KRIMPEN AAN DEM IJSSEL ingekomen d.d. Rappel
Afdeling 1 5
MAART
Reg.no. __i
Aan;
2013
Ici.no. .
SL
ra
Hospitality Consultants
Hospitality C o n s u l t a n t s
Gemeente Krimpen aan den IJssel
S m a l l e p a d 13-15 / 3811 MG / A m e r s f o o r t
Afdeling Samenleving
P o s t b u s 2186 / 3 8 0 0 CD / A m e r s f o o r t
Robert Knoop
P o s t b u s 755 / 6 2 0 0 AT / M a a s t r i c h t Tel: +31 (0)33 462 55 55
Postbus 200 2920 AE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL
[email protected] www.hospitalityconsultants.nl
Van L a n s c h o t B a n k i e r s 63.73.35.503
Datum:
13 maart 2013
Ons kenmerk:
132.025/RA130165./JS/EL
Onderwerp:
einde opdracht
B T W nr.: NL.8119.57.068.B.01 KvK M a a s t r i c h t 14625122
Geachte heer Knoop, beste Robert, Conform afspraak doen wij u hierbij een ingebonden exemplaar toekomen van onze eindrapportage over het onderzoek naar het beheer en de exploitatie van de Krimpener sportaccommodaties. Hiermee is tevens een einde gekomen aan de werkzaamheden die wij in het kader van deze opdracht voor u mochten uitvoeren. Wij hebben de samenwerking wederom zeer op prijs gesteld en verheugen ons erin deze voort te zetten inzake de kadernota tarieven en subsidies. Mede namens mijn collega Emmy van Montfoort dank ik u en uw collega's voor het in ons bureau gestelde vertrouwen.
Met vriendejj^ke^groet,
Joop Senerpenzeel
W Hospitality f f L * f l Consultants
Hospitality Consultants
l i
• • •.
4,
Beheer- en exploitatie sportaccommodaties 13 maart 2013
m
™
Hospitality Consultants
Aan
Gemeente Krimpen aan den IJssel Afdeling samenleving Robert Knoop Postbus 200 2920 AE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL
Van
Hospitality Consultants Smallepad 13 - 15 Postbus 2186 3800 CD AMERSFOORT
Auteurs Emmy van Montfoort Joop Scherpenzeel
Project Beheer- en exploitatie sportaccommodaties
Betreft
Eindrapportage
Ons kenmerk
132.025/RA130165.d02/JS/EL
Datum Amersfoort, 13 maart 2013
© 2013 Hospitality Consultants Behoudens uitzonderingen door de wet gesteld mag, zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de rechthebbenden c.q. door de rechthebbenden gemachtigden, niets uit deze uitgave worden vermenigvuldigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op de gehele of gedeeltelijke bewerking.
02 | 61
W *Q**Ë
Hospitality Consultants
INHOUDSOPGAVE 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding Aanleiding Uitgangspunten Ondersteuningsvraag Leeswijzer
4 4 4 5 5
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Inventarisatie en analyse Inleiding Zwembad Binnensport Buitensport Beleidskaders
6 6 6 8 11 14
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Benchmark exploitatie Inleiding Zwembad Binnensport Buitensport Conclusie
15 15 15 23 34 36
4 Vormen van verzelfstandiging 4.1 Inleiding 4.2 Gemeentelijk beheer 4.3 Extern verzelfstandigd beheer 4.4 Privaat beheer (commercialisering) 4.5 Privatisering 4.6 Bedrijfsvoeringsaspecten 4.7 Tot slot
38 38 38 42 46 49 50 52
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
Benchmark verzelfstandiging Gouwebad De Sniep - Gemeente Waddinxveen Zwembad Octopus - Gemeente Leusden SRO Kennemerland - Gemeente Haarlem Sportbedrijf - Gemeente Lelystad SPURD - Gemeente Purmerend Stichting Sport en Welzijn Ridderkerk
54 54 54 55 56 56 57
6
Samenvatting van conclusies en aanbevelingen
59
03 | 61
™
Hospitality Consultants
1
Inleiding
1.1 Aanleiding In onderliggende rapportage is in opdracht van de gemeente Krimpen aan den IJssel een quickscan uitgevoerd naar de exploitatie en het beheer van de gemeentelijke sportaccommodaties. Hiermee beoogt de gemeente om de ontwerp Kadernota doelmatig voor te bereiden zodat na vaststelling c.q. keuzebepaling zo concreet mogelijk invulling kan worden gegeven aan de voorzieningendiscussie en aan de financiële taakstelling waartoe de gemeenteraad bij vaststelling van de meerjarenbegroting 2013-2016 heeft besloten. In dit onderzoek is tevens de mogelijkheid tot verzelfstandiging van de betrokken accommodaties betrokken waarbij inzicht is gegeven in andere, aansprekende 'verdienmodellen', concepten o f ' b e s t practices'.
1.2 Uitgangspunten Op basis van de door de gemeente inzichtelijk gemaakte exploitatieresultaten is een kosten-batenanalyse gemaakt en inzicht geboden c.q. onderscheid gemaakt in onder andere: • verschillende doelgroepen (bijvoorbeeld jeugd, ouderen, mensen met een beperking, minima); • het eigendom van het vastgoed; • het beheer en de exploitatie van de voorziening; • de (financiële) administratie; • de doorberekende overhead. Vervolgens is voor de kosten en opbrengsten van elk van de betreffende accommodaties een vergelijking van de exploitatie en het beheer gemaakt met: • gemeenten die de voorziening ook in eigen beheer exploiteren; • gemeenten die voor (een vorm van) verzelfstandiging hebben gekozen, en/of • gemeenten die hebben besloten om de voorziening door 'de markt' te laten exploiteren. Bijzondere aandacht is daarbij gegeven aan de mogelijkheid o m : • het personeel een andere rechtspositie te geven; • zelfstandig inkomsten (anders dan gemeentelijke subsidie) te genereren, uit bijvoorbeeld sponsoring of horeca. Ook is (globaal) in beeld gebracht welke consequenties sluiting van een voorziening heeft. Zijn er dan alternatieven in buurgemeenten? Is het aannemelijk dat 'de markt' het overneemt? Daarbij zijn niet voor elke voorziening op voorhand alle opties in beeld gebracht. Modellen die voor Krimpen aan den IJssel op voorhand geen reële optie lijken te zijn, zijn niet in de vergelijking betrokken.
04 | 61
• APJV Hospitality • 1 1 1 Consultants
1.3 Ondersteuningsvraag De ondersteuningsvraag die Hospitality Consultants centraal heeft gesteld, luidt als volgt. is van vergelijking met overeenkomstige voorzieningen c.q. gemeente scan inzicht in de prestaties van de Krimpener sportaccommodaties en de 'erzelfstandigingsvormen op basis waarvan een voorkeur kan ptimalisering van de exploitatie en het beheer.
Hierin zijn onder andere de volgende aspecten betrokken: • Het zwembad als 'instituut' voor (recreatief) zwemmen en zwemsport, inclusief mogelijke verzelfstandiging. • De sportaccommodaties, inclusief de invoering van kostprijsdekkende huur, een mogelijke (verdere) verzelfstandiging van het beheer en het inzetten van accommodaties voor andere functies dan sport. • De voorstellen van de Sportraad.
1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 zijn de inventarisatie- en analyseresultaten van de huidige situatie alsmede de vigerende beleidskaders gepresenteerd. In hoofdstuk 3 is een benchmark uitgevoerd naar de exploitatie per accommodatiesoort. Hoofdstuk 4 gaat in op de verschillende vormen van verzelfstandiging en de bijbehorende voor-, nadelen en consequenties. In hoofdstuk 5 is een benchmark ten aanzien van verzelfstandiging opgenomen. Het rapport besluit met aanbevelingen ten aanzien van de toekomstige exploitatievormen.
05 | 61
™
Hospitality Consultants
2
Inventarisatie en analyse
2.1 Inleiding In dit hoofdstuk zijn de resultaten gepresenteerd van de inventarisatie en analyse die is verricht van de exploitatie- en bedrijfsgegevens van de twaalf sportaccommodaties, alsmede van de vigerende beleidskaders inzake onder andere de lopende voorzieningendiscussie en de kostprijsdekkende huur.
2.2
Zwembad
2.2.1
Voorzieningen
Zwembad De Lansingh dateert van 1958 en heeft in 2012 een belangrijke upgrade ondergaan in met name de entree, luchtbehandeling en compartimenteerbaarheid. Met de vernieuwde technieken is veel te besparen door warmte- en waterterugwinning. Tijdens de verbouwing zijn er ook maatregelen getroffen ten aanzien van de brandveiligheid en is het peuterbad gerenoveerd. Ook is er een nieuw toegangscontrole systeem ingeregeld. 2
Het zwembad heeft een wateroppervlakte van circa 1.050 m , verdeeld over de volgende bassins: • 25- meter wedstrijdbassin: 375 m • 25- meter instructiebassin met beweegbare bodem: 250 m • een recreatiebassin met onder andere een wildwaterkreek, waterval, massastromen, borrel- en bruisbaden en een uitzwembassin van circa 300 m ; • binnen- en een buiten peuterbassin met speelelementen. 2
2
2
Daarnaast beschikt de accommodatie over onder andere een whirlpool, waterglijbaan met apart plonsbad, een warme knuffelmuur, een sauna, een zonnestudio, een ligweide en een horeca. Met de sluiting van zwembad Woelwater in Krimpen aan den Lek in 2 0 1 1 , kent De Lansingh een groter verzorgingsgebied dan voorheen. 2.2.2
Organisatie
Zwembad De Lansingh wordt beheerd en geëxploiteerd door de gemeente Krimpen aan den IJssel en valt onder de afdeling Samenleving. De directeur van de afdeling Samenleving is de directe leidinggevende van de manager accommodaties. De manager geeft leiding aan zowel het personeel van het zwembad als van de sporthallen en sportzalen. In het zwembad is een teamleider werkzaam die de zwemonderwijzers, toezichthouders, caissières en schoonmakers onder zich heeft. Er is ruim 9 fte aan vast personeel in dienst en bijna 4 fte aan oproepkrachten, verdeeld over in totaal 27 medewerkers. Zwembad De Lansingh heeft van de gemeente een taakstelling opgelegd gekregen om voor 1 januari 2014 10% te bezuinigen op de kosten. In 2011 is er al ruim € 70.000,structureel bezuinigd op ondermeer de formatie. Vanwege het reeds genoemde nieuwe toegangscontrole systeem zijn er op korte termijn minder caissières (1 fte) nodig, waardoor opnieuw een structurele bezuiniging kan worden doorgevoerd. Door de vervanging van de luchtbehandelingskasten zijn de totale energielasten in 2012 ten opzichte van 2011 afgenomen. Deze afname kan gezien worden als een structurele bezuiniging. 2.2.3
Benutting
In 2011 ontving zwembad De Lansingh circa 250.000 bezoeken verdeeld over recreatief-, doelgroep-, instructie-, school- en verenigingszwemmen. De grootste groep bezoekers bracht een recreatief bezoek aan het zwembad. In de benchmark in paragraaf 3.2 is hier verder op ingegaan.
06 ] 61
™
Hospitality Consultants
2.2.4
Tarieven
De tarieven voor het gebruik van de gemeentelijke sportaccommodaties worden elk jaar door de gemeenteraad vastgesteld. Enkele tarieven voor het zwembad zijn in de volgende tabel opgenomen.
recreatief zwemmen 4,95 losse kaart leszwemmen enkele les (45 min) 9,25 doelgroep- en aquasportles 5,95 losse les verenigingstarief (lokaal)- wedstrijdbad 78,90 per uur verenigingstarief (lokaal)- instructiebad per uur 51,40 verenigingstarief (lokaal)- recreatiebad 107,45 per uur Bron: gemeente Krimpen aan den Dssel, bewerking Hospitality Consultants
Gemiddeld kost een eenmalig zwembadbezoek € 4,20. Het tarief voor een eenmalig bezoek door een volwassene in De Lansingh is € 4,95. Dit bedrag is bovengemiddeld, hetgeen ruimschoots gerechtvaardigd wordt door het eveneens bovengemiddelde voorzieningenniveau dat geboden wordt. Hierbij wordt opgemerkt dat het tarief voor een losse kaart recreatief in 2011 nog € 4,65 bedroeg. 2.2.5
Kosten en opbrengsten
Voor het analyseren en beoordelen van de exploitatiebaten en -lasten van zwembad De Lansingh is gekeken naar de MARAP, de benchmark zwembaden, lasten en baten van het maatschappelijk vastgoed 2011, budgetbewaking 2011, de directe personeelslasten 2011 en de doorbelaste kosten accommodaties 2011. Op basis hiervan is het volgende overzicht samengesteld.
opbrengst zwembadbezoek - opbrengst recreatief - opbrengst verenigingszwemmen - opbrengst schoolzwemmen - opbrengst zwemlessen - opbrengst doelgroepen opbrengst verhuur overig verhuur/bruto marge horeca overige baten totaal baten
951.000 598.000 64.000 22.000 220.000 47.000
kapitaallasten personeel/doorbelasting energie/water onderhoudskosten schoonmaakkosten marketing/ PR adm./verz. /belasting overige lasten
33.000 24.000 14.000 1.022.000 totaal lasten
tekort incl. kapitaallasten
-1.080.000
tekort excl. kapitaallasten
-796.000
284.000 1.193.000 276.000 168.000 15.000 2.000 106.000 58.000 1.818.000
Bron: gemeente Krimpen aan den Dssel, bewerking Hospitality Consultants
De analyse en beoordeling van de exploitatiebaten- en lasten heeft plaatsgevonden op basis van een benchmark die is opgenomen in paragraaf 3 . 2 .
07 | 61
™
Hospitality Consultants
2.3
Binnensport
2.3.1
Voorzieningen en organisatie
De gemeente Krimpen aan den IJssel beschikt over zes gemeentelijke binnensportaccommodaties, te weten:
1.
sporthal De Boog
2.
sportzaal De Populier sportzaal Groenendaal
28 x 44 x 9 meter
1998
scheidingswand, verrijdbare tribune (500p), twee vergaderruimten, horeca, sporthal NIET geschikt voor bewegingsonderwijs scheidingswand, multifunctionele ruimte scheidingswand
22 x 28 x 7 1974 meter 3. 22 x 28 x 5,5 1977 meter 4. gymnastieklokaal 12 x 21 x 5,5 1981 Tuinstraat meter 5. gymnastieklokaal 12 x 21 x 5,5 1973 meter Una Corda 6. gymnastieklokaal 12 x 21 x 5,5 2004 Dr. Thyssenlaan meter Bron: gemeente Krimpen aan den IJssel, bewerking Hospitality Consultants
Alle binnensportaccommodaties zijn in eigendom van en worden geëxploiteerd door de gemeente. Naast de gemeentelijke binnensportaccommodaties zijn er in de gemeente Krimpen aan den IJssel nog vier gymnastieklokalen, te weten: gymnastieklokaal Comenius (1965) en drie gymnastieklokalen Krimpenerwaardcollege (KWC) (1976). Eén van de drie gymnastieklokalen van het KWC is momenteel volledig in gebruik door muziekvereniging Concordia. Gepland is dat in 2015 de drie gymnastieklokalen KWC worden vervangen door een sporthal KWC van 44 x 24 x 7 meter. Sporthal De Boog beschikt als enige binnensportaccommodatie over een horecavoorziening. Het sportcafé wordt ook gebruikt voor het vieren van verjaardagen en huwelijksfeesten etc. In sportzaal De Populier is een keuken gesitueerd. 2.3.2
Benutting
In de volgende tabel staan de benuttinggevens over het jaar 2012, uitgedrukt in uren per jaar.
sporthal De Boog 1. 0 2. sportzaal De Populier 349 3. Sportzaal Groenendaal 1.355 4. gymnastieklokaal Tuinstraat 520 5. gymnastieklokaal Una Corda 1.148 6. gymnastieklokaal Dr. Thyssenlaan 1.128 Bron: gemeente Krimpen aan den IJssel, bewerking Hospitality Consultants
1.551 982 609 583 903 950
1.551 1.330 1.963 1.102 2.050 2.077
De sporthal en beide sportzalen beschikken over twee zaaldelen. In de meeste gevallen werd de gehele zaal gehuurd. Indien slechts de helft werd verhuurd, is het aantal verhuurde uren door twee gedeeld. De twee vergaderruimten in sporthal De Boog zijn in 2012 incidenteel verhuurd. Vergaderruimte 1 werd door KDO en de tafeltennisvereniging 29 uur gehuurd. Vergaderruimte 2 werd alleen door KDO gehuurd voor 75 uur. Daarnaast wordt de vergaderruimte als kantoor gebruikt door de combinatiefunctionarissen.
08 | 61
™
Hospitality Consultants
De multifunctionele ruimte in sportzaal De Populier werd met name overdag gebruikt voor diverse seniorenactiviteiten, zoals biljarten en 's avonds als verenigingsruimte van de diverse sportverenigingen. De maximaal mogelijke onderwijsbenutting voor binnensportaccommodaties is gesteld op 26 klokuren per week voor het primair onderwijs, 1.040 uur per jaar. De onderwijsbenutting in de gymnastieklokalen Una Corda en Dr. Thyssenlaan zaten hierboven en zijn zeer intensief benut. Opvallend is dat deze gymnastieklokalen ook in de avonduren goed zijn benut door sportverenigingen en overige gebruikers. De bezetting van deze gymnastieklokalen is dan ook zeer goed te noemen. De bezetting van gymnastieklokaal Tuinstraat blijft achter. De maximaal mogelijke onderwijsbenutting voor binnensportaccommodaties is gesteld op 35 klokuren per week voor het voortgezet onderwijs, 1.400 uur per jaar. De onderwijsbenutting van sportzaal Groenendaal is met 1.355 uur voor zowel bewegingsonderwijs van het primair onderwijs als het voortgezet onderwijs zeer goed. Daar waar het KWC niet in haar eigen gymnastieklokalen terecht kan, maakt het KWC gebruik van sportzaal Groenendaal. De verenigingssport en overige gebruikers maakten meer gebruik van sportzaal De Populier. De totale benutting van sportzaal Groenendaal is redelijk. De totale benutting van sportzaal De Populier ligt onder de stichtingsnorm van een nieuwe binnensportaccommodatie en kent verhoudingsgewijs een beperkte onderwijsbenutting. 1
Sporthal De Boog wordt niet gebruikt voor bewegingsonderwijs en is daar, gezien de inrichting en locatie, ook niet heel goed voor geschikt. Overdag maken net als 's avonds en in het weekend sportverenigingen en overige gebruikers gebruik van de sporthal. In de wintermaanden is er op weekavonden en in het weekend in sporthal De Boog te weinig ruimte om alle sportverenigingen onderdak te kunnen bieden. Enkele Krimpense sportverenigingen maken hierdoor gebruik van een sporthal buiten de gemeente. Het gebruik van de sporthal kan met name beter op doordeweekse dagen in het begin van de middag. De benutting van de sporthal zit met een totaal van circa 1.550 uur ook onder de stichtingsnorm van een nieuwe binnensportaccommodatie van tenminste 1.600 uur. Dit wordt veroorzaakt doordat er geen bewegingsonderwijs plaatsvindt in de sporthal. Er zijn plannen om de drie gymnastieklokalen van het KWC te vervangen voor een sporthal. Het KWC heeft recht op drie gymnastieklokalen/zaaldelen en heeft met een sporthal voldoende ruimte. Ook kunnen de Krimpense sportverenigingen die nu buiten de gemeente sporten in een sporthal in Krimpen aan den Dssel terecht. De huidige gebruikers van de gymnastieklokalen KWC kunnen in de overige gymnastieklokalen en sportzalen worden ondergebracht. De lage onderwijsbenutting van zowel De Populier als De Boog rechtvaardigt nog wel de keuze om bij het KWC een sporthal in plaats van gymlokalen te realiseren. Immers, het KWC kan overdag niet verwezen worden naar De Populier of De Boog gezien de afstand. De beoogde gebruikers van de sporthal KWC kunnen 's avonds evenmin verwezen worden naar De Populier of De Boog aangezien deze dan reeds intensief benut worden.
1
Voor de keuze om een nieuwe binnensportaccommodatie te realiseren, hanteert NOC*NSF een minimale bezetting van 1.400 uur verenigingssport en 200 uur bewegingsonderwijs per jaar. 09 1 61
f If
2.3.3
Hospitality Consultants
Tarieven
Ook voor binnensportaccommodaties zijn de huurtarieven door de gemeenteraad vastgesteld, zie navolgende tabel:
Verenigingsgebruik (lokaal) * € 1,= 1.
Overig gebruik (sportbestemming) * € 1-= 79,50
sporthal De Boog 39,75 verqaderruimte 1 3,20 vergaderruimte 2 4,80 2. sportzaal De Populier 26,90 verenigingsruimte De Populier 8,05 3. sportzaal Groenendaal 22,20 4. gymnastieklokaal Tuinstraat 11,05 gymnastieklokaal Una Corda 11,05 5. Gymnastieklokaal Dr. Thyssenlaan 11,05 6. Bron: gemeente Krimpen aan den IJssel, bewerking Hospitality Consultants
53,80 23,30 44,40 22,10 22,10 22,10
De huurtarieven van de binnensportaccommodaties liggen net onder het gemiddelde huurtarief van binnensportaccommodaties in Nederland. Voor sporthallen is een huurtarief van € 40,= tot € 45,= gangbaar en voor sportzalen en gymnastieklokalen geldt een gemiddeld huurbedrag van respectievelijke 25,= en € 14, = . 2.3.4
Kosten en opbrengsten
Voor het analyseren en beoordelen van de exploitatiebaten en -lasten van sporthal De Boog is gekeken naar de lasten en baten maatschappelijk vastgoed 2012, de directe personeelslasten 2012 en de doorbelaste kosten accommodaties 2012. Op basis hiervan is het volgende overzicht samengesteld.
opbrengst sporthalverhuur opbrengst overige verhuur verhuur/bruto marge horeca overige baten
totaal baten
40.000 | kapitaallasten 0 personeel/doorbelasting 9.000 energie/water 2.000 onderhoudskosten schoonmaakkosten marketing/ PR adm./verz. /belasting overige lasten 51.000
tekort incl. kapitaallasten
-148.000
tekort excl. kapitaallasten
-148.000
totaal lasten
0 115.000 19.000 32.000 2.000 17.000 14.000 199.000
Bron: gemeente Krimpen aan den IJssel, bewerking Hospitality Consultants
De analyse en beoordeling van de exploitatiebaten- en lasten heeft plaatsgevonden op basis van een benchmark die is opgenomen in paragraaf 3.3. In deze paragraaf is tevens de analyse en beoordeling van de exploitatiebaten- en lasten van de sportzalen en gymnastieklokalen opgenomen.
10 | 61
Hospitality Consultants
2.4 Buitensport De gemeente Krimpen aan den IJssel beschikt over vijf buitensportparken. Navolgend zijn per sportpark de voorzieningen en eigendomsituaties beschreven. 2.4.1
Tennispark Kerkdreef
Tennispark Kerkdreef beschikt over zes gravel banen inclusief verlichting en een club- en kleedgebouw. Tennisclub Krimpen (TCK) huurt deze voorzieningen van de gemeente. De eigenaarlasten zoals kapitaallasten, groot onderhoud en belastingen en verzekeringen zijn voor rekening van de gemeente. De overige kosten zijn voor rekening van de vereniging. 2.4.2
Tennispark Langeland
Tennisvereniging Langeland (TVL) huurt de acht kunstgras tennisbanen inclusief de verlichting op tennispark Langeland van de gemeente. Ook hier zijn de eigenaarlasten voor de gemeente en de overige lasten voor de vereniging. Het club- en kleedgebouw is eigendom van de vereniging. Hoewel met name kunstgras ook 's winters kan worden bespeeld, zijn beide tennisparken tussen 1 oktober en 1 april gesloten voor de verenigingen als gevolg van een afspraak die is gemaakt tussen de gemeente en de exploitant van de indoor tennishal, de My HealthClub. In deze periode wordt tennispark Langeland verhuurt aan MyHealthClub. 2.4.3
Sportpark Groenendaal
Sportpark Groenendaal is volledig in eigendom van de gemeente. De handbalvereniging De Treffers maakt gebruik van één van de twee asfalt handbalvelden en een clubgebouw. Het tweede veld wordt momenteel niet gebruikt. In de nabije toekomst worden de twee asfalt handbalvelden teruggebracht naar één veld. De kantine in het clubgebouw wordt geëxploiteerd door de vereniging. De handbalvereniging maakt medegebruik van de kleedkamers in sportzaal Groenendaal. 2.4.4
Sportpark Driekamp
Korfbalvereniging KOAG huurt de twee kunstgras korfbalvelden inclusief verlichting en het club- en kleedgebouw van de gemeente. Hockeyvereniging MHCK is eigenaar van beide kunstgras hockeyvelden inclusief de verlichting en van de ondergrond van één van de kunstgrasvelden. Het clubhuis is eigendom van de gemeente. Verder zijn er zes gemeentelijke jeu de boulesbanen gesitueerd op het sportpark. 2.4.5
Sportpark Verbindingsweg
Voetbalvereniging DCV is eigenaar van de twee natuurgrasvelden inclusief verlichting en een oefenstrook van sportpark Verbindingsweg. De vereniging heeft ook de tribune, het club- en kleedgebouw, het parkeerterrein en de grond in eigendom. De gemeente heeft de twee kunstgrasvelden in eigendom inclusief wedstrijd-, respectievelijk trainingsverlichting. 2.4.6
Planningsnormen
De benutting van de buitensportverenigingen is bekeken aan de hand van de planningsnormen van het NOC*NSF. Tennisclub Krimpen heeft met circa 350 leden en een bespelingsnorm van 90 personen per baan behoefte aan afgerond vier tennisbanen. De vereniging heeft de beschikking over zes banen en heeft twee banen overcapaciteit. De circa 650 leden van tennisvereniging Langeland hebben op basis van een bespelingsnorm van 90 personen per baan een behoefte aan ruim zeven tennisbanen. De vereniging heeft de beschikking over acht banen en heeft daarmee een beperkte overcapaciteit. Sportvereniging De Treffers heeft tien handbalteams. De maximale belastingseenheid voor één veld is tien teams. De handbalvereniging heeft exact voldoende capaciteit.
11 | 61
™
Hospital! Consultar
De 27 korfbalteams van korfbalvereniging KOAG hebben met een bespelingsnorm van 10 senioren wedstrijd equivalenten per kunstgras korfbalveld behoefte aan afgerond twee kunstgras korfbalvelden. De huidige capaciteit is voldoende. MHC Krimpen heeft 28 hockeyteams. Er zijn zes teams die op zondag de wedstrijden spelen. Hierdoor heeft de hockeyclub met een bespelingsnorm van negen senioren wedstrijd equivalenten per kunstgras hockeyveld behoefte aan afgerond twee kunstgras hockeyvelden. De huidige capaciteit is daarmee voldoende. Voetbalvereniging DCV heeft op zaterdag 36 teams en op zondag twee teams in de competitie. Op basis van de onlangs aangepaste planningsnormen heeft de vereniging behoefte aan vijf (onafgerond: 4,2) natuurgras wedstrijdvelden en twee natuurgras trainingsvelden. Bij het bepalen van de nodige wedstrijdvelden zijn alle C junioren meisjes teams ingedeeld onder C junioren, de D pupillen teams onder D pupillen, de E pupillen teams onder E pupillen 9- tallen. Indien sommige teams eigenlijk uit 9- of 7- tallen bestaan, neemt de benodigde veldcapaciteit af tot vier wedstrijdvelden. De voetbalvereniging beschikt over twee kunstgrasvelden en twee natuurgrasvelden. Doordat kunstgrasvelden zowel voor wedstrijden als trainingen kunnen worden benut, omvat de veldencapaciteit in totaal het equivalent van vier wedstrijd- en twee trainingsvelden. Afgerond ervaart de vereniging hierdoor een tekort van één wedstrijdveld. In werkelijkheid is dit tekort zeer beperkt; op basis van de oude planningsnorm en een andere indeling van jeugdteams is van een tekort geen sprake. 2
2.4.7
Tarieven
De vastgestelde huurtarieven voor de buitensportaccommodaties zijn opgenomen in navolgende tabel.
s t e
1 voetbalveld ( l 10.816 jaar kunstqrasveld) 1 voetbalveld ( 2 9.464 jaar kunstgrasveld) 2 korfbalvelden kunstgras jaar 9.708 1 handbalveld asfalt 3.245 jaar 4.644 jaar 1 hockeyveld 6 ieu de boulesbanen 1.032 jaar seizoen 1 tennisbanen 6.546 (kunstgras/gravel) Bron: gemeente Krimpen aan den IJssel, bewerking Hospitality Consultants de
Het huurtarief voor het hockeyveld bestaat uit de huur voor de ondergrond van het tweede kunstgrasveld en het club- en kleedgebouw. Vergeleken met de landelijke buitensporttarieven, is het buitensporttarief in de gemeente Krimpen aan den Dssel relatief hoog. Net als in de meeste gemeenten in Nederland betalen de buitensportverenigingen een huurbedrag per jaar per veld(soort) en kunnen daarmee in de avonduren en in het weekend onbeperkt gebruik maken van de sportvelden/banen. Er wordt veelal een onderscheid gemaakt tussen natuurgras- en kunstgrasvelden. Landelijk gezien is de huurprijs voor een kunstgras voetbalveld circa € 7.250,= per jaar. In Krimpen aan den Dssel is de huurprijs hoger. Hierbij wordt opgemerkt dat in de Randstad per definitie iets hogere tarieven gelden dan nationaal gemiddeld. 2.4.8
Kosten en opbrengsten
Voor het analyseren en beoordelen van de exploitatiebaten en -lasten van de buitensportaccommodaties is gekeken naar de lasten en baten maatschappelijk vastgoed 2012 en de doorbelaste kosten accommodaties 2012. Waarbij pas naar boven werd afgerond vanaf 0,25. 12 I 61
Op basis hiervan is het volgende overzicht samengesteld.
sport
aantal banen
tennis
tennis
handbal
6 gravel
8 kunstgras
1 asfalt
voetbal
1 oefenstrook
korfbal hockey jeu des boules 2 kunstgras 2 kunstgras 6 jeu de boules
2 natuurgras
2 kunstgras
BATEN
€
verhuur banen/velden
38.000
verhuur clubgebouw
55.000
16.000
J
17.000
15.000
55.000
16.000
17.000
15.000
9.000
totaal opbrengsten
47.000
LASTEN
€
€
€
€
€
1.000
1.000
1.000
0
2.000
21.000
11.000
28.000
31.000
43.000
1.000
1.000
1.000
totale kosten
23.000
13.000
30.000
31.000
46.000
kapitaallasten
0
0
57.000
19.000
doorbelaste kosten onderhoud verzekeringen en belastingen
1.000
resultaat exclusief kapitaallasten
24.000
42.000
-14.000
-14.000
-31.000
resultaat inclusief kapitaallasten
24.000
42.000
-14.000
-71.000
-50.000
Bron: gemeente Krimpen aan den IJssel, bewerking Hospitality Consultants
0
o m
Inclusief het schoolsportveld. Sportvereniging De Treffers betaalt € 3.120,= aan huur voor het gebruik van het handbalveld.
13 1
61
™
Hospitality Consultants
De analyse en beoordeling van de exploitatiebaten- en lasten voor de buitensportaccommodaties heeft plaatsgevonden op basis van een benchmark die is opgenomen in paragraaf 3.4. Bij de analyse en beoordeling is ingegaan op de inkomsten (huurtarieven) en de onderhoudslasten.
2.5
Beleidskaders
2.5.1
Voorzieningendiscussie
Zoals in de inleiding van dit onderzoek aan de orde is gekomen, wenst de gemeente in het kader van de voorzieningendiscussie en financiële taakstelling een quickscan te laten uitvoeren naar de exploitatie en het beheer van de gemeentelijke sportaccommodaties. Aanleiding voor de voorzieningendiscussie en de financiële taakstelling is onder andere het coalitieakkoord waarin aan de orde is gesteld dat, mede vanwege de financiële crisis, de hoge kosten die het beheren en onderhouden van de maatschappelijke voorzieningen met zich meebrengen nader bekeken moeten worden. Daarnaast wenst het college helderheid in de eigenaarstaken en sociaal maatschappelijke beleidseffecten van maatschappelijke voorzieningen waardoor de gemeente meer controle krijgt op de inkomsten en uitgaven. Met de voorzieningendiscussie wordt een start gemaakt met het opstellen van een toekomstvisie voor de maatschappelijke voorzieningen in Krimpen aan den Dssel, waarin aandacht bestaat voor de eigen verantwoordelijkheid voor burgers om hun leven vorm te geven, de (kwetsbare) doelgroepen jeugd, ouderen, mensen met een beperking en minima en waarmee de bezuinigingstaakstelling kan worden gerealiseerd. In de begroting is een bezuinigingstaakstelling opgenomen van €100.000,= in 2014, € 250.000,= in 2015 en € 500.000,= structureel vanaf 2016. 2.5.2
Invoering kostendekkende huur
In de meerjarenbegroting is ook de invoering van de kostprijsdekkende huur opgenomen. De afdeling maatschappelijk vastgoed werkt momenteel aan het nieuwe rekenmodel. Keuzes ten aanzien van rekenrente en uitgangspunten ten aanzien van de aanvangsinvestering worden in een later stadium gemaakt. Het verschil tussen de huidige ingebruikgave tarieven en de, op de door de gemeente nog nader te bepalen kostprijs te baseren, toekomstige tarieven, wordt deels gecompenseerd in een nog uit te werken subsidievorm. Het invoeren van de kostprijsdekkende huur moet over heel de gemeente gezien vanaf 2014 tot een extra (netto) inkomst van € 100.000,- per jaar leiden. Dit heeft onder andere gevolgen voor de (gesubsidieerde) sportverenigingen en -instellingen die sportaccommodaties van de gemeente huren. 2.5.3
Sportieve bezuinigingen in de sport
De toekomstige huurverhogingen maar ook de afbouw van de jeugdsportsubsidie is aanleiding geweest voor de Sportraad om in 2012 het taakveld sport door te lichten op zoek naar kansen van bezuinigingen in de sport. De sportverenigingen hebben middels een enquête en een workshop suggesties aangedragen om te komen tot kostenreductie en/of inkomstenverhoging. Aspecten waarover gesproken is, zijn efficiënt beheer (zelfbeheer), sponsoring, multifunctioneel gebruik en btw verlaging. Voorgesteld is om de plannen ten aanzien van efficiënter beheer, sponsoring en multifunctioneel gebruik nader uit te werken en de btw-verlaging direct in te voeren. Een ander aspect waarover gesproken is, is verzelfstandiging in de sport naar het voorbeeld van Sportief Capelle in Capelle aan den Dssel. In hoofdstuk 4 wordt hier op ingegaan.
14 | 61
I V 1 Hospitality i f L * f l Consultants
3
Benchmark exploitatie
3.1 Inleiding Vanuit de adviespraktijk van Hospitality Consultants bestaat inzicht in de exploitatieresultaten, kengetallen, bezoekaantallen en capaciteit van een groot aantal sportaccommodaties in Nederland. Deze gegevens zijn opgenomen in een benchmark. Deze benchmark geeft de mogelijkheid om de resultaten van de gemeentelijke sportaccommodaties in Krimpen aan den Dssel te vergelijken met andere, overeenkomstige accommodaties in Nederland. Vanuit de benchmarkgegevens van Hospitality Consultants is per accommodatie een anonieme selectie gemaakt van accommodaties die in configuratie, gemeentegrootte en/of bezoekaantallen overeenkomen met die van Krimpen aan den Dssel. 3.2 Zwembad Voor zwembad De Lansingh is een selectie gemaakt van vier zwembaden. Vanuit de kennis die van de betreffende zwembaden is opgedaan, zijn verklaringen gezocht voor de overeenkomsten en verschillen die tussen De Lansingh en de benchmarkbaden het meest opvallen.
15 | 61
exploitatiejaar
2011
2008
2011
2011
2011
overdekt
overdekt
overdekt
combi
combi
1958/1990/2012
1997
1988/2006
1999/2006
73/'90/'ll
gem./gem.
stichting
gem./privaat
BV/BV
gem./gem.
1.053
1.373
1.157
1.810
1.210
aantal inwoners gemeente
29.000
71.000
35.000
78.000
26.000
aantal baden in gemeente combi/binnen/buiten
0/1/0
0/1/0
0/1/0
1/2/0
1/0/0
type bad bouwjaar/renovatiejaar eigendom/exploitatie 2
wateroppervlakte (m )
Bezoekaantal
aantal
%
aantal
%
aantal
%
aantal
%
aantal
%
recreatief
162.000
65
112.000
45
189.000
60
99.000
58
63.000
doelgroep
14.000
6
12.000
5
29.000
9
11.000
6
11.000
38 7
instructie
29.000
12
35.000
14
46.000
15
24.000
14
23.000
14
vereniging
14.000
6
59.000
24
24.000
8
4.000
2
43.000
26
school
32.000
13
32.000
13
26.000
8
29.000
17
24.000
15
0
0
164.000
100
€
%
0
0
0
0
2.000
1
3.000
2
251.000
100
250.000
100
316.000
100
170.000
100
overige totaal BATEN
€
%
€
%
€
%
€
%
opbrengsten zwemmen
951.000
93
1.050.000
98
1.333.000
84
835.000
80
640.000
95
opbrengst recreatief
598.000
59
269.000
25
792.000
50
373.000
36
265.000
39
opbrengst verhuur verenigingen
64.000
6
325.000
30
67.000
4
90.000
9
87.000
13
opbrengst verhuur onderwijs
22.000
2
217.000
20
54.000
3
153.000
15
135.000
20
opbrengst zwemlessen
220.000
22
190.000
18
339.000
21
170.000
16
144.000
21
opbrengst doelgroepen
47.000
5
49.000
5
81.000
5
1
opbrengst verhuur overig
33.000
3
0
opbrengst - kosten horeca
24.000
2
18.000
2
223.000
overige baten
14.000
1
8.000
1
37.000
totaal baten
1.022.000
100
1.076.000
49.000
5
9.000
124.000
12
1.000
14
52.000
5
27.000
2
35.000
3
5.000
1
673.000
100
2.000
100
1.595.000
100
1.046.000
100
4
X O 3 (/> Lr,
-n
c _.
16 | 61
LASTEN
%
%
€
%
769.000
54
1.130.000
64
843.000
46
758.000 13.000
1
15
182.000
13
284.000
16
257.000
14
159.000
14
168.000
9
370.000
26
213.000
12
554.000
30
98.000
9
15.000
1
12.000
1
36.000
2
32.000
2
16.000
1
2.000
0
25.000
2
9.000
1
8.000
0
25.000
2
106.000
6
91.000
6
89.000
5
75.000
4
50.000
4
58.000
3
-37.000
-3
17.000
1
58.000
3
33.000
3
1.818.000
100
1.412.000
100
1.778.000
100
1.827.000
100
1.152.000
100
€
personeel
788.000
43
doorbelasting
405.000
22
energie/water en chemicaliën
276.000
onderhoudskosten schoonmaakkosten marketing/ PR administratie/verzekeringen/belastingen overige lasten totaal lasten kapitaallasten
284.000
%
€
350.000
huurlasten
€
29.000
27.000
268.000
964.000
€
% 66
180.000
resultaat exclusief kapitaal- en huurlasten
-796.000
-336.000
-183.000
-781.000
-479.000
resultaat inclusief kapitaal- en huurlasten
-1.080.000
-686.000
-480.000
-1.772.000
-659.000
exploitatiebijdrage/subsidie gemeente
1.080.000
693.000
481.000
1.852.000
643.000
resultaat inclusief exploitatiebijdrage/ subsidie
0
7.000
1.000
80.000
-16.000
O if
17 | 61
opbrengst per recreatief bezoek in €
3,69
2,40
3,77
opbrengst per doelgroepbezoek in €
3,36
4,08
4,45
opbrengst per instructiebezoek in €
7,59
5,43
7,08
opbrengst per verenigingsbezoek in €
4,57
5,51
22,50
opbrengst per schoolbezoek in €
0,69
6,78
5,28
horecabaten per bezoek in €
0,10
0,07
0,31
totale opbrengst per bezoek in €
4,07
4,30
6,15
971
784
578
35
15
13
3.14
3,08
4,96
2
totale opbrengst per m
water in €
totale opbrengst per inwoner in € personeelslasten per bezoek in € personeelslasten per m
2
water in €
energielasten per bezoek in € 2
energielasten per m water in € 2
totale lasten per m water in € totale lasten per bezoek in € 2
resultaat per m zwemwater in € resultaat per bezoek in € resultaat per inwoner in € aantal inwoners per zwembad aantal inwoners per m animo
2
5
748
560
466
1,10
0,73
1,51
262
133
142
1.726
1.028
1.009
7,24
5,65
10,75
-756
-245
-431
-3,17
-1,34
-4,59
-27
-5
-10
71.000
26.000
29.000 28
52
43
8,7
3,5
2,2
animo recreatief
5,6
1,6
1,3
animo doelgroepen
0,5
0,2
0,1
animo instructie
1,0
0,5
0,3
animo verenigingen
0,5
0,8
0,1
animo scholen
1,1
0,5
0,4
si n i o o
4
5
Dit bedrag is zeer laag omdat voor doelgroepbezoekers uitsluitend de opslag wordt geboekt; het basistarief is inbegrepen bij het recreatief bezoek. Dit bedrag is zeer hoog omdat het aantal verenigingsbezoeken in het betreffende zwembad in werkelijkheid veel hoger is dan wat de jaarrekening vermeldt.
on -TJ
c -. 3 18 | 61
~
ra
3.2.1
Hospitality Consultants
Bezoekaantallen
De bezoekaantallen van zwembad De Lansingh worden in relatie tot het aantal inwoners van de gemeente Krimpen aan den Dssel en de benchmarkbaden als hoog beoordeeld. Indien het aantal bezoeken van 251.000 in 2011 wordt gedeeld op het aantal inwoners dan blijkt het animocijfer (gemiddeld jaarlijks aantal zwembadbezoeken per inwoner) voor zwembad De Lansingh 8,7 te zijn. Het laatst gemeten nationale animocijfer bedroeg in 2000 bijna 6,0 per inwoner . Het animocijfer voor de hier opgenomen benchmarkbaden bedraagt 5,3 per inwoner. 6
Alleen het aantal verenigingszwemmers per inwoner blijft achter bij de andere benchmarkbaden. Het recreatief zwemmen daarentegen heeft een heel hoog animo cijfer. Dit is ook terug te zien in het absolute bezoekaantal. Dit wijst er mogelijk op dat de recreatieve bezoekers van zwembad De Lansingh vanuit de gehele regio afkomstig zijn. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat, vanwege de centrale ligging van zwembad De Lansingh, de inwoners van Krimpen aan den Dssel graag en vaak zwemmen. 3.2.2
Opbrengsten
De totale opbrengsten per bezoek blijven achter bij de benchmarkbaden. Kijkend naar de opbrengsten per recreatief-, doelgroep- en instructiebezoek liggen deze hoger dan de benchmarkbaden. Met name de opbrengsten per schoolbezoek zorgen voor de achterblijvende totale opbrengsten per bezoek. De mogelijkheid bestaat dat de opbrengsten schoolbezoek niet allemaal zijn opgenomen in het exploitatieoverzicht omdat een deel van de opbrengsten rechtstreeks weer wordt uitgegeven aan subsidie voor het schoolzwemmen. De horecabaten van het zwembad worden als gemiddeld beoordeeld. De horecabaten van zwembad B en C zijn weliswaar veel hoger, maar die worden ook hoog tot zeer hoog beoordeeld in relatie tot alle zwembaden uit de database van Hospitality Consultants. 3.2.3
Kosten
Personeel Hoewel de personeelslasten altijd de grootste kostenpost (met uitzondering van de kapitaallasten) van een zwembad bedragen, zijn de personeelslasten van De Lansingh relatief laag met 4 3 % van de totale kosten (exclusief kapitaallasten). Ook de personeelslasten per bezoek zijn ten opzichte van de benchmarkbaden laag te noemen. Deze relatief lage personeelslasten zijn mede het gevolg van de bezuiniging op de formatie die in 2011 heeft plaatsgevonden. Worden de personeelslasten per m zwemwater beoordeeld dan zijn de personeelslasten ten opzichte van de andere benchmarkbaden aan de hoge kant. Het voornemen is om vanaf 2013 nog 1 fte aan caissières te bezuinigen op de formatie. Hierdoor gaan de personeelslasten verder omlaag. 2
Interne doorberekeningen Zwembad De Lansingh en benchmarkbad D worden beheerd en geëxploiteerd door de gemeente. Deze twee zwembaden hebben te maken met interne doorbelastingen. De kosten van verschillende afdelingen van de gemeente worden geboekt op de exploitatie van het zwembad. Het betreft onder andere de salarisadministratie, de financiële administratie, vastgoed en personele ondersteuning. Voor zwembad De Lansingh worden de interne doorbelastingen als erg hoog beoordeeld waarbij wordt opgemerkt dat ze buiten de invloedssfeer van de bedrijfsvoering vallen.
6
Bron: CBS
19 | 61
f * P J | Hospitality I I L * m Consultants
De doorbelastingen zijn verdeeld over de volgende afdelingen.
Afdeling samenleving IP I&F - I C T IP I&F - FZ IP BMO - P&O IP BMO - juridisch IP F&C KP afdeling I&F Totaal
82.345 32.032 96.724 85.785 6.021 93.334 8.478 404.720
Uit de benchmark is al gebleken dat deze mate van overhead en doorbelastingen als geheel niet marktconform is. Een nadere specificatie van de dienstverlening die in ruil voor de doorbelastingen wordt geleverd, kan uitwijzen wat per kostenplaats het verschil is tussen een marktconform en het gehanteerde tarief. Energie en chemicaliën De kosten van gas, water, elektra en chemicaliën worden in 2011 in relatie tot het wateroppervlak als zeer hoog beoordeeld. In 2012 heeft er reeds een verbouwing met energiezuinige maatregelen plaatsgevonden, waardoor de kosten in 2012 al zichtbaar zijn afgenomen. Onderhoud De onderhoudskosten worden als laag beoordeeld. Mogelijk zijn er in 2011 onderhoudswerkzaamheden uitgesteld die meegenomen zijn in de geplande verbouwing die in 2012 plaats heeft gevonden. Schoonmaak en marketing en PR De kosten die worden gemaakt voor schoonmaak, marketing en PR worden als laag beoordeeld. Administratie, verzekeringen en belastingen en overige kosten Deze kosten worden als hoog beoordeeld. De representatiekosten en advieskosten die hier onderdeel van uitmaken, betreffen relatief hoge kosten. Exploitatieresultaat Het exploitatieresultaat is in vergelijking met de benchmarkbaden het meest negatief. Net als bad D heeft De Lansingh te maken met overheadkosten die door de gemeente worden doorbelast op het zwembad. Indien deze kosten buiten beschouwing worden gelaten verbetert het exploitatieresultaat aanzienlijk en is het vergelijkbaar met de andere benchmarkbaden. De totale kosten (exclusief kapitaallasten) per bezoek liggen met € 7,24 rond het gemiddelde van de benchmarkbaden. Toch zijn de totale kosten per bezoek van benchmarkbad A, B en D lager. Worden ook hier de overheadkosten niet meegenomen dan liggen de totale kosten per bezoek van zwembad De Lansingh op € 5,63. Dit is in lijn met de verzelfstandigde baden A en B. 3.2.4
Exploitatieverbeterende maatregelen
Gezien de bezoekaantallen en opbrengsten in relatie tot het aantal inwoners en de bassinconfiguratie lijken opbrengstverhogende maatregelen uitsluitend effect te kunnen genereren indien ze gericht zijn op: • Het bieden van nieuwe producten/diensten aan bestaande bezoekers met hogere opbrengsten per bezoeker als gewenst gevolg (productontwikkeling). • Het bereiken van nieuwe bezoekers met bestaande producten/diensten met hogere bezoekaantallen als gewenst gevolg (marktontwikkeling).
20 | 61
™
Hospitality Consultants
•
Het hanteren van hogere of lagere prijzen voor bestaande producten/diensten en bestaande bezoekers met per saldo hogere bruto opbrengsten als gewenst gevolg (marktpenetratie).
Grotere kansen lijken te zijn weggelegd voor kostenbesparende maatregelen die dan bij voorkeur worden gericht op het afstoten van producten/diensten die resulteren in zowel lagere kosten (vooral personeel en enigszins onderhoud en energie) als in omzetderving. De juiste combinatie van maatregelen resulteert per saldo in een lager tekort (specialisatie). In Krimpen aan den Dssel zou dit kunnen betekenen dat het recreatiebad wordt gesloten waardoor een groot deel van de recreatieve zwemmers verloren zal gaan. Gezien de indeling en leeftijd ligt het sluiten van het instructiebad meer voor de hand. Indien het wedstrijdbassin wordt voorzien van een beweegbare bodem kunnen dan zowel het instructiezwemmen, doelgroepzwemmen als banenzwemmen plaats blijven vinden. Een dergelijke maatregel heeft zeker omzetderving tot gevolg maar zal per saldo resulteren in een exploitatievoordeel. Producton
twikkeling
Bij productontwikkeling wordt ingezet op het verhogen van de opbrengsten onder de bestaande bezoekers door het aanbod van nieuwe producten/diensten die de verblijfsduur, bezoekfrequentie en/of bestedingen kunnen verhogen. Voorbeelden hiervan zijn onder andere: • Introductie betaald parkeren • Nordic Walking • Groene laadpaal Verwacht wordt dat het aantal elektrisch aangedreven auto's een hoge vlucht zal nemen. Ofschoon de gemiddelde verblijfsduur doorgaans aan de korte kant is voor het opladen van de auto, kunnen hiermee voordelen worden behaald. Op de lange termijn bestaat dit voordeel uit de verkoop van energie die door het zwembad deels zelf wordt opgewekt in de recent geplaatste WarmteKrachtKoppelingcentrale. Op de korte termijn bestaat deze uit publiciteitswaarde en de (tijdelijke) lage kosten van plaatsing van een laadpaal. • Merchandise Alle producten die worden verkocht voor gebruik tijdens en na het zwembezoek. • Complementaire diensten Varianten hierop worden door De Lansingh al toegepast door het aanbod van zonnebank en sauna. • Niet-zwemmende bezoekers Deze bezoekers zijn vaak ouders die tijdens de zwemles van hun kinderen in het zwembad verblijven. Sommigen kunnen worden verleid om alsnog het zwembad te bezoeken door de binnenste banen van het wedstrijdbassin te gebruiken voor banenzwemmen en de twee buitenste banen voor de zwemles. Door dit in de vroege ochtend te programmeren, kan de zwemles bovendien voorafgaand aan de school- en werkdag worden gevolgd. • Horeca aantrekkelijker maken De pertinent niet-zwemmende bezoekers kunnen tot hogere horecabestedingen worden verleid door (uitsluitend in de horeca) Wifi beschikbaar te stellen al dan niet in combinatie met een flexwerkplek. Marktontwikkeling Bij marktontwikkeling wordt ingezet op het verhogen van de bezoekaantallen en opbrengsten door met het bestaande aanbod van producten/diensten nieuwe bezoekers te trekken. Voorbeelden hiervan zijn onder andere: • Buitenschoolse opvang De (on)mogelijkheden van het bieden van buitenschoolse opvang wordt grotendeels bepaald door de afstand ten opzichte van de onderwijsinstellingen.
21 | 61
™
Hospitality Consultants
•
•
•
•
•
•
•
Naast het bieden van de opvang zelf kan ook worden voorzien in activiteiten ten behoeve van elders reeds gevestigde opvangen. Zorg/Wmo Alle mogelijke activiteiten die kunnen worden benoemd onder het thema zorg/Wmo kunnen hieronder worden verstaan. Varianten hierop worden door De Lansingh al toegepast. Een voorbeeld hiervan is de activiteit Aquaslank. Alternatief voor schoolzwemmen Ontwikkelingen in vooral het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs bieden de onderwijsinstellingen mogelijkheden om hun bewegingsonderwijs aan te bieden in gymzaalalternatieven zoals het zwembad met activiteiten als wakduiken, snorkelen, survival, et cetera. Slagverbetering Personen die zich niet willen binden aan een vereniging maar toch enigszins prestatiegericht willen zwemmen voelen zich wellicht tot deze activiteit aangetrokken vooral wanneer deze wordt uitgebreid met een persoonlijk trainingsschema, tussentijdse meetmomenten en eventueel een prestatiedoel. ANWB, watersportverenigingen, ijsverenigingen, brandweer, reddingsbrigade Door het onbedoeld te water raken met een voer-/vaartuig kan te simuleren, nemen de overlevingskansen van daadwerkelijke incidenten toe. Het zwembad kan worden ingezet voor auto te water, roeiboot/kano te water, wakduiken, et cetera. Niet-zwembadgebonden sportverenigingen Gedurende de winterstop en/of afgelastingen zijn sommige buitensportverenigingen op zoek naar alternatieve vormen van training/competitie. Sommige zwembaden spelen hier op in door het doelgroepenbassin beschikbaar te stellen voor aquasoccer, -volleybal, -handbal, korfbal, et cetera. Inzet van reeds betaald busvervoer overdag (scholen, zorginstellingen) Veel busvervoerders kampen met overcapaciteit tijdens daluren. Na het bezorgen van leerlingen voor het (speciaal) onderwijs zijn sommigen bereid hun vervoerscapaciteit tegen kostprijs of daaronder beschikbaar te stellen voor groepsvervoer naar bijvoorbeeld zwembaden. Een en ander biedt een mogelijkheid voor arrangementvorming. Kinderfeestjes Deze variant wordt door De Lansingh al toegepast.
Marktpenetratie Bij marktpenetratie wordt primair beoogd om met bestaande producten/diensten en bezoekers een beter rendement te behalen. Voorbeelden hiervan zijn onder andere: • Actieprijzen Met het verhogen en verlagen van entreeprijzen op gewenste tijden kunnen bezoekaantallen tot op zekere hoogte worden verplaatst hetgeen, in combinatie met een sluiting op daluren, kan resulteren in zowel hogere opbrengsten als lagere kosten. • Sleutelgebruik Het introduceren of intensiveren van sleutelgebruik door verenigingen en andere georganiseerde gebruiksgroepen. • Verenigingsuren Het verruimen van de beschikbaarheid voor verenigingsuren en het, tegen een hogere vergoeding, toestaan van oneigenlijke (paracommerciële) verenigingsactiviteiten die concurreren met het aanbod van het zwembad. • Zwemscholen Het verruimen van de beschikbaarheid voor commerciële zwemscholen en het, tegen een hoge vergoeding, toestaan van concurrerende commerciële activiteiten. • Full service verbruikscontracten Met het sluiten van dergelijke contracten kan bespaard worden op de verbruikskosten en/of de onderhoudskosten van de technische installaties. • Zaterdagsluiting
22 | 61
• ^ • f l Hospitality fffConsultants
•
Sluiting van het zwembad op onrendabele uren zal resulteren in lagere bezoekaantallen maar per saldo eveneens in een verbetering van het exploitatieresultaat Intensivering/uitnutting van capaciteit Gecombineerd gebruik van bijvoorbeeld het wedstrijdbassin (leszwemmen in de buitenste banen en verenigings-/banenzwemmen m de binnenste banen) en/of het recreatiebassin (leszwemmen op piekuren) maakt het mede mogelijk dat bassins op onrendabele uren sluiten.
3.3
Binnensport
3.3.1
Sporthal De Boog
Voor sporthal De Boog is een selectie gemaakt van vier sporthallen. Vanuit de kennis die van de betreffende sporthallen is opgedaan, zijn verklaringen gezocht voor de overeenkomsten en verschillen die tussen De Boog en de benchmarkhallen het meest opvallen. Belangrijk te melden is dat het exploitatiejaar van sporthal De Boog niet gelijk is aan de exploitatiejaren van de benchmarkhallen.
23 | 61
exploitatiejaar
2012 1998
1974
1979
1980
1969
gem./gem.
gem./gem.
gem./gem.
gem./gem.
ja
ja
ja
ja
nee
1.232
1.008
968
861
1.232
29.000
25.000
25.000
51.000
76.000
kapitaallasten in exploitatie 2
sportoppervlak hal (m ) aantal inwoners gemeente BATEN
€
%
opbrengst sporthalverhuur
40.000
78
%
€ 59.000
verhuur/bruto marge horeca
9.000
18
overige baten
2.000
4
51.000
100 %
€
95
3.000 62.000
€
%
31.000
0
0
opbrengst overige verhuur
totaal baten
2011
2011
gem./gem.
bouwjaar/renovatiejaar eigendom/exploitatie
2009
2009
% 82.000
100 0
%
€
94
69.000
0
1.000
99 1
0
0
0
5
0
0
0
5.000
6
0
0
100
87.000
100
70.000
100
100
31.000
LASTEN
€
doorbelaste kosten
19.000
10
personeel
96.000
48
47.000
20
34.000
31
energie/water
19.000
10
37.000
16
20.000
18
%
%
€
%
113.000
66
19.000
11
€
%
19.000
18
67.000
64
32.000
16
116.000
49
51.000
46
19.000
11
2.000
1
5.000
2
1.000
1
1.000
1
0
0
0
0
0
0
0
0
1.000
1
0
0
administratie/verzekeringen/belastingen
17.000
9
6.000
3
3.000
3
6.000
4
14.000
13
overige lasten
14.000
7
26.000
11
1.000
1
11.000
6
5.000
5
199.000
100
237.000
100
110.000
100
170.000
100
106.091
100
onderhoudskosten schoonmaakkosten marketing/ PR
totaal lasten kapitaallasten
2.000
5.000
26.000
resultaat exclusief kapitaallasten
-148.000
-175.000
-79.000
-83.000
-35.000
resultaat inclusief kapitaallasten
-148.000
-177.000
-84.000
-109.000
-35.000
3 O =5 VI C
_.
- £ O)
24 | 61
_
kosten per inwoner exclusief kapitaallasten in €
6,86
9,48
kosten per inwoner inclusief kapitaallasten in €
6,86
9,56
dekkingspercentage exclusief kapitaallasten in %
0,26
0,26
dekkingspercentage inclusief kapitaallasten in %
0,26
0,26
resultaat exclusief kapitaallasten per inwoner in €
-5,10
7,00
resultaat inclusief kapitaallasten per inwoner in €
-5,10
•7,08
x
r
3 W
25 | 61
r,7i
Hospitality Consultants
Opbrengsten De totale baten van € 51.000,- zijn ten opzichte van de benchmarkhallen aan de lage kant. Net als bij sporthal A, B en D zijn de opbrengsten vanuit het onderwijs niet meegenomen. Indien deze opbrengsten ook niet meegenomen worden bij sporthal C, zijn de totale baten van sporthal De Boog ten opzichte van de benchmarkhallen gemiddeld. Horeca De omzet vanuit de horeca in sporthal De Boog is goed te noemen. Personeel en doorbelaste kosten De personeelslasten van sporthal De Boog zijn ten opzichte van benchmarkhallen A en B hoog. De personeelslasten en doorbelaste kosten van sporthal De Boog zijn vergelijkbaar met sporthal C. Onderhoudskosten De onderhoudskosten van sporthal De Boog zijn laag ten opzichte van de benchmarkhallen. Een verklaring kan zijn dat sporthal De Boog de jongste sporthal van de benchmarkhallen is en daardoor op dit moment nog minder onderhoud nodig heeft. Energie/water, schoonmaakkosten en PR De energie- en waterlasten, schoonmaakkosten en kosten ten aanzien van PR zijn gemiddeld ten opzichte van de benchmarkhallen. Administratie, belastingen, verzekeringen en overige kosten De kosten voor administratie, belastingen en verzekeringen en overige kosten liggen veel hoger dan de benchmarkhallen. De OZB van sporthal De Boog bedraagt al meer dan de totale kosten van sporthal A, B en C ten aanzien van administratie, belastingen en verzekeringen. Exploitatieresultaat Het exploitatieresultaat exclusief kapitaallasten van sporthal De Boog is niet goed. Indien de personeelslasten en interne doorbelasting uit het exploitatieresultaat worden gehaald, wordt het exploitatieresultaat van sporthal De Boog als gemiddeld beoordeeld. 3.3.2
Exploitatieverbeterende maatregelen
Ook voor de sporthal geldt dat door het verlagen van de kosten de mogelijkheid bestaat om het exploitatieresultaat te verbeteren. Voor sporthal De Boog is het interessant om de personeelskosten terug te dringen. Dit kan worden gerealiseerd door o f t e kiezen voor: • Een andere beheer- en exploitatievorm, in hoofdstuk 4 wordt hier verder op ingegaan. • Een andere beheervorm, waarbij het beheer is overgedragen aan een gebruiker (onderwijsinstelling, horecapachter of sportvereniging). • Sleutelgebruik. Door gebruikers via een traditionele of elektronische sleutel toegang te bieden, komt de toezichthoudende rol van de beheerder te vervallen en kan de beheerformatie worden beperkt. Bij een elektronische sleutel kan de gemeente precies bepalen wie, waar, wanneer en hoelang gebruik wordt gemaakt van de sporthal. Daarbij kan ervoor gekozen worden om ook camera's bij de deur en in de zaal op te stellen zodat ook nog terug te zien is of inderdaad een vaste gebruiker de sportaccommodatie opent. Op deze manier kan misbruik worden bestraft en voorkomen. In veel gemeenten in Nederland wordt sleutelgebruik al wel toegepast op gymnastieklokalen en sportzalen, maar niet op de sporthal omdat daar veel wisselingen en veel gebruikers zijn. Ook de sportraad heeft aangegeven zelfbeheer als optie te zien voor de gymnastieklokalen en de sportzalen, maar niet voor sporthal De Boog. In de meest verregaande vorm kan het sleutelgebruik ook worden uitgebreid met beheertaken. Gebruikers ontvangen dan een vergoeding voor eenvoudige taken als schoonmaak en onderhoudssignalering.
26 | 61
™
Hospitality Consultants
Hierbij draagt de gemeente nog meer verantwoordelijkheden over en kan de inzet van beheerders nog meer beperkt worden. De andere optie is het verhogen van de inkomsten. Daarbij kan gedacht worden aan: • het plaatsen van (meer) reclameborden in de binnensportaccommodaties; • meer openstellen voor commerciële doeleinden zoals rommelmarkten, concerten en evenementen waarvoor een commercieel tarief voor wordt ontvangen. 3.3.3
Sportzalen
Voor de sportzalen Groenendaal en De Populier is een selectie gemaakt van drie sportzalen. Vanuit de kennis die van de betreffende sportzalen is opgedaan, zijn verklaringen gezocht voor de overeenkomsten en verschillen die tussen de sportzalen Groenendaal en De Populier en de benchmarkzalen het meest opvallen.
27 | 61
2012
1974
1976
gem./gem.
gem./gem.
gem./gem.
ja
ja
ja
nee
nee
616
616
616
616
616
29.000
29.000
47.000
76.000
76.000
kapitaallasten in exploitatie 2
sportoppervlak hal (m ) aantal inwoners gemeente BATEN opbrengst sporthalverhuur
€
0 16.000 €
100 %
4.000
personeel energie/water
% 17.000
0
overige baten
doorbelaste kosten
€
100 0
verhuur/bruto marge horeca
LASTEN
2012
%
16.000
opbrengst overige verhuur
totaal baten
gem./gem.
1977 gem./gem.
bouwjaar/renovatiejaar eigendom/exploitatie
4.000
2011
2011 ?
2011 ?
exploitatiejaar
17.000 €
€
%
€
%
€
%
85
31.000
76
26.000
100
0
0
10.000
24
0
0
0
9
100
45.000 5.000
0
0
0
3.000
6
0
0
0
0
100
53.000
100
41.000
100
26.000
100
%
€
%
7
27.000
15
0
98.000
55
7
17.000
9
20.000
€
%
€
% 3.000
4
15.000
15
26
21.000
21
13.000
16
44
25.000
25
30.000
38
onderhoudskosten
31.000
52
27.000
15
34.000
schoonmaakkosten
15.000
25
2.000
1
7.000
9
25.000
25
26.000
33
6.000
10
8.000
4
12.000
15
9.000
9
5.000
6
0
0
0
0
5.000
6
7.000
7
2.000
3
60.000
100
179.000
100
78.000
100
102.000
100
79.000
100
administratie/verzekeringen/belastingen overige lasten totaal lasten kapitaallasten
11.000
39.000
resultaat exclusief kapitaallasten
-44.000
-162.000
-25.000
-61.000
-53.000
resultaat inclusief kapitaallasten
-44.000
-173.000
-64.000
-61.000
-53.000
n i o tr=
c "ö -• .....
£ SL 28 | 61
kosten per inwoner exclusief kapitaallasten in €
2,07
6,17
kosten per inwoner inclusief kapitaallasten in €
2,07
6,55
dekkingspercentage exclusief kapitaallasten in %
0,27
0,10
dekkingspercentage inclusief kapitaallasten in %
0,27
0,09
resultaat exclusief kapitaallasten per inwoner in €
-1,52
•5,59
resultaat inclusief kapitaallasten per inwoner in €
-1,52
•5,97
X
29 | 61
™
Hospitality Consultants
Opbrengsten De totale baten van € 16.000,- en €17.000,- zijn ten opzichte van de benchmarkzalen aan de lage kant. Net als bij de benchmarkzalen zijn de opbrengsten vanuit het onderwijs niet meegenomen. Ook als er wordt gekeken naar de oppervlakte van de zalen zijn de opbrengsten laag te noemen. Bekend is dat de bezetting van benchmarkzaal A zeer goed is. Ook de bezetting van het verenigings- en overig gebruik van sportzaal B en C is beter dan de sportzalen in de gemeente Krimpen aan den Dssel. Dit verklaart onder meer de lagere opbrengsten. Behalve sportzaal A beschikken de sportzalen niet over een horecaruimte. In sportzaal De Populier is een keuken aanwezig die wordt gebruikt door onder andere de basketbalvereniging. De vereniging betaalt hiervoor geen huur. Personeelslasten en interne doorberekening Sportzaal De Populier is de enige sportzaal met personeelslasten in de exploitatie. Landelijk gezien komt een sportzaal met personeelskosten zeer beperkt voor. Onverklaarbaar is het verschil met sportzaal Groenendaal. In verhouding met de benchmarkzalen en in vergelijking met sportzaal Groenendaal zijn de interne doorberekeningen van sportzaal De Populier extreem en onverklaarbaar hoog. Energie/water De energie- en waterlasten van sportzaal Groenendaal zijn als laag beoordeeld. De energie- en waterlasten van sportzaal De Populier zijn als gemiddeld beoordeeld. Onderhoud De onderhoudskosten van de Krimpense sportzalen zijn gemiddeld. De onderhoudskosten van sportzaal Groenendaal bedragen naar verhouding een groot deel van de totale kosten. In dat opzicht worden de onderhoudskosten van sportzaal Groenendaal als hoog beoordeeld. Schoonmaak De schoonmaakkosten van sportzaal De Populier zijn beoordeeld als normaal. De schoonmaakkosten van benchmark B en C zijn zeer hoog. Bij deze sportzalen zijn de personele lasten van de schoonmaak inbegrepen. De kosten van de schoonmaak in sportzaal Groenendaal liggen ten opzichte van de benchmarkzalen gemiddeld. Toch worden ook deze schoonmaakkosten als hoog beoordeeld. Administratie, verzekeringen en belastingen Deze kosten worden als gemiddeld beoordeeld voor zowel sportzaal Groenendaal als sportzaal De Populier. Overige kosten De exploitatie van sportzaal Groenendaal en sportzaal De Populier kent geen overige kosten. Exploitatieresultaat Het exploitatieresultaat exclusief kapitaallasten van sportzaal De Populier is zeer negatief en het minst goed ten opzichte van de benchmarkzalen. Dit wordt deels veroorzaakt doordat deze sportzaal als enige personeelslasten in de exploitatie heeft opgenomen, wat zeer beperkt voorkomt in Nederland. Daarnaast heeft sportzaal De Populier te maken met lage opbrengsten en hoge interne doorrekeningen. Het exploitatieresultaat van sportzaal Groenendaal is ten opzichte van de benchmarkzalen gemiddeld. Een verbetering in de totale opbrengsten kan zorgen voor een goed exploitatieresultaat. 3.3.4
Exploitatieverbeterende maatregelen
Op de sportzalen zijn dezelfde maatregelen denkbaar als voor de sporthal. Daarnaast kan nog gedacht worden aan het doorberekenen van huurkosten voor het gebruik van de keuken in sportzaal De Populier.
30 | 61
™
HospHtality Consiultants
3.3.5
Gymnastieklokalen
Voor de drie gymnastieklokalen is een selectie gemaakt van vier gymnastieklokalen. Vanuit de kennis die van de betreffende gymgymnastieklokalen is opgedaan, zijn verklaringen gezocht voor de overeenkomsten en verschillen die tussen de drie gymnastieklokalen en de benchmarklokalen het meest opvallen.
31 | 61
exploitatiejaar
2012
2012
2012
2011
2011
1973
1981
2004
1977
1980
2011 ?
2011
bouwjaar/renovatiejaar
gem./gem.
gem./gem.
gem./gem.
gem./gem.
gem./gem.
gem./gem.
gem./gem.
ja
ja
ja
ja
ja
nee
nee
252
252
252
47.000
76.000
76.000
eigendom/exploitatie kapitaallasten in exploitatie 2
sportoppervlak hal (m ) aantal inwoners gemeente BATEN
252
252
252
252
29.000
29.000
29.000
47.000
%
€
opbrengst sporthalverhuur
4.000
opbrengst overige verhuur
100
5.000
0 4.000
totaal baten LASTEN
%
€
100
6.000
5.000
100 %
€
%
€ 9.000
100 0
0
100 %
€
%
€
6.000
100 %
€
doorbelaste kosten
2.000
8
3.000
14
3.000
13
energie/water
1.000
4
4.000
18
5.000
21
100
%
€ 13.000
0 9.000
100 %
€ 6.000
13.000
%
€
%
€
100
5.000
100
7.000
0
0
0
0
0
100
5.000
100
7.000
100
%
€
7
%
€
100
%
€
15
4.000
14
2.000
9
8.000
32
34
11.000
50
4.000
16
15.000
60
6.000
27
6.000
25
19.000
49
10.000
schoonmaakkosten
5.000
20
6.000
27
6.000
25
8.000
21
8.000
28
4.000
18
5.000
20
administratie/verzekeringen/belastingen
2.000
8
3.000
14
4.000
17
5.000
13
2.000
7
2.000
9
4.000
16
0
0
0
0
0
0
1.000
3
5.000
17
3.000
14
4.000
16
25.000
100
22.000
100
24.000
100
39.000
100
29.000
100
22.000
100
25.000
100
onderhoudskosten
overige lasten totaal lasten kapitaallasten
6.000
10.000
14.000
12.000
resultaat exclusief kapitaallasten
-21.000
-17.000
-18.000
-30.000
-16.000
-17.000
resultaat inclusief kapitaallasten
-27.000
-27.000
-32.000
-42.000
-16.000
-17.000
-18.000 -18.000 O =3 V)
O <"»
32 I 61
kosten per inwoner exclusief kapitaallasten in € kosten per inwoner inclusief kapitaallasten in €
0,86
dekkingspercentage exclusief kapitaallasten in % dekkingspercentage inclusief kapitaallasten in %
0,16
resultaat exclusief kapitaallasten per inwoner in € resultaat inclusief kapitaallasten per inwoner in €
1,07
0,13
-0,72 -0,93
->
:
33 | 61
UI
Hospitality Consultants
Opbrengsten De totale baten van de drie gymnastieklokalen zijn vergelijkbaar met de gymnastieklokalen C en D. De totale baten van de gymnastieklokalen A en B liggen weliswaar hoger, maar zijn inclusief de onderwijsvergoeding. Personeelslasten en interne doorberekening Bij gymzaal A, B, C en D zijn de interne doorberekeningen niet per sportaccommodatie bekend. In de exploitatie van de gymnastieklokalen zijn geen personeelskosten opgenomen. Energie/water De energie- en waterlasten van de gymnastieklokalen liggen op en onder het gemiddelde van de benchmarklokalen. De energie- en waterlasten worden als goed beoordeeld. Onderhoud De onderhoudskosten van gymnastieklokaal Tuinstraat en dr. Thyssenlaan worden als goed beoordeeld. De onderhoudskosten van gymlokaal Una Corda liggen hoger dan gemiddeld, maar worden niet als heel hoog beoordeeld. Schoonmaak en administratie, verzekeringen en belastingen Deze kosten worden als gemiddeld beoordeeld voor zowel gymnastieklokaal Una Corda en Tuinstraat als voor gymnastieklokaal dr. Thyssenlaan. Overige
kosten
In de exploitatie van de drie gymnastieklokalen zijn geen overige kosten opgenomen. Exploitatieresultaat Het exploitatieresultaat van de Krimpense gymnastieklokalen is exclusief kapitaallasten gemiddeld ten opzichte van de benchmarklokalen. Dit is extra goed te noemen omdat alleen voor de Krimpense gymnastieklokalen interne doorberekeningen zijn opgenomen. Ook zijn er geen opbrengsten voor het onderwijs meegenomen voor de Krimpense gymnastieklokalen en bij gymnastieklokalen A en B wel. Het exploitatieresultaat exclusief kapitaallasten per inwoner ligt hoger dan bij de benchmarklokalen. Ook hier is geen rekening gehouden met de extra opbrengsten bij gymzaal A en D en de interne doorberekeningen bij de Krimpense gymnastieklokalen. 3.3.6
Exploitatieverbeterende maatregelen
Op de gymzalen zijn dezelfde maatregelen denkbaar als voor de sporthal en sportzalen. 3.4 Buitensport De exploitatie van de buitensportaccommodaties bestaat voor het grootste deel uit huuropbrengsten en onderhoudskosten. Bij de analyse en beoordeling van de exploitatie is daarom ingezoomd op deze twee aspecten.
34 | 61
3.4.1
Huurtarieven
De huurtarieven van de buitensportaccommodaties 2012 zijn vergeleken met huurtarieven uit andere gemeenten. Alle huurtarieven betreffen een tarief per veld/baan per seizoen/jaar.
voetbalveld ( l
s t e
voetbalveld ( 2
de
kunstgrasveld)
9.100 jaar
4.879
5.389
6.149
6.305
5.775
15.000
kunstgrasveld)
7.800 jaar
4.879
5.389
6.149
6.305
5.775
15.000
4.213
1.986
korfbalveld kunstgras
4.667 jaar
handbalveld asfalt
3.120
hockeyveld
4.465 jaar
jaar 4.879
3.244
1.191
2.049
1.622
4.532
6.305
9.268
7.250 7.250 3.148
2.003
1.716 6.246
De huurtarieven in Krimpen aan den IJssel liggen hoger dan in de benchmarkgemeenten. Daarbij moet worden opgemerkt dat de huurtarieven van de andere gemeenten golden voor het jaar 2011. Er van uitgaande dat de Krimpense huurtarieven in 2011 ongeveer 4 % lager lagen dan zijn de huurtarieven in Krimpen aan den IJssel nog steeds hoger dan bij de benchmarkgemeenten. Hierbij wordt opgemerkt dat in de Randstad per definitie iets hogere tarieven gelden dan nationaal gemiddeld. 3.4.2
Onderhoudslasten
De onderhoudslasten per sportpark zijn als volgt gespecificeerd.
onderhoud sportvelden storting in voorziening onderhoud onderhoud gebouw
7.000 12.000 1.000
12.000
29.000
3.000
11.000
12.000 3.000
1.000 8.000
onderhoud outillage sportvelden algemeen onderhoud sportpark totale onderhoudskosten
5.000
25.000
6.000 20.000
LI.000
29.000
31.000
44.000
™
Hospitality Consultants
Het onderhoud op tennisbanen kan in het algemeen door verenigingen in zelfbeheer worden uitgevoerd of worden uitbesteed. Indien de werkzaamheden aan zes gravelbanen worden uitbesteed zijn de kosten voor dagelijks en wekelijks onderhoud € 21.000,- per jaar en voor het jaarlijks (voorjaars)onderhoud € 7.500,- per jaar. Daarnaast zijn er kosten van € 4.000,- per jaar voor watergebruik en overige materialen. In de gemeente Krimpen aan den Dssel betaalt de gemeente alleen de jaarlijkse onderhoudskosten van de banen. De onderhoudskosten van € 7.000,- in 2012 zijn conform. De storting in de voorziening van € 12.000,- is voor zowel de gravel tennisbanen ( circa € 9.000,-) als het clubgebouw. De storting in de voorziening voor gravel tennisbanen is er hoog, tenzij op korte termijn een renovatie van de tennisbanen is gepland. De onderhoudskosten van acht kunstgras tennisbanen worden bij uitbesteding geraamd op € 18.000,- per jaar aan dagelijkse- en wekelijkse onderhoudswerkzaamheden, € 3.000,per jaar aan overig gebruik en circa € 4.000,- per jaar voor groot onderhoud. De gemeente neemt net als bij tennispark Kerkdreef de groot onderhoudskosten van de banen voor haar rekening. De onderhoudskosten van de velden staan onder de algemene onderhoudskosten van het sportpark en bedragen € 6.000,-. De onderhoudskosten liggen daarmee hoger dan de nationale cijfers. Daarnaast werd er € 5.000,- per jaar gereserveerd, dit is ook ruim voldoende. Het onderhoud aan kunstgrasvelden kan worden onderverdeeld in dagelijks onderhoud (onder andere slepen en vegen) en het jaarlijks onderhoud (onder andere het reinigen en aanvullen invulling). Daarnaast dient er jaarlijks gereserveerd te worden voor het tien- tot vijftienjaarlijks vervangen van kunstgrastoplagen. Op basis van kengetallen kan gesteld worden dat de gemiddelde kosten voor voornoemde dagelijkse en jaarlijkse onderhoudswerkzaamheden voor één kunstgrasveld circa € 6.500,- tot € 7.000,- per jaar bedragen. Voor het vervangen van de toplaag moet jaarlijks € 6.000,- tot € 10.000,- gereserveerd worden. Voor sportpark Verbindingsweg is er in 2012 een storting gedaan in de voorziening van € 11.000,- voor twee kunstgras voetbalvelden en € 12.000,- uitgegeven aan onderhoud aan de twee kunstgrasvelden. Op basis van de kengetallen kan gesteld worden dat dit net onder de gemiddelde kosten en reserveringen ligt, maar daar niet ver van afwijkt. De onderhoudskosten van de velden op sportpark Driekamp betreffen alleen de onderhoudskosten voor de twee gemeentelijke kunstgras korfbalvelden. De kosten van € 29.000,- zijn erg hoog. Mogelijk hebben er in 2012 extra onderhoudswerkzaamheden plaats gevonden. Daarnaast werd er circa € 12.000,- per jaar gereserveerd, waarvan circa €6.000,- voor het vervangen van de toplaag van twee korfbalvelden. Dit bedrag is laag en wordt nationaal gezien voor één kunstgrasveld gereserveerd. Mogelijk hebben de hoge onderhoudskosten in 2012 een relatie. De onderhoudskosten van de handbalaccommodatie worden beoordeeld als erg hoog. De verklaring hiervoor is dat ook kosten van het schoolsportveld hier bij inbegrepen zijn.
3.5 Conclusie De financiële prestaties van het zwembad ten opzichte van de benchmarkbaden zijn matig. Met name de totale kosten en het exploitatieresultaat zijn niet goed. Bekend is dat de energielasten in 2012 zullen afnemen. Ook de personeelskosten zullen nog verder omlaag gaan door het terugbrengen van de formatie met één fte. Een andere kostenpost die op de exploitatie drukt zijn de doorbelaste kosten. Deze kosten zijn erg hoog en dat terwijl de manager van het zwembad hier geen invloed op heeft. De totale kosten zijn ver boven marktconform; om het verschil per kostenplaats te bepalen, is het wenselijk om een gespecificeerd overzicht van de uren en de aard van de werkzaamheden te ontvangen.
36 | 61
™
Hospitality Consultants
Om het exploitatieresultaat van het zwembad te verbeteren is het mogelijk de kosten te verlagen door het instructiebad te sluiten in combinatie met een gewijzigde programmering. Een andere mogelijkheid is het verbeteren van de opbrengsten door middel van productontwikkeling, marktontwikkeling of marktpenetratie. De financiële prestaties van de binnensportaccommodaties zijn wisselend. Sporthal De Boog heeft met name lage inkomsten en heeft daarnaast te maken met doorbelaste en relatief hoge personeelskosten. Sportzaal De Populier heeft een zeer negatief exploitatieresultaat ten opzichte van de benchmarkzalen. Sportzaal De Populier is de enige sportzaal in de benchmark die te maken heeft met personeelslasten en een hoge interne doorberekening. Een verbetering in de totale opbrengsten bij sportzaal De Populier, maar ook bij sportzaal Groenendaal kan zorgen voor een verbetering in het exploitatieresultaat. De financiële prestaties van de gymnastieklokalen ten opzichte van overeenkomstige gymnastieklokalen in andere gemeenten zijn goed te noemen. Om het exploitatieresultaat van de binnensportaccommodaties te verbeteren is het mogelijk de kosten te verlagen door het kiezen van een andere beheer- en exploitatievorm, over te gaan op sleutelgebruik of een verregaande vorm van zelfbeheer. Een andere mogelijkheid is het verbeteren van de opbrengsten door middel van het plaatsen van reclameborden in de binnensportaccommodaties en door de binnensportaccommodaties meer open te stellen voor commerciële doeleinden. De gemeente ontvangt voor de buitensportaccommodaties meer huur dan de gemiddelde huurtarieven geldend in de benchmarkgemeenten. Hierbij wordt opgemerkt dat in de Randstad per definitie iets hogere tarieven gelden dan nationaal gemiddeld. De onderhoudslasten die in 2012 gemaakt zijn, zijn wisselend. Voor tennispark Kerkdreef zijn de onderhoudskosten marktconform. Voor sportpark Groenendaal zijn de kosten zeer hoog, hetgeen mogelijk kan worden verklaard indien dit eenmalige kosten in het jaar 2012 betreft. In de huidige exploitatievorm van sportaccommodaties vallen met name de doorbelaste kosten op. Deze kosten zorgen er mede voor dat de financiële prestaties ten opzichte van de benchmarkaccommodaties niet goed zijn. Idealiter wordt voor de doorbelasting een andere systematiek gehanteerd die voor de sportaccommodaties resulteert in lagere en tevens marktconforme kosten. Ook kan voor een wijziging van de exploitatie- en beheervorm worden geopteerd waarbij wordt opgemerkt dat dit, indien uitsluitend ingegeven door de wens om de overhead en doorbelastingen te verlagen, als een draconische maatregel aandoet die weliswaar voor de sportaccommodaties in lagere kosten resulteert maar voor de achterblijvende gemeentelijke organisatieonderdelen in hogere kosten. Door verzelfstandiging van de sportaccommodaties zal de gemeentelijke organisatie per saldo immers slechts beperkt en op termijn kunnen besparen op de kosten die nu worden opgevoerd onder overhead en doorbelasting. In het volgende hoofdstuk is ingegaan op de verschillende vormen van verzelfstandigen.
37 | 61
™
Hospitality Consultants
4
Vormen van verzelfstandiging
4.1 Inleiding Om een zo compleet mogelijk antwoord te kunnen geven op de ondersteuningsvraag is een aantal mogelijke exploitatievormen voor de sportaccommodaties gepresenteerd. De wijze waarop de sportaccommodaties kunnen worden geëxploiteerd, kan vanuit gemeentelijk perspectief verschillende verschijningsvormen aannemen, van een volledig in de gemeentelijke organisatie opgenomen exploitatie tot een volledig commercieel ingerichte voorziening zonder banden met de gemeentelijke organisatie. Binnen voornoemde bandbreedte worden navolgende organisatievormen onderscheiden:
p>
DD<sl>c
Gemeentelijk in de lijnorganisatie
Intern verzelfstandigd
Extern verzelfstandigd
Gecommercialiseerd
Geprivatiseerd
Indien de grootst mogelijke gemeentelijke zeggenschap de zwaarst wegende keuzefactor is, biedt een gemeentelijke exploitatie de beste waarborgen, al is dit in de praktijk natuurlijk altijd afhankelijk van specifiek gemaakte afspraken. Voorts bestaat er in de praktijk een veelheid aan varianten en mengvormen. In de visie van Hospitality Consultants zijn deze voor de gemeente Krimpen aan den Dssel in de basis terug te brengen tot de volgende drie hoofdvormen: 1. gemeentelijk beheer a. gemeentelijke lijnorganisatie b. intern verzelfstandigd 2. extern verzelfstandigd beheer 3. privaat beheer a. gecommercialiseerd b. geprivatiseerd In de volgende paragrafen is nader uitwerking gegeven aan de beschreven hoofdvormen van beheermodellen. Er is per model aandacht besteed aan onder meer de volgende deelaspecten: gemeentelijke regie (ten aanzien van programmering, tarifering en dergelijke) organisatorische en juridische aspecten gemeentelijke organisatiekosten financiële aspecten personele aspecten vastgoedcomponenten (eigendom) gemeentelijke overhead Tot slot zijn op hoofdlijnen de voor- en nadelen op het gebied van afzonderlijke opbrengsten- en kostenposten zoals personeel, onderhoud, energie en overhead beschreven. 4.2 Gemeentelijk beheer Beheer en exploitatie door de gemeente kan worden onderverdeeld in beheer en exploitatie vanuit de lijnorganisatie en intern verzelfstandigd beheer.
38 | 61
™
Hospitality Consultants
4.2.1
Gemeentelijke lijnorganisatie
Nog steeds veel gemeenten beheren en exploiteren net als de gemeente Krimpen aan den IJssel zelf sportaccommodaties. Om diverse redenen neemt dit aantal de afgelopen jaren wel af. Waar voorheen verreweg de meeste sportaccommodaties door de gemeentelijke organisatie werden beheerd en geëxploiteerd, hebben Nederlandse gemeenten in de afgelopen jaren steeds meer exploitaties buiten de organisatie gezet. Deze variant houdt in de meest zuivere vorm in dat de gemeente volledig verantwoordelijk is voor het beheer en de exploitatie van de gemeentelijke sportaccommodaties, dat wil zeggen ook voor de uitvoering. Echter, voor specifieke werkzaamheden als het uitvoeren van bepaalde onderhoudswerkzaamheden, kan gekozen worden om deze uit te besteden aan derden. Het gemeentebestuur is volledig verantwoordelijk voor het beheer en de exploitatie van de sportaccommodaties waardoor directe bestuurlijke inmenging mogelijk is. Alle personeel is in gemeentelijke dienst en beheer en exploitatie zijn belast met verplichte winkelnering waardoor in de regel overheadlasten worden toegerekend. Uitgaande van een blijvende inbedding in de gemeentelijke lijnorganisatie blijft de gemeente niet alleen het beleid bepalen, maar is de gemeente direct verantwoordelijk voor en betrokken bij zaken als administratie, onderhoud, marketing en verhuur. Een zuivere inpassing (en behoud daarvan) in de lijnorganisatie heeft van alle varianten doorgaans de grootste betrokkenheid van het College tot gevolg. Daarnaast behoudt sport een positie binnen de lijnorganisatie die gelijk is aan de andere teams binnen de gemeentelijke organisatie, waarmee er sprake is c.q. blijft van eenduidige aansturing (vanuit het management) en bevordering van de consistentie in het functioneren van de totale ambtelijke organisatie. 4.2.2
Interne verzelfstandiging
Bij een intern verzelfstandigd organisatieonderdeel is het beheer en de exploitatie van het betreffende onderdeel overgedragen aan uit de lijnorganisatie te lichten entiteit met specifieke taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en een eigen budget. Gemeentelijke regie Interne verzelfstandiging is de minst vergaande vorm van verzelfstandiging. Er blijft te allen tijde sprake van een sterke integrale binding met de gemeentelijke organisatie. Het intern verzelfstandigde organisatieonderdeel is onderdeel van de gemeente en beschikt niet over een zelfstandige rechtspersoonlijkheid. De mate van gemeentelijke invloed op en zeggenschap over de bedrijfsvoering in het algemeen en de programmering en tarifering van de bezoekgroepen zoals verenigingen, doelgroepen en scholen in het bijzonder is daardoor optimaal en dit geldt ook voor de gemeentelijke regie op het functioneren. Hoe verder de interne verzelfstandiging is doorgevoerd, hoe groter de mogelijkheden tot een slagvaardige, marktconforme en bedrijfsmatige aansturing. De mate waarin dit is bereikt, is voornamelijk afhankelijk van de afspraken die zijn gemaakt over diverse aspecten van de bedrijfsvoering. De mate waarin dit kan worden bereikt, is voornamelijk afhankelijk van de afspraken die worden gemaakt ten aanzien v a n : • concreet te leveren prestaties; • autonomie c.q. handelingsvrijheid in bedrijfsvoering; • het mogen "loskomen" van de procesgeoriënteerde moederorganisatie (de gemeente); • beschikbaar te stellen instrumentarium (financieel, formatief en facilitair); • afname van diensten van de moederorganisatie al dan niet op basis van gedwongen winkelnering.
39 | 61
™
Hospitality Consultants
Juridische consequenties Aan de interne verzelfstandiging kan (verder) gestalte zijn gegeven op basis van afspraken tussen de gemeente en het intern verzelfstandigde organisatieonderdeel. Deze afspraken kunnen op verschillende wijzen zijn geformaliseerd zoals in de vorm van contractmanagement of een instellingsbesluit. Aangezien deze afspraken zijn gemaakt tussen partijen binnen één organisatie (de gemeente Krimpen aan den Dssel) hebben deze slechts een intern bindend karakter en zijn deze ook niet aanbestedingsplichtig. Omdat het geen twee rechtspersonen betreft, is er geen sprake van juridische afdwingbaarheid van de wederzijdse verplichtingen in de zin van zakelijk c.q. verbintenissenrecht. Bij het niet goed functioneren of presteren van het intern verzelfstandigde organisatieonderdeel bestaan er uitsluitend sanctiemogelijkheden vanuit: • De arbeidsrelatie tussen de gemeente en het verantwoordelijk management. • Het instellingsbesluit van de Commissie op basis waarvan het College bevoegdheden kan terugnemen. Organisatorische consequenties Voor alle vormen waarop de afspraken bij interne verzelfstandiging geformaliseerd kunnen zijn, geldt een aantal overeenkomstige kenmerken c.q. succesfactoren. Navolgend worden de belangrijkste hiervan benoemd: • De contouren van het contract worden gevormd door vastlegging van taken, te leveren prestaties en beschikbaar te stellen instrumentarium. • Feitelijk is sprake van decentralisatie van taken en functies aan de conceptpartner c.q. het organisatieonderdeel, dat, om tot succesvolle realisatie van de opdracht te kunnen komen, dient te beschikken over voldoende adequate middelen, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. • De gemeente houdt haar verantwoordelijkheid, maar neemt afstand van de dagelijkse bedrijfsvoering. Idealiter wordt de dagelijkse bedrijfsvoering op haar beurt losgemaakt van de procesgeoriënteerde moederorganisatie in casu de gemeente. Wel toetst de gemeente (in brede zin) in een regelmatige cyclus (MARAPS) op hoofdlijnen in hoeverre de beoogde effecten worden bereikt. • De relatie tussen de gemeente en het intern verzelfstandigd onderdeel blijft die van werkgever-werknemer, maar wordt tevens uitgebreid met een klant-leverancier verhouding (opdrachtgever-opdrachtnemer). • Het contractmanagement is gekoppeld aan een bedrijfsplan van het intern verzelfstandigde organsiatieonderdeel. • Geboekte resultaten worden getoetst aan de vastgelegde prestatieverwachting. Dit vindt plaats om in situaties van grote afwijkingen tot bijsturing dan wel herijking te kunnen komen. Een interne verzelfstandiging kan worden aangegrepen om bestaande werkwijzen en communicatielijnen te formaliseren en structureel in te bedden in de organisatie. Naast het contractmanagement voor het formeel vastleggen van de afspraken rondom de verdeling van taken en verantwoordelijkheden en de vast te leggen prestatieverplichtingen, moeten ook afspraken worden vastgelegd over de diensten die door de verzelfstandigde entiteit worden afgenomen van de gemeente (als zijnde de moederorganisatie). De terminologie voor het formaliseren van afspraken is verschillend. Zo kan worden gesproken van klant-leveranciersovereenkomsten, Service Level Agreements. Gemeentelijke organisatiekosten Bij blijvende gemeentelijke inbedding en een verplichte afname van ambtelijke diensten zullen de huidige gemeentelijke organisatiekosten binnen het betreffende organisatieonderdeel blijven. De mogelijkheden om deze organisatiekosten te beïnvloeden zijn gering. Echter, afhankelijk van de mate van de eventuele vrijheid diensten (elders) in te kopen, kunnen er efficiency voordelen worden gerealiseerd. Bijkomend gevolg is dat door een directe inkoop van (voorheen ambtelijke) diensten er een beter inzicht ontstaat in de feitelijke "kostprijs" van de betreffende producten.
40 | 61
™
Hospitality Consultants
Er dient wel opgemerkt te worden dat in een dergelijke situatie de huidige gemeentelijke organisatiekosten niet op de korte termijn uit de gemeentelijke organisatie 'verdwijnen', maar dat deze veelal pas op de langer(e) termijn kunnen worden wegbezuinigd (overhead). Dit heeft te maken met het onderscheid tussen vaste en variabele kosten. Ook in dit geval is er dus sprake van ontvlechtings- of desintegratiekosten. Kerntaken versus uitvoeringstaken Doordat de gemeentelijke sportaccommodaties in een situatie van interne verzelfstandiging onderdeel uit blijven maken van de gemeentelijke organisatie, is er feitelijk geen sprake van een scheiding tussen strategische beleidsvorming, beleidsuitwerking en beleidsuitvoering. Er ontstaat een beperkte verruiming van de mogelijkheid tot een slagvaardige, marktconforme en bedrijfsmatige bedrijfsvoering. Over aspecten als programmering, tarifering, openstelling en tarieven bestaat blijvende maximale zeggenschap. Het dragen van risico voor exploitatieresultaten blijft eveneens binnen de gemeentelijke organisatie bestaan. Werkgever én opdrachtgever In een situatie van interne verzelfstandiging op basis van contractmanagement ontstaat er een discrepantie tussen de rol van de gemeente als werkgever en de rol van de gemeente als opdrachtgever. Doordat de sportaccommodaties onderdeel uit blijven maken van de gemeentelijke totaalorganisatie is voor de betreffende afdeling het nemen van de maximale ondernemingsvrijheid toegestaan noch vereist. Van belang is om te erkennen dat het personeel de kwaliteiten en ruimte moet hebben om het maatschappelijk ondernemerschap vorm en inhoud te geven. Personele consequenties Het betrokken personeel blijft in een situatie van interne verzelfstandiging gewoon in dienst van de gemeente Krimpen aan den IJssel. Hoewel de organieke inbedding en verantwoordelijkheden enigszins kunnen wijzigen heeft een interne verzelfstandiging geen consequenties voor de arbeidsvoorwaarden of rechtspositie van het betrokken personeel en blijft het ambtelijk dienstverband daarmee gehandhaafd. Wel treedt er ten aanzien van het management c.q. de managementfunctie een functieverzwaring op. Financiële consequenties In het geval van interne verzelfstandiging ontstaan er verbeterde mogelijkheden om bedrijfsmatig en marktgericht te werken wanneer het wordt toegestaan dat de focus volledig gericht kan en mag zijn op de eigen bedrijfsvoering (loskomen van de procesgeoriënteerde moederorganisatie zowel in bevoegdheden als tijdsbesteding), waardoor het financiële resultaat voor de gemeente Krimpen aan den IJssel positief kan worden beïnvloed. Het effect hiervan dient echter niet te worden overschat. Ook binnen een (verdergaande) interne verzelfstandiging behoort het tot de mogelijkheden een bedrijfsreserve op te bouwen om tegenvallende resultaten te kunnen compenseren. Hierbij is er echter in sterke mate sprake van windowdressing. Wanneer de financiële situatie van de gemeente als geheel dit noodzakelijk of wenselijk maakt, zal de bedrijfsreserve van een intern verzelfstandigde organisatie zonder meer worden aangesproken. Dit is één van de omstandigheden die erop duiden dat de ondernemingsvrijheid in een situatie van interne verzelfstandiging beperkt is. De gemeente blijft voor 1 0 0 % verantwoordelijk voor mogelijke toekomstige financiële mee- of tegenvallers.
41 | 61
If KfFJj Hospitality If JL*V Consultants
Samengevat kunnen de belangrijkste voor- en nadelen van interne verzelfstandiging als volgt worden gepresenteerd.
Voordelen • Maximaal behoud van gemeentelijke invloed op beherende en uitvoerende taken. • Grote controleerbaarheid van te leveren prestaties. • Handhaving ambtelijke status voor betrokken personeel. • Formaliseren van bestaande afspraken en communicatielijnen. • Goede mogelijkheden beleidsterrein overschrijdendende samenwerking. • Synergetische mogelijkheden tussen beleidsontwikkelingen en -uitvoering.
Nadelen • Grotere bestuurlijke en politieke invloed op bedrijfsvoering is nadelig voor bedrijfsmatigheid en slagvaardheid. • Uitvoerings- en instandhoudingsrisico's liggen bij de gemeente. • Ruimte tot "ondernemen" is zeer beperkt; • Discrepantie in relatie door dubbeling (werkgever/werknemer versus klant/leverancier). • Verminderde afbakening tussen kerntaak en uitvoeringstaak. • Kostprijs wordt beïnvloed door gemeentelijke overhead en doorbelastingen, tenzij de interne verzelfstandiging succesvol kan worden aangewend om deze kosten te elimineren.
4.3 Extern verzelfstandigd beheer In het geval van externe verzelfstandiging wordt er door de gemeente een zelfstandige (veelal private) rechtspersoon opgericht die het beheer en de exploitatie van de sportaccommodaties ter hand gaat nemen. Onder externe verzelfstandiging kan, afhankelijk van de uitwerking, in dit kader ook worden verstaan het oprichten van c.q. aansluiten bij een regionaal samenwerkingsverband al dan niet op grond van de bepalingen uit de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (WGR) . 7
4.3.1
Organisatorische en juridische consequenties
In de regel worden hiervoor de NV, de BV of de stichting gebruikt. Ook de combinatie NV en BV wordt toegepast, bijvoorbeeld in geval van Sportbedrijf Lelystad waarin het onroerend goed (de sportaccommodaties) is ondergebracht in een NV en de bedrijfsactiviteiten (exploitatie en beheer) zijn ondergebracht in een BV. Zowel de NV als de BV streven in principe het maken van winst na, terwijl de stichting meestal gericht is op het bereiken van ideële doelen. In alle gevallen dienen er voldoende maatregelen te worden getroffen om de maatschappelijke doelen die de gemeente nastreeft te waarborgen. Deze waarborgen kunnen voor een belangrijk deel statutair worden vastgelegd maar tevens worden gegarandeerd in de contractuele vormgeving van de relatie tussen de gemeente en de op te richten rechtspersoon. Tegelijkertijd kunnen niet alleen de NV en BV, maar ook de stichting zo worden ingericht dat zij zelfstandig, commercieel en slagvaardig functioneren vanuit een bedrijfsmatige context. In het geval een NV en/of BV wordt opgericht en vooral als wordt aangesloten bij een bestaande rechtspersoonlijkheid zoals bijvoorbeeld Sportief Capelle BV doet zich de vraag voor of een optimale verhouding tussen dienstverlening en gemeentelijke exploitatiebijdrage voldoende is gewaarborgd omdat de rechtspersoonlijkheden in beginsel immers primair het maken van winst nastreven. In tegenstelling tot een NV en/of BV (en derhalve in tegenstelling tot de signatuur en doelstellingen van marktpartijen) heeft een stichting zoals bijvoorbeeld Stichting Sport en Welzijn veelal een ideële doelstelling, kent zij geen aandeelhouders en worden positieve exploitatieresultaten niet uitgekeerd maar kunnen worden aangewend ter verbetering van de organisatie en/of betreffende accommodaties.
7
Bij de instelling van een Gemeenschappelijke Regeling is feitelijk sprake van een interne verzelfstandiging. In de praktijk wordt er doorgaans voor gekozen om hiertoe een rechtspersoon op te richten, waardoor sprake is van een externe verzelfstandiging
42 | 61
™
Hospitality Consultants
Voorts kan statutair worden vastgelegd dat bij eventuele liquidatie van de stichting batige saldi worden uitgekeerd aan de gemeente Krimpen aan den IJssel. Hierbij dient te worden opgemerkt dat voor overheidsgedomineerde ondernemingen als sportbedrijven voldoende mogelijkheden bestaan om te waarborgen dat eventueel opgebouwde vermogens uitsluitend worden ingezet ten bate van de beleidsdoelen die van overheidswege zijn gesteld. Daar waar de externe verzelfstandiging dient te worden betrokken op het geheel van (inter-)gemeentelijke sport- en eventueel welzijnsaccommodaties gaat de voorkeur doorgaans uit naar een NV en/of BV constructie waarin het eenvoudiger is om in het kader van risicospreiding dochterondernemingen op te richten en/of belangen te nemen in andere ondernemingen. Sportbedrijven die in de buurt van Krimpen aan den IJssel actief zijn, betreft onder andere: • Sportief Capelle BV • Stichting Sport en Welzijn Ridderkerk • Sportpunt Gouda BV • Stichting Sportspectrum Alphen aan den Rijn 4.3.2 Gemeentelijke regie Als de sportaccommodaties extern worden verzelfstandigd, neemt de directe invloed van de gemeente op de dagelijkse bedrijfsvoering af. Het cluster van sportaccommodaties wordt door de gekozen organisatievorm in feite een door de gemeente gesubsidieerde instelling die voor de uitoefening van door de gemeente gewenste taken en activiteiten een financiële vergoeding ontvangt. Deze taken en activiteiten (lees: beheer en exploitatie) worden dus buiten de organisatie geplaatst, en alle kerntaken (beleid) worden geacht bij de gemeente achter te blijven. Hiermee wordt de mogelijkheid tot gemeentelijke regievoering gewaarborgd. Door de uitvoerende taken op afstand te plaatsen, verliest de gemeente niet per definitie alle invloed en zeggenschap. In de statuten van de op te richten rechtspersoon en in de contractuele vormgeving van de relatie tussen de gemeente en de rechtspersoon worden hiertoe waarborgen opgenomen voor onder andere: • De belangrijke maatschappelijke functie van de sportaccommodaties. • Fundamentele zeggenschap van de gemeente over de wijze waarop de verzelfstandigde sportaccommodaties worden bestuurd, beheerd, geëxploiteerd en in stand gehouden. De invloed van de gemeente op de rechtspersoon kan verder worden gewaarborgd door de benoeming van bestuursleden statutair aan te wijzen als bevoegdheid van de gemeente (bij een stichting). Eventueel kan dit worden aangevuld met de statutaire bevoegdheid dat de gemeente het recht heeft om één of meer bestuursleden aan te wijzen. Daarnaast kan statutair worden verankerd dat bestuurlijke besluiten van groot belang (zoals organisatorische of statutaire wijzigingen van welke aard dan ook en de vaststelling van de begroting/jaarrekening) voorafgaande instemming behoeven van het College van B&W. Contractuele afspraken kunnen worden gemaakt in de vorm van een huurovereenkomst in combinatie met een exploitatie- of subsidieovereenkomst. Hierin worden inhoudelijke afspraken gemaakt en vastgelegd met betrekking tot de beleidsuitvoering op het gebied van tarieven, doelgroepen, openstellingstijden, beleidsterreinoverschrijdende samenwerking, financiering en exploitatie, waardoor gemeentelijke regie wordt geborgd en gestalte krijgt. In de exploitatie- of subsidieovereenkomst wordt de financiële tegenprestatie die door de gemeente wordt geleverd vastgelegd. De overeenkomsten krijgen bij voorkeur de status van een meerjarig contract, waarin de door de gemeente te verstrekken (prijs-)subsidie en de door de zelfstandige rechtspersoon te leveren prestaties in zowel kwalitatieve als kwantitatieve zin vorm krijgen.
43 | 61
™
Hospitality Consultants
Door het maken van meerjarenafspraken worden kaders geboden voor het voeren van een bedrijfsmatig ingerichte bedrijfsvoering. Zowel jaarlijks als aan het einde van de contractperiode dient de rechtspersoon zich tegenover de gemeente te verantwoorden over het gerealiseerde resultaat. Hiermee is er sprake van een zuivere opdrachtgever (gemeente)/leverancier (de rechtspersoon) relatie. 4.3.3
Juridisch consequenties
Ook door de juridische eigendom van de gronden en waar mogelijk de voorzieningen in kwestie bij de gemeente Krimpen aan den Dssel te laten berusten, heeft de gemeente optimale zeggenschap over bestemming en gebruik daarvan. Als eigenaar van de accommodaties kan de gemeente aan de (private) rechtspersoon dwingende voorwaarden voor beheer en exploitatie meegeven nageleefd dienen te worden. Hiermee wordt de kapitaalintensieve investering die gepaard is gegaan met de realisatie van de voorzieningen beschermd, net als de beoogde brede maatschappelijke functie en de controle inzake beoogde toekomstige ontwikkelingen. 4.3.4
Bedrijfsvoering
Vanzelfsprekend dient de bedrijfsvoering gestalte te krijgen binnen de kaders van de afspraken met de gemeente. Indien de gemeente bereid is de (private) rechtspersoon ook mogelijkheden mee te geven voor het ontwikkelen van commerciële activiteiten, dan kan in de exploitatie- c.q. subsidieovereenkomst ook de verhouding tussen maatschappelijke doelen en commerciële handelingsvrijheid nader worden geformaliseerd. Het is echter van belang dat de rechtspersoon ook in staat wordt gesteld, in consistentie met het gemeentelijk sportbeleid, haar eigen bedrijfsbeleid te ontwikkelen. Enige ruimte voor "ondernemerschap" dient te worden gehandhaafd om de potentiële voordelen van externe verzelfstandiging te kunnen benutten. Één van de grote voordelen van een situatie van externe verzelfstandiging is namelijk dat de op te richten rechtspersoon autonoom, commercieel en slagvaardig kan functioneren vanuit een bedrijfsmatige context. Doordat de exploitatie en het beheer van de betreffende accommodaties géén onderdeel meer uitmaken van de gemeentelijke totaalorganisatie, maar beschikken over eigen rechtspersoonlijkheid en autonomie, ontstaan er sterk verbeterde mogelijkheden voor een bedrijfsmatige en slagvaardige bedrijfsvoering. Overigens is het model externe verzelfstandiging prima toepasbaar indien zou worden voorgestaan om een regionale samenwerking binnen het beleidsveld sport gestalte te geven. Omliggende (buur)gemeenten kunnen dan participeren in het aandelenkapitaal danwel een bestuurszetel inkleden/vertegenwoordigen. Hierbij kan naast een vennootschap of een stichting ook worden geopteerd voor een publiekrechtelijk orgaan op basis van een Gemeenschappelijke Regeling (zie inleiding paragraaf 4.3). 4.3.5
Personele consequenties
Als basis voor het organisatiemodel externe verzelfstandiging wordt op het gebied van het betrokken personeel het principe "mens volgt werk/functie" gehanteerd. Dit betekent dat de aan de extern te verzelfstandigen taken verbonden personele formatie wordt overgedragen aan de op te richten rechtspersoon. Voor betrokken personeelsleden betekent dit dat de aanstelling bij de gemeente Krimpen aan den Dssel komt te vervallen en een arbeidsrelatie dient te worden aangegaan met de op te richten rechtspersoon. Hierbij kan ten behoeve van deze rechtspersoon een keuze gemaakt worden tussen het hanteren van een privaatrechtelijke CAO of het volgen van de gemeentelijke CAR. Uit de praktijk blijkt dat de meeste ambtelijke werknemers sterk aan hun verworven rechten op het gebied van pensioen (ABP) en CAO (CAR/UWO) hechten. Hoewel het voor de hand ligt dat een extern verzelfstandigde organisatie de CAO Recreatie gaat hanteren, is het ook mogelijk een zogenaamde B3 status te verkrijgen waardoor medewerkers aangesloten blijven bij het ABP behouden volger worden van de gemeentelijke CAR.
44 | 61
ra
Hospitality Consultants
Deze B3 status kan worden aangevraagd en wordt verleend aan private werkgevers die: • Een maatschappelijk doel nastreven; • Geen winst beogen of uitkeren. • 'Eigendom' van een Nederlands publiekrechtelijk lichaam zijn (die óf alle aandelen in handen hebben óf deze in handen kunnen krijgen) of invloed op het bestuur van de private rechtspersoon kunnen uitoefenen. • Bij liquidatie van de private rechtspersoon alle bezittingen laten vervallen aan uitsluitend Nederlandse publiekrechtelijke lichamen. Indien de externe verzelfstandiging gestalte krijgt op basis van een rechtspersoon die de B3-status kan verwerven en volger wordt van de gemeentelijke CAR, is er sprake van relatief geringe personele gevolgen. De personele kosten zullen in een dergelijke situatie gelijk blijven aan de huidige situatie en er zal niet "geprofiteerd" kunnen worden - in financiële zin - van de meer gunstige werkgeversvoorwaarden die in dit verband voortvloeien uit de CAO Recreatie. Hoewel in de loop der jaren de private CAO's en gemeentelijke CAR-UWO's dichter naar elkaar zijn toegegroeid is er nog steeds sprake van enkele wezenlijke verschillen. Bij een externe verzelfstandiging is het ook mogelijk de CAO Recreatie toe te passen en nadelige verschillen voor betrokken personeelsleden te compenseren op basis van in een Sociaal Plan vast te leggen garanties en regelingen. Dienaangaande dient ook het overleg met OR en GO opgestart te worden. Een variant op het voorgaande betreft het handhaven van de gemeentelijke CAR voor bestaand personeel en het toepassen van de CAO Recreatie op nieuw aan te stellen personeel. In deze situatie is er sprake van een overgangstermijn waarin twee verschillende CAO's worden gehanteerd tot het moment waarop de laatste medewerker die reeds voor de verzelfstandiging in dienst was, uit dienst is getreden. Vanuit de interne cultuur en aansturing is het hanteren van twee verschillende CAO's voor één groep personeelsleden echter niet wenselijk. 4.3.6
Gemeentelijke organisatiekosten
Een externe verzelfstandiging van het beheer en de exploitatie van de sportaccommodaties brengt ontvlechting met zich mee ten opzichte van de oorspronkelijke moederorganisatie (de gemeente). De nieuwe zelfstandige rechtspersoon zal door vrije inkoop van (voorheen ambtelijke geleverde) diensten efficiënter kunnen opereren. Dit betekent tegelijkertijd dat de gemeentelijke organisatiekosten niet meer over de sportaccommodaties kunnen worden omgeslagen. Gezien het feit dat deze kosten grotendeels niet op de korte termijn uit de gemeentelijke organisatie kunnen worden wegbezuinigd, zal de mate van doorbelasting op andere organisatieonderdelen toenemen. Een belangrijk aandachtspunt in het proces van externe verzelfstandiging is dan ook het zo concreet mogelijk in beeld brengen van de met deze ontvlechting gepaard gaande kosten en het vinden van alternatieve dekking of vermindering van de gemeentelijke formatie. Over het geheel genomen wordt voor de situatie in Krimpen aan den IJssel het te behalen financiële effect op de exploitatie fundamenteel zeer beperkt geacht vanwege de commerciële exploitatie(on)mogelijkheden en de geringe schaalgrootte. Bovendien is er in geval van een externe verzelfstandiging ook altijd nog sprake van eenmalige frictie- en opstartkosten. Mogelijk zijn er wel schaalvoordelen te behalen door samenwerking te zoeken met een bestaand sportbedrijf in de regio. Hieraan gaat de principiële vraag vooraf of deze aansluiting wordt gezocht in een risicodelende of risicodragende variant. Het laatste geval neigt meer naar de commercialiseringsvariant die mogelijk eveneens door een bestaand sportbedrijf in de regio kan worden ingevuld.
45 | 61
™
Hospitality Consultants
4.3.7
Financiële consequenties
Ook bij een externe verzelfstandiging kan er sprake zijn van het dragen van risico door de op te richten rechtspersoon. Het inrichten van een exploitatiereserve zal echter bij aanvang van de opdracht nog geen gestalte kunnen krijgen omdat de nieuw op te richten rechtspersoon niet beschikt over eigen vermogen. Wél kan worden overeengekomen dat eventuele exploitatieoverschotten dienen te worden gestort in een exploitatiereserve ter dekking van mogelijk toekomstige tekorten. Hierbij is het aan te bevelen deze reserve te maximeren, immers de rechtspersoon functioneert in sterke mate op basis van gemeentelijke financiële bijdragen en is daarmee een door de gemeente Krimpen aan den Dssel gesubsidieerde instelling. Het is over het algemeen niet wenselijk dat dergelijke instellingen een fors "eigen vermogen" in de zin van reserves opbouwen. De mate waarin de rechtspersoon daadwerkelijk exploitatierisico loopt, is feitelijk beperkt. Het bestaansrecht van de rechtspersoon is volledig afhankelijk van de relatie met de gemeente, in ieder geval in de situatie waarin de gemeente Krimpen aan den Dssel de enige opdrachtgever van betreffende rechtspersoon is. De zorg voor dagelijkse bedrijfsvoering wordt derhalve op afstand gezet, maar de financiële (eind)verantwoordelijkheid waar het de continuïteit van de rechtspersoon betreft, blijft feitelijk bij de gemeente berusten. In onderstaand overzicht zijn de voor- en nadelen van externe verzelfstandiging in beeld gebracht.
Voordelen • Scheiding tussen gemeentelijke beleidstaken en uitvoeringstaken. • Goede mogelijkheden voor bedrijfsmatige en slagvaardige bedrijfsrisicovoering. • Afstemming tussen bedrijfsmatig werken en realiseren van maatschappelijke doelen goed mogelijk. • Beleidsoverschrijdende samenwerking kan formeel worden overeengekomen en vastgelegd. • Leent zich in beginsel tot toekomstige toevoeging van andere af te stoten taken; • Door "eigen" overhead gaat inzicht ontstaan in de kostprijs van de betreffende sportaccommodaties
Nadelen • Het dragen van (eind)verantwoording voor risico blijft bij de gemeente berusten. • Om gemeentelijke invloed en zeggenschap te kunnen waarborgen dienen getailleerde afspraken te worden vastgelegd. • Continuïteitswaarborg is onzeker vanwege aan te trekken deskundige bestuursleden. • Personeel dient in dienst te treden bij nieuwe werkgever waartoe een zorgvuldig traject dient te worden doorlopen. • Door ontvlechting zal er (in enige mate) sprake zijn van desintegratiekosten die nauwkeurig gekwantificeerd dienen te worden.
4.4 Privaat beheer (commercialisering) Bij een op afstand plaatsing van de Krimpense sportaccommodaties kunnen de taken omtrent het beheer en de exploitatie intern of extern worden verzelfstandigd maar ze kunnen ook aan een marktpartij worden opgedragen. Om de sociaal maatschappelijke rol van de sportaccommodaties te waarborgen, worden hierbij contractuele afspraken gemaakt over te leveren diensten en prestaties. Ter compensatie van de exploitatietekorten die zich hierdoor bij de marktpartij zullen voordoen, maakt deze aanspraak op een gemeentelijke exploitatiebijdrage. 4.4.1
Organisatorische en juridische consequenties
In het geval van een commercialisering worden het beheer en de exploitatie aan een privaatrechtelijke rechtspersoon (op basis van een te doorlopen aanbestedingsproces) opgedragen. In de meeste gevallen betreft dit een door een marktpartij nieuw opgerichte BV specifiek op- en ingericht voor het beheer en de exploitatie van betreffende lokale voorzieningen. Voor de beherende en exploiterende marktpartij is de achterliggende gedachte hierbij dat exploitatierisico's worden beperkt tot één onderneming.
46 | 61
ra
Hospitality Consultants
De aandelen van de rechtspersoon zijn in handen van de moederorganisatie van de marktpartij, met als gevolg dat bedrijfsvoering en inrichting van de organisatie zijn voorbehouden aan deze partij. De private moederorganisatie levert, tegen betaling, ondersteunende marktkennis, ontwikkelde producten en faciliteiten. Het feit dat er een moederorganisatie achter de op te richten rechtspersoon aanwezig is, heeft voor- en nadelen. Belangrijk voordeel is dat de aanwezigheid van de moederorganisatie continuïteit kan bieden, ook als belangrijke schakels in de bedrijfsvoering, bijvoorbeeld de manager, plotseling wegvalt. Van verplichte eigendomsoverdracht van grond en/of opstallen is in dit geval geen sprake, deze blijven achter bij de gemeente en worden op basis van een huurovereenkomst aan de betreffende marktpartij ter beschikking gesteld, voor zover dit vanuit de huidige situatie mogelijk is. 4.4.2
Gemeentelijke regie
De zeggenschap van de gemeente is in het geval van een commercialisering niet per definitie minder dan bij een externe verzelfstandiging. De gemeentelijke regie krijgt echter niet vanuit de dagelijkse praktijk (zoals dit wel mogelijk is in een situatie van interne verzelfstandiging) maar vanuit formeel vastgelegde contracten gestalte. Dit vergt een adequaat en inhoudelijk intensief traject van contractvoorbereiding. Wanneer de gemeentelijke regierol eenmaal in de contractuele afspraken is geborgd, is de zorg voor de dagelijkse bedrijfsvoering op afstand gezet. Binnen de aanbestedingsprocedure kan in het aanbestedingsbestek expliciet en gedetailleerd worden vastgelegd op welke onderdelen gemeentelijke invloed en zeggenschap van kracht is c.q. blijft na de commercialisering. Daarnaast is de hoogte van de jaarlijkse gemeentelijke financiële bijdrage een onderwerp van groot belang. Om inschrijvingen van marktpartijen goed te kunnen toetsen, is inzicht in de exploitatietechnische mogelijkheden van de accommodaties die aan de markt worden opgedragen van groot belang. De contractuele vormgeving krijgt veelal gestalte op basis van huurovereenkomsten en een daaraan gekoppelde exploitatieovereenkomst. Hierin worden afspraken gemaakt over (voorwaarden inzake de) te leveren diensten en prestaties, alsmede de maximale financiële bijdrage van de gemeente daaraan. In dit geval dient wel in aanmerking te worden genomen dat het moederbedrijf in de eerste plaats het behalen van winst nastreeft hetgeen gerealiseerd moet worden uit de exploitatie van de betrokken accommodaties. Dit basisprincipe doet zich niet voor in de situatie van interne verzelfstandiging en behoeft zich - afhankelijk van de rechtsvormkeuze - ook niet voor te doen in de situatie van externe verzelfstandiging. 4.4.3
Gemeentelijke organisatiekosten
Het commercialiseren van de Krimpense sportaccommodaties brengt ontvlechting van de betrokken exploitatie- en beheertaken met zich mee ten opzichte van de huidige organieke situatie. Dit betekent dat gemeentelijke (overhead)kosten die tot dusverre werden omgeslagen over de sportaccommodaties niet meer in rekening kunnen worden gebracht, maar nog wel aanwezig zijn. Ditzelfde principe geldt voor gemeentebrede personele formatie die deels wordt ingezet voor het leveren van diensten of producten aan de sportaccommodaties. Voorgaande leidt tot het ontstaan van ontvlechtingskosten, ook wel desintegratiekosten genoemd, die pas op de langere termijn kunnen worden wegbezuinigd uit de gemeentelijke organisatie. 4.4.4
Personele consequenties
De gemeente maakt in het geval van een commercialisering afspraken met de exploitatiemaatschappij over het overnemen van het personeel. Het bestaande publiekrechtelijke dienstverband wordt in die situatie ontbonden en omgezet in een privaatrechtelijk dienstverband. Nagenoeg alle commerciële exploitanten hanteren de CAO Recreatie als basis voor de arbeidsvoorwaarden voor bij hen in dienst zijnd personeel.
47 | 61
W *WÊ fff
Hospitality Consultants
Hoewel in de loop der jaren de private CAO's en gemeentelijke CAR-UWO's dichter naar elkaar zijn toegegroeid is er nog steeds sprake van enkele wezenlijke verschillen. Het Sociaal Statuut van de gemeente Krimpen aan den Dssel regelt dat bij het opdragen van gemeentelijke taken aan een marktpartij, het betrokken personeel eveneens wordt overgedragen. Gelet op de verschillen in arbeidsvoorwaarden en het uitgangspunt zorg te dragen voor een sociaal verantwoord proces, is het opstellen van een Sociaal Plan expliciet noodzakelijk. Dit Sociaal Plan maakt onderdeel uit van het aanbestedingsdocument op basis waarvan de commercialisering gestalte krijgt, opdat inschrijvers zich bewust zijn van de verplichtingen die hen worden opgelegd ten aanzien van betrokken personeel. Bovendien wordt op deze wijze adequate borging aan de personele belangen gegeven. Ook in een situatie van commercialisering dient de vigerende wet- en regelgeving op het gebied van de personele aspecten in acht genomen te worden. De bestaande rechten en plichten dienen door de commerciële marktpartij zoveel als mogelijk te worden geborgd en voortgezet. In dit kader wordt het een en ander aan handvatten geboden vanuit het Burgerlijk Wetboek. Omdat de commerciële marktpartij een privaatrechtelijk CAO hanteert, dient de gemeente Krimpen aan den Dssel voorts rekening te houden met frictiekosten die voortkomen uit het neutraliseren van de verschillen tussen de toekomstige private en huidige publiekrechtelijke arbeidsvoorwaarden. 4.4.5
Financiële consequenties
Eén van de potentiële voordelen van commercialisering betreft de mogelijke overdracht van een deel van het exploitatierisico aan de marktpartij. Heden ten dage richten steeds meer gemeenten zich op het maken van "closed end"-afspraken waarbij er tevens sprake is van een risicodragende exploitatie door betreffende marktpartij. In de basis krijgt deze afspraak allereerst gestalte door het overeenkomen van een vaste gemeentelijke bijdrage per jaar gedurende de looptijd van de overeenkomst. Uitgangspunt daarbij is dat zowel positieve- als tegenvallende resultaten voor rekening van de marktpartij zijn. Borging van de situatie waarin de marktpartij tegenvallende resultaten dient op te vangen, vindt plaats door het verplicht stellen van de inrichting van een exploitatiereserve door de marktpartij bij aanvang van het accepteren van de opdracht. Daarbij kan voorts het navolgende contractueel worden overeengekomen: • De marktpartij stort bij aanvang van het beheer en de exploitatie een bedrag ter hoogte van minimaal 5 0 % van de benodigde jaarlijkse gemeentelijke exploitatiebijdrage in de exploitatiereserve. • Vervolgens wordt de exploitatiereserve door de marktpartij op basis van geboekte resultaten opgebouwd tot een bedrag dat gelijk staat aan 100% van de benodigde jaarlijkse gemeentelijke exploitatiebijdrage. • Eerst nadat de exploitatiereserve in omvang gelijk is aan de jaarlijkse gemeentelijke exploitatiebijdrage mag door de marktpartij resultaat worden genomen door c.q. worden uitgekeerd aan de moedermaatschappij. • Indien de marktpartij op grond van tegenvallende exploitatieresultaten gelden uit de exploitatiereserve wenst aan te wenden dan heeft deze hier voorafgaande schriftelijke toestemming nodig van de gemeente. Op grond van deze procedure behoudt de gemeente Krimpen aan den Dssel inzicht in de ontwikkeling van exploitatieresultaten van de sportaccommodaties. • Mits de marktpartij de accommodatie volledig risicodragend exploiteert, blijft de exploitatiereserve te allen tijde eigendom van de marktpartij. Bij contractbeëindiging komt het saldo ten gunste van de marktpartij. Het dragen van risico ten aanzien van de vooraf overeengekomen beheer- en exploitatiekaders wordt op basis van voorgaande constructie in hoge mate bij de marktpartij neergelegd, hetgeen een voordeel is voor de gemeente Krimpen aan den Dssel.
48 | 61
™
Hospitality Consultants
Evenwel blijft de gemeente Krimpen aan den IJssel goed geïnformeerd over het al dan niet succesvol zijn van de exploitatieresultaten en kan zij op grond van de benodigde instemming omtrent benutting van de exploitatiereserve controle en toezicht uitoefenen. Hoewel het voorgaande een goede constructie vormt voor het op afstand zetten van zorg en risico's dient hierbij wel de nuancering te worden aangebracht dat een commerciële marktpartij het dragen van risico binnen de overeengekomen exploitatietermijn tot op zekere hoogte zal verdisconteren in de benodigde jaarlijkse bijdrage van de gemeente. In onderstaand overzicht zijn de voor- en nadelen van commercialisering in beeld gebracht.
Voordelen • Afgebakende financiële verantwoordelijkheid gemeente. • Scheiding tussen gemeentelijke bedrijfstaken en uitvoeringstaken. • Goede mogelijkheden voor bedrijfsmatige en slagvaardige bedrijfsvoering. • Afstemming tussen bedrijfsmatig werken en realiseren van maatschappelijke doelen goed aantoonbaar. • De directe uitvoerings- en instandhoudingszorg ligt bij de uitvoerende partij. • Moedermaatschappij beschikt over marktkennis en faciliteiten. • Ondernemersrisico gemeente blijft beperkt tot exploitatiebijdrage.
Nadelen • Door ontvlechting zal er (in enige mate) sprake zijn van desintegratiekosten die nauwkeurig gekwantificeerd dienen te worden. • Personeel dient in dienst te treden bij nieuwe werkgever waartoe een zorgvuldig traject dient te worden doorlopen. • Brengt ingrijpende wijzigingen met zich mee voor betrokken personeelsleden. • Om gemeentelijke invloed en zeggenschappen te kunnen waarborgen dienen gedetailleerde afspraken te worden gemaakt en vastgelegd.
4.5 Privatisering Privatisering is de meest vergaande vorm van verzelfstandiging. In dit geval worden de beheer- en exploitatietaken volledig aan een commerciële marktpartij overgedragen, inclusief het economisch eigendom van de betreffende sportaccommodaties. De gemeente moet dan de boekwaarde van de sportaccommodaties ineens afboeken waarmee de kosten van rente en afschrijving komen te vervallen. De commerciële partij heeft daarna volledige handelingsvrijheid en de gemeente heeft geen invloed op het type dienst, activiteit of product dat door de commerciële partij wordt geleverd, noch op de prijsstelling daarvan. Doordat ook het economisch eigendom van de accommodaties van eigenaar wisselt, heeft de gemeente geen zeggenschap maar ook geen (financiële) verantwoordelijkheid meer over het onderhoud en/of de instandhouding. De enige invloed die in dat geval kan resteren, vloeit voort uit de juridische grondeigendom (ervan uitgaande dat de grond op basis van erfpacht ter beschikking wordt gesteld). Indien de gemeente deze in erfpacht uitgeeft, kan zij in de betreffende overeenkomst voorwaarden stellen. Anders dan waar de gemeente vanuit haar door de wetgever toegekende publiekrechtelijke bevoegdheden toe in staat is gesteld, kan de gemeente daarbij echter geen voorwaarden stellen aan de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de bedrijfsvoering, noch op de prijsstelling daarvan. Er is enkel sprake van de inkoop van diensten waardoor de verkoop van de sportaccommodaties niet aanbestedingplichtig is, mits daadwerkelijk sprake is van een zuivere privatisering zonder enige gemeentelijke voorwaarden aan de bedrijfsvoering en/of beoogde ontwikkelingen. Los daarvan dient de gemeente Krimpen aan den IJssel zoals alle Nederlandse gemeenten te voldoen aan de beginselen van behoorlijk bestuur in het kader waarvan zij bij het aangaan van een eventuele overeenkomst onder andere transparantie en nondiscriminatie dient te waarborgen.
49 I 61
™
Hospitality Consultants
Door het afstoten van taken zonder enige formele binding verliest de gemeente de grip op het bereiken van maatschappelijk rendement. Financieel kan privatisering interessant zijn omdat de gemeente Krimpen aan den Dssel geen enkele financiële verantwoordelijkheid meer draagt. Maatschappelijk gezien is echter het nadeel dat de gemeente Krimpen aan den Dssel geen aanspraak meer kan doen op de inzet van de sportaccommodaties voor het bereiken van beleidsdoelstellingen. Privatisering is hiermee de meest verregaande vorm van verzelfstandiging.
Voordelen • Besparing aanzienlijk.
Nadelen • Sociaal maatschappelijke rol komt grotendeels ten einde. • Instandhouding voorzieningen onzeker; • Herhuisvesting vaste gebruikers grotendeels onmogelijk. • Personeel dient binnen de gemeentelijke organisatie te worden herplaatst of, al naar gelang het sociaal statuut en/of sociaal plan dit toestaat, ontslagen.
4.6 Bedrijfsvoeringsaspecten Op basis van de kenmerken die in de voorgaande paragrafen per verzelfstandigingsvorm zijn behandeld, wordt navolgend ingegaan op specifieke bedrijfsvoeringsaspecten. De voor- en nadelen op het gebied van kapitaallasten, personeel, onderhoud, schoonmaak, energie, verzekeringen, belastingen, administratie, overhead, regionalisering en PR kunnen op hoofdlijnen als volgt worden beschreven:
kapitaallasten
De sportaccommodaties blijven gemeentelijk eigendom; kapitaallasten wijzigen niet.
De sportaccommodaties worden verkocht tegen een nader te bepalen prijs die vermoedelijk onder de boekwaarden zal liggen. Gemeente dient de resterende boekwaarden in één keer af te boeken waarna kapitaallasten komen te vervallen.
50 | 61
f Hospitality • 1 1 1 Consultants
Personeel gaat niet over.
personeel
Inzetbaarheid en CAO blijven ongewijzigd.
Personeel gaat over naar nieuwe rechtspersoon. Hoewel de CAO keuze nog nader te bepalen is, is de rechtspositie van het personeel conform de huidige CAO gewaarborgd. Door de toegenomen ondernemingsvrijheid kan het management de inzet van personeel binnen de gestelde voorwaarden wijzigen.
onderhoud
Blijft ongewijzigd door facilitaire zaken te verrichten tenzij anders wordt bepaald.
Gebruikersonderhoud wordt, op basis van op voorhand gestelde voorwaarden, verricht door rechtspersoon; eigenaarsonderhoud kan, afhankelijk van te stellen voorwaarden, eveneens overgaan.
Naar eigen inzicht van eigenaar/exploitant.
schoonmaak
Blijft ongewijzigd door facilitaire zaken te verrichten.
Wordt verricht door rechtspersoon, eventueel op basis van op voorhand gestelde voorwaarden.
Naar eigen inzicht van eigenaar/exploitant.
energie
Blijft ongewijzigd.
Wordt ingekocht door rechtspersoon, eventueel op basis van op voorhand gestelde voorwaarden.
Naar eigen inzicht van eigenaar/exploitant.
verzekeringen
Blijft ongewijzigd.
Gebruikersverzekeringen worden, op basis van op voorhand gestelde voorwaarden, afgesloten door rechtspersoon.
Naar eigen inzicht van eigenaar/exploitant.
belastingen
Blijft ongewijzigd.
Gebruikersbelastingen worden, op basis van op voorhand gestelde voorwaarden, voldaan door rechtspersoon.
Naar eigen inzicht van eigenaar/exploitant.
administratie
Blijft ongewijzigd af te nemen bij gemeentelijke afdelingen tenzij anders wordt bepaald.
Wordt verricht door rechtspersoon, eventueel op basis van op voorhand gestelde voorwaarden.
Naar eigen inzicht van eigenaar/exploitant.
pr
Blijft ongewijzigd tenzij anders wordt bepaald.
Wordt verricht door rechtspersoon, eventueel op basis van op voorhand gestelde voorwaarden.
Naar eigen inzicht van eigenaar/exploitant.
Personeel gaat over naar nieuwe rechtspersoon. Hoewel de CAO wijzigt, is de rechtspositie van het personeel conform huidige CAO gewaarborgd. Het management kan de inzet van personeel binnen de gestelde voorwaarden wijzigen.
51 | 61
ff^FS
Hospitality Consultants
overhead
Blijft ongewijzigd tenzij anders wordt bepaald.
Gemeentelijke overheadkosten worden niet langer omgeslagen over de sportaccommodaties en worden door achterblijvende afdelingen gedragen. Rechtspersoon zal exploitaties naar eigen inzicht belasten met overhead, eventueel op basis van op voorhand gestelde voorwaarden.
Gemeentelijke overheadkosten worden niet langer omgeslagen over de sportaccommodaties en worden door achterblijvende afdelingen gedragen. Rechtspersoon zal exploitaties naar eigen inzicht belasten met overhead.
exploitatiebijdrage/ subsidie
Totstandkoming blijft ongewijzigd tenzij anders wordt bepaald.
Totstandkoming op basis van begroting en jaarrekening met bevoorschotting volgens open-eind systematiek. Vorming van exploitatiereserve mogelijk.
Totstandkoming op basis van aanbestedingsprocedure. Bevoorschotting volgens open- of gesloten eind systematiek. Vorming van exploitatiereserve vereist.
Niet van toepassing.
Regionalisering
Mogelijkheden tot Mogelijkheden beperkt tot aangaan concentratie van Gemeenschappelijke vakkennis, kunde en ervaring Regeling. optimaal bij instellen regionaal sportbedrijf.
Naar eigen inzicht van exploitant.
Naar eigen inzicht van eigenaar/exploitant.
4.7 Tot slot Voor zover de genoemde voor- en nadelen alsmede consequenties van de genoemde aspecten niet uit de voorgaande paragrafen volgen, wordt navolgend een toelichting gegeven op: • overhead • schaalgrootte voordelen • relatie regierol-exploitatiebijdrage • aanbesteding 4.7.1 Overhead Besparingen op de post overhead zijn in alle gevallen mogelijk. In geval van een interne verzelfstandiging dient hiervoor een gerichte keuze te worden gemaakt die de sportaccommodaties daarmee een uitzonderingspositie ten opzichte van andere gemeentelijke organisatieonderdelen zou geven. In geval van externe verzelfstandiging, commercialisering en privatisering volgt dit vanzelf uit de verzelfstandigingskeuze. In alle gevallen werkt een dergelijke keuze pas op lange termijn kostenverlagend en op korte termijn kostenverhogend. Immers, de gemeentelijke overheadkosten kunnen niet langer over de sportaccommodaties worden omgeslagen en zullen daarom aan de achterblijvende organisatieonderdelen worden doorbelast.
52 | 61
• flJFJj Hospitality f # L * V Consultants
Het besparen op de overheadlasten is op korte termijn niet mogelijk vanwege onder andere de ondeelbaarheid van formatieplaatsen. Daarnaast zal het verzelfstandigde organisatieonderdeel zelf ook overheadkosten moeten maken die weliswaar lager kunnen zijn dan in de situatie voor de verzelfstandiging maar per saldo voor de gemeente zullen resulteren in een tijdelijke toename van de overheadkosten. Het is daarom te allen tijde mogelijk om op de overheadkosten van de sportaccommodaties te besparen waarbij echter moet worden opgemerkt dat de overheadkosten voor de achterblijvende gemeentelijke organisatieonderdelen tijdelijk zullen toenemen. 4.7.2
Schaalgrootte voordelen
In geval van externe verzelfstandiging, commercialisering en privatisering geldt dat op alle inkoopkosten meer schaalgrootte en synergetische voordelen kunnen worden behaald naarmate de betreffende rechtspersoon danwel de moederorganisatie meer overeenkomstige accommodaties in exploitatie en beheer heeft. Dit geldt ook voor de kosten van personeelsinzet. In dit kader ligt het niet voor de hand om de Krimpense sportaccommodaties extern te verzelfstandigen zonder daarin nog sportaccommodaties uit de regio te betrekken. 4.7.3
Relatie regierol-exploitatiebijdrage
Gesteld is dat het zowel bij externe verzelfstandiging als bij commercialisering goed mogelijk is om de gemeentelijke regierol te waarborgen. Daarbij moet worden opgemerkt dat naarmate de gemeente die rol verder invult, de ondernemingsvrijheid afneemt met een vermoedelijke toename van de benodigde exploitatiebijdrage tot gevolg. 4.7.4
Aanbesteding
Bij een eventuele wijziging van de exploitatievorm bestaat de reële mogelijkheid dat de te sluiten overeenkomsten (op onderdelen) aanbestedingsplichtig zijn. Hiervan kan sprake zijn indien de gemeente met één of meer ondernemers een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel aangaat inzake de uitvoering van werken, de levering van producten of de verlening van diensten. Of en zo j a , welke procedure daarbij gevolgd moet worden, is mede afhankelijk van de waarde van de opdracht. Naast de algemene beginselen van behoorlijk bestuur zijn in dit verband voor de gemeente Krimpen aan den Dssel de Europese aanbestedingsrichtlijn en het eigen gemeentelijke aanbestedingsbeleid van toepassing. Tevens dienen aspecten als het bevorderen van mededinging en marktwerking in ogenschouw te worden genomen. Bij de voorgaand behandelde exploitatievormen is alleen van een beperkte aanbestedingsplicht sprake in geval van commercialisering. Hoewel hier in de behandelde exploitatievormen niet vanuit gegaan is, kan ook sprake zijn van een aanbestedingsplicht indien de gemeente: • In het kader van een privatisering alsnog voorwaarden zou stellen aan bedrijfsvoeringsaspecten. Indien de exploitatie en het beheer van de Krimpense sportaccommodaties zou worden aanbesteed dan dient voor het opstellen, uitwerken, vaststellen en doorlopen van de procedure tot en met de daadwerkelijke overname van de exploitatietaken rekening te worden gehouden met een doorlooptijd van ten minste twaalf maanden. Indien de procedure wordt doorlopen onder begeleiding van een extern deskundige dan kan de inzet van de gemeente hierbij beperkt blijven tot het mede stellen van voorwaarden waaraan de toekomstige exploitant dient te voldoen en het aanleveren van alle informatie die relevant kan worden geacht.
53 | 61
™
Hospitality Consultants
5
Benchmark verzelfstandiging
In het vorige hoofdstuk is weergegeven, op welke wijze sportaccommodaties kunnen worden geëxploiteerd. Diverse gemeenten in Nederland hebben besloten de beherende taken op het gebied van sport uit te besteden aan een andere organisatie. De opgerichte sportbedrijven (veelal extern verzelfstandigd) in Nederland beheren en exploiteren gemeentelijke sportaccommodaties. Daarnaast worden sportaccommodaties beheerd en geëxploiteerd door commerciële en private marktpartijen. Onderstaand volgen enkele voorbeelden van gemeenten in Nederland waarbij het beheer en de exploitatie van gemeentelijke sportaccommodaties niet meer vanuit de gemeentelijke lijnorganisatie plaatsvindt. 5.1 Gouwebad De Sniep - Gemeente Waddinxveen Gouwebad De Sniep is in zijn huidige vorm in 1973 gebouwd, is begin jaren '90 gerenoveerd en heeft onlangs (in 2011) een renovatie ondergaan. Het bad heeft een bovenlokale functie, hetgeen wil zeggen dat de bezoekers van het zwembad niet uitsluitend uit Waddinxveen afkomstig zijn. Het zwembad wordt in Waddinxveen gezien als een noodzakelijke welzijnsvoorziening: het bad moet bereikbaar en toegankelijk zijn voor een ieder die hier behoefte aan heeft. Het zwembad is een gemeentelijk bad en valt derhalve onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid, maar het directe beheer is middels een artikel 83 procedure van de Gemeentewet intern verzelfstandigd. Door middel van een verordening heeft de Commissie Exploitatie Zwembad en Binnensportaccommodaties de verantwoordelijkheid gekregen om het beheer en de exploitatie van het zwembad uit te voeren. Hierover wordt rechtstreeks verantwoording aan de gemeenteraad afgelegd. Via de gemeentebegroting wordt er jaarlijks een bijdrage aan het zwembad toebedeeld waarmee de exploitatie vorm en inhoud moet krijgen. De gemeente heeft in 2002 laten onderzoeken of de financiële bijdrage meer afgebakend kon worden en in welk opzicht een verandering van de organisatiestructuur hierin een rol kon spelen. Één van de bevindingen uit het onderzoek betrof de exploitatieresultaten die verhoudingsgewijs als slecht werden beoordeeld en waaraan de overheadkosten grotendeels debet waren. Deze overheadkosten die vanuit de gemeentelijke organisatie werden doorbelast waren relatief hoog terwijl daartegenover slechts in beperkte mate directe diensten voor werden verleend. Mede op basis van de onderzoeksbevindingen heeft de gemeente Waddinxveen in 2003 besloten de organisatievorm ongewijzigd te laten en de doorbelasting van de overheadlasten te matigen. 5.2 Zwembad Octopus - Gemeente Leusden Eind 2007 heeft de gemeenteraad van Leusden de beleidskaders bepaald voor het beheer en de exploitatie van zwembad Octopus voor de jaren 2008-2018. Op basis van deze kaders is het College in de gelegenheid gesteld de Raad een plan ter vaststelling voor te leggen. Een van deze kaders c.q. uitgangspunten was dat de gemeente op zoek zou gaan naar een professionele samenwerkingspartner met als doel de verantwoordelijkheid voor beheer en exploitatie van het, uit vrijwilligers bestaande, stichtingsbestuur over te dragen. De exploitatie van zwembad Octopus was volledig zelfstandig, waarbij geen inzet of knowhow aangewend kon worden vanuit andere organisatiedisciplines. Van de nieuwe professionele samenwerkingspartner verwachtte de gemeente Leusden een invulling en/of positieve bijdrage te verkrijgen aan onder andere professionaliteit, deskundigheid, productinnovatie en een meerjarige risicoarme exploitatiestructuur. Begin 2008 heeft de gemeenteraad van Leusden besloten om de taken van beheer en exploitatie van zwembad Octopus aan te besteden.
54 | 61
•
^UJJI
wiLWi
Hospitality Consultants
Daartoe is besloten dat: • Zwembad Octopus een basisvoorziening is die tenminste de komende 10 a 15 jaar veilig wordt gesteld; • er op basis van voorgaand feit voor de inwoners van de gemeente Leusden de mogelijkheid moet bestaan voor instructiezwemmen, schoolzwemmen, verenigingszwemmen, recreatiezwemmen en doelgroepzwemmen; door middel van een openbare aanbesteding een professionele samenwerkingspartner wordt gezocht, die de mogelijkheid krijgt om extra sport- en/of recreatieactiviteiten te ontwikkelen in de directe omgeving van het zwembad; • er wordt gestreefd naar een zo goedkoop mogelijke en risicoarme exploitatie; de exploitatie aan een nieuwe opdrachtnemer wordt gegund voor een periode van 20 jaar met een verlengingsmogelijkheid van telkens 5 jaar; een gecombineerde exploitatie van het zwembad en overige (nieuw te ontwikkelen en te realiseren) faciliteiten tot de mogelijkheden behoort; de gemeente binnen haar mogelijkheden bereid is medewerking te verlenen met betrekking tot het afgeven van bouw- en horecavergunningen ten behoeve van de mogelijke ontwikkeling. De doorlopen aanbestedingsprocedure heeft erin geresulteerd dat zwembad Octopus per 1 januari 2010 wordt geëxploiteerd en beheerd door SRO Leusden BV. 5.3 SRO Kennemerland - Gemeente Haarlem In de gemeente Haarlem is in 1993 het beheer en de exploitatie van een drietal Haarlemse zwembaden onder de verantwoordelijkheid gebracht van een daartoe in het leven geroepen stichting, de Stichting Sportaccommodaties Haarlem. Daarbij werd door de gemeente Haarlem beoogd om in een later stadium ook andere gemeentelijke sportfaciliteiten onder beheer en exploitatie van de SSH te plaatsen. Een belangrijke reden om tot de op afstandplaatsing van de zwembaden over te gaan was gelegen in het kunnen bereiken van een btw-voordeel. Een evaluatieonderzoek dat in 1999 is gehouden heeft aangetoond dat dit voordeel daadwerkelijk is gerealiseerd. In 2003 ressorteerde de gemeentelijke taken op het gebied van sport en recreatie onder de sector Maatschappelijke Ontwikkeling en waren van daaruit ondergebracht bij de afdeling Sport en Recreatie. De gemeentelijke taken kenmerkten zich voor het merendeel door een beheersmatig en uitvoerend karakter. Op het niveau van het College van B&W deed zich daarbij de vraag voor in hoeverre het wenselijk was de beheerstaken van de afdeling sport en recreatie te verzelfstandigen. De achterliggende gedachte was dat een dergelijke verzelfstandiging wellicht ook een besparing met zich mee zou kunnen brengen. In antwoord op deze vraag is onderzoek verricht naar de wenselijkheid om uit beleidsmatig en/of financieel oogpunt de beheerstaken van de afdeling sport en recreatie te verzelfstandigen en de wijze waarop dit dan vormgegeven kon worden. Waar het de beleidsmatige invalshoek van onderhavige onderzoeks-/adviesvraag betrof werd aanbevolen te komen tot verzelfstandiging van de beherende en uitvoerende taken van de afdeling Sport en Recreatie. Concreet hield dit een verzelfstandiging in van de taken van het huidige accommodatiebeheer. Hoewel een externe verzelfstandiging daarbij de voorkeur genoot, werd deze stap gerelateerd aan de financiële toetsresultaten op dat moment (nog) niet verantwoord geacht. Evenwel werd aanbevolen te zijner tijd tot een externe verzelfstandiging over te gaan, zij het via een groeimodel waarmee een verdergaande scheiding tussen beleid en uitvoering tot stand kon worden gebracht, ervaring kon worden opgedaan en ervaringscijfers konden worden opgebouwd die te zijner tijd de basis kunnen vormen voor de implementatie van de externe verzelfstandiging. Anno 2013 wordt de exploitatie en het beheer van de gemeentelijke sportaccommodaties van onder andere Haarlem gevoerd door SRO Kennemerland.
55 | 61
™
Hospitality Consultants
5.4 Sportbedrijf - Gemeente Lelystad Eind jaren '90 wenste de gemeente Lelystad zich als resultante van een kerntakendiscussie te ontwikkelen tot een regiegemeente. Uit deze keuze vloeide vervolgens het besluit tot het afstoten van uitvoerende sport- en recreatietaken voort. Ter voorbereiding op de externe verzelfstandiging heeft men een interne verzelfstandiging in de vorm van contractmanagement ingevoerd. Hierdoor ontstond verscherpt inzicht in het solitair functioneren van de betreffende afdeling. Dit inzicht c.q. referentiemodel is benut voor de vormgeving van de uiteindelijke externe verzelfstandiging. In • • • •
eerste instantie (implementatie 1-1-1999) betroffen de extern verzelfstandigde taken: Beheer, onderhoud en exploitatie binnensportaccommodaties (inclusief zwembaden). Beheer, onderhoud en exploitatie buitensportaccommodaties. Ingebruikgeving/verhuur van sportaccommodaties. Ingebruikgeving van sportzalen en (voor naschoolse uren) gymnastieklokalen.
Eind december 2001 is besloten ook de uitvoering van het sportstimuleringsbeleid extern te verzelfstandigen. Deze gemeente heeft gekozen voor de oprichting van een NV met daaronder een BV. Hierdoor is de combinatie van een holding met een werkmaatschappij ontstaan. Deze structuur is géén wettelijke vereiste, maar hiervoor is gekozen omdat: • Effectieve besturing (vanuit de NV) mogelijk is, gericht op toekomstige groei en verbreding van werkzaamheden ( door middel van verschillende werkmaatschappijen). • Scheiding aan te brengen is tussen vermogensbeheer enerzijds en het beheer om de exploitatie van accommodaties anderzijds. De gemeente is 100% eigenaar van de NV. De NV is op haar beurt 1 0 0 % eigenaar van de BV. De gemeenteraad vormt de Algemene vergadering van Aandeelhouders (AvA) van de NV/BV. Daarnaast is vanuit een brugfunctie tussen directie NV/BV en gemeente (AvA) een Raad van Commissarissen ingesteld. Naast de gekozen aandeelhouderschapsconstructie is de gemeentelijke zeggenschap gewaarborgd door een meerjaren dienstverleningsovereenkomst tussen gemeente en NV. Daarbij heeft de gemeente ervoor gekozen de (ambtelijke) rechtspositie en arbeidsvoorwaarden van de gemeente voor de NV/BV te handhaven. Voorts is door de gemeente ten behoeve van het personeel een Sociaal Plan, een Formatieplan en een Plaatsingsplan opgesteld, merendeels gebaseerd op het principe "mens volgt werk". Omdat de gemeente het uitgangspunt hanteerde dat sport- en recreatiebeleid tot haar kerntaken behoort, is de beleidstaak binnen de moederorganisatie gebleven en richt zich op: • sportbeleid breed (inclusief subsidiebeleid) • recreatiebeleid • bewaking correcte uitvoering sport- en recreatiebeleid • accommodatiebeleid op hoofdlijnen • beleidsontwikkeling sportstimulering • monitoring lokale, regionale, provinciale en nationale sport- en recreatieontwikkelingen • bestuursondersteuning 5.5 SPURD - Gemeente Purmerend In 2006 is onderzoek verricht naar het meest wenselijke organisatiemodel voor het Leeghwaterbad dat in 2008 in de plaats zou komen voor zwembad De Wilgenhoek. Tegelijkertijd is een advies uitgebracht voor de eventueel hierin te betrekken beheerstructuur van de overige gemeentelijke sportaccommodaties. Ook is bezien welke consequenties en gevolgen een eventueel te wijzigen organisatievorm zou hebben voor het functioneren van de gemeentelijke afdeling Sport & Recreatie. Voor het Leeghwaterbad werd door de gemeente Purmerend een maatschappelijk verantwoorde, maar ook bedrijfsmatige, klantgerichte en slagvaardige bedrijfsvoering nagestreefd.
56 | 61
Hospitality Consultants
Ook voor de overige gemeentelijke sport- en recreatievoorzieningen streefde de gemeente Purmerend de meest wenselijke beheer- en organisatievorm na, waarbij men onder meer beoogde: • De klantgerichtheid te verhogen. • Een beter toegankelijke en meer transparante dienstverlening te realiseren, mede ter versterking van de lokale sportinfrastructuur. • Een efficiëntere exploitatie tot stand te brengen. • De effectiviteit van het sport- en recreatiebeleid te verbeteren. Purmerend ontwikkelde zich organisatiebreed tot een procesorganisatie waarbinnen de accenten werden gelegd op de uitvoering van wettelijke taken, beleidsvoorbereiding en beleidsontwikkeling: een gerichte ontwikkeling naar de vorming van een regiegemeente. In het advies werd geconcludeerd dat de uitvoerende taken op het gebied van sport en recreatie het best tot hun recht zouden komen in een marktgeoriënteerde en daarmee klantgerichte organisatie. Nationale ervaringen op het gebied van de verzelfstandiging van uitvoerende sport- en recreatietaken leerde dat het kunnen beschikken over voldoende omvang (te realiseren door verzelfstandiging van clusters van taken) schaalvoordelen met zich meebrengt en de effectiviteit en efficiency bevordert. Het onderzoek heeft derhalve de aanbeveling opgeleverd ook de overige (beleidsuitvoerende) taken extern te verzelfstandigen en te integreren binnen de zelfstandige rechtspersoon (stichting) die voor het Leeghwaterbad werd voorgestaan. Na vaststelling van dit advies is onder externe projectleiding gestart met de implementatie die ertoe geleid heeft dat 'Stichting Spurd' vanaf 1 juli 2008 de voormalige uitvoerende werkzaamheden van de gemeentelijke afdeling Sport en de Beheerscommissie Sportaccommodaties verricht. De doelstelling van 'Stichting Spurd' is: 'Het instandhouden, beheren en exploiteren van gemeentelijke sportvoorzieningen en het gemeentelijke zwembad alsmede het stimuleren en ondersteunen van sport en sportdeelname in de gemeente Purmerend en omgeving en alles wat daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn in de ruimste zin des woords, ter bevordering van de volksgezondheid, sportrecreatie, zwemonderricht en maatschappelijke participatie'. Deze doelstelling is leidraad voor de bestuursleden en de medewerkers - samen de maatschappelijk onderneming Spurd - om de klanten een prima product of dienstverlening te leveren voor een redelijke prijs. Spurd is een volledig zelfstandig opererende organisatie die afspraken met de gemeente heeft om tegen een exploitatiebijdrage bepaalde prestaties - producten en diensten - te leveren en daarnaast eigen inkomsten genereert uit de actieve exploitatie van sportaccommodaties en het organiseren van sportieve activiteiten.
5.6 Stichting Sport en Welzijn Ridderkerk Eind jaren '80 was er in geheel Nederland een warme belangstelling voor het verzelfstandigen c.q. privatiseren van overheidstaken. Op basis van bezuinigingsmotieven en de zogenaamde kerntakendiscussie ontstond de overtuiging dat men zich op politiekbestuurlijk niveau niet bezig zou moeten houden met uitvoerende werkzaamheden. Dit was de reden dat er ook in Ridderkerk besloten werd om met de oprichting van de stichting een verzelfstandigingsproces rondom de uitvoerende taken van sport te beginnen. De belangrijkste overweging voor het destijds oprichten van de Stichting Ridderkerkse Sportaccommodaties was een beoogd financieel voordeel voor de gemeente. Dat financiële voordeel bestond onder andere uit de mogelijkheid om de BTW op de verbouwings-, inrichtings- en exploitatiekosten van het recreatiecentrum (inclusief zwembad) De Fakkel terug te vorderen.
57 | 61
™
Hospitality Consultants
In het kader van door de Belastingsdienst gestelde voorwaarden aan deze regeling heeft de gemeente er voor gekozen de exploitatie van de genoemde accommodaties bij een stichting onder te brengen. De stichting diende zo min mogelijk binnen de invloedssfeer van de gemeente te liggen, omdat het mogelijke btw-voordeel anders niet door de inspecteur zou worden geaccepteerd. Belangrijke voorwaarde daarbij was dat de nieuwe stichting voor 1 januari 1990 zou functioneren. Eind d e c e m b e r l 9 8 9 is dan ook de Stichting Ridderkerkse Sportaccommodaties in het leven geroepen . 8
Een evaluatie na tien jaar functioneren heeft aangetoond dat met de gemeentelijke sportvoorzieningen een blijvend goede prestatie werd geleverd. De bezoekaantallen waren ten opzichte van het landelijk en provinciaal gemiddeld tot goed. Ook de opbrengsten bleken in die periode te zijn gestegen. De succesvolle ontwikkeling van de Stichting Ridderkerkse Sportaccommodaties heeft in 2010 geleid tot een door de gemeente geïnitieerde c.q. gewenste integratie met de welzijnsstichting Dynamiek. Als gevolg hiervan is in Ridderkerk inmiddels de Stichting Sport en Welzijn actief met uitvoerende taken op het gebied van sport en welzijn. De gemeentelijke regie ten aanzien van de sportaccommodaties, vindt plaats doordat de gemeente eigenaar is gebleven van de sportaccommodaties. Hierdoor kan de gemeente invloed blijven uitoefenen op het functioneren van de stichting daar waar het de exploitatie van de sportaccommodaties en het gebruik betreft. Daarnaast heeft de gemeente invloed op de bestuurlijke invulling van de stichting, doordat zij de initiële invulling van de Raad van Toezicht en de benoeming van de directeur/bestuurder heeft bepaald. De statuten van de stichting zijn opgesteld door de gemeente Ridderkerk en wijzigingen in de doelstellingen, taken en verantwoordelijkheden etc. worden ook door de gemeente gekeurd. Tevens is er een huur- en exploitatieovereenkomst opgesteld ten aanzien van betrokken gemeentelijke sportvoorzieningen, waarin onder andere vastgelegd is hoe de sportaccommodaties geëxploiteerd dient te worden (programmering, openstelling, tariefstelling en ruimte voor aanvullende activiteiten). Op basis van de huuren exploitatieovereenkomst kan de gemeente invloed uitoefenen op de laagdrempelige toegang tot de sportaccommodaties en te ontwikkelen (doelgroep) activiteiten. Enige tijd geleden is de exploitatieovereenkomst omgezet in een raamovereenkomst die zijn basis vindt in beleidsgestuurde contractfinanciering.
In 2010 zijn Stichting Ridderkerk Sport en Stichting Dynamiek gefuseerd tot Stichting Sport en Welzijn.
58 | 61
™
Hospitality Consultants
6
Samenvatting van conclusies en aanbevelingen
Mede op basis van de door de gemeente inzichtelijk gemaakte exploitatieresultaten is een kosten/baten analyse gemaakt en inzicht geboden c.q. onderscheid gemaakt in onder andere de volgende aspecten. Doelgroepen Gezien het bevolkingsaantal van bijna 29.000 beschikt de gemeente Krimpen aan den Dssel over een omvangrijke hoeveelheid zwem- en binnensportvoorzieningen, zeker als er in 2015 een tweede sporthal in gebruik wordt genomen. De benutting van gymnastieklokalen is relatief hoog terwijl deze in sporthal de Boog laag is vanwege het ontbreken van bewegingsonderwijs. Het zwembad kent in relatie tot het aantal inwoners een hoog bezoekaantal dat mogelijk te danken is aan de centrale ligging, een hoog lokaal animocijfer en/of een bovenlokale aantrekkingskracht. Met voetbal, hockey, tennis, korfbal en handbal zijn de belangrijkste takken van buitensport elk met één vereniging vertegenwoordigd. Alleen tennis wordt door twee verenigingen aangeboden. Gelet op de overcapaciteit is het misschien goed dat de tennisverenigingen op termijn gaan samenwerken. De toegankelijkheid voor doelgroepen (jeugd, ouderen, mensen met een beperking, minima) wordt noch door de omvang van het aanbod, noch door de tariefstelling belemmerd. De tarieven en daarmee opbrengsten voor het zwembad wijken niet veel af van gemiddelden; alleen het schoolzwemmen kent in Krimpen een zeer laag tarief. De tarieven voor de binnensportaccommodaties zijn iets lager dan gemiddeld; voor de buitensportaccommodaties iets hoger dan gemiddeld. Hierbij wordt opgemerkt dat in de Randstad per definitie iets hogere tarieven gelden dan nationaal gemiddeld. De tarieven die de gemeente in rekening brengt aan de tennisverenigingen zijn meer dan kostendekkend. Vanuit het gegeven dat de meeste tennisparken in Nederland geprivatiseerd zijn, wordt het tarief voor de Krimpense tennisverenigingen niet als een belemmering voor de toegankelijkheid van de sport beoordeeld. Eigendom, beheer en exploitatie De eigendom van de sportvoorzieningen is redelijk geharmoniseerd. De meeste binnensportaccommodaties zijn in gemeentelijk eigendom; de nieuwe sporthal van het Krimpenerwaard College zal te zijner tijd ook voor verenigingssport ter beschikking staan. Alleen de buitensportvoorzieningen zijn in eigendom niet geheel geharmoniseerd. Zo zijn naast de meeste velden ook de meeste clubhuizen eigendom van de gemeente maar heeft de voetbalvereniging daarentegen zowel het clubhuis als de natuurgrasvelden in eigendom; de twee kunstgrasvelden zijn gemeentelijk eigendom. Ook tennisvereniging Langeland is eigenaar van hun clubhuis. Het exploitatieresultaat van De Lansingh wijkt positief van de benchmarkbaden af indien de overhead en doorbelastingen buiten beschouwing worden gelaten. Nu in 2012 energiebesparende maatregelen zijn getroffen en in 2013 een deel van de caissièreformatie wordt vervangen door een geautomatiseerd toegangssysteem, zal het exploitatieresultaat nog positiever gaan afwijken. Om het exploitatieresultaat van het zwembad te verbeteren is het mogelijk de kosten te verlagen door middel van het sluiten van het instructiebad in combinatie met het aanbrengen van een beweegbare bodem in het wedstrijdbassin en het wijzigen van de programmering. Een andere mogelijkheid is het verbeteren van de opbrengsten door middel van een combinatie van de genoemde voorbeelden van productontwikkeling, marktontwikkeling of marktpenetratie. De exploitatieresultaten van sporthal De Boog vallen op door matige baten en hoge lasten voor personeel, administratie, verzekeringen, belastingen en overige lasten. Het exploitatietekort wordt hierdoor als bovengemiddeld beoordeeld. Ditzelfde geldt voor het gemiddelde van de beide sportzalen waarvan de kosten overigens opvallend veel van elkaar verschillen. Voor de gymnastieklokalen geldt dat bij een hoge benutting de opbrengsten als zeer matig worden beoordeeld.
59 | 61
• "f^Ê
Hospitality
wiL^Ê Consultants
Aangezien de kosten veel hoger dan de opbrengsten zijn en tevens licht positief afwijken van de benchmarklokalen, worden de exploitatietekorten als gemiddeld beoordeeld. Om het exploitatieresultaat van de binnensportaccommodaties te verbeteren is het mogelijk de kosten te verlagen door het kiezen van een andere beheer- en exploitatievorm, het overgaan op sleutelgebruik en/of een verregaande vorm van zelfbeheer door de gebruikers. Een andere mogelijkheid is het verbeteren van de opbrengsten door middel van het plaatsen van reclameborden in de binnensportaccommodaties en door de binnensportaccommodaties meer open te stellen voor commerciële instellingen en bedrijven. Voor het gebruik van de keuken die in Sportzaal De Populier aanwezig is, kan een huurbedrag worden gevraagd. De lage onderwijsbenutting van zowel De Populier als De Boog rechtvaardigt nog wel de keuze om bij het KWC een sporthal in plaats van gymlokalen te realiseren. Aanbevolen wordt om na ingebruikname van de sporthal KWC de benutting van De Populier en De Boog te monitoren om te bezien of en zo j a , hoeveel deze afneemt. Bij een grote afname kan overwogen worden om de betreffende accommodatie te sluiten. De exploitatietekorten van de gemeentelijke buitensportvoorzieningen worden als zeer positief beoordeeld. Oorzaken hiervan zijn de concentratie (één vereniging per tak van sport met uitzondering van tennis), de licht bovengemiddelde tarieven en opbrengsten maar vooral het gegeven dat alle hockeyvelden en natuurgras voetbalvelden in eigendom en beheer zijn bij de verenigingen zelf. Een opvallende bevinding is dat de meeste clubhuizen in Krimpen gemeentelijk eigendom zijn, terwijl dit doorgaans tot een verenigingsverantwoordelijkheid wordt gerekend. Bij de tennisverenigingen is er sprake van overcapaciteit. Bij de voetbalverenigingen is er afhankelijk van de teamsamenstelling (11- tallen, 9-tallen of 7-tallen) een kleine ondercapaciteit. De overige buitensportverenigingen hebben voldoende capaciteit. . Administratie en overhead Binnen de reikwijdte en doorlooptijd waarin het onderliggende rapport is opgesteld, kon de (financiële) administratie onvoldoende worden geanalyseerd om alle doorbelastingen en overhead te specificeren en beoordelen. In vergelijking met overeenkomstige accommodaties en gemeenten valt vooral ten aanzien van het zwembad en sportzaal De Populier op dat het om hoge kosten gaat die vermoedelijk weinig verband houden met de bedrijfsvoering van de accommodaties op zich. Verzelfstandiging De bovenstaande bevindingen zijn onder andere gedaan door voor de kosten en opbrengsten van elk van de betreffende accommodaties een vergelijking van de exploitatie en het beheer te maken met overeenkomstige accommodaties en gemeenten. Voor het gehele gemeentelijke aanbod van sportaccommodaties zijn daarbij alle opties in beeld gebracht en is onder andere aandacht gegeven aan de mogelijkheid o m : • Het personeel een andere rechtspositie te geven. • Zelfstandige inkomsten (anders dan gemeentelijke subsidie) te genereren, uit bijvoorbeeld sponsoring of horeca. Voor Krimpen aan den Dssel beschouwt Hospitality Consultants de volgende modellen als meest reëel. De schaalgrootte van de Krimpense sportaccommodaties is dusdanig beperkt dat de oprichting van een lokaal sportbedrijf per saldo vermoedelijk vooral in een toename van de kosten zal resulteren.
60 | 61
V f F I Hospitality If 1 * 1 Consultants Indien naast een beoogde bezuiniging tevens een principiële wens geldt voor de ontwikkeling van Krimpen aan den Dssel tot een regiegemeente en de overtuiging bestaat dat vanuit een positie als marktpartij per definitie vraaggerichter en slagvaardiger kan worden geopereerd dan vanuit de huidige gemeentelijke positie , kan worden overwogen om aansluiting te zoeken bij een bestaande marktpartij. In dat geval kan een keuze worden gemaakt voor: • Commercialisering indien de gemeente de exploitatierisico's via een openbare aanbestedingsprocedure maximaal wenst af te dekken. • Externe verzelfstandiging door aan te sluiten bij een bestaande (regionale) exploitant indien de gemeente een maximale invloed op de bedrijfsvoering wenst te behouden. 9
Voor beide opties geldt dat deze zowel door commerciële partijen als sportbedrijven kunnen worden ingevuld, al is de interesse van sportbedrijven bij de commercialiseringsvariant doorgaans zeer beperkt. Indien uitsluitend een bezuinigingstaakstelling voor ogen staat, wordt aanbevolen: • Het specificeren van de uren en soort doorbelastingen en overhead die ten laste van de gemeentelijke sportvoorzieningen in het algemeen en het zwembad en sportzaal de Populier in het bijzonder worden gebracht. • Het beperken van de doorbelastingen en overhead tot uitsluitend datgene wat verband houdt met de bedrijfsvoering en marktconform is, bijvoorbeeld door een interne verzelfstandiging van tenminste het zwembad en de binnensportaccommodaties . 10
Behoudens het opheffen van eventuele overcapaciteit wordt het sluiten van voorzieningen niet haalbaar geacht gezien de grote maatschappelijke gevolgen. Alternatieven zijn weliswaar in buurgemeenten aanwezig maar zullen de toeloop uit Krimpen nooit kunnen verwerken. Overname van de markt wordt voor de huidige gemeentelijke sportvoorzieningen niet aannemelijk geacht tenzij dit een verzelfstandiging in de commercialiseringsvariant betreft. Enige uitzondering hierop vormen de tennisvoorzieningen die bij een besluit tot sluiting door de markt kunnen worden overgenomen door: • Een overname van tennispark Kerkdreef en/of Langeland door de verenigingen, de My HealthClub of een andere gegadigde (privatisering). • Het bieden van een alternatief door de bestaande tennisvoorzieningen van de My HealthClub.
9
10
Uit de benchmarks komt naar voren dat de exploitatieresultaten hiertoe geen aanleiding geven. Zie paragraaf 5.1 voor de Waddinxveen variant
61 | 61