Huisartsenpraktijk Overasselt Jaarverslag 2012
Beatrixstraat 6 6611 BT Overasselt telefoon: 024-6221567 spoednummer overdag: 024-6221864 receptenlijn: 024-6221382 avond-nacht en weekend 0900-8880 fax: 024-6221511 e-mail:
[email protected] www.huisartsoverasselt.praktijkinfo.nl
0
1. Inleiding 1.1. Historie De huisartsenpraktijk Overasselt is sinds juli 2002 gevestigd aan de Beatrixstraat 6 te Overasselt. Daarvoor was de praktijk sinds 1969 gelegen aan de Kasteelsestraat 8a. Nog voor die periode was er een kleine huisartsenpraktijk in dit dorp maar het grootste deel van de medische zorg werd verricht door de huisarts van Grave. Sinds het afscheid van onze voorganger en zijn vrouw, Jo en Oda Vorstenbosch op 31 mei 2003 zijn Rob Dijkstra en Margriet Nolet als huisartsen werkzaam in de praktijk. 1.2 Personele veranderingen Maaike Gieben volgde Ilse Claassen op als huisarts in opleiding. Er waren verder geen personele veranderingen dit jaar. 1.3 Praktijkondersteuning Vanaf januari 2003 werd in Nederland begonnen met praktijkondersteuning in de huisartsenpraktijk: ter verhoging van de kwaliteit van zorg en in verband met een efficiëntere taakverdeling maakten HBO-geschoolde medewerkers hun entree. Sinds 2008 is mevrouw Jacqueline Verstegen praktijkmanager van de huisartsengroep Grave, Reek en Overasselt. Mevrouw Moniek van den Brink is onze vaste praktijkondersteuner. Zij is op woensdag en donderdag en op vrijdagochtend aanwezig. In hoofdstuk 5.3 kunt u meer lezen over haar activiteiten. 1.4. Praktijkdoelen De missie van onze praktijk is een zo goed mogelijk antwoord te geven op de gezondheidsvragen van onze patiënten. Hiervoor willen we een goede kwaliteit van zorg bieden door toegankelijkheid, betrokkenheid, open communicatie met de patient en het volgen van de laatste huisartsgeneeskundige ontwikkelingen.
1.5. Totstandkoming van dit jaarverslag Dit is het negende jaarverslag van onze praktijk. Het is primair bedoeld voor intern gebruik binnen onze praktijk, als een vinger aan de pols van de organisatie. Een exemplaar ligt altijd in onze wachtkamer en we zien dat dit goed gelezen wordt. Voor anderen kan het een manier zijn om inzicht in onze werkwijze te verkrijgen.
1
2. Patiënten 2.1. De praktijk kent een gemiddelde verdeling over de leeftijden, we zijn dus niet een speciaal jonge of oude praktijk. In de grafiek ziet u de leeftijds- en geslachtsverdeling. Daaraan is te zien dat het hier een gemiddelde populatie betreft (grafiek). Er kwamen dit jaar 148 patiënten bij waarvan 9?? door geboorte. Er vertrokken 84 patienten, waarvan 13 door overlijden. Eind 2012 waren er 3371 patienten in de praktijk ingeschreven.
aantal patienten
leeftijdsverdeling populatie 350 300 250 200 150 100 50 0 0-5 jr 6-10jr 11- 21- 31- 41- 51- 61- 71- 80+ 20jr 30jr 40jr 50jr 60jr 70jr 80jr mannen
Leeftijdsverdeling trend over de afgelopen jaren Jonger dan 6 jaar Ouder dan 60 jaar Ouder dan 70 jaar
2012 5,2% 26,4 13,0
2011 4,4% 26,4 13,1
2010 5,6% 24,7 11.6
2009 5,5% 23 11,3
2008 6,7% 23 10,3
2006 5,9% 20 9,7
Van de praktijkpopulatie is nog steeds 52% van het mannelijk geslacht. De meeste patiënten uit onze praktijk wonen in Overasselt, de andere patiënten wonen vooral in Nederasselt, Heumen en Balgoy. het aantal patiënten in Overasselt is iets afgenomen, maar in de omliggende dorpen licht toegenomen.
2
verdeling praktijk populatie Overasselt Nederasselt Alverna Heumen Grave Balgoy Elders
3. Personeel margriet 3.1. Personen, formatie In onze praktijk werkten in 2012 de volgende personen: Naam
voornaam
functie
% functieverband
M Nolet R Dijkstra M. Huijs M Gieben I. Claassen HTL Claassen MJW van Kessel A Hendriks M Hanegraaf L Jansen C Aarts T van de Logt
Margriet Rob Martine Maaike Ilse Riet Marianne Astrid Moniek Lonneke Carolina Tamara
huisarts huisarts huisarts waarnemer huisarts in opleiding huisarts in opleiding praktijk- en apotheekassistente praktijkassistente praktijkassistente praktijkondersteuner administratief medewerkster interieurverzorgster doktersassistente in opleiding
60 40 40 80 60 60 82 47 40
Op dinsdag zijn beide vaste huisartsen aanwezig. Martine Huijs is sinds 1.8.2010 als vaste huisartswaarnemer aanwezig op maandag en woensdag. In de ochtend zijn steeds 2 assistentes aanwezig en ’s middags 1. Ilse Claassen was als huisarts in opleiding tot 1 maart 2012 in onze praktijk voor het derde jaar van haar huisartsenopleiding. Vanaf 1 juni 2012 was Maaike Gieben onze huisarts in opleiding. Tamara van de Logt was bij ons als doktersassistente in opleiding.
3.2 Nevenfuncties R. Dijkstra werkt bij het Nederlands Huisartsen Genootschap in Utrecht als hoofd van de afdeling implementatie. Sinds 2006 onderhoudt hij een landelijk veel gebruikte website voor de huisartsenzorg: www.spreekuurassistent.nl. M. Nolet is huisartsopleider aan de huisartsenopleiding Nijmegen.
3
3.3 Opleiding De praktijk leidt zowel huisartsen in opleiding op (St Radboud Universiteit Nijmegen) als doktersassistenten. Onze assistenten begeleiden regelmatig doktersassistenten bij korte en langduriger stages. Ilse Claassen e rondde haar huisartsenopleiding af in maart 2012 en Maaike Gieben begon aan haar 3 , laatste opleidingsjaar in april 2012. Tamara van de Logt liep bij ons stage voor de doktersassistentenopleiding.
4. Praktijkorganisatie De praktijkorganisatie wordt beschreven in onze praktijkfolder die ook op onze website www.huisartsoverasselt.praktijkinfo.nl te vinden is. Daar vindt u informatie over praktijktijden, over de bereikbaarheid overdag en bij spoedgevallen, over gewenste procedures bij het bezoeken van het spreekuur, bij het aanvragen van huisbezoek en bij het aanvragen van (herhalings)recepten, over de diensten- en waarnemingsregeling, over speciale faciliteiten van onze praktijk etc. In aanvulling op de folder is het belangrijk te vermelden dat in de praktijk een uitdeelpost van de apotheek Grave is gevestigd, waar elke middag de bestelde medicijnen kunnen worden opgehaald.
4.1. Automatisering Onze praktijk werkt sinds 1989 met het automatiseringssysteem Promedico. Dit systeem wordt gebruikt voor de financiële administratie, het uitschrijven en registreren van recepten, de opslag en verwerking van medische gegevens. In 2007 werd overgegaan op een nieuw systeem met een server op afstand. In 2009 werd de aansluiting op de huisartsenpost gerealiseerd. We zien hierin een goede bewaking van medische gegevens en hopen dat hiermee beter rekening gehouden wordt met het voorschrijven van medicijnen in de avond-, nacht- en weekenddiensten. Een aantal patienten gaf aan bezwaar te hebben tegen aansluiting op het schakelpunt. Deze wens werd gerespecteerd en kon eenvoudig worden gerealiseerd door verbinding in het patientendossier te blokkeren. Bij het werken met de computer wordt de privacy van patiëntengegevens zorgvuldig in acht genomen. Zo wordt geen informatie over patienten aan derden verstrekt zonder schriftelijke toestemming. Ook in 2012 werd de receptenlijn volop gebruikt. Hiermee kan men 24 uur per dag recepten inspreken die de volgende dag door de assistente bij de apotheek worden besteld. Daarnaast wordt internet steeds meer gebruikt onder andere voor voorlichtingsmateriaal, het opzoeken van NHG-standaarden en medicatieadviezen. In 2012 werd door het Nederlands Huisartsen Genootschap de website www.Thuisarts.nl gelanceerd waarop veel nuttige en betrouwbare patienteninformatie over ziektebeelden en behandelingen staat. Naast het electronisch ontvangen van post en specialistenbrieven, werden ook recepten toenemend electronisch verstuurd. Met de apotheek in Grave was dit al langer geregeld. Door hen worden ook recepten van specialisten in het dossier bijgeschreven. Voor andere apotheken, met name de nieuwe ziekenhuisapotheken is dit nog vaak niet mogelijk Vanaf 2008 kunnen we electronische verwijsbrieven sturen aan het CWZ en het St Radboudziekenhuis via het softwareprogramma Zorgdomein. Dat zorgt er op een gemakkelijke manier voor dat de specialist niet slechts in 60% van de patientcontacten kan beschikken over een verwijsbrief wanneer de patient voor hem zit maar voor 100%. Daarnaast kunnen we bij het maken van de verwijzing meteen informatie geven over de wachttijden voor een polibezoek en zijn er combinatieafspraken mogelijk. Zo wordt bijvoorbeeld een afspraak voor een kijkonderzoek van de blaas direct gecombineerd met een gesprek met de specialist om de uitslag en het vervolgbeleid te bespreken. Dat scheelt een keer terugkomen en, al dan niet in spanning, wachten op een uitslag. Via zorgdomein kunnen wij ook teleconsultaties doen, dwz. online vragen stellen aan specialisten bv. over een ecg (cardioloog), foto’s van huidafwijkingen (dermatoloog) en nierfunctiestoornissen (nefroloog). Zo kan soms gemakkelijk een reis naar het ziekenhuis voorkomen worden omdat de informatie efficiënt digitaale ingewonnen wordt.
4
4.2. Praktijkuitrusting Het huidige praktijkgebouw beslaat een oppervlakte van 195 m2. Na 10 jaar voldoet het gebouw nog steeds aan de eisen, alhoewel een spreekkamer meer welkom zou zijn. De telefooncentrale die in 2008 werd vervangen voldoet goed. Bellers krijgen nu niet meer een in-gesprektoon, maar kunnen wachten op verbinding. Op drukke momenten kunnen twee assistentes tegelijkertijd de telefoon aannemen. Toch blijkt de druk op de telefoon nog steeds hoog te zijn. We beschikken over een AED en zuurstofmeter. Het echo doppler apparaat, waarmee we onderzoek doen naar verstopping van de slagaders in de benen (etalagebenen) voldoet goed en is een goede aanvulling op onze uitrusting. In 2010 hebben wij een ECG apparaat aangeschaft om hartfilmpjes te kunnen maken In de wachtkamer hebben wij ook dit jaar weer tot ons grote plezier kunnen genieten van verscheidene foto-exposities van onze patiënten. Met name de heer Joop Nijhuis, enthousiast amateurfotograaf heeft diverse exposities verzorgd. Ook krijgt de open tuinendag en het Gambia project regelmatig expositie mogelijkheid
5. Zorg en zorgkwaliteit Dit hoofdstuk geeft een overzicht van parameters die gerelateerd zijn aan de hoeveelheid en de soort geleverde zorg en aan klachten en ziekten die in de praktijk worden geregistreerd. Meer over kwaliteit vindt u in het hoofdstuk over ‘kwaliteitsbeleid’. 5.1. Consulten en visites, overige verrichtingen Het aantal consulten in 2012 bedroeg 9706. Het aantal neemt elk jaar licht toe en is uitgaande van 250 werkdagen per jaar 38 consulten per werkdag. Het betreft spreekuurafspraken van de huisartsen, huisarts in opleiding en praktijkondersteuner.
Consulten Visites Telefonisch consult
2012
2011
2010
2009
2008
2006
2005
9706 759 2707
9642 909 2550
9410 737 2488
9431 576 2355
9217 487 2039
8145 468 1482
7541 262 859
Het aantal visites daalde weer ten opzichte van 2011, maar het aantal consulten en telefonische consulten blijft een stijgende lijn vertonen Hieronder volgt het gemiddeld aantal contacten in 2012 per geslacht per leeftijdsgroep.het aantal contacten
5
per patient stijgt met de leeftijd en sterker bij vrouwen dan bij mannen.
16 14 12 10 8
mannen
6
vrouwen
4 2 0
Overige verrichtingen:
2012
2011
2010
2009
2008
Audiogram, gehoortest Ambulante compressietherapie Cyriaxinjectie Cognitieve test MMSE Spiraaltje plaatsen Chirurgische ingreep Oogboring Enkeltape Longfunctieonderzoek Stikstofbehandeling Uitstrijkje baarmoederhals Uricult (urinekweek) Enkel-arm index meting Teledermatologie ECG
29 24 55 3 19 126 3 26 68 145 146 401 18 15 89
35 15 70 7 24 69 4 21 62 180 128 356 19 19 101
28 9 65 5 27 78 5 21 92 173 140 426 14 21 0
36 10 66 4 11 126 1 33 91 151 127 343 11 0 0
35 38 47 4 12 91 10 32 79 171 92 335 0 0 0
Niet vermeld worden hier de contacten die de praktijkassistente had in het kader van bloeddruk- en bloedsuikercontroles.
6
5.2. Preventie Preventie van ziekte is in onze praktijk een belangrijke reden van contact met de patiënten. Speciale aandachtsgebieden in onze praktijk zijn hypertensie, diabetes en astma/copd. Onze praktijk is betrokken bij de volgende preventieprogramma’s: de landelijke campagne voor griepvaccinaties en preventie van baarmoederhalskanker. Tevens verzorgen wij de begeleiding van patiënten bij wie de uitslag van het landelijke borstscreeningsonderzoek (1 keer per 2 jaar voor vrouwen van 50 tot 70) verder onderzoek in het ziekenhuis behoeft. In totaal 1138 personen kregen een oproep voor een griepvaccinatie. Het H1N1 virus was in de gewone griepprik opgenomen.
In totaal ontvingen in 2012 763 (2011: 787; 2010: 845 2009: 863, 2008: 815, 2006 737, 2005: 655) mensen daadwerkelijk een vaccinatie via huisbezoek of de griepvaccinatie-spreekuren op de praktijk (67%). Van de patiënten van 65 jaar of ouder ontving 78% in 2012 een griepvaccinatie, tussen 60 en 65 jaar was dit 47% en onder de 60 jaar was dit 64%. Het aantal mensen dat een griepprik komt halen daalt nog steeds, van de groep tussen 60 en 65 jaar krijgt een deel van de patiënten de griepprik via de werkgever en die worden hier niet meegeteld. Er vonden in 2012 in het kader van het landelijk bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 115 uitstrijkjes plaats. Er waren 161 vrouwen opgeroepen, waarmee het opkomstpercentage met 91% zeer hoog bleek. Daarnaast werd 31 maal een uitstrijkje gemaakt op medische indicatie. Het aantal uitstrijkjes met onvoldoende kwaliteit was 3,5% en dat was beter dan het regionale gemiddelde van 6,1%. De huisartspraktijk werkt mee aan reizigersadvisering en is daarvoor geregistreerd bij het landelijk coordinatiecentrum reizigersvaccinatie (www.lcr.nl). Er wordt gebruikt gemaakt van Travel Alert, waarmee online de meest recente gegevens over de reisdoelen beschikbaar zijn. Er is een intakeformulier dat patiënten van de praktijkwebsite kunnen downloaden om mogelijke knelpunten al vroegtijdig te kunnen inventariseren.
7
5.3
Zorg voor chronisch zieken
5.3.1 Diabetes (suikerziekte) Diabetes mellitus komt steeds vaker voor. In deze praktijk waren aan het einde van 2012 156 patiënten bekend met diabetes. Het percentage patiënten met diabetes is dus 4,5% van de totale praktijkpopulatie. Van deze diabetespatiënten wordt 11% in het ziekenhuis door de internist behandeld en 89% hier in de praktijk. Sinds 2003 controleert Moniek Hanegraaf als praktijkondersteuner de meeste diabetespatiënten. Onderstaand overzicht laat zien in welke mate patiënten volgens de streefnormen uit de richtlijnen worden behandeld. Het betreft alleen de patiënten die in de huisartsenpraktijk worden behandeld. percentage Medisch handelen HbA1c gemeten in het afgelopen jaar Bloeddrukmeting in het afgelopen jaar Cholesterolbepaling in het afgelopen jaar
83% 94% 78%
Uitkomsten HbA1c <53 HbA1c >69 Bloeddruk <140 mmHg Cholesterol LDL gehalte < 2,5 mmol/l
60% 7% 47% 66%
5.3.2
Astma en COPD (chronische obstructieve longziekte)
In 2006 startte de praktijkondersteuning voor astma en copd. Hoofdtaak was het inventariseren van de astma- en copdpopulatie: wie wordt in de eerste of tweede lijn behandeld en is er daadwerkelijk sprake van astma of copd. Hiertoe werden eerst patienten met copd opgeroepen voor een longfunctietest en een bezoek aan de praktijkondersteuner.
8
Eind 2012 waren er 59 patienten met copd bekend in de praktijk. Van hen waren 42 onder behandeling van de huisarts en 17 bij de longarts. De registratie van de meetwaarden had in 2012 nog te veel lacunes om betrouwbare uitspraken over te doen.
5.3.3 Risico-management voor hart- en vaatziekten Ruim 590 patiënten staan geregistreerd als patiënten met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Het betreft patiënten met hoge bloeddruk, te hoog cholesterol, diabetes type 2 of bekende hart- en vaatziekten in het verleden: hartinfarct, angina pectoris, hartfalen, perifeer arterieel vaatlijden, TIA en CVA. Zij worden eens per 3 maanden of eens per half jaar gecontroleerd, meestal door de praktijkondersteuner. 162 patiënten zijn bekend met bestaande hart en vaatziekten. Uit een steekproef onder de 590 bekende patienten die onder controle staan bleek bij 90% de bloeddruk gedurende het laatste jaar te zijn gecontroleerd. In de helft van de gevallen was deze bloeddruk lager dan 140 mmHG. Bij 63% bleek een meting van het cholesterol te zijn gedaan.
6.
Kwaliteitsbeleid
Het kwaliteitsbeleid in 2012 heeft in grote mate in het kader van de NHG-Praktijkaccreditering van het Nederlands Huisartsen Genootschap gestaan. Deze kwaliteitstoets staat in het teken van het continu werken aan kwaliteit. Daarvoor werden in 2007 gegevens verzameld over de praktijkorganisatie, werden patiëntenoordelen gevraagd door middel van enquêtes in de wachtkamer en werd het medisch handelen gecontroleerd aan de hand van de medische dossiers. Hierop werd een feedbackverslag gemaakt dat aanleiding vormde voor het maken van verbeterplannen. De praktijk is vanaf 2008 geaccrediteerd. Hieronder vermelden we de verbeterplannen die we in 2012 hebben afgerond en de nieuwe verbeterplannen die we in 2012 hebben toegevoegd.
9
Evaluatie van de bestaande plannen in 2012 1 Het introduceren van het maken van ecg’s in de praktijk. Probleem: de praktijk heeft nooit beschikt over ecg apparatuur of kennis om ecg’s te vervaardigen. Indien een ecg nodig is wordt de patient verwezen naar de poli cardiologie van het CWZ, waar huisartsen zonder verwijzing een ECG kunnen laten maken en interpreteren. Dit doen we voornamelijk voor het detecteren van ritmestoornissen, het uitsluiten van oude infarcten en bij dubieuze pijn op de borst in combinatie met een troponine test. Het wordt echter niet stelselmatig gedaan bij patiënten met hypertensie, terwijl de NHG-Standaard CVRM adviseert om bij de start van de behandeling met anti-hypertensiva een ecg te maken. Daarnaast komt het nog wel eens voor dat een patient met een ritmestoornis op het spreekuur is en bij aankomst in het ziekenhuis weer een normaal ritme heeft. Uitkomst: In december 2010 werd een ecg apparaat aangeschaft. We kunnen op nu praktijkdagen een ecg maken. Alle vaste assistentes, praktijkondersteuner en vaste huisartsen zijn getraind in het maken van een ecg en alle huisartsen kunnen een ecg interpreteren. Er bestaat een protocol voor het omgaan met de uitslagen en het bewaren van reeds gemaakt ecg’s. 2 Beleidafspraken met de school Probleem: bij leer- of ontwikkelingsstoornissen of bij verdenking op verwaarlozing of mogelijke mishandeling van kinderen bestaat geen systeem van informatieoverdracht. Risico hiervan is dat mogelijk problematiek onvoldoende onderkend wordt of aandacht krijgt. Uitkomst: er zijn duidelijke beleidsafspraken op papier tussen de Zilverbergschool en de huisartsenpraktijk te Overasselt over uitwisseling van gegevens en communicatie over kinderen met leer/ontwikkelingsstoornissen/psychosociale problematiek of in het ergste geval (vermoeden van ) kindermishandeling. Mbt. concrete uitvoering van de afspraken die op papier staan in een protocol:
Orthopedagogen en Marant sturen verslag van onderzoeken naar huisarts: dit moet nog deel van denken worden aldaar, nav. opnieuw telefonisch contact hierover recent gaat men dit opnieuw oppakken. Huisarts weten beter wat zij kunnen doen en er is sneller onderling telefonisch overleg. Intern begeleider stuurt bericht aan huisarts als er een rugzakje (via REC) is toegekend: dit gebeurt nog niet, wordt ook aan gewerkt nav. persoonlijk telefonisch contact. Schoolmaatschappelijk werk koppelt kinderen die zij ziet terug aan huisarts: Dit gaat nu heel goed tijdens 3 maandelijks overleg MW/huisartsen. Sneller en beter contact tussen zorgverleners onderling bij vermoeden kindermishandeling: dit gaat veel beter, mede dankzij het elkaar kennen en de rol die ook CJG hierin heeft gespeeld op gemeente niveau. Huisartsen krijgen verslag als kind van de praktijk wordt besproken op 12- overleg: dit wordt besproken tijdens overleg met maatschappelijk werk. CJG belt zelf ook bij probleemkinderen. CJG houdt sociale kaart bij binnen gemeente en stuurt jaarlijks nieuwe naar de huisarts toe: dit gebeurt nog niet consequent, we moeten hier nog zelf om vragen.
3 Monitoring cardio vasculair risico management Probleem: patiënten met hoge bloeddruk worden 3 maal per jaar door de praktijkondersteuner gezien. Een aantal van deze patiënten is reeds bekend met hart en vaatziekten. Er is nog geen goed systeem om te controleren hoe goed patiënten gecontroleerd worden.
10
Uitkomst: Het uitnodigen van patienten die niet op controle kwamen werd telefonisch door de POH gedaan. De respons was goed. Er is geen tussenevaluatie gedaan, omdat het beeld bestond dat de uitkomsten goed zouden zijn. De einduitkomsten staan in paragraaf 5.3.3. De groep betreft de patiënten bekend met hypertensie of hart en vaatziekten, maar geen diabetes. De verbeterdoelen zijn ruimschoots gehaald. 4. Actualiseren medicatie na ontslag van de patient uit het ziekenhuis. Probleem: herhaalmedicatie wordt in de praktijk verwerkt volgens het huidige protocol. De huisartsenpraktijk is niet automatisch op de hoogte van nieuwe of gestaakte medicatie die via andere apotheken dan apotheek Grave wordt verwerkt. Er is een toename van afgiftes van andere apotheken zoals de ziekenhuisapotheken. Vele van hen zijn niet in staat om een elektronisch recept bericht naar ons te sturen zodat de medicatie in het patientendossier is bijgewerkt. Praktijkassistentes, POH en huisartsen hebben nog onvoldoende routine in het wijzigen of staken van medicatie. Daarmee is de actuele medicatielijst van de patiënt vaak onnauwkeurig. Kritisch moment is het ontslag van patiënten met chronische aandoeningen uit het ziekenhuis. Uitkomst: de Radboud apotheek is momenteel aangesloten aan het HIS systeem van de huisartsenpraktijk. Contacten met de CWZ apotheek, apotheek Malden en apotheek Wijchen Zuid lopen. Van 1 december 2010 tot 1 februari 2011 werden 8 ontslagbrieven gecontroleerd en van allen was het medicatie overzicht binnen 1 week na ontslag uit het ziekenhuis actueel. Het verbeterplan bestond uit twee delen: Het actualiseren van ontslagmedicatie binnen een week na ontslag: gehaald. Digitale communicatie tussen apotheken en HIS realiseren: deels gehaald. De CWZ apotheek zou niet in staat zijn om retourberichten te maken, waarmee recepten elektronisch worden doorgegeven, dit kan aan de instellingen van het computersysteem van de apotheek liggen, maar ook aan het electronisch dossier (HIS) De helpdesk van het huidige HIS kan op dit moment geen fouten aan de instellingen ontdekken. Ondanks bereidwilligheid en inzet van de apothekers, en frequent contact tussen betrokkenen (CWZ apotheek ±15 maal, apotheek Malden ±4 maal, Wijchen-Zuid ±10 maal telefonisch contact), is koppeling niet gelukt. Dit lijkt een structureel probleem te zijn, wat mogelijk landelijk een struikelpunt zal blijken.
De nieuwe verbeterplannen die in 2012 zijn gestart: 1.Zorgdossier patiënten ouder dan 70 jaar Probleem: bij patiënten boven de 70 zijn meestal meerdere mantelzorgers en zorgverleners betrokken. De huisarts communiceert met patient en al die betrokkenen tijdens de fysieke contactmomenten en erna als nodig via telefoon of mail of zorgdossier (schriftelijk). Het is arbeidsintensief om iedereen op de hoogte te houden van ontwikkelingen waardoor soms niet iedereen goed op de hoogte blijft van wat er allemaal gebeurt. Doel; patient, mantelzorgers, andere zorgverleners en huisarts communiceren op een gemakkelijke manier met elkaar via een voor iedereen toegankelijk digitaal zorgdossier (ZWIP=zorg- en welzijns info pas) waardoor iedereen goed op de hoogte is van wat er gebeurt in de zorg rond de patient. De kwaliteit van zorg verbetert door deze verbeterde samenwerking. Binnen 11 maanden willen we 20 patienten geincludeerd hebben. 2.Beleid nierfunctiestoornis Probleem: bij patiënten met diabetes kan als complicatie een nierfunctiestoornis ontstaan. Deze kan zich uiten door een verminderde klaring danwel proteïnurie. De levensverwachting kan hierdoor
11
verminderen en het risicofactor op een hart-en vaatziekte vermeerdert hetgeen ook tot vermindering van de levensverwachting kan leiden. Elk jaar wordt er protocollair een klaring geprikt en wordt de urine kwantitatief op eiwit gecontroleerd. Bij patiënten met een nierfunctiestoornis (criteria LTA (Landelijke Transmurale Afspraak) nierfunctiestoornissen) wordt op dit moment in onze praktijk al een episode aangemaakt nierfunctiestoornis. Er wordt echter nog niet consequent gekeken welke vervolgacties volgens de LTA nierfunctiestoornis moeten worden ondernomen om de nierfunctie te verbeteren of zo stabiel mogelijk te houden. Doel: bij alle patiënten met diabetes mellitus en een nierfunctiestoornis worden de juiste acties ondernomen om de nierfunctie te verbeteren of zo stabiel mogelijk te houden. Dit gebeurt volgens de LTA nierfunctiestoornis. 3.Stimuleren patientenvoorlichting Probleem; patientenvoorlichting gebeurt vooral mondeling. De NHG-patientenbrieven worden sporadisch uitgedraaid. In maart 2012 werd Thuisarts.nl gelanceerd. Dit is een publiekswebsite van het NHG direct gericht op de patient. Door middel van informatierecepten kan de patient gericht verwezen worden naar een bepaald onderdeel van de site. Niet aan iedereen hoeft een informatierecept te worden gegeven. Het gaat hier met name om patienten die met nieuwe klachten komen. Doel: het verwijzen naar Thuisarts.nl wordt een onderdeel van de routinewerkzaamheden. 4.Implementatie NHG-Triagewijzer Probleem; de praktijkassistente triageert alle patiënten die bellen met een probleem. Met hen wordt besproken of de klacht spoed of geen spoedkarakter heeft, hoeveel tijd een patient nodig heeft. Ook wordt gevraagd wat de aard van de klacht is. De nieuwe NHG-Triagewijzer is begin 2012 uitgekomen en geïntroduceerd in de praktijk. De transitiecursus is door alle medewerkers gevolgd. Met deze klapper of online versie kan de assistente de urgentie bepalen van de klacht variërend van U0 tot U5. Kan hulp inschakelen bij U0 en U1, kan een afspraak maken bij U2, U3 en U4 en kan een telefonisch advies geven bij U5. Doel: de triagewijzer wordt consequent gebruikt. Er komt helderheid in de gegeven urgentieklassen. Bij patiënten wordt bij de afspraak de urgentie code genoteerd. Deze verschijnt automatisch in de S regel van het contact. Daarmee wordt voorkomen dat patiënten te laat worden gezien. 5.Gebruik NHG-Doc Probleem:we hebben de beschikking over NHG-doc. Hiermee worden tijdens het consult pop ups vertoond wanneer er niet volgens een bepaalde richtlijn wordt gewerkt. Deze pop ups komen ongevraagd en worden meestal weg geklikt. Doel: pop ups worden vaker meegenomen in het consult zelf en leiden tot afspraken of actie tav de patient. Er wordt meer conform de NHG-Standaarden gewerkt. Evaluatie van bovenstaande plannen vindt plaats in 2013
6.2.
Opleiding, cursussen, nascholing
Huisartsen, praktijkondersteuner en de praktijkassistentes volgens jaarlijks een opfriscursus reanimatie en gebruik van de AED. Daarnaast wordt door allen meer dan gemiddeld nageschoold via regionale en landelijke nascholingsorganisaties, de huisartsopleiding of e-learning.
12
De huisartsen volgden bovendien nascholing over: ICT Reizigersadvisering Ecg lezen Oncologie Infectieziekten Chronische hepatitis Spoedeisende geneeskunde Zwip De praktijkassistentes volgden specifiek nascholing over:
Diabetes, Zwip KNO onderwerpen Methodisch opleiden en begeleiden stagiares Bedrijfshulpverlening. In het kader van het onder NHG accreditatieproject “Digitaal zorgdossier ouderen” werd in de praktijk een multidisciplinaire bijscholing georganiseerd met alle betrokken zorgverleners: diëtisten, psychologen, mantelzorgondersteuner gemeente, ouderenadviseurs gemeente, podotherapeuten, fysiotherapie, cesartherapie, artsen en assistenten huisartsenteam.
6.3.
Structureel overleg
Er is een huisartsen-assistentenoverleg 1 keer per maand waarvan 1 keer per 3 maanden s’avonds. Het vergroten van de telefonische bereikbaarheid en de triagering bij telefonisch contact voor de tijdsduur waarvoor patient een afspraak wil, waren belangrijke onderwerpen die aan de orde kwamen. Op het driemaandelijkse avondoverleg wordt ook een inhoudelijk onderwerp besproken. Met de praktijkondersteuner vindt elke dag dat zij werkt overleg plaats over patientcontacten en 1 keer per 3 maanden over organisatorische zaken. Het samenwerkingsverband met de huisartsen uit Grave en Reek komt tweemaal per maand bijeen om zaken rond de praktijkondersteuning, onderhandelingen met de ziektekostenverzekeraars en andere ontwikkelingen in de huisartsgeneeskunde te bespreken.
13
Tevens vond overleg plaats met de volgende disciplines: Fysiotherapeuten: 1 maal Apotheek tijdens FTO: 5 maal Maatschappelijk werk: 1 keer per 3 maanden. Thuiszorg: 4 maal. Op 9 januari 2012 organiseerden we een nieuwjaarsborrel waar alle eerstelijns zorgverleners waar we mee samenwerken voor waren uitgenodigd.
6.4. Klachtenregeling Onze praktijk is aangesloten bij de regionale klachtencommissie. Wij streven ernaar bij problemen door een open communicatie te komen tot uitwisseling en oplossing. 6.4.1. Suggestie-box In 2005 zijn wij begonnen met een suggestie-box in de spreekkamer. Het aantal suggesties wordt steeds minder. 6.5. Deelname in projecten De praktijk neemt deel aan de volgende projecten: -Accreditatie-project Nederlands Huisartsen Genootschap Sinds 2006 maken wij deel uit van het samenwerkingsverband Nijmeegse Universitaire Huisartsen Praktijken (NUHP) van het UMC St Radboud. Dit betekent dat wij regelmatig meedoen aan huisartsgeneeskundige onderzoeks- en onderwijsactiviteiten. Vanuit dit project krijgen wij ondersteuning van een praktijkconsulente bij het Accreditatie-traject van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). Er wordt geen deelname verleend aan projecten die door de farmaceutische industrie worden geïnitieerd. Ook ontvangen wij geen artsenbezoekers. 7.
Financiën
Een financieel verslag over 2012 wordt separaat gemaakt.
14