Stadsenquête Leiden 2002
Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting
Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden. Dit hoofdstuk is gebaseerd op zowel kerncijfers uit de Gemeentelijke Basis Administratie zoals aantal inwoners, sekse, leeftijd en etniciteit, als sociaal-demografische vragen die gesteld zijn in de Stadsenquête, zoals werk, opleiding en inkomen. Ruim vier op de tien Leidenaren heeft hoger onderwijs genoten en eenderde van de bevolking heeft het middelbaar onderwijs afgerond. In Leiden heeft bijna driekwart van de Leidenaren van 18-64 jaar betaald werk voor meer dan twaalf uur per week, 7% studeert, 8% heeft een uitkering en de overige 13% werkt niet of heeft een klein baantje. Van de werkende Leidenaren doet ruim vier op de tien dit in de eigen stad en zes op de tien buiten de stad. In vergelijking met vorig jaar maken de Leidenaren meer gebruik van de auto en minder van de trein om naar hun werk/studie te gaan. Dit jaar is in de Stadsenquête nader ingegaan op de omvang van de feitelijke arbeidsreserve. Dit is het deel van de bevolking van 18-64 jaar dat momenteel niet, of minder dan twaalf uur per week werkt, geen dagstudie volgt en in de toekomst wel (meer) zou willen werken. Na berekening wordt de feitelijke arbeidsreserve in het rapport geschat op 5 a 6% van de Leidse beroepsbevolking. Deze groep mensen (ca. 5000) geeft aan met name interesse te hebben in de gezondheidszorg, administratie, in een winkel, iets met computers, onderwijs en horeca. Vragenlijst A1 Wat is uw leeftijd? _____ jaar A2
Sekse: Man Vrouw
A3
Huishoudsamenstelling: Alleenstaand Twee personen Gezin met thuiswonenende kinderen Alleenstaande ouder met thuiswonende kinderen tot 18 jaar Anders, nl ________________________________
A4
Uit hoeveel personen bestaat uw huishouden, uzelf meegerekend?
A5
Postcode: _ _ _ _
A6
Wat is de hoogste schoolopleiding die u met een diploma heeft afgerond? Geen onderwijs Basisonderwijs (lagere school) Lager beroepsonderwijs (LBO, LTS, LEAO, huishoudschool, etc.) MAVO (vroegere MULO-A) KMBO, leerlingwezen, cursorisch beroepsonderwijs Middelbaar beroeps onderwijs (MBO, MTS, verpleegster, etc.) HAVO/VWO (vroegere MULO-B, HBS, MMS, Gymnasium) HBO (HTS, HEAO, HLS, KMA, PABO, etc.) Wetenschappelijk onderwijs (Universiteit) Anders, nl.________________________________
A7
Verricht u per week gedurende 12 uur of meer betaalde werkzaamheden? Nee, ik verricht geen betaalde werkzaamheden } Heeft u een uitkering? (ww/wao/vut/aow) Nee, ik verricht 1 - 12 uur betaalde werkzaamheden } ja Ja, ik heb betaald werk nee Schoolgaand/studerend Zou u (meer) willen werken? ja, Aan welk soort werk denkt u?
_____ personen
__
_________________________ A10 nee A10
1
Stadsenquête Leiden 2002
A8
Waar werkt/studeert u? Thuis A10 Elders in Leiden Buiten Leiden, nl.:_________________(postcode of anders gemeente invullen) Geen vast werkadres
A9 Hoe verplaatst u zich meestal naar uw werk of studieadres? (Bij meerdere vervoermiddelen: met welk vervoermiddel verplaatst u zich de grootste afstand) Lopend Fiets Snor/bromfiets Motor Auto Bus Trein Overig Nvt A10 In welke klasse valt het gezamenlijk netto (= schoon) inkomen van uw huishouden? Uitkeringen, pensioengelden, alimentatie en dergelijke zijn ook inkomen. Niet meegerekend worden: vakantiegeld, kinderbijslag en huursubsidie. < Euro 700 (Minder dan fl.1.500,-) 701-1100 Euro (fl. 1.501 – 2.500) 1.101-1.400 Euro (fl. 2.501 – 3.100) 1.401- 2.000 Euro (fl. 3.101 – 4.400) 2.001- 2.500 Euro (fl. 4.401 – 5.400) 2.501- 3.000 Euro (fl. 5.401 – 6.400) > 3001 Euro (>fl. 6.401 en meer per maand) Geen antwoord A11 Bent u of is één van uw ouders buiten Nederland geboren? Nee Ja Wie (meerdere antwoorden mogelijk)? Uzelf, in _______________________ Vader, in _______________________ Moeder, in _______________________ Geen antwoord
A14 Heeft u thuis en/of op uw werk/school de beschikking over een PC? Thuis en werk/school Alleen thuis Alleen op werk/school Ergens anders Nee SLOTVRAGEN
A15 Heeft u thuis en/of op uw werk/school de beschikking over internet? Thuis en werk/school Alleen thuis Alleen op werk/school Ergens anders Nee Opmerking: tabellen van vragen A14 en A15 zijn opgenomen in blok D
2
Stadsenquête Leiden 2002
Uitkomsten
In dit hoofdstuk wordt een profiel van de inwoners van Leiden gegeven, gebaseerd op kerncijfers van de afdeling BOA (Beleidsinformatie, Onderzoek en Advies) en de Stadsenquête 2002. Deze laatste cijfers zijn gebaseerd op ruim 3.000 respondenten. Immers de algemene vragen zijn in de verschillende deelenquêtes aan alle respondenten gesteld. In dit hoofdstuk komt een grote verscheidenheid aan algemene onderwerpen aan de orde, te weten het aantal inwoners, de stadsdelen en districten, de bevolking naar sekse en leeftijd, aantal jaren dat Leidenaren in Leiden en de eigen wijk woonachtig zijn, de huishoudsamenstelling, etniciteit, opleidingsniveau, wel of geen betaald werk, het gebruikte vervoermiddel om naar het werk te komen en het huishoudinkomen.
2.1 Aantal inwoners Leiden Leiden heeft op 1 januari 2002 117.183 inwoners. Tabel 2.1: Aantal inwoners Leiden 1981 2001 2002 Bron: GBA Leiden, stand per 1 januari
Inwoners 103.246 117.031 117.183
2.2 Districten Leiden bestaat uit vier stadsdelen (Midden, Noord, Zuid en West) en tien districten. In de bijlage aan het eind van dit rapport is een kaart van Leiden opgenomen. Onderstaande figuur geeft de grootte van de districten naar het aantal inwoners. Qua inwoneraantal is het Bos- en Gasthuisdistrict het grootst, gevolgd door het Roodenburgerdistrict. Grafiek 2.2: Aantal inwoners per district Binnenstad-Zuid
7.829
Binnenstad-Noord Stationsdistrict
14.402 1.936
Leiden Noord
13.450
Roodenburgerdistrict
17.566 19.306
Bos- en Gasthuisdistrict Morsdistrict Boerhaavedistrict
10.844 3.935
Merenwijkdistrict
15.014
Stevenshofdistrict
12.901
Bron: GBA Leiden, stand per 1 januari 2002
3
Stadsenquête Leiden 2002
2.3 Sekse en leeftijd Van alle inwoners van Leiden is 49% man en 51% vrouw. Onderstaande tabel geeft de leeftijdsverdeling van de bevolking en vergelijkt deze met vorig jaar. In de Stadsenquête zijn inwoners ondervraagd van 18 t/m 75 jaar. 87.856 Leidenaren vallen in deze leeftijdsgroep. Tabel 2.3: Leeftijdverdeling in Leiden 2001 19% 12% 20% 22% 15% 5% 6% 100% Bron: GBA Leiden, stand per 1 januari 2002
2002 19% 12% 20% 23% 15% 5% 6% 100%
0- 17 jaar 18-24 jaar 25-34 jaar 35-49 jaar 50-64 jaar 65-75 jaar 76 jaar en ouder
2.4 Huishoudsamenstelling Uit de Stadsenquête resulteert dat 20% van de volwassen Leidenaren alleenstaand is. Vier op de tien Leidenaren woont in een gezinshuishouden. Tabel 2.4: Huishoudsamenstelling inwoners 18-75 jaar 2001 Alleenstaand (< 40 jaar) 13% Twee volwassenen (< 40 jaar) 19% Gezin met kinderen (incl eenoudergezinnen) 42% Twee volwassenen (> = 40 jaar) 20% Alleenstaand (> = 40 jaar) 7% 100% Bronnen: Stadsenquêtes Leiden
2002 12% 18% 43% 20% 8% 100%
2.5 Etnische herkomst Een kwart van de bevolking van Leiden is van allochtone afkomst. Dit betekent dat ze zelf (1e generatie) of dat één van beide ouders in het buitenland is geboren (2e generatie). Bij de resultaten van een Stadsenquête kan het interessant zijn om te kijken naar de verschillen in resultaten tussen autochtonen en allochtonen. Toch moet hierbij opgepast worden, omdat de groep allochtonen zeer divers is. Hierbij kan gedacht worden aan het verschil tussen de 1e en 2e generatie, maar vooral aan de verschillen naar het land van herkomst. Tabel 2.5: Etnische herkomst van de inwoners Leiden 2001 Nederland 76% Marokko 4% Turkije 2% Suriname 2% Aruba/Nederlandse Antillen 1% Westerse landen 9% Overige landen 7% 100% Autochtoon Allochtoon 1e generatie Allochtoon 2e generatie
76% 14% 10% 100%
2002 75% 4% 2% 2% 1% 9% 8% 100% 75% 15% 10% 100%
Bron: GBA Leiden, stand per 1 januari
4
Stadsenquête Leiden 2002
2.6 Opleiding Onderstaande tabel geeft het opleidingsniveau van de Leidenaren van 18 tot en met 75 jaar. In deze paragraaf is het opleidingsniveau ingedeeld in vier groepen: lager onderwijs I, lager onderwijs II, middelbaar onderwijs en hoger onderwijs. Tabel 2.6a: Opleidingsniveau Leidenaren 1. Lager onderwijs I:
2001 1% 5% 10% 9% 1% 14% 13% 19% 26% 100%
Geen onderwijs Basisonderwijs LBO MAVO KMBO, leerlingwezen, CBO MBO HAVO/VWO HBO Wetenschappelijk onderwijs
2. Lager onderwijs II: 3. Middelbaar onderwijs
4. Hoger onderwijs:
2002 1% 3% 12% 10% 1% 15% 17% 20% 22% 100%
Bronnen: Stadsenquêtes Leiden
Relatief wonen de meeste volwassen Leidenaren met een hogere opleiding in de Binnenstad, het Roodenburgerdistrict en de Merenwijk, terwijl in Leiden Noord en de Stevenshof relatief veel burgers met een lagere opleiding wonen. Grafiek 2.6b: Opleiding naar district (excl. Stationsdistrict en Boerhaavedistrict vanwege te weinig waarnemingen) 26%
Totaal
33%
11%
Binnenstad-Zuid
36%
17%
Binnenstad-Noord
42%
53%
32%
50%
44%
Leiden Noord
29%
23%
Roodenburgerdistruct
27%
Bos- en gasthuisdistrict
34%
Morsdistrict
34%
50% 30%
0%
31%
34%
47%
44%
Stevenshofdistrict
36%
34%
19%
Merenwijkdistrict
27%
34%
25% Lager
22%
50% Middelbaar
75%
100%
Hoger
2.7 Beroepsbevolking en arbeidsreserve De bevolking van 18-64 jaar wordt ook wel de potentiële beroepsbevolking genoemd 1 . Van de Leidse potentiële beroepsbevolking heeft bijna driekwart betaald werk voor meer dan 12 uur per week, 7% studeert, 8% heeft een uitkering en de rest werkt niet betaald of heeft een klein baantje.
1
Meestal wordt de groep 15-64 jaar de potentiele beroepsbevolking genoemd. In de Stadsenquête is echter de groep 15-17 jaar buiten beschouwing gelaten.
5
Stadsenquête Leiden 2002
Tabel 2.7a: Verdeling beroepsbevolking Werkt > 12 uur Studeert Heeft WW/WAO/ABW/VUT-uitkering Geen werk > 12 uur en geen uitkering
73% 7% 8% 13% 100%
De arbeidsreserve bestaat uit de personen van 18-64 jaar die niet of minder dan 12 uur per week werken en ook niet aan een dagstudie met studiefinanciering meedoen. Dit betekent dat 21% van de Leidse beroepsbevolking behoort tot de zogenaamde arbeidsreserve. Echter in de praktijk zal niet iedereen die behoort tot de arbeidsreserve willen of kunnen werken. Om dit te bepalen is aan de mensen behorende tot de potentiële arbeidsreserve gevraagd of ze in de toekomst (meer) zouden willen werken. Gemiddeld zou een kwart van de potentiële arbeidsreserve in de toekomst (meer) willen werken. Dit betekent dat de feitelijke arbeidsreserve 5,5% van de beroepsbevolking bedraagt. Tabel 2.7b: Bepaling arbeidsreserve Heeft WW/WAO/ABW/VUT-uitkering Geen werk > 12 uur en geen uitkering
Potentiele arbeidsreserve 8% 13% 21%
*
Zou (meer) willen werken 28% 26% 27%
=
Feitelijke arbeidsreserve 2% 3,5% 5,5%
De mensen die (meer) zouden willen werken (feitelijke arbeidsreserve) hebben de volgende interesses in soort werk: gezondheidszorg, administratief werk, in een winkel, iets met computers, onderwijs en horeca. 2.8 Waar werken/studeren de Leidenaren? In de Stadsenquête is aan de werkenden en studenten gevraagd in welke plaats ze respectievelijk werken of studeren. Ruim vier op de tien werkt in de eigen stad, 10% werkt in Den Haag, 10% in de Leidse Regio, 8% in Amsterdam /Schiphol/Hoofddorp, 4% in de Duinen Bollenstreek en 4% heeft geen vast werkadres. Tabel 2.8: Waar werken/studeren de Leidenaren 2001 Leiden 46% Den Haag 10% Leidse Regio # Amsterdam/Schiphol/Hoofddorp 9% Duin- en Bollenstreek # Overig 35% 100%
2002 42% 10% 10% 8% 4% 26% 100%
Leidse Regio: Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten, Zoeterwoude, Alkemade Duin- en Bollenstreek: Hillegom, Katwijk, Lisse, Noordwijk, Noordwijerhout, Rijnsburg, Sassenheim, Valkenburg, Voorhout, Warmond
2.9 Vervoermiddel naar het werk/studie In vergelijking met 2001 maken de Leidenaren meer gebruik van de auto en minder van de trein om naar hun werk/studie te gaan. Tabel 2.9a: Vervoermiddel naar werk/studie 2001 Fiets 37% Auto 33% Trein 21% Bus 3% Lopend 3% Motor/bromfiets 3% 100 Bron: Stadsenquêtes Leiden
2002 36% 39% 16% 2% 3% 4% 10%
6
Stadsenquête Leiden 2002
De keuze van het vervoermiddel naar het werk hangt sterk samen met de plaats van het werk. De inwoners van Leiden die in Leidse Regio werken, gaan relatief vaak op de fiets. De mensen die in Den Haag en Amsterdam/Schiphol werken, gaan relatief vaak met de trein. De Duin- en Bollenstreek wordt met name bereikt met de auto. Grafiek 2.9b: Vervoermiddel naar werk Leiden
Leidse Regio
Duin- en Bollenstreek
Den Haag
regio Amsterdam
0%
25%
50% fiets
2.10
auto
bus
75% trein
100%
overig
Inkomen
Net als vorig jaar is ook naar het netto maandelijks inkomen gevraagd. Echter evenals in Stadsenquêtes in andere steden lijkt de inkomensvraag door de komst van de Euro in 2002 foutgevoelig. In alle enquêtes is een aanzienlijke stijging te zien van het gemiddelde inkomen vergeleken met vorig jaar. Omdat het CBS nog geen cijfers heeft aangaande het inkomen van 2002 wordt er gewacht met de publicatie tot volgend jaar.
7