HOOFDSTUK 21 AAN HET WERK
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4
Bruiloft te Kana Johannes 2 : 1 – 12 Jezus in de tempel Johannes 2 : 13 – 22 Optreden van Jezus in Nazaret Lucas 4 : 14 – 30 Aan het werk Lesboek p. 64 & 65 Werkboek p. 42 & 43
Alles wordt nieuw - Het lied van de bruiloft te Kana Alles wordt nieuw - De bruiloft te Kana Elly & Rikkert - Jezus de Leeuw van Juda
Thema Jezus aan het werk. Algemene informatie Na de doop door Johannes de Doper gaat Jezus nu zijn geheel eigen weg. Hij verzamelt leerlingen om zich heen. Hij leidt ze op door ze mee te nemen naar een feestelijke bruiloft. Jezus maakt daar zoveel wijn, dat er wel 10 bruiloften konden worden gevierd. Op het Pesach feest houdt hij opruiming in de tempel. Hij de Zoon van God is immers het enige echter offer. De omstanders en leiders van het volk staan verbaasd over wat Hij doet. Zij voelen zich ook beledigd en denken dat Jezus spot met de heilige tempel van God. Terug in Galilea gaat Jezus de confrontatie aan met de bewoners van zijn geboortedorp. Zij denken een grootse inwoner te hebben. Maar als het op overgave aankomt, smijten ze hem liever het ravijn in. Zo krijgen ze alsnog hun wonder. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: weten de leerlingen dat Jezus op de bruiloft te Kana en wonder deed voor zijn discipelen; hebben de leerlingen ook geleerd dat het eerste wonder een wonder van overvloed is; weten de leerlingen dat Jezus’ eerste optreden in de tempel een schoonmaakactie was; hebben de leerlingen geleerd dat Jezus in zijn geboortedorp niet met open armen werd ontvangen. Memoriseertekst Wie zijn getuigenis wel aanvaardt, bevestigt daarmee dat God betrouwbaar is. Johannes 3:33 Liederen Psalm 69 (over de hartstocht voor het huis van de Heer) Psalm 111-118 - Bedevaartspsalmen
Levend Water – groep 5
1
Hoofdstuk 21 Aan het werk
HOOFDSTUK 21 - DAG 1 BRUILOFT IN KANA Verteltekst Johannes 2 : 1 - 12
Achtergrondinformatie e Op de derde dag (1): het is de 7 dag die Johannes beschrijft over het werk van Jezus. De e 7 dag is dus een vrolijk bruiloftsfeest, een hoogtepunt om de week mee af te sluiten. En zijn leerlingen (2): zestal discipelen die eerst Johannes de Doper (de laatste profeet van het OT) hadden gevolgd en nu met het Lam Gods op stap waren gegaan. (Andreas, Simon, Johannes, Jakobus, Filippus en Natanaël.) ‘Wat wilt u van me?’ (4): Jezus spreekt haar aan als mevrouw (helaas weg-vertaald). Hij distantieert zich van de suggestie dat Hij iets zou moeten doen, omdat zijn moeder hem aanspreekt. ‘Mijn tijd is nog niet gekomen’ (4): het is nog niet het geschikte moment voor een publiek optreden van de Messias. Het gebeurt eigenlijk allemaal achter de schermen. ‘Doe maar wat hij zegt’ (5): de reactie van een gelovige vrouw, ze legt zich neer bij de woorden van haar oudste zoon. Zes stenen watervaten: steen, geen aardewerk, nam geen vuil op. Voor een maaltijd werden de handen, maar ook het keukengerei en het vaatwerk gereinigd. Een metrete is ongeveer 39 à 40 liter. Toch al gauw 500 tot 700 liter bij elkaar. Zo’n 750 à 1000 flessen wijn. Jezus zegt geen enkel woord en verricht niets bijzonders om de verandering tot stand te brengen. Eerst de goede wijn: Jezus is de bruidegom van de omgekeerde wereld. Dit heeft Jezus… gedaan (11): a. Jezus doet dit wonderteken om in ieder geval geloof te wekken bij de eerste zes leerlingen (6 vaten/6 leerlingen). b. Zijn leerlingen gaan geloven in hem. c. Jezus maakt veel meer wijn dan nodig, de Messias van de overvloed. Er is ook een prachtige tegenstelling met de soberheid van Johannes de Doper.
Bij deze vertelling kun je wel kort schetsen hoe het bij een bruiloft in die tijd toeging. Meestal een zevendaags feest. Op het feest zaten bruid en bruidegom onder een baldakijn. Wanneer je niet genoeg te eten of te drinken had was dat natuurlijk een grote schande. Nergens wordt hier trouwens gezegd dat het tekort een gevolg is van Jezus’ komst en zijn leerlingen.
Introductie op de les Korte intro over bruiloft. Wat is een bruiloft? Wie komen er? Wat wordt er gegeten en gedronken? Dan overstap naar Jezus, die zijn eerste teken op zo’n mooi feest deed! Afsluiting van de les Wat zouden de discipelen gedacht hebben, toen hun vriend opeens dit wonder ging doen op de bruiloft in Kana. Jezus had hen bewust meegenomen en dan opeens, onverwachts dit…
Aandachtspunten Je zou het verhaal kunnen vertellen vanuit een discipel (Johannes bijvoorbeeld). Niet vanuit een gast of een knecht, want die beleefde het verhaal niet zoals het nu in de Bijbel staat. Vooral de drie punten bij de laatste opmerkingen boven, vormen de kern van het verhaal. Jezus presenteert zich niet zelf als de goede wijn. Het gaat om het geloof bij de leerlingen. Levend Water – groep 5
2
Hoofdstuk 21 Aan het werk
HOOFDSTUK 21 - DAG 2 JEZUS IN DE TEMPEL Verteltekst Johannes 2 : 13 - 22
Achtergrondinformatie Pesach: Johannes heeft zijn boek geschreven na de verwoesting van de tempel in de diaspora (verstrooiing). Het centraal gevierde Pesach in de tempel is dan verleden tijd. Het was dan ook iets wat typisch bij het Joodse volk hoorde. Jezus: Hij is het Lam van God. De zoon van de hemelse Vader moet in het middelpunt staan. Alle gewone offerdieren worden overbodig gemaakt. Wanneer alle offerdieren uit de tempel zijn verdreven en de handel tijdelijk stilligt, blijft er nog maar één offerdier over: Jezus, Lam Gods. Jullie maken een markt: kan ook handelshuis zijn. Wat Johannes vertelt is echt een andere gebeurtenis dan in Matteüs, Marcus en Lucas. Dan is het een tweede keer dat Jezus optreedt, maar dan in de laatste week van zijn optreden. Daar noemt Jezus de tempel een rovershol. Verteren: dit is een schriftvervulling, psalm 69:10. Met welk teken: je zou ook kunnen vertalen: wat bedoelt u met dit teken? De toeschouwers moeten wel gedacht hebben dat deze profetische actie een bedoeling moest hebben. In drie dagen: de Joden denken aan een misplaatste grap en begrijpen niet de reikwijdte en profetie van Jezus’ woorden. Voor Johannes werd het na de opstanding van Jezus helder. Breek maar af: afbreken en ruïneren is typisch mensenwerk, maar opbouwen en restaureren is echt het unieke werk van God. 46 jaar: waarschijnlijk totaal aantal bouwjaren van de tempel. Bij Zerubbabel zo’n 20 jaar, in de tijd van de Makkabeeën ook een aantal jaren restauratiewerk. Onder Herodes de Grote zo’n 8 à 10 jaar. Het is dus geen dateringsgegeven.
joodse pelgrims weer de heilige stilte die een godshuis kenmerkt. Mooi te vertellen door de ogen van een kind die aan de hand van vader of moeder meegegaan is op pelgrimsreis naar Jeruzalem. Die verbaast toekijkt wat de vreemde profeet uit Galilea opeens doet in de tempel. De verbaasde leiders (priesters en schriftgeleerden) die vragen waar dit op slaat, wat voor teken dit is, en waarom deze man dat doet.
Introductie op de les Weten jullie waar de tempel in Jeruzalem voor was bedoeld? Wat gebeurde daar elke dag? Afsluiting van de les De tempel in Jeruzalem was het huis van de Vader van Jezus. Onze kerken worden ook wel huis van God genoemd. Waar wordt Jezus heel blij van wat wij in de kerk doen?
Aandachtspunten Vooral de schoonveegactie van Jezus is natuurlijk fantastisch uit te beelden in woorden. Jezus jaagt het offervee de tempel uit, hij wil als het ware het hele tempelbedrijf stilleggen. Zijn actie heeft een verbluffend resultaat. Koop en verkoop stagneren. Veehandelaars rennen achter beesten aan om hun kudde bij elkaar te houden. Geldwisselaars kruipen over de grond om hun harde munten weer bij elkaar te zoeken. Duivenverkopers sjouwen met hun manden vol fladderende vogels het tempelplein af. Plotseling horen de
Levend Water – groep 5
3
Hoofdstuk 21 Aan het werk
HOOFDSTUK 21 - DAG 3 OPTREDEN VAN JEZUS IN NAZARET Verteltekst Lucas 4 : 14 - 30 Achtergrondinformatie Nazaret: dat was het dorp waar Jezus groot was geworden en waar hij als kind had gespeeld. Waar hij zijn vader hielp in de werkplaats. Hij vestigde zich na zijn eerste optredens in Kafarnaüm, bij het meer van Galilea. Afstand tussen beide ongeveer 40 km. Synagoge: in het Jiddisch: sjoel. Een synagoge is een leerhuis: het centrum van alle religieuze bezigheden in stad of dorp. Vaak was het het grootste gebouw. De mannen mochten door de hoofdingang. Zij zaten op de grond of op houten banken. De vrouwen moesten vaak door een andere deur en mochten niet bij de mannen zitten. Tussen manen en vrouwengedeelte was een gordijn of een dunne wand/hekwerk. Tegenover de ingang was een grote kast, de ark. Daarin zaten de boekrollen. De thora, de profeten en alle andere boeken. Na het lezen van een gedeelte uit een rol, werd er een toespraak, preek gehouden. Jezus ging zitten: tijdens de preek en de daarop volgende discussie ging men zitten op het podium (verhoging) midden in de synagoge. Boekrol: meestal gemaakt van de papyrusplant. Erg kostbaar. Men gebruikte ook wel perkament, gemaakt van dierenhuiden. De rol werd aan één kant beschreven en meestal in een soort mantel verpakt. Het papier was gewikkeld om twee houten staven, vaak met prachtige knoppen. Genadejaar: het jubeljaar, om de 49 jaar gevierd. Slaven werden vrijgelaten en hypotheek op land en schulden moesten worden kwijtgescholden.
wonderlijke gebeurtenissen. Die heen en weer geslingerd wordt door twijfel. Jezus heeft ze immers hard aangepakt. Uiteindelijk gebeurt er toch een wonder. Het lukt ze niet om Jezus te laten verdwijnen. Wat voor reacties zal dat weer opgeleverd hebben?
Introductie op de les Leg kort iets over de Messiasverwachting in de dagen toen Jezus ging optreden. Men verwachtte waarschijnlijk een koning, profeet, die toch minstens de Romeinen zou verdrijven. Een super-David en Salomo. In de vertelling kun je dan laten uitkomen dat Jezus helemaal niet aan dit beeld voldeed. Afsluiting van de les Hoe zouden de mensen reageren als op zondagmorgen opeens de Here Jezus zou binnenstappen in de kerk en dan ergens op een stoel of in een bank gaat zitten?
Aandachtspunten Jezus noemt zich, als hij spreekt, zichzelf de vervulling van de gelezen profetie. Dat zette kwaad bloed bij de mensen uit Nazareth. De hoorders was het echt om de wonderen te doen. Jezus maakt hen een hard verwijt. Het ging Hem om geloof en bekering. Jezus wilde dat ze zouden voorbijzien aan het feit dat hij de zoon van de timmerman was, dat ze zouden beseffen dat het Messias-zijn van Jezus het belangrijkste is. De eerste verwondering en misschien ook wel verering gaat over in woede. Hoe durft hij wel! Het verhaal is erg goed te vertellen door een dorpsbewoner die Jezus al van jongs af kent. Die ook gehoord heeft over de Levend Water – groep 5
4
Hoofdstuk 21 Aan het werk
HOOFDSTUK 21 - DAG 4 AAN HET WERK Leerlingen boek p. 64 & 65 De plaat laat een moment zien van het optreden van Jezus in de tempel. Een optreden, totaal onverwacht en ook volstrekt impopulair. Maar Jezus liet zien dat het volgen van Hem een bekering, een wedergeboorte vereist. In het laatste Bijbelboek, Openbaring aan Johannes, wordt geprofeteerd over de bruiloft van het Lam. Voor dat feest worden al zijn kinderen uitgenodigd. De tekening is een oudchristelijk symbool. Komt op wapens en ook op schilderijen voor. Lam en kruis, een prachtige eenheid. De foto’s zijn gemaakt in een synagoge. Er wordt aangewezen met een jat, een klein handje. Wanneer de boeken (van het OT) worden opgeborgen in de ark (een kast) worden ze verpakt in een mooie hoes. De hoes is voor bescherming tegen stof en zonlicht. Werkboek bladzijde 42 & 43 Het Lam van God, Kwam op aarde voor ons. De rechter pagina kan gekleurd en beschreven worden.
Levend Water – groep 5
5
Hoofdstuk 21 Aan het werk
HOOFDSTUK 22 JEZUS REGEERT
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4
De wonderbare visvangst Lucas 5 : 1 – 11 De storm op het meer Lucas 8 : 22 – 39 Het dochtertje van Jaïrus Marcus 5 : 21 – 43 Jezus regeert Lesboek p. 66 & 67 Werkboek p. 44 & 45
E&R 242 - Jezus sprak hier op aard E&R 393 - Laat heel de wereld het zien Opwekking 293 - Bereid de weg van de Heer
Thema Jezus regeert! Algemene informatie De eerste vertelling gaat over het vangen van vissen en van mensen. De discipelen krijgen opdracht van Jezus om overdag te vissen. En in tegenstelling tot wat ze verwachten vangen ze heel veel vis! Jezus roept Petrus, Andreas, Jakobus en Johannes op om Hem te volgen en ze laten alles achter en volgen Hem. In plaats van vissen vangen gaan ze mensen ‘vangen’. De andere vertellingen gaan over de grote macht van Jezus. Jezus heeft macht over de wind en het water. Hij regeert over een legioen demonen en over de dood van het dochtertje van Jaïrus. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: kunnen leerlingen vertellen welk wonder Jezus deed toen de discipelen overdag heel veel vissen vingen; weten de leerlingen dat de discipelen alles achterlieten om Jezus te gaan volgen: weten de leerlingen wat de uitdrukking ‘vissen van mensen’ betekent; kunnen de leerlingen vertellen wat het thema ‘Jezus regeert’ betekent; kunnen leerlingen vertellen hoe Jezus regeert over de wind en de zee; kunnen leerlingen vertellen dat Jezus de bezetene gezond maakte; kunnen de kinderen vertellen dat Jezus regeert over de dood. Memoriseertekst Jezus zei: Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. Matteüs 28 : 18 Liederen Psalm 89 Psalm 92 Liedboek voor de kerken, Gezang 52 – Jairus had een dochtertje Evangelische Liedbundel 315 – U die mij geschapen hebt Levend Water – groep 5
6
Hoofdstuk 22 Jezus regeert
HOOFDSTUK 22 - DAG 1 DE WONDERBARE VISVANGST Verteltekst Lucas 5 : 1 - 11 (Matteüs 4 : 18 - 22, Marcus 1 : 16 - 20)
Achtergrondinformatie Meer van Gennesaret: ligt ongeveer 100 kilometer ten noorden van Jeruzalem. Het wordt ook wel meer van Tiberias, zee van Galilea genoemd. Tegenwoordig heet het Yam Kinneret. De vissers waren eruit gestapt: Petrus en zijn broer Andreas hadden samen met Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeus, een visserijbedrijf. Petrus en Andreas woonden in Kapernaum, Jakobus en Johannes in Betsaida, iets verder naar het oosten. Zebedeus huurde dagloners in (Marcus 1:20) dus moet het een goed lopend bedrijf geweest zijn Netten spoelen: de vissers waren net terug van het vissen en maakten hun netten schoon. Dit was nodig omdat er vaak veel plantaardig materiaal en ongewenste voorwerpen in de netten zaten. Kapernaum: één van de grootste visserdorpen en het bekendste dorp aan het meer van Gennesaret. Het was de woonplaats van Jezus. In de stad stond een grote synagoge en er waren Romeinse soldaten in deze stad gelegerd. Betsaida (woonplaats van Jakobus en Johannes): betekent vishuis Gooi jullie netten uit: vissers gebruikten waarschijnlijk drijfnetten die door twee schepen in een steeds kleiner wordende cirkel bijeengetrokken werden. Vaar naar diep water: de beste plek om vis te vangen is dicht bij de kust of in ondiep water. De hele nacht: ’s nachts is het de beste tijd om te vissen. Als je dan nog niets vangt, hoef je het overdag al helemaal niet te proberen. Lieten ze alles achter en volgden Hem: dit is niet de eerste keer dat Jezus deze vier discipelen ziet. Kort na de doop van Jezus en de verzoeking in de woestijn waren Petrus, Andreas, Jakobus en Johannes al bij Jezus. Alleen op dit moment geven ze hun bedrijf op en volgen ze Jezus.
Laat in de vertelling goed naar voren komen dat ze de boten aan land brengen en alles achterlaten om Jezus te volgen. De hele grote winst van twee boten vol vis laten ze achter! Ze nemen geen afscheid van hun familie, ze maken zich geen zorgen om de boten, maar ze gaan gewoon! Het zijn allemaal jonge mensen die een onzekere toekomst tegemoet gaan!
Introductie op de les Wie van jullie heeft er wel eens gevist? Op welke plekjes en wanneer heb je de beste kans om een vis te vangen? Afsluiting van de les Hoe zouden de ouders van Petrus, Jakobus en Johannes gereageerd hebben toen hun zonen alles achterlieten en Jezus gingen volgen? (De ouders van Jakobus en Johannes waren waarschijnlijk heel rijk. De discipelen konden met Jezus mee, omdat er goed voor hun familie en gezin werd gezorgd.)
Aandachtspunten Deze vertelling kun je goed vanuit de persoon van Petrus vertellen; dat Jezus naar de boot van Petrus toekomt en mee wil varen en hoe Petrus reageert op het bevel van Jezus etc. Benadruk het wonder van deze visvangst! Zoveel vissen en dan overdag! Leg de link met het vangen van heel veel vissen, het grote wonder van zo’n vangst en dan de opdracht om mensen te gaan vangen. Levend Water – groep 5
7
Hoofdstuk 22 Jezus regeert
HOOFDSTUK 22 - DAG 2 DE STORM OP HET MEER Verteltekst Lucas 8 : 22 - 39 (Matteüs 8 : 23 - 34, Marcus 4 : 35 – 5 : 20)
Achtergrondinformatie Er kwam een wervelstorm opzetten: het meer van Galilea is een echte binnenzee, tussen de heuvels van Galilea waar plotseling zware stormen kunnen opsteken. Deze stormen brengen niet altijd regen en donkere wolken met zich mee, maar bestaan vaak alleen uit hevige windstoten. Zulke stormen hebben vissers vaak overvallen en kunnen heel gevaarlijk zijn. Gerasenen: Gadara ligt dicht bij het meer. Jezus bevindt zich in heidens gebied. Legioenen: dit is het antwoord van de man op de vraag van Jezus hoe hij heet: Legioen, want er waren veel onreine geesten in de man aanwezig. Het woord legioen betekent veel.
met stenen en angstaanjagend voor zijn medemensen. Hij terroriseert het gebied. Jezus wil ook in dit heidense land bekend worden en wil de ex-bezetene niet meenemen. Hij wil dat de man achterblijft in het gebied dat Jezus nu gaat verlaten en geeft hem de opdracht mee om over Jezus te gaan vertellen. De bezetene wordt een levende getuige.
Introductie op de les Heb jij wel eens een erge storm of onweer meegemaakt? Wat deed je toen? Was je ook erg bang? Wat doe je als je bang bent voor het onweer? Afsluiting van de les Over welke dingen is Jezus in deze vertelling de baas?
Aandachtspunten Dat Jezus in slaap is tijdens de storm en hun verwijt waar hun geloof is laat zien dat de discipelen niet bang hadden hoeven te worden. Jezus had hun de opdracht gegeven om naar de overkant van het meer te gaan, dus dan zal dat ook gebeuren ongeacht een erge storm. Jezus gaat geen hocus pocus toeren uithalen. Hij heeft geen extra middelen nodig, maar spreekt gewoon. Hij doet eigenlijk niets bijzonders en toch gehoorzaamt de wind en de zee Hem. Daarmee laat Jezus zien dat Hij de Schepper is van de wind en de zee. De bezetene is niet verstandelijk gehandicapt, maar bezeten door boze geesten die over hem de baas zijn. Boze geesten zijn geesten met intelligentie en persoonlijkheid. Dit blijkt ook uit het feit dat de boze geesten Jezus aanspreken als Zoon van de allerhoogste God. Ze erkennen Zijn macht. En ze zijn bang voor Hem. Zij maakten de mensen in wie zij woonden geestelijk gestoord of op een andere manier ziek en beroofden hun van de eigen persoonlijkheid. Men denkt dat boze geesten gevallen engelen zijn die zich met satan hebben verbonden. De bezetene staat buiten de samenleving en woont in graven. Hij is sterker dan de mensen uit de samenleving, want hij kan zich elke keer losmaken als ze hem vastbinden. Hij jaagt de mensen angst aan doordat hij schreeuwend en ontembaar door de bergen zwerft. Zichzelf kwetsend
Levend Water – groep 5
8
Hoofdstuk 22 Jezus regeert
HOOFDSTUK 22 - DAG 3 HET DOCHTERTJE VAN JAIRUS Verteltekst Marcus 5 : 21 - 43 (Matteüs 9 : 18 - 26, Lucas 8 : 40 - 56)
Introductie op de les Waarom zou het voor ouders met één kind heel erg zijn als dit kind ernstig ziek wordt?
Achtergrondinformatie Jaïrus: een van de drie oversten van een synagoge die in het NT worden genoemd. De overste van een synagoge wordt ook wel voorzitter van de synagoge genoemd. Hij had de leiding van de dienst, leest uit de Thora en hield toezicht op de mensen die voor onderhoud, reparaties en het schoonhouden van de synagoge verantwoordelijk waren. Hij houdt tijdens de dienst orde. Synagoge: één van de belangrijkste plekken van de stad, het centrum van het Joodse religieuze leven. Mensen die luid stonden te huilen en te weeklagen: dit zijn klaagvrouwen die er voor betaald werden. Ze houden een droevig geweeklaag. Dit beroep ging gewoonlijk over van moeder op dochter. Hun werk bestond uit klaagzangen en lofredes, soms begeleid door fluiten. Talita Koem: Jezus spreekt hier in het aramees. Talita is een koosnaampje, wat betekent lief meisje.
Afsluiting van de les Jezus zegt heel duidelijk tegen de ouders dat ze niet mogen vertellen wat er is gebeurd. Hij verbiedt het hun zelfs. Waarom zou Jezus dit doen?
Aandachtspunten Vertel dit verhaal vanuit het perspectief van Jaïrus. Niet de genezing van de vrouw zorgt voor oponthoud, maar Jezus zijn navraag naar wie Hem heeft aangeraakt zorgt voor stagnatie. Jezus wacht expres om Jaïrus op de proef te stellen. Bouw deze spanning op in je vertelling. Jezus verbindt de genezing van de bloedvloeiende vrouw aan het bericht over het sterven van het dochtertje van Jaïrus door te zeggen, dat in beide gevallen geloof nodig is. Verborgen blijft de opwekking van het dochtertje niet. Dat de ouders er niet over mogen praten is, omdat het meisje zelf de levende getuige is. Jezus gaat naar binnen en een dood meisje komt naar buiten lopen. Geloof dus alleen maar voor de mensen die dit zien. Jezus verbiedt de ouders om erover te praten, omdat Hij wil dat het volk zich niet richt en luistert naar de mededelingen van de ouders over wat er precies gebeurd is, maar het volk moet het grote nieuws zien! Het grote nieuws is dat een gestorvene levend naar buiten loopt, nadat Jezus is gekomen.
Levend Water – groep 5
9
Hoofdstuk 22 Jezus regeert
HOOFDSTUK 22 - DAG 4 JEZUS REGEERT Lesboek p. 66 & 67 Je kunt doorpraten wat het betekent om visser van mensen te zijn. Het is ook mooi om de kinderen erop te wijzen dat de discipelen dachten dat het onmogelijk was om overdag vis te vangen. Maar toch vangen ze heel veel! Ze denken misschien dat ze maar eenvoudige vissers zijn die de mensen niet kunnen overtuigen van God, maar door de wonderbare visvangst mogen ze zeker weten dat het lukt om mensen te vangen! Bij de kadertekst is het belangrijk dat je de kinderen laat inzien dat een koning goed zijn land wil regeren en dat iemand die een baas is graag het goede wil voor zijn mensen. Natuurlijk zijn er ook slechte regeerders en slechte bazen, maar die hebben dan ook vaak weinig aanhang. Laat de kinderen inzien dat regeren en de baas zijn positieve begrippen kunnen zijn. Werkboek p. 44 & 45 Uit de puzzel op pagina 44 moeten de volgende woorden worden ingekleurd: Wonderen doen, timmeren, slapen, huilen, voeten wassen, feest vieren, eten, bidden, op visite gaan en op een dier rijden. Wanneer alle vakken zijn ingekleurd, kun je van boven naar beneden lezen: Talita koem. Dit betekent: meisje ik zeg je sta op! Op pagina 45 gaat het over regeren en de baas zijn. Het is goed om te bespreken dat een baas graag het goede wil voor de mensen. Een goede baas doet goede dingen. Ook kinderen zijn vaak wel ergens de baas over. Over hun spullen of ze hebben de verantwoording voor een dier. Soms moeten ze misschien wel even oppassen op hun jongere broertje of zusje.
Levend Water – groep 5
10
Hoofdstuk 22 Jezus regeert
HOOFDSTUK 23 KORTSLUITING
Dag 1
Dag 2
Dag 3 Dag 4
Verheerlijking op de berg Matteüs 17 : 1 – 13 Marcus 9 : 2 – 13 Lucas 9 : 28 – 36 De grootste in het koninkrijk Matteüs 17 : 24 – 18 : 14 Marcus 9 : 33 – 50 Lucas 9 : 46 – 50 De goede herder Johannes 10 : 1 – 18 Kortsluiting Lesboek p. 68 & 69 Werkboek p. 46 & 47
Liederen Psalm 23 - De Heer is mijn herder Opwekking 518 - Heer u bent altijd bij mij E&R 167 - ‘k Stel mijn vertrouwen E&R 230 - Jezus is de goede herder E&R 239 - De Heer is mijn herder E&R 222 - Voor kinderen is het Koninkrijk
Thema Vertrouw op Jezus! Algemene informatie Jezus probeert nu buiten de grenzen van Palestina de rust te zoeken, die nodig is om zijn discipelen te onderwijzen. Om hen bekwaam te maken voor het apostelambt. Maar de tijd dringt, het lijden en sterven komt steeds dichterbij. De drie discipelen die mee mogen de berg op zijn duidelijk in de war als ze Mozes en Elia zien. Wie moeten ze nu geloven? Jezus of de schriftgeleerden? Het verhindert hen om op de juiste manier Jezus te volgen, kortsluiting! In die setting moet ook de vraag gezien worden over de grootste zijn in het Koninkrijk van God. Als je je druk maakt over je positie, over je eigen belangrijkheid, kun je niet dienen en leiding geven. Weer kortsluiting! Jezus wijst hen op hun ware taak, omzien naar de kudde en hen zo leiden naar het Koninkrijk van God. Ruim alle hindernissen op, zorg dat er geen kortsluiting meer is. Volg en vertrouw! Doelstellingen Aan het eind van dit hoofdstuk kunnen de leerlingen: weergeven wat er bij de verheerlijking op de berg gebeurde; de reactie van Jezus vertellen op de vraag van de discipelen over de grootste zijn in het koninkrijk van de hemel; weergeven wat Jezus met het verhaal van de goede herder bedoelt; vertellen wat ‘vertrouwen’ voor hen betekent; aangeven waarom zij op Jezus vertrouwen. Memoriseertekst ‘Ik ben de goede herder. Ik ken mijn schapen.’ Johannes 10 : 14
Levend Water – groep 5
11
Hoofdstuk 23 Kortsluiting
HOOFDSTUK 23 - DAG 1 VERHEERLIJKING OP DE BERG Verteltekst Matteüs 17 : 1-13, Marcus 9 : 2 - 13, Lucas 9 : 28 - 36
Achtergrondinformatie Schaduw van een stralende wolk: dat was de wolk van de heerlijkheid van God, denk aan de reis door de woestijn. Petrus, Johannes en Jakobus: volgens de Joodse wet zijn drie getuigen meer dan voldoende. Aandachtspunten Het gaat steeds meer spannen tussen Jezus en de leiders van het volk. Steeds duidelijker beseft Jezus dan ook dat zijn lijden dichterbij komt. Hij zondert zich ook vaker met zijn discipelen af om hen voor te bereiden op dat lijden. Maar de discipelen begrijpen er weinig van. Als Petrus Jezus in heerlijkheid ziet wil hij dat beeld direct vasthouden. Het bevalt hem beter dan het praten over lijden en sterven. De drie discipelen die door Jezus mee genomen worden de berg op, zijn dezelfde discipelen die ook aanwezig waren bij de opwekking van het dochtertje van Jaïrus. Zij zijn ook aanwezig in de hof van Getsemane. Net als daar vallen ze hier ook in een diepe slaap. Jezus bidt om kracht, zijn gebed wordt verhoord. Hij voelt daar al de heerlijkheid die hij na zijn lijden zal krijgen. Het is ook aan zijn uiterlijk te zien (zijn gezicht straalde als de zon en zijn kleren werden wit als sneeuw). Zo beleeft Jezus tijdelijk wat er na zijn lijden zal komen. God steekt hem een hart onder de riem. Voor de discipelen was er een teken dat die heerlijkheid niet alleen bestemd was voor Jezus. Elia en Mozes waren er ook. Toen God tot de discipelen sprak moet dat een geweldige troost van Jezus zijn geweest. De Vader was opeens zo dicht bij hem. Maar het was ook een aanwijzing voor de discipelen: ze moesten leven door het geloof (Luister naar hem!). De schriftgeleerden erkennen Jezus niet als de Messias. Ze gebruiken elk argument om het volk van die gedachte af te brengen. Ze zeggen dat er in Maleachi (Mal. 4:4-6) staat dat de profeet Elia eerst moet terugkomen. Volgens hen is dat nog niet gebeurd, daarom kan Jezus de Messias niet zijn. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de discipelen zich afvragen of deze verschijning van Elia bedoeld wordt in Maleachi. Maar Jezus heeft al eerder in Levend Water – groep 5
het openbaar gezegd dat met Elia Johannes de Doper bedoeld wordt. Opvallend is dat de farizeeërs een tijd daarvoor om een teken hadden gevraagd. Zij hadden het echter niet gekregen, ze vroegen het uit ongeloof. Toch hebben maar drie discipelen het teken gekregen en zij kregen van Jezus nog de opdracht te zwijgen over wat ze gezien hadden. Ze praten er op de terugweg nog wel met elkaar over. NB. Vertel het verhaal vanuit Jezus. Het lijden komt eraan, Hij ziet er vreselijk tegenop, maar hij wil gehoorzaam zijn. Hij wil zijn discipelen ook steeds dicht bij zich hebben, maar ze zijn in de war. Er gebeurt zoveel om hen heen. Geloof alleen is belangrijk.
Introductie op de les Vraag de leerlingen of ze wel eens een ‘domme vraag’ stellen. Wat is een domme vraag eigenlijk? Hoe reageren anderen daarop? Kun je aan Jezus een domme vraag stellen? Hoe zou Hij reageren? Afsluiting van de les De discipelen zijn in de war omdat Jezus steeds vaker over zijn lijden en sterven praat. Hoe steekt God hen een hart onder de riem?
12
Hoofdstuk 23 Kortsluiting
HOOFDSTUK 23 - DAG 2 DE GROOTSTE IN HET KONINKRIJK Verteltekst Matteüs 17: 24 -18 : 14, Marcus 9 : 33 - 50, Lucas 9 : 46 - 48
Achtergrondinformatie Plaats: Jezus is in Kafarnaum, zijn woonplaats. Het is zijn laatste bezoek voor zijn lijden en sterven. In de stad ontmoet hij weer afkeer en agressie. Zie de vraag van de belastinginners aan het eind van H17.
Introductie op de les Schrijf op het bord ‘Verboden voor kinderen’. Laat de kinderen reageren op dit verbod. Wat vinden ze van zo’n verbod? Zou dat ergens kunnen staan? Zou Jezus zoiets gezegd kunnen hebben? Waarom wel/niet? Jezus ging juist heel anders om met kinderen. Hij stelde ze vaak als voorbeeld.
Aandachtspunten De vraag door de discipelen aan het begin van het hoofdstuk gesteld is geen vreemde vraag. De discipelen waren bijna altijd dicht bij Jezus in de buurt. Hij nam hen vaak in vertrouwen over zijn toekomstplannen. Jezus is daarom niet boos na het stellen van deze vraag, maar hij geeft (weer) uitleg over hoe hun houding moet zijn als zij de belangen van het Koninkrijk van God moeten gaan behartigen. Kinderen werden in die tijd als onvolwassenen beschouwd. Het pleit niet voor een volk als ze met kinderen worden vergeleken. Jezus zet een kind in het midden, hij verlegt de aandacht van de discipelen. De discipelen vragen hoe de verhoudingen zullen zijn binnen het Koninkrijk van God; Jezus zet de discipelen weer met beide benen op de grond: zorg er eerst maar voor dat je het Koninkrijk binnenkomt. Je moet als een kind zijn die dat Koninkrijk binnengebracht wil worden. De grootste taak van de discipelen ligt bij het binnenleiden van de kinderen. Jezus leert hen achterom kijken naar de kudde, dat is pas belangrijk. Op zich waren de discipelen niet uit op eigenbelang, ze hadden immers alles verlaten om Jezus te volgen. Maar met het oog op de toekomst zou het toch wel leuk zijn om te weten of er soms een ministerspost in het vooruitschiet lag. De discipelen moeten er niet op uit zijn om zelf eervol ontvangen te worden, maar om anderen op te vangen en te ontvangen. Zij mogen de stoelen in de hemel klaar zetten voor anderen. Het is een eer om de schapen van Jezus bijeen te brengen tot een grote kudde. Jezus waarschuwt de discipelen dat er verschillende manieren zijn om ‘kinderen’ van hun geloof af te brengen, bijvoorbeeld hen verleiden tot kwaad (Matt.18:7-9), hen verwaarlozen of op hen neerkijken (Matt.18:10-14).
Levend Water – groep 5
In Matt.18:12-13 ligt de nadruk op het uitgaan om het verdwaalde schaap te zoeken. Dit in tegenstelling tot het andere beeld van het verloren schaap (Lucas), waar de nadruk ligt op de blijdschap van het vinden. Als echte leidsmannen moeten zij de kudde leiden als Jezus er niet meer zal zijn.
Afsluiting van de les Vraag de leerlingen welk bord er bij de ingang van het Koninkrijk van de hemel zou kunnen staan als het om kinderen zou gaan. (Bijvoorbeeld: Kinderen zijn van harte welkom!)
13
Hoofdstuk 23 Kortsluiting
HOOFDSTUK 23 - DAG 3 DE GOEDE HERDER Verteltekst Johannes 10 : 1 - 18 Achtergrondinformatie Schaapskooi: het beeld dat Jezus hier gebruikt is een open, omheinde ruimte die gebruikt wordt als gemeenschappelijke stal van enkele kleine herders, die tegelijk de eigenaren van de schapen zijn. Gewoonlijk gaan de herders ’s nachts naar huis terwijl een van hen bij toerbeurt de ingang blijft bewaken. De volgende morgen komen de herders terug om hun eigen schapen te roepen. Uit het feit dat de schapen instinctief de herder volgen blijkt hun grote vertrouwensband. Voorgaan: in het oosten gaat de herder vaak voor de kudde uit.
Introductie op de les Lees voordat u de vertelling begint, het boek (of gedeeltes van het boek) ‘ YEP’ (Marieke ten Berge) voor. Het is een samenvatting voor kinderen van psalm 23.
Aandachtspunten Als een herder zijn kudde naar de schaapskooi (Koninkrijk van de hemel) brengt, zorgt hij ervoor dat ze onderweg niets te kort komen. Zo moeten de discipelen ook met de mensen omgaan die ze naar het Koninkrijk leiden, zorgen dat ze niets te kort komen. Eigenlijk zou de titel boven dit schriftgedeelte beter kunnen zijn: de zorgzame leider. Jezus gebruikt het beeld van een dief of rover die de schaapskooi ingaat. Daarmee verweert hij zich tegen de suggestie van de farizeeërs dat hij onrechtmatig binnengedrongen is in de schaapskooi Israël. Hij gedraagt zich niet als een indringer die over de muur klimt, maar meldt zich officieel bij de voordeur: de tempel in Jeruzalem. Het zorgzame leiderschap van de goede herder bewijst zichzelf, ze zullen Hem graag volgen. Een zorgzame leider staat garant voor een volgzame kudde. In de toekomst zal de stem van de goede herder Jezus via de verkondiging van zijn apostelen/discipelen doorklinken tot alle schapen van Gods kudden over de hele wereld. Door het beeld van die zorgzame leider te schetsen weten de discipelen wat hen te wachten staat (zie eerste twee vertellingen van deze week). Het is niet verwonderlijk dat Jezus hier de rovers en dieven op laat draven, het Jodendom kende heel veel valse profeten en leiders die zich maar al te graag opwierpen als toegangspoort tot God. Jezus noemt zichzelf niet de deur tot de schapen, maar de deur voor de schapen. In het eerste geval zou het betekenen dat menselijke herders alleen via de deur JeLevend Water – groep 5
zus toegang tot hun kudde kunnen krijgen. In het tweede geval zijn het de schapen zelf die door Jezus als de deur binnengaan. Zoals de poorten van Jeruzalem toegang geven tot de stad, zo is Jezus de toegang tot het Koninkrijk van de hemel. Jezus is een herder zoals een herder hoort te zijn, iemand die zijn schapen kent en die bereid is zijn leven voor hen op te offeren. Iets wat ook daadwerkelijk met Jezus zal gebeuren. Maar ook na zijn dood wil Jezus zijn zorgzaam leiderschap voortzetten. Dat kan doordat Hij uit het graf is opgestaan. De stervende herder geeft het leven aan zijn schapen.
Afsluiting van de les Vraag de leerlingen wat zij het mooiste aan een herder vinden. Daarbij doelend op de taken die hij heeft zoals verwoord in deze vertelling.
14
Hoofdstuk 23 Kortsluiting
HOOFDSTUK 23 - DAG 4 KORTSLUITING Lesboek p. 68 & 69 Als een lamp kortsluiting maakt, wil hij niet meer branden. Hij geeft geen licht meer. De discipelen begrijpen Jezus niet wanneer hij hen voorbereidt op zijn lijden en sterven. Zo ontstaat er kortsluiting tussen Jezus en zijn discipelen. Laat de leerlingen in dat ‘licht’ de tekening op deze badzijde uitleggen. Dichterbij Kinderen zijn van nature goed van vertrouwen. Doordat ze goed van vertrouwen zijn schenken ze volwassenen ook snel hun vertrouwen en zijn ze daardoor ook beter in staat God te vertrouwen. Het is dus heel belangrijk hoe volwassenen met dat vertrouwen omgaan. Het thema van deze week is: vertrouwen! Laat de leerlingen eerst voorzichtig omschrijven wat ze zelf precies met vertrouwen bedoelen. Welk gevoel geeft vertrouwen? Vertrouwen ze iedereen? Heb je voor vertrouwen een speciale band met iemand nodig? Kan het gevaarlijk zijn om iemand zonder meer te vertrouwen? Daarna kan er doorgesproken worden over het waarom van het vertrouwen. Maar vooral: waarom vertrouw je op Jezus? Werkboek p. 46 & 47 In het woord vertrouwen zit trouw. Vraag de leerlingen of ze kunnen omschrijven wat dat betekent, trouw (zijn). Vertrouwen heeft ook veel met gevoel te maken. Laat de kinderen daarom eens proberen dat gevoel woorden te geven, door na te denken waarom ze mensen in hun omgeving vertrouwen. Er zijn een aantal voorbeelden genoemd. In het laatste kader kunnen de leerlingen zelf nog de naam van iemand invullen.
Levend Water – groep 5
15
Hoofdstuk 23 Kortsluiting
HOOFDSTUK 24 KEER JE OM!
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4
De twee zonen Lucas 15 : 11 – 32 De opwekking van Lazarus Johannes 11 : 1 – 54 Zacheüs Lucas 19 : 1 – 10 Keer je om! Lesboek p. 70 & 71 Werkboek p. 48 & 49
E&R 291 - Zacheüs E&R 368 - De zonden zijn vergeven! E&R 416 - Alles maakt een kloof
Thema Keer je om! Algemene informatie In deze week wordt een gelijkenis verteld, een wonder en een bezoek van Jezus aan een tollenaar. In de gelijkenis vertelt Jezus aan de luisteraars en zijn discipelen het verhaal van de verloren zoon. Jezus laat in deze gelijkenis zien dat er altijd een weg terug is naar Hem wanneer je berouw hebt van je zonden. God staat altijd klaar om iemand met berouw te ontvangen, zoals de vader in de gelijkeins zijn jongste zoon omarmt wanneer deze thuiskomt. Voor degene die altijd al in Jezus geloven is de boodschap dat ze blij moeten zijn als een zondaar zich bekeert (dit staat voor de oudste zoon uit deze gelijkenis). Vervolgens gaat Jezus naar Betanië toe en wekt Hij Lazarus op uit de dood. Wat een macht van Jezus! In Jericho gaat Jezus op bezoek bij Zacheüs de tollenaar. Alle inwoners van Jericho kunnen zien dat Hij bij Zacheüs naar binnengaat. Jezus is gekomen om datgene wat verloren was te zoeken en te vinden! Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: kunnen leerlingen vertellen wat de gelijkenis van de twee zonen betekent; weten de leerlingen dat Jezus Lazarus kon opwekken uit de dood; weten de leerlingen waarom Jezus bij Zacheüs op bezoek ging; kunnen leerlingen vertellen hoe Zacheüs zijn gedrag verandert. Memoriseertekst (Jezus) de Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was. Lucas 19 : 10 Liederen Psalm 32 Psalm 103 Psalm 116 Levend Water – groep 5
16
Hoofdstuk 24 Keer je om!
HOOFDSTUK 24 - DAG 1 DE TWEE ZONEN Verteltekst Lucas 15 : 11 - 32
blij met dit berouw van de zondaars. Zij gehoorzamen God om te krijgen wat ze willen, niet uit liefde. Volgens de oudste zoon horen goede mensen erbij en de slechte niet. Volgens de jongste zoon horen de progressieve mensen erbij, en niet de belerende en beoordelende mensen. Jezus zegt dat deze twee benaderingen beide fout zijn. De nederigen horen erbij, de trotsen niet. Alleen degene die beseft dat hij het niet verdient erbij te horen, hoort erbij.
Achtergrondinformatie Geef mij het deel van uw bezit waarop ik recht heb: het was in die tijd gebruikelijk dat de bezittingen van een vader bij zijn dood verdeeld werd onder zijn zoons. De oudste zoon kreeg tweederde en de jongste zoon eenderde. Toen de zoon om zijn erfenis vroeg, terwijl zijn vader nog in leven is, zegt hij daarom met deze woorden dat hij zijn vader dood wenste. Ik wil je spullen. Ik wil jou niet. De vader verdeelde zijn vermogen onder hen: hij jaagt niet de jongen het huis uit, maar hij ondergaat de pijn van de afgewezen liefde. Peulen: peulen van de johannesbroodboom. In de tijd van Jezus werden peulen gebruikt als voer voor de varkens en rundvee. Zij werden ook door arme mensen gegeten. Varkens: verboden voedsel in Israël volgens de wet van Mozes (Leviticus 11:7). Ze werden gezien als onreine dieren. Het eten van varkensvlees kon levensgevaarlijke ziekten overbrengen op de mensen. Kuste hem: teken van vergeving. Sandalen: slaven liepen blootsvoets. Schoenen horen bij het uiterlijk van een vrije burger. Gemeste kalf: de Israëlieten waren een gastvrij volk. Daarom werd er in veel huizen een vetgemest kalf achter de hand gehouden voor speciale gebeurtenissen. Het slachten van zo’n kalf was een teken van eer en respect.
Introductie op de les Wat betekent het wanneer je zegt dat een vader en een moeder een kindje verloren hebben? Afsluiting van de les Dit verhaal wordt vaak de verloren zoon genoemd. Was deze zoon echt verloren (link naar introductie). Wat betekent het als je zegt dat de oudste zoon ook een verloren zoon is?
Aandachtspunten De verloren zoon moet als Jood de onreine varkens verafschuwd hebben. Maar het was de enige baan die beschikbaar was. Hij had zo’n honger dat hij wel varkensvoer wilde eten om in leven te blijven. In de ogen van Joden kun je niet dieper zinken. De oudste zoon noemt zijn broer: die zoon van u. Zijn vader wijst hem terecht met de woorden: je broer. Jezus wil met deze gelijkenis laten zien dat de liefde van de vader naar beide zonen uitgaat. De vader is op beide zonen niet boos, maar liefdevol. Jezus zijn Vader is anders dan alle andere vaders: Hij toont emotie, is gul, geeft liefde. Beide zoons willen dingen van hun vader, maar willen niet hun vader zelf. Beide zoons zijn zonder bekering verloren. De jongste zoon staat voor het gedrag van de tollenaars en zondaars: zij keren door boete en berouw terug tot God. De oudste zoon staat voor de wetgeleerden en Farizeeën: zij zijn niet Levend Water – groep 5
17
Hoofdstuk 24 Keer je om!
HOOFDSTUK 24 - DAG 2 DE OPWEKKING VAN LAZARUS Verteltekst: Johannes 11 : 1 - 54
de overledene werd getroost door de aanwezigheid van vele vrienden. Het lichaam wordt dan gewassen. En vervolgens werd het lichaam door velen naar de begraafplaats begeleid. De klaagvrouwen, beroepsklagers, begeleiden de rouwstoet. Het lichaam werd met specerijen gezalfd en gekleed in speciale linnen doeken.
Achtergrondinformatie Betanië: ongeveer 3 kilometer vanaf Jeruzalem. 1 stadie: is 185 meter. Lazarus: de broer van Maria en Martha. Hij heeft Jezus goed gekend. Jezus had een diepe liefde voor Lazarus en zijn zussen. Maar er is verder weinig bekend over wie Lazarus was. Vier dagen: met deze tijdsaanduiding wordt het heel duidelijk gezegd: Lazarus is echt gestorven. Als u hier was geweest: dit is geen verwijt van Martha, maar een blijk van vertrouwen in Jezus macht. Het graf, een spelonk: een grafspelonk is een grafkamer, uitgehouwen in een rots. Van binnen waren er nissen waarin de doden werden gelegd en stenen banken aan de kant waarop rouwklagers de eerste dagen zaten met de graflampjes naast zich. Een grafopening is vaak een halve meter hoog, zodat je moet bukken om naar binnen te gaan. De spelonk was ongeveer 3 meter lang en breed en 2 meter hoog. Voor de spelonk was een soort molensteen als ingang.
Introductie op de les Stel dat je vader heel erg ziek is. Je moeder belt de dokter op en vraagt naar een bepaald medicijn. De dokter wacht drie dagen om het medicijn te geven en je vader is, omdat het zolang duurde, gestorven. Hoe zou jij reageren? Afsluiting van de les Als je ziet dat Iemand een dode kan opwekken dan moet je toch wel in zo Iemand geloven? Waarom gingen niet alle mensen in Jezus geloven?
Aandachtspunten Dit verhaal kun je goed vertellen vanuit het perspectief van een discipel. Leg daarbij de nadruk op de boodschap die Jezus krijgt dat Lazarus ziek is en dat Jezus nog twee dagen wacht om naar hem toe te gaan. Bouw de spanning op door het lange wachten van Jezus totdat Hij bij het graf aankomt. Toen Jezus Lazarus uit de doden had opgewekt gingen veel mensen in Hem geloven, maar dit was ook de aanleiding voor Sanhedrin om plannen te maken om Jezus te doden. En omdat Lazarus de levende getuige is, maken ze ook plannen om hem te doden. Benadruk dat dit grote wonder van Jezus door heel veel mensen is gezien. Jezus wil laten zien dat Hij machtiger is dan de dood en dat bij Hem het eeuwige leven er is. Ook Martha moet inzien dat het eeuwige leven alleen te verkrijgen is door Jezus. Ook zij moet zich bekeren. Vanwege het warme klimaat werden mensen die gestorven zijn op dezelfde dag nog begraven. Dit gebeurt in Israël nu nog steeds. Vanaf het moment van overlijden werd het lichaam niet alleen gelaten. De familie van Levend Water – groep 5
18
Hoofdstuk 24 Keer je om!
HOOFDSTUK 24 - DAG 3 ZACHEÜS Verteltekst Lucas 19 : 1 - 10
Achtergrondinformatie Jericho: deze naam betekent palmstad. Hoofdtollenaar: deze man int de belastingen voor de Romeinen. Hij betaalt pacht aan de Romeinen en daarom mag hij dan de belastingen innen. Om winst te maken moet deze dan meer vragen dan dat zijn pacht is. Bij het innen van geld, maken tollenaars zich vaak schuldig aan overvraging of aan het opleggen van rente aan arme mensen. Deze mensen worden daarom veracht om dit werk. Hij wilde Jezus zien: Zacheüs was niet hoogmoedig. Anders zou hij zich wel gemeld hebben om Jezus te zien en gewoon naar Hem toegelopen zijn. Vijgenboom: Zacheüs, een rijke man, klimt in een boom. Hij is niet bang om uitgelachen te worden. De takken beginnen laag bij de grond. Dus het klimmen in deze boom is gemakkelijk. De grote groene bladeren van deze boom maken dat je je er gemakkelijk in kan verstoppen. In jouw huis verblijven: iedereen weet nu dat Jezus in de stad blijft bij Zacheüs. Hij is het huis van een zondig mens binnengaan: de mensen hadden gelijk. Zacheüs was als tollenaar een zondaar in Israël. Zoon van Abraham: hoogste eretitel voor een Israëliet.
schokkend voor de mensen dat Jezus bij een tollenaar naar binnengaat! Jezus kent Zacheüs bij zijn naam.
Introductie op de les Stel dat Jezus bij jullie in de stad op bezoek is. En je weet dat Hij bij verschillende mensen op bezoek gaat. Maar Hij komt niet bij jou, maar wel bij de ongelovige buurvrouw. Hoe zou jij dat vinden? Afsluiting van de les Waarom zou Jezus ervoor kiezen om naar de buurvrouw te gaan (introductie)? Heb jij het nodig dat Jezus bij jou langskomt? Waarom wel of niet?
Aandachtspunten Je kunt dit verhaal vertellen vanuit het perspectief van Zacheüs of vanuit een vrome Israëliet die toeschouwer is. Jezus gaat naar Jericho toe. Ondertussen heeft hij een blinde bedelaar genezen. De mensen verwachten nu van Jezus heel wat als Hij Jericho binnenkomt. Jezus maakt dan ook het doel duidelijk wat Hij in Jericho gaat doen: de Zoon van de mensen is op aarde gekomen om het verlorene te zoeken en te behouden! Dit is de essentie van het verhaal. Jezus is niet op aarde gekomen om ook het verlorene te zoeken, maar Hij is gekomen om het verlorene te zoeken en te vinden. Jezus gaat bij een zondige man naar binnen, maar de mensen zien niet wat het effect is van Jezus zijn liefde op de tollenaar. Het wonder wat er gebeurt is dat Zacheüs de helft van zijn bezit aan de armen gaat geven en het viervoudige gaat vergoeden voor wat hij iemand afgeperst zou hebben. Jezus trekt eerst de stad door. Iedereen kan dus zien dat Jezus er is en dat Hij het huis van Zacheüs binnengaat. Dit is zeer Levend Water – groep 5
19
Hoofdstuk 24 Keer je om!
HOOFDSTUK 24 - DAG 4 KEER JE OM! Lesboek p. 70 & 71 Zacheüs bekeert zich tot God. Hij laat dat zien doordat hij Jezus vol vreugde ontvangt en doordat hij zijn bezit gaat verdelen onder de armen en aan degenen die hij afgeperst heeft. Ook Jezus laat zien dat Zacheüs zich bekeerd heeft, want hij krijgt de eretitel zoon van Abraham. Naar aanleiding van de kadertekst kun je doorpraten over bekering. Het gaat bij bekering niet om het strikt naleven van de wetten en de geboden, maar God wil juist je hart! Als je je hart aan Jezus geeft en je wilt Hem volgen, dan doe je de dingen die God graag wilt dat je doet uit liefde. En niet omdat het moet of om iets te verdienen. Benoem met kinderen enkele voorbeelden van wat bedoeld wordt met de weg van de regels en de hemel verdienen. Een regel is bijvoorbeeld dat je persé elke zondag twee keer naar de kerk moet gaan, omdat je anders niet in de hemel komt. Het is juist andersom. Omdat je zoveel van Jezus houdt en zoveel over Hem wilt weten en Hem wilt eren ga je twee keer naar de kerk. Matteüs was ook een tollenaar. Na zijn roeping (Matteüs 9:9) richt Matteüs een grote maaltijd aan voor Jezus en tollenaars en zondaars. De Farizeeën maakten daar toen opmerkingen over. Dat was voor Jezus de aanleiding om te prediken dat Hij niet gekomen was om de rechtvaardigen, maar om de zondaren tot bekering op te roepen (Matteüs 9:13). Werkboek p. 48 & 49 Het gesprek gaat tussen Zacheüs en Jezus. De kinderen kunnen opschrijven wat in het boek staat. Maar ze mogen ook iets anders uit het gesprek tussen Zacheüs en Jezus opschrijven.
Levend Water – groep 5
20
Hoofdstuk 24 Keer je om!
HOOFDSTUK 25 DONKERE WOLKEN
Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Zalving Betanië, verraad Judas Johannes 12 : 1 – 8 Matteüs 26 : 6 – 16 Marcus 14 : 1 – 11 Lucas 22 : 1 – 6 Intocht in Jeruzalem, tweede tempelreiniging Matteüs 21 : 1 – 17 Marcus 11 : 1 – 19 Lucas 19 : 29 – 48 Johannes 12 : 12 – 29 Jezus spreekt over zijn dood Ongeloof Johannes 12 : 20 – 50 Donkere wolken Lesboek p. 72 & 73 Werkboek p. 50 & 51
weten de leerlingen van de prachtige intocht en het Hosanna, maar ook van het verdrietige element daar in; hebben de leerlingen ook weet van het feit dat God de Vader opnieuw Zijn stem laat horen en Zijn Zoon bekend maakt!
Memoriseertekst Wie zijn leven veilig wil stellen zal het verliezen, maar wie het in deze wereld wil prijsgeven, zal het behouden en eeuwig leven. Johannes 12: 25 Liederen Psalm 118 Alles wordt nieuw - Palmpasen Alles wordt nieuw - Ballade van een ezel Alles wordt nieuw - Judas
Thema Jezus gaat zich offeren voor zijn volk. Algemene informatie In het vorige hoofdstuk klonk het al door. Jezus is op weg naar de eeuwige stad, maar zal daar moeten lijden en sterven voor zijn volk. Daarom zalft de zus van Lazarus, Maria, haar vriend en Heiland. Zij heeft het goed gehoord, Hij zal sterven. De armen blijven er altijd wel, zegt hij tegen Judas. Judas, die het steeds duidelijker wordt: dit wordt steeds meer leed en schande met rabbi Jezus. Op een ezelsveulen gezeten rijdt Jeruzalem de stad tegemoet. Het volk juicht: Hosanna, de grote zoon van David, Hosanna! Jezus laat zich toejuichen, ook al protesteren de leiders van het volk. Anders zouden de stenen wel gejuicht hebben. Als Koning, Priester en Profeet trekt hij zo de stad binnen, met tranen op zijn wangen over de stad. In de tempel houdt Jezus voor de tweede keer opruiming. De leiders durven opnieuw nog niets, boos als ze zijn dat zelfs de kinderen juichen. Wanneer Jezus een dag later opnieuw in de tempel is en spreekt over zijn naderende einde snappen de toehoorders er niets van. Maar de Vader laat vanuit de hemel Zijn stem horen. De Vader heeft toch duidelijk laten zien wie Zijn Zoon is, en zal dat opnieuw doen! Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: weten de leerlingen dat Jezus bewust sprak over zijn einde op aarde en het waarom daar van; hebben de leerlingen ook geleerd dat Maria Jezus zalfde voor zijn begrafenis;
Levend Water – groep 5
21
Hoofdstuk 25 Donkere wolken
HOOFDSTUK 25 - DAG 1 ZALVING TE BETANIË, VERRAAD VAN JUDAS Verteltekst Johannes 12 : 1 – 8, Matteüs 26 : 6 – 16, Marcus 14 : 1 – 11, Lucas 22 : 1 – 6 Achtergrondinformatie Zes dagen voor Pesach (Joh 12:1): pelgrims gingen vaak, als ze een groot feest in Jeruzalem wilden vieren, weken van te voren op reis. Niet vreemd dat het zes dagen voor het feest al druk is in en rond Jeruzalem. Hoogstwaarschijnlijk gaat het in Johannes en anderzijds in Matteüs en Marcus om dezelfde gebeurtenis. Bij Matteüs en Marcus staat het op een ander tijdstip geplaatst, maar dat is om hier de vrouw op te voeren die Jezus zalfde voor zijn begrafenis. Het evangelie van Johannes is waarschijnlijk van veel latere datum en vermeldt met ere Maria, de zus van Lazarus. Betanië: Huis van de dadels Simon: hij had aan huidvraat geleden, was melaats geweest, maar had natuurlijk wel zijn bijnaam gehouden. Om steeds weer te herinneren aan het wonder van zijn genezing. Kruikje kostbare nardusolie: het had een zeer nauwe hals, druppeltje voor druppeltje kwam de kostbare olie eruit. De olie werd geïmporteerd uit het verre oosten (Himalaya). Door de hals te breken kon Maria het in één keer uitgieten. Hogepriester en tempelwachters: deze mannen zaten ook in het Sanhedrin. Zij geven aan waarde ongeveer 1/3 van wat Maria had uitgegeven voor het zalven.
Jezus alleen maar te gronde kan gaan, deze praat immers over zijn eigen dood. Daar wil hij niet bij horen. Judas kiest daarom een tegenovergestelde weg. Een opmerkelijk feit is dat de leiders er over dachten om Lazarus te doden. Je zou dit vragenderwijs aan de leerlingen kunnen voorleggen waarom men dat wilde. Toch een heel dwaas plan, om iemand die weer levend is geworden opnieuw te gaan doden?
Introductie op de les Neem een paar parfumflesjes mee. Vertel iets over de vorm en de kleine opening of het verstuiven. Waarom is dat? Vanwege de concentratie en de kostbaarheid per keer maar een heel klein beetje. Zo was het ook met de nardusmirre van Maria. Afsluiting van de les Hoe zou jij reageren, als je beste vriend of vriendin je zou verraden?
Aandachtspunten In deze vertelling is het goed om te laten uitkomen, dat Jezus op weg is naar Jeruzalem. Maar Jeruzalem is een tussenstation, ook een dieptepunt, op weg naar zijn hemelse troon. Maria begreep daar een week voor Jezus kruisdood al iets van. Deze vertelling is heel mooi te doen vanuit het perspectief van een van de discipelen. Petrus bijvoorbeeld, die werd heen en weer geslingerd tussen hoop en wanhoop. Immers, Jezus deed zoveel dingen die niet pasten bij een toekomstige koning. Laat ook de rol van Maria goed uitkomen. Zij is een bijzondere vrouw. Ze doet zeer onorthodox, gooit haar haren los, zalft Jezus, een voor de omstanders toch wel hele gekke gebeurtenis. Judas had het helemaal gehad. Hij hoopte waarschijnlijk op iets groots met Jezus. Stel je voor dat Jezus op de troon zou komen, dan zou Judas, als penningmeester, natuurlijk een zeer hoge functie gaan bekleden. Hij gaat nu inzien dat deze rabbi Levend Water – groep 5
22
Hoofdstuk 25 Donkere wolken
HOOFDSTUK 25 - DAG 2 INTOCHT IN JERUZALEM, TEMPELREINIGING Verteltekst Matteüs 21 : 1 – 17, Marcus 11 : 1 – 19, Lucas 19 : 29 – 48, Johannes 12 : 12 – 29
takken op de weg legt en zijn mantel laat overrijden door Jezus. Maar vervolgens ook de tranen van Jezus over Jeruzalem ziet. Op afstand staat toe te kijken hoe Jezus kwaad wordt als Hij weer in de tempel komt. Verschrikt opzij moet vanwege de wegrennende dieren. Maar ook bang wordt van de leiders die zo dreigend op Jezus afkomen. Maar steeds weer Jezus die kalm en rustig blijft. Die geneest en heelt, die antwoorden geeft die meer dan gewone antwoorden zijn, die wijst op de kinderen en de stenen…
Achtergrondinformatie Een jonge ezel: Jezus ging rijdend de stad binnen, dat wekt geestdrift. Vaak mocht in het Oosten alleen de koning rijdend de stad binnengaan. Ieder ander moest naast zijn dier lopen. Zacharia 9:9 profeteert over deze intocht. Het jong volgt zijn moeder, die namen ze dus mee aan een touw. Een ezel is het allereenvoudigste lastdier. Paarden en muilezels waren voor de oorlog. Jezus was een vredevorst, dus op een eenvoudig ezelsjong. Spreidden hun mantels op de weg: bij een vorst legde men tapijten neer. Maar hier had men het er voor over om zijn mantel te laten be(ver)treden. Twijgen van de bomen: bij Jeruzalem groeiden geen palmbomen, dus werd ander groen gebruikt. In Jeruzalem en ook bij Jericho kon je palmtakken kopen. Hosanna: betekent: geef nu heil, of red ons! Komt uit psalm 118. Bij de ontvangst van een vorst was dit de uitroep. Joeg iedereen weg die verkocht en kocht: goedgekeurde offerdieren (door priester) werden voor 100x de gewone prijs verkocht. Er werd dus voor honderdduizenden euro’s winst gemaakt. Rovershol: drie jaar eerder had Jezus dit ook gedaan. Toen noemde hij het nog een handelshuis.
Introductie op de les Wat zou jij doen als de koning of koningin op bezoek zou komen? Afsluiting van de les Hoe zou je reageren als Jezus op een zondagmorgen in de kerk zou zitten?
Aandachtspunten Alle vier evangelisten geven hun eigen verhaal over de geweldige gebeurtenis. Je kunt het beste deze elementen verweven tot één vertelling. Zet de verschillende gebeurtenissen voor jezelf onder elkaar op een papier, dat maakt het overzichtelijk. De gebeurtenissen uit Lucas 19: 40 ev. mogen nadruk krijgen. Het verdriet van Jezus over wat hij profetisch ziet. Ook Matteüs 21: 16 ev. moet benadrukt. Verwijst naar Psalm 8:3. Bijzonder is de tegenstelling tussen intocht en alle hosanna’s en het optreden van Jezus in de tempel. Maar het was wel dezelfde Jezus. Het laat heel goed zien wat de uiteindelijke bedoeling was van Hem. Je zou deze vertelling kunnen doen vanuit een volgeling van Jezus en dan niet specifiek een van de discipelen. Het zou iemand kunnen zijn die door Jezus is genezen van een ernstige kwaal die je aan het begin van de vertelling opvoert. Die ook Levend Water – groep 5
23
Hoofdstuk 25 Donkere wolken
HOOFDSTUK 25 - DAG 3 JEZUS SPREEKT OVER ZIJN DOOD ONGELOOF Verteltekst Johannes 12 : 20 - 50
Achtergrondinformatie Grieken: waarschijnlijk jodengenoten, vereerders van de God van Israël. Ze moesten in de voorhof van de heidenen blijven, mochten niet verder. Dit ogenblijk (27): namelijk dat hij moet lijden en sterven. Laat nu zien hoe groot uw naam is: Jezus bidt niet om verlossing! God laat horen wat hij gedaan heeft met Lazarus en ook zal doen met Jezus. De toehoorders kunnen er niet meer omheen. God roept het zelf vanuit de hemel.
Introductie op de les Neem een paar korenaren van het veld mee (indien mogelijk) en wrijf de korrels eruit. Waar is die korrel voor bestemd? Wat gebeurt als je die korrels gewoon in de kast laat liggen? Ze moeten wel in de aarde om vrucht te dragen. Meel wordt omgezet in suiker en wordt zo voedsel voor de nieuwe plant Afsluiting van de les Wat wilden de mensen in de dagen van Jezus eigenlijk voor een Messias? Waarom was Jezus eigenlijk heel anders? Kun je je een beetje voorstellen hoe je zelf gereageerd zou hebben?
Aandachtspunten Een ingewikkeld verhaal misschien om zo te vertellen. Maar het tweede gedeelte kan ons daarbij goed helpen. Een soort terugblik van Johannes die aan het schrijven is over alles wat hij meemaakte en dit gedeelte is een mooie beschouwing. Je zou je verhaal op die manier kunnen starten. Johannes aan zijn schrijftafel, overdenkt, noteert, nog eens denkt. Maar ook Johannes die opeens weer door Gods Geest zich hele stukken herinnert en uitspraken van Jezus zo opschrijft. En ook door de Geest de profetieën van Jesaja weet te duiden. De vraag van de jodengenoten (Grieken) uit het begin is daarbij de eerste stap. Het wordt niet eens duidelijk of deze mensen uiteindelijk Jezus wel ontmoet hebben. Ook de komende dreiging moet in het verhaal een rol krijgen. Zoveel wat Johannes toen nog niet begreep, maar later viel alles op zijn plek. Zo krijgt ook de stam van God een plaats. Vader laat opnieuw van zich horen. Zoals hij dat gedaan bij de doop in de Jordaan, ook nu aan het eind van Jezus omzwervingen, laat God horen wie deze Jezus is. De intro kan eventueel een plek in het verhaal krijgen. Dan krijgt het nog extra zeggingskracht. De profetie van Jesaja zou je kunnen voorlezen, maar ook op het bord kunnen schrijven. Leg dan zin voor zin uit wat er mee bedoeld wordt. Dat kun je vervolgens weer toelichten vanuit vers 41-44. Sommige leiders die wel geloofden maar er niet voor uit kwamen. Johannes veroordeelt hen hier scherp. Ze waren uit op eer van mensen.
Levend Water – groep 5
Probeer het dus zo dicht mogelijk bij de leerlingen te houden, zonder de boodschap afbreuk te doen.
24
Hoofdstuk 25 Donkere wolken
HOOFDSTUK 25 - DAG 4 DONKERE WOLKEN Leerlingen boek p. 72 & 73 Hoe blij de mensen ook zijn, hoe hard ze ook roepen, Jezus weet wat er zal gebeuren. Over een paar dagen zal hij gegeseld en bebloed, bespot de stad weer uit gaan. De koning zal moeten lijden sterven. Hij ziet ook verder en weet dat dezelfde stad vernietigd zal worden. Mensen zullen zich moeten overgeven aan Hem. Maar hoe zullen ze reageren? God de Vader laat het volk niet in het ongewisse. De mensen in de tempel mogen het zelf van Hem horen. Dit is Gods Zoon. Als oog- en oorgetuigen mogen ze dit doorgeven. Thuis en ook later mogen ze het door vertellen. Wanneer Jezus zit aan de rechterhand van God. Gods stem kunnen we nog steeds horen. Lees het Boek der boeken. Lees de evangeliën en luister naar Gods stem. Het kruikje is gemaakt van dun aardewerk en bedoeld voor dure olie. Ze worden ook nu nog gemaakt. Werkboek p. 50 & 51 Intocht: oplossing: Hosanna, de koning komt. Pagin 51 kan gekleurd worden en de leerlingen kunnen opschrijven waar het over gaat.
Levend Water – groep 5
25
Hoofdstuk 25 Donkere wolken
HOOFDSTUK 26 HET GOEDE NIEUWS
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4
Liederen Liedboek voor de kerken, Gezang 66 – Lofzang van Maria Gereformeerd Kerkboek, Gezang 48 Lofzang van Zacharias E&R 219 - Nu daagt het in het oosten E&R 219 - Een engel zegt Maria aan Liedboek voor de kerken, Gezang 117 Hoe zal ik u ontvangen E&R 292 - Zoon van God en Heer
Je gebed is verhoord Lucas 1 : 5 – 25 Zoon van God Matteüs 1 : 18 – 24 Lucas 1 : 26 – 39 De Heer is genadig Lucas 1 : 39 – 66, 80 Lesboek p. 76 & 77 Werkboek p. 52 & 53
Thema De Heer doet grote dingen. Algemene informatie In de dagen dat de Romeinen over het land Israël regeerden waren er maar weinig mensen die God baden om de komst van de Verlosser. Ze hadden al 400 jaar geen profeet meer gezien in Israël. Veel mensen dachten dat God hen vergeten was. Dat maakte sommige mensen verdrietig. Een van deze mensen was Zacharias, een priester. Hij en zijn vrouw bleven op Gods beloften hopen, zij bleven bidden om de komst van de Messias. En God zou hen nog meer geven: een eigen kind! Een engel komt Zacharias dat goede nieuws brengen, net als een engel het goede nieuws aan Maria bracht. Maar er is nog meer goed nieuws. De zoon van Zacharias zal een profeet worden en het volk klaar maken om de beloofde Verlosser te ontvangen. Als dat geen goed nieuws is!
Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk kunnen de leerlingen: vertellen wie Zacharias en Elisabet zijn; weergeven wat er in de tempel met Zacharias gebeurde; aangeven wat het goede nieuws voor Zacharias was; aangeven wat de taak van de zoon van Zacharias zal zijn; vertellen hoe de geboorte van Jezus aangekondigd werd; aangeven wat het goede nieuws voor Maria was; vertellen waarom de geboorte van Jezus ook goed nieuws voor ons is. Memoriseertekst ‘Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd.’ Lucas 1 : 32
Levend Water – groep 5
26
Hoofdstuk 26 Het goede nieuws
HOOFDSTUK 26 - DAG 1 JE GEBED IS VERHOORD Verteltekst Lucas 1 : 5 – 25
Achtergrondinformatie Een priester was tot zijn 50e jaar priester. Zacharias is ouder als de engel aan hem verschijnt. De regel om te stoppen op je 50e wordt niet meer gehouden. Niet alleen in de voorhof staan biddende mensen. In het hele land zijn de mensen gewend op het uur van het reukoffer te bidden met het gezicht in de richting van Jeruzalem. Reukoffer: het reukoffer wordt 2x per dag gebracht, ’s morgens om 9 uur en ’s middags om 3 uur op het gouden reukofferaltaar in het Heilige. Er worden dan vier lekker ruikende kruiden verbrand. Het reukoffer is een symbool van het gebed. Daarom vormt de verschijning van de engel bij het reukofferaltaar een mooi geheel bij de verhoring van het gebed. De engel Gabriël zegt nog eens duidelijk dat hij Gabriël is. Hij vertelt de woorden van God aan Zacharias. Daarom had Zacharias hem onvoorwaardelijk moeten geloven. Zacharias is uit het boek Daniël op de hoogte met de naam van deze engel. Na de aankondiging heeft Zacharias een jaar lang geen priesterdienst mogen verrichten. Hij kon niet spreken en een priester mocht tijdens het uitoefenen van zijn taak ‘geen gebrek’ hebben.
komst van zijn eigen kind en niet op de komst van de Messias. Zacharias vraagt om een teken. Daarvan lees je meer in de Bijbel. Denk maar aan Abraham, als God hem een zoon belooft. Aan Hizkia (de zonnewijzer), aan Gideon (die er zelfs 2x om vraagt). Zij vragen het echter uit geloof, Zacharias doet het uit ongeloof. Hij krijgt zijn teken, maar heel anders dan hij zich had voorgesteld.
Introductie op de les Vraag de leerlingen of zij wel eens iets gehoord hebben wat ze eerst niet geloofden. Laat ze voorbeelden noemen. Hoe komt het dat je iets niet gelooft? Moet het daarvoor bijzonder zijn? Leg vanuit dit opstapje de link naar het verhaal van Zacharias. Afsluiting van de les Zacharias gelooft de woorden van de engel niet. Is hij daardoor ongelovig? Of is ongelovig zijn iets anders? Praat met de leerlingen
Aandachtspunten God heeft het gebed van Zacharias en Elisabet niet vergeten, maar op Zijn tijd verhoord. Ze zouden geen gewoon kind krijgen, maar een kind met een bijzondere levensroeping. Hun kind zou maar één roeping, een doel in zijn leven hebben: het aankondigen en aanwijzen van de Verlosser. Het kind zou als door een wonder geboren worden en was daarin al een aankondiging van het wonder dat God zelf in de Verlosser naar de mensen toe zou komen. Johannes betekent: God is genadig. God was niet alleen genadig voor Zacharias en zijn vrouw, maar voor het hele volk. Niet alleen vreugde voor Zacharias en Elisabet, maar voor het hele volk. Door het ongeloof van Zacharias kon het volk zich niet op die vreugdevolle komst voorbereiden. Zacharias kon niet meer spreken en zo het goede nieuws doorvertellen. het is de fout van Zacharias geweest dat hij alleen zag op de
Levend Water – groep 5
27
Hoofdstuk 26 Het goede nieuws
HOOFDSTUK 26 - DAG 2 ZOON VAN GOD Verteltekst Matteüs 1 : 18 – 24 Lucas 1 : 26 – 39
heeft. De engel vertelt Jozef het geheim van de geboorte van Jezus. Hij geeft hem ook opdracht met Maria te trouwen en (heel belangrijk) het kind een naam te geven. Uit die naam blijkt het goede nieuws, de Verlosser zal geboren worden. Door die naam ook werkelijk aan het kindje te geven, laat Jozef zien dat hij de woorden van de engel geloofd heeft. Evenals Jozef heeft Maria ook van de engel te horen gekregen dat het kindje de naam Jezus moet krijgen.
Achtergrondinformatie Ondertrouw: dan beloof je elkaar trouw te zijn, met elkaar te trouwen. Je woont echter nog niet bij elkaar, hebt geen seksuele gemeenschap met elkaar. Ontrouw in deze periode staat gelijk aan overspel en moet volgens de Wet van God gestraft worden met steniging (Deut.22:13-21). Scheidbrief: ondertrouw kan alleen door een wettelijke echtscheiding verbroken worden. Jozef wil dat doen dat door het geven van een onderhandse scheidbrief, waarbij geen getuigen aanwezig behoeven te zijn. Door het geven van deze brief laadt Jozef alle verdenkingen en smaad op zich. Het is niet de schuld van Maria dat hij zijn relatie met haar verbreekt. (Deut.24:1-4) Droom: de gewone manier waarop God zich aan mensen openbaart. Zoon van David: Jozef is de wettige erfgenaam van David, als er in die tijd een koning zou zijn zou dat Jozef zijn geweest.
Introductie op de les Laat de leerlingen een euromunt zien (met Ned.beeltenis). Vraag wat op de zijkant te lezen is. ‘God met ons’, dat is de betekenis van de naam Immanuel. Hoe belangrijk is het dat zoiets op een munt staat? Wie is/was Immanuel? Afsluiting van de les Zing na afloop met de leerlingen E&R 292 ‘Zoon van God en Heer der heren’. Vraag de leerlingen waarom u dit lied nu gekozen hebt.
Aandachtspunten Vertel vanuit Maria, laat haar nadenken over de belofte van God van de komst van de Verlosser. Zou hij nog wel komen? Niemand denkt of vraagt er meer om. Hoe zou het worden als de Verlosser zou komen? Verlost van de Romeinen? Vrede en veiligheid? Dan is opeens de engel er; Maria gelooft hem meteen. Het is wonderlijk en goed nieuws tegelijk. Zij krijgt zonder dat ze erom vraagt een teken. Maar dan komt het moeilijkste: hoe moet ze het aan Jozef vertellen? Vertel dan de droom aan Jozef en zijn reactie hierop. Maria gelooft de woorden van de engel direct. Zij ziet onmiddellijk het wonder van genade van God. Haar vraag ’Hoe zal dat gebeuren?’ is niet een vraag uit ongeloof, maar een vraag naar de manier waarop het zal gebeuren. Zodat zij, als het gebeurt, het in geloof mag herkennen. Uit Matteüs blijkt, dat Jozef wel wist dat Maria een kind zou krijgen, maar niet wist wie de vader was. Zelfs Maria had haar geheim niet tegen hem durven vertellen. Jozef wilde Maria niet in het openbaar in opspraak brengen, ‘dat ze het met een ander deed’. Daarom wilde hij in het geheim Nazaret verlaten. Na Maria spreekt God ook tegen Jozef, in een droom. Op zich is dat al een wonder, omdat God vier eeuwen lang gezwegen Levend Water – groep 5
28
Hoofdstuk 26 Het goede nieuws
HOOFDSTUK 26 - DAG 3 DE HEER IS GENADIG Introductie op de les Neem een namenwoordenboek mee. Schrijf een paar namen op het bord (bij voorkeur namen van leerlingen uit de klas) en zoek daar de betekenis van op. Schrijf dit achter de namen. Vertel dat de mensen het vroeger heel belangrijk vonden dat kinderen een naam met een betekenis kregen. Ook dat kinderen de naam van hun vader of opa kregen. Vraag de leerlingen wie dat ook heeft. Tegenwoordig letten de mensen er meer op of de naam mooi klinkt. Begin vanuit dit opstapje met de vertelling.
Verteltekst Lucas 1 : 39 – 66, 80 Achtergrondinformatie Maria gaat na de aankondiging op weg naar haar nicht Elisabet. De afstand van Nazaret naar het bergland van Judea is ongeveer 160 km, een behoorlijke afstand in die tijd. Ongeveer 4-5 dagen lopen. Maria is waarschijnlijk tot de geboorte bij Elisabet gebleven. Elisabet was 6 maanden zwanger toen Maria ging en Maria is daar ongeveer 3 maanden gebleven.
Afsluiting van de les Hoe zou Zacharias het gevonden hebben dat hij niet zijn eigen naam aan zijn kind mocht geven? Welke grote troost zat er voor hem in de naam Johannes?
Aandachtspunten Begin het verhaal met de komst van Maria bij Elisabet. Laat Maria onderweg nog nadenken over de woorden van de engel. Het geeft blijdschap, maar ook verwarring. Wie zal haar geloven? Als ze bij Elisabet binnenkomt hoeft ze niets te zeggen, Elisabet weet het al. Wonderlijk, het goede nieuws is al vooruit gegaan. Vertel daarna de geboorte van Johannes, leg nadruk op het feit dat Zacharias nu eindelijk zelf kan vertellen wat er in de tempel is gebeurd. En wat de taak van zijn zoon zal zijn. Als de engel weggegaan is kan Maria niet meer in Nazaret blijven, ze heeft daar geen rust. Ze wil met haar eigen ogen het teken gaan zien dat de engel haar verteld heeft. En aan wie kan ze haar eigen goede nieuws beter vertellen dan aan Elisabet, die ook een groot wonder heeft meegemaakt. De inwoners van Nazaret zullen haar zeker uitlachen en Jozef zal haar waarschijnlijk verstoten. Als Maria bij haar nicht Elisabet aankomt, beweegt het kind ineens behoorlijk. Op een ongewone manier. Op deze manier profeteert Johannes al in de schoot van zijn moeder van de dingen die komen gaan. Nergens lees je dat Maria eerst aan Elisabet verteld heeft wat er gaat gebeuren. Maria wordt overrompeld door de woorden die Elisabet tegen haar zegt en direct daarna zingt ze een loflied voor de Heer. Nu kan ze voor het eerst aan een ander vertellen wat haar overkomen is. Voor de geboorte van Johannes spraken de mensen in de omgeving over het wonder dat een oude vrouw nog een kind kon krijgen. Na de geboorte van Johannes, toen Zacharias eindelijk kon vertellen wat er in de tempel was gebeurd, waren ze diep onder de indruk. God had eindelijk hun gebed verhoord.
Levend Water – groep 5
29
Hoofdstuk 26 Het goede nieuws
HOOFDSTUK 26 - DAG 4 Lesboek p. 76 & 77 Praat met de leerlingen over de tekening op blz. 76. Wat is erop te zien? Wat valt op? Wat begrijpen ze niet etc. De engel begroet Maria met de woorden “Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.” Waarom zou Maria van deze woorden geschrokken zijn? Het is op zich een prachtige begroetingszin. Maria schrikt dus niet van de engel, maar van de woorden die hij zegt. Vergelijk de woorden ‘De Heer is met je’ met de betekenis van Immanuel ‘God met ons’. Oefen met de leerlingen de woorden ’God is genadig’ in gebarentaal. Werkboek p. 52 & 53 Oplossing blz. 52 Gabriel Elisabet(h) Nazaret(h) Jozef Jezus Johannes Jeruzalem De goede berichten die de leerlingen in hun werkboek op mogen plakken hoeven niet perse met geloof of kerk te maken te hebben. Het kunnen ook gewone alledaagse onderwerpen zijn. Belangrijk is dat de leerlingen leren verwoorden waarom ze iets goed nieuws vinden. Een extra vraag aan de leerlingen zou wel kunnen zijn: ‘Denk je dat God ook blij met dit nieuws is?’
Levend Water – groep 5
30
Hoofdstuk 26 Het goede nieuws
HOOFDSTUK 27 WELKOM!?
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4
Liederen Ere zij God Elly & Rikkert - Engelen Elly & Rikkert - Een koning is geboren Alles wordt nieuw - Als Betlehem geen plaats meer heeft E&R 221 - Het lied van Ster en Woord
Ere aan God Lucas 2 : 1 – 20 Wij willen hem eer bewijzen Matteüs 2 : 1 – 12 Zo ging in vervulling Matteüs 2 : 13 – 23 Lesboek p. 78 & 79 Werkboek p. 54 & 55
Hulpmiddelen Achter de horizon, negen nieuwe kerstverhalen (1999, ISBN 9026609633) Nr. 9 - Waar is de koning der Joden?
Thema Hoort, zegt het voort! Algemene informatie Jezus wordt geboren. Niet in een prachtig paleis of in een warme kamer. Er waren geen drommen mensen die feest vierden. Het lijkt wel of niemand wil weten dat het Licht van de wereld gekomen is. Zou Hij niet welkom zijn? Maar God werkt door. Zijn engelen vertellen het goede nieuws aan de herders. Zij horen het als eerste en gaan direct op weg. Zij brengen een welkom aan de Verlosser. Geen grootst welkom, maar heel bescheiden. Ze brengen alleen zichzelf mee. Het welkom van de wijzen uit het Oosten is veel grootser. Zij komen met dure geschenken. Zo willen ze laten zien hoe een koning welkom wordt geheten! En koning Herodes? Er is maar een ding wat hij wil. Het kindje doden. Het is in zijn ogen niet gewild, het moet sterven. Maar God grijpt in. Het goede nieuws moet nog op zoveel plaatsen gebracht worden. Het welkom begint pas. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk weten de leerlingen: dat Jezus een afstammeling is uit het geslacht van David. dat maar heel weinig mensen het bericht van zijn geboorte geloofden. dat koning Herodes weinig aandacht schonk aan het bericht van de geboorte. dat hij alleen bang was voor zijn eigen positie als koning. waarom de wijzen zulke dure geschenken aan Jezus gaven, dat God zijn Zoon aan het begin van zijn leven beschermt tegen mensen die Hem willen doden. Memoriseertekst De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden. Lucas 2: 20
Levend Water – groep 5
31
Hoofdstuk 27 Welkom!?
HOOFDSTUK 27 - DAG 1 EER AAN GOD Verteltekst Lucas 2 : 1 – 20 Achtergrondinformatie & aandachtspunten In Joodse geslachtsregisters werden vrouwen niet ingeschreven. In de Romeinse daarentegen wel. Er werd namelijk een signalement gegeven van iedereen. Jozef en Maria hadden waarschijnlijk in Betlehem erfgrond en om later aanspraak op deze grond te kunnen maken volgens het Romeinse recht moesten ze zich beiden laten inschrijven. Vandaar ook de komst van Maria naar Betlehem. Zo zou de profetie in vervulling gaan dat de Verlosser in Betlehem geboren zou worden. In de stad van David. Aan hem was die belofte gegeven. Een vroegere naam van Betlehem is Efrata (de vruchtbare). De vermelding dat Jezus in een voederbak is gelegd, is de basis voor de traditie dat Jezus in een stal is geboren. Stallen waren vaak holtes in rotsen, met voederbakken die uitgehakt waren in de rotswand. Het was er donker en vies. Niet direct de omgeving waarin de Joden de Messias verwachten. Jezus is niet alleen Heer van de aarde, maar ook Heer in de hemel. Daarom hebben de engelen ook laten weten hoe blij ze waren met de geboorte van Jezus. Met hun lied brachten de engelen een welkom aan Jezus. De engel van de Heer kwam als eerste om het bericht van de geboorte te vertellen. Deze engel stond bij de herders, in een wolk van heerlijkheid. Op dat moment was God zelf ook aanwezig. Denk bv. aan de verheerlijking op de berg. De engel gaf de herders een teken zonder dat ze er zelf om vroegen. God maakte de geboorte van zijn zoon bekend aan mensen van wie we het niet zouden verwachte. Behorend tot de onderkant van de samenleving. Maar die onderkant reageerde wel. Ze gingen eerst zien (haastig!) en het daarna overal vertellen. Betere herauten had God zich niet voor kunnen stellen. Dat de mensen het niet geloofden lag niet aan de herders. De mensen in de tijd van Jezus hadden hun eigen verwachtingen over de Messias. Ze dachten dat Hij hen zou verlossen uit de greep van de Romeinen. Weer anderen hoopten dat de Messias hen van lichamelijke ziekten zou bevrijden. Jezus genas zieken, hij stichtte een geestelijk Levend Water – groep 5
Koninkrijk, dat kwam allemaal uit. Maar het allerbelangrijkste: vergeving van zonden, kwam niet in hen op. Jezus biedt meer dan politieke of lichamelijke veranderingen. Hij geeft ons een eeuwig leven. De herders brachten de blijde boodschap van wat ze gezien hadden aan de inwoners van Betlehem. Op dat moment waren veel afstammelingen van David in Betlehem. Aan het geslacht van David werd het als eerste verteld. Maar wat hebben ze ermee gedaan?
Introductie op de les Vraag de kinderen of zij de naam van hun vader weten en misschien wel de naam van hun opa. Schrijf van sommige kinderen die namen op het bord. Deze namen kunnen heel ver teruggaan, dan heet het een stamboom. Neem bv. een voorbeeld van een stamboom mee. Vertel dat u vandaag een verhaal vertelt over iemand die nog familie is van David. Weten de leerlingen nog wie David is? Laat de leerlingen vertellen wat ze nog David weten. Afsluiting van de les Vraag de leerlingen hoe zij een belangrijke boodschap bekend zouden maken.
32
Hoofdstuk 27 Welkom!?
HOOFDSTUK 27 - DAG 2 WIJ WILLEN HEM EER BEWIJZEN Verteltekst Lucas 2 : 1 – 12 Achtergrondinformatie & aandachtspunten NB: Vertel het verhaal eens vanuit de positie van een wijze. Laat hem het hele verhaal vertellen. Leg er de nadruk op dat wijzen uit zo’n ver land naar Israël kwamen om de nieuwe koning eer te bewijzen. Het was nogal niet een reis! Ze wisten dat het om een heel belangrijke koning ging. Het eerste bericht over de geboorte van Jezus maakte een heel vreemde omgang om in Jeruzalem terecht te komen. Jezus is in Betlehem geboren, hemelsbreed een paar kilometer bij Jeruzalem vandaan, maar het bericht van zijn geboorte kwam van duizenden km. ver. Jeruzalem is niet meer de koningsstad. Er heersen vreemde koningen. Het is niet belangrijk waar de wijzen precies vandaan komen, het is belangrijker dat ze in Jeruzalem aankomen. De reis over Jeruzalem was helemaal niet nodig geweest. De ster gaat hen immers voor naar het geboortehuis. De wijzen zijn een signaal voor Jeruzalem. Het geboortebericht geeft onrust. Vooral vanwege de reactie van Herodes Met hem schrikt heel Jeruzalem. De mensen schrikken niet van het bericht op zich, maar meer van de verwikkelingen die hieruit voort kunnen komen. De wijzen spreken niet over de Messias. Maar Herodes legt een verband tussen de vraag van de wijzen en de Messiasprofetie. Ze gaan echter voorbij aan de boodschap die daarin besloten ligt. Ze gaan er vanuit dat de geboorte van de Messias veel meer zal opvallen. Niet nederig en onopgemerkt. Herodes ziet geen aanleiding de wijzen te laten begeleiden door soldaten. Blijkbaar heeft hij nog twijfels over de juistheid van het bericht, al vraagt hij hen wel terug te komen. Hij probeert hen wel zo snel mogelijk de stad uit te krijgen, bang als hij is voor een volksopstand naar aanleiding van dit bericht. Hadden de wijzen gewacht tot de volgende dag, dan hadden ze ster waarschijnlijk niet gezien. De afwezigheid van Jeruzalem bij de geboorte is al een voorteken van wat komen gaat: de verwerping van de zoon van God door hoofdpriesters en wetgeleerden. Bij binnenkomst richt de aandacht zich direct op de geboren koning. Zij geven hun koninklijke geschenken aan Hem (boden het kind geschenken aan). Het is een ‘gift Levend Water – groep 5
van God’ zodat Jozef en Maria goed voor Jezus kunnen zorgen (bv. op vlucht naar Egypte) In een droom wordt de wijzen opgedragen niet langs Jeruzalem terug te keren naar huis. Ze gehoorzamen blindelings aan Hem die hen bij Jezus bracht.
Introductie op de les Vraag de kinderen of ze ’s avonds wel eens naar de sterren kijken. Ziet elke ster er hetzelfde uit? Als ze naar de sterren kijken, waar denken ze dan aan? (bv. schepping). Zouden sterren ook iets kunnen vertellen, dingen voorspellen? In de bijbel wordt regelmatig over sterren gesproken (denk bv. aan Abraham die de sterren moet tellen). Vertel de kinderen dat u vandaag een verhaal vertelt waarin sterren een belangrijke rol spelen. Een voorspellende rol, omdat de personen om wie het gaat alleen maar in de voorspellende rol van sterren geloofden. Afsluiting van de les Welk cadeau zouden de leerlingen aan Jezus willen geven?
33
Hoofdstuk 27 Welkom!?
HOOFDSTUK 27 - DAG 3 ZO GING IN VERVULLING Verteltekst Matteüs 2 : 13 – 23 Achtergrondinformatie Na de dood van koning Herodes wordt zijn land verdeeld. Archelaüs (zoon) krijgt het gedeelte waar Jeruzalem in ligt (Judea). Hij doet aan wreedheid niet onder voor zijn vader. Waarschijnlijk was Jozef daarom bang zich in Betlehem te vestigen. Deze plaats lag onder de rook van Jeruzalem. Het feit dat Jozef terug wilde naar Betlehem is misschien mede met het oog op het toekomstig levenswerk van hun zoon. Maar God kiest Nazaret, een klein en onooglijk plaatsje in Galilea, zelfs bekend als het Galilea der heidenen. (Kan uit Nazaret iets goeds komen?) Nazoreeër: dit is geen hoogheidstitel, de Messias zal niet geacht worden. Zo gaan de profetieën in vervulling. Niet afgeleid van Nazaret
Introductie op de les Houd een kort klassengesprek over ‘gehoorzaam zijn; een opdracht uitvoeren’. Hoe ga je daarmee om? Deze opdrachten krijg je van mensen. Stel dat je een opdracht van God krijgt. Hoe zou je reageren?
Aandachtspunten NB: Vertel het verhaal vanuit Jozef. Laat hem vertellen wat hij in zijn droom hoort en hoe hij daarop reageert. Welke actie hij onderneemt. Het gedeelte over de kindermoord kunt u er tussen vertellen door bv. te beginnen met de woorden : …ondertussen in Betlehem… Sluit uw vertelling af door erop te wijzen dat deze schriftgedeeltes telkens afgesloten worden met dezelfde woorden. In het kort worden drie gebeurtenissen verteld die zich afspelen in de eerste jaren na de geboorte van Jezus. Elk van deze gebeurtenissen wordt afgesloten met de woorden: … en zo ging in vervulling wat door de profeet (profeten) gezegd is… Bij twee van de gebeurtenissen speelt een droom, beide keren aan Jozef, een grote rol. In Matteus 1: 24-25 lezen we dat Jozef zijn verantwoordelijkheid als vader aanvaardt. God eert hem als verantwoordelijke persoon. Niet Maria maar Jozef krijgt de opdracht om te vluchten naar Egypte. God laat aan Jozef niet de vrije keus om te vluchten waarheem hij wilde. Er was namelijk een vluchtland dichtbij, het Nabatese rijk aan de overkant van de Jordaan. De weg naar Egypte is langer en moeizamer. Jozef en Maria moeten vluchten naar Egypte. De afstand van Betlehem tot Egypte is meer dan 500 km, een enorme reis. De haat bij Herodes tegen een eventuele troonpretendent was al aanwezig, maar de Levend Water – groep 5
haat tegen God laait op als blijkt dat de magiërs met de noorderzon vertrokken zijn. De moord op de kinderen kan ook een represaillemaatregel zijn tegen de bevolking van Betlehem, omdat zij Jezus gehuisvest hebben. Het is niet onmogelijk dat Jozef vrij snel na het vertrek van de magiërs naar Egypte vertrokken is. De moord op de kinderen is niet nodig geweest om een profetie in vervulling te laten gaan. Het is niet alleen een gehuil om de dood van de kinderen. Het is beter de hele tekst te lezen, waarin vooral gesproken wordt over verdriet om ballingschap. Maar er is hoop: de ballingen zullen terugkeren.
Afsluiting Vraag of de kinderen andere personen uit de Bijbel kennen, die een opdracht van God krijgen (bv. Samuel)
34
Hoofdstuk 27 Welkom!?
HOOFDSTUK 27 - DAG 4
Lesboek p. 78 & 79 Praat met de leerlingen over de tekening op blz. 78. Wat is erop te zien; wat valt op; wat begrijpen ze niet etc. Hoe past deze tekening bij de titel van het hoofdstuk ‘Welkom!?’ maar ook bij het thema ‘Hoort, zeg het voort’. Waarom staat er bijvoorbeeld een uitroepteken en een vraagteken bij het woord Welkom? Is de geboorte van Jezus daarna ook verder verteld? Lees je daarover in de Bijbel? Was Jezus wel welkom? Waarom zijn alleen de herders en de wijzen geweest om Jezus welkom te heten? (zij kregen opdracht). Eer bewijzen Praat door over dit geloofsbegrip. Hoe kun je dat tegenwoordig nog handen en voeten geven? Bijvoorbeeld aan je ouders, leerkrachten. Aan wie bewijs je eer? Aan iedereen, of aan mensen die ‘boven je gesteld’ zijn? Werkboek p. 54 & 55 Oplossing blz. 54: koningskind
Levend Water – groep 5
35
Hoofdstuk 27 Welkom!?
HOOFDSTUK 28 TESTAMENT VAN JEZUS
Dag 1
Dag 2 Dag 3
Dag 4
Liederen Psalm 22 Liedboek voor de kerken, Gezang 356 Breek ons, Heer, het brood E&R 299 - Hij kwam bij ons, heel gewoon Opwekking 237 - Jezus, wij verhogen U
Voorbereiden op het Paasfeest Marcus 14 : 12 – 16 Johannes 13 : 1 – 18 Het laatste avondmaal Matteüs 26 : 20 – 30 Johannes 13 : 21 – 30 In de tuin van Getsemane Matteüs 26 : 30 – 56 Johannes 18 : 1 – 11 Lesboek p. 80 & 81 Werkboek p. 56 & 57
Thema Jezus gaat sterven, maar laat een testament achter. Algemene informatie Deze week gaan de vertellingen over witte donderdag en goede vrijdag. De discipelen bereiden het paasfeest voor zoals Jezus dat graag wil. Op de avond voor zijn sterven houdt Jezus samen met de twaalven zijn laatste avondmaal. Jezus stelt dan het nieuwe verbond van het avondmaal in. Vervolgens gaat Jezus met elf discipelen naar de tuin van Getsemane om te bidden tot zijn Vader. Daar wordt Jezus verraden door een kus van Judas en opgepakt door de soldaten. De elf discipelen vluchten weg. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: kunnen leerlingen vertellen dat Jezus wist dat Judas Hem zou verraden; weten de leerlingen welk testament Jezus achterliet voor Hij ging sterven; weten de leerlingen waar het brood en de wijn bij het avondmaal voor staan; kunnen leerlingen vertellen dat Jezus in de tuin bang was en tot Zijn Vader bad; kunnen leerlingen vertellen dat Jezus het lijden ondergaat, omdat dit de wil van Zijn Vader is; weten de leerlingen dat Judas Jezus verraadde en dat de discipelen op de vlucht gaan. Memoriseertekst En Jezus nam een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker, en allen dronken eruit. Hij zei tegen hen: dit is mijn bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen vergoten wordt. Marcus 14 : 23, 24
Levend Water – groep 5
36
Hoofdstuk 28 Testament van Jezus
HOOFDSTUK 28 - DAG 1 VOORBEREIDEN OP HET PAASFEEST Verteltekst Marcus 14 : 12 – 16, Johannes 13 : 1 – 18
Achtergrondinformatie Feest van het Ongedesemde brood: dit is de dag waarop men de Pascha lammeren slacht. Het is de voorbereidingsdag voor het feest van de ongezuurde broden. Op deze dag moeten de huizen van alle zuurdesem worden gereinigd. Daarom was het een drukke dag: ’s morgens het huis schoonmaken en ’s middags de lammeren slachten en ’s avonds is dan de paschamaaltijd. Het pascha wordt altijd gevierd de op in de maand Nisan op de 14 dag. Direct op het Pascha volgt het feest van het Ongedede ste semde brood. Vanaf de 14 tot de 21 dag at men ongezuurde broden.Omdat het Pascha en het feest van het ongedesemde brood direct achter elkaar vallen worden ze vaak onder de noemer gebracht van het paasfeest. De Joodse Paasdatum is altijd een vaste datum. Daar zal een man die een kruik water draagt: dit moet de discipelen wel opvallen, omdat deze man met een volle waterkruik rechtsomkeert maakt. Wanneer een man zich met een volle waterkruik omdraait op zijn weg, zodra hij de discipelen ziet, en hen voorgaat naar een adres, kunnen ze wel nagaan dat dit niet toevallig is. En wanneer hij ergens binnengaat: dit wijst op een onbekend pand en een onbekende eigenaar. Alles ingericht en waar alles gereedstaat: de zaal is ingericht met tapijten en aanligbedden en is van zuurdeeg gereinigd. Als ik ze niet mag wassen kun je niet bij Mij horen: als Petrus zich nu door Hem de voeten laat wassen, zal hij na verloop van tijd inzien waarom Hij dit deed. Met ongewassen voeten, dus zonder Jezus dienende liefde te accepteren kan aan Petrus geen toegang gegeven worden aan het eeuwige koninkrijk van Jezus. Wie gebaad heeft hoeft alleen nog zijn voeten te wassen: als men de tempel bezocht, nam men vaak eerst een bad als reinigingsritueel. Bij de tempel aangekomen hoefde men alleen nog de voeten te wassen. In geestelijk opzicht was aan deze voetwassing al een proces van zuivering voorafgegaan, de discipelen waren gehoorzaam gebleven aan Gods woord en al loyaal aan Jezus. De voetwassing is geen symbool van reiniging, maar van vernedering en dienstbetoon.
Jezus bereidt zelf de plaats voor waar het Pascha gevierd gaat worden. Hij heeft het tot op het laatste moment verborgen gehouden voor zijn discipelen. Jezus beschermt het tegen verstoringen die ook vanuit de groep zelf komen (Judas). De voetwassing door Jezus brengt de discipelen in grote verlegenheid. Het is ongehoord dat een hogergeplaatste de voeten wast van een lagergeplaatste. Jezus doet dit omdat Hij zijn dienaren wil dienen. Uit liefde voor zij discipelen, neemt Hij een knechtsgestalte aan.
Introductie op de les Jullie hebben vast thuis wel eens een feest gehad; een verjaardagsfeest of trouwfeest. Hoe gingen jullie dat voorbereiden thuis? Wat moest er allemaal gebeuren? Afsluiting van de les Wat kunnen wij leren van de voetwassing van Jezus?
Aandachtspunten Dit verhaal kun je heel goed vertellen vanuit het perspectief van een discipel, van Petrus bijvoorbeeld. Levend Water – groep 5
37
Hoofdstuk 28 Testament van Jezus
HOOFDSTUK 28 - DAG 2 HET LAATSTE AVONDMAAL Verteltekst Matteüs 14 : 12 – 16, Johannes 13 : 1 – 18
zichzelf aan de zijnen. Het avondmaal zal niet meer aan de uittocht uit Egypte herinneren, maar het zal gaan over het lijden en sterven van Jezus. Dit verbond wordt niet meer ingewijd met bloed van lammeren zoals in Egypte, maar met het bloed van Jezus zelf. Het bloed van Jezus zal de gelovigen beveiligen tegen de doodsengel.
Achtergrondinformatie Een van jullie zal Mij uitleveren: Jezus spreekt hier openlijk over het verraad door Judas. Door hier zo openlijk over te spreken laat Jezus zien dat Hij weet wat er komen gaat. Dit bedroefde hen zeer: de reactie van de discipelen op datgene wat Jezus zegt maakt hen bedroefd. Dit laat zien dat ze ook deze lijdensaankondiging niet verwerken en niet aanvaarden. Zij luisteren niet naar wat Jezus moet overkomen, maar ze zijn met zichzelf bezig. Een voor één zeggen ze: ik toch niet?! Jezus stelt niemand gerust. Lofzang: Jezus en de discipelen zingen het Hallel: de psalmen 115-118. Liederen die gaan over de nadering tot Gods tempel Vanaf vandaag zal Ik niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken: Jezus bereidt zich op zijn lijden voor door zich te onthouden van de wijn als teken van vreugde.
Introductie op de les Wie heeft wel eens gezien in de kerk dat het avondmaal werd gevierd? Wat vind jij van hiervan? Wat gebeurt er tijdens het avondmaal? Wat eten en drinken de mensen? Welke woorden spreekt de dominee uit? Afsluiting van de les Sluit deze vertelling net zo af als dat deze maaltijd wordt afgesloten door Jezus en zijn discipelen: Zing de Hallel liederen: psalm 115118.
Aandachtspunten Je kunt dit verhaal goed vertellen vanuit het oogpunt van een discipel die aan tafel zit. Benadruk dat deze discipel niet alles begrijpt van wat Jezus zegt. Jezus verlangt erg naar deze laatste maaltijd voor zijn sterven. Judas zelf heeft nog de moed om te vragen: ik ben het toch niet? Jezus laat Judas zelf rekenschap afleggen van zijn daden door te antwoorden; dat zijn jouw woorden. Voor de andere discipelen kan dit als een onduidelijk reactie lijken, voor Judas zelf is het heel duidelijk. Jezus laat aan Judas merken dat Hij op de hoogte is van zijn plannen De verrader is in het midden van de twaalven, de vertrouwelingen van Jezus. Judas viert samen met Jezus het feest van Gods bevrijding uit de slavernij van Egypte. De verrader is een gast aan Jezus’ maaltijd. De gastheer deelt stukjes vlees of brood uit, gedompeld in de schotel. Hij geeft aan Judas, maar niet alleen aan Judas. Later beseft Johannes dat Judas het eerste een stukje kreeg. Achteraf weten de discipelen dat Jezus niet alleen de kring wist waaruit zijn verrader kwam, maar ook dat Hij de man kende. Maar tijdens de maaltijd is het voor de andere elf discipelen nog niet duidelijk. Brood en wijn worden de symbolen van het sterven van Jezus. Jezus wordt wel overgeleverd, maar geeft tegelijkertijd Levend Water – groep 5
38
Hoofdstuk 28 Testament van Jezus
HOOFDSTUK 28 - DAG 3 IN DE TUIN VAN GETSEMANE Afsluiting van de les De discipelen vluchten weg. Wat hadden ze daarvoor aan de Here Jezus beloofd tijdens het avondmaal?
Verteltekst Matteüs 26 : 30 – 56, Johannes 18 : 1 -11 (Marcus 14 : 26 – 50, Lucas 22 : 29 – 54) Achtergrondinformatie Zal Ik jullie voorgaan naar Galilea: Jezus vertelt nog een keer aan de discipelen dat Hij zal opstaan en dat Hij zelfs de dispielen zal voorgaan. Het gaat hier om de nadruk dat de herder opnieuw zijn schapen zal weiden. Aandachtspunten Deze geschiedenis speelt zich af in de nacht van donderdag op vrijdag. Petrus, Jakobus en Johannes mogen nog dichter bij Jezus zijn als Hij gaat bidden dan de andere acht discipelen. Ze zijn drie kroongetuigen die heel dicht bij bijzondere gebeurtenissen mogen zijn. Ze moeten gedurende het gebed Jezus bijstaan door hun nabijheid en hun wacht. Het gebed van Jezus laat zien dat Jezus niet bang is voor Judas of het Sanhedrin. Jezus bidt tot zijn Vader om te vragen naar Gods wil. Jezus zet zijn eigen wil onder de wil van zijn Vader. Het slapen van de discipelen is opvallend. Hun ogen zijn verzwaard. Hun slaap is niet normaal. Het laat hun onvermogen zien om deze angsten met Jezus te delen. Zij kunnen niet een uur wachthouden op dit ogenblik. De rest van de nacht zullen de discipelen wel wakker zijn. Ook zullen ze als vissers wel gewend zijn om ’s nachts wakker te blijven. Maar door de angst en het gebed van Jezus, door de inhoud van dit uur, worden de discipelen machteloos. Het doel van de kus van Judas aan Jezus is niet om aan de soldaten te laten zien wie Jezus is, maar om een snelle en doeltreffende arrestatie te bewerkstelligen. Judas is bang voor de tegenstand van de andere 11 discipelen. Dus Jezus moet vlug gearresteerd worden. De arrestatie zelf doet de discipelen niet vluchten, maar de bereidheid van Jezus om gearresteerd te worden. De discipelen vluchten weg naar Jezus voorzegging. Introductie op de les Heeft jouw beste vriend of vriendin wel eens aan je gevraagd of je voor hem/haar wilt bidden? Hoe reageer je dan? Of: waarom is dat nog nooit gevraagd?
Levend Water – groep 5
39
Hoofdstuk 28 Testament van Jezus
HOOFDSTUK 28 - DAG 4 Lesboek p. 80 & 81 Linkerpagina Je kunt eerst de illustratie bespreken op deze pagina. Hoe Jezus en de discipelen het Pascha vierden. Hoe Jezus tijdens het avondmaal een andere betekenis aan het Pascha geeft. En vervolgen hoe wij het avondmaal vieren in de kerken. Ook dit gebeurt in diverse kerken op een andere wijze. Maar de tekenen van brood en wijn zijn voor alle (gereformeerde) kerken gelijk. Je kunt ook aan de kinderen de vraag stellen of zij graag het avondmaal zouden willen vieren. Rechterpagina Je kunt met de kinderen doorpraten over wat zij in hun testament zouden kunnen zetten. Dit zou om bezittingen kunnen gaan. Maar je kunt ook in je testament zetten wat er met je lichaam moet gebeuren als je gestorven bent (begraven of cremeren), welke liederen je wilt laten zingen op je begrafenis, wie eventueel je kist zouden moeten dragen enz. Werkboek p. 56 & 57 Spreekt voor zich.
Levend Water – groep 5
40
Hoofdstuk 28 Testament van Jezus
HOOFDSTUK 29 JEZUS IS OPGESTAAN!
Dag 1
Dag 2 Dag 3
Dag 4
Memoriseertekst Hij is niet hier, Hij is uit de dood opgewekt. Lucas 24:6
De kruisiging en dood Matteüs 27 : 33 – 56 Johannes 19 : 17 – 30 De begrafenis Johannes 19 : 38 – 42 Jezus leeft! Johannes 20 : 1 – 18 Marcus 16 : 1 – 11 Jezus is opgestaan! Lesboek p. 82 & 83 Werkboek p. 58 & 59
Liederen Psalm 22 Gezang 14 Gezang 16 Liedboek voor de kerken, Gezang 208 – De Heer is waarlijk opgestaan E&R 100 - Daar juicht een toon, daar klinkt een stem E&R 235 - Buiten de poort heeft Jezus geleden E&R 104 - U zij de glorie Opwekking 469 - Halleluja, Jezus Christus leeft!
Thema Jezus staat na drie dagen op uit de dood! Algemene informatie De eerste dag wordt er verteld over de kruisiging en de dood van Jezus. De kruisiging en de dood overkomen Jezus niet, Hij is geen passief slachtoffer. Hij kiest zelf actief voor het sterven om zo dienstbaar te zijn aan het plan van Zijn Vader. Jezus staat in het middelpunt. Uiteindelijk geeft Hij de geest en eindigt Hij met een triomfkreet: het is volbracht! Op de tweede dag wordt er verteld dat Jezus begraven wordt. Twee volgelingen van Jezus leggen hem in een nieuw graf en zalven hem met mirre en aloë. Ze geven Hem een koninklijke begrafenis. Op de derde dag gaat de vertelling over de opstanding van Jezus en zijn verschijning aan Maria Magdalena. De vrouwen en de discipelen reageren eerst vol ongeloof op de verdwijning van het lichaam. Ze moeten eerst Jezus zien en dan pas gaan ze geloven. Jezus maakt aan Maria meteen duidelijk dat Hij niet teruggekomen is om op de aarde te blijven, maar dat Hij op weg is naar het huis van zijn Vader in de hemel. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: kunnen leerlingen vertellen dat Jezus zelf zijn kruis heeft gedragen en dat Hij het middelpunt van de kruisiging is; kunnen de leerlingen vertellen wat er gebeurde in de tempel en bij het kruis op het moment dat Jezus stierf; kunnen leerlingen vertellen welke rol Josef van Arimatea en Nicodemus hebben gespeeld bij de begrafenis van Jezus; kunnen leerlingen vertellen welke boodschap de engel aan de vrouwen geeft en wat deze boodschap betekent; kunnen de leerlingen vertellen hoe Jezus en Maria elkaar ontmoeten; weten de leerlingen waarom Maria zich niet mocht vastklampen aan Jezus.
Levend Water – groep 5
41
Hoofdstuk 29 Jezus is opgestaan!
HOOFDSTUK 29 - DAG 1 DE KRUISIGING EN DOOD Verteltekst Matteüs 27 : 33 – 56, Johannes 19 : 17 – 30 (Marcus 15 : 22 – 41, Lucas 23 : 33 – 49)
Achtergrondinformatie Hij droeg zelf het kruis: een veroordeelde werd gedwongen om zelf de zware dwarsbalk te dragen, terwijl de verticale kruispaal al op de plaats van executie stond opgesteld. Simon van Cyrene wordt later door de soldaten gedwongen het kruis van Jezus over te nemen. Dit gebeurde toen Simon van het land kwam, dus buiten de stadspoort. Jezus heeft zelf zijn kruis de stad uit gedragen tot buiten de poort. Kruisiging: een erge marteling, gold als een uiterst gruwelijke dood. Op de meegedragen dwarsbalk werd de veroordeelde eerst aan zijn polsen met spijkers vastgenageld. Daarna hees men de dwarsbalk op en bevestigde die aan de gereedstaande paal. Tenslotte werden ook de voeten van de gehangene vastgesnoerd en/of vastgepind. Door de onnatuurlijke houding van het lichaam werd de ademhaling van het slachtoffer bemoeilijkt . Jezus uit Nazaret, koning van de Joden: Jezus wordt door Pilatus omschreven als de nazoreeër: een denigrerende bijnaam die herinnert aan zijn afkomst. Koning Jezus is maar een gewone jood uit Nazaret. Hebreeuws, Latijn en Grieks: Hebreeuws/ Aramees was de volkstaal in Israël, Latijn was de officiële voertaal van de Romeinen, Grieks werd in de hele wereld gesproken. Verdelen zij kleren in vieren: opperkleed, gordel, sandalen, hals- of hoofddoek. Majoraantak: bundel hysopstengels Het is volbracht: geen laatste zucht, maar een triomfkreet!
legt Jezus zijn levenswerk af en legt hij zijn geest in Gods handen. Jezus hangt aan het kruis onder de spot van de mensen; spot van voorbijgangers, spot van de leiders in Jeruzalem, spot van Zijn mede- gekruisigden. Wanneer Jezus sterft en het voorhangsel in de tempel scheurt, ziet de hoofdman van de soldaten in dat dit echt de Zoon van God is die ze gekruisigd hebben! Ook de soldaten die het kruis bewaken zien in dat dit Hij de Zoon van God is. door de aardbeving worden ook vele anderen in Jeruzalem geconfronteerd met de majesteit van Jezus’ dood.
Introductie op de les Heb jij wel eens meegemaakt dat je bespot werd en dat ze je plaagden? Of heb je het wel eens bij een ander gedaan? Afsluiting van de les Schelden doet geen pijn. Zou Jezus geleden hebben onder het schelden?
Aandachtspunten Jezus spreekt een afscheidswoord aan Maria zijn moeder en Johannes, zijn lievelingsleerling. Ze worden door Jezus verbonden als moeder en zoon. Waarschijnlijk is Jozef gestorven. Jezus laat zijn moeder goed verzorgd achter en verbreekt daarmee de familiebanden op aarde. Het is goed om te benadrukken in je vertelling dat Jezus het middelpunt van de kruisiging is, niet Pilatus of de joden. Jezus is geen passief slachtoffer, maar een koning die actief de dood op zich neemt. Jezus bevindt zich in het middelpunt op Golgotha, Hij krijgt de titel koning der joden mee, Jezus draagt de verzorging van zijn moeder over aan zijn vriend. Tenslotte
Levend Water – groep 5
42
Hoofdstuk 29 Jezus is opgestaan!
HOOFDSTUK 29 - DAG 2 DE BEGRAFENIS Afsluiting van de les Bij het begraven van een lichaam in Israël werd het lichaam gezalfd en in linnen gewikkeld. Dat werd dan hard en stijf. Als Jezus opstaat uit de dood, ligt deze cocon van linnen en zalf in het graf. Hoe kun je daarmee laten zien dat de opstanding van Jezus bijzonder is? (Antwoord: linnen niet losgerukt, of kapot gemaakt, maar Jezus is er helemaal uit gekomen. Als het lichaam zou zijn gestolen door de discipelen hadden ze nooit zo’n mooie cocon kunnen achterlaten. Dan hadden ze Jezus met doeken en al meegenomen of het linnen verscheurd.)
Verteltekst Johannes 19 : 38 – 42 (Matteüs 27 : 57 – 66, Marcus 15 : 42 – 47, Lucas 23 : 50 – 56a) Achtergrondinformatie Josef van Arimatea: een rijk en vooraanstaande man. Hij was lid van het stadsbestuur van Jeruzalem. Met zijn rijkdom kon hij Jezus begraven, door zijn positie had hij gemakkelijk toegang tot stadhouder Pilatus. Nieuw rotsgraf: er was nog nooit iemand ingelegd. Het was niet verontreinigd door dood en ontbinding. Voorbereidingsdag: de dag voor de sabbat. En de volgende dag was er een bijzondere sabbat: het Pascha. Mirre:een geurige gomhars van bepaalde Arabische bomen. Het wordt gebruikt om koningen te zalven. Aloë: een aromatische zalf Honderd litra: meer dan 30 kilo. Zulke hoeveelheden werden alleen gebruikt bij de begrafenis van vorsten. Aandachtspunten Deze geschiedenis kun je vertellen vanuit het perspectief van Josef van Arimatea. Jezus wordt op dezelfde dag dat Hij gekruisigd was ook begraven. De Romeinen hadden de gewoonte om gekruisigden na hun dood op de paal te laten hangen, ten prooi aan aasgieren. Het gold als extra straf dat hun lichaam onbegraven bleef. Als regel was het dat op een avond voor feestelijke gelegenheden het lichaam op verzoek van de familie vrijgegeven wordt voor een begrafenis. Na zijn dood wordt Jezus liefdevol verzorgd door twee onderdanen die er nu vooruit komen dat ze van hem houden. Jezus wordt begraven als een vorst! Met een overvloed aan geurige dodenzalf. Het is bij de joden gebruikelijk om het lichaam intact te laten. De twee mannen maken een stevig verband van linnenzwachtels waartussen zij mirre en aloë aanbrengen. Het hoofd wordt met een speciale doek bedekt. Introductie op de les Heb jij wel eens een begrafenis meegemaakt? Kun je vertellen hoe dat is gegaan? (lichaam in een kist, in gewone kleren, begraven in een gat in de grond).
Levend Water – groep 5
43
Hoofdstuk 29 Jezus is opgestaan!
HOOFDSTUK 29 - DAG 3 JEZUS LEEFT! Verteltekst Johannes 20 : 1 - 18, Marcus 16 : 1 - 11 (Matteüs 28 : 1 - 10, Lucas 23 : 56b – 24 : 12)
Achtergrondinformatie ste Op de 1 dag van de week: een nieuwe werkweek is aangebroken op deze zondagmorgen. Hij gaat jullie voor naar Galilea: de engel heeft een boodschap die de vrouwen moeten overbrengen aan de discipelen. Het is eigenlijk een geheime boodschap: Jezus had bij het laatste avondmaal in gezelschap van de 11 discipelen gezegd dat Hij ze zal voorgaan naar Galilea. Niemand kon hier verder van af weten. Maria uit Magdala: Maria komt uit Migdal aan de westoever van het meer van Galilea. Zij hoort tot het groepje vrouwen die Jezus al vanaf zijn tocht door Galilea hadden gevolgd. Jezus had haar bevrijdt van de 7 demonen. Maria was ook bij de kruisiging en bij de begrafenis van Jezus aanwezig. Maria vermoedt dat het lichaam van Jezus na de haastige begrafenis op zijn sterfdag intussen in een ander, nog onbekend, graf is neergelegd. Zag de linnen doeken liggen: het is geen leeg graf, maar een graf waar het lichaam weg is en de lijkdoeken nog liggen. Bij een grafroof zal men de dode wegnemen met lijkkleed en al. Het is niet mogelijk dat je de met zalf doortrokken windsels zomaar van een lijk kan verwijderen. Tuinman: hij heeft als taak het onderhoud en de bewaking van de graven. Rabboeni: een persoonlijk getinte variatie op het woord rabbi. Houd me niet vast: dit is geen verbod om zijn opstandingslichaam aan te raken, want een week later wordt Thomas juist uitgenodigd om de littekens van de kruisiging te betasten. Maria mag zich niet meer aan haar Meester vastklampen, ze moet Hem leren loslaten. Maria mag zich niet vastklampen aan Hem alsof Hij voorgoed is teruggekeerd. Zijn eindbestemming is het huis van zijn Vader en die reis maakt Jezus alleen.
Het is bij Maria en bij de discipelen eerst zien en dan geloven! Jezus roept Maria tot geloof door te laten merken hoe goed Hij haar kent, Hij noemt haar meisjesnaam: Maria! Jezus maakt duidelijk bij Maria dat Hij niet de weg terug, maar omhoog geslagen is. Hij gaat naar zijn Vader in de hemel.
Introductie op de les Ben je wel eens op een kerkhof geweest? Ga daar eens kijken of denk je het eens in. Het is daar helemaal stil en niemand die er op rekent dat de graven open gaan. En dat gebeurde wel op de dag dat Jezus opstond! Afsluiting van de les Jezus opstanding is de belofte van de opstanding van ieder die in Hem gelooft (1 Cor. 15)!
Aandachtspunten Je kunt deze geschiedenis heel goed vertellen vanuit het perspectief van Maria Magdalena. De boodschap dat Jezus is opgestaan dringt maar heel langzaam door. Als de engel tegen de vrouwen vertelt dat Jezus is opgestaan, vluchten ze uit het graf met schrik en ontzetting. Johannes beseft als eerste dat Jezus is opgestaan. Hij gelooft!
Levend Water – groep 5
44
Hoofdstuk 29 Jezus is opgestaan!
HOOFDSTUK 29 - DAG 4 JEZUS IS OPGESTAAN! Lesboek p. 82 & 83 Linkerpagina Naar aanleiding van de illustratie kun je vertellen dat Jezus uit de windsels en de linnen doeken is. Hij zit niet meer vast in een cocon. Zou het lichaam van Jezus gestolen zijn, zoals de Farizeeën beweren dan zouden de windselen ook weg zijn. Maar alles ligt er nog, zoals een cocon, maar Jezus is weg. Als een vlinder zich wil bevrijden uit een cocon moet hij door een heel klein gaatje. Doordat dit zo krap is en hij er zich uit moet wurmen komen er sappen vrij die naar zijn vleugels toe stromen. Deze levenssappen zijn van levensbelang. Daardoor kan de vlinder weg vliegen en in leven blijven. Je kunt een vlinder dus niet helpen door de cocon los te knippen. Dan gaat de vlinder dood. Jezus moest zelf de dood overwinnen, niemand kon Hem daarbij helpen. Doordat Hij het zelf heeft gedaan, kunnen wij redding vinden bij Hem en kunnen wij ook deel uit maken van deze opstanding. Zodat wij later ook het nieuwe leven kunnen krijgen. Rechterpagina Bij vraag 4 (Wat betekent de boodschap voor de discipelen; Hij gaat u voor naar Galilea?) kunnen de kinderen deze vraag alleen goed beantwoorden wanneer je de week voor dit hoofdstuk hebt verteld dat Jezus deze woorden sprak tijdens het laatste avondmaal. Eventueel kun je dit voorlezen uit de bijbel en dan deze vraag stellen (Matteüs 26 : 32). Werkboek p. 58 & 59 Het werkboek bevat open vragen. En een opdracht waarbij de leerlingen de zeven kruiswoorden van Jezus moeten opzoeken.
Levend Water – groep 5
45
Hoofdstuk 29 Jezus is opgestaan!
HOOFDSTUK 30 VOLG MIJ!
Dag 1
Dag 2 Dag 3
Dag 4
Liederen Psalm 84 : 6 - Want God de Heer is goed en mild Psalm18 : 1 - Ik heb U lief van ganser harte, Here Liedboek vd Kerken, Gezang 449 - God, enkel licht
De Emmaüsgangers Lucas 2 Johannes 20 Tomas gelooft het! Johannes 20 : 24 – 29 Wat er gebeurde bij het meer van Tiberias Johannes 21 : 1 – 25 Volg Mij! Lesboek p. 84 & 85 Werkboek p. 60 & 61
Thema Geloof gevraagd! Algemene informatie Na de opstanding uit de dood lijkt het wel of de Here Jezus rustig de tijd neemt om met Zijn discipelen te praten. Wel 40 dagen! Alleen aan zijn meest dichtbije volgelingen verschijnt de Meester. Hij troost hen en vernieuwt hun geloof. Jezus verschijnt aan zijn discipelen op vertrouwde plaatsen, o.a. aan het Meer van Tiberias, terwijl zij hun oude vak beoefenen. Daar spoort Jezus hen aan om niet alleen hun eigen vakkennis toe te passen, maar te luisteren naar Zijn aanwijzingen. Op afstand worden ze daar vanaf de oever aangestuurd, wat typerend zal worden voor Hem…. Doelstellingen Na afloop van dit hoofdstuk: kunnen de leerlingen een aantal plaatsen noemen, waar de Here Jezus na Zijn dood en opstanding verschillende keren aan zijn discipelen en meest nabije volgelingen is verschenen; kunnen de leerlingen uitleggen, waarom Tomas soms ongelovige Tomas genoemd wordt; kunnen de leerlingen vertellen wie de Emmaüsgangers zijn; kunnen de leerlingen uitleggen, wat er bedoeld wordt met: ‘Toen werden hun ogen geopend…’ (Lucas 24 : 31); weten de leerlingen dat de Here Jezus Petrus vergeeft en kunnen ze vertellen, hoe Petrus mee mag bouwen aan Gods Koninkrijk. Memoriseertekst Gelukkig zijn zij, die niet zien en toch geloven. Johannes 21 : 29b
Levend Water – groep 5
46
Hoofdstuk 30 Volg Mij!
HOOFDSTUK 30 - DAG 1 DE EMMAUSGANGERS Verteltekst Lucas 24 : 13 - 49
Introductie op de les Houd een korte bijbelstudie. Kies psalm 22 of 69 of 110 uit en lees deze met de kinderen. Kun je terug vinden, waarom de Here Jezus moest sterven?
Achtergrondinformatie Twee van hen: Kleopas en nog een volgeling van Jezus zijn op weg naar hun eigen huis in Emmaüs. Emmaüs: een dorpje, zo’n 11 km (60 stadiën) van Jeruzalem vandaan, ongeveer 2 uur lopen. De Schriften:Christus is de rode draad die door de Schriften heen geweven is, het centrale thema, dat de Bijbel tot een eenheid maakt. Einde van de dag: Jezus wordt uitgenodigd om in Emmaüs te blijven, omdat het al avond is. In het oosten kent men geen duister, maar wordt het na zonsondergang heel snel donker. Hun ogen werden geopend: God had hen als het ware een blinddoek omgedaan en deze werd nu weggehaald. Maar dan is Jezus ook weg. Vrede: met een vriendengroet begroet Jezus de discipelen, aansluitend op het verhaal van de Emmaüsgangers.
Afsluiting van de les Zing met elkaar een van de psalmen die hierboven staan.
Aandachtspunten Vertel het verhaal tot aan vers 49, daarna volgt het verhaal van hemelvaart al. Stel je voor: het is zondagmiddag. Twee mannen lopen weg uit Jeruzalem, terwijl daar nog feest is vanwege het Pesach. Verwarring en teleurstelling omringt hen: Jezus is er niet meer. Dan mengt een vreemdeling zich in hun gepieker, die van niets weet, noemt hen traag van begrip en neemt hen vervolgens mee door de Heilige Schrift en spant een rode draad van het ene verhaal naar het andere. Het maakt hun harten tot branden! De mannen nodigen deze vreemdeling uit om te blijven, want het is al avond. Schemering kent men in deze gebieden niet echt, het wordt gelijk donker. Vers 30 is belangrijk: Jezus wordt herkend aan het breken van het brood. Maar het moment is snel voorbij en hun Meester is weg. Aan de twee mannen de keus: wat ga je nu doen? Ze kiezen om terug te gaan naar Jeruzalem, waar hun verhaal een aanvulling is op de andere verhalen. De Heer is opgestaan! Hij bekrachtigt dat Zelf door aan Zijn meest nabij volgelingen te verschijnen.
Levend Water – groep 5
47
Hoofdstuk 30 Volg Mij!
HOOFDSTUK 30 - DAG 2 TOMAS GELOOFT HET! Afsluiting Welke zin zegt de Here Jezus, nadat Tomas heeft gezegd: “Mijn Heer, mijn God!” Waarom is dat voor jou en mij een belangrijke zin?
Verteltekst Johannes 20 : 19 - 29 Achtergrondinformatie Ze hadden de deuren afgesloten: dit uit angst voor de Joden. Maar het lichaam van Jezus is anders, getransformeerd, een opstandingslichaam. Hij verschijnt als geest, maar is tastbaar als een sterveling. Vrede zij u: een oude Joodse groet. Het voelt vertrouwd dat Jezus deze groet gebruikt voor Zijn vrienden. Hij blies over hen: vers 22, de adem van Jezus brengt als het ware de Geest in hun lichaam opnieuw tot leven. In het blazen van Jezus vind je een herinnering aan de belofte van de Heilige Geest voor de discipelen, namelijk nieuw leven. De apostelen komen pas tot leven, wanneer ze door Hem worden aangeblazen. Tomas: je zou hem eerder ‘zwaargelovige´ Tomas kunnen noemen: hij wil eerst gegronde zekerheden hebben, eer hij kan geloven. Maar toch gelooft hij Jezus, voordat hij zijn hand op de wond mag leggen. Aandachtspunten Dit verhaal wordt veel vanuit het oogpunt van Tomas verteld. Probeer het eens te vertellen vanuit Petrus of Johannes. Want alle discipelen hebben Tomas op zijn wegblijven aangesproken. De plek waar het zich afspeelt is waarschijnlijk de opperzaal in Jeruzalem. Het is avond, luiken en deuren zijn gesloten uit angst voor de Joden. En toch staat Jezus in hun midden en begroet hen met de vredegroet. Hij geeft hen een opdracht: God zond Mij en nu mag Ik jullie uitzenden. Bij dit alles is Tomas niet, maar hij krijgt het wel te horen! Hij was er bij toen Lazarus uit het graf werd opgewekt door Zijn meester, maar dit kan hij niet verwerken. Hij moet zien en voelen. En dan gebeurt het weer: Jezus verschijnt en nu aan alle discipelen. En Tomas gelooft het! “Mijn Heer, Mijn God!” Introductie op de les Wat is twijfel? Brainstorm met de kinderen over dit woord en laat ze het woord eens uitleggen in een zin, uitleggen waar je aan kunt twijfelen of wanneer je snel twijfelt, wat voel je dan?
Levend Water – groep 5
48
Hoofdstuk 30 Volg Mij!
HOOFDSTUK 30 - DAG 3 WAT ER GEBEURDE BIJ HET MEER VAN TIBERIAS Verteltekst Johannes 21 : 1 - 25
ook meerdere namen voor. Weet je er een paar? Schrijf ze op het bord.
Achtergrondinformatie Hierna: een week na Zijn opstanding verschijnt Jezus aan 5 van Zijn discipelen, terwijl zij aan het werk zijn en hun oude vak als visser beoefenen. Meer van Tiberias: ook wel genoemd: zee van Galilea, zee van Kinnereth (betekent vorm van een harp), meer van Gennesareth. Het meer is ongeveer 10 km groot en zo’n 50 m diep. Het ligt rondom ingesloten door hoge bergen. Een vertrouwde plek voor de discipelen. Discipelen: Simon Petrus, Tomas, Natanael, en nog twee discipelen waarvan 1 Johannes is. Stuurboord: Jezus geeft aanwijzingen vanaf de kant. Maar het net uitwerpen aan de stuurboordkant is niet logisch voor deze ervaren vissers. Aan de rechterkant bevindt zich namelijk het roer.
Afsluiting van de les In tweetallen: vertel aan elkaar, wat je weet van Petrus. In de groep: waarom is het bijzonder, dat Petrus de nieuwe leider is van de discipelen?
Aandachtspunten De discipelen zijn in Galilea, zoals Jezus hen gevraagd had te doen. Ze pakken hun oude beroep van visser weer op, misschien ter ontspanning na een verwarrende en zware tijd. Het verhaal speelt zich vroeg in de morgen af. De vissers zijn de hele nacht druk geweest, maar hebben niks gevangen. Dan klinkt er een stem vanaf de kant, die hen zelfs aanwijzingen geeft! De vakmensen krijgen een tip van een onbekende. Een belangrijk punt, zij weten het zo goed en nu moeten ze luisteren naar een ander. Maar ze doen het en zie het resultaat! Jezus wordt herkend. Johannes merkt het als eerste, maar het is Petrus die op de Here Jezus afgaat, door het water heen. Terwijl de discipelen hun vangst de oever opslepen, zien ze dat er een ontbijt voor hen klaarstaat. Mooi is, dat iedereen weet dat dit de Here moet zijn, maar niemand zegt het. Dan volgt er een werkontbijt. Jezus wil nog een aantal dingen tegen hen zeggen. Aan Petrus vraagt Hij of Petrus echt van Jezus houdt. Jezus wil op hem kunnen bouwen. Zijn naam betekent ook rots. De Meester geeft juist hem een nieuwe taak: leider van de discipelen zijn. Introductie op de les Het meer van Tiberias wordt meerdere keren genoemd in het nieuwe testament. Er bestaan
Levend Water – groep 5
49
Hoofdstuk 30 Volg Mij!
HOOFDSTUK 30 - DAG 4 VOLG MIJ! Lesboek p. 85 & 86 De plaat en de vraag onderaan verwijzen terug naar les 22. Het gesprek kan daarom ook mooi gaan over de verwachtingen van discipelen voordat Jezus ging lijden en sterven en hun verwachtingen na de opstanding. Hun leven stond door deze gebeurtenis volledig op zijn kop. Niet voor niets wilde Tomas eerst zien en dan geloven. Dat kan ook de leerlingen aan het denken zetten. De foto van het meer van Tiberias is ongeveer 100 jaar oud. Laat zien dat door de eeuwen heen de schepen niet veranderd zijn. De dichterbij vraag is mooi om in twee of drietallen te doen. Werkboek bladzijde 60 & 61 De puzzel heeft als antwoord: Jezus leeft. De plaat op de andere pagina kan gekleurd worden. De thuisopdracht leent zich erg goed voor een uitgebreide nabespreking.
Levend Water – groep 5
50
Hoofdstuk 30 Volg Mij!