HOOFDSTEDELIJKE PROGRAMMA S

HOOFDSTEDELIJKE PROGRAMMA’S

Collegebesluit van 12/07/2007 houdende de subsidiëring en niet-subsidiëring van begeleidingsprogramma’s 2007-2008

Pagina 1 van 72


Pagina 2 van 72

maatschappelijke vorming burgerzin diversiteit


Pagina 3 van 72


Pagina 4 van 72

IDENTIFICATIEGEGEVENS naam programma Mondiaal en intercultureel leren thema mondiale en interculturele vorming initiatiefnemer Studio Globo vzw in samenwerking met - Kleur Bekennen - Nascholing Brussel - 11.11.11. - Broederlijk Delen - Buurtcentrum Cosmos en buurtwerking La Rosée, Kuregem - De Wereldschool Brussel - vzw Walala (spelotheek met buurtgericht karakter). doelgroep vorm en of type onderwijs: basisonderwijs, secundair onderwijs (ASO, BSO, TSO) deelnemende scholen: 25 basisscholen, 5 secundaire scholen deelnemende leerlingen: 650 tijdstip schooljaar 2007-2008 INHOUDELIJKE GEGEVENS doelstellingen Het project 'Wonen op het Dak' wil een onderwijsleersituatie creëren rond het beter leren omgaan met diversiteit in onze samenleving. Meer concreet wil het project: - een bijdrage leveren tot het beter omgaan met verschillen op het vlak van sociaal-economische achtergrond, sekse en etnische afkomst - kinderen intercultureel competent maken door, werkend vanuit hun eigen leefwereld, op de eerste plaats te komen tot het herkennen van culturele codes - kinderen enkele basisvaardigheden bijbrengen die essentieel zijn voor het positief functioneren in het multicultureel samenleven, vb. codewisseling, flexibiliteit, perspectiefneming Daarnaast wil Studio Globo leerkrachten toerusten om aan de bovenstaande doelstellingen te werken. educatieve activiteiten Het inleefatelier ‘Wonen op het dak’ bestaat uit vier componenten: - een dag vorming in een educatief centrum van Studio Globo voor leerkrachten - na een creatieve aankondiging in de klas nemen de leerlingen, gedurende een halve lesdag, deel aan een simulatiespel in de speciaal ingerichte dakdecors in Studio Globo - een langdurige ICO-werking in de klas opgehangen aan verhalen, geschreven door bekende jeugdauteurs. Bij het verhalenboek en het hele proces in de klas is een handleiding voor de leerkrachten voorzien - naverwerking via internet: Studio Globo organiseert een chat- of newsgroep op wod.studioglobo.be, waarop de kinderen achteraf hun ervaringen kunnen bediscussiëren. De begeleide werkvormen voor het secundair onderwijs bestaan uit een lespakket waarmee de leerkracht zelf een voorbereidingsles of verwerkingsles geeft (duur: 1 lesuur) en een workshop begeleid door


Pagina 5 van 72

educatieve medewerkers van SG (duur: 2 lesuren) in de school zelf. Er wordt in kleine groepjes op een interactieve manier gewerkt met inbreng van multimedia. Er wordt aan de school gevraagd om de werking te kaderen in een groter project/campagne. De begeleide werkvormen zijn bedoeld voor alle richtingen van de derde graad S.O. Studio Globo plant eveneens vormingsdagen voor leerkrachten en voor toekomstige leerkrachten, waarin een versterking van de aandacht voor mondiale en interculturele thema’s in de dagelijkse lespraktijk wordt beoogd. pedagogische omkadering -

-

didactisch materiaal - voor de vorming van de leerkrachten: een visiebrochure ‘Voorbij de kleuren - intercultureel en mondiaal leren in het basisonderwijs’ - voor het educatieve programma met de leerlingen: - het verhalenboek ‘Wonen op het Dak’ met vier verhalen over anders zijn - het lessenpakket ‘Wonen op het Dak’ met verwerking van de verhalenbundel, lessuggesties in een leerkrachtenmap en een bijhorende CD - een webstek www.studioglobo.be educatieve begeleiding - 3 educatieve medewerkers (begeleid door een pedagogische opdrachthouder, verantwoordelijk voor de pedagogische begeleiding van alle afdelingen van Studio Globo) - administratieve ondersteuning - interne en externe structuren voor de kwaliteitsbewaking

BEGROTING inkomsten:

176.600 EUR

uitgaven:

203.220 EUR: 131.390 EUR loonkost, 71.830 EUR werkingskost

gevraagde subsidie: 25.000 EUR: 20.000 EUR loonsubsidie voor een 0,5 VTE met 10 jaar loonanciënniteit, 5.000 EUR werkingssubsidie ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het programma is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context/de VGC-prioriteiten leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken het programma omvat educatieve activiteiten, didactisch materiaal, educatieve begeleiding Opmerking Studio Globo Brussel richt zich ook tot scholen in Vlaanderen. In 2006 bedroeg het bereik van de Brusselse scholen 42% van het totale onderwijsbereik. Deze subsidieaanvraag betreft specifiek het aanbod voor Brusselse scholen. Advies Gunstig advies voor de toekenning van een subsidie. Voorgesteld subsidiebedrag: 25.000 EUR: 23.241 EUR loonsubsidie voor een 0,5 VTE staffunctie met 10 jaar anciënniteit (15.000 regulier, 8.184 social-profit loonsubsidie, 57 EUR social-profit vormingssubsidie), 1.759 EUR werkingssubsidie. Subsidievoorwaarde: afstemming van het onderwijsaanbod en samenwerking met De Wereldschool.


Pagina 6 van 72

IDENTIFICATIEGEGEVENS naam programma Inleefateliers en wereldburgertrajecten voor Brusselse lagere scholen thema mondiale vorming initiatiefnemer De Wereldschool (DWS) vzw in samenwerking met - Initia (filosoferen met kinderen) - Senebel, Alia Fall, platform voor uitwisseling tussen België en Senegal - BOLO (samenwerkingsverband met Bevrijde Wereld en Le Coron) - mogelijke samenwerkingsverbanden met Studio Globo worden onderzocht. doelgroep vorm en of type onderwijs: basisonderwijs deelnemende scholen: alle Brusselse basisscholen kunnen deelnemen deelnemende leerlingen: 126 (in 2006-2007) tijdstip schooljaar 2007-2008 INHOUDELIJKE GEGEVENS doelstellingen DWS wil het inzicht en de actieve inzet van de leerlingen ten aanzien van de Noord- Zuidproblematiek versterken om van hen wereldburgers te maken. De doelstellingen die hiertoe moeten bijdragen zijn sensibilisering, bewustmaking, activering en waarborging: educatieve activiteiten 1. INLEEFATELIERS (OF SEMI-BEGELEIDE TRAJECTEN) Het inleefatelier omvat verschillende stappen: Stap 1: de voorbereiding in de klas De voorbereiding in de klas gebeurt door de leerkracht aan de hand van educatief materiaal van DWS: een koffer met didactisch materiaal, spelborden, foto’s, een video, voorwerpen uit een andere cultuur, een handleiding afgestemd op de eindtermen voor leerkrachten, werkbladen voor de leerlingen. Tijdens de voorbereiding wordt de interesse van de leerlingen gewekt voor de hongerproblematiek, het dagelijkse leven in Senegal, de wereldhandel in voedsel en de herkomst van de producten die in winkels in België te vinden zijn. Stap 2: de inleefdag in Brussel In de voormiddag spelen de kinderen een simulatiespel waarbij zij zich in een andere leefomgeving inleven. Verschillende thema’s komen hierbij aan bod: het familiale leven, handel, cultuur, toerisme, media, en beeldvorming, migratie, gemengd huwelijk, wereldverhoudingen, basisrechten en solidariteit. In de namiddag nemen de leerlingen deel aan verkenningsactiviteiten in Brussel. Zij verkennen hun eigen hoofdstad en doen spelenderwijs veel indrukken op van de stad. Zij maken kennis met bewoners van de Matongé-wijk, ze nemen een kijkje in de vele winkels, kappers- en kledingzaken.


Pagina 7 van 72

Stap 3: de naverwerking Tijdens de naverwerking komen verschillende activiteiten aan bod. De leerlingen worden aangemoedigd om na te denken over de verschillende thema’s. Zij plaatsen hun ervaringen in een ruimer kader. De leerkracht krijgt ook de mogelijkheid om te filosoferen met de leerlingen tijdens drie extra activiteiten die door DWS werden uitgewerkt. 2. WERELDBURGERTRAJECTEN. Een wereldburgertraject is een aaneenschakeling van activiteiten gedurende het hele schooljaar, met als doel bij de leerlingen een mondiaal leerproces op gang te brengen. De activiteiten, die DWS en de leerkrachten begeleiden en/of uitwerken, beogen een geleidelijke bewustmaking van de leerlingen. Met de activiteiten wil men kennis, inzichten, vaardigheden en houdingen stimuleren waardoor de leerlingen zich bewust worden van een snel wijzigende, globale samenleving en waardoor ze zich als actieve wereldburgers leren gedragen. In een wereldburgertraject van DWS is er steeds een uitwisseling tussen Noord en het Zuid. Dit versterkt de wederzijdse betrokkenheid en verbondenheid tussen de leerlingen. pedagogische omkadering -

-

didactisch materiaal - het inleefatelier - de handleidingen voor de inleefateliers educatieve begeleiding educatieve medewerkers begeleiden de scholen


207.967 EUR

uitgaven:

213.735 EUR: 159.000 EUR loonkost, 54.735 EUR werkingskost

gevraagde subsidie: 5.800 EUR loonsubsidie voor een 0,25 VTE lijnfunctie met 2 jaar anciënniteit ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het programma is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context/de VGC-prioriteiten leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken het programma omvat educatieve activiteiten, didactisch materiaal, educatieve begeleiding Opmerking De Wereldschool richt zich ook tot scholen in Vlaanderen. In 2006 bedroeg het bereik van de Brusselse scholen 17 % van het totale onderwijsbereik. Deze subsidieaanvraag betreft specifiek het aanbod voor Brusselse scholen. Advies Gunstig advies voor de toekenning van een subsidie. Voorgesteld subsidiebedrag: 5.800 EUR werkingssubsidie Subsidievoorwaarde: afstemming van het onderwijsaanbod en samenwerking met Studio Globo.


Pagina 8 van 72

IDENTIFICATIEGEGEVENS naam programma Scholierenparlement Brussel thema burgerzin initiatiefnemer Globelink vzw doelgroep vorm en of type onderwijs: SO (ASO, BSO, KSO, TSO) deelnemende scholen: 6-tal scholen deelnemende leerlingen: vrijwillige basis deel)

60-tal (de betrokken leerlingen nemen niet in klasverband, maar op

tijdstip schooljaar 2007-2008 (de meeste activiteiten vinden buiten de schooluren plaats)

INHOUDELIJKE GEGEVENS doelstellingen algemeen - Globelink wil jongeren op een procesmatige wijze (via een lange termijn traject) inzicht geven in mondiale thema’s en politieke besluitvorming - Globelink wil voor jongeren concrete kansen creëren tot inspraak en participatie om de kans tot deelname aan de opbouw van een duurzame samenleving te verhogen - Globelink wil met zijn thema’s nauw aansluiten bij de leefwereld van de jongeren en deze jongerenrealiteit in een mondiaal perspectief plaatsen - Globelink wil de samenwerking tussen verschillende scholen en netten bevorderen (voor het scholierenparlement is een intensieve communicatie tussen de participerende scholen in ieder geval een vereiste) specifiek - mogelijkheden creëren voor jongeren tot verdieping, inspraak en uitspraak over mondiale thema’s - de ontwikkeling van mondigheid en meningsvorming bij jongeren stimuleren - bij het ontwikkelen en aanbrengen van de mogelijkheden tot verdieping, inspraak en uitspraak over mondiale thema’s, het procesmatig werken voorop stellen educatieve activiteiten - het Scholierenparlement is een simulatiespel. De leerlingen kruipen in de huid van een land, een partij, een organisatie of een belangengroep en proberen, spelenderwijze maar ook via studie, lectuur, opvolging van de actualiteit, enz. hun rol zo goed mogelijk te vertolken. Met behulp van het basisdossier en onder begeleiding van de leerkrachten en een educatieve begeleider van Globelink, verdiepen zij zich in een aan de actualiteit gebonden thema met mondiale dimensies - tijdens de openingszitting wordt het jaarthema ingeleid en worden de rollen verdeeld - tijdens vier commissievergaderingen ontwikkelen de leerlingen een eigen visie over het thema. Er worden moties ingediend, besproken, geamendeerd en gestemd - tijdens de slotzitting, die plaatsvindt in de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, vindt een laatste beslissende stemronde plaats. De scholieren krijgen er ook de gelegenheid om hun inzichten te toetsen aan de visie van mensen die dagelijks beroepsmatig met het thema te maken hebben (politici, experten, ...) - een persgroep maakt verslag van de zittingen en publiceert een krantje.


Pagina 9 van 72

pedagogische omkadering -

didactisch materiaal - het achtergrond dossier, participatief tot stand gebracht en aangeboden door Globelink, met de nodige informatie over het thema en de standpunten van de rollen - de website <www.scholierenparlement.be> waar de gegevens van het parlement terug te vinden zijn, waarop de ingediende en goedgekeurde moties kunnen geplaatst worden, waar extra informatie over het thema te vinden is en waar een on-line discussieforum te vinden is - 4 uitgaven van de knipselkrant, een tijdschrift voor en door deelnemers en begeleiding van het Scholierenparlement, met weetjes en extra informatie - een aanbod van relevant videomateriaal, bruikbaar op de zittingen als extra input - een praktische onthaalbrochure voor nieuwe leerkrachtbegeleiders.

-

educatieve begeleiding - een educatieve medewerker begeleidt het Brussels Scholierenparlement - de coördinator van het Scholierenparlement zorgt voor de algemene coördinatie - de leerkrachten van de betrokken scholen begeleiden de leerlingen


180 EUR

uitgaven:

5.050 EUR: 1.950 EUR personeelskost, 3.100 EUR werkingskost

gevraagde subsidie: 4.870 EUR: 1.950 EUR loonsubsidie voor een 0,05 VTE staffunctie met 2 jaar loonanciënniteit, 2.920 EUR werkingssubsidie

ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het programma is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context/de VGC-prioriteiten leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken het programma omvat educatieve activiteiten, didactisch materiaal, educatieve begeleiding Opmerking Globelink organiseert het Scholierenparlement in heel Vlaanderen. Deze subsidie betreft specifiek het Brussels Scholierenparlement. Dankzij de VGC-subsidie nemen de Brusselse scholen gratis deel. Advies Gunstig advies voor de toekenning van een subsidie Voorgesteld subsidiebedrag: 4.500 EUR.


Pagina 10 van 72

muzisch-creatieve vorming


Pagina 11 van 72


Pagina 12 van 72

IDENTIFICATIEGEGEVENS naam programma - Studio’s in het ABC-huis - Kamishibai-trajecten thema muzisch-creatieve vorming en taalvaardigheidseducatie initiatiefnemer Art Basics for Children (ABC) doelgroep vorm en of type onderwijs:

basisonderwijs: - Studio’s: vanaf de derde kleuterklas tot het 6de leerjaar - Kamishibai: tweede en derde graad

deelnemende scholen:

- Studio’s: minstens 5-tal scholen - Kamishibai: 2 scholen

deelnemende klassen:

- Studio’s: 20 klassen - Kamishibai: 2 klassen

deelnemende leerlingen:

- Studio’s: 400 leerlingen - Kamishibai: 50 leerlingen

tijdstip schooljaar 2007-2008

INHOUDELIJKE GEGEVENS doelstellingen STUDIO’S IN HET ABC-HUIS

Een ABC-studio is een interactieve tentoonstelling. De studio bestaat uit speciaal vormgegeven ‘stations’ (werkeilanden) rond alles wat te maken heeft met visuele kunsten, architectuur, dans, film, ... De thema’s zijn sterk uiteenlopend, de studio’s zijn voorzien van geselecteerde boeken, spelmaterialen, geluidsopnames, video’s, cd-roms. De leerlingen worden uitgenodigd voor een zintuiglijke en associatieve ontdekkingstocht doorheen een erg ruim en vaak wisselend aanbod. Al naar gelang de eigen belangstelling en volgens een zelfgekozen ritme kunnen de kinderen de wereld van de kunsten exploreren, om uiteindelijk bij zichzelf en bij de eigen creativiteit uit te komen. KAMISHIBAI-TRAJECT Kamishibai is een traditionele Japanse vertelvorm. Het gaat om een miniscuul theatertje waarin grote tekeningen passen en dat ook kan gemonteerd worden op de bagagedrager van een fiets. Elke tekening geeft een scène weer uit het verhaal. Een verteller verschuift de tekeningen, als ging het om een verstilde animatie-film, en vertelt intussen het verhaal. ABC wil dit uniek mini-theater opnieuw lanceren, als een ode aan de orale verteltraditie. De collectie van ABC bestaat uit ondermeer traditionele Japanse kamishibais, verhalen van Roald Dahl en Janosh, vertellingen van Turkse en Marokkaanse herkomst, verhalen van hedendaagse (Vlaamse) auteurs en illustratoren, … De Kamishibai is een unieke werkvorm om met kinderen op een speelse en aantrekkelijke manier aan de slag te gaan rond taalplezier en leesbevordering. De magie van het kleine theater, de fascinerende wereld van verhalen, de visuele kracht van de tekeningen vergroten de betrokkenheid en ondersteunen de taalopdrachten.


Pagina 13 van 72

educatieve activiteiten STUDIO’S IN HET ABC-HUIS

Een bezoek aan de studio gebeurt in groepjes van maximum zes kinderen onder begeleiding van een ABCgids. Door het werken in kleine groepjes worden de kinderen zeer persoonlijk, bijna individueel, benaderd. De gids stimuleert hierbij de communicatie tussen de kinderen onderling en spreekt de kinderen aan op hun individuele interesses. ABC begeleidt één klas per dag. Een klas blijft een hele dag in de ABC-studio’s. Onder begeleiding van een ABC-gids werken de kinderen een hele dag in de verschillende studioruimtes. Klassen kunnen intekenen om onder begeleiding van de gidsen hun eigen maaltijd te bereiden. ABC zorgt voor een afwisselend menu en voor alle ingrediënten. Regelmatig wordt een specifiek thema behandeld in een themastudio. Net voor de kerstvakantie organiseert ABC een informatiemoment voor leerkrachten en directies. Het is bedoeld als kennismaking met de werking van ABC. KAMISHIBAI-TRAJECT Een kamishibai-traject bestaat uit 8 sessies van een halve dag. Ze worden begeleid door twee ABC-gidsen. Sessie 1 en 2 Kennismaken met de kamishibai, Japan en de Japanse cultuur aan de hand van boeken, internet, de bestaande kamishibai-verhalen. De kinderen luisteren naar verschillende verhalen, verzinnen voor sommige verhalen zelf een einde of een begin en schrijven dat neer, spelen bepaalde scènes na (dramatiseren), creëren zelf een verhaal op basis van kunstreproducties en/of foto’s. De kamishibai maakt deel uit van een orale verteltraditie, in die zin kan de begeleider ook verwijzen naar verschillende culturen waar het vertellen van verhalen een belangrijk gemeenschapsvormend element kan zijn (zoals vb. in Afrika, ...) Sessie 3 en 4 Leerlingen maken een verhaal. Verschillende activiteiten rond associëren, schrijven, vertellen, dramatiseren, komen aan bod. Er wordt in kleine groepjes gewerkt met een extra ABC-gids, zodat alle kinderen aan bod kunnen komen. Sessie 5 Leerlingen maken zelf de bijhorende tekeningen. Er worden technieken gehanteerd waarbij alle kinderen aan alle tekeningen meewerken. Zo wordt het verhaal of verschillende verhalen nog meer resultaat van een groepswerk. Sessie 6 en 7 De leerlingen oefenen een kamishibai-voorstelling. Lezen en vertellen komen hierbij uitgebreid aan bod. Sessie 8 Een toonmoment voor de ouders, grootouders, andere kinderen van de school. pedagogische omkadering -

-

didactisch materiaal - het ABC-huis, de bibliotheek, de studio’s, speel- en werkstations - collectie boeken, educatieve spelmaterialen, dvd’s, video’s, cd-rom’s - het kamishibai-theater, verhalen - ABC ontwikkelde een kamishibai-pakket dat bestaat uit een houten koffer met daarin een theatertje, twee verhalen en een werkboekje met allerlei lessuggesties (een pedagogisch cahier). Een kant-en-klaar pakket om zelf aan de slag te gaan. De koffer dient meteen als verhoog om de kamishibai op te plaatsen en zo goed zichtbaar te kunnen vertellen. De klassen die deelnemen aan een kamishibai-traject kunnen voor 50 EUR een dergelijk pakket aankopen, om ook nadien nog van dit instrument te blijven gebruik maken. educatieve begeleiding - een artistieke leider - een coördinator


Pagina 14 van 72

-

een ploeg opgeleide ABC-gidsen


- Studio’s: - Kamishibai: uitgaven: : - Studio’s: - Kamishibai: gevraagde subsidie: - Studio’s: - Kamishibai:

2.800 EUR 340 EUR 17.156 EUR: 14.400 EUR personeelskost, 2.756 EUR werkingskost 6.282 EUR: 4.800 EUR personeelskost, 1.482 EUR werkingskost 14.356 EUR werkingssubsidie 5.942 EUR werkingssubsidie

ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het programma is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context/de VGC-prioriteiten leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken het programma omvat educatieve activiteiten, didactisch materiaal, educatieve begeleiding Opmerking ABC vraagt eveneens voor de deelname van de Brusselse scholen, een leerlinggebonden subsidie. Advies Gunstig advies voor de toekenning van een subsidie. Voorgesteld subsidiebedrag: 20.300 EUR: 19.486 EUR loonsubsidie voor een 0,5 VTE staffunctie met 2 jaar anciënniteit (15.000 regulier, 4.429 social-profit loonsubsidie, 57 EUR social-profit vormingssubsidie), 814 EUR werkingssubsidie.


Pagina 15 van 72


Pagina 16 van 72

IDENTIFICATIEGEGEVENS naam programma Scholenwerking van de Brusselse Gemeenschapscentra thema muzisch-creatieve vorming; Brusselverkenning; maatschappelijke vorming; taalvaardigheidseducatie initiatiefnemer Commissie Scholenwerking in samenwerking met De commissie Schoolprogrammatie is een samenwerkingsverband tussen 16 Brusselse gemeenschapscentra. Er wordt samengewerkt met verschillende externe instellingen en organisaties. doelgroep vorm en of type onderwijs: basisonderwijs deelnemende scholen: bijna alle Brusselse scholen nemen deel deelnemende klassen: wordt niet aangegeven deelnemende leerlingen: 6.787 (2005-2006) tijdstip schooljaar 2007-2008

INHOUDELIJKE GEGEVENS doelstellingen - organiseren van een schoolprogrammatie met extra aandacht voor kwaliteit en educatieve omkadering. Bij de uitbouw van het programma worden voortdurend linken gelegd tussen de school en de schoolomgeving - leerlingen op een kritische, actieve en confronterende manier kennis laten maken met kunsten cultuuruitingen. educatieve activiteiten De 16 gemeenschapscentra organiseren gedurende het hele schooljaar, een gevarieerd aanbod van activiteiten met betrekking tot verschillende thema’s (totaal +/- 658), voor kleuters en lagere schoolleerlingen van de Brusselse scholen. De scholen maken zelf een keuze uit het ruime aanbod, aansluitend bij de werking van de school en de noden van de leerlingen. Het educatieve luik van de scholenwerking bestaat uit: - educatieve tentoonstellingen - workshops en ateliers - stadswandelingen - educatieve projecten, … pedagogische omkadering -

didactisch materiaal het didactische materiaal wordt door de professionele begeleiders aangeleverd en varieert naargelang de gebruikte werkvorm. Er wordt onder meer gebruik gemaakt van tentoonstellingen, lesmappen, video, …

-

educatieve begeleiding er wordt een beroep gedaan op professionele begeleiding van verschillende educatieve organisaties zoals Artforum, Jeugd en Stad, NCOS, het Kapersnest, …


Pagina 17 van 72

BEGROTING inkomsten: uitgaven:

56.155 EUR 112.351 EUR

gevraagde subsidie: 17.000 EUR

ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het programma is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context/de VGC-prioriteiten leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken het programma omvat educatieve activiteiten, didactisch materiaal, educatieve begeleiding Advies Gunstig advies voor de toekenning van een subsidie. Voorgesteld subsidiebedrag: 16.000 EUR


Pagina 18 van 72

IDENTIFICATIEGEGEVENS naam programma Radio Mus-e thema muzisch-creatieve vorming initiatiefnemer MUS-E Belgium vzw in samenwerking met FM Brussel doelgroep vorm en of type onderwijs: basisonderwijs deelnemende scholen: 4 deelnemende klassen: 4 deelnemende leerlingen: 100 tijdstip schooljaar 2007-2008

INHOUDELIJKE GEGEVENS doelstellingen - een artistiek en educatief open platform creëren waar het zich uitdrukken en de creativiteit centraal staan - werken rond het medium radio in al zijn facetten. Kinderen worden gesensibiliseerd tot meer kritische of bewuste luisteraars. Dit verloopt in twee richtingen: de kinderen worden begeleid als luisteraars maar ook als actieve radiomakers. De kinderen worden uitgenodigd om creatief te werken om zo hun eigen opinies, ideeën, verborgen talenten, vragen enz. te ventileren in verschillende werkvormen - de kinderen leren technieken aan om hun radioprogramma te realiseren. Taalvaardigheid is hierbij een belangrijk onderdeel. Daarnaast leren ze werken met verschillende multimedia - de educatieve begeleiders werken nauw samen met de leerkracht, vertrekkende van de leefwereld van de kinderen en de diversiteit binnen de klas educatieve activiteiten Er worden in vier verschillende Brusselse basisscholen, vier trajecten georganiseerd. De activiteiten lopen per school telkens over een periode van 5 weken. Twee professionele educatieve medewerkers begeleiden elke klas tijdens een traject van 25 uren. De eerste sessies dienen als initiatie en verkenning: het ontstaan en de ontwikkeling van de radio, de invloed van de beeldcultuur, de kracht van muziek, … Er wordt met de kinderen een planning voor de volgende sessies opgesteld. Omdat er vertrokken wordt van de leefwereld van de kinderen, kan de inhoud van de ateliers van klas tot klas verschillen. De begeleiders zorgen wel voor een min of meer vast kader. Ze trachten met de kinderen een eigen ‘mini- uitzending’ in elkaar te steken. Zij bieden werkvormen aan, de inhoud wordt door de kinderen ingevuld. Enkele voorbeelden van werkvormen zijn: een interview, een luisterspel, een jingle, een journaal, een roddelrubriek, enz. Verschillende aspecten komen hierbij aan bod: techniek en gebruik van audiomateriaal (minidiscs, computers, micro’s), taalvaardigheid (zich duidelijk leren uitdrukken, een synthese kunnen maken, intonatie, begrijpend lezen…), communicatievaardigheden opbouwen (contact opnemen met de geïnterviewden, ...), leren werken in groep en afspraken maken, leren luisteren naar elkaar…


Pagina 19 van 72

Als er gewerkt wordt in groepjes van ongeveer 5 kinderen, levert dit vijf verschillende ‘bijdragen’ op voor het programma (van ongeveer telkens een 8-tal minuten), de muziekkeuze kan klassikaal gebeuren. Naargelang de talenten en de keuzes van de kinderen, kunnen de leerlingen ook zelf de muziek spelen en opnemen. De leerkracht wordt actief betrokken bij de ateliers. Tijdens de lessen kan de leerkracht verder werken rond de behandelde thema’s en met de leerlingen de voorbereidingen maken voor de volgende sessie. Als apotheose wordt een bezoek aan FM Brussel georganiseerd. De kinderen krijgen onder de professionele begeleiding van een presentatrice, een algemene rondleiding bij de redactie en de opnamestudio’s. De kinderen mogen zelf een plaatje aankondigen en snuiven zo de sfeer op van de professionele radiowereld. pedagogische omkadering -

didactisch materiaal technische apparatuur wordt te beschikking gesteld door MUS-E Belgium. Tijdens het bezoek aan FM Brussel wordt de professionele studio ter beschikking gesteld van de kinderen

-

educatieve begeleiding 1 coördinator en 3 educatieve medewerkers begeleiden het programma.


3.650 EUR 12.650 EUR (2.500 EUR personeelskost, 10.150 EUR werkingskost)


ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het programma is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context/de VGC-prioriteiten leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken het programma omvat educatieve activiteiten, didactisch materiaal, educatieve begeleiding Advies Gunstig advies voor de toekenning van een subsidie. Voorgesteld subsidiebedrag: 8.000 EUR.


Pagina 20 van 72

IDENTIFICATIEGEGEVENS naam programma TRAM 02: Traject Actieve Mediavorming voor de Brusselse scholen thema actieve mediavorming initiatiefnemer Imagica vzw voor actieve mediavorming in samenwerking met: Bronks en Imagica werken als partnerorganisaties samen door eenzelfde klas te laten deelnemen aan projecten van Bronks en van Imagica doelgroep vorm en of type onderwijs: lager en secundair onderwijs deelnemende scholen: 3 lagere en 3 secundaire scholen deelnemende klassen: 2 per lagere school, 2 tot 4 per secundaire school deelnemende leerlingen: 190 in het lager onderwijs, 140 in het secundair onderwijs tijdstip schooljaar 2007-2008 INHOUDELIJKE GEGEVENS doelstellingen - actieve audiovisuele en multimediavorming voor leerlingen binnen de schoolcontext, tijdens de lesuren en, in overleg met de leerkrachten, aansluitend bij de gewone leerprogramma’s - werken vanuit een globale visie op actieve mediavorming, met als leidraad het toewerken naar een ‘mediavormingscurriculum’ doorheen de basisopleiding van kinderen en jongeren in de lagere en secundaire school - de audiovisuele taalvaardigheid en de multimediageletterdheid van leerlingen stimuleren en ontwikkelen. Mediageletterdheid, met name voor de anderstalige leerlingen koppelen aan taalstimulering en taalvaardigheidsontwikkeling van het Nederlands - leerlingen op een concrete en actieve manier inzichten, vaardigheden en een kritische basishouding bijbrengen omtrent het functioneren van en de omgang met de hedendaagse media educatieve activiteiten Tijdens het schooljaar 2007-2008 wenst Imagica te starten met een trajectwerking met 3 lagere en 3 secundaire scholen. Het basisprincipe van de trajectwerking is dat Imagica een ruim gamma aan methodieken, werkvormen en oefenopdrachten aanbiedt aan de deelnemende scholen, die in overleg met Imagica een op-maat-traject voor de eigen school uittekenen. Een schooltraject bestaat uit een combinatie van: 1) Een opleidingsworkshop (nascholing) voor de leerkrachten (gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap). 2) Begeleidingsworkshops voor de leerlingen. Het medium of de media waarmee gewerkt wordt, welke klas aan welke workshop deelneemt en het programma van elke workshop worden in overleg tussen Imagica vzw en elke deelnemende school uitgetekend. Thema’s worden per workshop ofwel vooraf door de school gekozen ofwel in overleg met de leerlingen bepaald aan het begin van een workshop. De deelnemers aan een workshop zijn in principe altijd een klas of klasgroep. De workshops worden begeleid door Imagica. Voor sommige workshopsessies kunnen de leerkrachten, die de opleidingsworkshop volgden, als cobegeleider optreden.


Pagina 21 van 72

3) Eén van de workshops in elke deelnemende school is het maken van een digitale klaskrant (voor de lagere scholen) of schoolkrant (voor de secundaire scholen). Deze krant is behalve een afzonderlijk deel van het traject ook een drager voor de werkresultaten van de andere workshops, een informatiekanaal en een forum over de werking van de hele schoolgemeenschap, en een logboek voor het hele traject. 4) Imagica onderhoudt een weblog die inkijk biedt in de voortgang van de verschillende trajecten en (een selectie van) een aantal werkresultaten. 5) Toonmomenten: elke school voorziet binnen het eigen traject een toonmoment, bv. gekoppeld aan de opendeurdag van de school. Er is ook een gezamenlijk toonmoment “Cinema Imagica” met de werkresultaten uit de verschillende scholen en trajecten, dat ook een ontmoetingsmoment is tussen alle deelnemers. Voor sommige workshops kan, in overleg met de deelnemende scholen, worden samengewerkt met andere partners, vb. met Bronks. Het concrete traject van elke deelnemende school wordt voor de start van het traject in overleg tussen de school en Imagica vzw bepaald en vastgelegd: welke workshops, met welke media, voor welke klassen, met welke thema’s, in welke relatie tot de lessen en leerinhouden, volgens welke concrete dagplanning, ... De media waarmee in de workshops kan gewerkt worden zijn: fotografie, videofilm, videoreportage, videoboodschap, video-opstel, podcast, hoorspel, animatiefilm, weblog, … pedagogische omkadering -

didactisch materiaal - werkdocumenten voor leerlingen en leerkrachten worden door Imagica gemaakt - voorbeeldmateriaal van bestaande multimediaproducties wordt gezamenlijk door de leerlingen, de leerkrachten en Imagica gekozen en wordt in een kleine schoolmediatheek verzameld - Imagica zorgt voor de nodige multimedia-apparatuur

-

educatieve begeleiding educatieve medewerkers van Imagica zorgen voor de begeleiding


0 EUR 95.676 EUR (80.276 EUR personeelskost, 15.400 EUR werkingskost)

gevraagde subsidie: 95.676 EUR ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het programma is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context/de VGC-prioriteiten leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken het programma omvat educatieve activiteiten, didactisch materiaal, educatieve begeleiding Opmerkingen a. met betrekking tot de subsidie 2006-2007 - aan de toekenning van de subsidie 2006-2007 werden door het College van de VGC enkele subsidievoorwaarden gekoppeld. Enkele subsidievoorwaarden werden vervuld, zij het laattijdig: - alle verslagdocumenten werden ingediend, ook de achterstallige - de Raad van Bestuur werd hersamengesteld


Pagina 22 van 72

- de te subsidiëren projecten 2006-2007 werden zoals gevraagd concreet ingevuld Toch zijn er enkele knelpunten: - op 8 mei 2007 vond een tussentijdse evaluatievergadering plaats. Tijdens deze vergadering bleek dat een deel van de gesubsidieerde projecten 2006-2007, door omstandigheden, niet gerealiseerd werden. Daarom gaf de directie Onderwijs, in overleg met de werkgroep Onderwijs, advies aan het bevoegd collegelid om de subsidie 2006-2007 gedeeltelijk terug te vorderen. - Imagica is nog steeds niet ingegaan op de subsidievoorwaarde om voor VGC-Onderwijs een andere dan de huidige contactpersoon bij Imagica aan te stellen. b. met betrekking tot de subsidieaanvraag 2007-2008 - het concept van het programmavoorstel 2007-2008 is inhoudelijk goed. De uitbouw van een trajectwerking op school is waardevol. Imagica zorgt voor aangepaste werkvormen en methodische begeleiding. De inhoud en de werkwijze wordt in overleg met de betrokken school vastgelegd. Deze werkwijze is positief omdat de school het aanbod van Imagica kan afstemmen op de werking van de school en de thema’s die op school aan bod komen. Toch zijn er enkele knelpunten: - bij het concept van het programmavoorstel 2007-2008 ontbreekt een algemeen kader voor de educatieve begeleiding van de deelnemende scholen door Imagica. Daardoor is het noch voor Imagica, noch voor de school, noch voor de VGC als subsidiënt duidelijk op welke wijze en in welke mate de scholen begeleid zullen worden. Imagica voorziet in de begeleiding van 3 basisscholen en 3 secundaire scholen. De uitbouw van een op-maat-traject geeft echter weinig duidelijkheid over de mate en de wijze van begeleiding van deze scholen en over de besteding van de gevraagde 95.676 EUR subsidie. - de communicatie met Imagica verloopt nog steeds moeizaam en stroef, wat stilaan leidt tot een noodgedwongen situatie van non-communicatie. Het gevolg hiervan is dat de directie Onderwijs tussentijds nog weinig zicht krijgt op het inhoudelijke verloop van de gesubsidieerde projecten en op de besteding van de subsidie. Advies De directie Onderwijs stelt voor om aan Imagica geen nieuwe subsidie toe te kennen, zolang Imagica geen oplossingen biedt om de bovenstaande knelpunten te verhelpen.


Pagina 23 van 72


Pagina 24 van 72

IDENTIFICATIEGEGEVENS naam programma School- en klasconcerten thema muziekeducatie initiatiefnemer Jeugd en Muziek Brussel in samenwerking met - BOZAR-Studios - Muziekinstrumenten Museum (MIM) - verschillende Brusselse gemeenschapscentra - vzw KAMO - VRO/NOB - Europalia doelgroep vorm en of type onderwijs: basisonderwijs en secundair onderwijs deelnemende scholen: alle Brusselse scholen kunnen deelnemen deelnemende leerlingen: 27.500 (15.500 basisonderwijs, 12.000 secundair onderwijs) tijdstip schooljaar 2007-2008

INHOUDELIJKE GEGEVENS doelstellingen Jeugd en Muziek Brussel wenst kinderen en jongeren muzisch te prikkelen ter bevordering van: - kennis van de muziek: genres, instrumenten, bezettingen, componisten, enz - emotionele ontwikkeling: muziek maakt emoties los, muziekbeleving - betekenis en aanleren van ritmes - smaak krijgen in muziek - een rijke interactie opzetten die de taalontwikkeling Nederlands stimuleert educatieve activiteiten Jeugd en Muziek Brussel organiseert voor de Brusselse scholen, afhankelijk van de doelgroep en aansluitend bij de muzische vorming op school, een divers programma met verschillende activiteiten en methodieken, aangepast aan de gediversifieerde Brusselse context: - prikkelende auditieve en sensitieve ervaringen - concerten met een inleiding vooraf of een verteller tussendoor (vb. Ongeveer Schubert) - muzische workshops: hands-on ateliers, zelf muziek maken, … (vb. Creatief musiceren) - voorstellingen, muziektheater (vb. Geen Spijt, de Vikingen) - getuigenissen van muzikanten in de klas (vb. een dag met Steven De Bruyn) - muziek uit verschillende landen, culturen en stromingen - programma’s met een accent op de ontwikkeling van Nederlandse taal (vb. Attakatamoeva, Maandacht, enz.). Sommige programma’s zijn naar keuze ook verbonden aan een mogelijke eindvoorstelling van de leerlingen voor hun ouders, de schoolomgeving, sympathisanten, andere activiteiten vormen een aanloop naar een voorstelling in de vrije tijd waaraan de leerlingen met hun families kunnen deelnemen.


Pagina 25 van 72

Alle activiteiten vinden plaats op school, in een Brussels gemeenschapscentrum of in een Brusselse concertzaal (Bozar, MIM, …) Jeugd en Muziek Brussel zorgt telkens voor de nodige uitleg en voor de muziekbeleving bij de leerlingen. Er worden educatieve bijlagen ter beschikking gesteld van de leerkrachten voor de voorbereiding en de naverwerking van de muziekactiviteiten met de leerlingen. Jeugd en Muziek Brussel maakt zoveel mogelijk gebruik van interactieve methodieken. Jeugd en Muziek Brussel organiseert ook navorming voor leerkrachten (vb. Muziek Op stap projecten). pedagogische omkadering -

didactisch materiaal - muziekinstrumenten - educatieve bijlagen, al dan niet met CD-rom - uitgebreide informatie op de website van Jeugd en Muziek

-

educatieve begeleiding - sprekers, inleiders, vertellers of muzikanten die meer duiding brengen. Zij worden geselecteerd en vaak bijgeschoold door Jeugd en Muziek.


175.000 EUR

uitgaven:

205.000 EUR (70.000 EUR loonkost, 135.000 EUR werkingskost)


ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het programma is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context/de VGC-prioriteiten leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken het programma omvat educatieve activiteiten, didactisch materiaal, educatieve begeleiding Opmerking Jeugd en Muziek vraagt voor de deelname van de Brusselse scholen eveneens een leerlinggebonden subsidie. Advies Gunstig advies voor de toekenning van een subsidie. Voorgesteld subsidiebedrag: 30.000 EUR: 21.222 EUR loonsubsidie voor een 0,5 VTE staffunctie met 6 jaar anciënniteit (15.000 regulier, 6.165 social-profit loonsubsidie, 57 EUR social-profit vormingssubsidie), 8.778 EUR werkingssubsidie.


Pagina 26 van 72

IDENTIFICATIEGEGEVENS naam programma Beeldspraak - Beeldspraak Plus: filmeducatie in Brussel thema filmeducatie initiatiefnemer Jekino Distributie in samenwerking met - Commissie Schoolprogrammatie van de Gemeenschapscentra - Lessen In Het Donker doelgroep vorm en of type onderwijs: basisonderwijs, secundair onderwijs, tijdens het Europees Filmfestival van Brussel is er ook een aanbod voor studenten hoger onderwijs deelnemende scholen: alle Brusselse scholen kunnen deelnemen deelnemende leerlingen: in 2005-2006 werden 5.991 leerlingen bereikt tijdstip schooljaar 2007-2008

INHOUDELIJKE GEGEVENS doelstellingen - kinderen laten kennismaken met film als volwaardig cultuurproduct - kinderen en jongeren inzicht, kennis en een kritische houding bijbrengen in filmtaal en in de bijzonderheden van audiovisuele media - via een zorgvuldige keuze van de films en het begeleidingsmateriaal wordt naast de filmische focus ook aandacht besteedt aan de inhoudelijke en thematische verwerkingsmogelijkheden. - de leerlingen in contact brengen met films die qua stijl, tempo, inhoud, land van herkomst, … afwijken van het doorsnee-aanbod; deze films ook aanbieden in een art-house bioscoop Bij de filmkeuze, samenstelling van de filmdossiers, … wordt rekening gehouden met de eindtermen en ontwikkelingsdoelen en met de interesses en de capaciteiten van de verschillende leeftijdsgroepen. Vandaar een aanbod per graad. Binnen het samenwerkingsverband met het Filmfestival van Brussel krijgt een beperkte groep studenten uit het hoger onderwijs (richting audiovisuele) de kans om een heel intensieve opleiding te volgen. Niet alleen kennismaken met het werk van jonge Europese regisseurs staat hierbij centraal, maar ook de creatie van een eigen audiovisueel verslag. educatieve activiteiten HET AANBOD VOOR HET BASISONDERWIJS:

tijdens het 1e trimester: filmvoorstellingen met educatieve omkadering in de Brusselse gemeenschapscentra. De leerkrachten ontvangen vooraf een lesmap om met de film aan de slag te gaan in de klas. Er wordt steeds aangedrongen om de voorstelling in de klas voor te bereiden. Er wordt ook altijd een korte introductie in de zaal voorzien. Dit niet enkel om de leerlingen receptief te maken, maar ook om hen de nodige achtergrond en aandachtspunten mee te geven.


Pagina 27 van 72

tijdens het 2e trimester: filmvoorstellingen met educatieve omkadering in Flagey en Arenberg Ook voor deze voorstellingen ontvangen de leerkrachten vooraf een educatief filmdossier om de film voor te bereiden en nadien te verwerken in de klas. Gedurende het hele schooljaar: workshops rond specifieke films uit het aanbod of introductie workshops in film en audiovisuele media. Scholen die dit wensen kunnen bij Jekino Distributie terecht voor een workshop rond één van de geprogrammeerde films of voor een introductieworkshop in film en audiovisuele media. Deze workshops worden meestal door het gemeenschapscentrum geboekt, maar scholen die dit wensen kunnen deze workshops ook rechtstreeks boeken. In de workshops worden de bouwstenen van de film op een beschouwende, actieve en productieve wijze belicht en uitgetest met kinderen. HET AANBOD VOOR HET SECUNDAIR ONDERWIJS:

In overleg met de betrokken bioscopen Flagey en Arenberg wordt opnieuw een uitgebalanceerd filmaanbod samengesteld. De films worden gekozen uit het aanbod van Lessen in het Donker. Jekino Distributie is één van de drijvende krachten achter dit initiatief. Zo is Jekino vertegenwoordigd in de programmatie-commissie. De organisatie stelt haar kennis ter beschikking voor de prospectie, de samenstelling van de lesmappen en de programmatie. Tijdens de programmatievergadering wordt het filmaanbod voor het komende schooljaar samengesteld. HET AANBOD VOOR HET HOGER ONDERWIJS:

Jekino Distributie werkt samen met het Filmfestival van Brussel. Studenten van de filmscholen, journalistiek, enz. krijgen de kans op een ‘intensieve stage’. Gedurende de hele festivalperiode begeleidt Jekino Distributie enkele studenten. Elke dag worden interessante filmvoorstellingen bijgewoond en kort besproken. De studenten werken ook aan een eigen audiovisueel verslag van het Filmfestival. Invalshoek en thema wordt in samenspraak met het Filfmestival gekozen. De inhoudelijke en organisatorische invulling is onder begeleiding van Jekino. Het eindresultaat wordt vertoond tijdens het slotgala en komt nadien op www.kingkong.be terecht. LEERKRACHTEN:

Half september worden alle leerkrachten van de Brusselse scholen uitgenodigd om kennis te maken met het nieuwe aanbod, het lesmateriaal, ... Het concrete programma gebeurt in samenspraak met Lessen in het Donker en Flagey. Organisatorische, inhoudelijke en praktische uitwerking van de dag is in handen van Jekino Distributie. pedagogische omkadering -

didactisch materiaal Rond elke film wordt een lesmap uitgewerkt. Voor de samenstelling en uitwerking van deze lesmappen is er een samenwerkingsverband met Open Doek en Lessen in het Donker. Voor het secundair onderwijs worden filmanalyses aangeboden. In de filmanalyse worden enkele filmtechnische aspecten besproken: scenario, expositie, fotografie, ... Sleutelscènes uit de film worden geanalyseerd en vergeleken met fragmenten uit verwante films. Zo leren de leerlingen de film beter appreciëren, anders benaderen en wordt de filmkennis van de leerlingen verder uitgebreid.

-

educatieve begeleiding een educatieve medewerker zorgt voor de filmanalyses en de workshops; een educatieve medewerker zorgt voor de redactie van de lesmappen.


Pagina 28 van 72


30.650 EUR

uitgaven:



ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het programma is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context/de VGC-prioriteiten leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken het programma omvat educatieve activiteiten, didactisch materiaal, educatieve begeleiding Advies Gunstig advies voor de toekenning van een subsidie. Voorgesteld subsidiebedrag: 30.000 EUR: 24.251 EUR loonsubsidie voor een 0,5 VTE staffunctie met 12 jaar anciënniteit (15.000 regulier, 9.194 social-profit loonsubsidie, 57 EUR social-profit vormingssubsidie), 5.749 EUR werkingssubsidie.


Pagina 29 van 72


Pagina 30 van 72

IDENTIFICATIEGEGEVENS naam programma Beletterd & Betekend - Kunst Bloeit – Spiegelbeeld & CO thema muzisch-creatieve vorming initiatiefnemer Beeldenstorm in samenwerking met Netwerkvorming is één van de doelstellingen van Beeldenstorm. De organisatie beschikt via haar werking over een 30-tal partners. Afhankelijk van de noden doet Beeldenstorm een beroep op of wordt er samengewerkt met één of meerdere van die partners. doelgroep vorm en of type onderwijs: basisonderwijs, secundair onderwijs (ASO, BSO, TSO, KSO) deelnemende scholen: 17 deelnemende klassen: 63 deelnemende leerlingen: 1.134 tijdstip schooljaar 2007-2008

INHOUDELIJKE GEGEVENS doelstellingen Beeldenstorm is een multidisciplinaire vereniging die kruisbestuiving tussen verschillende kunstvormen promoot. Beeldenstorm danst tussen het kunsteducatieve en het sociaal-artistieke. Door de aparte methode en de bewuste keuze voor bijzondere doelgroepen, zoals leerlingen uit het beroeps- en het technisch secundair onderwijs en scholen uit kansarme buurten, speelt Beeldenstorm een hoofdrol binnen het sociaalartistieke netwerk. Binnen de verschillende ateliers van Beeldenstorm worden dezelfde einddoelen beoogd, zoals het buurtgerichte, de diversiteit, het muzich-creatieve, het sociaal-artistieke. Specifieke doelstellingen voor het schoolaanbod zijn: - de leerlingen inleiden tot en bewustmaken van het creatieve proces. Het bevorderen van de creativiteit van de leerlingen - via expressie werken aan het zich durven uiten, het zich goed voelen, het creëren, iets ‘moois’ maken en meemaken. Attitudes zoals fierheid en zelfvertrouwen aanscherpen. Leerlingen leren omgaan met verscheidenheid. De verscheidenheid leren ervaren als rijkdom - communiceren over kunst en haar beweegredenen - de school dichter bij de buurt brengen. Samenwerken met de buurt(bewoners). Actieve deelname aan de buurtontplooiing. educatieve activiteiten Het schoolaanbod 2007-2008 van Beeldenstorm omvat verschillende projecten: 1. Kunst Bloeit Kunst Bloeit is een kunsteducatief project voor het secundair onderwijs. Het multidisciplinaire artistieke team van Beeldenstorm zorgt voor de nodige begeleiding. De deelnemende scholen kunnen gebruik maken van de ruime mogelijkheden van het Beeldenstorm-atelier. Elke artistieke medewerker ontwikkelt een origineel concept. Om verschillende kunstdisciplines aan bod te laten komen, wordt geopteerd om te werken


Pagina 31 van 72

rond het maken van een kortfilm, een musical, een tentoonstelling. Binnen deze media kan er gewerkt worden rond verschillende kunstvormen zoals: - plastische kunsten (toegepaste kunst decor) - mode (kostuums) - muziek - theater Van elk project wordt digitaal materiaal ontwikkeld dat voor verschillende doeleinden kan gebruikt worden: projecties open school, deelname aan kortfilmfestivalletjes, ter kennismaking voor de buurt, als promotie voor de school, ... Het Brusselse gemeenschapsonderwijs heeft al belangstelling getoond voor een ruime deelname aan het programma. Met een extra educatieve ondersteuning vanuit het gemeenschapsonderwijs zelf, zal het programma in de Brusselse secundaire scholen lopen onder de naam ‘Spiegelbeeld’. 2. Beletterd & Betekend: Beletterd en Betekend is een kunsteducatief pakket dat door Beeldenstorm werd ontwikkeld voor de kleuterschool, het basisonderwijs en het secundair onderwijs. Elk pakket vertrekt van een verhaal, aangepast aan de leeftijd van de leerlingen. Bij het pakket horen verschillende educatieve opdrachten voor een muzisch-creatieve verwerking in de klas. In principe kan de leerkracht met de leerlingen zelfstandig met het educatieve pakket aan de slag. Indien nodig zorgt Beeldenstorm voor de nodige ondersteuning en begeleiding. Kleurenbeest (voor kleuters) Het concept Kleurenbeest is een vijfdelig verhaal over een wezen en haar kroost. De kleurenbeesten voeden zich met de kleuren van de stad, en komen via de stad in contact met de kleuters. Er wordt een band ontwikkeld tussen Kleurenbeest en de kleuters. En deze band biedt een kader waarbinnen de kleuters zichzelf, hun klas en de buurt (de stad) waarin ze leven ontdekken. Doelen en methodiek: De kleuters worden ondergedompeld in een fantasievolle wereld waar ze zelf een belangrijke rol krijgen. De kleuters worden uitgenodigd om die wereld verder uit te bouwen. Ze krijgen een band met Kleurenbeest doordat ze haar moeten zoeken, lokken, troosten, helpen, … Er worden elementaire aspecten uit de muzische deelgebieden aangereikt onder de vorm van opdrachten en experimenten. Zo worden de psycho-motorische vaardigheden, de verbeelding en het denken van de kinderen ontwikkeld. Door middel van interactie en associaties rond de vijf verhalen wordt het taalgebruik bevorderd. De zelfstandigheid en de sociale vaardigheden van het kind worden bevorderd door hoekenwerk en groepswerk. Didactische ondersteuning De leerkrachten krijgen een prentenboek en een ideeënboek ter beschikking. Het ideeënboek bevat verschillende ideeën en educatieve opdrachten, steeds gelinkt aan het Kleurenbeest-personage. Andere didactische hulpmiddelen zijn: - een CD met Kleurenbeestliedjes - een Kleurenbeestpak - allerlei fotografische materialen - informatie over musea en (hedendaagse) kunst - enz. Miss Rotzooi (voor het lager onderwijs) Het concept Het verhaal betreft een vleesetende plant die een engel gevangen houdt in een kooi. Het verhaal wordt door de leerlingen (van één of meerdere klassen) herschreven tot een musical. De musical wordt volledig met de leerlingen uitgebouwd. Verschillende muzische deelgebieden en eindtermen komen hierbij aan bod.


Pagina 32 van 72

Doelen en methodiek: De taalvaardigheid van de leerlingen wordt bevorderd door het schrijven van dialogen en monologen. Cognitieve en muzisch-creatieve vaardigheden worden ontwikkeld. Kinderen worden aangemoedigd tot zelfstandig werk en groepswerk. Didactische ondersteuning De leerkrachten krijgen een poppenanimatiefilm en een ideeënboek ter beschikking. Het ideeënboek bevat verschillende educatieve opdrachten en ideeën die steeds worden gelinkt aan het Miss Rotzooi-personage. Andere didactische hulpmiddelen zijn: - een CD met een instrumentale en een gezongen opname van liedjes, bruikbaar voor de musical - allerlei fotografische materialen - het verhaal - informatie over musea en (hedendaagse) kunst, Bobolski (voor het secundair onderwijs) De leerlingen krijgen onder de vorm van een film of een toneelstuk, een verhaal te horen dat opgebouwd is rond getuigenissen. Ze krijgen op die manier informatie over de familie Bobolski, een vreemd gezin dat in het midden van de jaren ‘80 op miraculeuze wijze verdween. De leerlingen krijgen als opdracht de mysteries rond het gezin op te helderen en hun leefwereld terug op te roepen. Om hierin te slagen moeten ze vakoverschrijdend te werk gaan. Het resultaat is een tentoonstelling van de producten die ontstaan zijn tijdens dit proces: het Bobolskologisch museum. Er is niet alleen fantasie, maar ook een gezonde dosis logica nodig om het geheel samenhangend te maken. De verdere verwerking van het project verloopt analoog met het project ‘Kunst Bloeit’ (zie hoger). pedagogische omkadering -

didactisch materiaal - volledig uitgeruste donkere kamer - muzieklokaal met piano - multimediamateriaal - montageset - danslokaal - kostuumatelier

-

educatieve begeleiding Beeldenstorm beschikt over verschillende educatieve medewerkers, gespecialiseerd in verschillende kunstdisciplines: theater, muziek, montage & camera, kostuums, plastische kunsten.


0 EUR 41.501 EUR (18.001 EUR personeelskost, 23.500 EUR werkingskost)


ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het programma is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context/de VGC-prioriteiten leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken


Pagina 33 van 72

het programma omvat educatieve activiteiten, didactisch materiaal, educatieve begeleiding Opmerking Beletterd & Betekend is een nieuw aanbod voor kleuters, lager en secundair onderwijs Advies Gunstig advies voor de toekenning van een subsidie. Voorgesteld subsidiebedrag: 30.000 EUR: 19.486 EUR loonsubsidie voor een 0,5 VTE staffunctie met 3 jaar anciënniteit (15.000 regulier, 4.429 social-profit loonsubsidie, 57 EUR social-profit vormingssubsidie), 10.514 EUR werkingssubsidie.


Pagina 34 van 72

natuur- en milieueducatie


Pagina 35 van 72


Pagina 36 van 72

IDENTIFICATIEGEGEVENS naam programma De Mobiele Kinderboerderij thema natuur- en milieueducatie initiatiefnemer Het Neerhof in samenwerking met Milieuzorg Op School (MOS), NMe-Link Brussel doelgroep vorm en of type onderwijs: kleuters deelnemende scholen: 33 (in 2005-2006) deelnemende leerlingen: 1.807 (in 2005-2006) tijdstip schooljaar 2007-2008

INHOUDELIJKE GEGEVENS doelstellingen - de kleuters kunnen in hun eigen vertrouwde ‘stedelijke’ schoolomgeving kennismaken met neerhofdieren - de kleuters kunnen respectvol omgaan met neerhofdieren - de kleuters kunnen ervaren hoe neerhofdieren aanvoelen - de kleuters kunnen aan de hand van doe-opdrachten, verwoorden wat de verschillen zijn tussen de neerhofdieren - praktische ondersteuning voor ervaringsgericht leren, waarbij de leerkracht noch de kleuters de school moeten verlaten - bijdragen tot kennis (ervaringsgericht leren over neerhofdieren), inzicht (niet alle dieren eten, leven, … hetzelfde), vaardigheden (actief deelnemen aan de verzorging) en attitudes (verantwoord leren omgaan met dieren en hun leefomgeving) educatieve activiteiten Het Neerhof komt ter plaatse met een mobiele kinderboerderij: enkele neerhofdieren en doe-pakketten rond deze dieren. De activiteiten worden aangepast aan de leeftijd van de kinderen: Voor de onthaal- en de 1st kleuterklas: Bart, de handpop vertelt en de boerin toont hoe je kleine dieren respectvol en correct behandeld. De kleuters gaan in kleine groepjes een neerhofdier betasten, ruiken, voelen, … zelf ervaren hoe een dergelijk dier in de eigen handen voelt. Voor de 2de kleuterklas Er wordt ingegaan op de noden van een dier, de verzorging en de aandacht dat het vraagt, de voeding en vooral het verschil met onze eigen voeding, het onderhoud van de vacht, … vooral een bewust worden van de behoeften van het dier. Voor de 3de kleuterklas Voor de 3de kleuterklas werden 3 projecten ter verdieping uitgewerkt. De juf krijgt per thema een aangepast doe-pakket om in de klas het bezoek aan de mobiele kinderboerderij voor te bereiden. De thema’s zijn:


Pagina 37 van 72

-

-

het thema ‘lichaam’: dit atelier heeft als doel de zintuiglijke gewaarwording van de kleuters te stimuleren. Aan de hand van een actieve zoektocht leren de kleuters stapsgewijs zichzelf en de dieren beter kennen het thema ‘Moeder-vader-kind’: behandelt de levenscycli van de dieren. Hierbij zijn zowel de benaming van de dieren als de specifieke verzorging van de jongen belangrijk het thema ‘soorten dieren’: over verschillen tussen vogels en zoogdieren: uiterlijke kenmerken, biologische verschillen, sterktes en zwaktes van elke soort, de relatie tussen de verschillende soorten, voedingscycli, …

Het aanbod wordt op school bij voorkeur gekaderd in een themaweek rond natuur, milieu of/en voeding. De mobiele boerderij verblijft gedurende één dag op de schoolspeelplaats. pedagogische omkadering -

didactisch materiaal - de mobiele kinderboerderij met verschillende levende neerhofdieren - doe-pakketten rond 5 thema’s - verzorgingsmateriaal: hooi, stro, voeders, … - een boer-handpop die de kleuters meeloodst op de mobiele boerderij

-

educatieve begeleiding - één pedagogische Neerhofbegeleider coördineert het project - de kleuterjuffen begeleiden zelf de kleuters. Zij worden bijgestaan door de Neerhofbegeleider.


6.000 EUR

uitgaven:





Pagina 38 van 72

IDENTIFICATIEGEGEVENS naam programma Energie Actief (Active Learning)- Energy Path thema energie-educatie initiatiefnemer De Stadswinkel/ABEA vzw in samenwerking met - MOS - Nascholingscentrum Brussel doelgroep vorm en of type onderwijs: basisonderwijs (3de graad)/secundair onderwijs (ASO/TSO) deelnemende scholen: 7 basisscholen/5 secundaire scholen deelnemende klassen: 13 basisonderwijs/35 secundair onderwijs deelnemende leerlingen: 260 basisonderwijs/350 secundair onderwijs tijdstip schooljaar 2007-2008

INHOUDELIJKE GEGEVENS Doelstellingen ENERGIE ACTIEF Energie actief (Active Learning) is een Europees educatief project dat voortbouwt op het energieproject FEEDU voor basisscholen van het schooljaar 2006-2007. Een extra dimensie bij het nieuwe project is een ‘actieve’ onderwijsmodule, namelijk deze van de ‘energiemonitoring’ of energieboekhouding. Dit is een instrument waarmee de leerlingen en de leerkrachten op een eenvoudige manier zelf aan de slag kunnen om op school energie te meten. Op basis van de metingen wordt een actieprogramma met energiebesparende maatregelen opgesteld. De gegevens van de school worden vergeleken met die van 150 scholen uit 14 verschillende Europese landen. In België is de Stadswinkel/ABEA coördinator van het Europese project. In het Brussels hoofdstedelijk gewest nemen minstens vijf Franstalige en vijf Nederlandstalige scholen deel. De subsidieaanvraag aan de VGC betreft de werking met de Nederlandstalige scholen. ENERGY PATH Energy Path is een Europees educatief project rond energie, gebaseerd op de Informatie en Communicatie Technologie (ICT) en gericht tot de derde graad van het secundair onderwijs. De leerlingen zullen meer voeling krijgen met de energiethema’s in hun eigen leefwereld, maar ook meer informatie verwerven met betrekking tot hetzelfde project in de 10 deelnemende Europese landen. In het Brussels gewest hebben 15 scholen hun akkoord gegeven om mee te werken aan het project (5 Nederlandstalige en 10 Franstalige). De subsidieaanvraag aan de VGC betreft de werking met de Nederlandstalige scholen.


Pagina 39 van 72

educatieve activiteiten ENERGIE ACTIEF - De Stadswinkel/ABEA verzorgt, samen met Milieuzorg op School (MOS), in het Nascholingscentrum Brussel, twee opleidingssessies Energie Actief (Active Learning) voor de Nederlandstalige leerkrachten (5e en 6e leerjaar) in september 2007 en januari 2008. Tijdens de opleiding krijgen de leerkachten een werkmap met leermiddelen voor het project (ook beschikbaar op de Europese website van het project www.teachers4energy.eu. Er wordt een vakoverschrijdende en projectgerichte leermethodiek voorgesteld, die energie-educatie integreert in het schoolprogramma. Dankzij de samenwerking met het Nascholingscentrum Brussel zal ook de nodige aandacht naar taalvaardigheidsondersteuning gaan. De methodiek van Active Learning is in het voorjaar van 2007 al getest op twee Brusselse pilootscholen (Gouden Regen en Floralia, beide deelnemers aan FEEDU). Met de leerkrachten wordt een les- en actieprogramma opgesteld voor het schooljaar 2007-2008, vooral toegespitst op ‘enegiemonitoring’. - het actieprogramma voorziet gedurende het hele schooljaar in een rode draad rond energie-educatie op school: introductielessen over energiethema’s, verschillende metingen, energie-audits, een energierondgang, keuze uit een dertigtal lesactiviteiten, experimenten en ‘doe-het-zelf-opdrachten’. - de leerlingen zullen ook thuis een kleine energie-audit uitvoeren en onderzoeken, samen met de ouders, de vervoermogelijkheden tussen de woning en de school, vb. is er een goed alternatief voor de auto om naar school te gaan? Ook de schoolomgeving kan hierbij betrokken worden en onder de loep genomen worden. - het schooljaar begint met een vragenlijst en wordt met een evaluatie afgesloten. ENERGY PATH - een e-learning platform om via de website te werken rond energieprojecten, in samenwerking met 9 andere deelnemende landen. De energiethema’s: rationeel energiegebruik, hernieuwbare energiebronnen en mobiliteit, worden bij de leerlingen geïntroduceerd volgens projectgerichte en vakoverschrijdende methodieken. Er zullen extra-muros activiteiten, interviews en tentoonstellingen georganiseerd worden. - twee tot drie leerkrachten per school zullen een opleiding krijgen om vertrouwd te raken met de elearning technologie. Ze zullen via een open website toegang krijgen tot alle beschikbare leermiddelen en ervaringen rond de energieprojecten in alle participerende landen - er wordt voor de leerkrachten een handleiding gemaakt voor het gebruik van deze open source technologie rond energieprojecten met de leerlingen van de 3de graad van het secundair onderwijs - via een platform met een hulplijn zal tijdens het hele schooljaar 2007-2008 feed-back gegeven worden. Ook de leermiddelen kunnen, indien nodig, on-line geactualiseerd worden - Op het einde van het schooljaar wordt het project geëvalueerd pedagogische omkadering -

-

didactisch materiaal - een Europees leerpakket voor leerkrachten, met een lesprogramma over energieonderwijs voor het hele schooljaar (Energie actief) -

een website met een hulplijn

-

leermiddelen rond energiethema’s

-

een handboek, een handleiding rond e-learning voor leerkrachten (voor Energy Path)

educatieve begeleiding Educatieve medewerkers van De Stadswinkel/ABEA zorgen voor de educatieve begeleiding.


Pagina 40 van 72


84.588 EUR

uitgaven:

117.088 EUR (46.434 EUR loonkost, 70.654 EUR)

gevraagde subsidie: 32.500 EUR ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het programma is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context/de VGC-prioriteiten leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken het programma omvat educatieve activiteiten, didactisch materiaal, educatieve begeleiding Opmerking De Stadswinkel organiseert voor het eerst een energie educatief programma voor het secundair onderwijs Advies Gunstig advies voor de toekenning van een subsidie. Voorgesteld subsidiebedrag: 24.000 EUR: 16.975 EUR loonsubsidie voor een 0,35 VTE staffunctie met 12 jaar anciënniteit (10.500 regulier, 6.435 social-profit loonsubsidie, 40 EUR social-profit vormingssubsidie), 7.025 EUR werkingssubsidie.


Pagina 41 van 72


Pagina 42 van 72

IDENTIFICATIEGEGEVENS naam programma Educatief Natuurbeheer thema natuur- en milieueducatie initiatiefnemer Natuurpunt Educatie in samenwerking met het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM) bereidt de werken in enkele natuurgebieden voor doelgroep vorm en of type onderwijs: lager onderwijs (derde graad) deelnemende scholen: maximum 15 deelnemende klassen: 18 deelnemende leerlingen: 368 (2006-2007) tijdstip schooljaar 2007-2008

INHOUDELIJKE GEGEVENS doelstellingen De 3 luiken van het project zijn zo uitgebouwd dat de leerlingen op een ontspannen, maar toch vrij intense manier in contact komen met natuur, natuurgebieden en hun beheer. De 3 luiken zijn hierop ook toegespitst. De inleiding - een powerpointpresentatie - geeft een beeld over natuur, de invloed van de mens op zijn omgeving en natuurbeheer. Hierna komt de werkdag waarbij de kinderen de handen uit de mouwen steken. Naast enig respect voor de natuur ontwikkelen ze hier ook een ‘arbeidsvoldoening’ en leren ze samenwerken. Bij de afsluitende activiteit, een ontdekkingstocht, komen ze terug in hetzelfde gebied en zien ze het resultaat van hun werk. Via verschillende opdrachten zoals wateronderzoek, plantendeterminatie en luisteren naar geluid komen ze op een zeer ervaringsgerichte wijze in contact met de rijkdom van de natuur. educatieve activiteiten 1. een powerpointpresentatie Sterk interactief, met rollenspel en dialoog 2. een werkdag Samen leren werken, op een veilige manier werken met beheermateriaal, volgens een afgesproken stramien en met een bepaald doel 3. -

een wandeling met educatieve activiteiten: wateronderzoek: met zelf gevangen beestjes de waterkwaliteit onderzoeken plantendeterminatie: met een plantengids leren werken luisteren naar geluid: natuurlijke geluiden vergelijken met andere luisteren naar bomen: bomen zijn levende wezens met een sapstroom, hoorbaar met stethoscopen spiegeltje kijken: kikkerperspectief versus vogelperspectief


Pagina 43 van 72

pedagogische omkadering - didactisch materiaal loupes, zoekkaarten voor waterbeestjes, zoekkaarten voor amfibieën, schepnetjes, loupepotjes, stethoscopen, plantengidsen, allerlei wondere zaken in de tas van de gids (schedels, wespennesten, dode vleermuizen, …) -

educatieve begeleiding een educatieve medewerker van Natuurpunt Educatie vzw


1.850 EUR

uitgaven:


gevraagde subsidie: 14.825



Pagina 44 van 72

taalvaardigheidseducatie


Pagina 45 van 72


Pagina 46 van 72

IDENTIFICATIEGEGEVENS naam programma Taalstage Nederlands voor anderstaligen - Taalexpressie thema taalvaardigheidseducatie initiatiefnemer Maria Boodschap Brussel Annuntiaten doelgroep vorm en of type onderwijs: basisonderwijs deelnemende scholen: leerlingen van verschillende scholen kunnen deelnemen deelnemende leerlingen: 30 tijdstip van 22 augustus tot en met 28 augustus 2007.

INHOUDELIJKE GEGEVENS doelstellingen - optimaliseren van taalvaardigheid op niveau van elk kind, rekeninghoudend met diversiteit, differentiatie, via motiverende, functionele en relevante opdrachten en taken, met de nadruk op interactie - het beheersen van de schooltaal, niveaugebonden: voor anderstalige nieuwkomers - het zich verbaal in het Nederlands kunnen uitdrukken, niveau- en drempeloverschrijdend - het zich schriftelijk in het Nederlands kunnen uitdrukken, niveau- en drempeloverschrijdend: voor de hogere graad - het verruimen van de woordenschat, het correcte taalgebruik, het taalvaardiger worden - het begrijpen van niet-talige en talige boodschappen - expressief en creatief omgaan met de taal - een taalbad: gedurende de hele week het Nederlands als communicatiemiddel hanteren - werken op vlak van kennen, kunnen en zijn ( attitudes) - de nadruk ligt vooral op de mondelinge vaardigheden: luisteren en spreken. De andere deelvaardigheden komen in de hogere klassen/niveaus op regelmatige wijze aan bod educatieve activiteiten Vertrekkende van een gemeenschappelijk openingsmoment, wordt er in de voormiddag in niveaugroepen gewerkt. In de namiddag komt taalvaardigheid aan bod tijdens muzisch-creatieve activiteiten. Het gemeenschappelijke thema voor de taalstage is ‘Spiegel … (tje)’ De gebruikte methodiek: - bij de ondersteuning van de leerlingen gaat de aandacht vooral naar open vragen - aanbieden van motiverende, uitdagende en functioneel relevante taken en opdrachten - een veilig groepsklimaat creëren - werken met heterogene groepen (uitsluitend bij noodzaak homogeen werken) - interactief Werkvormen - hoekenwerk: mediahoek, luisterhoek, speakerscorner - beginnend coöperatief werken Geplande activiteiten: - een culturele uitstap in Brussel (rekening houdend met het thema)


Pagina 47 van 72

-

2 crea- namiddagen, niveauoverschrijdend een activiteit sport/beweging een namiddag in samenwerking met ouders, grootouders, sympathisanten

pedagogische omkadering -

didactisch materiaal boeken en verhalen, creamateriaal, aangepaste software, digitaal opname- en projectiemateriaal voor de (zelf)evaluatie door de kinderen en de begeleiders

-

educatieve begeleiding verschillende leerkrachten verzorgen de pedagogische begeleiding. De begeleiding van de spelactiviteiten gebeurt door animatoren (studenten).


1.800 EUR

uitgaven:





Pagina 48 van 72

IDENTIFICATIEGEGEVENS naam programma Theateratelier3=TA(+5)+TA(+12) thema taalvaardigheidseducatie, muzisch-creatieve vorming initiatiefnemer BRONKS Jeugdtheater doelgroep vorm en of type onderwijs: basisonderwijs, secundair onderwijs deelnemende klassen: 62 basisonderwijs, 26 secundair onderwijs deelnemende leerlingen: 1.730: 1.240 basisonderwijs, 490 secundair onderwijs tijdstip schooljaar 2007-2008

INHOUDELIJKE GEGEVENS doelstellingen - publiekseducatie: werken aan de kijkattitude en het verruimen van de kijkervaring van jonge (en dus toekomstige theaterbezoekers). - verdieping in de inhouden van de voorstelling en dus ook verdieping in de dingen des levens. - actieve taalstimulering: zowel receptief (tijdens de lezingen en de voorstellingen) als expressief (tijdens de workshops en ateliers). - werken aan de eigen vormgevingscapaciteiten van de kinderen. - het eigen kritisch en filosofisch denken van de kinderen stimuleren en de kinderen stimuleren hierover te communiceren. - stimuleren en ontwikkelen van creatief denken. - stimuleren van openheid en ontmoeting: openheid voor allerlei kunstuitingen; openstaan voor diversiteit. - de kinderen warm maken voor deelname aan andere culturele activiteiten - via de workshops en ateliers de leerkrachten invalshoeken aanreiken voor hun werktijden muzische vorming. educatieve activiteiten I. VOORSTELLINGSGEBONDEN ACTIVITEITEN A. voor het basisonderwijs De kinderen krijgen de kans zich te verdiepen in theatervormgeving of theaterspel. Door het werken met het medium drama wordt tijdens de theaterateliers en de workshops de taalvaardigheid van de kinderen op speelse en actieve wijze aangesproken, gestimuleerd en geoefend. De theaterateliers De BRONKS theaterdocent gaat zo kort mogelijk vóór de voorstelling voor een halve dag met de klas aan de slag: bedoeling is de kinderen voor te bereiden op de komende voorstelling. Meestal wordt vertrokken vanuit associaties rond de titel, de affiche en het flyertje om de kinderen dichter bij de inhoud van de voorstelling te brengen. Tenzij de structuur van de voorstelling daarom vraagt, wordt zo weinig mogelijk ingegaan op de verhaallijn in de voorstelling. Belangrijk zijn wel de thema’s waarmee de kinderen in de voorstelling geconfronteerd zullen worden. Via gesprekken, spel, improvisaties en andere


Pagina 49 van 72

opdrachten worden de kinderen uitgenodigd hun eigen ervaringen naar voor te brengen rond de thema’s die in de voorstelling worden aangeraakt of uitgediept. Afhankelijk van de aard van de voorstelling wordt dieper ingegaan op hetzij inhoud, hetzij vormgeving, hetzij spelelementen en mogelijke speelstijl. Indien de voorstelling er zich toe leent, wordt in de ateliers ook een andere kunstvorm geïntroduceerd: poëzie, beeldende kunst, dans, fotografie, muziek, … Enkele dagen na het atelier in de klas bezoeken de kinderen de voorstelling. De leerkrachten krijgen nog suggesties mee voor een naverwerking in de klas. Dit kan gaan van suggesties voor vragen om het nagesprek te coachen, tot spelopdrachten, of opdrachten die in de lijn liggen van andere muzische disciplines. De workshops rond de lezingen De kinderen komen klassikaal naar BRONKS. De acteurs ‘lezen’ de nieuwe tekst, die in principe op dat moment nog niet geënsceneerd werd. Meteen na de lezing geven de kinderen feedback aan de ploeg. Een BRONKS theaterdocent zorgt ervoor dat de kinderen met de acteurs, de auteur en de regisseur zo intensief mogelijk in gesprek gaan. Voor de ploeg start het repetitieproces. Tegelijk gaat de theaterdocent voor een paar dagen aan de slag in de klas, waar de kinderen gestimuleerd worden verder na te denken over de inhoud en de mogelijke vormgeving. Via improvisaties diepen ze bepaalde thema’s verder uit, worden ze gestimuleerd te zoeken naar hun eigen spelmogelijkheden en naar mogelijke speelstijlen. Na 2 à 3 dagen in de klas, keert de theaterdocent terug naar de repeterende ploeg met het relaas van de workshops. Op basis van de feedback, de opmerkingen en de verhalen van de kinderen wordt de werking en de werkwijze van de ploeg eventueel bijgestuurd. Vlak na de première komt de klas naar de voorstelling kijken. Er vindt opnieuw een gesprek tussen de ploeg en de kinderen plaats. De kinderen én de ploeg kunnen hun vragen kwijt. De kinderen kunnen de ploeg vertellen en/of tonen welke oplossingen ze zelf rond de vormgeving hadden verzonnen, ze kunnen ook hun appreciatie of kritiek kwijt. B. voor het secundair onderwijs: Theateratelier (TA)(+12) De deelnemende scholen krijgen een inleiding en/of nabespreking van minimum 4 lesuren. In samenwerking met de betrokken leerkrachten worden de thema’s vastgelegd waarrond in de lessen zal worden gewerkt. Dit kan een boek, een film, een documentaire, een wiskundige stelling, enz. zijn. Het gekozen thema bevat wel telkens een link met de voorstelling die de leerlingen gaan bekijken. Het theateratelier(+12) beoogt een intensieve en diepgaande aanpak rond de voorstellingen voor het secundair onderwijs. Er wordt een grote openheid en betrokkenheid van de leerlingen nagestreefd, zowel op het vlak van de inhoud als wat vormgeving en speltechniek betreft. De leerlingen worden geconfronteerd met vraagstukken rond theatervormgeving, ze worden uitgedaagd zelf te experimenteren met speltechniek en eigen spelvaardigheden, ze worden gestimuleerd om zich te verdiepen in inhouden uit de voorstelling. II. NIET-VOORSTELLINGSGEBONDEN ACTIVITEITEN: ‘Drama’ in de klas voor basisonderwijs en secundair onderwijs In samenspraak met de betrokken leerkrachten wordt voor de workshop een thema gekozen. Het thema kan aansluiten bij onderwerpen waarrond in de klas gewerkt wordt, of bij specifieke interesses, behoeften, of eventuele vakkennis van de leerlingen. De dramadocent werkt vanuit een theatrale invalshoek, rond dat thema een workshop uit. De leerlingen worden geïnitieerd in elementair theaterspel, in het leren begrijpen van de theatertaal en in het zelf experimenteren met de bouwstenen van ‘drama’. Tegelijk worden aan de leerkrachten handvaten in kunsteducatieve methodieken aangereikt, zodat ze later, op eigen initiatief en alleen zulke oefeningen in de klas kunnen geven.


Pagina 50 van 72

Met deze laagdrempelige werkwijze wenst Bronks de drempel naar het theaterbezoek te verlagen, voornamelijk voor scholen met een verhoogd aantal allochtone leerlingen en voor het beroeps- en het technisch onderwijs. In specifieke vakopleidingen kunnen de workshops afgestemd worden op de toekomstige beroepsactiviteiten. Bijvoorbeeld: - initiatie decorbouw met leerlingen hout, metaal, mechanica - opmaken van licht en geluidsplan met leerlingen elektronica en elektriciteit - een receptie uitwerken rond een theatraal thema met de kokschool - kledij en kostuumontwerp met modeontwerpers in wording. pedagogische omkadering -

didactisch materiaal - verhalen, teksten en tekstfragmenten uit de voorstellingen - opnameapparatuur, licht- en geluidsinstallaties - theatertechnische uitrusting - enz.

-

educatieve begeleiding - verschillende dramadocenten van BRONKS, gastdocenten en theatermakers verlenen hun medewering.


9.157 EUR

uitgaven:



ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het programma is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context/de VGC-prioriteiten leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken het programma omvat educatieve activiteiten, didactisch materiaal, educatieve begeleiding Opmerking Bronks vraagt voor de deelname van de Brusselse leerlingen aan de schoolvoorstellingen eveneens een leerlinggebonden subsidie. Advies Gunstig advies voor de toekenning van een subsidie. Voorgesteld subsidiebedrag: 35.200 EUR: 33.951 EUR loonsubsidie voor een 0,7 VTE staffunctie met 13 jaar anciënniteit (21.000 regulier, 12.871 social-profit loonsubsidie, 80 EUR social-profit vormingssubsidie), 1.249 EUR werkingssubsidie.


Pagina 51 van 72


Pagina 52 van 72

IDENTIFICATIEGEGEVENS naam programma Poëzie-initiatie en begeleiding thema taalvaardigheidseducatie, muzisch-creatieve vorming initiatiefnemer Jeugd en Poëzie in samenwerking met - Creatief Schrijven - Leesweb - Kidscam - Gemeenschapscentra - Bibliotheken - Cultuurbeleidscoördinatoren - Het Groot Beschrijf doelgroep vorm en of type onderwijs: basisonderwijs, secundair onderwijs deelnemende scholen: alle Brusselse scholen kunnen deelnemen, in 2005-2006 namen 15 scholen deel deelnemende leerlingen: 270 tijdstip schooljaar 2007-2008

INHOUDELIJKE GEGEVENS doelstellingen - leerlingen op een actieve manier laten kennismaken met de verschillende facetten van poëzie. Dit gebeurt op schoolniveau onder de vorm van poëzieateliers. - tijdens de poëzieateliers worden de leerlingen begeleid en gestimuleerd om het medium ‘poëzie’ te onderzoeken en om ermee te experimenteren. - Jeugd en Poëzie gaat ook in op specifieke projectaanvragen. Scholen en andere organisaties kunnen een samenwerking vragen voor een grootschalig project, waarbij de ateliers, begeleidingen en vormingen kunnen worden geïntegreerd. - via onder andere deze kanalen wenst Jeugd en Poëzie jong talent te ontdekken, te begeleiden en nieuwe kansen te geven, ondermeer via deelname aan de jaarlijkse Hoofdstedelijke Poëziewedstrijd. - er zijn ook verschillende mogelijkheden tot publicatie van de gedichten van de jongeren: de verzamelbundel van de Hoofdstedelijke Poëziewedstrijd, postkaarten, een kalender, … educatieve activiteiten 1. Poëzieateliers (2 uur) + eventueel een terugkommoment (1uur extra): Bij de ateliers is er telkens een inleidend klasgesprek op basis van voorbeelden van jongeren uit vorige ateliers en/of workshops. De selectie van deze didactische voorbeelden gebeurt ondermeer via aanknopingspunten met de kinderen jongerencultuur zodat de leerlingen zich meer betrokken voelen. Tijdens de inleiding worden, met de participatie van de leerlingen, kneepjes, stijlfiguren, vormen, enz. meegegeven die de leerlingen tijdens de volgende stap kunnen gebruiken bij hun eigen creaties.


Pagina 53 van 72

Het schrijfproces wordt gedirigeerd door het initiatief van de leerling. De docent fungeert als coach die voorstellen geeft, verbeteringen suggereert, … Nadat de leerlingen in hun vrije tijd hun gedicht afwerken of bewerken, kunnen zij tijdens een terugkommoment, hun eigen werk beoordelen en indien nodig, aanpassen, opnieuw onder de begeleiding van de docent. 2. Projectwerking: - scholen kunnen een vraag op maat indienen. Jeugd en Poëzie past zich bij elke vraag aan en helpt bij de organisatie. Hierbij wordt de methodiek van de Poëzieateliers gebruikt en geïntegreerd in het project. - in samenwerking met Kidscam: bij dit 3-daagse project voor 2 klassen slaan poëzie en animatiefilm de handen in elkaar. Jeugd en Poëzie verzorgt de poëzieateliers, met de resultaten wordt door Kidscam, met dezelfde jongeren, een animatiefilmpje gemaakt. - drama en poëzie: in 2008 wordt een proefproject gestart waarin deze twee kunstvormen gecombineerd worden. 3. Jongerenbegeleiding: Op hun vraag kunnen kinderen en jongeren door Jeugd en Poëzie (verder) worden begeleid met hun werk. Deze intensieve en persoonlijke vorm van begeleiding gebeurt meestal via mail en briefwisseling en is gratis. Het is ook mogelijk een afspraak met een docent te maken om de gedichten te bespreken. 4. De jaarlijkse Hoofdstedelijke Poëziewedstrijd: 26e editie Jaarlijkse organiseert Jeugd en Poëzie de Hoofdstedelijke Poëziewedstrijd waarbij alle inzendingen uit het Brussels hoofdstedelijk gewest worden gejureerd. Laureaten worden bekroond tijdens de proclamatie in het stadhuis van Brussel. Een selectie van de inzendingen wordt opgenomen in de wedstrijdbundel die eveneens wordt voorgesteld tijdens de proclamatie. 5. Publicaties Gedichten van jonge talenten die worden ontdekt tijdens ateliers, persoonlijke begeleiding en/of de wedstrijd kunnen worden geselecteerd voor publicatie op postkaarten, de kalender, … Ook een eigen bundel behoort tot de mogelijkheden. educatieve omkadering -

didactisch materiaal verschillende publicaties van Jeugd en Poëzie

-

educatieve begeleiding verschillende educatieve medewerkers van Jeugd en Poëzie.


31.620 EUR

uitgaven:


gevraagde subsidie: 4.500 EUR werkingssubsidie ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het programma is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context/de VGC-prioriteiten leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken


Pagina 54 van 72

ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken het programma omvat educatieve activiteiten, didactisch materiaal, educatieve begeleiding Advies Gunstig advies voor de toekenning van een subsidie. Voorgesteld subsidiebedrag: 4.500 EUR subsidie


Pagina 55 van 72


Pagina 56 van 72

IDENTIFICATIEGEGEVENS naam programma TAaLENT thema taalvaardigheidseducatie, muzisch-creatieve vorming initiatiefnemer Roodebeekcentrum doelgroep vorm en of type onderwijs: secundair onderwijs deelnemende scholen: 11 deelnemende leerlingen: 300 tijdstip schooljaar 2007-2008

INHOUDELIJKE GEGEVENS doelstellingen - de ontwikkeling van een creatief project waarbij iedere leerling gestimuleerd wordt actief het Nederlands te gebruiken. De leerlingen moeten plezier en vertrouwen hebben in het Nederlands - om plezier te krijgen in het gebruiken van eigen woorden worden de leerlingen geprikkeld om een Nederlandstalige tekst te schrijven - de leerlingen laten ervaren hoe het is om iets van zichzelf in hun expressie te leggen - hen het vertrouwen geven dat ze een onmogelijke opdracht tot een goed eind kunnen brengen. Dit zorgt voor zelfvertrouwen en een goed gevoel over de Nederlandse taal - streven naar de aanvaarding dat iedereen een creatieve kant in zich heeft - de leerlingen die verder willen gaan in hun creativiteit of samen willen zijn met andere leeftijdsgenoten, integreren in de Nederlandstalige vrije tijdsinitiatieven van het Roodebeekcentrum - andere werken bespreken en zo komen tot filosofische gesprekken of discussies educatieve activiteiten De eerste dag wordt er met twee werkvormen gewerkt: taalwerkvormen en drukwerkvormen TAALWERKVORMEN

De taalwerkvorm heeft 3 stappen: Stap 1 = vertelronde Praten is makkelijker dan schrijven en zo begint het creatief proces. Enkele gedichten van bijvoorbeeld Tom Lanoye of Paul van Ostajen worden besproken. Zo durven de leerlingen meer en sneller hun gevoel uitdrukken. Stap 2 = schrijven Er worden lijsten gemaakt met materiaal dat gebruikt zal worden om te schrijven. De lijsten zijn een opstap naar het schrijven van een tekst. Daarna volgt een associatieoefening. Associatie is zeer belangrijk omdat de leerlingen met plezier aan woorden komen. Omdat deze methodiek niet moeilijk is, stijgt hun zelfvertrouwen. Het vermogen om makkelijk op woorden te komen, woorden laten vloeien is belangrijk, zowel bij praten als schrijven.


Pagina 57 van 72

Stap 3 = herschrijven Een tekst herschrijven betekent de tekst opnieuw schrijven, maar dan op een andere manier, vb. in een andere stijl of in een andere stemming. Herschrijven betekent dus de zaak van een andere kant bekijken. Omdat het echt verrassingen oplevert, krijgen de leerlingen er echt plezier in. Indien nodig kan nog een (tussen)stap toegevoegd worden, namelijk taaltekenen. TAALDRUKKEN

Er wordt een weerspiegeling van de tekst gemaakt door verschillende creatieve technieken: sjabloneren, stempelen, linosnede, limograferen, schilderen, ... Tijdens het tweede deel van het project gaat de begeleider naar de school met de teksten van de leerlingen en hun weerspiegeling ervan. De leerkracht kopieert het hele boek zodat elke leerling een eigen boek heeft om mee naar huis te nemen. Elke tekst met de weerspiegeling ervan wordt op school, met de leerlingen besproken. pedagogische omkadering -

didactisch materiaal het Roodebeekcentrum stelt al het nodige didactische materiaal ter beschikking educatieve begeleiding het programma wordt door een educatieve medewerker van het Roodebeekcentrum begeleid. Zij heeft ervaring in het werken met de doelgroep in de vrije tijd en kent de Brusselse situatie. Zij is begaan met de taalproblematiek en bezit de nodige pedagogische onderbouw.


0 EUR

uitgaven:



ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het programma is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context/de VGC-prioriteiten leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken het programma omvat educatieve activiteiten, didactisch materiaal, educatieve begeleiding Opmerking Met de aanstelling van een nieuwe educatieve medewerker is het concept van het aanbod vernieuwd. Het basisconcept blijft hetzelfde, het zijn vooral de gehanteerde werkvormen die werden aangepast. Advies Gunstig advies voor de toekenning van een subsidie. Voorgesteld subsidiebedrag: 17.500 EUR: 15.588 EUR loonsubsidie voor een 0,4 VTE staffunctie met 2 jaar anciënniteit (12.000 regulier, 3.542 social-profit loonsubsidie, 46 EUR social-profit vormingssubsidie), 1.912 EUR werkingssubsidie.


Pagina 58 van 72

IDENTIFICATIEGEGEVENS naam programma Dialoog, spelen met denken en spelen met taal in een context van diversiteit thema taalvaardigheidseducatie initiatiefnemer Initia vzw In samenwerking met - Taalvaart - VBB doelgroep vorm en of type onderwijs: basisonderwijs deelnemende klassen: 75 deelnemende leerlingen: 1.875 tijdstip schooljaar 2007-2008

INHOUDELIJKE GEGEVENS doelstellingen - een programma uitbouwen dat aansluit bij de VGC-prioriteiten rond taalvaardigheid, omgaan met verscheidenheid, ouderparticipatie - via de methode ‘filosoferen met kinderen’ de onderstaande doelstellingen realiseren: - stimuleren van denkvaardigheden van de leerlingen - stimuleren van taalvaardigheden - omgaan met diversiteit educatieve activiteiten Het aanbod omvat drie werkvormen: Dialoog I Een introductie van filosoferen met kinderen: in drie lessen wordt over drie verschillende onderwerpen gefilosofeerd. Dialoog II Een uitbreiding van filosoferen met kinderen: in vijf lessen wordt over vijf verschillende onderwerpen gefilosofeerd. Dialoog III Een verdieping van filosoferen met kinderen: in zeven lessen wordt over zeven verschillende onderwerpen gefilosofeerd. Het lesmateriaal wordt in de school achtergelaten. De leerkracht observeert de lessen en de kinderen tijdens de les. In principe wordt de filosofische activiteit één maal per twee weken in de klas gehouden. In samenwerking met elke deelnemende school, wordt een ouderavond georganiseerd, bestaande uit een korte film over filosoferen met kinderen en een korte theoretische en praktische uiteenzetting van het aanbod.


Pagina 59 van 72

pedagogische omkadering Initia zorgt voor het nodige didactische materiaal en de educatieve begeleiding


1.350 EUR

uitgaven:



ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het programma is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context/de VGC-prioriteiten leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken het programma omvat educatieve activiteiten, didactisch materiaal, educatieve begeleiding Opmerking NIEUW: het educatieve programma wordt voor de eerste maal ingediend als begeleidingsprogramma. De voorbije jaren werd het programma gefinancierd door het departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en werd er nauw samengewerkt met VBB. In 2005 werd de financiering vanuit de VG stopgezet. Advies Gunstig advies voor de toekenning van een subsidie. Voorgesteld subsidiebedrag: 23.000 EUR: 16.977 EUR loonsubsidie voor een 0,4 VTE staffunctie met 7 jaar anciënniteit (12.000 regulier, 4.931 social-profit loonsubsidie, 46 EUR social-profit vormingssubsidie), 6.023 EUR werkingssubsidie.


Pagina 60 van 72

IDENTIFICATIEGEGEVENS naam programma Brutus thema taalvaardigheidseducatie initiatiefnemer VUB – Universitaire Associatie Brussel doelgroep vorm en of type onderwijs: secundair onderwijs deelnemende scholen: deelnemende leerlingen: 100 tijdstip schooljaar 2007-2008

INHOUDELIJKE GEGEVENS doelstellingen - leerlingen van het secundair onderwijs begeleiden bij het behalen van een diploma secundair onderwijs - leerlingen al vanaf het secundair onderwijs taal- en studievaardigheden bijbrengen om de doorstroom naar het hoger onderwijs en de slaagkansen in het 1ste jaar bachelor te verhogen - aan scholieren, die minder rolmodellen hebben in hun omgeving, referentiepersonen aanbieden. Verhogen van het zelfvertrouwen en de motivatie van deze leerlingen door contact met een referentiepersoon - leerlingen beter informeren over de opleidingen in het hoger onderwijs. educatieve activiteiten - studenten van de VUB en de EhB, die een tutoropleiding hebben gevolgd, begeleiden op de school kleine groepjes scholieren (max. 8) uit de 3de graad van het secundair onderwijs. De scholieren worden begeleid bij leertekorten, er gaat ook aandacht naar taal- en studievaardigheden. De begeleiding gebeurt na de schooluren - de leerlingen volgen 1 keer per week een sessie van 2 lesuren - de studenten volgen regelmatig workshops en reflectiesessies over hun lesgeven. De leerkrachten begeleiden de tutoren en geven hen feedback, lesmateriaal, enz - in elke deelnemende school wordt een BRUTUS-coördinator aangeduid. Deze zorgt voor het goede verloop van het project in de school (lokalen, afwezigheden, …) en contacteert de projectmanager in geval van problemen. De BRUTUS-coördinator zetelt samen met de directie in de stuurgroep en kan zo het project ook inhoudelijk opvolgen. pedagogische omkadering -

educatieve begeleiding de begeleiding van de scholieren gebeurt via tutoring


Pagina 61 van 72


0 EUR

uitgaven:

78.500 EUR werkingskosten


ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het programma is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context/de VGC-prioriteiten leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken het programma omvat educatieve activiteiten, didactisch materiaal, educatieve begeleiding Opmerking NIEUW: het educatieve programma wordt voor de eerste maal ingediend als begeleidingsprogramma. Het programma werd voor de werking 2006-2007 gesubsidieerd in het kader van het Federaal Impulsfonds voor het Migrantenbeleid (FIM) (78.000 EUR). Voor 2007-2008 werd in het kader van het FIM 15.000 EUR toegekend voor de uitdieping van het Brutus-project Advies Gunstig advies voor de toekenning van een subsidie. Voorgesteld subsidiebedrag: 30.000 EUR


Pagina 62 van 72

LOKALE PROGRAMMA’S


Pagina 63 van 72


Pagina 64 van 72

taalvaardigheidseducatie


Pagina 65 van 72


Pagina 66 van 72

IDENTIFICATIEGEGEVENS naam programma Briefschrijfproject thema taalvaardigheidseducatie initiatiefnemer Basisschool De Buurt, Schaarbeek in samenwerking met - het oudercomité van de school De Buurt - de vrije basisschool ‘De Cirkel’ Humbeek - het oudercomité van de school ‘De Cirkel’ Humbeek doelgroep vorm en of type onderwijs: basisonderwijs deelnemende klassen: 6 deelnemende leerlingen: 120 tijdstip schooljaar 2007-2008

INHOUDELIJKE GEGEVENS doelstellingen - de cultuur van de kinderen is een stadscultuur. De school wenst de kinderen andere horizonten te leren kennen en exploreren - de kinderen leren communiceren. Daarbij gaat extra aandacht naar de emotionele waarde van het schrijven naar iemand - sociale vaardigheden bevorderen door de kinderen van de 2 partnerscholen met elkaar in contact te brengen. Pennenvriendschappen bevorderen via een wederzijds bezoek - het gebruik van het Nederlands bevorderen in een concrete context waar communicatie centraal staat - een schrijfcultuur creëren educatieve activiteiten - ontmoetingsmomenten. De kinderen van de 2 partnerscholen ontmoeten elkaar. De geplande spelactiviteiten zijn erop gericht de sociale vaardigheden en het contact tussen de kinderen te bevorderen. De oudere kinderen spelen wijkgids voor de kinderen van de partnerschool - de schrijfmomenten de school hanteert 3 soorten schrijfmomenten : - het schrijven in thematisch onderwijs: schrijven rond specifieke onderwerpen of projecten die parallel in de 2 partnerscholen aan bod komen - het alledaagse schrijven: een uitnodiging, een beschrijving van dagroosters en activiteiten van de kinderen, wenskaarten, … - het persoonlijke schrijven: persoonlijke briefjes naar een pennenvriend van de partnerschool - de ouders worden geïnformeerd via het oudercomité en tijdens het eerste oudercontact op school - de belangrijkste onderdelen van het project komen in een aparte rubriek ‘briefschrijfproject’, op de website van de school. Dit kan inspirerend zijn voor andere scholen.


Pagina 67 van 72

pedagogische omkadering Het leerkrachtenteam van de basisschool De Buurt zorgt samen met de leerkrachten van de partnerschool voor het didactische materiaal en de educatieve begeleiding. Het Brusselse team wordt hierbij ondersteund door VBB.


500 EUR

uitgaven:

2.500 EUR




Pagina 68 van 72

techniek en technologie


Pagina 69 van 72


Pagina 70 van 72

IDENTIFICATIEGEGEVENS naam programma Technologische opvoeding basisonderwijs thema techniek en technologie initiatiefnemer Don Bosco Technisch Instituut, Sint-Pieters-Woluwe doelgroep vorm en of type onderwijs: BSO, TSO deelnemende scholen: basisscholen worden uitgenodigd om deel te nemen deelnemende klassen: 25 deelnemende leerlingen: 400 tijdstip schooljaar 2007-2008 (november 2007 of maart 2008)

INHOUDELIJKE GEGEVENS doelstellingen - de betrokken basisscholen bijstaan in de realisatie van de eindtermen technologische opvoeding door de uitwerking van een concreet project dat loopt in de basisscholen zelf en waaraan gedurende één dag gewerkt wordt in de technische school. Leerlingen gaan met een concrete realisatie naar huis. - leerlingen van het basisonderwijs maken kennis met technisch en beroepsonderwijs in het kader van hun studiekeuze - de leerlingen van het BSO en het TSO oefenen sociale vaardigheden in de omgang met leerlingen uit het basisonderwijs. Ze krijgen de kans om op een positieve manier over hun studiekeuze te communiceren educatieve activiteiten - voorbereidende lessen in de klas van de leerlingen van de basisschool. Dit gebeurt aan de hand van een uitgewerkt lessenpakket dat aan de leerkrachten ter beschikking wordt gesteld - een doe-activiteit van 1 dag, waarbij de leerlingen van het basisonderwijs van dichtbij kennis maken met techniek, door zelf een project te realiseren onder de begeleiding van de leerkrachten en de leerlingen van het Don Bosco Technisch Instituut. Zij worden op die manier in contact gebracht met verschillende disciplines en aspecten van techniek - de leerlingen van het basisonderwijs maken die dag kennis met het technologisch proces in de verschillende domeinen van de techniek: hout, metaal, elektriciteit, grafische technieken, koeling en warmte. Tevens wordt de band gelegd tussen wetenschap en techniek aan de hand van wetenschappelijke proeven. In de verschillende werkplaatsen krijgen de leerlingen de kans dit technologisch proces zelf te beleven door zelf werkstukjes te maken. pedagogische omkadering -

didactisch materiaal - een lessenpakket ter voorbereiding in de klas van de basisschool - alle materiaal dat nodig is om de werkstukjes te realiseren - de nodige machines en materieel van het Don Bosco Technisch Instituut


Pagina 71 van 72

-

educatieve begeleiding - alle leerkrachten van de praktijkvakken (PV) en de technische vakken (TV) van het Don Bosco Technisch Instituut. Leerlingen van de tweede en de derde graad begeleiden de leerlingen van de basisscholen


0 EUR

uitgaven:

1.175 EUR




Pagina 72 van 72

HOOFDSTEDELIJKE PROGRAMMA S

Recommend Documents