-1-
HOOFDBESTUUR: Voorzitter: Piet Onderdelinden Adenauerlaan 70 3137 JA Vlaardingen Tel: 010 - 4746116 E-mail:
[email protected]
2e Voorzitter: Marten Hubregtse. Claudiuslaan 87 6642 AE Beuningen Tel :024 - 6751515 E- mail:
[email protected]
Secretaris: Marten Hubregtse Claudiuslaan 87 6642 AE Beuningen Tel: 024 - 6751515 E-mail:
[email protected]
Ledenadm. 2e Secretaris: Mevr. Siw Schippers Weideplantsoen 7 2761 XE Zevenhuizen Tel: 0180 - 633427, 06 - 25441554 E-mail:
[email protected]
T.T.Secretaris: Jurgen Boesveld Sneeuwbesstraat 13 2665 RS Bleiswijk Tel : 06-25462601 Email :
[email protected] prive:
[email protected] Fax : 010-8182698 (privé)
Penningmeester: Hans Veneman De Emoe 5 7609 HJ Almelo Tel: 0546 - 823249 E-mail:
[email protected]
Status Adm. en Stand P.S.C. en PR. Hans Veneman De Emoe 5 7609 HJ Almelo Tel: 0546 - 823249 E-mail:
[email protected]
Web beheer: John & Frans Kok Mennestraat 31 3882 AN Putten Tel: 0341 - 353878 E-mail:
[email protected]
Voorzitter & Technische Commisie: Vacature
Redactie Psittaci: hoofdredacteur: A. van Kooten redacteur: H. Drenth E-mail:
[email protected]
E-mail:
[email protected] Ereleden: J. Versluis W. v.d. Dikkenberg J. Smit
Van de voorzitter.
-2-
In de afgelopen maanden is er veel activiteit geweest binnen de PSC. De regioshows zijn hopelijk allemaal succesvol verlopen. Die shows die ik heb gezien waren van goede kwaliteit en van een behoorlijk aantal vogels. Ook over onze landelijke show in Apeldoorn heb ik een goed gevoel overgehouden. Er waren meer dan 100 vogels méér ingeschreven dan vorig jaar. Ik hoop dat de opgaande lijn de komende jaren zal worden vastgehouden. Positief is het aantal nieuwe inzenders. Het was gezellig en druk op de openingsavond en de zaterdagmiddag. Op zaterdag was de beschikbare ruimte al wat aan de krappe kant. Het bestuur en de TT-commissie beraadt zich op te nemen maatregelen. Ik wil hier graag de TT-commissie bedanken voor hun inzet. Het was goed om te zien dat deze mensen, die over veel ervaring beschikken, alle zaken goed en vlot hebben geregeld. Ook de najaarsvergadering op 5 september is goed verlopen in een positieve sfeer. Zo hoort het te gaan want we zijn allemaal bezig in het belang van onze club. De notulen zijn naar de regiobesturen verzonden maar enkele punten wil ik alvast noemen. Vanuit de vergadering werd de inzet van de redactie geprezen. Psittaci ziet er goed uit en er staan goede artikelen in. Er werd trouwens wel een oproep gedaan om het niet alleen aan de redactie over te laten en deze mensen te ondersteunen door zelf ook artikelen te schrijven. Dit geldt zowel voor regio’s als voor individuele leden. Uitgebreid is gesproken over de toekomst van de PSC. Voor een verslag van de discussie verwijs ik naar de notulen. Belangrijk daarin is de instelling en inrichting van de SKG’s, Specialistische Kwekers Groepen. In hoofdlijnen komt het neer op het volgende: Een SKG communiceert met haar leden vooral over technische zaken aangaande de betreffende parkietensoort(en). Daarbij valt te denken aan vraagprogramma, standaardeisen, samenstelling MVK-lijst, voorstellen m.b.t. promotie/degradatie. Verder adviseren de SKG’s o.a. over de landelijke TT, keurmeesters, prijzenschema etc. De regio’s blijven belangrijke pilaren van de PSC, die hun eigen activiteiten zoals regioshows blijven organiseren. SKG’s kunnen in aanvulling daarop activiteiten, hun doelgroep betreffende, organiseren. Als voorbeeld kunnen de studiegroepen van de Catharina’s en de Neophema’s dienen. De georganiseerde activiteiten trekken een groot aantal geïnteresseerde liefhebbers. Op de AV in het voorjaar dienen besluiten te worden genomen over de toekomst. Belangrijke vraag is natuurlijk of wij voldoende capaciteit kunnen mobiliseren om de besturen van de SKG’s te bemannen. Gezien het enthousiasme dat ik in gesprekken met kwekers/leden ervaar moet dat zeker gaan lukken. In januari 2010 is er weer de bondsshow in Apeldoorn. Ik hoop dat veel van onze leden zullen inzenden. De PSC stelt daarvoor ook een aantal prijzen beschikbaar. Als u in Apeldoorn bent bezoek dan ook onze stand en haal s.v.p. uw prijzen op zodat wij er niet mee blijven zitten. Tenslotte wens ik u alvast prettige feestdagen en een fijne jaarwisseling. Uw voorzitter, Piet Onderdelinden Rectificatie: In het klassement van de show in Apeldoorn was bij de Catharinaparkieten een foutje geslopen: Bij de heer Broekman was een vogel van 93 punten over het hoofd gezien. Het totaal van de heer Broekman komt op 461, gelijk aan het totaal van de heer van den Berg. Beide heren hebben dus goud gewonnen.
-3-
Psittaci: 4 Jaarlijkse uitgave van de Parkieten Speciaal Club onder auspiciën van de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers.
Drukker : Het Centrum Utrecht BV. Oplage: ± 700 exemplaren.
Redactie:
Spaarbankweg 2, 9909 BN Spijk (Gn) Email:
[email protected] Advertenties:
Redactie en Penningmeester Jaaradvertentie Hele Pag: € 85. Halve Pag. € 55 Kwart Pag. € 30 Alle inlichtingen bij de Redactie en Penningmeester: email:
[email protected] Abonnementen:
€ 18.00 per jaar. België, Duitsland € 20.00 Bij vooruitbetaling te voldoen op. Parkieten Speciaal Club of per buitenlandse postwissel op te geven aan de Penningmeester. Ontvangst Clubblad Psittaci:
Bij geen ontvangst, gelieve contact op te nemen met de ledenadministratie: Mevr. S. Schippers, Weideplantsoen 7, 2761 XE Zevenhuizen. Tel: 0180 - 633427 of 06-25441554. Email:
[email protected] Kopie, overname, verantwoordelijkheid:
Kopie en advertenties te allen tijde zenden aan Redactie, de redactie draagt geen verantwoording voor de inhoud van de artikelen en plaatsing. Overname van artikelen of gedeeltes is niet geoorloofd.
Datum kopie inzenden en verschijnen: 1 Januari 1 April 1 Juli 1 Oktober
Februari Mei Augustus November
INDEX UITGAVE november NR. 3 2009 Pagina.nr. Bestuur P.S.C. 1 Van het voorzitter 2 Colofon & Index 3 Adressen Regiosecretarissen 4 Adv. Waluvo 5 De ‘slaty’ roseicollis 6 Adv. Volierebouw Nederland 7 Adv. Sukses 8 Adv. Info PSC / Thijsen 9 Adv. Himbergen 10 Mutaties catharinaparkiet – Deel 1 11 PSC Show Apeldoorn 2009 foto’s 17 Handopfok 19 Agapornis canus 23 Fantasie benamingen bij Neophema en Neopsephotus Parkieten. Deel 1 25 Adv. ‘t Somerhuys 26 Ziekten en broedproblemen bij kromsnavels 30 Adv. Jansen Tholen 33 Adv. BigScore 34 Adv. Saps 35 Adv. Hoerbiger 36 Kopie inleveren zsm.
-4-
-5-
ADRESSEN REGIO SECRETARISSEN Nieuwe leden aanmelden bij Secr. deze verwijst de nieuwe leden door naar de Regio Penningmeester voor Bank en Giro nr. Wijzigingen dienen direct doorgegeven te worden aan de Leden Administratie. 10 Limburg B. Cluitmans Esdoornlaan 3 6077 CP Sint Odiliënberg Tel 0475-536680 Mail:
[email protected]
50 Friesland J. Reiker Weegbree 2 8602 DS Sneek Tel: 0515-425453 Mail:
[email protected]
15 Oost Noord Brabant R. Steenbakkers Dr. Boutkanstraat 1 5473 AK Heeswijk Dinther Tel. 0413-291117 Mail:
[email protected]
55 Noord Nederland K. Hageman Grintweg 108 9674 GE Winschoten Tel. 0597-416241 Mail:
[email protected]
20 Midden West Brabant P.A. Seymour Hengst 16 4341 MV Arnemuiden Tel. 0118-602494 Mail:
[email protected]
65 Flevoland W. Smits De Kievit 22 8251 JL Dronten Tel. 0321-314019 Mail:
[email protected]
25 Zeeuws Vlaanderen J. Dankaart Emmabaan 21 4576 EA Koewacht Tel: 0114-362203 Mail:
[email protected]
75 PSC-ZON(Zuid Oost Nederland) W. Hunting De Dreef 41 7047AT Braamt Tel:0314-652449 Mail.
[email protected]
30 Gelderland E.A. Koopman De Enk 7 6661 KK Elst (GLD) Tel. 0481-377226 Mail:
[email protected]
85 Midden Zeeland D.A. Verburg Raadhuisstraat 12 4414 AJ Waarde Tel 0113-502676 Mail:
[email protected]
40 Zuid Holland J.F.Bouwmeester Dahliaveld 1 2914 CA Nieuwerkerk a.d. IJssel Tel. 0180-317886 Mail:
[email protected]
95 Catharina Studie Groep (CSG) A.F. Damen Oosterhoutseweg 81 4847 DA Teteringen Tel: 076-571207 Mail:
[email protected]
45 Noord Holland C. Jonker Regthuisstraat 12 1724 SM Oud Karspel Tel 0226-315259 Mail:
[email protected]
Neophema Studie Groep Frans Broeren Molenstraat 140 4731 HH Oudenbosch Tel:0165 31 41 79 Mail:
[email protected] Voor Utrecht en Overijssel info bij:
[email protected]
Aluminium volières op maat gemaakt.
Ontwerp uw eigen volière.
Standaard volières of kooien
NU G TIS ! A A A N VR E GR AA 6 E Z 7 7 T: R ON CHU -281 RNE E 22 O BR .: 05 P INT O.NL L V TE JK O ALU KI .W OF WW W
Ds. A.C. van Raalteweg 23 7946 AG Wanneperveen - Holland Tel: 0522-281776 Fax: 0522-282055
WALUVO
WANNEPERVEEN - HOLLAND
De fabrikant voor dieren èn hun liefhebbers !
De ‘slaty’ roseicollis.
-6-
Voor een aantal jaren terug zijn de vogelorganisaties in gaan zien dat het belangrijk is om de juiste benaming voor de verschillende kleurslagen te gebruiken. Organisaties gebruikten vaak eigen benamingen en ook de kwekers zelf hadden dan soms nog weer een eigen naam. Dit kwam de duidelijkheid niet ten goede.In goed overleg zijn toen de benamingen uniform gemaakt.Tevens zijn duidelijk foute benamingen omgedoopt in de goede mutatienaam. Dit heeft een goede basis gelegd voor de kennis van de verschillende mutaties,zelfs de meer specifieke.We noemen dit dan soortspecifieke mutaties.Slaty is daar een van,dit is een mutatie ontstaan bij de Agapornis fischeri.Inmiddels via bastaardering overgebracht naar de andere oogringsoorten. Echter de bastaardkweek naar de roseicollis toe lukt niet,deze jongen zijn niet vruchtbaar. Toch krijg ik met enige regelmaat de vraag van liefhebbers of er een echte slaty roseicollis bestaat. Ik heb er geen bewijs voor kunnen vinden. Via bastaardering lukt niet dus zou deze mutatie spontaan ontstaan moeten zijn bij de roseicollis.Juist omdat dit zo’n soortspecifieke mutatie is lijkt dit niet zo waarschijnlijk. Als het al zo zou zijn dan zou dit nog door verenonderzoek bevestigd moeten worden. Veren zijn opgebouwd uit een specifiek soort eiwit,keratine genaamd. Deze hebben van zichzelf een wat melkachtige kleur. De slatymutatie maakt nu dat deze melkachtige kleur wat doorzichtiger wordt. Daarnaast wordt een kleine toename aan eumelanine waargenomen. Als totaalbeeld geeft dit in een groene vogel een wat grijsgroene kleur,in een blauwe vogel wordt dit grijsachtig op blauwe ondergrond. Juist door het verenonderzoek is bij de fischeri in ieder geval vast komen te staan dat het in geen geval de grijsmutant is. Voor zover bekend is er nog geen verenonderzoek naar deze ‘slaty’roseicollis verricht. Omdat de afbeeldingen die er van de ‘slaty’ roseicollis verschenen zijn in beginsel lijken op zelf geconstrueerde combinaties zal er waarschijnlijk ook niet direct onderzoek naar gedaan worden. Verenonderzoek is immers een kostbare zaak. Mocht U geïnteresseerd zijn om deze combinatie te kweken dan moet U starten met vogels uit de klassieke turquoise dan wel de *blauw*serie. Hier kweekt U de dubbele donkerfactor in,U heeft dan een DD turquoise dan wel een DD *blauw*.De eerste stap is dan al gelukt,uiterlijk is de vogel al grijs. Nu kweekt U er nog een enkele of beter nog een dubbele violetfactor in,bij een aantal van deze vogels zal er dan een zilvergrijsviolette stuit ontstaan,tevens hebben een aantal van deze vogels een wat blauw-violetachtige waas over het lichaam.In het verleden werd er wel gesproken van twee verschillende violetfactoren,de Deens violet en de Hollands violet. De Deens violet zou dan bij een DD vogel een violetachtige stuit houden,de Hollands violet zou dan de zilvergrijze stuit krijgen. Heb zelf niet de overtuiging dat er twee verschillende violetfactoren geweest zijn, lijkt mij meer de normale variatie die elke mutatie heeft. Ken ook geen andere soort waar twee verschillende violetfactoren bekend zijn. Om nu ook nog een lichtere buikkleur te krijgen moeten we gebruik maken van een vierde mutatie,de dominant bonte. We moeten dan gebruik maken van een bonte die een slecht bontpatroon vererft. We willen immers helemaal geen bonte vogel kweken,we willen alleen maar gebruik maken van het opblekend karakter om een lichter grijze buikkleur te krijgen. Deze slechtgetekende bonten zullen echter altijd een bontplek op de kop laten zien evenals soms nog wat bonte pennen. Dit verschijnsel zien we ook bij de dominant bonten in de oogringgroep, deze zijn dan
-7beduidend lichter op de kop. Wordt dan ook wel ‘sable’ genoemd. Het mag duidelijk zijn dat we niks kunnen met dit soort fantasiebenamingen. Ook de tentoonstellingswaarde is nihil, het is immers een bonte vogel die veel te weinig bontpatroon laat zien. Dit geldt ook voor de geconstrueerde ‘slaty’ roseicollis, slecht te onderscheiden van een DD turquoise of DD *blauw* en bontpatroon te weinig aanwezig. Al met al dus niet echt een TT-vogel,wel leuk voor U als kleurkweker. U kunt nu dus kritischer kijken naar kleurslagen die vanuit het Verre Oosten aangeboden worden. Wilt U meer lezen over hoe de slatymutatie werkt? Kijk dan op de website van Dirk Van den Abeele.www.agapornis.be .Of op de Mutavi website. www.mutavi.info/ Veel kweekplezier! André van der Voorn Namens TC-PSC
Onze specialiteit is... Topkwaliteit! Hermsen Volièrebouw Nederland Wijk bij Duurstede Nieuwe Tielseweg 57-22 4001 JT Tiel Telefoon: +31 (0)344-752140 Fax: +31 (0)344-752141 Mobiel: +31 (0)643-111280 Website: www.volierebouw.com E-mail:
[email protected]
Beste materiaalgebruik Door gebruik te maken van een geanodiseerd en uniek aluminium profiel is oxidatie, en dientengevolge een langzame vergiftiging van de vogels, onmogelijk
Schitterende afwerking Door nergens popnagels te gebruiken kunnen de vogels zich niet aan de popnagels of gaaspunten beschadigen. Ook, bij gebruik van polycarbonaatplaten, geen verkleuringen, barsten, algenvorming of stuk vriezen Duurzame afwerking Perfekte 45 graden hoekverbindingen zonder giftige plastic koppelstukken te gebruiken. Zelfs scharnieren, sloten en dergelijke zijn op zijn minst geanodiseerd
Kleuren Profielen zijn standaard geanodiseerd of RAL 6009 groen, alle andere RAL-kleuren zijn op bestelling leverbaar Gaas Wij gebruiken een Ara-bestendig stalen gaas, daarna verzinkt en vervolgens voorzien van een laag aluminium met desgewenst zelfs een zwarte poedercoating.
-8-
-9-
P.S.C. Infostand Boeken: Agaporniden,Forpussen. Diverse Grote Parkieten en Papagaaien. Zowel in Nederlands,Duits en Engels.
Topkwekers uit diversen landen in Europa, Canada en de Verenigde Staten, zweren al jaren bij deze producten, die behalve voor kanaries ook met uitstekende resultaten worden gebruikt bij de kweek van tropische vogels, kromsnavels en Europese cultuurvogels!
Kracht-tevens opfokvoer Opfokvoer zonder kunstmatige kleur-, geur- en smaakstoffen voor een snelle groei.
Opfokvoerkorrel Bevordert opname van het krachtvoer, doordat vochtigheidsgraad op peil blijft.
Bianco-Fino Zeer fijn opfokvoer, tevens te gebruiken als conditievoer.
Maxi-Rood Rood stimulerend product, bestaat uitsluitend uit actieve stoffen
Multivitaminen
Natuuralgen
Vruchtbaarheidsvitaminen
Zee-Algen
Vogelkruiden
PEARL-WHITE Waspoeder
Het gehele van Keulen Poster Programma. T-shirts,mini-shirts. Bodywarmers bedrukt met Parkieten en Papagaaien. Eventueel met Uw favoriete vogel. Pins en Stickers. Prijzen zijn exclusief verzend-en verpakkingskosten. Voor info bellen of mailen met Hans Veneman,tel:(0546) – 823249 e-mail :
[email protected] Aanwezig op de Vogelbeursen Zwolle en Meppel Bondshow Apeldoorn PSC-show in Apeldoorn.
SCHERPE MAAGKIEZEL 1 .Voor kanaries,tropen,kleine parkieten,Europese cultuurvogels 2. Voor grote parkieten,patrijzen,kwartels,fazanten enz….. 3. Voor postduiven.
Uw vogels hebben geen tanden.Wel een spiermaag. Zorg dat er SCHERPE MAAGKIEZEL in zit !!!!!!! Verkrijgbaar in alle dierenspeciaalzaken.
Nieuw : Stalen broed – en stapelkooien OOK
”SUKSES” VOGELVOEDERS BV HOLLAND Buitenwatersloot 123 2613 TC Delft 015-214 29 01
WWW.SUKSES.TV
OESTERSCHELPENGRIT voor vogels PUUR - ZUIVER – ZONDER TOEVOEGINGEN Vraag een gratis monster en folder aan bij:
F. THIJSSEN C.V., MILL Postbus 29, 5450 AA Mill (Nederland) Tel: 0485 – 45 17 37
- 10 -
- 11 -
Mutaties catharinaparkiet – Deel 1
De misty mutatie is een mutatie, waarbij er een minimale afname is van het eumelanine. Wanneer de vogels EF misty zijn, resulteert dat in een wat doffer ogende vogel, die weinig afwijkt van de wildkleur. Bij de DF misty groene vogels neigen de kleuren naar een bleke DD groene vogel en lijken de veren meer bleek olijfgroen gekleurd. I.v. m herkenning worden alleen de dubbelfactorige misty’s gevraagd. DF misty groen
HIMBERGEN® VOGELZADEN, EEN BEGRIP IN DE VOGELWERELD!
EF misty groen
- 12 -
Groen
- 13 -
DF misty groen
Kleur: Het is van belang dat de algemene lichaamskleur de gewenste bleekgroene kleur toont. In de praktijk blijken enkel DF misty’s aan dit ideaalbeeld te kunnen voldoen. Vogels met een duidelijk te donkere basiskleur dienen te worden bestraft bij kleurdiepte. Tekening: Regelmatig zien we bij deze kleurslag dat de tekeningsonderdelen erg fijn van vorm is, zodat deze niet in proportie is en rommelig toont. Dit dient te worden bestraft in de rubriek tekening. De zwarte tekeningsonderdelen dienen ook duidelijk in kleur gereduceerd te zijn en is bleekzwart van kleur. D turquoise violet Flank,- en vleugeltekening ino
Flanktekening ino moet zichtbaar aanwezig zijn.
Vleugeltekening moet zichtbaar aanwezig zijn.
D turquoise violet Door een mutatie van de baarstructuur is de baarddiameter kleiner geworden en heeft deze een minder diepe bewolkte zone, hierdoor krijgt men de donkerturquoise kleur, welke moeilijker egaal te krijgen zijn. D turquoise violet
- 14 -
- 15 -
Kleur: De grijsvleugel mutatie zorgt ervoor dat het eumelanine gedeeltelijk is gereduceerd. De groene kleur moet helder zijn zonder bruine waas.
minder contrastrijk tav de ondergrondkleur. Alle tekeningsonderdelen dienen echter duidelijk waarneembaar te zijn. Gezien de reductie, welke in het veerhart sterker is dan aan de randen van de veren, zal de vleugeltekening moeilijk strak te krijgen zijn. Enige soepelheid is hier geboden. De tekening dient wel regelmatig te zijn.
EF SL grijsvleugel groen
Tekening: De tekening bij de EF is zwartgrijs. Doordat de rand van de veer in verhouding donker van kleur blijft, ontstaat het zoomeffect. De opbleking in de kern van de tekening behoort zo’n 50% te zijn. Hierdoor wordt de binnenkant van de veer donkergrijs, wat een soort druppeleffect veroorzaakt. De schoudervlek mag zeker niet uitvloeien in de ondulatietekening en dient zo egaal mogelijk van kleur te zijn. De vleugel- en flanktekening dienen scherp en regelmatig van vorm zijn. DF SL grijsvleugel groen Algemeen: De aanwezigheid van een dubbele grijsvleugelfactor, veroorzaakt een sterke eumelanine reductie van zo’n 80%. De werking van de mutatie is variabel en natuurlijk is ook het oorspronkelijke melaninebezit hier van invloed. Met name de regelmaat en de vorm van de vleugeltekening zijn bij deze kleurslag een aandachtspunt. Kleur: De algemene basiskleur is bij deze vogel geelgroen. Een juiste kleurdiepte is hier van belang. Deze mag niet te licht worden, zodat de kleur overwegend geel is, maar zeker ook niet te donker, zodat deze in de richting van de EF grijsvleugel gaat. Een blauwe waas op de kop zal hier nauwelijks waarneembaar zijn, maar in voorkomende gevallen dient dit te worden bestraft in de rubriek kleurdiepte en regelmaat. Een goede kleuregaliteit is bij deze kleurslag van groot belang. Tekening: Bij de deze kleurslag is de tekening licht beige grijs geworden en hierdoor
EF SL grijsvleugel groen
DF SL grijsvleugel groen
- 16 -
EF + DF SL grijsvleugel groen
EF + DF SL grijsvleugel groen
- 17 -
- 18 -
Handopfok
- 19 -
Indien niet anders mogelijk, kunt u uw jonge vogels met de hand grootbrengen. Hieronder zal ik trachten iets over handopfok te vertellen. Het gaat hierbij om mijn ervaringen, anderen zullen het wellicht anders doen. Ik kan dan ook alleen vanuit mijn ervaring spreken zodat u weet hoe wij de jongen met de hand groot brengen. Ik zal af en toe (te) uitgebreid op een onderwerp ingaan. Hoe meer ik vertel, hoe meer keuze u heeft. In deze handleiding heb ik foto’s gebruikt van onze agaporniden, maar deze methode van handopfok kan voor elke vogelsoort toegepast worden. Als het niet echt nodig is, doe het dan niet. Zijn er serieuze redenen, dan is dit een goede manier om de jongen toch op stok te krijgen. Wanneer te beginnen Wanneer kunt u het beste beginnen met opfok? Die vraag is moeilijk te beantwoorden. Is het een vrije keuze of wordt de beslissing genomen aan de hand van bepaalde omstandigheden. Mijn koppel roseicollis plukt de jongen als de veren bij de jongen door beginnen te komen. Dat is meestal als de jongen zo’n twee weken oud zijn. Dat is voor mij de leeftijd of het teken dat ik de jongen van de ouders scheidt en dus overstap op de handopfok. In de eerste 2 weken krijgen de jongen dus gewoon de (op)voeding van de ouders. Met name de eerste kropmelk is belangrijk voor de jongen. Hierin zitten bijzonder veel stoffen die belangrijk zijn voor een goede start. Als de ouders de jongen 2 weken hebben gevoerd hebben ze dus naar mijn mening een goede basis om verder te gaan. Ze zitten echter nog niet volledig in de veren zodat koude een punt is om rekening mee te houden (zie benodigdheden). Benodigdheden Om jonge vogels (noodgedwongen) met de hand groot te brengen heeft u de volgende artikelen nodig. Schaf ze ruim op tijd aan, dan kunt u op uw gemak de gebruiksaanwijzingen doornemen en evt. nog onbeantwoorde vragen stellen aan iemand met ervaring: - Pot met opfokvoer (bijv. Nutribird of Cede) - Spuitje van 10 ml. zonder naald (te verkrijgen bij de apotheek) + reserve spuit(en) - Waterkoker - 2 schaaltjes of bakjes - Thermometer - Warm waterkruik of magnetronkruik (net zoals die voor uw baby) - Maatschepje - Mini-garde - Handdoekje o.i.d.
- 20 De bereiding van de voeding Zelf gebruik ik Nutribird A21 van Versele-Laga als handopfok voeding. Per pot van 800 gram kost dit ongeveer € 9.50. Bij een nest van 4 jongen doe ik ongeveer een week met een pot van 800 gram. Er zijn ook emmers van 3 kg. te koop en die zijn fors goedkoper. Omgerekend krijg je vaak 800 gram gratis. Zoals eerder aangegeven zijn er ook andere (goedkopere) merken maar ik gebruik altijd deze. Ik heb geen ervaring met andere merken zodat ik me beperk tot de bereiding en toediening van dit merk. De voeding is een poederige substantie die heel erg zoet ruikt (naar snoep). Voordat u begint eerst de gebruiksaanwijzing lezen. Hierin staan hele belangrijke zaken! Voor Nutribird A21 is een verhouding 1:2 nodig. Dit wil zeggen 1 maatschepje voer mengen met 2 schepjes gekookt water. Voordat u kunt beginnen dient u dus water te koken. Terwijl u het water aan de kook brengt kunt u de benodigde hoeveelheid voer alvast afmeten. Onthoud dus goed hoeveel schepjes u gebruikt hebt. U heeft nl. het dubbele aantal schepjes aan gekookt water nodig. Het voer kunt u in een van de schaaltjes of bakjes doen. Als het water gekookt heeft doe ik altijd een ruime hoeveelheid in het andere bakje. Met het maatschepje meet ik het benodigde aantal schepjes af en voeg dit toe aan het voer. Met de mini-garde kunt u het geheel goed roeren. Roer net zolang totdat u een klontvrije, yoghurtachtige substantie overhoud. Laat de voeding afkoelen tot 39 graden Celsius. Hier kunt u de thermometer voor gebruiken. Als de voeding te koud is zal de vogel het niet eten. Voeding die is afgekoeld of over is kunt u niet meer opwarmen! Indien u dus voeding over heeft aan het einde van de voeding dan dient u deze weg te gooien. U kunt de voeding op temperatuur houden door wat van het gekookte water in het 2e schaaltje te doen en daar het schaaltje met voeding in te zetten. Net zoals u de fles van een baby opwarmt of op temperatuur houdt. Het toedienen van de voeding Leg voordat u met het voeren gaat beginnen het handdoekje op bijv. de tafel neer. Hier kunt u de jongen vervolgens op neerleggen. Zuig de voeding in de spuit door het tuitje in de voeding te steken en langzaam aan het achtereind van de spuit te trekken. De spuit vult zich dan vanzelf met de voeding. Let erop dat u voordat u gaat voeren alle lucht uit de spuit heeft verwijdert. U heeft vast wel eens op TV gezien dat artsen tegen de puit tikken terwijl ze deze op de kop houden. Door het tikken zal de lucht naar boven gaan en kunt u de lucht uit de spuit “spuiten”. Zelf tik ik altijd met de spuit op het schaaltje terwijl ik de spuit schuin omhoog houd. Als het jong op de handdoek zit kunt u beginnen. Steek het spuitje voorzichtig tussen de boven- en de ondersnavel. U kunt hiervoor het beste het kopje zachtjes beetpakken terwijl u met uw andere hand de spuit tussen de snavel steekt.Het jong zal bij de eerste voeding niet echt meewerken dus reken erop dat dit niet altijd even gemakkelijk gaat. Spuit zachtjes een klein beetje voeding in de ondersnavel. Met een klein beetje bedoel ik echt een klein beetje. Het jong moet de voeding zelf kunnen wegslikken. Als u teveel in de ondersnavel spuit loopt u het risico dat het jong stikt. Als het jong de voeding heeft weggeslikt kunt u weer een beetje geven. De hoeveelheid voeding die u dient te geven is afhankelijk van de leeftijd. U werkt dus van enkele ml.’s naar zo’n 8 ml. als de jongen ouder zijn toe. U ziet vanzelf de krop voller geraken met voeding. Als het kropje lekker gevuld is stopt u met voeren. De tweede voeding zal naar alle waarschijnlijkheid makkelijker gaan, de jongen hebben snel door waar het voer vandaan komt. Vaak openen ze de snavel al als ze de spuit zien/ruiken. Zelf houd ik met 1 hand altijd het kopje vast terwijl ik met de andere hand de spuit bedien. Mijn vrouw heeft kleinere handen dan ik en zij kan met 1 hand niet de spuit bedienen. Zij voert dus met 2 handen aan de spuit (zie foto hieronder).
- 21 -
Doordat het jong vaak erg wild te keer gaat met het kopje bestaat de kans dat u af en toe wat voer morst en dus de kop onder smeert. Geen nood: na het voeren met de handdoek gewoon schoon wrijven. Op die manier zijn ze direct wat gewend en worden het niet van die zielige pietjes. Als u de voeding niet zou weghalen gaat het koeken aan de veren. De klont worst steeds groter en kan op den duur de vogel pijn bezorgen door het trekken van de veren. Na iedere voeding schoonmaken van de vogel is dus noodzakelijk. Als u de vogel gevoerd heeft legt u hem terug in de kooi. Zelf maken wij altijd een magnetronkruik warm. Deze kruik rollen wij in een handdoek en leggen deze halverwege de kooi. De jongen hebben immers nog geen veren om zich warm te houden en de moedervogel zit ook niet meer op de jongen om ze warm te houden. Op de bodem van de kooi ligt ook een handdoek. De jongen kunnen zich heerlijk warmen aan de verwarmde handdoek. Hoe vaak en hoe laat voeren? Allereerst wil ik mijn standpunt uitleggen. Handopfok is schitterend om te doen maar kost veel tijd en energie. Onderschat de tijd niet en besef dat het een regelrechte aanslag op uw agenda is. Ik vind dat de jongen zich aan mij moeten aanpassen en ik niet aan hen. Ik voer dus niet als de jongen beginnen te piepen maar op vaste tijden. Een belangrijk punt hierbij is dat u pas mag voeren als de krop leeg is. Is dit niet het geval en voert u wel dan loopt u het risico dat de oude, nog in de krop achtergebleven, voeding gaat verzuren doordat het niet op tijd is opgenomen in het lichaam. Als dit gebeurt spreekt men van kropverzuring wat de dood van uw lieve vogeltje tot gevolg kan hebben! Zelf voeren wij om de 4 uur. Het mag wel eens wat langer duren maar 4 uur is voor ons de richtlijn. We beginnen om 07:00 uur, dan om 11:00 uur een voeding, om 15:00 uur een voeding, om 19:00 uur een voeding en de laatste om 23:00 uur. Naarmate de jongen ouder worden passen wij de tijden aan. Ze kunnen dan wat langer teren op een spuit van 8 ml. Sommige eten zelfs zoveel dat ze 10 ml. nemen. Als de jongen groot genoeg zijn gaan wij over naar zo’n 5 uur verschil. Van 5 voedingen per dag dus terug naar 4 voedingen per dag. Het schema ziet er dan ongeveer zo uit: 07:00 uur, 12:00 uur, 17:00 uur en om 22:00 uur de laatste voeding van die dag. Als de vogels zo’n 51⁄2 week zijn leggen wij wat trosgierst op de bodem van de kooi. Ophangen heeft weinig zin omdat de jongen nog altijd op de bodem van de kooi leven. De jongen zullen langzaam aan met de trosgierst gaan spelen en ontdekken dat het te eten is. U kunt vaak aan de krop voelen of er zaadjes inzitten. Als ik merk dat er zaadjes in de krop zitten gaan wij de hoeveelheid voer terugbrengen. Concreet houdt dit in
- 22 dat we bijv. terug gaan van 8 ml. naar 6 ml. per spuit/voeding. Op die manier houdt de jonge vogel nog wat honger wat hem stimuleert om met de trosgierst aan de slag te gaan. Zo leer ik ze zaad eten. Op een gegeven moment wordt de voeding steeds minder en zal de vogel langzaam aan over gaan op zaad. Zet als u gaat minderen met spuitvoeding wel een bakje met water en met voer op de bodem. Water is in deze belangrijk omdat de vogels al het vocht eerder uit de spuitvoeding kreeg. U gaat deze nu minderen dus ook de vochttoediening!
U zult merken dat de jongen steeds meer over gaan op zaad. Als de kropjes goed gevuld zijn met zaad kunt u stoppen met de spuitvoeding. Houdt de jongen nog wel goed in de gaten. Ze moeten nu alle voeding zelf tot zich nemen. Het gebeurt wel eens dat een kropje “per ongeluk” gevuld is met zaad, maar dat de vogel eigenlijk nog niet in staat is om echt zelfstandig te zijn.Op een leeftijd van 6 a 7 weken zou de vogel dus zelfstandig moeten wezen. Het komt voor dat jongen het wel makkelijk vinden om met de spuit gevoerd te worden. U moet op een gegeven moment hard zijn en de vogel dwingen om zelf te gaan eten. Als u dit niet doet loopt u het risico dat de vogel nooit zelfstandig wordt en u hem zijn hele leven lang met de spuit moet voeren. Hard zijn is af en toe dus noodzakelijk! Nog enkele belangrijke punten! • Na ieder voeding het materiaal goed reinigen. Spuiten met gekookt water schoonspuiten • Niet in de krop knijpen als u gevoerd heeft. De voeding kan omhoog geduwd worden en in de keel geraken. Het gevolg is dat uw vogeltje stikt. • Bij het oppakken van de jongen de jongen zodanig beetpakken dat de voeding niet uit de krop in de keel kan komen i.v.m. het risico op verstikking. • Te veel gemaakte voeding weggooien. Niet opwarmen om opnieuw te gebruiken. • Leer een gezinslid of iemand anders ook hoe de vogels te voeren. Mocht er eens wat gebeuren of bent u een keer niet in staat om de vogels te voeren, dan kan die persoon het een keer van u overnemen. • Door het gebruik van een spuit i.p.v. een verbogen lepeltje is goed te volgen hoeveel voeding de vogel tot zich genomen heeft. Ik hoop dat dit stukje een hoop vragen heeft kunnen beantwoorden. Nogmaals, het is de manier waarop ik het doe. Andere liefhebbers doen het wellicht op een geheel andere wijze. George Steinz
Agapornis canus
- 23 -
Door: Kees Ligtvoet Voor het nageslacht die ook een uitdaging willen voor het kweken van een wat moeilijker soort? Zo’n 30 jaar geleden kwam ik bij een importeur in het zuiden van het land en zag daar voor het eerst de agapornis canus. Om er zeker van te zijn ging ik eerst even thuis kijken in de bestaande literatuur of er iets over deze vogelsoort bekend was. Het resultaat was echter mager. Er was toen weinig of niets van bekend over deze vogels. Toch ging ik terug naar deze handelaar om mijn tien paartjes canussen aan te schaffen. Ik dacht even goed opzetten maar helaas gingen ze allemaal na een tweetal weken dood. Erg jammer, het waren natuurlijk allemaal importvogels die verzwakt waren door de slechte voeding uit het land van herkomst, waarschijnlijk Madagaskar. Door dit voorval gaf ik zeker de moed niet op. Ik begon een tweede zoektocht naar deze mooie interessante vogels. Hierbij kwam ik terecht bij een kweker in Zeeland. Deze had nog een koppel met twee jonge poppen in het nest zitten. Ik wist hem over te halen om mij deze vogels te verkopen. Hij vond dat deze vogels angstig waren en steeds maar schreeuwden. Later vond ik nog een liefhebber die ook een koppeltje had met jongen, twee poppen en een man. Deze man vond dat de vogels erg schuw waren en dat was ook zo in het begin. Weer enkele weken later kwam ik weer bij een importeur en kon ik nog wat extra losse mannen kopen( de rest was natuurlijk al weg of overleden). Deze waren gelukkig wat vitaler dan de vorige vogels die ik had aangekocht. Gelukkig bleven ze ook langer in leven. Uiteindelijk waren er de eerste eitjes bij een van mijn koppeltjes. Door mijn enthousiasme en ongeduld deed ik regelmatig nestcontrole. Het resultaat was dat de vogels hun eieren in de steek lieten en dus weer van nul af aan moesten beginnen. Vanaf dat moment gaf ik regelmatig wat gedroogd gras in het hok waarmee ze hun nest zouden kunnen stofveren. De vraag was uiteraard of ze dat zouden gebruiken als nestmateriaal en ja hoor, omdat ze niets anders hadden, begonnen ze de grassprieten in het nest te slepen en in stukjes te knagen en zorgzaam te verwerken tot een mooi nestje. Enkele weken later hadden ze opnieuw eitjes gelegd maar na de eerste nestcontrole lieten ze deze opnieuw in de steek. Ik nam onmiddellijk deze eitjes weg en bracht deze onder bij een broedend koppeltje kleine grasparkietjes. Eindelijk had ik wat meer geluk, want er werden vier jonge canussen geboren en deze werden voorbeeldig door hun pleegouders grootgebracht (waar deze kleine grasparkieten toch niet allemaal goed voor zijn). Ik weet dit nog als de dag van gisteren hoe blij ik was dat ze uitvlogen. Het waren drie popjes en een mannetje. Ondertussen had ik na wat opzoekwerk gelezen dat laurierbladeren ook goed waren als nest materiaal. Zelfs rododendron werd aangeprezen in boeken. Ik heb uit veiligheidsoverwegingen het maar bij lau- Agapornis canus - Pop met jongen
- 24 rierblaadjes gehouden. Laurier wordt ook in de keuken gebruikt en is dus zeker niet giftig. In het begin waren er zeker nog tegenslagen met de kweek van de canus, maar nadat de eigen kweek exemplaren aan de slag gingen verliep alles relatief beter. Als ik nu terug kijk besef ik dat het toch een jarenlange zoektocht is geweest om een goede kweekmethode te vinden. Ik mag toch wel stellen dat ik toen toch één van de pioniers was op het Agapornis canus - Vogels met duidelijk meer geel in staartgebied van het kweken bevedering. met de canus. Door de jaren heen zijn zowel de kweekresultaten als de tentoonstellingsresultaten en de kwaliteit van mijn vogels flink vooruit gegaan. Ik ben dan ook fier op mijn gouden medaille op het WK Duitsland en de vele kampioenstitels die ik heb behaald tijdens de Nederlandse kampioenschappen van de N.B.v.V. Het kweekseizoen bij mijn vogels loopt van november tot maart. De vogels zijn enkel tijdens het kweekseizoen per paar gehuisvest in kooien 80x40x40. Na de kweek gaan ze in volières, waar de vogels zich ten volle kunnen ontwikkelen en de oudere vogels weer op kracht kunnen komen voor het volgende broedjaar. Het is volgens mij heel belangrijk dat de vogels een goede voeding krijgen en dagelijks vers water is zeker een must. Als voeding gebruik ik de zadenmengeling voor grasparkieten, gemengd met wat onkruidzaden en een agaporniden mengeling. Verder krijgen ze een eivoer waar gekiemde katjang is bijgevoegd en dit wordt daarna gemixt. Het eivoer wordt ook vrij regelmatig aangevuld met wat extra vitaminen, wortel of appel en steeds samen met de zadenmengeling in hetzelfde voerbakje aangeboden (het schepje eivoer wordt bovenop de zaadmengeling aangeboden). Wat zeker niet mag ontbreken zijn maagkiezel, grit en sepia. Deze zijn onontbeerlijk bij het houden en kweken van canussen. Momenteel bezit ik een veertigtal kweekkoppels en er zijn een hele boel jongen op stok. Wat interessant is ,is het feit dat ik de laatste jaren regelmatig wat meer geelachtige poppen kweek met ook wings onder de vleugels zowel mannen als poppen. En er is een lijn waar ik vogels uit kweek die meer blauwstructuur hebben. Zowel bij de mannen als de poppen. Het verschil is ook onder de vleugels duidelijk herkenbaar dus met andere woorden nieuwe vragen en een nieuwe uitdaging voor de hobbyist. Daarbij hebben de heren van de keurmeester vereniging mij ook nog zo gek gekregen een cursus te gaan volgen als parkietenkeurmeester bij de N.B.v.V. Ik heb deze met goed gevolg afgelegd op 8-1 2008. Ik ben ze daar wel erkentelijk voor en ben blij dat ik het heb volbracht. Het geeft de sport een andere dementie en je merkt na zo’n keurseizoen dat je nog steeds bijleert en daarbij leuke collega’s en mede liefhebbers ontmoet. Ik hoop dat jullie aan deze informatie wat hebben. Voor wie interesse heeft mag altijd contact met mij opnemen, een bezoekje brengen of mailen naar
[email protected]
- 25 -
Fantasie benamingen bij Neophema en Neopsephotus Parkieten. Deel 1 Nu de nieuwe standaard over de Neophema / Neopsephotus soorten wordt uit gebracht willen we proberen meteen af te rekenen van alle fantasie benamingen die er in de loop der jaren ontstaan zijn Bij de Neophema /Neopsephotus soorten zijn in de loop van de jaren vele mutaties ontstaan, waar in eerste instantie natuurlijk geen benaming voor was,hierdoor werden er door de kwekers benamingen verzonnen die totaal niets met de mutatie van doen had, of in de loop der jaren zijn we er achter gekomen dat door de vererving van de mutatie de benaming niet klopt. In twee delen willen we proberen een kleine uitleg te geven over de primaire mutaties en de juiste benamingen te benoemen. Maar voordat we dat gaan doen eerst even een kleine uitleg over de bevedering van onze vogels. Iedere veer bestaat uit een schacht,baarden en haakjes. Zie de foto hieronder: Iedere baard bestaat weer uit verschillende lagen (zones).
Hieronder ziet u een tekening van een doorsnede van een baard van de veer. Zoals u ziet is de cortex geel dit is de gele psittacine. Eumelanine is zwarte pigment en in de sponzone ook wel bewolkte zone genoemd zit de blauwstructuur. De Vacuolen zijn kleine gaatjes. Door de weerkaatsing van het licht zien we bij het voorbeeld hierboven een groene vogel. Dit komt omdat bij het weerkaatsen
- 26 -
- 27 De vererving is opmerkelijk, dit is intermediair dominant dit wil zeggen wanneer je een roodbuik x een niet roodbuik paart, dat alle jongen hieruit ook rood zullen tonen maar in mindere mate dan de ouder roodbuik. Als je roodbuik in je kweeklijn hebt zitten krijg je dit er zeer moeilijk meer uit. Een goede roodbuik man is rood vanaf het masker tot aan de aars. De poppen moeten een duidelijke scherpe afscheiding hebben tussen buik en borst. Ongeveer 1,5 cm boven de pootinplant dient het rood te stoppen. Autosomaal dominant verervende mutaties. Hier zijn geen splitvogels van
van het licht het blauw in de sponzezone zich vermengt met de gele kleurstof ook wel psittacine genaamd in de cotex van de baard. Hieronder nog ter verduidelijking een schema van het weerkaatsen van het licht in een baard van de veer bij een groene vogel. Een mutatie wilt eigenlijk niets meer zeggen dan dat er ergens in de bevedering een storingen(verandering) heeft plaatst gevonden, welke erfelijk is vast gelegd in de gene. De gene zorgen er namelijk voor wat er in de vederstructuur gebeurt. Deze storing kan plaats gevonden hebben in de psittacine, eumelanine en de vacuolen van de baard. Bijvoorbeeld als er door een factor de psittacine verbleekt zal het groen wat we nu zien, lichter van kleur (aqua) worden of zelfs een blauwe gloed krijgen omdat de blauwstructuur beter zichtbaar wordt. De mutaties. Intermediair dominant verervende mutaties. Hier zijn geen split vogels van. Roodbuik Roodbuik is geen mutatie maar een selectie vorm. De Roodbuik zijn ontstaan bij de Turquoisine en Splendid parkiet. De Roodbuik veroorzaakt dat waar eerst geel zat nu rood zit. Deze kleurslag is door selectiekweek bereikt. Het begin is tussen de poten en loopt door een goede selectie door tot aan het masker.
Grijsfactor Mutatie van de vederstructuur. De Grijs factor is al ontstaan bij de Turquoisine- , Splendid- en Elegant parkiet. De grijsmutatie berust op een reorganisatie van de inwendige structuur van de baarden waarbij de sponszone en de medulla niet als zodanig meer herkenbaar zijn. Er vindt daardoor geen verstrooiing van blauw licht plaats. Dominant bont De dominant bonte is ontstaan bij de Turquoisine-, Splendid en Elegant parkiet. De dominant bonte zorgt voor een plaatselijk totaal ontbreken van eumelanine, met een min of meer vast patroon. In tegenstelling van de recessief bonte is er bij de dominant bonte wel geslachtsverschil waarneembaar Autosomaal onvolledig dominant verervende mutaties. (Of incomplete dominant) Hier zijn geen splitvogels van. Donkerfactor. Mutatie van de vederstructuur. Is al ontstaan bij de Turquoisine parkiet, bij de Splendid parkiet nog geen Donkerfactor in Europa is, anders zou de DD groen (olijf) & DD blauw (mauve) er ook wel zijn. Donkerfactor door verandering van de baardbouw, kleinere baarddiameter en minder diepe bewolkte zone vindt er meer absorptie van licht plaats, waardoor de totaalkleur donkerder groen wordt. Bij een vogel met een dubbele donker factor D.D. zal de totaalkleur nog donkerder worden (Olijfgroen). De diameter van de baarden wordt eveneens kleiner, hierdoor wordt de lichaamskleur donkerder. Uit de paring donkerfactor x donkerfactor komen er 25% van de jongen met een dubbele donkerfactor DD, deze werden tot nu toe olijfgroen genoemd in de groen serie en DD blauw (mauve) in de blauw serie. Ook komen uit deze combinatie 25% van de jongen zonder donkerfactor en 50%van de jongen bezitten een donkerfactor. Het verschil tussen enkelfactorig en dubbelfactorig is zeer goed te zien. Violetfactor Mutatie van de vederstructuur. Violet factorige zijn al ontstaan bij de Bourke-, Turquoisine- en Splendid parkiet. Echte violette bestaan nu nog niet, want dan moet dit in combinatie gaan met 1 donkerfactor en de blauwfactor, in principe zou deze mutatiecombinatie momenteel enkel bij de Turquoisine parkiet ontstaan, maar de blauwe is nog zo zeldzaam en de violetfactor ook, dat deze nu nog niet aan elkaar gekoppeld zijn met een Donkerfactor. Door een veranderde, veel fijnere structuur van de sponszone wordt door middel van
- 28 interferentie violet licht in plaats van blauw licht teruggekaatst. De werking van deze mutatie komt het best tot uiting in combinatie met één donkerfactor, in de blauw of turquoise serie. Met een enkele donkerfactor ontstaat het typische violet kleur. Bij een DD blauw (mauve) is er nagenoeg geen effect, de violetfactor is dan moeilijk zichtbaar. Bij vergelijking is de kleur een nuance donkerder dan zonder violetfactor factor erbij. De violetfactor zal bij een intensieve blauwe Splendid parkiet met een DF violet goed zichtbaar zijn, dit kunnen mooie diep blauwe vogels zijn. Vaak worden deze vogels aangezien voor kobalt (DD blauw) maar zijn dat niet. Bij de wildkleur Splendid parkiet worden vaak de violetfactorige vogels voor donkergroen aangezien. Misty Kwantitatieve reductie van het eumelanine met 20%. De Misty is ontstaan bij de Blauwvleugel-, Splendid- en Turquoisine parkiet. Ook de blauwstructuur wordt gereduceerd. Dominant gezoomd Kwantitatieve reductie van het eumelanine met 40-70% Waarbij het ideaal een reductie van 50% is de variatiebreedte is echter groot. De kleur van de pennen is typisch voor de pastelmutatie: licht bij de schacht, donkerder wordend naar de rand toe. Vooral in de grote dekveren zien we de omzoming het best. Deze is recent ontstaan bij de Splendid parkiet, maar er zijn nu nog te weinig gegevens over bekend om hem nu al in deze standaard te doen opnemen. Mottle (Bont) Mottle mutatie is al ontstaan bij de Splendid- en Turquoisine parkiet. De mottle wordt ook wel progressief bont genoemd. De vogels worden normaal gekleurd geboren en worden na verloop van tijd steeds bonter dit kan variëren van 5% tot 98% bont. Geslachtsgebonden recessief verervende mutaties. Hier kunnen alleen de mannen split voor zijn. Opaline Mutatie die de distributie van eumelanine en psittacine wijzigt. De opaline factor is ontstaan bij de Bourke-, Splendid- en Turquoisine parkiet. Typisch kenmerk is de blanke vleugelspiegel. Ook een typisch kenmerk is dat de oorspronkelijke plaats van het geel en rood psittacine nu op andere plekken te voorschijn komt, of zelfs verdwijnt. Bij de opaline Turquoisine parkiet zien we dat de rode vleugelbalk bij de man verdwijnt bij overjarige vogels en dat bij de pop nu wel een rode vleugelbalk verschijnt, in combinatie met de roodbuik en opaline factor krijgen ook de mannen weer rood op het rug/vleugeldek. Ook bij de Bourke parkiet zien we een toename van het rood, geel en weer bij andere blauw bezit. Er zijn opaline met heel veel blauw bezit en dit noem men de blauwe Bourke parkiet maar dit is geen correcte benaming het is en blijft een opaline vogel. SL-ino Kwalitatieve reductie van 95-99% eumelanine, ook in de ogen en de poten. Is alleen ontstaan bij de Bourke, Splendid- en Turquoisine parkiet.
- 29 Een totale reductie van eumelanine in de gehele bevedering. Het psittacine (rood en geel) wordt niet beïnvloed. Platinum Kwalitatieve reductie van 70-80% eumelanine, ook in de ogen en de poten. De platinum mutatie is tot nu toe alleen bij de Splendid parkiet ontstaan, deze werden tot nu toe ino-bruin en/of bruin-overgoten genoemd door de kwekers. De platinum is een nieuwe mutatie bij de kromsnavels men dacht eerst dat het om een combinatiekleur ging. Kweekuitkomsten hebben echter bewezen dat het om een primaire mutatie gaat. De platinum veroorzaakt een kwalitatieve eumelanine reductie. Pallid foute (oude) benaming Isabel. Kwalitatieve reductie van 40-50% eumelanine, ook in de ogen en de poten. Is al ontstaan bij de Splendid- en Bourke parkiet. De lichaamskleur wordt hierdoor een nuance lichter. De reductie vindt ook plaats in de ogen en de ondersnavel en poten. De kop is bij voorkeur zo licht mogelijk van kleur, zodat een zo groot mogelijk contrast ontstaat. Opvallend is dat de pennen bij de schacht het donkerst zijn en naar de rand toe lichter worden. Cinnamon Kwalitatieve reductie van het eumelanine, dit is bruin in plaats van zwart van kleur. De cinnamon is al ontstaan bij de Bourke-, Splendid- en Turquoisine parkiet. Door een onvolledige oxidatie van het eumelanine wordt dit niet zwart maar blijft bruin van kleur. De kleur die vervolgens ontstaat, is in grote mate afhankelijk van de concentratie eumelanine. De lichaamskleur wordt een nuance lichter van kleur en is bruin bewaasd. Op plaatsen waar een hoge concentratie eumelanine aanwezig is, zoals in de keeltekening, wordt de kleur donkerbruin tot zwartbruin. De vogels worden geboren met rode ogen, welke na enkele dagen donkerder worden. Bron: Neophema/Neopsephotus standaard. Neophema Studie Groep Secretariaat: Molenstraat 140 4731 HH Oudenbosch Tel:0165 31 41 79 www.neophemastudiegroep.nl
- 30 -
ZIEKTEN EN BROEDPROBLEMEN BIJ KROMSNAVELS Broedproblemen bij grasparkieten - deel 3
Door A. van Kooten
5.0 Jong dood in ei, terwijl de schaal wel is aangepikt De volgende oorzaken kunnen hieraan ten grondslag liggen: 5.1 Vitaminegebrek De oorzaak hiervan ligt veelal gelegen in een gebrek aan de vitaminen van het B-complex. Het gehele jaar door verstrekken van groenvoer en gekiemd zaad kan een vitamine B gebrek voorkomen. 5.2 Te hoge of te lage luchtvochtigheid Dit is reeds behandeld bij het onderdeel `Afsterven van de kiemcel/embryo in het ei’. Mocht u eitjes aantreffen die langer dan drie uur aangepikt zijn en waarvan het jong nog leeft, dan kunt u het jonge vogeltje helpen door het ei voorzichtig met een gepunte lucifer verder open te scheuren. Verder moet u dit jong niet helpen, het redt zich verder zelf wel. Mocht er tijdens het openscheuren van het eitje bloed zichtbaar worden dan moet u direct stoppen. 6.0 Beschadigde eitjes 6.1 Ruwe, rimpelige eieren De oorzaak van ruwe, gerimpelde eieren is veelal gelegen in een storing in het normaal verloop van het leggen. Door een te krachtig samentrekken van de eileiderspieren en buikwand ontstaat bij dergelijke poppen een verhoogde druk tijdens het leggen. Dit heeft op zijn beurt ruwe, gerimpelde eieren tot gevolg. Bij veel van deze poppen ontstaat als complicatie een eileiderontsteking. Een dergelijke pop is vaak in het begin onrustig, blijft veel in de nestkast zitten en heeft vaak bevuilde veren rondom de cloaca. De ontsteking (veelal een bacteriële infectie) kan worden behandeld met antibiotica. Ter preventie worden fosfor- en calciumhoudende middelen, tezamen met vitamine D aangeraden. 6.2 Oudervogel beschadigd eitje(s) Het komt voor dat eieren door de oudervogels zelf worden beschadigd. Vooral na de eerste broedronde wanneer er harde stukjes ontlasting in het nestkastje kunnen liggen wil het nog weleens voorkomen dat de eitjes door de oudervogel(s) worden beschadigd. Wanneer u dergelijke harde stukjes opmerkt in het nestblok dan is het verstandig deze te verwijderen. Zijn er ingeval van een beschadiging van een eitje alleen kleine scheurtjes of deukjes, zonder beschadiging van het inwendige eivlies, dan kan dit worden “gerepareerd” door hier een klein stukje folie op aan te brengen. Zelf heb ik weleens een dergelijke (kleine) beschadiging “gerepareerd” met een dun laagje nagellak. Het betrof hier een eitje dat ± 17 dagen bebroed was. Komt er echter vocht uit het ei of komt er bij het opnemen van het eitje een luchtbel uit de breuk, dan is het eitje als verloren te beschouwen omdat het heel snel zal uitdrogen. Het beschadigen van eitjes komt ook voor als gevolg van een slechte bodembedekking in het broedblok. Het euvel kan worden verholpen door in het broedblok een dun laagje houtkrullen en of zaagsel aan te brengen. 6.3 Jongen beschadigen eitjes Bij grote nesten wil het nog weleens voorkomen dat de oudste jongen de eitjes beschadigen.
- 31 Ter voorkoming hiervan is het raadzaam dergelijke jongen, mits ze in de veren zitten, in een kistje onderin de broedkooi te plaatsen. In de meeste gevallen zal de man de jongen zonder problemen blijven voeren. 7.0 Het kapot pikken van eitjes door de man of pop (eiereters) Helaas komen er bij beide geslachten eiereters voor. Eiereters vinden we echter overwegend onder de poppen. Dit euvel kunnen we voorkomen door de vers gelegde eieren direct te verwijderen en er een gipseitje voor in de plaats te leggen. Gipseitjes kunnen we in een dierenspeciaalzaak kopen. Als het herhaald pikken in de harde gipseieren geen succes opleverd, laten de eiereters in veel gevallen de slechte gewoonte wel varen. Na voltooiing van het legsel kunt u de eitjes dan gerust weer aan het nest toevertrouwen. Een andere methode die ook wel wordt toegepast is de eiereter een rot eitje in het nest te geven. Zelf heb ik deze methode echter nooit toegepast. De reden van het kapot pikken van de eitjes is mij niet duidelijk geworden. Ook op de vraag of het hier om een erfelijke eigenschap gaat kan ik niet beantwoorden. Heel belangrijk in dit kader is om één en ander bij te houden en te noteren in uw kweekboek. Ingeval u dit gedrag bij meerdere verwante vogels opmerkt, zult u de vogels moeten uitsluiten voor de kweek. 8.0 Het niet voeden van de jongen door de pop Veel jonge poppen hebben voor het eerst van hun moeder zijn nog geen melk uit de voormaag af te scheiden of voeren hun eerstelingen niet. Dit fenomeen heb ik zelf ook meerdere malen meegemaakt. Een fenomeen welke je alle plezier van onze sport kan ontnemen. Want zeg zelf wat een ongelooflijke teleurstelling is het niet als je van een veelbelovend broedpaar de eerste jongen in het broedblok ziet liggen en vervolgens merkt dat ze niet gevoed worden. Als dan later na alle vertwijfelde pogingen om de jongen te redden blijkt dat ze toch dood zijn gegaan dan, dan ....... De jongen die niet gevoed worden piepen urenlang maar hun kropjes blijven leeg. Deze jongen zullen sterven als ze niet binnen 12 uur onder een popje geschoven kunnen worden die ongeveer jongen van dezelfde leeftijd heeft. Langer reikt namelijk de vertering niet, die ze hebben meegekregen, van het voedsel uit de dooierzak. Uit eigen ervaring heb ik geleerd dat de meeste popjes, die niet onmiddelijk voeren, dit wel doen en voortaan zonder moeilijkheden, wanneer we ze eerst 1-2 oudere (4-6 dagen oude) jongen geven. Deze vogeltjes bedelen al veel indringender en werken daardoor stimulerend op het moederlijke voedingsgedrag. Bovendien kunnen deze jongen al enigzins voorverteerd voedsel, buiten de melk van de voormaag, verdragen. Veelal zullen de jonge poppen waarbij zich dit gedrag voordoet later uitkomende jongen zonder meer direct voeren en dergelijk gedrag niet weer vertonen. Zoals uit bovenstaande blijkt is het van belang dat we meerdere broedstellen hebben die omstreeks dezelfde tijd zijn gaan broeden. Enige speelruimte is hier namelijk wel geboden. Zorg er ook voor dat er een goede verhouding bestaat tussen jonge en oude broedstellen. 9.0 Het doden van de jongen door de man of pop (kanibalisme) 9.1 Erfelijkheid? Je zal toch meemaken dat een veelbelovend kweekstel z’n jongen dood maakt. Helaas heb ik dit bij m’n eigen vogels ook eens moeten meemaken. Van een goede vriend had ik een prima man meegekregen die ik wilde paren aan een jonge pop van ca. 12 maanden. Op de datum dat het eerste ei kon uitkomen bleek bij inspectie dat het jong half aangevreten in het blok lag. Omdat ik dit fenomeen nog niet eerder had meegemaakt dacht ik in eerste instantie dat er, bij het uitkomen van het jong uit het ei, iets mis gegaan moest zijn. Maar ook het tweede jong lag een dag later aangevreten in het nestblok. Op het moment dat ik dit constateerde had ik goed de pé
- 32 -
- 33 -
in en om herhaling hiervan te voorkomen werden de overige eitjes door mij overgelegd. Ondanks dat de jongen aangevreten waren kon ik aan de oudervogels niet zien wie de dader was. Voor mezelf was ik er vrij zeker van dat de pop de schuldige was. De pop werd dan ook uitgesloten voor de kweek en de man kreeg van mij een andere pop toegewezen. Ik wilde namelijk dolgraag jongen bij deze geweldige mooie showman. Gelukkig klikte het direct met de nieuwe pop en er lagen dan ook al snel bevruchte eitjes in het nestkastje. Bij het uitkomen van het eerste eitje werd ik echter opnieuw geconfronteerd met een dood aangevreten jong in het nestblok. U raad het al, op dat moment gingen er allerlei toeters en bellen bij mij loeien en rinkelen. Toen ook begreep ik dat ik een mooie (onschuldige) pop ten onrechte had uitgesloten van de kweek. Zo zie je maar weer dat je niet altijd op je gevoel kunt vertrouwen. Dit keer kon ik echter de eitjes niet overleggen omdat ik geen kweekstel zitten had met eitjes die rond dezelfde tijd moesten uitkomen. Om te voorkomen dat de man opnieuw z’n jongen zou dood maken heb ik toen een tussenschot van gaas in de broedkooi aangebracht. Door de gazen tussenschot kon de man niet meer bij de jongen komen maar nog wel het popje door het gaas voeren. De man heb ik verder uitgesloten van de kweek. Op het kweekblad van de jongen heb ik (natuurlijk) dit alles wel genoteerd. Ingeval ook de jongen dit gedrag gaan vertonen zal ik deze lijn zondermeer moeten “afsnijden”. Uit de literatuur, die ik heb geraadpleegd, werd mij niet echt duidelijk of kanibalisme bij grasparkieten erfelijk is, vandaar dat ik achter erfelijkheid, als mogelijke oorzaak van kanibalisme, een aantal vraagtekens heb geplaatst.
op een veilige afstand van het nest terecht komen en daar verder met rust gelaten worden door de pop. Een broedkooi biedt deze ruimte echter niet. Het lukt de pop dus niet om om de jongen weg te jagen van het nest. Het gevolg hiervan is dat de pop steeds agressiever gaat reageren en uiteindelijk de jonge vogel(s) zal afslachten. In een kale broedkooi zijn dergelijke jongen dus volkomen kansloos. Zij kunnen zich immers niet verstoppen? Had dit laatste wel gekund dan was het leven van de jongen mogelijk gespaard gebleven, want zodra de jongen zich aan het gezichtsveld van de pop hadden kunnen onttrekken, had deze haar achtervolging op de jongen wel gestaakt. De remedie is daarom eigenlijk vrij eenvoudig. Maak een echte schuilplaats voor de jonge grasparkieten en plaats deze in de broedkooi van een pop die een dergelijk gedrag vertoond. Ook bij de poppen waarvan u het gedrag nog niet kent dient u een schuilplaats aan te brengen om later leed te voorkomen. Veel vernuft komt er niet voor kijken. Met drie plankjes bent u er al. Het schapje wat u hiervan moet maken heeft de volgende afmetingen: lang 25 cm, breed 12,5 cm, hoog 6 cm. Een dergelijk schapje kan wrede slachtpartijen in uw broedkooi helpen voorkomen.
9.2 Een voor verandering (over)gevoelige (zenuwachtige) pop Een andere oorzaak van het “vermoorden” van de jongen kan zijn, dat men te maken heeft met een zenuwachtige pop. Dergelijke poppen kunnen door bijvoorbeeld verschoning van het nest of veranderingen in de broedkooi zo zenuwachtig reageren dat ze hun jongen dood maken. Ook schijnt het te vaak uitoefenen van nestcontrôle een zelfde uitwerking te hebben op dergelijke poppen. Tussentijds geen veranderingen aanbrengen, nestblok niet verschonen en nestcontrôles zoveel mogelijk achterwege laten is hier de voor de hand liggende remedie. Met betrekking tot het onderwerp kanibalisme wil ik u het volgende verhaal dat mij ter ore kwam niet onthouden. Een beginnend vogelliefhebber had “uitgevonden” dat z’n valkparkieten verzot waren op kleine stukjes vers vlees. Toen de vogels overgingen tot broeden en het eerste jong zich meldde werd deze echter aangezien voor een “lekker stukje vlees” en (dus) door de oudervogels opgegeten. Door dit (aangeleerde) gedrag waren deze vogels dus volkomen ongeschikt geworden voor de kweek. Dit verhaal leert ons dat we onze vogels beter geen stukjes vlees te eten kunnen geven!!!! 10. Agressieve pop Hierbij gaat het vrijwel altijd om een pop die zich voorbeeldig als moeder gedraagt. Maar wanneer de jongen het nestblok verlaten lijkt het alsof bij haar de stoppen doorslaan. De laatste jongen worden door de pop met geweld uit het nestblok gewerkt, waarna de agressie van de pop steeds toeneemt en zij haar jongen in de broedkooi achtervolgt en tenslotte dood. Deze agressie wordt bij dergelijke poppen instinctief opgewekt. Hoewel zij van nature een echte koloniebroedster is, duldt de pop toch geen soortgenoten in de nabijheid van haar nest. In het wild blijken grasparkieten namelijk ook een eigen territorium rondom het nest te hebben, waarbinnen geen indringers worden toegelaten. Het zal dan ook de bedoeling van de pop zijn om de jonge vogels nadat deze zijn uitgevlogen weg te jagen uit de nabijheid van het nest, zodat zij ongestoord aan een volgende ronde kan beginnen. In de vrije natuur zullen de jongen
JANSEN THOLEN B.V. Slabbecoornweg 9 4691 RZ Tholen
Tel : 0166 – 602102 Fax : 0166 – 604257
e-mailadres:
[email protected]
•Machinebouw•Laswerk
•Verspanende bewerkingen •Superfinishing walsrollen •Vlamspuiten •Industriële automatisering
•Industrieel technisch onderhoud •Elektrotechnisch installateur
- 34 -
- 35 -
www.bigscore.nl Bekijk onze website niet in vogelvlucht, maar met de aandacht zoals u naar uw vogels kijkt bij het selecteren voor de kweek of de PSC- show.
Ons assortiment bestaat uit: Sportprijzen, medailles, standaards, beelden etc… Vaantjes, boekenleggers, erelintjes en diversen modellen vanen. Delftsblauwe borden, vazen, asbakken etc… Houtenborden met uw eigen afbeelding erop in full color bedrukking. Posters op sportgebied maar ook algemeen een enorme keus. Relatiegeschenken van klein tot groot en simpel tot exclusief. Kleding, T-shirt’s, poloshirts, bodywarmers, fleeceshirts, caps, etc… Diverse mogelijkheden met buttons en naambadge, consumptiemunten. Babybeeldjes, Abraham & Sarah en Paardenbeeldjes, Sculpturen. Kerstpakketten, maar liefst keuze uit meer dan 80 pakketten. Wij zijn u graag van dienst om u te helpen bij het maken van de juiste keuze.
Vraag naar onze speciale korting voor vogelverenigingen!! Big Score Sportprijzen & Relatiegeschenken Drachme 17 8253 EW Dronten Telefoon: 0321 – 33 36 39 Fax.: 0321 – 31 19 56 E-mail:
[email protected]
- 36 -