Hoveniers en bloembollen Het gebruik van bloembollen door hoveniers en tuinarchitecten
2007 / 61
Zoetermeer, juli 2007 - Iris van Santen-Wijnants Productschap Tuinbouw, Afdeling Mimo
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de uitgever of auteur.
Productschap Tuinbouw, Postbus 280, 2700 AG Zoetermeer Telefoon (079) 347 07 07 E-mail
[email protected] Internet www.tuinbouw.nl Auteur
Iris van Santen
Telefoon
079-3470642
E-mail
[email protected]
Inhoudsopgave Samenvatting
7
Conclusies en aanbevelingen
9
1
Inleiding
13
1.1 1.2 1.3 1.4
Achtergrond Doelstelling van het onderzoek Onderzoeksmethode Rapportage
13 13 13 14
2
Ontwikkelingen in hoveniersbranche
15
2.1 2.2 2.3 2.4
Hoveniersbranche: veel kleine bedrijven Geen professionele status van beroep hovenier Keurmerken De Nederlander en de hovenier
15 15 15 16
3
Hoveniers en bloembollen
17
3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.2.6
Gebruik van bloembollen Redenen om geen bloembollen te gebruiken Ouderwets imago en niet voor elke stijl geschikt Gebrek aan kennis Lastig in werkschema te passen Toepassen van bloembollen is te duur Concurrentie van andere planten Niet goed verkrijgbaar
17 17 18 19 20 21 21 21
4
Openbaar groen
22
4.1 4.2
Consument hecht waarde aan openbaar groen terwijl gemeentes bezuinigen Bloembollen zijn voordelige keuze
22 22
5
Opleidingen
23
5.1 5.2 5.3
Bollen onderdeel van opleiding Daling in aantal studenten Lesmateriaal moet uitdagender en moderner
23 23 23
Bijlage - Informatie en inspiratie
24
© Productschap Tuinbouw
5
Samenvatting De tuin wordt steeds vaker gezien als het verlengstuk van het huis. Nederlandse consumenten besteden meer tijd en geld aan de inrichting van hun tuin. Soms kiest de consument ervoor om de aanleg en de beplanting van de tuin uit te besteden aan een professionele hovenier. Bloembollen zijn echter maar al te vaak geen onderdeel van een tuinontwerp. Om inzicht te krijgen in de motivaties voor hoveniers om wel of geen bloembollen toe te passen heeft Productschap Tuinbouw in de eerste helft van 2007 een onderzoek uitgevoerd op verzoek van het IBC (Internationaal Bloembollen Centrum). Ontwikkelingen in de hoveniersbranche De hoveniersbranche bestaat voor een groot deel uit kleine bedrijven. De meeste omzet komt van particuliere tuinen en groot groen, gevolgd door tuinen van bedrijven en instellingen. Deze kleine bedrijven realiseren samen met de middelgrote hoveniersbedrijven echter slechts 25 procent van de omzet en ruim tien procent van de werkgelegenheid. Zo’n 15 jaar geleden werd het vak hovenier vrijgegeven. Sinds die tijd kan men vrij gemakkelijk een hoveniersbedrijf beginnen. Dit heeft soms gevolgen voor het kennisniveau. Een gemiddelde hovenier moet diverse vakdisciplines beheersen om een tuin compleet te maken. Soms laat de plantenkennis te wensen over. Natuurlijk zijn er wel organisaties en keurmerken waarbij een hovenier zich kan aansluiten om zich te onderscheiden en om te leren, zoals de VHG en de keurmerken VCA, ISO en Groenkeur. Het snoeien van bomen en struiken is de vaakst genoemde activiteit waarvoor men een hovenier heeft ingeschakeld. Algeheel tuinonderhoud wordt vooral door de oudere leeftijdsgroepen genoemd terwijl de jongere leeftijdsgroep de hovenier vooral inhuurt voor de aanleg van een tuin, bestratingwerkzaamheden en/of het plaatsen van een schutting. De Nederlander is uitermate tevreden over de wijze waarop de hovenier zijn werk doet. Cruciaal hierbij is het nakomen van afspraken. Hoveniers en bloembollen Uit het onderzoek komen een aantal redenen naar voren waarom sommige hoveniers niet of nauwelijks bloembollen gebruiken: Ouderwets imago en niet voor elke stijl geschikt Gebrek aan kennis en onbekendheid met product Lastig in werkschema te passen Toepassen van bloembollen is te duur Concurrentie van andere planten Niet goed verkrijgbaar Openbaar groen De laatste jaren wordt het belang van openbaar groen in de woonomgeving voor bewoners steeds meer onderkend. Projectontwikkelaars en makelaars proberen hierop in te spelen door nieuwbouwwijken aan te prijzen als ‘wonen in het groen’, ‘wonen in een groene waterrijke omgeving met alle voorzieningen nabij’, etc. Gemeentes bezuinigen echter steeds vaker op openbaar groen, zowel bij bestaande als nieuwbouwwijken. Openbaar groen is vaak een sluitpost op de begroting. Is er wel groen in de begroting is opgenomen, dan moet dit vaak tegen zo laag mogelijke kosten worden aangelegd en ook zeer onderhoudsvriendelijk zijn. Groenvoorzieners geven aan dat bloembollen goed passen in ‘zelfverzorgende’ groengebieden. Het is aantrekkelijk voor een gemeente om gras aan te leggen en daaronder bloembollen te laten groeien. Met name verwilderings- en meerjarenbollen zijn zeer praktisch.
© Productschap Tuinbouw
7
Opleidingen Op zowel HBO, MBO en VMBO opleidingen zijn bollen onderdeel van het lespakket. Op de HBO geeft men aan zelf het lesmateriaal te schrijven. De docenten en hun groenkennis spelen dus een belangrijke rol bij het samenstellen van het lesmateriaal. Uit gesprekken met MBO en HBO opleidingen zoals het Wellantcollege en Hogeschool Larenstein blijkt dat het aantal studenten dat een opleiding tot hovenier, groenvoorziener of tuinarchitect volgt de laatste jaren een daling heeft laten zien, alhoewel er dit jaar een kleine stijging is. Alhoewel het onderwerp bollen dus aan bod komt, geven de opleidingen aan dat de studenten niet altijd zo enthousiast zijn over bloembollen. De mogelijkheden met bollen zijn vaak niet bekend, er is niet direct resultaat te zien bij de aanleg van tuinen en perken en de bollen hebben vaak een oubollig imago. De opleidingen geven aan dat, om de interesse voor bollen weer nieuw leven in te blazen bij studenten, het lesmateriaal uitdagender en moderner moet worden. De manier van informeren moet met de tijd meegaan: beelden, foto’s, praktijkworkshops, videofilmpjes, presentaties, animaties, internet, enz.
8
© Productschap Tuinbouw
Conclusies en aanbevelingen Inleiding Tegenwoordig is het vrij makkelijk om een hoveniersbedrijf te beginnen. In de groensector wordt steeds meer op kleine schaal gewerkt. Het komt dan ook steeds vaker voor dat de kennis versnippert en niet alle vakdisciplines even goed worden beheerst. Ook de kennis van bloembollen is bij veel van de kleine bedrijven voor verbetering vatbaar. Praktische informatie over beplanting, verzorging en onderhoud is gewenst: simpel, kort, praktisch en begrijpelijk. Dit hoofdstuk zet alle knelpunten nog eens op een rijtje en geeft aan hoe deze aangepakt kunnen worden om bloembollen weer in beeld te brengen.
Geef tips over de mogelijkheden van bollen, zet nadelen om in voordelen Ook al is soms de kennis van bloembollen wel aanwezig, dan weet men soms niet welke mogelijkheden bloembollen bieden. Geef de hoveniers en tuinarchitecten tips over hoe de door hun genoemde nadelen kunnen worden opgelost. Hoveniers en tuinarchitecten hebben bepaalde opvattingen over het gebruik van bloembollen. Deze zijn niet altijd terecht maar zorgen er wel voor dat bedrijven niet of nauwelijks bloembollen gebruiken. Hieronder worden deze opvattingen en bijbehorende tips genoemd. Bloembollen zijn ouderwets en niet voor elke stijl geschikt Maak aan de hovenier duidelijk hoe bloembollen in verschillende stijlen passen en verbeter het imago van bloembollen. Promotie moet zich ook blijven richten op de consument. Zeker omdat hoveniers aangeven hun ontwerp af te stemmen op de wensen van de klant. Als de klant niet om bloembollen vraagt, verwerken veel hoveniers geen bloembollen in het tuinontwerp. Het imago kan worden verbeterd door promotie in vakbladen, consumentenbladen, internet, grote evenementen, PR, bloembollen in het straatbeeld, moderne verpakkingen en presentaties in de winkel. Door deze push/pull strategie wordt van beide kanten het imago aangepakt.
Een belangrijke tip die in gesprekken met tuinarchitecten naar voren kwam is: zoek de samenwerking op met een bekende moderne tuinontwerper en zet zo een nieuw concept in de markt. Zoals ‘Jan des Bouvrie’ zijn naam heeft gehangen aan diverse meubelstukken of winkelketens (Gamma, e.d.) kan dit ook in de bloembollen worden toegepast om bloembollen een modern en jonger imago mee te geven.
Productschap Tuinbouw heeft het onderzoek Tuinbeleving Nederland geschreven. Hieruit zijn verschillende tuintypes naar voren gekomen en de Stichting Tuinpromotie Nederland heeft per type tuinier een bijpassende stijl ontwikkeld. Deze zijn in een kleurenfolder gepubliceerd. Bij de beschrijving van deze tuintypes worden beschrijvingen van vormen, materialen, kleuren en planten gegeven. De types worden gevisualiseerd door foto’s van mensen, tuinen en de levensstijl. Hoveniers kunnen de tuintypes en trends gebruiken bij hun werkzaamheden. Echter, op de afbeeldingen en in de beschrijvingen komen bloembollen niet voor. Bloembollen moeten natuurlijk ook een rol spelen in deze tuintypes en trends.
© Productschap Tuinbouw
9
Voor en na de bloei van bollen heb je lege plekken in de tuin Combineer de bollen met vaste planten, zo zijn er geen lege plekken in de tuin. Bloembollen bieden juist een leuke verrassing voor de klant en zo ook een visitekaartje voor de hovenier: lang nadat de hovenier de tuin heeft aangelegd komen er nog steeds nieuwe dingen in de tuin op.
Na de bloeiperiode geeft het blad een rommelig beeld in de tuin en dat is geen mooi gezicht Camoufleer het loof met vaste planten die over en tussen de bollen opkomen, zoals bijvoorbeeld hosta, astilbe en andere vaste, overblijvende planten. Bollen moeten uit de grond worden gehaald. Bij alleen een aanlegcontract is dit niet praktisch. Belangrijk actiepunt: Promoot de mogelijkheden van meerjarenbollen! Deze kunnen in de grond blijven en de tuin elk jaar opnieuw kleur geven. Meerjaren- en verwilderingsbollen spelen in op veel door de hovenier genoemde nadelen van bloembollen. Een specifieke promotiecampagne rond deze bloembolsoorten geeft bekendheid aan deze bloembollencategorie en toont de veelzijdigheid en de voordelen van de bollen. Met verwilderings- of meerjarenbollen inspelen op de gemaksgeneratie. Als een tuinontwerp gemaakt wordt buiten het bollenseizoen, en er geen onderhoudscontract is, dan kunnen geen bloembollen worden toegepast. De hovenier kan een stukje service bieden door later in het jaar nog eens terug te komen en de bollen in de tuin te verwerken. Dit biedt ook meteen de kans om nieuwe diensten aan te bieden voor het komende seizoen. Bollen laten planten door een hovenier is erg duur in verhouding tot de kosten van bollen in de winkel. Bloembollen moeten als onderdeel van de tuin worden gezien, niet als een sluitpost. Na de eenmalige kosten van het planten van de bollen kan de klant vervolgens elk jaar genieten van de kleurige verwilderingsbollen die zich ook nog eens kunnen vermeerderen. De klant krijgt zo dus waar voor zijn geld. Bloembollen bloeien te kort in verhouding tot perkplanten Laat de klant zo lang mogelijk van bloeiende bollen genieten door bijvoorbeeld bollen bij elkaar te planten die steeds na elkaar bloeien. Zo zijn er bollen die in het vroege voorjaar en late voorjaar bloeien en zo heeft de klant langere tijd plezier van een bloeiende tuin.
10
© Productschap Tuinbouw
Maak hoveniers en tuinarchitecten attent op bloembollen Soms denken de bedrijven gewoon niet aan de bollen. Deze zijn niet ‘top of mind’, zoals vaste planten en bomen dat vaak wel zijn. Herinner de hoveniers en tuinarchitecten eraan dat het bloembollenseizoen er weer aankomt. Zoals een hovenier zegt: “Ik heb een soort alertfunctie met voorbeelden nodig voor en tijdens het bollenseizoen”. Zeer effectieve manieren zijn: de VHG nieuwsbrief en VHG bijeenkomsten (ca. 25% van de hoveniers is VHG lid, zij vertegenwoordigen 80% van de omzet), het HIC (Hoveniers Informatie Centrum), het vakblad Tuin&Landschap, de themanummers van dit vakblad (zo’n drie keer per jaar) waarin een bloembollenspecial gepubliceerd kan worden en de bijbehorende digitale nieuwsbrief van Tuin&Landschap. Bij deze communicatie zijn voorbeelden (foto’s, video) essentieel voor de hovenier om inspiratie op te doen. Daarnaast kunnen mailings naar de hoveniers worden gestuurd met bollentips. Vergeet ook de toeleveranciers niet. Plant- en materiaalleveranciers nemen steeds vaker hoveniersopdrachten aan. Voor de uitvoering huren zij zzp’ers, senioren of hoveniersbedrijven in. Ook deze groep kan worden benaderd om de toepassing van bloembollen in ontwerpen te stimuleren. Daarbij worden de relaties tussen hovenier en toeleverancier steeds belangrijker. Door de vele kleine hoveniersbedrijven en een gebrek aan vakkrachten schiet soms de (planten)kennis tekort en de hovenier vertrouwt dan op de kennis van de leverancier. Betrek daarom ook deze groep bij de promotieactiviteiten. Verbeter de verkrijgbaarheid van bollen Niet alle toeleveranciers van hoveniers en tuinarchitecten hebben bloembollen in het assortiment. Ook al zou de hovenier bollen willen bestellen, dan is dit niet altijd mogelijk en worden in het ontwerp de bollen vervangen door vaste planten. Zorg er daarom voor dat ook de toeleveranciers geïnformeerd worden over de voordelen van bollen. Laat ze bijvoorbeeld kennis maken met bollen door een proefpakketje, nodig ze uit voor kennismiddagen en geef ze folders/boekjes met gebruikstips. Ook blijkt dat hoveniers en zelfs toeleveranciers niet altijd weten waar zij bollen kunnen krijgen. In het informatiemateriaal is het daarom ook verstandig om een aantal adressen van toeleveranciers per regio te noemen die bollen kunnen leveren.
Hovenier bekend maken met voordelen van bol-op-pot Hoveniers zijn niet enthousiast over bollen-op-pot, ook al gebruiken zij wel droge bloembollen in hun ontwerpen. Het nadeel is volgens hen dat deze eenmalig bloeien en zij zien niet de mogelijkheden van het product in. Het product biedt echter juist kansen: de hovenier kan al vroeg in het jaar zorgen voor een beetje kleur in de tuin. Er zijn in die tijd, januari – februari, nog weinig alternatieven die de tuin zo in bloei kunnen zetten als bollen-op-pot.
Via docenten de toekomstige hoveniers bereiken Vaak schrijven de docenten het lesmateriaal zelf. De docenten en hun groenkennis spelen dus een belangrijke rol bij het samenstellen van het lesmateriaal. Regelmatig contact met deze docenten over de ontwikkelingen op bloembollengebied biedt een goede kans om de bloembolleninformatie te verspreiden onder toekomstige hoveniers en tuinarchitecten.
Lesmateriaal moet uitdagender en moderner Om de interesse voor bollen onder studenten te vergroten moet het lesmateriaal uitdagender en moderner en met de tijd meegaan: beelden, foto’s, praktijkworkshops, internet, videofilmpjes, presentaties, animaties, internet, enz. Interactiever lesmateriaal is de toekomst.
© Productschap Tuinbouw
11
Naast opleidingen kunnen ook bijscholingscursussen de kennis vergroten of weer opfrissen. Het noemen en onder de aandacht brengen van dergelijke cursussen in vakbladen, nieuwsbrieven en op websites van belangen- en promotieorganisaties is dan wel belangrijk. Ook kunnen workshops en trainingen worden georganiseerd om de hovenier het bloembollengebruik voor te doen in de praktijk en het hen zelf te laten doen. Dergelijke workshops/trainingen kunnen natuurlijk ook breder getrokken worden met andere productgroepen om zo een aantrekkelijk informatiepakket samen te stellen.
Organiseer regelmatig bijeenkomsten Kennismiddagen of avonden brengen het vak bij elkaar, bieden ruimte voor discussie en er kunnen presentaties worden gegeven over trends, marktonderzoeken, marktontwikkelingen, enz. Het organiseren van kennismiddagen op locaties als de Keukenhof brengt de praktijk een stukje dichterbij. In de praktijk is te zien hoe de bollen op verschillende manieren kunnen worden toegepast. Ook kan allerlei informatiemateriaal worden verstrekt. Tips en aanbevelingen van sprekers (tuinarchitecten, promotieorganisaties, e.d.) maken het geheel compleet. Dergelijke activiteiten komen helemaal goed tot hun recht als de verschillende organisaties in de branche met elkaar samenwerken.
Ook internationale markt niet vergeten Om het bloembollengebruik onder hoveniers te stimuleren is het goed om in Nederland te beginnen en een actieplan uit te rollen. Acties zijn makkelijk in de praktijk te proberen, organisaties direct te benaderen, e.d. Het is echter ook belangrijk om in de toekomst actie te ondernemen in het buitenland om zo enkele van de grootste afzetmarkten voor bloembollen te bewerken. Wel geldt hierbij dat verschillende landen een verschillende aanpak vereisen. Dit onderzoek kan helpen bij het opdoen van ervaring op de Nederlandse markt en een basis vormen voor internationale activiteiten.
Conclusies Groot Groen Bloembollen zijn voordelige en kleurrijke keuze voor gemeentes De laatste jaren wordt het belang van openbaar groen in de woonomgeving voor bewoners steeds meer onderkend door huizenkopers. Gemeentes bezuinigen echter steeds vaker op openbaar groen, zowel bij bestaande als nieuwbouwwijken. Openbaar groen is vaak een sluitpost op de begroting. De kosten van aanleg en onderhoud moeten zo laag mogelijk blijven. Bloembollen bieden hier voordelen voor gemeenten. Bollen die zichzelf vermeerderen vergen nauwelijks onderhoud en bieden toch kleur in de omgeving, bijvoorbeeld in combinatie met gras en overblijvende vaste planten. Het is daarom nuttig om gemeentes en projectontwikkelaars te informeren over de voordelen van bloembollen. Zorg voor een goede etalage als bollensector Rotondes, perken, plantenbakken en parken vormen een goede ‘etalage’ voor het bloembollenvak. Echter, niet altijd zijn deze met bloembollen gevuld, netjes bijgehouden of enigszins ouderwets beplant. Ook kan worden getoond hoe bollen met andere bollen of met vaste planten kunnen worden gecombineerd, nieuwe soorten kunnen worden gebruikt, nieuwe kleuren, etc. De eigen etalage kan beter. In de bollenstreek maar zeker ook daarbuiten is dergelijke beplanting een goede manier om reclame te maken voor bloembollen.
12
© Productschap Tuinbouw
1
Inleiding 1.1 Achtergrond De Nederlandse consument hecht steeds meer waarde aan de tuin. De tuin wordt steeds vaker gezien als het verlengstuk van het huis en de consumenten besteden ook meer tijd en geld aan de inrichting van hun tuin, zo blijkt uit het onderzoek ‘Tuinbeleving Nederland’ van Productschap Tuinbouw. Soms kiest de consument ervoor om de aanleg en de beplanting van de tuin uit te besteden aan een professionele hovenier. Maar al te vaak zijn bloembollen geen onderdeel van een tuinontwerp. Om inzicht te krijgen in de motivaties voor hoveniers om wel of geen bloembollen toe te passen heeft Productschap Tuinbouw een onderzoek uitgevoerd op verzoek van het IBC (Internationaal Bloembollen Centrum).
1.2
Doelstelling van het onderzoek 1. Inzicht krijgen in het gebruik van bloembollen in tuinontwerpen door hoveniers en tuinarchitecten. 2. Motivatie achterhalen waarom wel of geen bloembollen worden gebruikt. 3. Aanbevelingen doen voor het stimuleren van het bloembollengebruik door hoveniers
1.3
Onderzoeksmethode Het onderzoek is in de eerste helft van 2007 uitgevoerd. De onderzoeksmethode is een combinatie van deskresearch en veldwerk. Naast het deskresearch, waarbij verschillende vakbladen en internetsites zijn geraadpleegd, zijn ook enkele diepte-interviews met bedrijven in de sector gevoerd. Hieronder puntsgewijs een overzicht van de verschillende onderzoeksfasen:
Deskresearch Gesprekken met: o brancheorganisaties (o.a. VHG, IBC en HIC) o opleidingsinstanties (o.a. Larenstein, Wellant college) o interviews met 10 hoveniers o interviews met 4 toonaangevende tuinarchitecten/ontwerpbureaus
© Productschap Tuinbouw
13
1.4
Rapportage In hoofdstuk twee worden kort enkele ontwikkelingen in de hoveniersbranche genoemd. Hoofdstuk drie licht toe hoe hoveniers tegen bloembollen aankijken. Welk imago hebben bollen in hun ogen? Tegen welke problemen lopen zij aan bij het gebruik van bollen in tuinontwerpen? In hoofdstuk vier wordt kort toegelicht welke rol bloembollen spelen in het openbaar groen en hoofdstuk vijf geeft aan hoe opleidingen bollen in hun lespakket hebben opgenomen en waar zij hun informatie vandaan halen. In de bijlage is een kort overzicht te vinden van de informatie- en inspiratiebronnen van hoveniers en tuinarchitecten.
14
© Productschap Tuinbouw
2 Ontwikkelingen in hoveniersbranche 2.1 Hoveniersbranche: veel kleine bedrijven De hoveniersbranche bestaat voor een groot deel uit kleine bedrijven, zo blijkt uit het Bedrijfsvergelijkend Onderzoek 2005 (‘Snoeien doet Groeien’), in opdracht van de VHG. De meeste omzet komt van particuliere tuinen (34%) en groot groen (33%), gevolgd door tuinen van bedrijven en instellingen (22%). Figuur 2.1.1
Omzetaandelen deelmarkten Particuliere tuinen
1% 6% 3%
1%
Groot groen 34%
22%
Tuinen van instellingen en bedrijven Boomverzorging Dak/geveltuinen Verkoop kw ekerij/tuincentrum
33% Overig Bro n: Bedrijfsvergelijkend Onderzoek 2005 (‘Snoeien doet Groeien’)
Bijna de helft van de bedrijven heeft minder dan drie voltijdbanen (inclusief ondernemer zelf). Deze kleine bedrijven realiseren samen met de middelgrote hoveniersbedrijven echter slechts 25 procent van de omzet en ruim tien procent van de werkgelegenheid. Procentueel gezien wordt de meeste omzet behaald door de SW-bedrijven en de groenvoorzieners (30% van de omzet). De piek van de werkzaamheden van hoveniers is maart t/m juni en daarna van oktober t/m december.
2.2 Geen professionele status van beroep hovenier Zo’n 15 jaar geleden werd het vak hovenier vrijgegeven. Sinds die tijd kan men vrij gemakkelijk een hoveniersbedrijf beginnen. Een gemiddelde hovenier moet diverse vakdisciplines beheersen om een tuin compleet te maken: ontwerpen, beplanten, bemesten, bestraten, timmerwerk, metselwerk, snoeien, enz. Elk discipline is een vak apart. In de CAO voor het hoveniersbedrijf zijn regels opgenomen omtrent opleiding en vakbekwaamheid van medewerkers. Ieder hoveniersbedrijf wordt geacht zich hieraan te houden maar in de praktijk is dat niet altijd terug te zien. Voor kleine hoveniersbedrijven en deeltijdhoveniers is het een hele opgave om al deze disciplines te beheersen. Dit kan natuurlijk goed gaan maar veelal wordt niet de vereiste kwaliteit geleverd. Deze ontwikkeling heeft ook invloed op het gebruik van bloembolproducten.
2.3 Keurmerken Natuurlijk zijn er wel verenigingen, keurmerken en certificeringen waarbij een hovenier zich kan aansluiten om zich te onderscheiden en om te leren, zoals de organisatie VHG en de keurmerken VCA en ISO. Ook het onafhankelijke keurmerk Groenkeur is zo’n voorbeeld. Elke hovenier kan zich aansluiten bij het Groenkeur keurmerk; parttime hoveniers, kleine en grote hoveniers. Dit keurmerk zorgt ervoor dat de hovenier leert om professioneel te werken. Ook de consument kan er terecht met klachten en vragen. Alle gecertificeerde hoveniers worden elk jaar opnieuw gekeurd door onafhankelijke certificerende instellingen.
© Productschap Tuinbouw
15
2.4 De Nederlander en de hovenier In 2006 heeft Productschap Tuinbouw op verzoek van de VHG een marktonderzoek uitgevoerd naar het gebruik van een hovenier door de Nederlandse consument. Hieronder worden kort de belangrijkste bevindingen uit dit onderzoek (rapport 2007-07) genoemd zodat duidelijk wordt welke rol de hovenier in Nederland inneemt.
16
In 2006 heeft circa 5,7% van de huishoudens gebruik gemaakt van de diensten van een hovenier; 7,6% had tegen betaling werk laten uitvoeren aan de tuin maar niet door een hovenier. Hoveniergebruikers zijn oververtegenwoordigd in de hogere leeftijdsgroepen, wonen minder in de 3 grote steden en zijn meer dan gemiddeld hoog opgeleid. Ook de hogere inkomens maken vaker gebruik van een hovenier. Dit hangt ook samen met het feit dat zij gemiddeld vaker een grotere tuin hebben. De deskundigheid van de hovenier is de belangrijkste reden om hem in te schakelen. Daarnaast zijn tijdgebrek en gemak argumenten die relatief veel door de jongere leeftijdsgroepen worden genoemd. Bij de oudere generaties zijn leeftijd en gezondheid meer dan gemiddeld genoemd als argument. De oudere leeftijdsgroepen beschikken gemiddeld over de grootste tuinen maar het onderhoud hiervan wordt steeds meer een probleem. Het snoeien van bomen en struiken is de vaakst genoemde activiteit waarvoor men een hovenier heeft ingeschakeld. Algeheel tuinonderhoud wordt vooral door de oudere leeftijdsgroepen genoemd terwijl de jongere leeftijdsgroep de hovenier vooral inhuurt voor de aanleg van een tuin, bestratingwerkzaamheden en/of het plaatsen van een schutting. Van de huishoudens die de tuin laten onderhouden door een hovenier zegt 30% dat dit twee keer per jaar gebeurd. Bij een vrijwel even grote groep ligt de onderhoudsfrequentie op 1 keer per jaar of nog minder. Minder dan 10% van de huishoudens die in 2006 een tuin hebben laten aanleggen, heeft hierbij een onderhoudscontract afgesloten. Bij de 65-plussers ligt dit percentage echter aanzienlijk hoger. Gemiddeld is door de hoveniergebruikers € 2000 uitgegeven aan de hovenier. Echter de bedragen lopen zeer sterk uiteen, afhankelijk van de uitgevoerde werkzaamheden. De Nederlander is uitermate tevreden over de wijze waarop de hovenier zijn werk doet. Cruciaal hierbij is het nakomen van afspraken. Van de ondervraagde hoveniergebruikers zegt 15% bekend te zijn met een keurmerk voor hoveniers. Hiervan noemden slechts een klein deel spontaan de naam Groenkeur.
© Productschap Tuinbouw
3 Hoveniers en bloembollen 3.1 Gebruik van bloembollen Hoveniers hebben verschillende meningen over bloembollen:‘Mooi’, ‘oubollig’, ‘hoort in een tuin’, ‘niet praktisch’, ‘brengen kleur in de tuin’, ‘te duur’, ‘past niet in mijn werkschema’, enz. Sommige hoveniers gebruiken vaak bollen, echter de meeste ondervraagde hoveniers niet of nauwelijks. “Er gaat geen ontwerp zonder bloembollen de deur uit. We leggen duurzame tuinen aan. We proberen alle seizoenen goed in de tuin te vertegenwoordigen om zo een zo natuurlijk mogelijk klimaat te ontwikkelen. Daar horen (verwilderings)bollen gewoon bij.” (hovenier) “We gebruiken nooit bloembollen. Het Is een oubollig product en ze zijn niet praktisch in het beplantingsplan.” (hovenier) Waarom gebruiken veel hoveniers geen bollen? Welke problemen doen zich voor? In de volgende paragraaf worden de belangrijkste knelpunten genoemd.
3.2
Redenen om geen bloembollen te gebruiken in tuinontwerp
Uit de gesprekken met bedrijven en organisaties in de hoveniersbranche komt een aantal redenen naar voren waarom bloembollen soms een kleine of helemaal geen rol spelen in tuinontwerpen van hoveniers en tuinarchitecten:
Ouderwets imago en niet voor elke stijl geschikt Gebrek aan kennis en onbekendheid met product Lastig in werkschema te passen Toepassen van bloembollen is te duur Concurrentie van andere planten Niet goed verkrijgbaar
Hieronder worden deze punten verder toegelicht.
© Productschap Tuinbouw
17
3.2.1 Ouderwets imago en niet voor elke stijl geschikt Volgens veel van de ondervraagde hoveniers zijn bollen ouderwets en passen niet in de stijl van de huidige tuinen. Ook geven sommigen aan dat de bollen niet bij de huidige gemakstrend passen omdat bollen volgens hen veel onderhoud vergen.
“In de moderne tuinstijlen zijn bloembollen moeilijk te verwerken. Daar leent een klassieke tuin of een natuurtuin zich veel meer voor.”(opleidingsinstituut) “Bloembollen zijn erg ouderwets, dat past niet meer in de stijl van de huidige tuinen. Alles moet tegenwoordig op gemak gericht zijn.” (hovenier)
Aan de andere kant zijn er ook bedrijven (vaak grotere hoveniers of bekende tuinarchitecten) die bollen wel in elke stijl vinden passen of er kansen in zien.
“Als ik ze zou gebruiken, dan zou ik één soort gebruiken in één kleur: strak. Echt iets designs ervan maken. Op die manier kan misschien een nieuwe trend worden gezet met bloembollen.” (tuinarchitect)
“Bollen zijn voor elke stijl geschikt. Witte tulpen met siergras is modern. Maar ook goed toepasbaar in Engelse landelijke tuin. Ook barok, of romantisch.” (tuinarchitect)
Ook een belangrijk aandachtspunt is het imago bij de consument. Uit eerdere marktonderzoek van Productschap Tuinbouw blijkt dat ook de consument bloembollen vaak ouderwets vindt. Dit is een groot probleem aangezien veel hoveniers hun tuinontwerp helemaal afstemmen op de wensen van de klant. Vraagt deze niet naar bollen, dan verwerkt de hovenier deze niet in het ontwerp.
“Het maakt mij niet uit welke planten er in de tuin komen te staan. We zijn commercieel en doen wat klant wil, de klant bepaalt.” (hovenier) “De trends volgen we niet, dat doen onze klanten wel. Wij luisteren naar de klanten.” (hovenier) “De consument vraagt eigenlijk nooit uit zichzelf naar bloembollen. Als de consument erom vraagt, zou ik wel bloembollen gaan gebruiken.” (hovenier)
Dat bloembollen in verschillende stijlen toepasbaar zijn, zowel modern, trendy als klassiek is bij veel hoveniers en consumenten niet duidelijk. Belangrijk is dan ook om op verschillende manieren te communiceren hoe bloembollen in elke stijl toepasbaar zijn.
18
© Productschap Tuinbouw
3.2.2 Gebrek aan kennis Onbekendheid met bloembollen is een ander belangrijk aandachtspunt. Dit geldt voor zowel grote als kleine hoveniersbedrijven. Een aanzienlijk deel van de hoveniers weet niet precies hoe bloembollen moeten worden behandeld. Kennis ontbreekt vaak over praktische punten:
Hoe moeten bollen worden geplant? Wanneer mag het loof afgeknipt worden? Moeten bollen weer uit de grond worden gehaald? Zo ja, welke? Wat is de beste plaats voorde bollen? Schaduw, zon? Moet er voeding bij of niet? Welk soort grond is het beste voor de bollen?
Daarnaast is er natuurlijk ook nog een hoop informatie te verstrekken wat betreft het gebruik van bollen in verschillende stijlen, de voordelen van verwilderings- en meerjarenbollen, bollen in combinatie met vaste planten of andere bolsoorten en kleuren, het planten van bollen in lagen, enz. Ook blijkt uit de gesprekken dat bloembollen bij sommige hoveniers geen ‘top-of-mind’ product zijn, zoals vaste planten en bomen vaak wel een vast element zijn bij het ontwerp van een tuin.
“Zelf gebruik ik meestal geen bloembollen, maar als ik er nu over nadenk zou het best bij het onderhoud kunnen. Ik ga er eens opletten. Ik heb in het najaar en voorjaar eigenlijk een soort reminder met voorbeelden nodig!”.”(hovenier)
Het kennisgebrek lijkt ook voort te komen uit het feit dat men, sinds het vak enkele jaren geleden is vrijgegeven, makkelijk een hoveniersbedrijf kan oprichten. Het komt dan ook voor dat de plantenkennis soms te wensen over laat. De hoveniers op verschillende momenten in het jaar voorzien van praktische en makkelijke tips en informatie is dan ook van groot belang. Hoveniers zijn niet enthousiast over bollen-op-pot, ook al gebruiken zij wel droge bloembollen in hun ontwerpen. Het nadeel is volgens hen dat deze eenmalig bloeien en zij zien niet de mogelijkheden van het product in.
© Productschap Tuinbouw
19
3.2.3 Lastig in werkschema te passen Het inpassen van bloembollen in het werkschema blijkt voor veel hoveniers lastig te zijn. Bij een onderhoudscontract legt de hovenier niet alleen de tuin aan maar komt ook één of meerdere keren per jaar terug om de tuin te verzorgen. Zij kunnen dan ook eenjarige bollen uit de grond halen, loof weghalen of nieuwe bollen planten. Echter, als de hovenier alleen de aanleg van de tuin verzorgt en geen onderhoudscontract heeft, zijn bollen volgens hen niet goed toe te passen:
“Na de bloeiperiode geeft het blad een rommelig beeld in de tuin, vandaar dat het een lastig product is om te gebruiken. Tenzij je natuurlijk regelmatig terugkomt.” (hovenier) “Bij alleen aanleg willen hoveniers een mooi plaatje achterlaten en geen lege stukken waar nog bollen moeten opkomen.” (hovenier) Als ik een tuinontwerp maak in een periode dat er geen bollen zijn, en ik heb geen onderhoudscontract, dan kan ik geen bloembollen toepassen.” (hovenier)
Ook hier komt weer een stukje kennisgebrek om de hoek kijken: Bloembollen zijn namelijk prima te combineren met vaste planten waardoor er geen lege plekken zijn in de tuin.
20
Het ‘lelijke loof’ dat overblijft na de bloei kan handig worden gecamoufleerd door andere vaste planten die tussen en over het loof opkomen, zoals bijvoorbeeld hosta’s. Ook als er geen onderhoudscontract is, maar alleen de aanleg van de tuin wordt gedaan, zijn bollen goed te gebruiken. Verwilderingsbollen zijn uitermate geschikt, deze hoeven niet uit de grond te worden gehaald en de klant kan elk jaar genieten van bloemen in de tuin. Wordt het tuinontwerp niet gemaakt in het bollenseizoen, dan hoeft dit bloembollen niet uit te sluiten. De hovenier kan bijvoorbeeld een stukje service bieden aan de klant door later in het jaar nog eens terug te komen en de bollen in de tuin te verwerken. Dit biedt de hovenier dan meteen de kans om nieuwe diensten aan te bieden voor het komende seizoen.
© Productschap Tuinbouw
3.2.4 Toepassen van bloembollen is te duur Een veel gehoorde opmerking is dat bloembollen te duur zijn voor de klant om ze door de hovenier te laten planten. Door het onderhoud wordt het planten ervan door de hovenier te duur in verhouding met wat de consument ervoor betaalt in de winkel. Ook zijn er veel bollen nodig om een mooi resultaat te krijgen. Hierdoor is het planten van bollen arbeidsintensief en brengt de nodige kosten met zich mee. “Voor 100 euro heb je een hele kruiwagen vol bloembollen. Maar daar komt in het najaar 200 euro urengeld bij om ze te planten en in het voorjaar 200 euro om ze te rooien en al het loof op te ruimen. Dat is 500 euro voor een paar weken bolbloemen in je tuin. Weet je hoeveel bossen bloemen je kunt kopen voor 500 euro?” (hovenier) Bij Hornbach een zakje bollen halen is veel goedkoper dan wanneer ik het doe. (hovenier) Eén van de hoveniers kijkt hier echter anders tegenaan. “Het is wel waar maar een hovenier moet bloembollen niet als iets extra’s beschouwen, eerder als onderdeel van de vaste planten. Dit kan prima met verwilderingsbollen, die zijn vergelijkbaar met vaste planten qua toepassing.” (hovenier)
3.2.5 Concurrentie van andere planten Bloembollen hebben veel concurrentie van andere planten. Dit is zeker het geval bij zomerbloeiende bollen. Deze moeten worden geplant op het moment dat er veel aanbod is van bloeiende perkplanten en andere tuinplanten. De perkplanten zijn in grote getale in de bouwmarkten en tuincentra te vinden en overschaduwen het bloembollenaanbod. Daarbij geven de planten gelijk een fleurig resultaat in de tuin terwijl de zomerbloeiende bollen pas later zullen bloeien. Bij voorjaarsbloeiers speelt de concurrentie van andere planten wat minder, aangezien deze vaak de eerste bloeiers in de tuin zijn na een koude en donkere periode. Daarbij geven hoveniers aan dat bollen vaak maar kort bloeien in verhouding met bloeiende perkplanten en vinden het niet de moeite waard om bollen bij hun ontwerp te betrekken. Andere hoveniers en tuinarchitecten weten echter wel manieren om de klant zo lang mogelijk van bloeiende bollen te laten genieten. Bijvoorbeeld door bollen bij elkaar te planten die steeds na elkaar bloeien.
3.2.6 Niet goed verkrijgbaar Een opmerking die soms te horen was bij hoveniers en tuinarchitecten was dat bloembollen niet altijd even goed verkrijgbaar zijn. Niet elke toeleverancier heeft bloembollen in het assortiment. Als de hovenier dan extra tijd moet steken in het zoeken naar een leverancier, dan is de animo al snel minder. “Het komt voor dat hoveniers een bestellijst maken, deze faxen naar hun plantenleverancier en deze geen bollen in het assortiment heeft. De bollen worden dan vervangen door een ander product.” (tuinarchitect )
© Productschap Tuinbouw
21
4 Openbaar groen 4.1 Consument hecht waarde aan openbaar groen terwijl gemeentes bezuinigen De laatste jaren wordt het belang van openbaar groen in de woonomgeving voor bewoners steeds meer onderkend, zo blijkt uit marktonderzoek van Productschap Tuinbouw uit 2005 1. Bij het kiezen van een woning zijn voor bewoners van nieuwbouwwijken verschillende aspecten van belang. Allereerst natuurlijk de woning zelf, maar ook de aanwezigheid van winkels, scholen, openbaar groen, de ligging en het uiterlijk van de wijk. Projectontwikkelaars en makelaars proberen hierop in te spelen door nieuwbouwwijken aan te prijzen als ‘wonen in het groen’, ‘wonen in een groene waterrijke omgeving met alle voorzieningen nabij’, etc. Sfeerimpressies die bij de verkoop gebruikt worden om de omgeving van de woning en de woning zelf weer te geven, zijn echter vaak rooskleuriger dan de uiteindelijke daadwerkelijke situatie en de hoeveelheid groen laat nogal eens te wensen over. Gemeentes bezuinigen steeds vaker op openbaar groen, zowel bij bestaande als nieuwbouwwijken. Aan de ene kant vinden gemeenten groen in de wijk erg belangrijk, maar het gebeurt maar al te vaak dat het groen plaats moet maken voor bebouwing en parkeerplaatsen. Openbaar groen is vaak een sluitpost op de begroting. Is er wel groen in de begroting is opgenomen, dan moet dit vaak tegen zo laag mogelijke kosten worden aangelegd en ook zeer onderhoudsvriendelijk zijn.
4.2 Bloembollen zijn voordelige keuze Deze ontwikkeling hoeft voor bloembollen niet meteen een bedreiging te vormen. Groenvoorzieners geven aan dat bloembollen goed passen in ‘zelfverzorgende’ groengebieden. Het is aantrekkelijk voor een gemeente om gras aan te leggen en daaronder bloembollen te laten groeien. Met name verwilderings- en meerjarenbollen zijn zeer praktisch. Het gras en de bloembollen vormen een goedkope manier voor een gemeente om toch groen in de omgeving te hebben en extra kleur in het voorjaar.
1
Rapport PT 2005-50 Woonbeleving nieuwbouwwijken
22
© Productschap Tuinbouw
5 Opleidingen 5.1 Bollen onderdeel van opleiding Op zowel HBO, MBO en VMBO opleidingen zijn bollen onderdeel van het lespakket. Op de HBO geeft men aan zelf het lesmateriaal te schrijven. Daarnaast gebruiken zij informatie van organisaties (Bomenstichting, IBC, e.d.) en kwekerijen. De docenten en hun groenkennis spelen dus een belangrijke rol bij het samenstellen van het lesmateriaal. In colleges wordt het lesmateriaal toegelicht door de docent of soms nodigt men een spreker uit. Zo verstrekt ook het IBC jaarlijks informatie over bollen verstrekt tijdens een college, evenals een aantal tuinarchitecten, kwekers en mensen van overkoepelende organisaties. Het boekje “Bloembollen in het groen” van IBC vond en vindt gretig aftrek en is geliefd onder de studenten omdat er zo goed met voorbeelden wordt gewerkt en een goede uitleg erbij wordt gegeven. Ook “in de ban van de tuin” en “Beplantingen voor rotondes” worden toegepast bij het lesmateriaal. Belangrijk is dus om dergelijk materiaal te blijven verstrekken zodat er steeds genoeg materiaal is om uit te delen (sommige boekjes zijn inmiddels op en er zijn geen nieuwe aangevraagd, studenten ontvangen ze dus niet). De informatie en afbeeldingen moeten ook steeds vernieuwd worden en aan de tijd en trends aangepast worden.
5.2 Daling in aantal studenten Uit gesprekken met MBO en HBO opleidingen zoals het Wellantcollege en Hogeschool Larenstein blijkt dat het aantal studenten dat een opleiding tot hovenier, groenvoorziener of tuinarchitect volgt de laatste jaren een daling heeft laten zien, alhoewel er dit jaar een kleine stijging is. Bij Hogeschool Larenstein komt dit omdat ze de opleiding hebben gepromoot en het meer onder de aandacht hebben gebracht. Promotie van de opleiding en het vak is dus een effectieve manier om de studenten te stimuleren tot een studie in de groenvoorziening.
5.3 Lesmateriaal moet uitdagender en moderner Alhoewel het onderwerp bollen dus aan bod komt, geven de opleidingen aan dat de studenten niet altijd zo enthousiast zijn over bloembollen. De mogelijkheden met bollen zijn vaak niet bekend, er is niet direct resultaat te zien bij de aanleg van tuinen en perken en de bollen hebben vaak een oubollig imago. Ook is de interesse soms regioafhankelijk: in het zuiden lijkt de interesse voor bomen groter te zijn, in het westen leven de bollen wat meer. De opleidingen geven aan dat, om de interesse voor bollen weer nieuw leven in te blazen bij studenten, het lesmateriaal uitdagender en moderner moet worden. De manier van informeren moet met de tijd meegaan: beelden, foto’s, praktijkworkshops, videofilmpjes, presentaties, animaties, internet, enz. Zo is het Wellantcollege bijvoorbeeld bezig met een ontwikkelcentrum: iedere student krijgt een laptop met al het lesmateriaal erop zodat dikke boeken niet meer nodig zijn. Dit biedt de mogelijkheid om veel interactiever lesmateriaal te gebruiken. Ook internet wordt zo nog belangrijker.
© Productschap Tuinbouw
23
Bijlage - Informatie en inspiratie Om de hoveniersbranche te kunnen informeren over het gebruik en de mogelijkheden van bloembollen in tuinontwerpen is het van belang om te weten welke informatiebronnen er zijn. Consumentenmedia kunnen ook bijdragen aan het stimuleren van het bloembollengebruik. Met voorbeelden kan de consument naar zijn hovenier gaan en om bloembollen in de tuin vragen. Hieronder volgt een overzicht. Dit overzicht is niet opgesteld met de bedoeling om compleet te zijn, het geeft een aantal voorbeelden.
24
1.
Belangrijke bladen in de tuinbranche Tuin&Landschap Groei en Bloei Landleven Onze Eigen Tuin Buitenleven Tuinieren
2.
Bekende tuinarchitecten en ontwerpers
3.
Tijdschriften Libelle Flair Viva Margriet Vriendin Glossy Cosmopolitan
4.
Tuinprogramma’s op televisie Eigen Huis en Tuin (RTL4) Tuinieren met Kijkers (RTL5) De Tuinruimers (SBS6) Gardeners’ World (BBC)
5.
Internet www.tuinarchitect.startbewijs.nl www.tuinaanleg.startbewijs.nl www.tuinweb.nl www.groengroep.nl www.tophoveniers.nl www.hovenier-vergelijken.nl www.hoveniers.startkabel.nl www.droomtuinen.nl www.vhg.org
© Productschap Tuinbouw
Avant Garde Glamour Red Cosmo Zin Midi Elle
Bloemen en Planten Home&Garden Bloemen&Planten De Tuin Exclusief Bloembollenvisie De blauwe kamer
Plus Magazine Joie de Vivre Seasons Living Esta MarieClaire Linda
6.
Tuinevenementen en open tuinen Keukenhof Bloem en Tuin 2007 (27 juli t/m 5 aug in Nuenen) Tuinidee 2007-05-25 Fleurig 2007 (tuinbeurs Utrecht) De tuinen van Appeltern Tuinen van Mien Ruys De tuinen van Ruinen Hortus Bulborum Overige open en botanische tuinen
7.
Organisaties (o.a. VHG, HIC, PPH, PT, etc.) en hun communicatiemiddelen
8.
Reizen naar het buitenland (Italiaanse terrassen, Franse tuinen, etc.)
9.
Dit rapport is voor alle sectorgenoten kosteloos te downloaden op www.tuinbouw.nl onder ‘inloggen’ of op te vragen bij Productschap Tuinbouw: 079-3470633.
© Productschap Tuinbouw
25