voor bestrijding van ebola aan families en gezondheidsklinieken, het organiseren van noodonderwijs en het begeleiden van het veilig openen van scholen. Totaal ontvangen van Giro555: Totaal besteed tot 31 januari 2015:
€ 605.821 € 86.925 (14% van te besteden bedrag)
NB: Bestedingen zijn geschatte bedragen inclusief AKV. Exacte cijfers volgen in de eindrapportage van de Samenwerkende Hulporganisaties en de jaarrekeningen van de deelnemers.
Resultaten van onze hulpverlening met geld van Giro555
Onderwijs Save the Children voert het SHO-noodonderwijsprogramma uit in Freetown Western Area, in de wijken Kroo Bay, Kuntoloh, Rokupa en Grey Bush. Het programma richt zich op kinderen die door ebola niet meer naar school kunnen. Om hen toch deel te kunnen laten nemen aan onderwijsactiviteiten worden bibliotheken opgezet van waaruit onderwijsactiviteiten worden ondernomen. Bij de bibliotheken worden sanitaire faciliteiten geïnstalleerd zodat preventie van overdracht van het virus door handenwassen gestimuleerd wordt. Save the Children werkt nauw samen met de lokale gemeenschap, zodat de bibliotheken een stabiele plek in de gemeenschap krijgen en dat de mensen zich eigenaar voelen. Hiervoor zijn zes uitgebreide bijeenkomsten geweest met lokale, regionale en nationale stakeholders, waarin afspraken zijn gemaakt over de locatie, het onderhoud, bewaking en selectiecriteria van de leerkrachten. Ook het Sierra Leone Library Board is nauw betrokken bij de totstandkoming van het bibliotheekproject. Kinderen ontvangen een radio, zodat zij deel kunnen nemen aan noodonderwijs via de radio. Hiervoor zijn 1.000 kindvriendelijke, duurzame radio’s op zonne-energie aangeschaft. 4.000 kinderen hebben lesmateriaal ontvangen zodat ze thuis kunnen leren.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
50
De ebola-crisis heeft een grote impact op kinderen. Veel kinderen zijn ouders of familieleden verloren. Maar ook kinderen die niet direct met ebola in aanraking zijn gekomen, zijn hard geraakt. Ze hebben al maanden niet buiten kunnen spelen, leven geïsoleerd uit angst voor besmetting en vrijwel iedereen is een vriendje of vriendinnetje verloren. Dit heeft geresulteerd in trauma’s bij kinderen. Er zijn 21 Save the Children medewerkers getraind om op hun beurt training te geven over psychosociale (eerste) hulp aan docenten en jongeren die betrokken zijn bij het onderwijsproject. Hiermee kan zowel tijdens het noodonderwijsproject als na de heropening van scholen gewerkt worden aan de verwerking van deze zwarte periode in het leven van veel kinderen. Sierra Leone kenmerkt zich door een zwak overheidssysteem. Save the Children speelt al sinds 1999 een belangrijke rol in het versterken van capaciteit van de overheid en is door de jaren heen een betrouwbare en gewaardeerde partner van het MEST. De ebola-crisis heeft het al zwakke overheidsapparaat nog verder verzwakt. Voor Save the Children is een belangrijke, maar minder zichtbare taak weggelegd in het ondersteunen en versterken van de coördinatie van de hulpverlening op het gebied van onderwijs. Deze taak is primair weggelegd door de Sierra Leoonse overheid, maar deze steunt hierin sterk op de kennis en vaardigheden van het onderwijsteam van Save the Children. Deze rol is in deze fase groter en omvangrijker gebleken dan aanvankelijk verwacht, mede door het grillige verloop van de epidemie. Save the Children ondersteunt het ministerie bovendien bij het plannen van de heropening van de scholen en het bepalen van de veiligheidsmaatregelen om dit veilig te kunnen doen. Sierra Leone: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • Opzetten van vier bibliotheken in vier deelgebieden van Freetown • Opknappen gebruiksruimtes vier bibliotheken • Aanschaf van meubilair en boeken voor vier bibliotheken • Aanleggen/opknappen van WASH-faciliteiten bij vier bibliotheken • Verspreiden van leermaterialen aan 4.000 kinderen die het onderwijsprogramma thuis volgen • Verspreiden van materialen voor informeel onderwijs aan bibliotheken • Verspreiden van 1.000 duurzame radio’s op zonne-energie aan kwetsbare huishoudens • Mobiliseren van 60 docenten en 20 jongeren om te informeren over radioscholing • Trainen van 60 docenten en 20 jongeren om leerlingen van het onderwijsprogramma te ondersteunen • Trainen van 8 docenten op het gebied van bibliotheekmanagement, psychosociale hulp, hygiëne promotie en informele onderwijsmethoden • Opzetten van 6 onderwijstrainingen voor 120 partner collega’s • Opzetten van 8 stakeholderbijeenkomsten om bibliotheken te borgen in gemeenschappen Resultaat tot • Ondersteuning van de nationale-, districts- en lokale overheid 31-1-2015 (samengebracht in de nationale taakgroep onderwijs) bij de totstandkoming en uitvoer van de plannen en activiteiten voor noodonderwijs en de heropening van scholen • Alle voorbereidende activiteiten voor de opening van twee bibliotheken hebben plaatsgevonden, zoals de 6 stakeholdersbijeenkomsten en de bouw- en onderwijsassessments. • Training van 21 trainers op het thema psychosociale hulp, die op hun beurt 80 leerkrachten hebben getraind • Aanschaf van 1.000 radio’s en boeken • Aanschaf en verspreiding van lesmaterialen aan 4.000 kinderen. • 8 leerkrachten getraind in bibliotheekmanagement. Geschatte € 64.567 besteding tot 31-1-2015
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
51
Programma-management Het Save the Children onderwijsteam (bestaande uit een manager, onderwijscoördinator en assistent) is verantwoordelijk voor de programma uitvoering. Met name de onderwijscoördinator speelt een sleutelrol bij de aansluiting bij de taakgroep Onderwijs (MEST). De veldmanager in Freetown is verantwoordelijk voor het dagelijks management van het programma. Uiteraard is het Senior Management Team nauw betrokken bij de totstandkoming en implementatie van het programma. De programma-managementkosten bestaan uit nationale en internationale personeelskosten, lokale administratiekosten en kantoorbenodigdheden. Sierra Leone: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Geschatte € 16.671 besteding tot 31-1-2015 Beeld: Alpha Kougbaka
Beeld: Alpha Kougbaka
Voorgestelde locatie voor de bibliotheek ‘Fountain of Hope’ in Kuntoloh
Stakeholdersbijeenkomst in Kuntoloh
Uitdagingen en beperkingen Goed nieuws is dat verwacht wordt dat de scholen in Sierra Leone eind maart 2015 weer open gaan, hoewel een opleving van de epidemie deze datum weer kan veranderen. Omdat het verloop van de ebola-crisis niet te voorspellen was, is de insteek van dit programma dat kinderen zowel tijdens de crisis als daarna gebruik kunnen maken van de onderwijsfaciliteiten van het programma. Het opnieuw openen van de scholen betekent wel dat Save the Children een aantal programma-activiteiten moet aanpassen. In de besluitvorming binnen deze veranderende context wordt nauw samengewerkt met de taakgroep onderwijs, geleid door het MEST en de schoolgemeenschappen. De begeleiding van de fragiele overheid is een omvangrijkere taak gebleken dat vooraf werd in geschat. Save the Children is met name in dit programma sterk afhankelijk van de voortgang van het noodonderwijsprogramma dat onder leiding staat van het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Technologie. Het identificeren van locaties en gebouwen voor de bibliotheken kostte meer tijd dan in eerste instantie verwacht. Het programma wordt uitgevoerd in dichtbevolkte slums, waar beschikbaar land en leegstaande gebouwen schaars zijn. De gebouwen die wel beschikbaar zijn voldoen vaak niet aan de veiligheidseisen van Save the Children voor kinderen.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
52
Toekomst hulpverlening Gezien de recente ontwikkeling rond de heropening van scholen per medio maart zal Save the Children een deel van de geplande activiteiten moeten her evalueren. Het grote dilemma van de ebola-epidemie is overigens dat alles onzeker is: indien er een nieuwe opleving is in het aantal besmettingen, zal dit ook invloed hebben op de openingsdatum van scholen. Dat maakt vooruit plannen lastig. Ook de Sierra Leoonse overheid kampt met deze dilemma’s. Daarom zal Save the Children nauw betrokken blijven bij de ontwikkeling van beleid t.a.v. heropening van scholen en in de taakgroep onderwijs, zodat kinderen zodra het mogelijk is op een veilige manier kunnen deelnemen aan onderwijs. Het versterken van de capaciteit zal ook nodig zijn na de heropening van scholen, aangezien het overheidssysteem ook voor de ebola-ramp zwak was. De bibliotheken zullen ongeacht het verloop van de crisis worden opgezet. Zolang de scholen nog gesloten zijn, zal het noodonderwijsproject verder uitgerold worden.
Wat een bibliotheek betekent voor het dagelijks leven van Abdul Abdul Rahman, 17
Beeld: Alpha Kougbaka
Abdul Rahman
Ik ben blij. Door deze bibliotheek hebben we straks een rustige omgeving om te leren. Normaal slaap ik tot middernacht en sta dan op om mijn huiswerk te maken. Dan pas is het rustig genoeg in de gemeenschap om me te concentreren. Maar soms lukt het me niet om ’s nachts op te staan en maak ik mijn huiswerk niet af. Ik deed het goed op school, maar had buiten het klaslokaal geen toegang tot lesmaterialen. Nu heeft de ebola-uitbraak het hele schoolsysteem platgelegd. De bibliotheek maakt het makkelijker voor mij om onderwijs te volgen. De bibliotheek is overdag open, ik kan er naartoe om rustig te leren en al het lesmateriaal dat ik nodig heb is beschikbaar. Het is mijn voornemen om twee keer per dag naar de bibliotheek te gaan. Als de scholen weer open zijn wil ik meteen uit school naar de bibliotheek kunnen. Ik ben erg blij met de bibliotheek, we hebben het hard nodig in onze gemeenschap en het zal ook veel andere kinderen helpen.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
53
3.7 Stichting Vluchteling
Over ons Stichting Vluchteling’s alliantiepartner International Rescue Committee (IRC) is vanaf 1999 operationeel in Sierra Leone met verschillende programma’s op het gebied van noodhulp en post-conflict wederopbouw. Stichting Vluchteling was tot en met 2007 betrokken bij de ondersteuning van verschillende programma’s van IRC gericht op herstel van basisvoorzieningen en re-integratie van teruggekeerde ontheemden, vluchtelingen en andere kwetsbare door de oorlog getroffen bevolkingsgroepen. IRC had vooral activiteiten in de sectoren gezondheidszorg, onderwijs en bescherming (Women Protection and Empowerment). IRC heeft als een van de eerste organisaties hulp verleend aan de slachtoffers in Sierra Leone. IRC is ten eerste ‘lead agency’ voor het Ebola Response Consortium, een samenwerkingsverband bestaande uit 10 NGOs, dat ondersteuning biedt aan het Ministerie van Gezondheidszorg en Sanitatie (MoHS) in alle districten om Infectie Preventie en Controle (IPC), ebola screening en surveillance uit te voeren. Tevens voert IRC zelf diverse activiteiten uit. Voorbeelden van hulpactiviteiten zijn ondersteuning van District Health team workers in bijv. het opsporen van contacten (logistiek), toezicht houden op het verloop van de ziekte, Infectie, Preventie en controle (IPC); opzet en ondersteuning van Isolation Units in Bo en Port Loko, inrichting van veilige quarantaine afdelingen in klinieken/ziekenhuis (Western Area) en gemeenschapsvoorlichting over de herkenning en preventie van ebola en het tegengaan van stigmatisering. IRC is in juli 2014 gestart met de ondersteuning van het districtsziekenhuis van Bo district, het op één na dichtst bevolkte district van het land door middel van het beheer van de Isolatie unit (IU), gevestigd op het terrein van het ziekenhuis. Op dat moment was er sprake van een onveilige situatie vanwege slecht uitgevoerde triage en te weinig kennis over infectiepreventie en controle. Half oktober 2014 heeft IRC het management van de Bo Isolatie unit volledig overgenomen met instemming van de MOHS. Dat heeft geleid tot beter getrainde lokale gezondheidsmedewerkers in identificatie (en het gescheiden houden van) verdachte, waarschijnlijke en bevestigde gevallen van ebola, het reduceren van de wachttijden, verbetering van de kwaliteit van de patiëntdata en uitbreiding van de beddencapaciteit (van 17 naar 27), waardoor in de naastgelegen behandelfaciliteit van Artsen Zonder Grenzen (AZG) meer bedden beschikbaar zijn. Totaal ontvangen van Giro555: Totaal besteed tot 31 januari 2015:
€ 464.928 € 121.270 (26% van te besteden bedrag)
NB: Bestedingen zijn geschatte bedragen inclusief AKV. Exacte cijfers volgen in de eindrapportage van de Samenwerkende Hulporganisaties en de jaarrekeningen van de deelnemers.
Resultaten van onze hulpverlening met geld van Giro555
Gezondheidszorg In de strijd tegen de ebola epidemie is de strikte isolatie van patiënten, die mogelijk ebola hebben, essentieel om hen direct te kunnen testen en te bevestigen of ze de ziekte wel of niet hebben. Uiteraard zijn ook goede zorg en bescherming een wezenlijk onderdeel van hun verblijf in isolatie. IRC staat in goede verbinding met het testlaboratorium van CDC en de naastgelegen behandelfaciliteit; op die manier kan snel duidelijkheid worden verkregen over
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
54
de status van de patiënten, zodat zij bij een positieve uitslag direct worden doorverwezen naar de behandelfaciliteit. De activiteiten van Stichting Vluchteling zijn gericht op het verbeteren van de infrastructuur van de isolatie unit, psychsosociale steun aan negatief geteste slachtoffers en ondersteuning van medische en klinische activiteiten. In de rapportageperiode zijn enkele structurele veranderingen in de infrastructuur aangebracht die de veiligheid en de werkomstandigheden van de lokale staf en de patiënten hebben verbeterd. Zo heeft IRC de toegang tot de watervoorziening vanuit de isolatie unit veiliger gemaakt. Op medisch en klinisch gebied beschikt de lokale staf in de isolatie unit dankzij specifieke training over een sterk verbeterde kennis van het voorkomen van infectie in de isolatie unit. Daarnaast zijn er duidelijke maatregelen en procedures ontwikkeld voor alle lokale staf in de unit om veilig om te gaan met de patiënten en materialen die gebruikt worden om infectie te voorkomen. Materialen en middelen als beddegoed en chloor om de isolatie unit goed ontsmet te houden zijn voldoende beschikbaar. Bij de ingang van het ziekenhuis vindt de selectie van patiënten plaats en in de periode van 8 november 2014 tot 31 januari 2015 zijn ruim 7.500 patiënten onderzocht en daarvan zijn 297 patiënten, die voldeden aan de symptoombeschrijving van ebola, opgenomen en verzorgd in de isolatie unit. Bijna de helft van de opgenomen patiënten testte positief (47%; 140 personen). 15% van de positief geteste patiënten overleed helaas in de quarantaine afdeling van de isolatie unit. Naast de veiligheid van de patiënten en de staf en de tijdige vaststelling van verdachte patiënten, is het ook van groot belang voldoende psychosociale begeleiding voor de patiënten én lokale medewerkers te bieden. Negatief geteste patiënten stuiten vaak op problemen en vooroordelen bij de terugkeer in hun gemeenschap omdat zij nog altijd als “verdacht” worden beschouwd na hun verblijf in de Isolatie unit. Lokale gezondheidsmedewerkers staan continu onder grote spanning tijdens hun werkzaamheden. Om die reden heeft IRC een team van 5 vrijwilligers samengesteld die onder specialistische begeleiding gezonde patiënten hebben begeleid bij hun sociale re-integratie. Tevens is een stress training gegeven voor lokale gezondheidsmedewerkers. Sierra Leone: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • Screening van alle patiënten die in het ziekenhuis van Bo opgenomen worden via een ‘triage point’ en uitvoering van werkzaamheden in de Isolatie Unit (in 2 shifts): o.a. de dagelijkse schoonmaak van de wasruimte en gebruikte materialen, klaarmaken van voldoende chloor, het checken van testresultaten en bloedafnames van patiënten die getest moeten worden. • Afronding van de fysieke infrastructurele verbetering van de Isolatie Unit in overeenstemming met de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en AzG. • Opzet en uitvoering van Infectie, Preventie en Controle (IPC) maatregelen in overeenstemming met WHO en AZG richtlijnen en protocollen • Training van internationale (IU coordinator) en nationale MoHS staf op het gebied van IPC en heldere definitieve vaststelling van de ziekte • Het verzekeren van een continue beschikbaarheid van materialen en voorraden. • Het verstrekken van psychosociale en materiële steun aan ebola overlevenden en patiënten die negatief zijn getest Resultaat tot Medische en klinische activiteiten: 31-1-2015 • 297 patiënten, die bij het selectiepunt aan de symptoombeschrijving van ebola voldeden, zijn direct opgenomen in de Isolatie unit. Van de 47% positief geteste patiënten is 32% doorverwezen naar de behandelingsfaciliteit en 15% overleden in de Isolatie unit. • Opfristraining voltooid voor de 127 lokale MoHS staf op het gebied van infectiepreventie. • Standaard operationele procedures zijn ontwikkeld voor alle klinische staf en andere medewerkers als sproeiteams en schoonmakers.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
55
• Een voorraadbeheersysteem is in werking om de continue beschikbaarheid van materialen zoals beddengoed en chloor te verzekeren. Infrastructuur: • Toegang tot de verbeterde wateropslag voorziening vanuit de Isolatie unit voltooid; de vloer en aansluiting van de wasruimte met de water en chloorvoorziening is voltooid • Afbraak en desinfectie / verbranding van de materialen van de oude Isolatie Unit. • Schoonmaakmaterialen voor de Isolatie unit en het ziekenhuis aangeschaft Psychosociale steun: • 157 ontslagen patiënten (53%) hebben psychosociale counseling ontvangen. • Training voltooid, gericht op psychosociale steun en verwerking van stress voor 21 nationale staf van de Isolatie unit. Geschatte besteding tot 31-1-2015
€ 98.112
Programma-management Inbegrepen in de bestedingen voor programma-management (PMS) zijn de supervisie van deze en andere IRC projecten in Sierra Leone door de programma directeur in Freetown, de financiële controle door de manager financiën en de controle op projectrapportages en naleving van donorbepalingen door de Grants manager. Ook bestedingen voor lokale medewerkers, financieel, logistiek en administratief, vallen onder PMS. Andere bestedingen, gerelateerd aan PMS, betreffen brandstof en onderhoud van voertuigen, verbonden aan het hoofdkantoor, en algemene ondersteuning door het hoofdkantoor in Freetown (communicatie, onderhoud apparatuur, huur, kantoormaterialen). Sierra Leone: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Geschatte € 15.225 besteding tot 31-1-2015
Beeld: George Subenya, IRC Sierra Leone
Nationale staf die een PPE training bijwoont.
Beeld: George Subenya, IRC Sierra Leone
Sproeiers aan het werk in de Bo Isolation Unit.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
56
Uitdagingen en beperkingen Culturele praktijken en tradities, zoals het wassen van overleden personen, bestaan nog steeds en hebben in sommige districten bijgedragen tot verdere verspreiding van de epidemie. Continue voorlichting en betrokkenheid is noodzakelijk om geleidelijk gedragsverandering te realiseren op dit gebied in de gemeenschappen en hen daarnaast ook te overtuigen van het belang van de Isolatie Unit. De ebola epidemie is een gezondheidscrisis maar heeft ook bijkomende complicerende factoren zoals de moeizame acceptatie en stigmatisering van patiënten die negatief zijn getest. IRC en haar lokale partner besteden veel aandacht aan bewustwording en goede informatievoorziening die zich toespitst op de manieren waarop de ziekte wel en niet wordt overgedragen (tegengaan van ‘mythevorming’). Deze voorlichting is o.a. onderdeel van het takenpakket van het psychosociale vrijwilligers team, dat is verbonden aan de Isolatie Unit. Een andere beperking is de slechte toestand van de infrastructuur (wegennet, communicatie), die mensen ernstig beperkt in hun mobiliteit. In Bo district is in ieder geval een alertsysteem en ambulancedienst opgezet die tijdig kan optreden om verdachte patiënten of overleden mensen te vervoeren.
Toekomst hulpverlening De epidemiologische status van Bo district vertoont nu een neerwaartse trend, het laatste bevestigde geval van ebola besmetting dateert van half januari 2015. Op grond van geleerde lessen uit andere ebola uitbraken kan deze periode van een neerwaartse trend nog wel 2 tot 3 maanden duren en bestaat altijd de kans van een kortstondige opleving van de epidemie. Die kans is reeel aanwezig in een land waar de besmetting veelal in gemeenschappen plaats vindt, in samenhang met bijv. onveilig uitgevoerde begrafenisrituelen, een traditie die zich niet eenvoudig laat terugdringen. Het patroon van terugkerende gevallen van ebola is voorgekomen in Kenema district, waar na een periode van 21 dagen, zich toch weer nieuwe gevallen van besmetting aandienden. IRC zal om die reden de enige Isolatie Unit in Bo nog zeker 2 tot 3 maanden operationeel houden en haar ebola response met name richten op preventie en het volgen/toezicht houden op het ziekteverloop.
Familiewaakzaamheid tegen ebola Op een drukke decemberochtend, waren de medewerkers van de triage afdeling zoals gebruikelijk hard aan het werk om patiënten te screenen en vast te stellen wie aan de diagnose van ebola beantwoordde. De dienstdoende arts kreeg een telefoontje van een dorpsbewoner in de directe omgeving die op lage doch vastberaden toon sprak. “Enkele weken geleden is er in onze familie iemand aan ebola gestorven, vertelde ze. “Uit de informatie die we op de radio hoorden, leiden we nu af dat mijn zoon tekenen van ebola vertoont. Hij kan het niet accepteren maar stuur alsjeblieft jullie ambulance en mensen om hem op te halen. Ik heb bij een voorlichtingsbijeenkomst gehoord hoe belangrijk vroegtijdige isolatie en behandeling is”. IRC - de partnerorganisatie van Stichting Vluchteling ter plaatse- stuurde een ambulance met verplegers in beschermingspakken en zij overtuigden de jongen mee te gaan voor een diagnose. Bij binnenkomst had hij bijna 38 graden koorts en zijn ogen waren rood. Hij leek wel voor ieder symptoom een verklaring te hebben en kon niet geloven dat hij ebola had. Hij was ongeveer 21 jaar oud. Hij ontkende dat er iemand in zijn familie aan ebola was gestorven, zoals zijn moeder had gezegd. Hij ging tenslotte akkoord met opname in de Isolatieruimte en testte positief voor ebola. Ondanks alle goede zorg overleed hij vier dagen later in het behandelingscentrum. Daarna hebben zijn moeder en de overige gezinsleden 21 dagen in quarantaine doorgebracht. Het gevecht tegen ebola vereist extra waakzaamheid en samenwerking in de gemeenschap, zoals het verhaal van deze moeder aantoont.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
57
3.8 Terre des Hommes Over ons Terre des Hommes Nederland en Terre des Hommes Lausanne zijn zusterorganisaties die sinds 1966 samenwerken binnen de Terre des Hommes International Federation (TDHIF). TDHIF bestaat uit elf Terre des Hommes organisaties die een grote verscheidenheid van kinderbescherming programma’s uitvoeren in meer dan zeventig landen. Terre des Hommes Lausanne (TDH Lausanne) is gespecialiseerd in het bieden van humanitaire noodhulp en voert daarom veel humanitaire hulpprojecten uit voor, of in samenwerking met andere leden van de Federatie. Dit is ook het geval voor het ebola-programma in Guinee. Sinds 1987 heeft TDH Lausanne in Guinee gewerkt op het gebied van kinderrechten en het welzijn van kinderen. De focus ligt daarbij op twee thema’s: gezondheidszorg voor moeder en kind en kinderbescherming en jeugdbescherming (juvenile justice). Als reactie op het uitbreken van de ebola-epidemie is Terre des Hommes in mei 2014 begonnen met maatregelen om de verspreiding van deze ziekte tegen te gaan. Medewerkers van ziekenhuizen en medische posten waar Terre des Hommes mee samenwerkt werden getraind in ebola-preventie. Ook werd begonnen met het ondersteunen van deze medische posten door de levering van medisch materiaal, beschermend materiaal en ontsmettingsmiddelen. Terwijl deze maatregelen tegen de verspreiding van ebola werden voortgezet, is Terre des Hommes in oktober en november tegelijkertijd begonnen met de ontwikkeling van een veel groter plan van aanpak, dat meer medische posten in meer gemeentes in Guinee zou omvatten. De voorbereidingen zijn de afgelopen maanden uitgevoerd en in januari 2015 afgerond. Denk daarbij aan de benodigde veldstudies, een analyse van de behoeften en benodigdheden (needs and gaps analyses), overleg met de betrokken regionale en nationale overheidsinstanties, de Nationaal Coördinator Ebola, VN-organisaties, lokale en internationale ngo’s, lokale leiders, managers van de betrokken ziekenhuizen en medische posten en medewerkers van kinderbeschermingsorganisaties. Bovendien werd de werving en selectie en de training van de benodigde medewerkers uitgevoerd. De uitvoering van dit grotere project gaat in februari van start. De noodhulp die Terre des Hommes sinds 2014 uitvoert en het grootste deel van de voorbereidingen voor het grotere preventieproject (een geschatte € 80.000,-) heeft Terre des Hommes tot nu toe betaald uit eigen middelen en uit andere fondsen, zodat hier nog weinig Giro555-gelden voor aangesproken hoefden te worden. De Giro555-gelden zijn voor de uitvoering van het project gereserveerd en zal vanaf februari 2015 worden besteed. Het ebola-project is een uitbreiding van de sinds mei 2014 lopende projecten en maatregelen met als doel de capaciteit te versterken van ziekenhuizen en medische posten en van sociale organisaties en kinderbeschermingsinstanties. Terre des Hommes biedt training aan de medewerkers van deze medische en maatschappelijke instellingen. Deze trainingen betreffen ebola-preventie, kinderrechten en –bescherming. Ook heeft Terre des Hommes een programma uitgewerkt om de WASH-faciliteiten van de medische posten aan te leggen of te renoveren, zodat ze voldoen aan de gestelde normen. Daarnaast biedt Terre des Hommes economische, sociale en psychologische ondersteuning aan kinderen en gezinnen die zijn getroffen door ebola. Totaal ontvangen van Giro555: Totaal besteed tot 31 januari 2015:
€ 218.211 € 31.902 (15% van te besteden bedrag)
NB: Bestedingen zijn geschatte bedragen inclusief AKV. Exacte cijfers volgen in de eindrapportage van de Samenwerkende Hulporganisaties en de jaarrekeningen van de deelnemers.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
58
Resultaten van onze hulpverlening met geld van Giro555
Gezondheidszorg In nauwe samenwerking met de regionale en lokale leiders en overheden in de regio’s Conakry, N'Zerekore en Kindia hebben de Terre des Hommes medewerkers geanalyseerd welke humanitaire behoeften en lacunes er bestaan in de gezondheidszorg met betrekking tot de bestrijding van de ebola-epidemie (needs & gaps analysis). Op grond daarvan zijn de actiepunten gefinieerd. Deze contacten zijn onder andere de coördinatie van de lokale “leaders acting against ebola”, de regionale en gemeentelijke gezondheidsdiensten (DRS/DPS), ziekenhuisdirecteuren, managers van lokale gezondheidscentra en medische posten. Terre des Hommes werkt verder in nauw overleg met Artsen zonder Grenzen (AZG) en de NGO Alima om de acties in de gezondheidszorg op elkaar af te stemmen. Terre des Hommes neemt daarnaast deel aan de nationale en lokale coördinatievergaderingen, SubCluster Protection vergaderingen, UNICEF presentaties en discussies en de WHO vergaderingen en besprekingen. Guinee: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • Needs & gaps analyse bij 20 gezondheidcentra (18 medische posten en 2 ziekenhuizen) in de region van N'Zerekore; • Analyse, samen met de medewerkers uit de gezondheidscentra, van de problemen als gevolg van het ebola-epidemie, zoals angst van de bevolking om de medische centra te bezoeken voor de behandeling van niet-ebola gerelateerde gezondheidskwesties (de frequentie daalde met 30-40% als gevolg van de uitbraak), het ontbreken van beschermende uitrusting voor het medische personeel en de problemen die er bestaan voor het inkopen van medisch en preventiemateriaal, met name op het platteland; • Werving voor en training van de leden van het team dat de preventietrainingen gaat geven; Resultaat tot • Benodigde werkzaamheden voor 80 medische posten (waaronder 2 31-1-2015 ziekenhuizen) zijn in kaart gebracht en ingepland op basis van de needs & gaps analysis, waarbij de acties zijn afgestemd op de acties van andere (hulp)organisaties; • De voorbereidingen voor de werkzaamheden zijn afgerond; zodat de uitvoering kan beginnen in februari 2015; • Doelgroep is betrokken en steunt de voorgestelde maatregelen voor de medische posten en het medische personeel doordat medewerkers nadrukkelijk bij de analyse zijn betrokken; Geschatte € 2.500,besteding tot 31-1-2015
Water en sanitaire voorzieningen In nauwe samenwerking met de regionale en lokale leiders en overheden in Conakry, N'Zerekore, Kindia heeft Terre des Hommes de needs & gaps analyse op het gebied van water en sanitatie gemaakt in relatie tot de ebola-epidemie. Op grond daarvan zijn actiepunten gedefinieerd. Naast de eerder genoemde contacten die voor de gezondheidssector zijn geraadpleegd, is hiervoor ook intensief samengewerkt met de regionale vertegenwoordigers van het ministerie van Water en Sanitatie.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
59
Guinee: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan Het WASH-programma is gericht op het verbeteren van de WASHfaciliteiten die cruciaal zijn voor zowel medische centra als voor de gemeenschappen in de regio’s waar Terre des Hommes werkzaam is. • Terre des Hommes zal de water- en sanitaire voorzieningen in kaart brengen bij 80 gezondheidscentra, zowel in de stad als op het platteland, in de regio's Guinée Forestière (ca. 40 centra), Kindia (ca. 25 centra) en Conakry (ca. 15 centra); • Renovatie of aanleg van WASH-faciliteiten naar de WASH-normen in gezondheidscentra en binnen gemeenschappen zoals: schoon water (handmatige pompen, aansluiting op watervoorziening), latrines en schoon water reservoirs; De behoeften van elke locatie worden individueel beoordeeld. • Verdeling van WASH-materialen (bijvoorbeeld filters, maar ook zeep) in geselecteerde locaties, met name gezondheidscentra en gemeenschappen die in risicovolle situaties leven. Resultaat tot • De needs and gaps analyse voor de WASH-maatregelen van 2 31-1-2015 ziekenhuizen en 78 medische posten is afgerond; • De voorbereidingen voor de werkzaamheden zijn afgerond; zodat de uitvoering kan beginnen in februari 2015; • Werving en selectie voor leden van het WASH-team. Het WASH-team wordt ingezet om WASH-faciliteiten aan te leggen en om voorlichting over WASH en hygiëne te geven aan de verschillende doelgroepen; • Training WASH-team is begonnen. Geschatte € 2.500,besteding tot 31-1-2015
Bescherming Op het gebied van kinderbescherming werkt Terre des Hommes nauw samen met nationale, regionale en lokale instellingen, zoals het Nationale Kinderbeschermingsdepartement en kinderbeschermingsinstellingen, zoals de lokale NGO 'Action sociale de la promotion Féminine et de l'Enfance'. Terre des Hommes onderhoudt ook een constante dialoog met de internationale NGO's zoals Save the Children, Plan, Alima, etc. en met lokale NGO's zoals Monde des Enfants, Enfance du Globe om de needs & gaps te analyseren in de bescherming van kinderen en in benodigde psychosociale activiteiten. Terre des Hommes werkt intensief samen met de lokale partner NGO Sabou Guinée. Guinee: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • Identificatie van needs and gaps in de kinderbescherming om de kinderbescherming te ondersteunen en te versterken; • Vernieuwing van kinderbeschermings- en psychosociale activiteiten; • Werving en selectie voor het kinderbeschermingsteam (teamleider, maatschappelijk werkers, etc.); • Werving voor en opleiding van medewerkers va lokale kinderbeschermingsinstellingen; • Identificatie van kwetsbare kinderen die getroffen zijn door ebola in 5 dorpen en 10 districten in N'Zerekore (case management); • Een missie in de regio Kindia om kwetsbare kinderen die getroffen zijn door ebola te identificeren zodat hun veiligheid en ondersteun gegarandeerd kan worden; • Analyse van de situatie in de regio van Guinée Forestière. Resultaat tot • Needs & gaps analyse van de kinderbescherming en psychosociale 31-1-2015 ondersteuning in de verschillende regio’s waar Terre des Hommes werkzaam is;
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
60
Geschatte besteding tot 31-1-2015
• Ontwikkeling van een strategie voor de kinderbescherming en psychosociale ondersteuning; • Samenwerking opgezet en geformaliseerd met de lokale partner, Sabou-Guinée; • Start van het project om wezen te identificeren; • Identificatie van 86 weeskinderen in Beyla en 69 weeskinderen in Kindia waarvoor ingrijpen vereist is; Plan van aanpak hiervoor is opgezet; • Voorbereiding van de psychosociale trainingen; • Planning van de activiteiten voor de hele project periode € 1.000,-
Programma-management Om de werkzaamheden voor het ebola-project op te zetten en uit te voeren investeert Terre des Hommes in administratie, logistiek en human resources van het project. Deze kosten worden naar rato verdeeld over de verschillende onderdelen van het totaalproject. Administratie en logistiek: • Inrichting van en huur voor kantoor in Conakry sinds 1 december 2014; • Gebruikskosten (gas, water, licht, etc.); • Kantoorbenodigdheden; • Huur onderdak expats; • Autohuur, brandstof, chauffeurs; • Apparatuur (aggregaat, accu, kluis, etc.); • Communicatie (telefoon, internet, etc.) • vertalingen Personeelszaken: • Expatriate personeel: salarissen, internationale reiskosten, andere personeelskosten • Nationale medewerkers: salarissen Guinee: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Geschatte € 23.815,besteding tot 31-1-2015
Beeld: Francesca Gambazzi
Beeld: Francesca Gambazzi
Een kapotte waterpomp in Afval van de medische post in Soulouta, in de N’Zérékoré Koule, in de region N’Zérékoré, ligt regio, waardoor mensen geen onbeschermd te wachten op afvoer, toegang tot schoon water met alle risico’s van dien. Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015 hebben.
61
Uitdagingen en beperkingen De eerste uitdaging heeft te maken met het soort noodsituatie. Doordat de epidemie zich snel en grillig ontwikkelt, wisselt het snel welke gebieden het zwaarst getroffen zijn en waar de grootste noden zijn. Als voorbeeld, sinds 1 januari 2015 is het aantal ebola gevallen in de regio Guinée Forestière snel gedaald, terwijl de uitbraak zeer snel evolueerde in de Conakry en Kindia regio’s. Dit is waarom sommige ebola behandelcentra (ETC’s) leeg zijn (zoals de Beyla-ETC), terwijl in de ETC’s van Conakry en Coyah het aantal patiënten snel toeneemt. Een ander voorbeeld blijkt uit de algemene data: in januari daalde het aantal ebola-gevallen plotseling sterk, terwijl halverwege februari het aantal bevestigde gevallen al weer net zo hoog was als het totaal aantal gevallen in januari. Hoewel dit voor allerlei praktische problemen zorgt, zijn de gevolgen voor het TdH-project beperkt Het project is niet gericht op de behandeling van ebolapatiënten, maar op het verbeteren van de algemene preventie. Daarom hoeven de grillige veranderingen in aantallen ebolagevallen niet te betekenen dat veranderingen in de opzet van het project noodzakelijk zijn. De tweede uitdaging is gekoppeld aan psychosociale dimensie van de humanitaire respons. Omdat gemeenschappen sterke weerstand vertonen om het bestaan van ebola zelfs maar te accepteren, is het ingewikkeld om de respons te organiseren. Elke bezigheid vereist daarom bijzonder secure voorbereiding en aanpak en intensieve samenwerking met de betrokken lokale autoriteiten en gemeenschappen. Om hier mee om te gaan heeft Terre des Hommes een psychosociale expert uit de regio zelf ingehuurd. Daarnaast is de training van de maatschappelijk werkers ontwikkeld met de hulp van internationale experts, zoals het Centrum van Humanitaire Psychologie uit Genève en lokale partners, wiens kennis en ervaring cruciaal zijn om de sociale complexiteit van de gemeenschappen te begrijpen.
Toekomst hulpverlening De afgelopen drie maanden heeft Terre des Hommes de voorbereidingen voor het uitrollen van een groot noodhulpproject uitgevoerd. Dit gebeurde naast de noodhulp die Terre des Hommes sinds mei 2014 al geeft vanwege de uitbraak van de ebola-epidemie, betaald uit andere fondsen. In februari 2015 gaan de werkzaamheden, trainingen, leveranties van benodigd medisch materiaal en van bouwmaterialen (voor de bouw van sanitaire voorzieningen), evenals de opvang en ondersteuning van ebola-slachtoffers van start die in de afgelopen fase zijn voorbereid en gepland. Terre des Hommes start op dat moment met de aanleg en renovatie van WASH-faciliteiten, de trainingen op het gebied van preventie, WASH en kinderbescherming, leveranties van preventiematerialen, opvang van kinderen in risicosituaties en steun aan families in risicosituaties.
De weesbaby Moussa en zijn adoptiegezin Maatschappelijk werkers van de lokale partnerorganisatie Sabou-Guinée identificeerden het geval van Moussa* in de regio N'Zerekore. Deze zes maanden oude baby verloor beide ouders aan ebola. Vergeleken met sommige andere wezen had Moussa geluk: hij werd door leden van zijn verdere familie geadopteerd. Echter, dit had gevolgen voor een ander kind van deze familie. Want de familie besloot dat hun tienjarige dochter moest stoppen met school, om de moeder te helpen in het huishouden en bij de verzorging van de baby. Dit heeft uiteraard negatieve gevolgen voor haar opleiding en dus voor haar toekomst. Dat wil Terre des Hommes voorkomen. Daarom ondersteunt Terre des Hommes deze familie op verschillende manieren. In eerste eerste instantie door het bieden van financiële steun (zogeheten cash transfers) en voedselhulp om de basisbehoeften van de familie te dekken. Daarnaast biedt Terre des Hommes ook psychosociale ondersteuning aan het hele gezin (individuele en collectieve hulp). Bovendien is er ook financiële steun voor de familie om lesmateriaal aan te schaffen en het schoolgeld te betalen zodat de dochter weer naar school kan. Er is ook gezorgd voor een medische dekking voor het gezin. Maar dit zijn de korte termijn oplossingen. Voor de langere termijn, zoekt Terre des Hommes samen met het gezin mogelijkheden om meer inkomen te genereren, zodat de familie weer zelfredzaam kan worden. Op deze manier wordt het weeskindje Moussa opgevangen, zonder dat de toekomst van een ander kind in gevaar komt, terwijl de familie wordt ondersteund om in de nabije toekomst weer zelfredzaam te worden. * Dit is niet zijn echte naam om zijn identiteit te beschermen.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
62
1
3.9 UNICEF Nederland Over ons UNICEF werkt al langere tijd in de landen die door de ebola-epidemie zijn getroffen. Voordat ebola uitbrak ondersteunde UNICEF de regeringen structureel bij het behalen van de Millenniumdoelen. Dit zijn acht concrete doelen die zich richten op het uitbannen van wereldwijde armoede. Ook helpt UNICEF de landen met het verbeteren van sociaal beleid voor de arme en meest kwetsbare groepen in de samenleving. UNICEF werkt samen met lokale en internationale partnerorganisaties. Rampenvoorbereiding en het risico op rampen verminderen is onderdeel van het werk van UNICEF. Zodra duidelijk was dat de ebolaepidemie was uitgebroken zijn de lopende programma’s aangepast om vol in te kunnen zetten op het indammen van de ziekte en het helpen van degenen die direct en indirect door de ziekte zijn getroffen. UNICEF richt zich in de drie landen die het zwaarst getroffen zijn door ebola – Guinee, Liberia en Sierra Leone - op preventie door middel van voorlichting, het leveren van medische goederen en het in stand houden van de toegang tot sociale basisvoorzieningen. In de omringende landen die groot risico liepen op een uitbraak legde UNICEF alvast voorraden aan met medische goederen, werd voorlichting gegeven op drukke plekken zoals grensovergangen en busstations en werd samen met de overheid plannen gemaakt om adequaat te kunnen handelen bij een uitbraak. De gelden die UNICEF van Giro555 heeft ontvangen zijn besteed aan de ebolarespons in Liberia. De Giro555-gelden vormen 2,4% van de totale respons van UNICEF in Liberia. Totaal ontvangen van Giro555: Totaal besteed tot 31 januari 2015:
€ 1.438.419 € 1.103.597. (76,7 % van te besteden bedrag)
NB: Bestedingen zijn geschatte bedragen inclusief AKV. Exacte cijfers volgen in de eindrapportage van de Samenwerkende Hulporganisaties en de jaarrekeningen van de deelnemers.
Resultaten van onze hulpverlening met geld van Giro555 Gezondheidszorg UNICEF heeft verschillende typen ebola (behandel)centra opgezet in Liberia. Bijvoorbeeld de zogenaamde CCCs (Community Care Centres), waar ebolapatiënten binnen de eigen gemeenschap verzorgd kunnen worden. UNICEF is een belangrijke speler bij het verstrekken van medische goederen aan ebola (behandel)centra. UNICEF levert onder andere medicijnen, beschermende pakken en desinfectiemiddelen. Samen met partners en lokale vrijwilligers zorgt UNICEF voor voorlichting aan de bevolking over Ebola. Dit is cruciaal om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan. Liberia: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • Opzetten van ebola behandelunits, ebola noodunits die snel opgezet kunnen worden voor de isolatie en behandeling van patiënten, en centra voor de 21-dagen quarantaine van kinderen die mogelijk het virus hebben opgelopen • Leveren van essentiële medische benodigdheden (beschermende pakken, handschoenen en medicijnen) voor de behandeling van patiënten
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
63
Resultaat tot 31-1-2015
Geschatte besteding tot 31-1-2015
• Leveren van medische benodigdheden (materiaal en medicijnen) voor prenatale zorg, zorg voor pasgeborenen, zorg voor kinderen en algehele zorg voor het voorkomen en behandelen van infectieziekten (anders dan ebola) • Vergroten van kennis over ebola onder de lokale bevolking en het bevorderen van hygiëne. • Opzetten ebola behandelunits: UNICEF heeft CCCs opgezet in Liberia. De units, met elk acht bedden, werden door UNICEF opgezet in de risicogebieden, waar zich veel nieuwe besmettingsgevallen voordeden. De noodunits waren een aanvulling op de grotere ebola behandelcentra, die vaak overvol zaten. Giro555 heeft bijgedragen aan één CCC. • Leveren van essentiële benodigdheden voor het bestrijden van de ebola-epidemie: Met Giro555-gelden is 248 kubieke meter aan goederen geleverd • Voortzetten en/of oppakken gezondheidszorg: UNICEF heeft ervoor gezorgd ervoor dat reguliere gezondheidszorg open bleef of, wanneer gezondheidszorg was stopgezet, opnieuw geopend werd. Kinderen kregen belangrijke vaccinaties om ze te beschermen tegen veel voorkomende kinderziektes en medicijnen na diagnose van ziektes als malaria. Met Giro555-gelden zijn drie gezondheidscentra voorzien van medicijnen en medische middelen voor verloskunde, neonatale zorg, kindzorg en reguliere infectiepreventie en behandeling. • Vergroten van kennis over ebola: dit werd gedaan door het organiseren van bijeenkomsten, via media en door bij mensen thuis voorlichting te geven. In totaal zijn 5.812 huishoudens (bijna 30.000 personen) bereikt met Giro555-gelden. € 592.440
Voedsel Ondervoeding van zowel volwassen ebolapatiënten als kinderen is een groot probleem in Liberia. UNICEF zorgt via opleiding van zorgpersoneel dat de voedingsstatus gescreend en in de gaten gehouden wordt. UNICEF levert voedingssupplementen aan zorgcentra die vervolgens werden verstrekt aan patiënten en ondervoede kinderen. Kinderen die ernstig ondervoed waren werden hiervoor behandeld in speciale, door UNICEF ondersteunde centra. Liberia: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • De voedingsstatus van ebolapatiënten in (behandel)centra goed monitoren en indien nodig de juiste bijvoeding verstrekken. • Kinderen in de ebola-gebieden screenen op ondervoeding en zo nodig behandelen. Resultaat tot • Gezondheidszorgpersoneel (4 mensen met Giro555-gelden) is 31-1-2015 getraind op het monitoren van de voedingsstatus van patiënten en het toepassen van voedingssupplementen. Deze supplementen waren onderdeel van de verstrekte medische goederen en medicijnen. • In totaal 16 kinderen met ernstige, acute ondervoeding werden behandeld in de door UNICEF ondersteunde Integrated Management of Acute Malnutrition (IMAM) units met Giro555 gelden. Vooral in de ‘ebola hotspot’ gebieden hadden kinderen behandeling nodig voor ernstige, acute ondervoeding. Op dit moment bevinden zich ‘ebola hotspots’ in zes districten: Bong, Grand Cape Mount, Lofa, Margibi, Montserrado en Nimba. Geschatte € 27.905 besteding tot 31-1-2015
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
64
Water en sanitaire voorzieningen Voorlichting en hygiëne zijn cruciaal om verdere verspreiding van het ebola-virus te voorkomen. Daarom heeft UNICEF hygiënekits (die onder andere zeep, handschoenen en chloor bevatten) aan huishoudens uitgedeeld en uitgelegd hoe infectie voorkomen moet worden. Een andere belangrijke taak van UNICEF was het aanleggen van sanitaire voorzieningen en het verzorgen van schoon drinkwater bij ebola (behandel)centra. Liberia: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • Uitdelen van hygiëne kits aan huishoudens • Aanleggen van sanitaire voorzieningen en schoon drinkwater bij ebola behandelcentra en zorgen voor afvoer en verwerking van afvalwater. Resultaat tot • UNICEF heeft met Giro555-gelden sinds november 2014 31-1-2015 hygiënepakketten uitgedeeld aan 1.027 huishoudens. In de pakketten zit onder andere zeep en chloor. Mensen kregen bij de ontvangst van het pakket uitleg over het gebruik van de inhoud en andere instructies voor het voorkomen van infectie met het virus. Met Giro555-gelden zijn 5.707 mensen bereikt met voorlichting over handenwassen, de omgeving schoon houden, aanleg en gebruik van latrines en de drinkwaterketen. • Met hulp van UNICEF zijn nieuwe sanitaire faciliteiten gebouwd bij ebola (behandel)centra. Ook is er gezorgd voor schoon drinkwater bij de centra voor patiënten en gezondheidsmedewerkers. Water werd met watertankwagens geleverd of er werd ter plekke een put geslagen. Met Giro555 gelden is bijgedragen aan WASH voor 1 Ebola centrum. Ook zijn maatregelen genomen voor veilige afvalverwerking, zoals protocollen en instructies voor personeel. Samen met partners zoals de Wereldgezondheidsorganisatie en het Rode Kruis heeft UNICEF de verantwoordelijke autoriteiten geholpen met het veilig afvoeren van afvalwater en goede waterzuivering. Geschatte € 311.246 besteding tot 31-1-2015
Onderwijs Door de ebola-epidemie waren de scholen in Liberia voor langere tijd gesloten. UNICEF heeft ervoor gezorgd dat kinderen toch onderwijs kregen door middel van educatieve radioprogramma’s. Zo konden kinderen enigszins bij blijven met de lesstof. UNICEF maakt zich ook sterk voor de veiligheid van scholen wanneer deze weer opengaan. Leraren hebben bijvoorbeeld een training gekregen over ebola preventie. Liberia: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • Het trainen van leraren over ebola preventie Resultaat tot • UNICEF heeft met Giro555-gelden 27 leraren getraind om huis-aan31-1-2015 huis voorlichting te geven over ebola Geschatte € 1.073 besteding tot 31-1-2015
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
65
Bescherming UNICEF zorgt voor psychosociale zorg en steun voor kinderen die slachtoffer zijn geworden van de ebola-epidemie. Bijvoorbeeld door mensen in te zetten die van Ebola genezen zijn, en dus immuun zijn, om kinderen bij te staan die in quarantaine zaten. Deze mensen werden eerst gescreend en getraind om dit werk te kunnen doen. Ten tweede herenigt UNICEF kinderen die gescheiden zijn van hun ouders/verzorgers met familie. Wanneer dit niet mogelijk is wordt er gepaste alternatieve zorg geregeld en krijgen de pleeggezinnen ondersteuning. Liberia: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • Psychosociale zorg en steun bieden aan kinderen die slachtoffer zijn geworden van de ebola-epidemie. • Het herenigen van kinderen die gescheiden zijn van hun verzorgers met familie of, wanneer dit niet mogelijk is, het regelen van gepaste vervangende opvang en zorg. Resultaat tot • Met steun van de Giro555-gelden van UNICEF hebben sinds begin 31-1-2015 november 2014 92 kinderen die slachtoffer zijn van de ebola-epidemie gepaste (psychosociale) zorg gekregen • Door de ebola-epidemie hebben veel kinderen één of beide ouders verloren. Sinds november 2014 heeft UNICEF ervoor gezorgd dat 14 wezen gepaste alternatieve opvang en zorg kregen met Giro555gelden. Geschatte € 76.202 besteding tot 31-1-2015
Programma-management UNICEF heeft wereldwijd het mandaat om bij een ramp in bepaalde sectoren (clusters) het clusterleiderschap op zich te nemen. UNICEF is bij deze respons in Liberia clusterleider van de clusters Voorlichting, WASH, Onderwijs, Voeding en Kinderbescherming. Clusterleiderschap houdt in dat UNICEF er voor zorgt dat er gecoördineerd wordt tussen de overheid en alle hulporganisaties die in die sector werkzaam zijn, dat er een informatie management systeem is en zorgt dat hulp adequaat wordt verleend volgens geldende kwaliteitsstandaarden zoals Sphere. UNICEF zet extra personeel en middelen in om deze rol te kunnen vervullen. Onder programma management vallen ook algemene kosten zoals monitoring, logistiek en personeel. Liberia: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Geschatte € 64.395 besteding tot 31-1-2015
Uitdagingen en beperkingen Uitdaging: geruchten en misvattingen omtrent ebola “Voor de ebola-epidemie hadden we nog nooit gehoord van het virus”, vertelt de 19-jarige jongerenleider Lee Wlejleh uit Liberia. “Zelfs toen officials ons vertelden over ebola geloofde 13 nog steeds niet iedereen dat het echt was .” Zoals bovenstaand citaat aangeeft is het omgaan met geruchten en misvattingen omtrent ebola een grote uitdaging. In het begin dachten sommige gemeenschappen bijvoorbeeld dat het virus een verzinsel was van mensen die kwaad wilden. Anderen vreesden de hulpverleners omdat ze zieke familieleden meenamen die niet terugkeerden. Door middel van 13 http://blogs.unicef.org/2014/08/27/ebola-in-liberia-bringing-the-prevention-message-to-communities/
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
66
posters en plaatjesboeken geeft UNICEF via lokale organisaties, vrijwilligers en personen met aanzien in de gemeenschap uitleg over ebola en worden mensen bewust hoe ze zich kunnen beschermen tegen het virus. Het is echter niet eenvoudig om mensen ervan te overtuigen dat bepaalde eeuwenoude gebruiken bij bijvoorbeeld begrafenissen besmettingen kunnen veroorzaken en niet meer toegepast mogen worden. Uitdaging: een ramp als geen andere UNICEF heeft veel ervaring met noodhulpverlening bij natuurrampen en conflicten. Echter de uitbraak van een zeer besmettelijke virale ziekte is een type ramp waar weinig ervaring mee was. Bekende manieren om kinderen te beschermen en te helpen bij rampen waren hier niet van toepassing. Van dag tot dag moesten oplossingen bedacht worden voor telkens nieuwe uitdagingen. De ziekte greep snel om zich heen, waarbij iedereen in het gebied, ook medewerkers van hulporganisaties, de kans liep om het virus op te lopen. Deze uitdaging gold niet alleen voor UNICEF maar ook voor overheden en de internationale humanitaire gemeenschap als geheel. Een voorbeeld van een uitdaging en oplossing was het herintroduceren van begrafenissen van ebolaslachtoffers. Eerder werden traditionele begrafenissen verboden door de overheid in verband met de hoge besmettingskans voor genodigden en werden crematies voorgeschreven als veiligste manier. Gemeenschappen gingen vervolgens de lichamen van familieleden verstoppen of stiekem begraven, wat de kans op verspreiding van het ebolavirus alleen maar vergrootte. Daarop werd besloten door hulpverleners en de overheid om begrafenissen wel weer toe te staan, maar maatregelen te nemen voor veilige begrafenissen en de bevolking voor te lichten over de juiste manier van begraven. Voor de waardigheid van de overledene en de rouwverwerking van de naasten is een begrafenis het beste in de Liberiaanse context, zij het met de nodige aanpassingen. Maar het gebeurt niet van de één op de andere dag dat gebruiken worden aangepast, dus voorlichting blijft continu 14 noodzakelijk, . Beeld: USAID/Morgana Wingard
Beeld: UNICEF
De eerste lading van beschermende materialen voor huishoudens, 9000 pakketten, wordt uitgeladen in Monrovia.
UNICEF-medewerkers en vrijwilligers gaan alle deuren langs om mensen te vertellen over ebola.
Toekomst hulpverlening UNICEF gaat door met het ondersteunen van de gezondheidszorg, zorgen dat ebolapatiënten de juiste voeding krijgen en zorgen dat water en sanitaire voorzieningen bij ebolabehandelcentra voldoende zijn. Het aantal nieuwe infecties daalt, maar de epidemie is nog geenszins voorbij. Preventie blijft noodzakelijk. Ook gaat UNICEF door met kinderbescherming en psychosociale steun, want ebola heeft een enorme impact gehad op het dagelijks leven van kinderen en dat werkt nog lang door. In februari of maart 2015 wil de overheid de scholen weer openen. UNICEF helpt met maatregelen zoals het leveren van thermometers aan scholen, zodat de temperatuur van alle kinderen dagelijks gecontroleerd kan worden en nieuwe besmettingen snel worden opgespoord.
14 zie : http://blogs.unicef.org/2015/02/11/ebola-in-liberia-from-secret-burials-to-safe-burials/
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
67
Verhaal en Beeld: Helene Sandbu Ryeng, medewerker van UNICEF Liberia.
De 17-jarige Charlesefta gaat al sinds augustus niet meer naar school.
Alternatief onderwijs voor kinderen in Liberia Charlesefta Yeebahy staat in de deuropening van het gele bakstenenhuis. De zeventienjarige staart naar het o zo bekende landschap buiten het huis van haar familie. Ik vraag haar wat ze doet de hele dag nu er geen school is. Ze vertelt dat ze gewoon thuis is, zonder echt iets te doen. “Soms help ik mijn moeder in haar winkeltje. Maar meestal doe ik niet zo veel”, zegt ze met een zucht. Vanwege de ebola-uitbraak zijn de scholen in Liberia voor langere tijd gesloten. Het is zes maanden geleden dat Charlesefta en andere jongeren in Liberia naar school zijn geweest. Charlesefta vertelt dat ze snel terug naar school wil. Ze hoopt later namelijk dokter te worden en daarvoor moet je hard studeren. Ook de moeder van het meisje hoopt dat haar kinderen snel weer naar school kunnen. Ze vindt leren ontzettend belangrijk voor de toekomst van haar dochter. Mevrouw Yeebahy is niet de enige die zich zorgen maakt. UNICEF maakt zich namelijk ook druk over de lange termijn consequentie van het sluiten van de scholen. Liberia kent al veel analfabetisme, onderwijs is belangrijk om het land verder te ontwikkelen. Dat is waarom UNICEF samen met het ministerie van Onderwijs alternatieve lesmethoden ontwikkelt voor kinderen die thuiszitten. Een voorbeeld is een educatief radioprogramma dat via de radio wordt uitgezonden. Door thuis naar het programma te luisteren kunnen kinderen toch de lesstof bijhouden en lopen ze wanneer straks de scholen opengaan niet teveel achter.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
68
3.10 World Vision Over ons World Vision wil dat kinderen in ontwikkelingslanden gezond zijn en onderwijs krijgen. World Vision wil dat kinderen opgroeien in een veilige leefomgeving waar ze liefde ervaren en doorgeven. Samen met de familie en de omgeving werkt de organisatie aan vooruitgang die doorgaat als World Vision weg is. World Vision werkt in bijna 100 landen in nauwe samenwerking met lokale en internationale organisaties. Jaarlijks bereikt World Vision miljoenen mensen met noodhulp en duurzame ontwikkeling. De organisatie helpt kinderen, hun familie en de omgeving zonder onderscheid te maken naar geslacht, geloof, ras of politieke overtuiging. World Vision Sierra Leone is sinds 1996 al actief in de 4 districten Kono, Bo, Pujehun en Bonthe met streekontwikkelingsprogramma’s en noodhulp. De ondersteuning van World Vision richt zich vooral op de sectoren gezondheidszorg, gebalanceerde voeding, onderwijs, voedselzekerheid en levensonderhoud, water, hygiëne en sanitatie, bescherming van kinderen, genderissues en gehandicapten. World Vision coördineert de hulpoperatie voor ebola met het Ministerie van Gezondheidszorg, de Wereldgezondheidsorganisatie en andere (inter)nationale partners. De programma’s van World Vision zijn gebaseerd op een analyse van de context en op onderzoeken naar de humanitaire noden. World Vision is lid van diverse coordinatiestructuren, zoals de districtswerkgroep voor ebola in de districten Kono, Bo, Pujehun en Bonthe en de ebolawerkgroep in Freetown. Daarnaast is World Vision een actieve deelnemer in diverse relevante clustervergaderingen van de Wereldgezondheidsorganisatie. World Vision is voornamelijk in Sierra Leone actief de ebola-uitbraak aan het bestrijden. Ook in de nabijgelegen landen Mali, Tsjaad, Niger, Senegal, Mauretanië en Ghana is World Vision voorbereid op een eventuele ebola-uitbraak en in sommige landen wordt gewerkt aan het vergroten van de bewustwording rondom ebola. Het totale budget van de ebola respons van World Vision is ongeveer € 27 miljoen. Hier draagt Giro555 € 159.628 aan bij. Totaal ontvangen van Giro555: Totaal besteed tot 31 januari 2015:
€ 159.628 € 48.282 (30 % van te besteden bedrag)
NB: Bestedingen zijn geschatte bedragen inclusief AKV. Exacte cijfers volgen in de eindrapportage van de Samenwerkende Hulporganisaties en de jaarrekeningen van de deelnemers.
Resultaten van onze hulpverlening met geld van Giro555
Gezondheidszorg Het door Giro555 gefinancierde deel van de ebola response van World Vision richt zich er via verschillende kanalen op om bewustwording omtrent ebola te vergroten. Zowel via lokale gezondheidswerkers als via religieuze leiders beïnvloedt World Vision de manier waarop mensen omgaan met ebola. De gezondheidswerkers gaan langs huizen om mensen bewust te maken en contacten van mensen die besmet zijn langs te gaan. De religieuze leiders, zowel islamitisch als christelijk, kunnen via het Channels of Hope project tijdens de bijeenkomsten in hun kerken en moskeën vertellen over ebola. Daarnaast wordt er via radioprogramma’s aandacht besteed aan ebola. De focus ligt voornamelijk op de gebruiken rondom begrafenissen en de noodzaak om al vroeg de symptomen van ebola te herkennen en tijdig op zoek te gaan naar behandeling. Op deze manier kunnen mensen die mogelijk
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
69
besmet zijn vroeg worden doorverwezen naar lokale zorgcentra of ebolabehandelcentra, voordat zij andere gezinsleden besmetten. De projecten worden uitgevoerd in de districten Pujehun, Bo en Bonthe in het zuiden en Kono in het oosten van Sierra Leone. Sierra Leone: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Plan • Training van 80 religieuze leiders, 20 per district • Via deze imams en voorgangers worden 28.000 leden van religieuze gemeenschappen bereikt. • Trainen van 70 lokale gezondheidswerkers • Het betalen van risico-vergoedingen aan deze 70 gezondheidswerkers. • Via de 70 lokale gezondheidswerkers worden 7000 personen bereikt. • Ontwikkelen en uitzenden van een radioprogramma om bewustwording over ebola te vergroten. • Voeren van discussies en bespreken van telefonische vragen over ebola tijdens deze radioprogramma’s. Resultaat tot • De 80 islamitische en christelijke religieuze leiders zijn geselecteerd. 31-1-2015 De trainers voor het programma zijn in alle vier de districten getraind. • 70 lokale gezondheidswerkers die mee kunnen doen aan het programma zijn geselecteerd. De hoogste prioriteit voor alle 70 is het identificeren en rapporteren van ebola-gevallen. • Er zijn 15 lokale gezondheidswerkers getraind in 1 district van de 4 districten. • Er zijn tot 500 mensen bereikt door deze lokale gezondheidswerkers. • Er is een start gemaakt met het voeren van discussies over ebola op de radio. Geschatte € 43.107 besteding tot 31-1-2015
Programma-management Het noodhulp programma van World Vision vindt plaats in de districten Bo, Bonthe, Pujehun en Kono. World Vision deelt kosten voor programma-management ondersteuning in twee categorieën in. Ten eerste in directe projectkosten die betrekking hebben op meer dan 5 projecten, zoals een auto die door meer dan 5 projecten gebruikt wordt of een accountant die meer dan 5 projecten beheert. Daarnaast zijn er de operationele kosten van een kantoor: Administratie, communicatie, inkoop en logistiek, veiligheid, financiën, HR, IT, monitoring en evaluatie, interne audits, management staf. De totale response van World Vision op de ebolaramp bestaat uit diverse projecten en bevat aanzienlijk meer dan uitsluitend de SHO-gelden. De kosten voor programma-management die tot nu toe op dit project zijn geschreven vallen dan ook onder de eerste categorie. De kosten wordt toegerekend naar de projecten op basis van de omvang van het budget van het project in verhouding tot het budget van alle projecten bij elkaar opgeteld. Ieder project draagt daarmee een ‘fair share’ bij aan kosten voor programma-management. Dat geldt voor zowel de gedeelde kosten als voor de operationele kosten.
Sierra Leone: Noodhulp en wederopbouw met geld van Giro555 Geschatte € 2.016 besteding tot 31-1-2015
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
70
Beeld: World Vision Sierra Leone
Lokale gezondheidswerkers tijdens de training.
Trainingssessie van lokale gezondheidswerkers.
Lokale gezondheidswerkers tijdens de training.
Groepsfoto van lokale gezondheidswerkers na de training.
Uitdagingen en beperkingen • Vanwege de kans op besmetting is het werk risicovol voor de lokale gezondheidswerkers die van deur tot deur gaan om bewustwording te vergroten en ebola-gevallen te vinden. Daarom is het belangrijk een risicovergoeding te betalen en hen via de training goed voor te bereiden. • Het is lastig om mensen die mogelijk besmet zijn met ebola en hun families tijdig op zoek te laten gaan naar behandeling. De ebolabehandelcentra en lokale zorgcentra zijn vaak ver van hun huis en de kwaliteit van de dienstverlening wordt als slecht ervaren. De gezondheidswerkers, de religieuze leiders en de radioprogramma’s kunnen vragen hierover beantwoorden.
Toekomst hulpverlening • De tweede week van februari worden de 80 christelijke en islamitische leiders getraind. • Na de training worden de religieuze leiders ondersteund wanneer zij hun eigen gemeenten bij het project betrekken. • Er worden nog 55 lokale gezondheidswerkers in de overige 3 districten getraind. • Het betalen van de risicovergoedingen aan de lokale gezondheidswerkers. • De lokale gezondheidswerkers gaan verder met het vergroten van bewustwording door deur-aan-deur langs te gaan. e • Voortzetten van het ontwikkelen van radioprogramma’s en uitzendingen vanaf de 1 week van februari. • Voortzetten van de discussies en telefoontjes over ebola tijdens de radioprogramma’s.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
71
Beeld: World Vision Sierra Leone
Islamitische en christelijke leiders worden getraind voor het Channels of Hope project in Bonthe.
Religieuze leiders verspreiden een boodschap van hoop Angst vulde de harten van de mensen in Sierra Leone toen ebola om zich heen greep. De angst nam toe toen de gezondheidswerkers waar de mensen normaal hun gezondheidssituatie mee bespraken onder de eerste slachtoffers van ebola begonnen te vallen. De hopeloze toestand was een voedingsbodem voor geruchten en misvattingen: mensen begonnen het bestaan van de ziekte te ontkennen. Terwijl het aantal slachtoffers gestaag toenam, ontwikkelde World Vision het inzicht dat de inzet van religieuze leiders van diverse achtergronden een cruciale rol kan spelen in het voorlichten van grote groepen mensen. Zo kunnen de geruchten en de misvattingen worden gestopt en worden vervangen met voorlichting over preventieve maatregelen In de eerste sessie werden dertig religieuze leiders, imams en pastors, samengebracht om de boodschap te ontwikkelen over preventie van ebola. Bij de opening van deze training zei Mattia Koi Dimoh, Operations Director van World Vision: “World Vision gelooft sterk dat jullie, de religieuze leiders, optimaal gepositioneerd zijn om hoop te geven aan ons land in een crisis als deze. Jullie hebben de unieke positie en overredingskracht om 500 mensen in een keer te bereiken en bovendien nemen die 500 mensen van jullie die boodschap aan”. De religieuze leiders besloten tijdens de training dat de 15 aanwezige imams op zondag voorlichting zouden geven in 15 kerken. De 15 pastors op hun beurt zouden op vrijdag 15 moskeeën aandoen . De nadruk van de voorlichting ligt op: de oorzaken van de ziekte, de vroege signalen en symptomen van de ziekte, hoe om te gaan met ebola patiënten, het belang van handen wassen met zeep en schoon water en als laatste werd aandacht besteed aan een veilige en waardige begrafenis, die er anders uitziet dan de normale gang van zaken. Eerwaarde Peter Kainwo startte de campagne in de centrale moskee van Bo in een bijeenkomst die bezocht werd door 200 mensen. Op de vrijdag werden in totaal 3500 mensen bereikt in de 15 moskeeën. Op zondag nam hoofd-imam Koker het stokje over. Hij sprak 300 mensen toe in de United Brethren in Christ kerk in Bo. Op zondag werden nog eens 3000 mensen bereikt. Een van de doelen van de campagne was om de mensen in de kerken en de moskeeën de opgedane kennis te laten verspreiden in hun gezin. Asuma Rogers, een kerkganger die haar buren opzocht om de boodschap door te geven zei: “In de geschiedenis van dit land is dit nooit eerder voorgekomen. Ik heb het nog nooit meegemaakt dat een imam preekt in een kerk. Bedankt, World Vision. “ En Madam Soko, een moslima, nam de boodschap over ebola mee naar huis en gaf de voorlichting door aan haar gezin.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
72
Beeld: World Vision Sierra Leone
Tijdens de training van pastors en imams voor het Channels of Hope project.
Islamitische en christelijke leiders bidden voor de slachtoffers van Ebola
Groepsdiscussie tussen religieuze leiders tijdens de training voor het Channels of Hope project.
Groepsfoto van de imams en pastors van een Channels of Hope project.
Colofon Uitgave Stichting Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) © Den Haag, maart 2015 Voor meer informatie zie: www.samenwerkendehulporganisaties.nl Contact Voor vragen of meer informatie over de Samenwerkende Hulporganisaties kunt u terecht op 070-31 36 555 of via
[email protected] Voor mediavragen kunt u terecht bij: Barbara Bosma,
[email protected] of 06 108 121 00.
Tussenrapportage Giro555-actie ‘Stop de ebola-ramp’, maart 2015
73