Huishoudelijk reglement Van de Vereniging tuinrecreatie Veendam A. Het verkrijgen van het lidmaatschap Artikel 1. Gewone leden van de vereniging kunnen zijn personen, die wettelijk meerderjarig zijn en als zodanig door het bestuur zijn aanvaard. Artikel 2. Het Bestuur kan als gewone leden slechts aanvaarden natuurlijke personen, van wie redelijkerwijs mag worden aangenomen, dat zij op generlei wijze aanstoot in de Vereniging zullen geven en die in overeenstemming met de doelstelling der Vereniging een tuin op haar complex in huur hebben ontvangen. Een en ander ter beoordeling van het bestuur. Artikel 3. Als buitengewone leden kunnen door het bestuur worden aanvaard natuurlijke personen, die de leeftijd van tenminste 18 jaar hebben bereikt, van wie redelijkerwijs mag worden aangenomen, dat zij op generlei wijze aanstoot in de Vereniging zullen geven en die, hoewel zelfstandig geen tuin in huur hebbend, naar het oordeel van het bestuur zodanig nauw bij de Vereniging zijn betrokken, dat hun de voordelen van het lidmaatschap niet mogen worden onthouden. Het in dit Reglement ten aanzien van gewone leden bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de buitengewone leden, met dien verpande dat zij geen stemrecht genieten.
Artikel 4. 1. De aanvragen tot het in huur ontvangen van een tuin houden tevens in een aanvraag tot toelating als lid der vereniging. 2. Zij die een tuin van de Vereniging in huur wensen te ontvangen dienen daartoe een aanvraag in. Een nieuwe lid ontvangt een exemplaar van de Statuten van de Vereniging, alsmede een huishoudelijk reglement de vereniging betreffende. Het nieuwe lid dient voor ontvangst van deze bescheiden te tekenen. Artikel 5. Het bestuur doet van ingekomen aanvragen tot lidmaatschap mededeling aan de leden door publicatie in het mededelingenblad dan wel tijdens de algemene ledenvergadering. Artikel 6. Het bestuur beslist zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een maand, op ingekomen aanvragen. Artikel 7. Van een besluit tot al of niet toelating als aspirant-lid wordt aan betrokkene uiterlijk binnen 14 dagen kennis gegeven. Artikel 8. Aspirant-leden, die als zodanig door het Bestuur zijn aanvaard, zullen zo nodig op een wachtlijst worden geplaatst en naar die volgorde opgeroepen tot het aanvaarden van beschikbaar zijnde, of beschikbaar komende tuinen. Zij mogen de Algemene Ledenvergadering bijwonen; de vergadering kan, op voorstel de Voorzitter besluiten, hun een adviserende stem te verlenen.
Artikel 9. 1. De leden zijn verplicht de bepalingen van dit Reglement en die van de Statuten der Vereniging, alsmede van de nader door de Algemene Ledenvergadering of door het Bestuur uit hoofde van dit Reglement te stellen bijzondere voorschriften, stipt na te komen. 2. Zij aanvaarden tevens de verantwoordelijkheid voor al hetgeen door hun op het complex verbrijzelde gezins- of familieleden, dan wel als hun gasten op het complex bedroevende personen in strijd met een deler bepalingen wordt verricht. Artikel 10. 1. De contributie der Vereniging zal jaarlijks worden vastgesteld tijdens de jaarlijks te houden Algemene Ledenvergadering op voorstel van het Bestuur, met dien verstalde, dat de hoogte van de contributie nimmer kan liggen beneden de werkelijk hoofdelijk omgeslagen kosten der Vereniging. 2. Pachtkosten vallen niet onder de in dit artikel bedoelde kosten der Vereniging. 3. Het bestuur is bevoegd in daartoe gezegende gevallen ontheffing of reductie te verlenen van de contributie; ten aanzien van de pachtsom is dit nimmer mogelijk. Artikel 11. 1. De leden zijn verplicht het door hen aan de Vereniging jaarlijks verschuldigde wegens contributie, tuin huur, waterrechten e.d. te voldoen voor of uiterlijk op 15 maart van elk verenigingsjaar. 2. Behalve voor zover beseft de eerste aanbieding van de desbetreffende kwitantie zullen alle kosten, voortvloeiende uit de inning dezer gelden, geheel voor rekening komen van de desbetreffende leden.
B. Het beëindigen van het lidmaatschap. Artikel 12. Het lidmaatschap wordt beëindigd door: 1. bedanken als lid, gepaard gaande met opzegging der tuin huur door het lid; 2. overlijden van het lid; vervallenverklaring van het lidmaatschap, gepaard gaande met opzegging va n de tuin huur vanwege het Bestuur. Artikel 13. Ingeval van overlijden komen de directe bloed- of aanverwanten van de overledene, desgewenst en na goedkeuring van het Bestuur, bij voorrang boven anderen in aanmerking voor het inhuren van de opengevallen tuin zonder dat in zodanig geval voor de overschrijving van de tuin huur en het veranderen der tenaamstelling bijzondere kosten en zonder dat aan de nieuwe huurder opnieuw tuin huur en contributie over het lopende jaar in rekening zal worden gebracht. Op zodanige bloed- of aanverwanten is van toepassing artikel 4 van dit Reglement. Artikel 14. 1. Het Bestuur is bevoegd leden van het lidmaatschap vervallen te verklaren, hetgeen zonder nadere aankondiging gepaard gaat met opzegging van de tuin huur, ingeval zij: a) De hun in huur afgestane tuinen met afnemen niet naar behoren onderhouden overeenkomstig de bepalingen van dit Reglement of de nader uit hoofde van dit Reglement te stellen voorschriften; b) niet voldoen aan hun financiële verplichtingen jegens de vereniging; c) De reglementen en voorschriften, bedoeld in artikel 9, niet naar behoren nakomen of niet zorg dragen, dat deze reglementen worden nagekomen; d) op enigerlei wijze handelingen verrichten, welke in snijd zijn met de belangen der Vereniging. 2. Het Bestuur zal tot deze vervallenverklaring slechts overgaan bij gemotiveerd besluit, doch niet dan nadat het berokken lid bij aangetekend schrijven is gewaarschuwd, dan wel aan zijn verplichtingen is herinnerd en niet dan nadat het in de gelegenheid is gesteld in persoon te worden gehoord. 3. Van een besluit tot vervallenverklaring van het lidmaatschap gepaard gaande met Artikel 16. 1. Ingeval van bedanken als lid, respectievelijk vervallenverklaring van het lidmaatschap (art. 12, sub a en c. van dit Reglement) is het desbetreffende lid, na afloop van de termijn waarvoor de tuin is gehuurd dan wel na het onherroepelijk worden van het besluit tot vervallenverklaring, verplicht binnen 30 dagen na deze termijn, dan wel datum, zijn eigendommen van de tuin te verwijderen. 2. Indien aan het bepaalde in het vorige lid van dit artikel geen gevolg wordt gegeven zal de betrokkene voor elke dag waarmede de gestelde termijn wordt overschreden, aan de Vereniging een door het Bestuur te bepalen dwangsom verschuldigd zijn zonder enige ingebrekestelling. 3. In zeer bijzondere gevallen is het Bestuur bevoegd van het bepaalde in dit artikel ontheffing te verlenen en een nader redelijke termijn te stellen. Artikel 17. In geval van overlijden (art. 12 sub b van dit Reglement) zal, indien geen gebruik wordt gemaakt van het recht neergelegd in artikel 13 van dit Reglement, door het Bestuur met de erven dan wel een bloed- of aanverwant een redelijke termijn voor de verwijdering van de zich op de tuin beeldende eigendommen van de overledene worden overeengekomen, zodanig dat de belangen der Vereniging niet in het gedrang komen.
C.
Leden van verdienste, ereleden , donateurs.
Artikel 18. 1. Tot leden van verdienste kunnen door de Algemene Ledenvergadering, op voorstel van het Bestuur of van tenminste 10 leden worden benoemd personen, voorkomende uit de gewone of buitengewone leden, die zich jegens de Vereniging in bijzondere mate hebben onderscheiden.2 2. Zij hebben dezelfde rechten als de gewone leden doch geen andere financiële verplichtingen jegens de Vereniging dan die direct of indirect voortvloeien uit een eventueel met het Bestuur gesloten huurovereenkomst. Artikel 19. Tot ereleden kunnen door de Algemene Ledenvergadering, op voordracht van het Bestuur, of tenminste 10 leden, worden benoemd personen, eventueel niet voorkomende uit de leden, die zich bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt voor de Vereniging. Op hen is van toepassing het bepaalde in artikel 18, sub 2 van dit Reglement. Artikel 20. Als donateur kunnen tot de Vereniging toetreden natuurlijke of rechtspersonen die een jaarlijkse bijdrage betalen van tenminste 11,34 euro. Overigens hebben zij generlei rechten. Artikel 21. Donateurs mogen de Algemene Ledenvergadering als gast bijwonen; de vergadering kan, op voorstel van de Voorzitter, besluiten hun adviserende
II.
VAN HET BESTUUR.
A. Algemeen. Artikel 22. Aan het hoofd der Vereniging staat een Bestuur, dat tot voor heeft de belangen van de Vereniging en haar leden naar vermogen te behartigen. Het Bestuur is belast met de uitvoering van de door de Algemene Ledenvergadering genomen besluiten, tenzij deze uitvoering uitdrukkelijk aan anderen wordt opgedragen. Het bestuur draagt zorg en ziet toe, dat de bepalingen der van toepassing zijnde reglementen en voorschriften behoorlijk worden nageleefd. Het Bestuur is wegens de uitvoering van zijn bestuurstaak verantwoording verschuldigd aan de Algemene Ledenvergadering. Artikel 23. De bestuursleden worden gekozen voor de tijd van 2 jaren. Jaarlijks treedt, volgens het door het bestuur op te maken rooster, ongeveer de helft van de bestuursleden af, in dier voege, dat per jaar niet minder den twee bestuursleden voor aftreding in aanmerking komen en dat voorzitter en secretaris nimmer gelijktijdig aftreden. Aftredende bestuursleden zijn terstond herkiesbaar. In tussentijdse vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien, doch uiterlijk binnen zes maanden na het openvallen der functie. Voor het vervullen van bestuursfuncties wordt geen salaris genoten, Artikel 24. Voor de voorziening in vacatures in het bestuur doet het bestuur een schriftelijke aanbeveling, welke tegelijk met de oproep voor de Algemene Ledenvergadering, waarin in deze vacatures moet worden voorzien, aan de leden wordt kenbaar gemaakt De leden hebben het recht tegenkandidaten te stellen. Deze kandidaatstellingen moeten tenminste 3 keer 24 uur voor het ogenblik waartegen de desbetreffende Algemene Ledenvergadering is geconvoceerd, hetzij bij de voorzitter, hetzij bij de secretaris zijn ingediend. zij moeten getekend zijn door tenminste 5 leden en bovendien de bereidverklaring van de kandidaat bevatten een eventuele benoeming te aanvaarden.
B. De taken der bestuursleden en andere functionarissen Artikel 25. De voorzitter is belast met de algemene leiding bij de uitvoering der bestuurlijke taken. De voorzitter verzorgt een beknopt jaaroverzicht, naar voren te brengen tijdens de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering. De voorzitter leidt alle leden- en bestuursvergaderingen. Artikel 26. De secretaris voert de correspondentie van de vereniging, hij houdt het ledenregister bij en administreert de tuinverhuur, hij maakt verslag van alle bestuursvergaderingen. alsmede notulen van de ledenvergaderingen en brengt in de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering verslag uit over de verrichtingen van de vereniging in het afgelopen jaar. Artikel 27. De penningmeester beheert de financiën der Vereniging. Hij is gerechtigd alle gelden voor of namens de Vereniging te ontvangen en daarvoor kwijting te verlenen. Hij verricht alle betalingen, met inachtneming van de artikelen 28 en 38 van dit Reglement en verlangt daarvoor betalingsbewijzen. Op de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering brengt hij een beredeneerd verslag uit over zijn beheer. Artikel 28. Uitgaven, welke het bedrag van 453,78,- euro te boven gaan, kunnen slechts worden gevoteerd bij bestuursbesluit. Artikel 29. Stukken, de administratie der Vereniging betreffende, moeten tenminste vijf jaar worden bewaard. Jaarverslagen en notulen van algemene ledenvergaderingen blijven bewaard. Artikel 30. Iedere functionaris is verplicht op eerste vordering van de meerderheid van het Bestuur alle onder zijn berusting bevindende stukken en bescheiden, gelden, waarden of goederen van de Vereniging tegen ontvangstbewijs af te geven. Bij weigering van of nalatigheid in de afgifte zal de meerderheid van het Bestuur gerechtigd zijn, zich met alle gewettigde middelen in het bezit der genoemde zaken te stellen of te doen stellen, terwijl in zodanig geval alle kosten en schaden uit de weigering of nalatigheid voortvloeiende, ten laste komen van de weigerachtige of nalatige functionaris. Het bepaalde in het voorgaande in dit artikel wordt niet teniet gedaan door het neerleggen van de functie door de betrokken functionaris. Artikel 31. Het Bestuur is bevoegd om een lid der Vereniging (bij voorkeur uit het Bestuur te kiezen), met diens toestemming speciaal te belasten met de verhuur van de tuinen. Dit in overleg met en onder de verantwoordelijkheid van de secretaris. Artikel 32. Bestuursleden die met een speciale taak zijn belast, zullen telkens wanneer en waar dit nodig wordt geacht, de in de artikelen 25, 26 en 2.1 genoemde functionarissen bijstand te verlenen en hen, volgens door het Bestuur te stellen regelen te vervangen bij ontstentenis. Artikel 33. Het Bestuur kan zich in de uitoefening van zijn taak laten bijstaan door van zijnentwege te benoemen bijzondere commissies waarvan de leden worden gekozen uit de gewone leden.
In elke commissie dient een bestuurslid zitting te nemen. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter. Van de benoeming van zodanige commissies van bijstand wordt mededeling gedaan aan de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering. Deze commissies brengen over haar werkzaamheden jaarlijks verslag uit aan het Bestuur. Deze verslagen worden door de secretaris verwerkt in het door hem uit te brengen jaarverslag. Artikel 34. Het Bestuur vergadert minimaal zes keer per jaar en voorts, wanneer dit door de voorzitter of een der bestuursleden noodzakelijk of wenselijk wordt geacht. Artikel 35. Indien in het Bestuur zodanige ernstige meningsverschillen zijn ontstaan, waardoor het functioneren van het Bestuur in gevaar komt, is het Bestuur verplicht het geschilpunt op een Algemene Ledenvergadering te brengen. Artikel 36. Een besluit tot schorsing van een bestuurslid is slechts van kracht tot de eerstvolgende Algemene Ledenvergadering. Het Bestuur is alsdan verplicht aan de Algemene Ledenvergadering het voorstel te doen, het betrokken bestuurslid uit zijn functie te ontheffen; bij verwerping van dit voorstel door de Algemene Ledenvergadering wordt het betrokken bestuurslid geacht volledig in zijn oude functie te zijn hersteld; bij aanneming van het voorstel zal tevens een besluit worden genomen over de voorziening in de daarvoor ontstane vacature, voor zoveel nodig in afwijking - van de in artikel 24 van dit Reglement voorgeschreven termijnen.
III.
VAN DE GELDMIDDELEN DER VERENIGING.
Artikel 37. Het bestuur zal de gelden der vereniging doen deponeren bij een te goeder naam en faam bekend staande bankinstelling binnen de gemeente Veendam, ten name van de vereniging. Disposities over deze gelden zullen voor zover zij het bedrag van 453,78 euro niet te boven gaan, kunnen geschieden door de penningmeester. Voor disposities die de 453,78 euro te boven gaan is naast de handtekening van de penningmeester die van de voorzitter vereist. Artikel 38 1. Het Bestuur zal aan de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering ter vaststelling aanbieden een begroting van de te verwachten inkomsten en uitgaven in het dan lopende verenigingspunt. Door de vaststelling van deze begroting wordt het Bestuur gemachtigd tot het doen van uitgaven tot de bedragen in deze begroting voorzien. 2. Voor het doen van uitgaven, welke niet in de begroting zijn voorzien voor zover deze een bedrag van 1361,34 euro te boven gaan, is de machtiging van de Algemene Ledenvergadering vereist. 3. Voor zover noodzakelijk, is het Bestuur gerechtigd uitgaven te doen binnen het kader van haar financiële mogelijkheden, voor zover zij in het belang van de Vereniging zijn en niet strijdig met de Statuten, dan wel met het Huishoudelijk Reglement. Het Bestuur is op de eerstvolgende Algemene Ledenvergadering verantwoording verschuldigd omtrent deze uitgaven.
IV.
VAN DE KASCOMMISSIE.
Artikel 39. De Algemene Ledenvergadering benoemt een Kascontrolecommissie, bestaande uit twee leden welke niet tot het bestuur behoren. Jaarlijks treedt een der leden af en is niet terstond herkiesbaar. Artikel 40. De penningmeester is verplicht de boeken af te sluiten op 31 december van elk boekjaar De boeken dienen vergezeld te zijn van alle noodzakelijke bescheiden. Deze zullen, jaarlijks door een op de Algemene Ledenvergadering gekozen kascontrolecommissie worden gecontroleerd. De kascommissie geeft verslag van haar bevindingen op de eerstvolgende Algemene Ledenvergadering. De kascommissie in gerechtigd de penningmeester decharge te verlenen over het afgelopen boekjaar.
V.
VAN DE ALGEMENE LEDEN VERGADERINGEN
A Algemeen Artikel 41. De Algemene Ledenvergadering vormt de hoogste macht in de Vereniging, met dien verstande, dat het bepaalde in artikel 48 onverminderd van kracht blijft. De jaarlijkse Algemene Ledenvergadering wordt niet later gehouden dan 30 mei. Voorts wordt de Algemene Ledenvergadering gehouden: a) wanneer het Bestuur zulks nodig oordeelt; b) wanneer 10 leden daartoe, bij gedateerd en aangetekend schrijven, een verzoek bij het Bestuur hebben ingediend, met opgave van de te behandelen punten. In het geval sub b. is bet Bestuur verplicht de aangevraagde vergadering te beleggen binnen 30 dagen na de datum waarop het verzoek mag worden geacht blijkens de datumstempel op het reçu van het aangetekend schrijven, in het bezit van het Bestuur te zijn gekomen. Mocht het Bestuur niet binnen deze termijn aan zijn verplichting tot het beleggen van een Algemene Ledenvergadering hebben voldaan, dan kunnen de aanvragers zelf voorzien in het bijeenroepen der vergadering en in al hetgeen voor het goed verloop daarvan nodig zal blijken te zijn. In zodanig geval is het secretariaat der Vereniging verplicht op eerste aanvrage een afschrift van de ledenlijst te verstrekken. Artikel 42. De oproeping tot bijwoning van Algemene Ledenvergaderingen geschiedt schriftelijk, niet minder dan 7 dagen voor de dag, waarop zulk een vergadering wordt geconvoceerd, met opgave der te behandelen onderwerpen en bijvoeging van alle stukken welke voor een goede beoordeling der te behandelen onderwerpen nodig zullen worden geacht, alsmede alles wat nog meer ter tafel komt. Artikel 43. Op de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering komen onder andere de navolgende punten aan de orde: 1. beknopt jaaroverzicht door de voorzitter; 2. jaarverslag van de penningmeester, waaronder balans en financieel overzicht over het afgelopen jaar, alsmede een begroting voor het komend jaar; 3. jaarverslag van de secretaris; 4. verslag van de kascontrolecommissie; 5. bestuursverkiezing; 6. aanwijzing van een lid of leden der kascontrolecommissie.
B. Het stemmen. Artikel 44. Elk lid brengt een stem uit. Alle stemmingen geschieden volgens een door de leden ter vergadering te tekenen presentielijst; de presentielijst moet tevens het tuinnummer van het betrokken lid vermelden. Voor zover niet anders is bepaald worden alle besluiten genomen met gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Blanco stemmen worden als van onwaarde beschouwd. Leden die direct of indirect bij de vereniging of haar organen in dienstverband staan, onthouden zich van medestemmen over zaken welke daarmede middellijk of onmiddellijk verband houden. Artikel 45. Stemmingen over zaken geschieden mondeling. Stemmingen over personen schriftelijk. Indien bij stemmingen over zaken de stemmen staken, vindt een herstemming plaats. Staken de stemmen daarbij nogmaals, dan beslist het Bestuur na beraad staande de vergadering. In dit geval is het de bestuursleden verboden blanco te stemmen.
VI.
VAN DE COMMISSIE VAN BEROEP.
Artikel 46. De Commissie van Beroep bestaat uit drie leden, die in het algemeen geacht moeten worden volkomen vrij te staan tegenover het Bestuur en de leden. Zij worden benoemd door de Algemene Ledenvergadering. Tenminste twee leden van de Commissie van Beroep worden gekozen uit de gewone leden. Het derde lid wordt gekozen uit het Bestuur. De commissieleden bepalen onderling wie als voorzitter fungeert. De Commissie van Beroep is niet jaarlijks aftredend. Aftreden of wisseling in de commissie geschiedt alleen: 1. op verzoek van het lid; 2. indien het lid wordt gekozen als bestuurslid; 3. als het bestuurslid uit het Bestuur treedt. Het aftredend lid is terstond herkiesbaar, met dien verstande dat aan het bepaalde in de Statuten en het Huishoudelijk Reglement wordt voldaan. In tussentijds openvallende vacatures wordt voorzien in de eerstvolgende Algemene Ledenvergadering. Artikel 47. Geschillen tussen het Bestuur en de leden, alsmede tussen leden onderling, dan wel bestuursleden onderling, worden, indien een der partijen daartoe de wens te kennen geven, beslist door de Commissie van Beroep. Onder geschillen worden voor toepassing van dit artikel verstaan geschillen, welke zijn ontstaan over de juiste toepassing van het reglement der Vereniging, alsmede op grond van dit reglement uitgevaardigde voorschriften, alsmede over al zulke gevallen als waarin in dit reglement beroep op deze commissie is opengelaten. Eveneens kunnen aan de Commissie Van Beroep worden onderworpen geschillen tussen het Bestuur en de leden en tussen leden onderling, dan wel bestuursleden onderling, welke aanleiding kunnen geven tot verstoring van de goede verstandhouding in de Vereniging. Artikel 48. Door het onderwerpen van een geschil aan het oordeel der Commissie van Beroep wordt, zo mogelijk, de uitvoering van de beslissing, waarover het geschil is ontstaan, opgeschort. Over deze mogelijkheid tot opschorting zal de Commissie van Beroep onmiddellijk na kennisneming van het geschil haar oordeel te kennen geven. Door onderwerping van een geschil aan de Commissie van Beroep verklaren beide partijen zich aan de uitspraak van de Commissie van Beroep te zullen onderwerpen. De uitspraak van de Commissie van Beroep is bindend. Artikel 49. Geschillen als bedoeld in artikel 47 worden aan de Commissie van Beroep voorgelegd door middel van een aangetekend schrijven, gericht tot de voorzitter van de commissie, met uitvoerige omschrijving van het geschil. Alvorens nader op dit geschil in te gaan, zal de voorzitter tevens een schriftelijke uiteenzetting van de wederpartij vragen. De wederpartij is verplicht haar schriftelijke uiteenzetting binnen zes dagen na het inkomen der desbetreffende aanvraag aan de voorzitter van de Commissie van Beroep te zenden. Bij niet inachtneming van deze termijn is de Commissie van Beroep gerechtigd het geschil onmiddellijk in behandeling te nemen, zonder de schriftelijke uiteenzetting der wederpartij af te wachten. Artikel 50. De Commissie van Beroep zal over aan haar oordeel onderworpen geschillen beslissen naar recht en billijkheid, doch niet dan nadat zij de partijen en de door deze wenselijk geachte getuigen in de gelegenheid heeft gesteld, gehoord te worden. De Commissie van Beroep kan ook zelfstandig getuigen en/of deskundigen oproepen. Deskundigen kunnen slechts een adviserende stem uitbrengen, met dien verstande, dat de Commissie van Beroep verantwoordelijk wordt geacht voor haar beslissingen. Zij zal er naar vermogen naar streven binnen zo kort mogelijke termijn, doch tot hoogste binnen een maand na het instellen van het beroep, tot een uitspraak te komen en daartoe de termijnen voor verhoren e.d. zo kort houden als naar redelijkheid verantwoord mag worden geacht. De Commissie van Beroep brengt haar gemotiveerde beslissing schriftelijk ter kennis van de partijen en het Bestuur. Voor zover het geschillen betreft tussen leden en het Bestuur worden deze beslissingen
tevens ter kennis gebracht van de leden. Voor het overige bepaalt de Commissie van Beroep in ieder afzonderlijk aan haar oordeel onderworpen geval zelf de procedure. Artikel 51. Voor zover de geschillen aan het oordeel van de Commissie van Beroep worden onderworpen uit hoofde van de bepalingen van dit Reglement, waarin de mogelijkheden van beroep uitdrukkelijk zijn opengesteld, komen de aan de werkzaamheden der Commissie gemaakte kosten ten laste van de Vereniging. In alle andere gevallen zal de Commissie bij het doen van haar uitspraken tevens beslissen of en in welke mate de aan haar werkzaamheden verbonden kosten ten laste komen van de partijen.
VII.
VAN DE HUUROVEREENKOMSTEN
Artikel 52. Hetgeen vermeld is in de artikelen 4, 14, 15 en 16 van dit Reglement, is tevens voor de artikelen 53 en 54 van toepassing. Artikel 53. Geen tuinen worden in huur afgestaan dan krachtens een door de betreffende huurders en een gemachtigde van het Bestuur getekende huurovereenkomst, waarin, onder verwijzing overigens naar bepalingen van dit Reglement, de oppervlakte van de betreffende tuin met een tolerantie van maximaal 2 1/2 % per are en eventuele bijzondere voorschriften voor de betreffende tuin zijn vermeld. Artikel . 54. 1. Een huurovereenkomst, als bedoeld in artikel 53 wordt afgesloten met de strikte bepaling dat elke vorm van onderverhuur tegen geld dan wel tegen natura of in de vorm van arbeid ten strengste is verboden. Het gestelde in artikel 60 van dit Reglement is tevens van toepassing. 2. Bij constatering van overtreding van het vorige lid, alsmede van artikel 60, volgt royering en uitsluiting van het lidmaatschap. 3. Bij hoge uitzondering en slechts na overleg met het Bestuur kan van het in het eerste lid gestelde worden afgeweken.
VIII.
VAN DE OVERDRACHT VAN TUINEN.
Artikel 55. Leden, die om welke reden dan ook hun tuin huur moeten of willen beëindigen, stellen hun tuin ter beschikking van het Bestuur der Vereniging. Indien zich op die tuin enigerlei inrichting bevindt, waarvan de geschatte waarde de 90,75euro te boven gaat, dient de opzeggende huurder hiervan schriftelijke opgave te doen aan het Bestuur. Eventuele overdracht van de inrichting aan een opvolgende huurder dient schriftelijk te worden vastgelegd. Artikel 56. Het Bestuur zal van het beschikbaar komen van een tuin of tuinen, al dan niet voorzien van een inrichting, ten spoedigste mededeling doen aan alle leden der Vereniging. Indien een of meerdere huurders op deze tuin of tuinen reflecteren, genieten zij voorrang boven leden-aspirant-huurders. Toewijzing van deze tuin of tuinen geschiedt in volgorde van aanmelding. De toewijzing van de vrijgekomen tuinen aan de leden-aspirant-huurders zal geschieden naar volgorde van inschrijving op de wachtlijst, overeenkomstig artikel 2 van dit Reglement. Artikel 57. Indien zich op een vrijgekomen tuin een inrichting, als bedoeld in artikel 55, bevindt, die door de opvolgende huurder niet wordt overgenomen, dient de bemiddeling van het Bestuur te worden ingeroepen. Indien deze bemiddeling niet resulteert in overdracht van die inrichting, is de vertrekkende huurder verplicht, de tuin in de oorspronkelijke staat op te leveren. Bij in gebreke blijven wordt dit van bestuur wege op kosten van de betrokken vertrekkende huurder verricht. Artikel 58. Bemiddeling van het Bestuur, als bedoeld in artikel 57 zal niet worden verleend , tenzij: a) het vertrekkende lid ten volle aan zijn financiële verplichtingen jegens de Vereniging heeft voldaan; b) het Bestuur van oordeel is, dat de gevraagde som in evenredige verhouding staat tot de waarde van de inrichting op het moment van de verkoop; c) De gevraagde som 90,75 euro of meer bedraagt. Artikel 59. Indien het Bestuur bemiddeling, als bedoeld in artikel 58, verleent, zijn hiervoor geen kosten aan de Vereniging verschuldigd. Artikel 60. 1. Uitlenen van het gehele gehuurde perceel of een gedeelte daarvan aan niet-leden der Vereniging is verboden, 2. Het bewerken van een tuin op het complex door een ander dan de huurder of diens gezinsleden met het doel, daaruit profijt te trekken, is op straffe van vervallenverklaring van het lidmaatschap van de betreffende huurder, verboden. 3. Uitlenen van gehuurde percelen of gedeelten daarvan door leden der Vereniging onderling is niet verboden, mits hiervoor toestemming van het Bestuur is verkregen. Artikel 61. Tuinen welke weer ter beschikking van de Vereniging komen, overeenkomstig aan het gestelde in de artikelen 55 tot en met 57 van het Huishoudelijk Reglement, zullen aan leden-huurders en leden-aspirant-huurders worden uitgegeven.
lX.
VAN DE INRICHTING EN ONDERHOUD DER TUINEN.
Artikel 62. Het tuinieren geschiedt in overeenstemming met het doel der Vereniging, namelijk als middel tot actieve recreatie. Artikel 63. Bestaande of nog vast te stellen wettelijke voorschriften met betrekking tot de verbouw van aardappelen en/of groenten en in het algemeen met betrekking tot de beplanting van tuingronden, dan wel ter zake van maatregelen voor ziektebestrijding dienen stipt in acht te worden genomen. Het niet in acht nemen van deze voorschriften wordt beschouwd als handeling in strijd met de belangen ter Vereniging. Artikel 64. Elk lid is verplicht de hem toegewezen tuin in goede staat te houden, behoorlijk te bewerken, te beplanten en vrij van onkruid te houden en er voor zorg te dragen, dat de gewassen op tijd geoogst worden. Het Bestuur is bevoegd, speciale bestrijding te bevelen van voor het complex bijzonder schadelijke onkruid- en insectensoorten. Naam en aard daarvan zullen alsdan op de meest geschikte wijze ter kennis van de leden worden gebracht, Bij herhaald aantreffen in de tuinen van de in het vorige lid bedoelde onkruid- en insectensoorten is het bestuur bevoegd de betreffende leden een boete op te leggen van 4,53 euro per keer. Artikel 65. Elk lid is verplicht de aan zijn tuin grenzende border- en groenstroken, alsmede het (de) pad(en) langs deze tuin vrij van onkruid te houden, en die niet binnen 7 dagen na een hun toegezonden waarschuwing alsnog aan hun verplichting hebben voldaan een boete op te leggen van 4,53 euro per keer, dan wel naar verkiezing van het Bestuur, deze werkzaamheden op kosten van het betrokken lid door een nader aan te wijzen persoon of personen en/of bedrijf te laten verrichten. Artikel 66. De huurders mogen het hun toegewezen perceel door middel van heggen (binnen de wettelijke bepalingen), gaas of draad (eventueel met prikkeldraad volgens de normen van de Algemeen Plaatselijke Verordening), tot een hoogte van 1 meter, afscheiden, Deze afscheiding dient van behoorlijke constructie te zijn, behoorlijk te worden onderhouden en vrij van onkruid te worden gehouden. Indien heggen worden aangeplant, dient het onderhoud daarvan volgens de wettelijke bepalingen en overeenkomstig uitgevaardigde, dan wel uit te vaardigen voorschriften te geschieden. Vanwege de Vereniging aangebrachte beplantingen mogen door de leden niet worden verwijderd, dan wel worden gesnoeid, aangetast in welke vorm dan ook, behoudens toestemming dan wel in opdracht van het Bestuur. Artikel 67, Hoog opschietende bomen mogen niet worden geplant dan na verkregen toestemming van het Bestuur. Zij mogen slechts worden geplant op zodanige afstand van de naastliggende tuin, dat niet verwacht mag worden, dat de aangrenzende tuin daarvan last zal ondervinden, tenzij met schriftelijke toestemming van de betreffende aangrenzende huurder. Bij wijziging van de betreffende aangrenzende huurder dient de bestaande situatie te worden gehandhaafd, met dien verstande, dat een eventuele wijziging toestemming van het Bestuur behoeft. Hoog opgaande gewassen, alsmede hoog- en halfstam vruchtbomen, opgaande heesters, enz., welke veel schaduw afwerpen, mogen niet worden geplant dan op behoorlijke afstand van de afscheiding met de aangrenzende tuin, Het aanplanten van uitstoelende gewassen, zoals frambozen, helianthus enz. binnen 1 meter tussen de afscheiding van pad en tuin, is verboden. Artikel 68 De huurder is verplicht de tuin ook in de winter een behoorlijk aanzien te geven.
Artikel 69. Het Bestuur is bevoegd, ter bevordering van het goede aanzien van het complex en het goede onderhoud van de tuinen, alle zodanige voorschriften te geven, als haar wenselijk zullen voorkomen. De leden zijn verplicht zich stipt naar deze voorschriften te gedragen, als waren zij met zovele woorden in dit Reglement ingenomen. Controle hierop geschiedt van bestuur-wegen. Op de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering doet het Bestuur mededeling van in het afgelopen jaar gegeven bijzondere voorschriften. De Algemene Ledenvergadering is als dan bevoegd te bevelen, dat zodanige voorschriften worden ingetrokken. Zonder machtiging van de Algemene Vergadering zal het Bestuur niet opnieuw gelijkluidende of gelijksoortige voorschriften kunnen uitvaardigen.
X.
HET ALGEMEEN ONDERHOUD.
Artikel 70. Indien algemene voorzieningen onderhoud vergen is het Bestuur gerechtigd, de daartoe geëigende maatregelen te nemen. Eventuele kosten hieruit voortvloeiend worden hoofdelijk omgeslagen.
XI.
ALGEMENE BEPALINGEN.
Artikel 71. Omtrent de wegen, lanen en paden gelegen binnen het tuincomplex zullen nadere voorschriften volgen, waarbij er aan gedacht wordt, dat deze voorzieningen een open karakter zullen dragen. Artikel 72. Het is niet toegestaan: . a) ongevraagd of zonder diens toestemming of machtiging de tuin van een ander te betreden, of op enigerlei wijze iets in een anders tuin te doen of te verrichten. Het verbod tot het betreden van een anders tuin geldt niet ten aanzien van het Bestuur en de door hem gemachtigde personen; b) op het complex handel te drijven, artikelen van welke aard ook te koop aan te bieden, te colporteren of reclamemateriaal te verspreiden zonder schriftelijke toestemming van het Bestuur. Het verbod van handel drijven geldt niet voor zover daaronder begrepen kan worden het afleveren van waren of artikelen door de eigen leveranciers der leden; c) greppels langs de paden te graven; d) sloten of paden te versperren of te verontreinigen; afrasteringen, met inbegrip van hang- en sluitwerk van de zich daarin bevindende toegangshekken te verbreken of te beschadigen of grenspalen te verplaatsen; e) waterkeringen te maken of in de wegen te graven; f) mesthopen of mestputten te hebben, op zodanige wijze dat zij hinder of aanstoot geven; g) vuurtjes te stoken, behoudens tuinafval en zonder dat daarbij de nodige voorzichtigheid in acht wordt genomen en men overtuigd is dat bij het verlaten van de tuin het vuur gedoofd is; h) vuilnis te storten op andere dan de daarvoor door het Bestuur aangegeven plaatsen; i) sintels, puin e.d. op de paden van het complex te brengen; j) grond van de tuinen te verwijderen dan wel daarop te brengen; van het verbod tot het opbrengen of verwijderen van grond kan door het Bestuur ontheffing worden verleend; k) op te tuin vee, konijnen e.d. te houden of loslopende honden of katten op het complex te brengen of te hebben; l) de bomen of voor de huurders hinderlijke spelletjes te doen of te laten doen; m) heesters, staande op het complex te beschadigen of te verwijderen; n) fietsen of bromfietsen tegen de heggen te plaatsen; o) muziek, radio o.i.d. op hinderlijke wijze over het complex te doen klinken; p) wasgoed of anderszins zichtbaar in de tuin op te hangen; q) menselijke fecaliën op enigerlei wijze op het tuincomplex te deponeren. Artikel 73. Brandende lucifers, sigaretten, sigaren of andere brandende of gloeiende stoffen hoedanig en van welke aard ook, mogen niet in de omgeving van de tuinen worden weggeworpen, Artikel 74. Het rijden met auto's, wagens en bromfietsen op het complex is niet toegestaan en geschiedt derhalve geheel op eigen risico. Artikel 75. Het Bestuur heeft het recht overeenkomsten aan te gaan met daarvoor in aanmerking komende leveranciers, voor de verkoop van hun waren en producten aan de leden, hetzij in bestaande of daartoe te stichten gebouwen. Leveranciers die een vergunning hebben verkregen, zullen voorzien zijn van een door het Bestuur afgegeven schriftelijk bewijs. Klachten over kwaliteit, bediening en prijzen moeten schriftelijk ter kennis van het Bestuur worden gebracht. In de te sluiten overeenkomsten zal een bepaling worden opgenomen krachtens welke gerechtvaardigde klachten als hiervoor bedoeld het recht zullen geven de overeenkomst onmiddellijk te beëindigen.
Artikel 76. Indien en voor zover de exploitatie van het verkoopgebouw voor gereedschappen, zaden, planten en andere tuinbenodigdheden door de Vereniging in eigen hand wordt genomen, geschiedt deze exploitatie onder verantwoordelijkheid van het Bestuur, dat zich daarbij door derden kan laten bijstaan. Indien en voor zover door of vanwege de Vereniging wordt overgegaan tot oprichting en exploitatie van een clubgebouw op het complex worden door het Bestuur voor deze exploitatie nadere regelen gesteld. Deze regelen of eventuele wijzigingen daarvan behoeven de goedkeuring van de eerstvolgende Ledenvergadering na vaststelling daarvan. Ten behoeve van de exploitatie en onderhoud van zodanig clubgebouw kan de leden een extra bijdrage worden opgelegd, waarvan het bedrag wordt vastgesteld door de Algemene Ledenvergadering. Artikel 77. Het bouwen van huisjes of andere opstallen op de aan de leden verhuurde tuinen is alleen mogelijk na verkregen toestemming van het Bestuur, met inachtneming van te stellen bouwvoorschriften. De maximale oppervlakte, die door groenvoorzieningen wordt ingenomen, mag maximaal een derde van te totale beschikbare tuinoppervlakte bedragen, met dien verstande dat bij tuinen van maximaal 2 are slechts 50% van het totaal mag worden ingenomen door opstanden en groenvoorzieningen, waaronder siergewassen voor eigen gebruik. Artikel 78. Het is ten strengste verboden zijn medeleden en andere op het complex, in enigerlei vorm overlast aan te doen of aanstoot te geven, daaronder begrepen het zonder noodzaak verstoren van de nachtrust. De leden zijn verplicht zoveel mogelijk mede te werken aan het handhaven van een redelijke rust op het complex, onder andere door het tegengaan van schreeuwen, joelen en dergelijke. Artikel 79, Politieke demonstraties en hazardspelen zijn op het complex van te Vereniging verboden. Artikel 80. Met afwijking, voor zover nodig, van het bepaalde in artikel 14 van dit Reglement, zullen leden, die zich schuldig maken aan diefstal van op een anders tuin staande gewassen of andere zich op een anders of elders op het complex bevindende goederen, worden gestraft met onmiddellijke verwijdering van het complex en met onmiddellijk ingaande vervallen verklaring van het lidmaatschap, gepaard gaande met opzegging van de tuin huur, zonder dat dit lid op enigerlei wijze aanspraak kan maken op restitutie van door hem betaalde contributies of huren. Gelijke straf zal worden toegepast op leden, die zich op het tuincomplex schuldig maken aan ergerlijk wangedrag. In de hier bedoelde gevallen wordt de termijn, genoemd in artikel 16 van dit Reglement, geacht onmiddellijk te zijn ingegaan. Artikel 81. De Algemene Ledenvergadering kan voor de behartiging van andere belangen, welke niet direct met te tuinexploitatie samenhangen, afzonderlijke commissies benoemen, welke aan de Algemene Ledenvergadering rekening en verantwoording verschuldigd zijn. Deze commissies worden benoemd door de Algemene Ledenvergadering, met dien verstande, dat, teneinde strijdigheid met de algemene belangen der Vereniging te voorkomen daarin tevens een lid van het Bestuur wordt opgenomen, De taak en de bevoegdheden van deze commissies zullen voor het overige in ieder geval afzonderlijk worden geregeld. Artikel 82. Het verenigingsjaar loopt van 1 januari t/m 31 december. Artikel 83. In gevallen waarin dit Reglement niet voorziet, beslist het Bestuur, behoudens beroep op de Commissie van Beroep.
Artikel 84. Dit Reglement kan worden gewijzigd bij besluit van de Algemene Ledenvergadering, mits een voorstel daartoe op de agenda voor deze vergadering is vermeld. Een besluit tot wijziging van het Reglement behoeft een meerderheid van stemmen.
XII.
SLOTBEPALINGEN,
Artikel 85. Uitbreiding van dit Huishoudelijk Reglement kan op een daartoe geëigend tijdstip plaatsvinden op voorstel en initiatief van het Bestuur dan wel van tenminste 10 leden der Vereniging. Zodanige uitbreiding behoeft de meerderheid der stemmen op de Algemene Ledenvergadering alwaar deze uitbreiding ter sprake komt.
Aldus nader vastgesteld Algemene Ledenvergadering van 10 februari 1976 en gewijzigd in de Algemene Ledenvergaderingen van 24 november 1977, 21 november 1978, 12 februari 1980, 19 februari 1981, 24 maart 2001