Robin de Ruiter
Hoofdstuk 21 uit: George W. Bush en de mythe van al-Qaeda De verborgen macht achter de terroristische aanslagen van 11 september 2001
M Mayra Publications
1
SERIE In naam van de Nieuwe Wereldorde
GEORGE W. BUSH EN DE MYTHE VAN AL-QAEDA DE VERBORGEN MACHT ACHTER DE TERRORISTISCHE AANSLAGEN VAN 11 SEPTEMBER 2001
Oorspronkelijke titel: 11 Settembre 2001 - Il Reichstag di George W.Bush Copyright: © 2003 Robin de Ruiter Auteur: Robin de Ruiter Omslagontwerp: Mayra de Ruiter Vertaling vanuit het Duits: Jaap van der Wal Bewerking: Jan Cleton Printed in Holland 2006 Jaar van uitgave: 2006 Uitgave: Mayra Publications, Enschede, Nederland ISBN: 90-801623-3-7 NUR: 689 Deze uitgave is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. Noch de maker, noch de uitgever stelt zich echter aansprakelijk voor mogelijke schade als gevolg van eventuele onjuistheden en/of onvolledigheden in deze uitgave. Ter vrijwaring van de uitgever, verklaart de auteur zich volledig verantwoordelijk voor de tekst en inhoud van dit boek. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this work may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission of the publisher.
2
3
INHOUD Inleiding
9
1 2 3
Novus Ordo Seclorum De leugens van de media en het bedrog in de politiek Oorlogsmisdaden
11 19 35
4 5 6
Operatie Desert Storm De familie Bush Structurele wegbereiders tot de globalisering
46 58 68
7 8
NAVO: hulptroepen van de Nieuwe Wereldorde 11 september 2001
73 77
9 10
Anti-Amerikanisme Miltvuur
119 136
11 12
De oorlog tegen Afghanistan De zondebok
145 151
13 14
Het wrede gezicht van de inlichtingendiensten Terreur tegen het eigen land
155 158
15 16
Oorlogsverklaring aan de beschaafde wereld Oorlog
162 165
17 18 19 20 21 22
Hollywood De as van het kwaad De invasie en verovering van Irak Foltering De kruistocht tegen de islam Een totalitaire wereldstaat
168 333 333 111 222 333
Bibliografie
4
Hoofdstuk 21 DE KRUISTOCHT TEGEN DE ISLAM Van belang in deze oorlog is dat Syrië, Irak, Iran e.a. alle onze vijanden zijn. Zij vormen een vijandig territorium, waartegen wij dienen op te treden. Wij zullen de overwinning behalen. Aan terroristische staten mogen geen concessies gedaan worden. Uiteindelijk zal een van ons de oorlog winnen. Wij hebben een Messiaanse visie omdat wij een Messiaans land zijn.” Michael Ledeen, vertrouweling van George W. Bush De aanslagen in New York zijn een ontwerp van onze internationale machtselite, in samenwerking met de top van de Amerikaanse regering en het militaire apparaat. De aanslagen dienden tot het verkrijgen van een rechtvaardiging om de moslimwereld binnen te trekken en de bevolking in de door de elite reeds gecontroleerde landen een politiestaat op te dringen. In de oorlog tegen het terrorisme bestaat er een duidelijk en eenduidig beeld van de wereldwijde vijand. Het spookbeeld dat Osama bin Laden en zijn terreurnetwerk oproept, speelt een belangrijke rol bij de geplande ‘Nieuwe Wereldorde’. Men heeft een massieve bedreiging nodig! Al-Qaeda wordt bijvoorbeeld verantwoordelijk gehouden voor de aanslag op het Marriott Hotel in Jakarta (5 augustus 2003). De aanslag op het Marriott Hotel in Jakarta werd door de Indonesische autoriteiten echter toegeschreven aan de binnenlandse organisatie ‘Jemaah Islamijah’. Meteen werd er aan toegevoegd dat deze nauw met al-Qaeda zou samenwerken. Deze verbinding is echter nooit duidelijk aangetoond en wordt door terreurexperts ook in twijfel getrokken. Ook voor de ontploffing van twee autobommen in Istanboel op 14 en 20 november 2003 wordt al-Qaeda verantwoordelijk gehouden. Binnen een week kwamen twee autobommen in Istanboel tot ontploffing en doodden daarbij achtenveertig mensen. In een e-mail aan het Saoedische tijdschrift El Madschallah eiste Abu Mohammed el Abladsch, een van de leiders van alQaeda, namens zijn organisatie de verantwoordelijkheid op. Later bleek echter dat al-Qaeda niets met deze aanslagen te maken had. De Turkse groepering die de verantwoordelijkheid voor deze gruweldaden overgenomen had, was in de jaren ’90 met actieve hulp van de Turkse geheime dienst MIT opgericht. MIT beschikt over nauwe contacten met de CIA. Slechts enkele dagen voor de verkiezingen kwamen op 11 maart 2004 meer dan tweehonderd mensen om het leven bij verschillende bomaanslagen op vier treinen in Madrid. Al heel spoedig belandde men bij al-Qaeda. De in Londen in het Arabisch verschijnende krant al-Quds-al-Arabi maakte bekend dat zij een bekentenis ontvangen had waarin de daders hun band met al-Qaeda toegaven. De Spaanse minister van Binnenlandse Zaken Acebes
5
liet weten dat er een video opgedoken was, waarop en vermoedelijk militaire woordvoerder van al-Qaeda voor Europa de verantwoordelijkheid voor de aanslagen namens zijn groepering opeiste. De aanslagen in Madrid leidden niet alleen tot inperking van de democratische burgerrechten in Spanje, maar wakkerden ook de angst aan dat al-Qaeda nog steeds als internationale terreurorganisatie werkzaam was. Op de zevende juli van 2005 voltrok zich tijdens de ochtendspits in Londen een nachtmerrie voor reizigers met de metro: rond 8.50 uur explodeerden op drie verschillende plekken kort op elkaar drie zware bommen. Een uur later explodeerde een zware bom aan de achterzijde van de bovenverdieping van een dubbeldekker bus in het drukke stadsverkeer. De Britse premier Tony Blair en de Amerikaanse president George Bush grepen de ramp direct aan om hun ‘Oorlog tegen terreur’ kracht bij te zetten. De ramp overschaduwde het G8-overleg in Schotland waaraan beiden deelnamen en voerde de politieke druk tegen internationale terreur op. Tony Blair verklaarde in de loop van de dag dat de serie bomaanslagen was uitgevoerd in naam van de islam, hoewel daar nog geen enkel bewijs voor bestond. De media bevestigden de volgende dag dit feit: er bestond geen direct bewijs voor islamitische terreur maar alles wees op een ‘al-Qaeda signatuur’. Ondanks het gebrek aan bewijs, was men er toen op dat tijdstip dus al zeker van dat de aanslag door al-Qaeda was gepleegd. En ziedaar: pas veel later kwam men met het bewijs dat al enkele uren na de ramp op een islamitische website een terreurgroep met de naam ‘De heilige al-Qaeda van Europa’ de verantwoordelijkheid opeiste voor de bomaanslagen in Londen. Reden: de Britse betrokkenheid bij de bezetting van Afghanistan door de Verenigde Staten. Merkwaardig is dat de naam ‘De heilige al-Qaeda van Europa’ totaal onbekend was en tot nu toe nog steeds een vraagteken blijft. Nog merkwaardiger is het feit dat de website een week later verdween. Daarnaast blijft de vraag: wat is het opeisen van een aanslag via een website eigenlijk waard? Zoiets kan iemand met de juiste vaardigheden binnen tien minuten in elkaar schroeven. Er gaan geruchten dat een van de geheime diensten deze website fabriceerde. De psychotische daders zouden zware en hoogwaardige militaire explosieven met gecompliceerde ontstekingsmechanismen hebben gebruikt en zichzelf hebben opgeofferd voor deze zelfmoordaanslagen. Maar hebben we hier werkelijk te maken met koelbloedige daders van zelfmoordaanslagen? Drie van de vier daders van de zelfmoordaanslagen waren Britse mannen uit Pakistaanse families in Engeland. Bij de eerste drie daders ging het om twee studenten en een huisvader met een kleine dochter. De drie hadden een uitgesproken voorkeur voor typisch Britse sporten en genoten een prima reputatie in hun omgeving. De vierde dader was de 19-jarige Germaine Lindsay, een Brits staatsburger van Jamaicaanse afkomst. Hij werd in de
6
metrotunnel tussen station King’s Cross en station Russel Square kort na de aanslagen gedood. Van alle kanten wilde men de wereld doen geloven dat hiermee een waterdicht en onomstotelijk bewijs geleverd was. Op de gepubliceerde video’s van zogenaamde bewakingscamera’s zijn de vier gezamenlijk te zien bij de ingang van het metrostation Luton, ten noorden van Londen. Van daar zouden ze samen naar King’s Cross zijn gereisd om zich daar op te splitsen in verschillende richtingen. Maar is dat een bewijs? Is het zo ongewoon dat een viertal allochtonen uit een allochtonenwijk in Luton op de trein stapt? De werkelijkheid is anders: het ging in Londen niet om zelfmoordaanslagen! Dit kan eenvoudig worden afgeleid uit de volgende feiten: Nadat ons eerst verzekerd werd dat de mannen een aantal zelfmoordaanslagen hadden begaan, citeerde The Sunday Telegraph een woordvoerder van Scotland Yard: “We hebben geen onomstotelijk bewijs dat deze mannen een zelfmoordaanslag uitvoerden.” De vermeende daders betaalden een kaartje bij de parkeerautomaat op het parkeerterrein bij het station Luton en hadden een retourkaartje naar Londen gekocht. Je kunt je op zijn minst afvragen waarom de daders van een zelfmoordaanslag bij de aanvang van hun reis een parkeerkaartje en een retourtje kochten. De daders droegen de explosieven niet op het lijf zoals dat bij de meeste islamitische zelfmoordaanslagen het geval is. Ook werd de gebruikelijke kreet ‘Allah Akbar’ (Allah is de Grootste) niet door overlevende getuigen gehoord voordat de bommen afgingen. Vreemd genoeg kon men bovendien, ondanks de verpletterende kracht van de explosies, ook nog eens de paspoorten en bankpassen van de daders te voorschijn toveren. Bij de bomaanslagen in Londen wemelt het van de tegenstrijdigheden en onbeantwoorde vragen. De meest prangende vraag bestaat in het feit dat het bij de aanslagen om militaire explosieven ging. Dit blijkt uit een commentaar van Christophe Chaboud, chef van de Franse antiterreurpolitie die destijds samenwerkte met Scotland Yard. Hoe is dat mogelijk? Inmiddels is de officiële lezing van de gebeurtenissen op 7 juli en de precieze volgorde ervan, vele malen herzien en veranderd. In de eerste lezing zou de bom in Liverpool Street Station als eerste zijn ontploft om 08.51 uur, de tweede om 08.56 uur en de derde om 09.17 uur. De laatste bom ontplofte om 09.51 uur in de dubbeldeks bus op Tavistock Square, ten zuiden van Edgware Road. Later verklaarde de plaatsvervangende directeur van Scotland Yard, Brian Paddick: “Alle bommen in de Londense metro gingen op vrijwel exact hetzelfde tijdstip af, en wel om 08.50 uur.” Paddick wees erop
7
dat dit bleek uit de technische rapporten van de Metro-onderneming. Zoiets kan maar één ding betekenen: de drie bommen in de metro werden op afstand geactiveerd. Dan begint zich een hele reeks vragen af te tekenen. Toeval wil dat uitgerekend in de vroege morgen van de zevende juli een antiterreur-oefening werd gehouden door het bedrijf ‘Visor Consultants’ dat gespecialiseerd is in crisisbeheersing. Bij deze antiterreur oefening werd onder meer een bomalarm in de metro en in een stadsbus gesimuleerd (!). Meer dan duizend mensen zouden hebben deelgenomen aan deze oefening. En er is nog iets bijzonders … de antiterreur oefening vond plaats op exact dezelfde locaties en tijdstippen als die waarop de echte bommen afgingen. Peter Power, Managing Director van ‘Visor Consultants’, verklaarde op een landelijke radiozender: “Vandaag om half negen waren we net van plan om een meervoudige bomaanslag te simuleren op precies dezelfde plaatsen als die waarop het nu daadwerkelijk is gebeurd. We deden dit in opdracht van een bedrijf waarvan ik de naam om begrijpelijke redenen niet kan noemen.” Zoiets roept vragen op. Wie was de opdrachtgever van ‘Visor Consultants’ en wie legde de locaties en tijdstippen van deze antiterreur oefening vast? Volgens goed geïnformeerde bronnen zouden alle vier de daders van de zelfmoordaanslagen deel hebben uitgemaakt van deze antiterreur oefening. Ze kregen vooraf nauwkeurige instructies om de aanslagen te simuleren en daarmee de antiterreur oefening volgens plan te laten verlopen. Alleen met dat doel waren ze op weg naar de specifieke locaties. En alleen daarom konden de bewakingscamera’s het viertal zo goed in beeld krijgen. En juist dat beeld was het beeld dat eindeloos in de media werd gepresenteerd als het bewijs voor de zelfmoordaanslagen. De zogenaamde daders wisten niet beter dan dat ze deelnamen aan een antiterreur oefening. In de verwarring na de explosies berichtten de media ruim een uur lang dat ze veroorzaakt waren door een ‘elektrische storing’. Tijd genoeg om wat er van de daders over was, uit de weg te ruimen. Er ging echter nog een merkwaardige samenloop van omstandigheden aan de explosies vooraf. De Israëlische ambassade in Londen ontving enkele minuten voor de eerste explosie een bommelding. Een bericht van Associated Press (AP) dat op de zevende juli om 12.16 uur werd vrijgegeven, vermeldt: “De Britse politie waarschuwde de Israëlische ambassade enkele minuten voor de eerste explosie voor een mogelijke terreuraanslag.” Kort voor de eerste explosie zou het Britse Scotland Yard de chef van de beveiliging van de Israëlische ambassade hebben gebeld met de mededeling dat er een waarschuwing voor een aanslag uitging. Binnen enkele uren verdween het oorspronkelijke bericht van Associated Press echter nadat het door Israëlische instanties in zowel Tel Aviv als in Londen werd tegengesproken. Maar toen was het al te laat. Het bericht was al in talrijke publicaties over de gehele wereld verspreid.
8
Vertegenwoordigers van de Israëlische regering lieten weten dat minister van financiën Benjamin Netanjahu een conferentie in het ‘Great Eastern Hotel’ - boven het eerste metrostation - op het laatste moment annuleerde. De waarschuwing voor een mogelijke terreur aanslag was voor hem de reden om in zijn hotelkamer te blijven. Tot nu toe is er ook nog geen geloofwaardige verklaring voor het feit dat de officiële staat van paraatheid van het land waar zojuist de G8 top plaatsvond, was gereduceerd tot het laagste niveau. De ‘Joint Terrorism Analysis Centre’ (JTAC) was van mening dat het gevaar voor terroristische aanslagen tot een minimum was gedaald sinds de aanslagen van 11 september in New York. De Britse geheime dienst MI5 bepaalt zijn koers op grond van de informatie van het JTAC. In een toespraak voor het Britse parlement wees premier Tony Blair het verzoek van de conservatieve oppositie om nader onderzoek naar de aanslagen op 7 juli van de hand. Hiermee volgde Blair het voorbeeld van de regering Bush die destijds nader onderzoek naar de aanslagen op het World Trade Centre namens het Witte Huis categorisch afwees. Als een regering zegt dat er achteraf geen nader onderzoek naar bomaanslagen nodig is, dan is dat alleen om de heersende elite aan het zicht van al te grondige onderzoekers te onttrekken. Gemakshalve gaat men hiermee voorbij aan het democratische grondrecht van miljoenen burgers: openheid van informatie. Dit grondrecht wordt ons steeds meer, op slinkse wijze ontnomen. De aanslagen in Londen werden niet alleen gebruikt om de wereldwijde angst voor de al-Qaeda terreur aan te wakkeren, het bleek ook een zeer geschikt middel om fundamentele democratische rechten in Engeland onderuit te halen. Voor imperialistische regeringen is de internationale terreurdreiging een prima voorwendsel om een brede steun van de bevolking te krijgen voor buitenlandse militaire acties. En geheel volgens plan, zien vooral de Verenigde Staten en Engeland de internationale terreurdreiging als een welkom alibi voor een strijd tegen dit terrorisme. De toegepaste methode herhaalt zich keer op keer en wordt steeds voorspelbaarder zoals we gezien hebben bij de andere terroristische aanslagen in de Verenigde Staten, de aanslagen van 11 maart 2004 in Madrid en diverse kleinere aanslagen over de hele wereld. De lezer kan vaststellen dat het verloop van de aanslagen steeds dezelfde structuur vertoont: Een islamitische groep, die in de meeste gevallen via een internetsite geïdentificeerd wordt (waarschijnlijk door de CIA voorbereidt), begaat als onderdeel van al-Qaeda een aanslag of een terroristische actie. Tijdens het uitvoeren van de actie wordt de Koran geciteerd en tot de heilige oorlog opgeroepen. Ook horen we dreigementen tegenover Bush, de Verenigde Staten en leiders van Europese landen.
9
De internationale informatiekanalen (dagbladen, radio en televisie), vooral die uit de Verenigde Staten en Groot-Brittannië, verspreiden direct de gebeurtenissen op grote schaal. Binnen enkele uren na het plegen van de aanslag, duikt de CIA op en bevestigt dat de groep tot alQaeda behoort en maakt de identiteit bekend van de terroristische leider van de betreffende operatie. Vervolgens melden de vertegenwoordigers van het Witte Huis zich, met George W. Bush voorop, om de daad te veroordelen en op te roepen tot een oorlog tegen de terreur. Wie deze methode bevestigt wil zien hoeft alleen maar op de volgende actie van al-Qaeda te wachten en de afzonderlijke onderdelen van het geheel eens op te schrijven. Zonder al-Qaeda verliest de oorlog tegen het terrorisme zijn legitimiteit. Er zou geen oorlog tegen het terrorisme bestaan. Hoewel het te betwijfelen valt of al-Qaeda als zodanig nog bestaat, hebben de hoofdpersonen in dit drama Osama bin Laden en al-Qaeda nodig om hun oorlog tegen het terrorisme te kunnen voortzetten. Alleen daarom wordt ook bij elke terreuraanslag al-Qaeda telkens als hoofdverdachte aangewezen. Alles wat maar met terrorisme te maken heeft, krijgt voortdurend het etiket van al-Qaeda en Osama bin Laden opgeplakt. De veronderstelling dat iemand vanuit een bergspleet in het AfghaansPakistaanse grensgebied leiding kan geven aan een wereldwijd terreurnetwerk en de daarbijbehorende geldstromen, terwijl hij door de niets ontgaande satellietbewaking van de Verenigde Staten nog niet eens ongemerkt zijn mobiele telefoon kan gebruiken, is absurd en lachwekkend. De Verenigde Staten en haar bondgenoten gaan voor het oog van een onmachtige wereld verder met hun expansionistische praktijken. Er bestaat een zwarte lijst met circa zestig landen. De strijd van de Verenigde Staten en bondgenoten tegen het terrorisme dreigt steeds meer delen van de wereld in vlammen te zetten. Het einde is zoek. In het kader van de oorlog tegen de terreur sturen de Amerikanen hun troepen over de hele wereld. Ook Somalië, Jemen en de Filippijnen liggen nog steeds in het vizier van de machtselite. In Colombia staat een tweede Vietnam voor de deur. George W. Bush verhardde het optreden tegen de FARC, nadat hij deze groepering tijdens de bombardementen op Afghanistan ook als terroristen kenschetste. De regering van de Verenigde Staten beschouwt Colombia, evenals de buurlanden Venezuela, Bolivia, Ecuador en Peru als een regio waar de beheersing van de economie van groot belang is voor haar eigen mondiale suprematie. De ware bedoeling achter haar plannen met Colombia is dan ook om dit land en de buurlanden open te breken voor multinationals. De werkelijke belangstelling van de mondiale machtselite voor deze landen is niet alleen gelegen in
10
de aanwezige voorraden goud, olie en steenkool, maar vooral gericht op de invoering van de Amerikaanse vrijhandelszone (FTTA) waardoor vanaf 2005 de rol van vooral Colombia als noord-zuid transportroute van groot belang wordt. De meeste media beweren dat de Colombiaanse regering aangevallen werd door linkse guerrillagroepen. Daarmee geven ze de versie van de Colombiaanse en Amerikaanse regering betreffende de gebeurtenissen in het Zuid-Amerikaanse land weer. De werkelijkheid ziet er echter anders uit. Diverse lokale groepen - democratische krachten - die willen dat de wil van het volk wordt gerespecteerd, die politieke en economische hervormingen eisen, bestrijden sinds vele jaren de regeringstroepen. Zij worden gedwongen om verzetsbewegingen in de jungle op te richten of hun toevlucht te nemen in clandestiene activiteiten in de steden. De grootste daarvan is de FARC (Gewapende Revolutionaire Strijdmacht van Colombia). Hoewel de drugsautoriteiten van de Verenigde Staten twee jaar geleden nog moesten toegeven dat er nauwelijks aanwijzingen bestaan dat de opstandelingen nauw verweven zijn met de drugshandel, beweren de regeringen van de Verenigde Staten en Colombia dat de FARC intensief met de drugshandel verbonden is. Men beweert dat de 1,3 miljard dollar kostende militaire operatie Plan Colombia slechts dient om deze drugsterroristen te bestijden. Drugs spelen in de Colombiaanse burgeroorlog overigens een grote rol. De wereldwijde drugshandel is na de olie niet alleen de op een na machtigste tak van industrie (geschatte omzet vijfhonderd miljard dollar per jaar) ter wereld, maar dient ook daartoe mensen verslaafd te doen raken om hen zo langzamerhand van al hun mensenrechten te ontdoen. Er zijn bewijzen dat de heersende machtselite er alles aan doet om zoveel jonge mensen als mogelijk aan de drugs te krijgen, om daarmee hun geest te verwarren. Het is daarom ook niet verwonderlijk dat hoge regeringsfunctionarissen de politie opdragen belangrijke drugsdealers te laten lopen en zogenaamde crackhouses niet te ontmantelen. Voor veel gewone politiemensen is het zeer frustrerend om te zien dat ze best veel zouden kunnen bereiken, wanneer ze niet van hogerhand aan handen en voeten gebonden zouden zijn. De voormalige CIA-piloot Terry Reed vloog met drugs en geld vanuit Colombia naar Arkansas. In zijn boek Compromised: Clinton, Bush & CIA vertelt hij over een geheime ontmoeting waarbij Bill Clinton, Oliver North en een medewerker van George Bush op het kantoor van de CIA bijeenkwamen. Via geheime routes werd elke week meer dan negen miljoen dollar naar Arkansas gevlogen om daar witgewassen te worden! De schrijver ontmaskert in zijn boek de familie Bush als drugshandelaar en laat ook zien hoe Bill Clinton de staat Arkansas voor de drugshandel van de CIA misbruikt heeft. Over de relaties van de voormalige president George Bush en de samenzweringen waarvan hij deel uitmaakte, kan op zich al een boek geschreven worden. Via de aan
11
hem toebehorende olieboortorens van Zapata werden drugs de Verenigde Staten binnengesmokkeld. Op de olieplatformen voor de kust van Texas werden deze ladingen in kleine porties over bootjes verdeeld. Deze bootjes die van de platformen naar de kust voeren, werden niet door de douane gecontroleerd. Zijn zoon werd er zelfs eens op betrapt, hoe hij hoogstpersoonlijk het binnenvliegen van drugs vanaf een steunpunt van de Amerikaanse luchtmacht bewaakte!1 Met de onbegrensde hulp van de Senaat in het kader van het Plan Colombia kan Bush verder werken aan zijn plannen. Onder de dekmantel van de strijd tegen het terrorisme kan hij zijn macht en invloed op deze voor hem zo belangrijke regio bestendigen en uitbreiden. Er bestaan rapporten van de CIA, waarin bevestigd wordt dat er cellen van al-Qaeda actief zouden zijn in Paraguay, Brazilië, Argentinië en Ecuador. De Amerikaanse regering is ervan overtuigd dat al-Qaeda zich ook in ZuidAmerika genesteld heeft. Op de beruchte lijst van zestig verdachte landen staan naast de bovengenoemde ook Venezuela, Bolivia, Ecuador en Cuba.
1
Terry Reed, Compromised: Clinton, Bush & the CIA, Lincoln 1994, 32.
12
GERAADPLEEGDE BRONNEN Agnoli, Carlo Alberto: Der europäische Haftbefehl - Kürzester Weg in die Tyrannei, Durach 2005. Albrecht, Ulrich en Schäfer, Paul: Kosovo-Krieg, Köln 1999. Allen, Gary: None Dare Call It Conspiracy, Concord Press 1972. Bamford, James: Body of Secrets, Doubleday 2001. Blackwood, Peter: Die Netzwerke der Insider, Leonberg 1986. Brzezinski, Zbigniew: Die einzige Weltmacht, Frankfurt am Main 1999. Collon, Michel: Poker menteur - Les grandes puissances, la Yougoslavie et les prochaines guerres, Brussel 1998. Collon, Michel: Bluff Poker - De grootmachten, Joegoslavië en de komende oorlogen, Berchem 2000. Dall, Curtis B.: Amerikas Kriegspolitik - Roosevelt und seine Hintermän-ner, 2. Auflage, Tübingen 1975. De Ruiter, Robin: De verborgen macht achter de Jehovah’s getuigen, Hoornaar 2001. De Ruiter, Robin: El Anticristo - Poder oculto detrás del Nuevo Orden Mundial, México 2002. De Ruiter, Robin: Der NATO-Krieg gegen Jugoslawien, Durach 2004. Dope Inc. - Executive Intelligence Review 1975. Eggert, Wolfgang: Out of the blue? - Spuren des Terrors in Amerika, München 2001. Farrer, David: The Warburgs, New York 1974. Feder, Gottfried: La Lucha contra las Altas Finanzas, Bogotá 1988. Griffin, Des: Wer regiert die Welt?, Leonberg 1986. House, Edward Mandell: The Intimate Papers of Colonel House. Arranged by Charles Seymour, Boston 1926-1928. King, Alexander und Schneider, Bertrand: La Primera Revolución Global, Barcelona 1991. Lindenberg, Christoph: Die Technik der Bösen - Zur Geschichte und Vorgeschichte des Nationalsozialismus, Stuttgart 1978. Marrs, Texe: Secret Societies Plot behind Closed Doors. Michel, Sakka: Vietnam guerra chimica e biologica, Roma 1979. Müller, Gerhard: Hinter den Kulissen des Weltgeschehens, 3. Auflage Pähl 1982. Mullins, Eustace: The World Order, Boring OR, 1984. Nafeez M., Ahmed: Geheimsache 09/11 - Hintergründe über den 11. September und die Logik amerikanischer Machtpolitik, München 2002. Nespoli, Gian Luigi en Zambon, Guiseppe: Abels Gesichter: Hiroshima Nagasaki, Frankfurt 1997. Nespoli, Gian Luigi en Zambon, Guiseppe: Abels Gesichter: Vietnam Bilder eines Krieges, Frankfurt 1999.
13
Nuevo Diccionario Ilustrado Sopena, Barcelona 1988. Reed, Terry: Compromised: Clinton, Bush & the CIA, Portland 1994. Robertson, Pat: The New World Order - It Will Change the Way you Live, Dallas 1991. Rothkranz, Johannes: Die kommende „Diktatur der Humanität“ oder die Herrschaft des Antichristen. Band 1: Die geplante Weltdemokratie in der „City of man“, Durach 1991. Rothkranz, Johannes: Der Vertrag von Maastricht - Endlösung für Europa, Durach 1995. Sampson, Anthony: The Money Lenders, Middlesex 1985. Sauras, Manuel Bonilla: Los Amos del Socialismo, Bogotá 1986. Sutton, Anthony C.: Wall Street and the Rise of Hitler, New Rochelle N.Y. 1974. Sutton, Anthony C.: America‘s Secret Establishment, New York 1976. Tamames, Ramón: La Reconquista del Paraíso - Más allá de la Utopía, Madrid 1993. The Oil & Gas Journal. Toland, John: Adolf Hitler, Utrecht 1978. Verenkotte, Clemens: Die Herren der Welt - Das Amerikanische Imperium, München 2003. Wechsberg, Joseph: The Merchant Bankers, London 1967. MEDIA Agence France Press (AFP), Air Force Magazine, Al-Arab, Albuquerge Journal, Al-Ginhuria, Baltimore Sun, Chiesa Viva, Le Figaro, Financial Times Deutschland, Getrouw, The Guardian, Independent, International Press Services, Junge Welt, Linksrück, Netzeitung, Neuen Solidarität, Neue Züricher Zeitung, New American Magazine, Newsletter From The Wilderness, New York Times, Pittsburgh Post-Gazette, Politische Hintergrundinformationen, Rivarol, Revista 110, San Antonio Express-News, Der Spiegel, Süddeutsche Zeitung, United Press International, Universal, Washington Insider, Weekend Sunday (NPR), Die Welt, WochenZeitung (WoZ).
14
This document was created with Win2PDF available at http://www.win2pdf.com. The unregistered version of Win2PDF is for evaluation or non-commercial use only. This page will not be added after purchasing Win2PDF.