© 2007 Wolters-Noordhoff bv Groningen/Houten
Hoofdstuk 3 Online journalistiek
3.1
Wat is het belangrijkste verschil tussen oude en nieuwe journalistiek? Kranten, tijdschriften, televisie en radio vormen de oude journalistiek. Ze brengen lineaire verhalen in beeld, tekst en/of geluid, geproduceerd door professionele journalisten. De oude journalistiek gaat uit van het lees , luister en/of kijkgedrag van de mediaconsument. De nieuwe journalistiek stelt de informatiebehoefte van de gebruiker centraal. Hij heeft de mogelijkheid direct in te zoomen op het gewenste detail of onderdeel. De verhalen zijn gelaagd opgebouwd en verbonden door hypertextlinks; ze zijn kort en impressionistisch, multimediaal, scannable, non lineair en user driven. Een voorbeeld hiervan staat in illustratie 3.1.
Website met berichtgeving over de Hurricane Katrina (The New York Times).
3.2
Geldt het traditionele zender en-ontvangermodel ook voor internet? Leg uit. De oude journalistiek is gebaseerd op het traditionele zender en-ontvangermodel. De journalist (zender) vormt de verbinding tussen nieuws en het publiek (ontvanger). Hij selecteert en verwerkt de informatie en geeft die vervolgens door aan het publiek. In de digitale communicatie (internet) is iedereen in principe zowel zender als ontvanger. Het publiek is niet langer passief, maar reageert, kiest zelf bepaalde nieuwsstromen en/of wordt zelf zender, bijvoorbeeld door te bloggen of eigen foto’s op internet te publiceren.
3.3
Twee aspecten zijn kenmerkend voor de open media. Welke? 1 2
Het delen van informatie. Samenwerking bij productie.
NB Bij de toelichting zijn ad 1 en ad 2 verwisseld.
Basisboek Journalistiek
1
© 2007 Wolters-Noordhoff bv Groningen/Houten
3.4
Ga na welke media crossmediale journalistiek toepassen. Is er sprake van vernieuwing of is het oude wijn in nieuwe zakken? Geef een toelichting. Er is sprake van oude wijn in nieuwe zakken wanneer media bestaande producties doorschuiven naar het digitale net in de vorm van bijvoorbeeld een webpagina met tekst en eventueel een doorklik naar audio of video. Crossmediale journalistiek is pas vernieuwend wanneer media gezamenlijk produceren en de sterke punten van de verschillende media combineren in een digitale productie. Bijvoorbeeld de diepgang van de krant met de directheid en indringendheid van video of foto’s.
3.5
Wat zijn de kenmerken van digital story-telling? Geef bij elk een korte toelichting. 1 2 3
Multimediaal: beeld (foto’s, video, kaarten, grafieken), tekst en geluid worden geïntegreerd. Zie de illustraties 3.1, 3.2 en 3.3. User-driven: de gebruiker kiest zijn eigen verhaallijn. Hij kiest zelf wat hij wil lezen, zien en horen. Non lineair: het digitale nieuwsverhaal is niet lineair opgebouwd, dat wil zeggen: gelaagd. Het verhaal wordt in aparte stukjes (chunks) geknipt, die via links met elkaar worden verbonden. Deze chunks kunnen zowel uit tekst bestaan als uit beeld en geluid. Zie illustratie 3.4.
Illustratie 3.2 Interactive graphic over Beslan (The Guardian).
2
Basisboek Journalistiek
© 2007 Wolters-Noordhoff bv Groningen/Houten
Illustratie 3.3 Berichtgeving met Flash over de oorlog in de Congo (The Washington Post).
Illustratie 3.4 Openingspagina van de reportages in Flash over buslijn 2.
3.6
Hoe kijken gebruikers naar webpagina’s? Webpagina’s worden anders gelezen dan krantenpagina’s. Ze worden gescand op bepaalde aandachttrekkers. Zie de illustraties 3.5 en 3.6 en vraag 3.23.
Basisboek Journalistiek
3
© 2007 Wolters-Noordhoff bv Groningen/Houten
Illustratie 3.5 Verschillende aandachtsvelden op een webpagina (Eyetrack studies, Poynter Institute).
Illustratie 3.6 Beweging van het oog over een webpagina.
3.7
Welke elementen van het Algemeen Dagblad en nrc.next zijn ontleend aan de internetwereld? 1 2 3 4
De nieuwsfoto neemt een prominente plaats in op de pagina. De pagina is opgemaakt als een webpagina die kan worden gescand. Extra informatie wordt geplaatst in aparte boxen. Verhalen zijn kort.
NB Dit laatste geldt minder voor nrc.next.
4
Basisboek Journalistiek
© 2007 Wolters-Noordhoff bv Groningen/Houten
3.8
Wat is typerend voor een zogeheten samengestelde productie? ‘Een samengestelde productie is een collage van afzonderlijke teksten en beelden over één onderwerp. Elke tekst en elk beeld heeft een specifieke functie, is bezien vanuit één specifiek perspectief en is gemaakt in een vorm die past bij de gekozen inhoud. Samengestelde producties maken artikelen letterlijk toegankelijker, omdat de lezer via elk element de productie kan binnenstappen. De hoeveelheid elementen en de variatie in het type elementen zijn afhankelijk van de informatiebehoefte van het publiek en verschilt dus van blad tot blad.’ (Bron: De krant was koning, Leon de Wolff) NB Zie hoofdstuk 4 voor een uitleg over de termen functie en perspectief.
3.9
Wat betekenen de termen push en pull? Door een RSS feed wordt het laatste nieuws naar je toegezonden. Dit heet push. Het zelf ophalen van een update via een webpagina heet pull. Push vergroot de efficiency en snelheid.
3.10
Hoe kun je in video’s zoeken? Waarom is het moeilijker om foto’s of video’s te zoeken via een zoekmachine dan tekst? Zoeken in video’s en foto’s is lastig; het is alleen mogelijk wanneer aan de beelden zogeheten tags (trefwoorden) zijn gekoppeld. Google heeft voor dit doel een aparte zoekmachine.
3.11
Schrijf een betogende tekst over de stelling ‘Blogs zijn geen journalistiek’.
Illustratie 3.7 Op deze Technorati pagina zie je de resultaten van het zoeken naar Nederlandse blogs over ‘cross media’. Links de grafiek voor het aantal keren dat dit woord in posts voorkomt; onderaan blijkt dat 52 links van 14 blogs naar die blog verwijzen.
Basisboek Journalistiek
5
© 2007 Wolters-Noordhoff bv Groningen/Houten
3.12
Wat is het verschil tussen tags en een tagcloud op de website van Technorati? Tags zijn trefwoorden die door de gebruiker aan artikelen worden gegeven. De tagcloud is de verzameling van tags. Door de lettergrootte te variëren kan worden aangegeven wat het belang van een trefwoord is.
3.13
Zoek zelf interessante journalistieke voorbeelden van mashups. Een suggestie: kaart van Nederland met misdrijven gebaseerd op politieberichten.
Illustratie 3.8 Mash up met nieuws door Jeroen Wijering.
3.14
Heeft de browser Flock een mogelijkheid om RSS feeds te lezen? Ja, zie de website van Flock.
3.15
Is het mogelijk om vanuit Flock een koppeling te maken met je foto’s op Flickr? Wat is hiervan het belang? Ja, dat kan en het aardige is dat je direct je foto’s kunt bekijken zonder naar Flickr te gaan.
3.16
Schrijf een karakteristiek van de website De nieuwe Reporter. Trefwoorden: blog, snel, direct, ongefilterd, discussie.
3.17
Wat zegt de eyetrack study van het Poynter Institute over multimediale producties? ‘Participants were more likely to correctly recall facts, names, and places when they were presented with that information in a text format. However new, unfamiliar, conceptual information was more accurately recalled when participants received it in a multimedia graphic format. …’
3.18
Waarom is Flash volgens Miny McAdams zo belangrijk voor multimediale journalistieke producties? Flash biedt de mogelijkheid van integratie van tekst, beeld en geluid in een applicatie.
6
Basisboek Journalistiek
© 2007 Wolters-Noordhoff bv Groningen/Houten
3.19
Is een tv documentaire non lineair? Waarom? Nee, lineair.
3.20
Kan Flickr een foto aan een kaartpositie koppelen? Ja, dat kan. Het aardige is dat je dan een kaart kunt gebruiken als interface om de foto’s te tonen.
3.21
Wat wordt bedoeld met mediaconvergentie? Hiermee wordt bedoeld dat de krant en internet elkaar aanvullen: de krant voor het overzicht en de achtergrond, internet voor de actualiteit en de interactiviteit, voor aanvullend beeld en geluid.
3.22
Hoe past The Chicago Tribune mediaconvergentie toe? De redactie maakt niet alleen een krant, maar vult ook een lokale radio en televisiezender en een internetsite met primeurs, die niet in de papieren krant te vinden zijn.
Aanvullende vragen 3.23
Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen een internet en een dagbladtekst? Een surfer leest niet maar zapt en een beeldscherm leest minder prettig dan papier. Bij een geschreven tekst neemt iemand informatie van begin tot einde in zich op, begint met de lead van een artikel en eindigt met het slot. Bij internet is dat anders: de gebruiker springt door de tekst. Informatie over schrijven voor internet is te vinden in Schrijven voor het beeldscherm van Willem Hendrikx (Den Haag, 2000), Schrijven voor (multi)media van Piet Kaashoek en Michel Simons (Bussum, 2000) en Internetjournalistiek van Rita Jager en Pieter van Twisk (Amsterdam, 2001). Uit dit laatste boek citeren wij (p. 119): • Gebruik actief taalgebruik. • Wissel korte zinnen af met lange. • Gebruik simpele woorden. • Verwijder alle overbodige woorden. • Maak gebruik van opsommingen (bullets). • Schrijf getallen in cijfers. • Schrijf zo concreet mogelijk. • Splits lange woorden op. Andere tips uit dit boek: • Maak koppen kort en kernachtig. • Combineer de intro en de lead. • Maak korte alinea’s, die bestaan uit afzonderlijke tekstblokken met harde overgangen en duidelijke, op zichzelf staande beginzinnen. • Scheid alinea’s van elkaar door witregels. • Plaats geen tussenkoppen, maar complete zinnen.
3.24
Hoe kun je de betrouwbaarheid van websites beoordelen? Hoe betrouwbaar is internet? Net zo betrouwbaar als uw moeder. Zoals een Amerikaanse uitdrukking luidt: If your mother says she loves you, check it out. Maar alle gekheid op een stokje: meer dan bij andere nieuwsbronnen geldt voor internet dat
Basisboek Journalistiek
7
© 2007 Wolters-Noordhoff bv Groningen/Houten
de journalist de betrouwbaarheid van zijn bron moet controleren en niet alles voor zoete koek moet slikken. Er staat veel onzin op internet.
8
Basisboek Journalistiek