HOOFDBESTUUR: - 1- Adenauerlaan 70 Claudiuslaan JA Vlaardingen 6642 AE Beuningen Tel: Tel :

-1-

HOOFDBESTUUR: Voorzitter: Piet Onderdelinden Adenauerlaan 70 3137 JA Vlaardingen Tel: 010 - 4746116 E-mail: [email protected]

2e Voorzitter: Marten Hubregtse. Claudiuslaan 87 6642 AE Beuningen Tel :024 - 6751515 E- mail: [email protected]

Secretaris: Marten Hubregtse Claudiuslaan 87 6642 AE Beuningen Tel: 024 - 6751515 E-mail: [email protected]

Ledenadm. 2e Secretaris: Mevr. Siw Schippers Weideplantsoen 7 2761 XE Zevenhuizen Tel: 0180 - 633427, 06 - 25441554 E-mail: [email protected]

T.T.Secretaris: Jurgen Boesveld Sneeuwbesstraat 13 2665 RS Bleiswijk Tel : 06-25462601 Email : [email protected] prive: [email protected] Fax : 010-8182698 (privé)

Penningmeester: Hans Veneman De Emoe 5 7609 HJ Almelo Tel: 0546 - 823249 E-mail: [email protected]

Status Adm. en Stand P.S.C. en PR. Hans Veneman De Emoe 5 7609 HJ Almelo Tel: 0546 - 823249 E-mail: [email protected]

Web beheer: John & Frans Kok Mennestraat 31 3882 AN Putten Tel: 0341 - 353878 E-mail: [email protected]

Voorzitter & Technische Commisie: Vacature

Redactie Psittaci: hoofdredacteur: A. van Kooten redacteur: H. Drenth E-mail:[email protected]

E-mail: [email protected] Ereleden: J. Versluis W. v.d. Dikkenberg J. Smit

Van het bestuur.

-2-

Hierbij wil ik u even wat bijpraten over zaken betreffende de PSC. 1. Najaarsvergadering. Deze zal plaatsvinden op 5 september 2009, in Renswoude. De regiobesturen krijgen vooraf de agenda. Belangrijk punt zal zijn de organisatie van de PSC voor de toekomst, naar aanleiding van het advies van de commissie “wijze mannen”. 2. Problemen website. De laatste tijd zijn er problemen met onze website. Waarschijnlijk is er een hacker bezig geweest. Ik hoop dat wanneer u dit leest de problemen verholpen zullen zijn. 3. Standaardeisen catharinaparkieten en neophema’s. Zowel de Catharinaparkieten-studiegroep als de werkgroep standaardeisen neophema’s in samenwerking met de Neophemastudiegroep hebben de betreffende standaardeisen ingediend bij de keurmeestersvereniging. Graag bedankt het bestuur diegenen die zich er voor hebben ingezet om deze klus te klaren. 4. De landelijke PSC-show in Apeldoorn. U vindt in dit blad de benodigde gegevens over deze show. Het is fijn dat er inmiddels een TT-commissie is gevormd. Voorzitter is Rien Schout, secretaris Jurgen Boesveld, penningmeester Jan Huurman en de leden Jan van den Berg, Dirk Boesveld en Arie Vortman. Deze commissie doet zijn best om er een goede show van te maken. De keurmeesters zijn besproken, er zijn medewerkers aangezocht. Wij zijn er klaar voor, we hopen dat de inzenders niet achter zullen blijven, want de wedstrijdvogels zijn wel een belangrijk element op een show. Verder hopen we dat de sfeer net zo zal zijn als vorig jaar. Het was ouderwets gezellig. De lezingen op zaterdag trokken veel bezoekers. Ook voor de vogels, die door enkele kwekers ter beschikking waren gesteld, was veel belangstelling. Daarom worden ook nu weer enkele lezingen gehouden en zullen er weer vogels zijn van goede kwekers. Wilt u bij het inschrijven svp de juiste klassenummers gebruiken. Deze zijn te vinden op de website van de NBvV (www.nbvv.nl) waar het volledige vraagprogramma is te downloaden. Wij rekenen op uw medewerking. Tot Apeldoorn

-3-

Psittaci: 4 Jaarlijkse uitgave van de Parkieten Speciaal Club onder auspiciën van de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers. Redactie:

Spaarbankweg 2, 9909 BN Spijk (Gn) Email: [email protected] Advertenties:

Redactie en Penningmeester Jaaradvertentie Hele Pag: € 85. Halve Pag. € 55 Kwart Pag. € 30 Alle inlichtingen bij de Redactie en Penningmeester: email: [email protected] Abonnementen:

€ 18.00 per jaar. België, Duitsland € 20.00 Bij vooruitbetaling te voldoen op. Parkieten Speciaal Club of per buitenlandse postwissel op te geven aan de Penningmeester. Ontvangst Clubblad Psittaci:

Bij geen ontvangst, gelieve contact op te nemen met de ledenadministratie: Mevr. S. Schippers, Weideplantsoen 7, 2761 XE Zevenhuizen. Tel: 0180 - 633427 of 06-25441554. Email: [email protected]

Piet Onderdelinden

Geacht P.S.C. lid.

Zoals in deze uitgave van Psittaci kunt lezen staat dit nummer in het teken van de Landelijke P.S.C. show in Apeldoorn. Het slagen hiervan hangt af van voldoende deelname van de leden van de P.S.C., dus ook van u. U bent als lid een belangrijke steunpilaar. U als kweker kunt gebruik maken van de mogelijkheid om een advertentie in de catalogus te plaatsen om zo uw kwaliteitsvogels aan te bieden. Mocht u hulp nodig hebben, wij helpen u graag Ook de regio’s kunnen hier gebruik van maken om de aandacht te vestigen op hun regio show. De kosten bedragen voor een volle pagina € 25,00, een 1⁄2 pagina € 15,00 en een 1 ⁄4 pagina € 8,00 De advertentie kunt u mailen naar: [email protected] Het verschuldigde bedrag kunt u over maken op rekening P 784284 t.n.v Parkieten Speciaal Club inz. TT comm Veenendaal te Almelo

Drukker : Het Centrum Utrecht BV. Oplage: ± 700 exemplaren.

Kopie, overname, verantwoordelijkheid:

Kopie en advertenties te allen tijde zenden aan Redactie, de redactie draagt geen verantwoording voor de inhoud van de artikelen en plaatsing. Overname van artikelen of gedeeltes is niet geoorloofd.

Datum kopie inzenden en verschijnen: 1 Januari 1 April 1 Juli 1 Oktober

Februari Mei Augustus November

INDEX UITGAVE augustus NR. 2 2009 Pagina.nr. Bestuur P.S.C. 1 Van het bestuur 2 Geacht P.S.C. lid 2 Colofon & Index 3 Nieuws uit de studiegroepen 4 Vertaald uit: Nuestros Pájaros 5 Parkieten en papegaaien uit Australië e.o. 11 Adv. Jansen Tholen 15 Parkieten en papegaaien uit Zuid-Amerika en elders 17 Adressen Regiosecretarissen 20 Statussen en Klassementen 21 M.V.K. LIJST 2008 – 2010. TC PSC. 22 Inschrijfformulier P.S.C. 2009 24 Prijzenschema 2009 P.S.C. 27 De standaard nader toegelicht 28 Papegaaien 29 Adv. Volierebouw Nederland 32 Adv. Waluvo 34 Ziekten en broedproblemen bij kromsnavels 35 Adv. ‘t Somerhuys 36 Adv. Info PSC / Thijsen 38 Adv. BigScore 39 Grasparkieten 40 Adv. Himbergen 42 Adv. Saps 43 44 Agaporniden Adv. IJsselhal Zwolle 46 47 Adv. Sukses Adv. Hoerbiger 48

De P.S.C rekent op u Hans Veneman Kopie inleveren zsm.

-4-

NIEUWS UIT DE STUDIEGROEPEN CATHARINAPARKIETEN STUDIE GROEP (CSG) Hallo, mijn naam is Hans van Luyt, en naast mijn werk in de staalindustrie als storingsmonteur, houd ik me in mijn vrije tijd bezig met het onderhoud van de website van de Catharinaparkieten Studie Groep. Als webmaster van de CSG, ontvang ik regelmatig e-mails van mensen die geïnteresseerd zijn in de Catharinaparkiet en hun kleurvarianten. Meestal komen deze e-mails van liefhebbers uit Nederland en België, maar deze bewuste keer ontving ik een email van Dhr. Antonio Mochón uit Spanje. In deze email stelde Dhr. Mochon (in onduidelijk Engels) de vraag of dat hij van de website foto’s mocht gebruiken ter illustratie van een artikeltje in een clubblad. Na overleg met het bestuur van de CSG, zijn er toen enkele foto’s naar Spanje verstuurd per email, met het verzoek om na plaatsing van het artikel ons een exemplaar van het clubblad toe te sturen. Enige maanden later viel er plotseling een grote bruine enveloppe in de brievenbus, met daarin geen clubblad maar een Glossy Magazine van 96 pagina’s dik, met artikelen over diverse vogelsoorten alle voorzien van duidelijke en kleurrijke foto’s, dit hadden wij dus niet verwacht, bij de gedachte aan een clubblad. Het artikel over de Catharinaparkiet was ook zeer uitgebreid en voorzien van foto’s, die door o.a. de CSG waren aangeleverd. Omdat wij ook u dit artikel niet willen onthouden, hebben wij getracht dit te vertalen naar het Nederlands en dus nu hier in “Psittaci” geplaatst. Namens het bestuur en de leden van de CSG willen wij Dhr. Mochón nogmaals bedanken voor zijn medewerking om dit artikel te kunnen plaatsen, en hij zal ook op zijn beurt een exemplaar van “Psittaci”van de CSG ontvangen.

-5-

Vertaald uit: Nuestros Pájaros –Difision de la Confederacion Espanola– Ano 2009 no.3 De Catharinaparkiet

Vertaling: Karen Haast

Wetenschappelijke Classificatie: Rijk: Klasse: Orde: Genero: Soort:

Dieren Vogels Psittaciformes Bolborhynchus Lineola

De vogel is het meest bekend onder de naam ‘Catarina’of ‘Katarina’, sommige auteurs geven hem de vrouwelijke naam “Catalina”, anderen zoals in Mexico noemen hem: “Catarinita: kleine mus. Zijn wetenschappelijke naam komt uit het oud-Grieks. Het woord ‘Balbo’ duidt op de vorm van een gloeilamp, wat lijkt op de vorm van deze parkiet. “Rhyncos”, ook uit het Grieks, refereert naar de vorm van de snavel. Tot slot is aan de naam het Latijnse woord “Lineola” toegevoegd, wat ‘kleine streepjes’ betekend. De Catharinaparkiet komt voor in sommige landen van Zuid-Amerika, maar zul je vooral tegenkomen in landen als Mexico, Guatemala, Ecuador, Peru en Venezuela. De vogels leven in de tropische jungles, in bergen hoger dan 2500 meter, of in erg beboste gebieden en op subtropische savannes van de bovengenoemde landen. De populatie van deze parkieten is stabiel, hoewel je steeds meer de gevolgen kunt zien van de destructie van hun grootste leefgebied, de bossen. Je kunt ze observeren wanneer ze kleine groepjes vormen en, bijna altijd op de grond, op zoek zijn naar gevallen zaden van de bomen, tijdens hun vluchten en in de toppen van de bomen die ze gebruiken als slaapplaats, waar ze bijna niet te zien zijn door de camouflerende kleur van hun gevederte, maar te herkennen zijn aan hun scherpe en schelle getjirp. De vogels lijken onderling zeer vredig te leven. De vogel is voor het eerst gezien en beschreven in het jaar 1853, door de beroemde Amerikaanse ornitoloog en algoloog John Cassin, die hem de naam van “Psittacula Lineola” heeft gegeven. Na een periode van meer dan 30 jaar is de vogel weer gesignaleerd in een Londense dierentuin.

JHCM van Luyt

Bladzijde uit Spaans artikel

D. groen – foto Piet Ooijen

D. turquoise violet – foto Piet Ooijen

-6-

-7-

Beschrijving, gevederte en geslachtsbepaling. De Catharinaparkiet heeft vanaf de snavel tot aan de puntjes van zijn staart een lengte van ongeveer 15 á 16 centimeter, en is tussen de 50 en 70 gram zwaar. Zijn snavel is sterk, kort, krom en uiterst puntig, lichtgrijs van kleur, met twee neusgaten aan de top, heel dicht bij de basis van de snavel. Zijn pootjes zijn kort, zeer sterk en roze van kleur, zijn nagels zijn dik en zwart, zijn ronde ogen redelijk groot en expressief met een licht gelige toon, de iris is wat donkerder van kleur. Zijn hals is kort en dik en geeft het gevoel van een vloeiend verloop vanaf de kop tot de rest van het lichaam. Het is een redelijk lang levende vogel en wanneer hij geniet van een goede gezondheid, hygiëne en voeding kan hij tussen de 12 en 14 jaar oud worden.

hij klaar is voor de taak van voortplanting. Het vrouwtje doet er iets langer over om volwassen te worden en is geslachtsrijp op een leeftijd van 12 tot 13 maanden. Door er op toe te zien dat de kweekvogels pas ingezet worden voor de kweek op een leeftijd van ten minste anderhalf jaar, zorgen we ervoor dat de afstammelingen de beste ontwikkeling en afmetingen hebben.

De kleur van de Catharinaparkiet is groen, wisselend van tint tussen alle zones van het lichaam. De kop is van een levendige en heldere kleur groen, de kruin is donkerder van kleur. De wangen en de keel zijn lichtgroen, de veren van de vleugels en de staart heldergroen. De buik en de zijkanten van de parkiet zijn groengelig met stipjes of vlekjes zwart. Op de schouders en tussen zijn staart zijn ook zwarte vlekjes waar te nemen. Zijn uiterlijk is heel uniek. Het hele lichaam is gestreept volgens een symmetrisch patroon. Er is enig verschil in sexe tussen het mannetje en het vrouwtje. Het meest duidelijke verschil is te zien in het verschil van kleur in de staart. Bij het mannetje zijn de centrale pluimen van zijn staart over een gebied van ongeveer 1,5 centimeter zwart gekleurd. Bij het vrouwtje is deze zone vager van kleur, of mist zij deze kleur volledig. Ook op het gebied rond zijn schouders (skapulier gebied) is het mannetje van het vrouwtje te onderscheiden, zei het dat dit alleen een optie is voor ervaren kwekers. Aangezien het in sommige gevallen onmogelijk is om het verschil te bepalen, zoals bij lichte kleur-mutaties (ino en creme-ino), zullen we soms terug moeten vallen op DNAanalyses, die in speciale laboratoria worden uitgevoerd, simpelweg door verschillende veren uit de staart of de vleugels te onderzoeken. Deze parkieten zijn grote liefhebbers van baden en wanneer we ze besprenkelen met water zullen ze op een hele unieke en sympathieke manier reageren, door zich in enkele vreemde en lenige posities te hangen, hun vleugels tegelijkertijd openend om het water direct op het lichaam te voelen. Gewoonten, nestelgedrag en opvoeding. De Catharinaparkiet is heel zachtaardig, sociaal en communicatief. In het wild leven ze in kleine groepen. De Catharinaparkiet is een hele goede klimmer, doordat de natuur ze heeft voorzien van sterke pootjes en een sterke snavel, waarmee hij met een enorme lenigheid in de bomen klimt. Het is niet zo’n begenadigd vlieger, want hoewel hij in zijn bewegingen kleine vluchten maakt, snel en laag boven de grond, prefereert hij om in bomen te klimmen en van daaruit op te vliegen. Bij verplaatsing in ontspannen toestand blijkt hij meestal verticaal te klimmen. Dat wil zeggen, hij klimt naar boven langs de voorkant, tenzij hij ergens van schrikt of achtervolgd wordt, dan zal hij zijn staart openen in een waaier en zal hij van boven naar beneden een vlucht nemen, zij het ook van voren en vertikaal. Hij heeft zeer lenige tenen, wat te zien is als hij voedsel vanuit zijn tenen naar zijn snavel brengt. Hij bezit een grote mate van evenwicht en rent van tak naar tak in de meest hooggelegen delen van bomen. In natuurlijke omgeving nestelt hij zich in de schachten van bomen of in gaten van nabij bossen gelegen rotsen. Met 9 of 10 maanden oud bereikt het mannetje de seksueel volwassen leeftijd, waarbij

Een kweekstel zal een tijdje samen moeten leven voor er gepaard zal worden. Wanneer ze dat eenmaal gedaan hebben en dichter bij elkaar zijn gekomen, zullen ze wanneer ze om wat voor reden dan ook van de ander gescheiden worden een grote mate van stress ervaren, wat ze moeilijk te boven komen. De kooien waar ieder paar in verblijft moeten minimaal 60 centimeter groot zijn, met een diepte van 40 centimeter, ervoor zorgende dat de kooi aan alle kanten volledig gesloten is, behalve aan de voorkant. Als nestgelegenheid zullen we voor een houten nestkast moeten zorgen met afmetingen van ongeveer 20cm x 20cm x 30cm, rechthoekig van vorm, met een frontaal gat en aan de zijkant van de kast. Het gat moet een diameter hebben van rond de 7 a 9 centimeter. De nestkast moet verdeeld worden in twee kamers, eentje voor het vrouwtje, om haar benodigde rust te geven voor het broeden en eentje voor het mannetje. De ideale temperatuur om ervoor te zorgen dat alles goed gaat zal moeten liggen tussen de 15 en 17°C met een vochtigheidsgraad rond de 60% en 80%. De broedruimte moet minimaal 12 uur per dag verlicht zijn. De eieren zijn wit van kleur en de eerste paar jaar zullen er 3 of 4 eieren gelegd worden. Wanneer het vrouwtje ouder wordt gaat ze meer eieren leggen; soms wel 8 of 9 per keer. De broedduur duurt 21 a 22 dagen, vanaf het moment dat het eerste ei gelegd wordt. Meestal komen niet al die eieren uit. Bij mij zelf heb ik meegemaakt dat er de eerste paar jaar geen jongen op stok kwamen. Steeds stierven de embryo’s in het ei zo rond de 7e dag. De reden was een te lage vochtigheidsgraad, wat simpel op te lossen bleek door twee oplossingen: a) Maak op de bodem van de nestkast een paar gaatjes of openingen, en bevestig aan de buitenkant onder de nestkast een bakje met water. Op deze manier blijft de vochtigheid constant. b) Bevestig binnenin de kast aan de achterkant wat geraspte en bevochtigde cocos vezels. Deze vezels houden meer dan wat dan ook het vocht vast. Je kunt ze vinden in timmer- of hout-zaken De Catharinaparkiet heeft door selectie maar met name ook door voeding, een belangrijke verandering ondergaan met betrekking tot grootte en gewicht: in beide parameters is hij toegenomen. Catharinaparkieten zijn omnivoren maar eten eigenlijk bijna alles: granen, groenten en in sommige gevallen insecten, kleine stukjes vlees, verse kazen etc. Ze eten met een onophoudelijke vraatzucht, dat soms zelfs leidt tot overgeven. De combinatie van granen bestaat met name uit gierst (in alle variëteiten), haver, rijst, vlas zaadjes, tarwe e.d. De vruchten en groenten die ze vooral eten zijn: banaan, appel, sinaasappel, aardbei, meloen, ananas, watermeloen, grapefruit, framboos etc. Als groente kan broccoli, sla, bloemkool, andijvie, tomaat, spinazie, mais, boerenkool, zonnebloem etc. gegeven worden. Vooraf ontkiemde, gekookte en gesteriliseerde zaadjes worden ook zeer gewaardeerd door de Catharinaparkieten.

-8-

-9-

DF grijsvleugel D. groen – foto Alex de Graaf DF grijsvleugel turquoise - foto Alex de Graaf

EF grijsvleugel D turquoise - foto Alex de Graaf Ino turquoise - foto Piet Ooijen Handopfok De Catharinaparkiet wordt steeds populairder als huisdier. Dit is te danken aan zijn zachtaardigheid en fantastische gedrag. Ze zijn namelijk niet al te agressief. Bovendien slagen ze erin enkele woordjes na te praten met een grappige toon, mits geleerd tijdens hun groei. We kunnen dan genieten van ‘la toma de la papilla’ en van het contact dat we met ze maken tijdens de uitjes uit zijn kooi. Bij zonsopgang en zonsondergang zullen ze onophoudelijk het aan- Lutino - foto Piet Ooijen geleerde ten gehore brengen. De Catharinaparkiet krijgt iedere dag meer aanhangers en sympathisanten, mede dankzij zijn rustige en makkelijke karakter en flexibiliteit. Steeds meer mensen willen graag de vogels als huisdier om groot te brengen en/of er mee naar de tentoonstelling te gaan. Behalve de groene wildkleur zijn er in gevangenschap een aantal opvallende en spectaculaire mutaties ontstaan. Er bestaan daardoor nu ook lichtgroene, donkergroene, olijfgroene, turquoise, blauwe, cobalt blauwe, lutino, crème-ino kleurige en kaneelkleurige parkieten. In landen zoals Nederland, België, Duitsland en Italië bestaan er clubs die gespecialiseerd zijn in deze vogels. Ze organiseren jaarlijks exposities en wedstrijden waar honderden verschillend uitziende Catharinaparkieten te zien zijn.

Hierboven nog een voorbeeldpagina uit het Spaanse artikel. ———––—————————————————————————————————— Beste Catharinaparkieten Studie Groep leden Vergeet U niet in te schrijven voor onze landelijke P.S.C. tentoonstelling te Apeldoorn; Data: Inbrengen op: woensdag 23 sept. Opening op: vrijdag 25 sept. Afhalen op: zaterdag 26 sept. Graag op Uw inschrijfformulier zetten dat U mee speelt voor de CSG. Kijk op onze leden lijst of er mensen zijn waar U een Poule mee kan maken om Uw vogels mee in te brengen, dit werkt voor Uw kosten besparend. Tot ziens met Uw top vogels in Apeldoorn P.S.C.

- 10 -

- 11 -

PARKIETEN EN PAPEGAAIEN UIT AUSTRALIË E.O. Kakariki’s (Cyanoramphus)

NEOPHEMA STUDIE GROEP (NSG). Datums om niet te vergeten!!!!!! Neophema Studie Groep kampioenschappen Tijdens de Landelijke TT PSC Apeldoorn op 25/26 September 2009. Inbreng vogels Woensdag 23 September vanaf 14:00 uur tot 2100 uur Donderdag 24 September worden de keuringen verricht. Vrijdag 25 September 20:00 uur opening Tentoonstelling. Zaterdag 26 September Tentoonstelling open van 10:00 uur tot 17:00 uur In de middag zullen dan ook de prijzen uitgereikt worden.

In de loop van de tijd heb ik meerdere keren roodvoorhoofd kakariki’s en geelvoorhoofd kakariki’s in mijn collectie vogels gehad. Kakariki’s zijn zeker de nieuwsgierigste, levendigste en onderhoudendste vogels die je in de volière kunt hebben. Dat zal er ook de reden van zijn dat ik, in al die jaren dat ik al vogels houdt, van tijd tot tijd weer terug val op deze bijzondere vogels. De kakariki’s behoren tot het geslacht Cyanoramphus. Deze (geslachts)naam, die in 1854 door Prins Bonaparte aan de soort werd gegeven, hebben ze te danken aan de blauwgrijze kleur van hun snavel. Cyanoramphus betekent namelijk ‘blauwe snavel’. De naam ‘kakariki’ komt uit de taal van de oorspronkelijke bevolking, de Maori’s en betekent ‘kleine parkiet’. De soorten en hun ondersoorten Hoewel je het misschien niet direct zou verwachten worden er maar liefst zes soorten kakariki’s onderscheiden. Daarnaast komen bij twee van deze soorten nog een aantal ondersoorten voor. In een overzicht ziet dit er als volgt uit: 1.

Cyanoramphus unicolor

2.

24 Oktober 2009 Neophema Studie Dag Deze dag is bestemd voor alle liefhebbers van de Neophema en Neopsephotus soorten. We hebben een dagvullend programma samengesteld.

Cyanoramphus novaezelandia - Roodvoorhoofd kakariki 1. Cyanoramphus n. novaezelandia 2. Cyanoramphus n. cyanurus 3. Cyanoramphus n. chathamensis 4. Cyanoramphus n. hochstetteri 5. Cyanoramphus n. erythrotis 6. Cyanoramphus n. cooki 7. Cyanoramphus n. subflavescens 8 Cyanoramphus n. saisseti

3.

Cyanoramphus auriceps 1. Cyanoramphus a. auriceps 2. Cyanoramphus a. forbesi

- Geelvoorhoofd kakariki

9:00 tot10:00 vogels inbrengen.

4.

Cyanoramphus malherbi

- Oranjevoorhoofd kakariki

10:00 start keuring en lezingen. De lezing zal dit jaar verzorgd gaan worden door de firma Reforna Deze firma is bekend van de natuurlijke vijand van de bloedluis namelijk de roofmijt Aan het einde van de lezing is er gelegenheid om verder te discussiëren en vragen te stellen.

5.

Cyanoramphus zealandicus

- Zwartvoorhoofd kakariki

6.

Cyanoramphus ulietanus

- Bruine kakariki.

Neophema studie groep kampioenschappen. Wij hopen dat er veel Neophema`s en Neopsephotus soorten aanwezig zullen zijn. Meer informatie is te vinden op onze website Of Bel 0165 31 41 79 ———––——————————————————————————————————

12:00 pauze met Brabantse koffie tafel. 13:00 start vogels bespreking. Nadat de vogels bespoken zijn is er natuurlijk nog ruimte om na te praten en elkaar vogels te bewonderen. We hopen op veel inzendingen om er samen met jullie een succes van te maken. Meer informatie is te vinden op onze website. Of bel 0165 31 41 79 ———––——————————————————————————————————

- Groene kakariki

Uitgestorven en bedreigde soorten Helaas zullen we een aantal van bovenstaande kakariki’s nooit meer in levende lijve kunnen aanschouwen omdat ze zijn uitgestorven. Bij de Roodvoorhoofd kakariki’s zijn de (onder)soorten Cyanoramphus n. subflavescens en de Cyanoramphus n. erythrotis uitgestorven, terwijl ook de Cyanoramphus zealandicus en de Cyanoramphus ulietanus zijn uitgestorven. Verder worden de Cyanoramphus n. cooki, de Cyanoramphus n. chathamensis en de Cyanoramphus malherbi ernstig bedreigd in hun voortbestaan. Omdat alleen de roodvoorhoofd- en geelvoorhoofdkakariki in Nederland voorkomen beperk ik me in dit artikel tot deze twee soorten.

- 12 -

- 13 -

Roodvoorhoofdkakariki – Cyanoramphus novaezelandiaI De roodvoorhoofd kakariki werd voor het eerst in 1864 in Europa ingevoerd en tentoongesteld in de dierentuin van Londen. In 1872 werd voor het eerst succesvol met de vogels gekweekt. De soort werd tot aan de eerste wereldoorlog in grote getale in Europa ingevoerd. Over het algemeen kwam er weinig nakweek van deze vogels zodat ze uiteindelijk uit de volières verdwenen. Begin jaren zestig werd de soort opnieuw in Europa ingevoerd en nu werd er zeer succesvol mee gekweekt. Door de goede kweekresultaten daalde de prijs aanzienlijk, waardoor de belangstelling voor de vogels uiteindelijk verdween.

De ondersoort Cyanoramphus n.cyanurus heeft een blauwe staart, donkerder groene lichaamsveren en meer blauw in de vleugels als de nominaatvorm. Naarmate de vogels ouder worden krijgen ze een weinig geel achter op de kroon van de kop. De vogels zijn ongeveer 29 cm groot. Hun verspreidingsgebied is de Kermadec Eilanden, Macauley, Curtis, Meyer, Napier, Dayrell en Chanter. Vroeger kwamen ze ook voor op Raoul.

Zoals reeds in het overzicht aangegeven kent deze soort acht ondersoorten. Ze komen voor in het zuidwestelijk deel van de Grote Oceaan van Nieuw Caledonië in het noorden tot Macquarie eiland in het zuiden. Alle vogels van deze soort lijken vrij veel op elkaar. De onderlinge verschillen uitten zich voornamelijk in lichaamsgrootte en kleurdiepte. Binnen de soorten zijn er geen kleurverschillen tussen man en pop. Het belangrijkste geslachtsonderscheid is het formaat van de snavel. De snavel van de man is aanzienlijk groter dan die van de pop. Verder kan de pop wat minder rood achter het oog hebben en heeft ze meestal een vleugelstreep. De Cyanoramphus n. novaezelandia (‘gewone’ Roodvoorhoofd kakariki) komt voor op het Noord- en Zuid Eiland van Nieuw Zeeland, op Stewart Eiland en op de Auckland Eilanden. De mannen zijn 28 cm. en de poppen ca. 26 cm. groot. De Roodvoorhoofd kakariki heeft een overwegend groene lichaamskleur. De borst, buik en de binnenzijde van de staartveren zijn meer geelachtig groen van kleur. Het voorhoofd en de schedel zijn rood. Dit rood loopt vanaf het voorhoofd tot in een streep achter de ogen. Op de flanken bezitten de vogels aan weerszijden een rode vlek. De buitenste vleugelpennen zijn violet. De irissen van de ogen zijn rood-oranje, de poten grijs, de snavel blauwachtig grijs met een zwarte snavelpunt.

Roodvoorhoofd kakariki Groen – Foto: A. van Kooten

Roodvoorhoofd kakariki Cinnamon groen bont – Foto: A. van Kooten

De Cyanoramphus n. chathamensis komt alleen voor op de Chatham Eilanden. De totale populatie zou uit zo’n 1000 vogels bestaan. In vergelijking met de (‘gewone’) Roodvoorhoofd kakariki heeft de Chatham roodvoorhoofd kakariki een helder smaragdgroene kopbevedering en is de buikbevedering meer geelachtig groen. De soort is 28 cm. groot. De Cyanoramphus n. hochstetteri is 30 cm. groot. In vergelijking met de ‘gewone’ Roodvoorhoofd kakariki heeft deze soort een duidelijk meer geelachtig verenkleed. De rood gekleurde hoofdband is bij deze soort meer oranjerood van kleur. Het verspreidingsgebied van de vogels is de Antipoden Eilanden. De Cyanoramphus n. cooki komt alleen voor op het eiland Norfolk. Met een grootte van 31 cm. is deze ondersoort beduidend groter dan de ‘gewone ’Roodvoorhoofd kakariki. Verder is ook de groene kleur donkerder van tint. Net als de Cyanoramphus n. chathamensis wordt ook deze ondersoort ernstig is zijn bestaan bedreigd. De Cyanoramphus n. saisseti heeft een duidelijk meer gele lichaamsbevedering, vooral op de borst en de buik. Het rood op de kop is lichter en bleker. De Nieuw Caladonië roodvoorhoofd kakariki is ongeveer 26 cm. groot en komt alleen voor op het eiland Nieuw Caladonië.

Geelvoorhoofd kakariki Groen – Foto: A. van Kooten

Geelvoorhoofd kakariki Groen – Foto: A. van Kooten

- 14 -

- 15 -

Geelvoorhoofd kakariki – Cyanoramphus auriceps De geelvoorhoofd kakariki werd voor het eerst in 1865 in Europa ingevoerd. Hij werd toen tentoongesteld in de dierentuin van Londen. De eerste kweekresultaten in gevangenschap dateren uit 1872. Bij de Cyanoramphus auriceps onderscheiden we de Cyanoramphus a. auriceps (Geelvoorhoofd kakariki) en de Cyanoramphus a. forbesi. Beide soorten lijken vrij veel op elkaar. De onderlinge verschillen uitten zich voornamelijk in lichaamsgrootte en kleurdiepte. Binnen de soorten zijn er geen kleurverschillen tussen man en pop. Het belangrijkste geslachtsonderscheid is het formaat van de snavel. De snavel van de man is aanzienlijk groter dan die van de pop.

De roodvoorhoofd kakariki’s en geelvoorhoofd kakariki’s die ik bezit zijn (apart) gehuisvest in een vlucht met een lengte van 3.00 m. en een breedte van 0.90 m. Het nachtverblijf heeft een diepte van 0.75 m. en is 1.00 m. hoog. In het broedseizoen hebben de vogels bij mij de beschikking over een houten nestkast met een bodemoppervlak van 25 x 25 cm. De nestkast is 30 cm. hoog en heeft een invlieggat met een middellijn van 5 cm. De nestkasten zijn in de buitenvluchten opgehangen. De popjes van beide soorten leggen gemiddeld tussen de 5 – 8 eitjes. De jongen van beide soorten moeten geringd worden met ringmaat 4,5 mm. Mijn ervaring met deze vogels is dat het eerste ei meestal 14 dagen na het ophangen van de nestkast wordt gelegd. Afhankelijk van het weer krijgen de vogels meestal eind maart hun nestkast, hetgeen betekent dat de pop in april al op eieren zit. Gebleken is dat meerdere legsels per jaar grootgebracht worden. Hoewel de kakariki’s tot nu toe bij mij elk jaar nog hebben gebroed schijnt het ook voor te komen dat de vogels zomaar een jaartje overspringen.

De nominaatvorm Cyanoramphus a. auriceps komt voor op Nieuw Zeeland, Zuid- en Noord Eiland, Auckland eilanden, Three Kings, Little Barrier, Kapiti en Stewart. Deze soort is 23 cm. groot en dus beduidend kleiner dan de Roodvoorhoofd kakariki. De kleur van de vogel is overwegend groen. De borst, buik en de binnenzijde van de staartveren zijn meer geelachtig groen van kleur. De vogel heeft een smalle rode voorhoofdsband die tot aan de ogen reikt. De schedel is goudgeel van kleur. Op de flanken heeft de vogel aan weerszijden een rode vlek. De buitenste vleugelpennen zijn violet. De irissen van de ogen zijn roodoranje, de poten grijs. De snavel is overwegend blauwachtig grijs met een zwarte (snavel)punt.

A. van Kooten

De Cyanoramphus a. forbesi is ongeveer 2 cm. groter dan de nominaatvorm. Deze ondersoort leefde vroeger op 3 eilanden van de Chatham eilandengroep, nu echter alleen nog op de eilanden Mangere en Little Mangere. Er kan dan ook gesteld worden dat deze soort ernstig wordt bedreigd in zijn bestaan. Voeding In hun natuurlijke leefomgeving voeden de vogels zich vooral met bladgroen, bladknoppen, bloemknoppen, bessen, appels, peren, graszaden, grassprieten, kleine larven en insekten, distels, eikels, aardbeien, tarwe, dennenappels en karkassen van dode dieren. Het zal u opvallen dat de vogels bepaald niet kieskeurig zijn in de keuze van hun voedsel. In gevangenschap krijgen mijn kakariki’s als basis menu een zaadmengsel voor grasparkieten aangevuld met een mengsel van kiemzaad, eivoer, proteïnen (supplement), scherpe maagkiezel en grit. Daarnaast verstrek ik dagelijks 4 meelwormen per vogel. Ook krijgen ze meerdere keren per week fruit (appel, peer e.d.) en diverse soorten groente. Omdat de vogels gedurende de dag veel op de grond vertoeven is het sterk aan te bevelen de vogels steeds te controleren op wormen en indien noodzakelijk een wormkuur te geven. Broedproces in het wild en in gevangenschap De broedtijd van de roodvoorhoofd kakariki loopt in zijn natuurlijk leefgebied van augustus tot maart en op Nieuw Caledonië van november tot januari. De broedtijd van de geelvoorhoofd kakariki is oktober tot en met december. In het wild broeden de vogels in boomholten. In gebieden waar geen of weinig bomen voorkomen broeden ze tussen en onder graspollen op de grond. De pop legt 5 – 7 soms zelfs wel 10 witte eieren. De eieren worden in ca. 21 dagen uitgebroed. De pop broedt alleen en wordt door de man gevoerd. Hierbij gaat de man niet de nestholte in, iets wat hij wel doet als er jongen zijn. De jongen verlaten het nest als ze ca. 5 weken oud zijn en keren hier niet weer in terug. Meestal worden ze na het verlaten van het nest nog een week door de ouders gevoerd.

JANSEN THOLEN B.V. Slabbecoornweg 9 4691 RZ Tholen

Tel : 0166 – 602102 Fax : 0166 – 604257

e-mailadres:[email protected]

•Machinebouw•Laswerk

•Verspanende bewerkingen •Superfinishing walsrollen •Vlamspuiten •Industriële automatisering

•Industrieel technisch onderhoud •Elektrotechnisch installateur

- 16 -

- 17 -

PARKIETEN EN PAPEGAAIEN UIT ZUID-AMERIKA EN ELDERS Witvleugelparkiet (Brotogeris versicolurus) Ondersoorten Bij de witvleugelparkiet komen geen ondersoorten voor. Uiterlijke kenmerken en geslachtsonderscheid Brotogeris versicolurus (Witvleugelparkiet) Formaat: 22 – 23 cm. groot. Ringmaat: 5,4 mm. Geslachtsonderscheid: Tussen man en pop is uiterlijk vrijwel geen waarneembaar verschil. Om zekerheid te verkrijgen over het geslacht van de vogels is endoscopischen of DNA (veer)onderzoek aan te raden cq. noodzakelijk. Man en pop: De basiskleur is mat groen. Het voorhoofd en de schedel zijn groen met een blauwgrijze waas. De achterkop, de nek, de teugel, het oordek, de wangen en de kin zijn eveneens groen met een blauwgrijze waas. De vleugelbocht en de kleine en middelste vleugeldekveren zijn donkergroen. De grote vleugeldekveren zijn geel en de handdek veren donkerblauw. De eerste handslagpennen zijn donkerblauw, de overige wit. De armslagpennen zijn witachtig geel van kleur. De hals en bovenborst zijn mat groen. De bevedering van de onderborst, buik en dijen zijn groen. De rug en onderrugveren zijn donkergroen. De onderstaartdekveren zijn groenblauw, de staartveren groen, aan de onderzijde bleek blauwgroen. De naakte oogring is vuil wit, de iris donkerbruin. De poten en de nagels zijn vleeskleurig. De snavel is hoornkleurig.

Witvleugel – foto A. van Kooten

Herkomst en leefwijze De witvleugelparkiet heeft zijn verspreidingsgebied in Oost Ecuador, Noordoost Peru, Zuidoost Colombia, Noord Brazilië tot Frans Guyana. Witvleugelparkieten leven in tropische regenwouden, bosgebieden en landschapsgebieden met boombestanden. Ze worden ook gezien in parken van grote steden. Hun voedsel bestaat in hoofdzaak uit vruchten, zaden, bessen en bloesem van allerlei vruchtdragende planten. Buiten de broedtijd komen ze voor in groepen van 10 vogels tot zwermen van honderden vogels.

Witvleugel – foto A. van Kooten

Witvleugel – foto A. van Kooten

De voeding Als basis kan aan de vogels een gevarieerd zaadmengsel gegeven worden dat voor tweederde deel bestaat uit een zaadmengsel voor grote parkieten en voor een derde deel uit een papegaaienmengsel. Dit zaadmengsel mag echter niet meer dan 60% van het totale menu omvatten. Het menu dient verder aangevuld te worden met een mengsel van geweekt kiemzaad en eivoer/universeelvoer (1:1). Daarnaast moet het dagelijkse menu voor minimaal 40% bestaan uit fruit (appel, sinaasappel, banaan, bessen, kiwi, vijgen e.d.) en allerlei groenten en onkruiden (sla, spinazie, andijvie, wortelen, vogelmuur, paardenbloem e.d.). Verder kunnen aan dit menu gekookte maïs en gekookte bonen en erwten worden toegevoegd. Ook mag niet vergeten worden de vogels van tijd tot tijd verse wilgen- en fruittakken te geven. Hier zullen ze de bladknoppen van eten; het schillen van de bast en het knagen aan het hout is een aangenaam tijdverdrijf voor de vogels. Verder dienen de vogels de beschikking te hebben over scherpe maagkiezel en oesterschelpengrit. Dit kan, ondanks dat de vogels er ook vrij over moeten kunnen beschikken, twee keer per week gemengd worden met het eivoer/universeelvoer. Vooral voor en tijdens de broedtijd kan het menu aangevuld worden met meelwormen,

- 18 -

- 19 -

lorivoer en honing. Een goed basismenu is anderhalf eetlepel parkieten/papegaaienzaadmengsel en één achtste kleine tot middelgrote appel, per koppel Brotogerissen.

Bijzonderheden Witvleugelparkieten zijn aangename vogels die soms wel eens wat luidruchtig kunnen zijn. De vogels baden zeer graag, dus badwater dient altijd ter beschikking te staan. De witvleugelparkiet is, na de Tui-parkiet, de moeilijkst tot broeden te brengen Brotogeris. Met het oog op de importstop is het de vraag of deze soort voor avicultuur behouden kan worden. Rond 1995 was de soort al bijna uitgestorven in Europa (naar schatting minder dan 30 vogels, alle al op leeftijd). Alleen door import van enkele honderden exemplaren uit het wild is de populatie weer op peil gekomen. De ervaring bij Brotogerissen leert echter dat binnen vijf jaar na de laatste import, de soort alweer schaars is. Alle Brotogeris-soorten waarvan de kweekresultaten nog schaars zijn - met name Tui-, witvleugel- en goudvleugelparkiet – kunnen snel verdwijnen uit avicultuur als de broedresultaten slecht blijven en er geen restocking vanuit het wild meer plaatsvindt.

Huisvesting De witvleugelparkiet komt voor in de tropische en subtropische gebieden van ZuidAmerika. Ze zijn echter, als ze eenmaal goed zijn geacclimatiseerd, goed bestand tegen de Nederlandse winters. Witvleugelparkieten kunnen worden gehuisvest in kleine buitenvolières van bijvoorbeeld 2 meter lang, 1 meter breed en 2 meter hoog en een aansluitend tocht- en vorstvrij nachtverblijf. Het nachtverblijf moet wel verwarmd kunnen worden; de vogels kunnen vorst goed overleven maar het zal geen betoog hoeven dat het hun conditie niet ten goede komt als ze in de vrieskou moeten slapen. Overdag zoeken witvleugelparkieten ook in de vrieskou hun buitenvolière op, ondanks dat ze ook in het verwarmde binnenverblijf kunnen blijven. Ook paarsgewijze huisvesting in broedkooien van minimaal 120x50x50 centimeter is mogelijk. Echter, hun uiterlijk, gedrag en algehele conditie worden echter positief beïnvloed wanneer ze in buitenvolières worden gehouden. Een experiment waard, dat elke Brotogeris-houder die gewend was de vogels uitsluitend binnen te houden, aangenaam zal kunnen verrassen! Kweken met witvleugelparkieten in de volière of broedkooi Nestblok: Als nest(slaap)gelegenheid kan een, in drieën gedeeld, horizontaal broedblok gegeven worden met een afmeting van 60x18x18 cm. (lxbxh). Een dergelijk type broedblok is voorzien van ‘een open voorkamer’ (18x16x16 cm), middenkamer en ‘een broedkamer’ van 16x16x16 cm. Het nestblok dient altijd ter beschikking te staan voor de vogels omdat ze hier ‘s nachts in slapen. Nestmateriaal: Als nestmateriaal kan het best vochtig houtmolm, houtspaanders, turf en of rottend hout worden gegeven. Dit wordt door de vogels helemaal fijn geknaagd zodat er een mooie homogene bodembedekking in het blok ontstaat. Kweek: Bij de kweek in volières verdient het de voorkeur een broedstel de keuze te geven uit meerdere broedblokken (minstens twee). Heeft een paartje eenmaal een broedblok gekozen dan kan/ kunnen de andere worden weggehaald. De pop legt 3 tot 8 eieren (meestal 4 of 5) waarvan het eerste ca. 25 dagen na het leggen van het derde ei uitkomt. De jongen worden naakt geboren en groeien de eerste weken relatief langzaam. Pas na ongeveer 4 weken is er sprake van een duidelijke groei en dan komt ook de groei van de veren goed op gang. De jongen moeten op een leeftijd van ongeveer 14 dagen worden geringd met ringmaat 5,4 mm. Zo rond de achtste week vliegen ze uit. Ze zijn dan praktisch geheel op kleur. Op een leeftijd van 10 - 12 weken zijn ze vrijwel niet meer van de oudervogels te onderscheiden en als zelfstandig te beschouwen. Zoals reeds genoemd zijn de verschillen tussen man en pop minimaal en is een geslachtsbepaling door middel van endoscopie of DNA-analyse noodzakelijk. Endoscopie biedt als voordelen dat de algehele gesteldheid van het dier beoordeeld kan worden (waaronder ook de fysieke mogelijkheid om voor nakweek te zorgen) en dat het minder fraudegevoelig is. DNA analyse brengt minder risico’s voor het dier met zich mee en is praktisch makkelijker uitvoerbaar. Net als alle Brotogeris-soorten kunnen ook witvleugelparkieten tijdens de kweek agressief worden tegenover soortgenoten en andere vogels. Ze moeten daarom paarsgewijze gehouden worden. Koloniekweek kan succesvol zijn, maar dit is eerder uitzondering dan regel. Wel positief werkt het bieden van vrije partnerkeuze, waarna het gevormde paar uitgevangen en apart gezet kan worden.

A. van Kooten Bron: Dinand Derks Antwoorden rubriek: ‘De standaard nader toegelicht’ 1A, 2B, 3A, 4B, 5C, 6C, 7A, 8C, 9A, 10B.

AGENDA PSC GRAS-, GROTE PARKIETEN EN PAPEGAAIEN ZH

Regio

Ridderkerk

18-19 sep.

V.V. Witroka, Westmolendijk 99, Ridderkerk.

18-sep

Z.VL

Regio

St Jansteen

19-20 sep.

De Warande, Wilhelminastraat 43, St.Jansteen.

18-sep

NL

Land.

Apeldoorn

25-26 sep.

Duivensportcentrum, Pr. Beatrixlaan 240, Apeldoorn.

24-sep

FLEVO

Regio

Biddinghuizen

02-03 okt.

Kerkcentrum de Voorhof, Akkerhof 3, Biddinghuizen.

2-okt

M-WB

Regio

Roosendaal

02-04 okt.

Huis ten Halve, Kruisstraat 60, Roosendaal.

1-okt

M-ZL

Regio

Heinkenszand

09-10 okt.

Rest. De Herberg, Dorpsstraat 50, Heinkenszand.

8-okt

O-NB

Regio

Erp

12-13 okt.

Clubhuis D'n Doel Concordia, De Wasaa 11, Erp.

11-okt

FR

Regio

Joure

16-17 okt.

Sporthal De Stuit, E.A. Borgerstraat 25, Joure.

15-okt

NH

Regio

Zaandam

16-18 okt.

Zaal Czaar Peter, Madagaskar 16, Zaandam zuid.

14-okt

LIMB

Regio

Brunssum

16-18 okt.

Café De Burcht, Wieenweg 16-18, Brunssum.

15-okt

GL

Regio

Voorthuizen

30-31 okt.

Clubgebouw V.V. Kweeklust, Roelenengweg 33, Voorthuizen

30-okt

N-NL

Regio

Rolde

23-24 okt.

Stationskoffiehuis, Stationstraat 14, Rolde.

23-okt

ZO-NL

Regio

Beek (Bergh)

31 okt.-01 nov.

St. Jansgildegebouw, St. Jansgildestraat 31, Beek (Bergh).

29-okt

- 20 -

ADRESSEN REGIO SECRETARISSEN Nieuwe leden aanmelden bij Secr. deze verwijst de nieuwe leden door naar de Regio Penningmeester voor Bank en Giro nr. Wijzigingen dienen direct doorgegeven te worden aan de Leden Administratie. 10 Limburg B. Cluitmans Esdoornlaan 3 6077 CP Sint Odiliënberg Tel 0475-536680 Mail: [email protected]

50 Friesland J. Reiker Weegbree 2 8602 DS Sneek Tel: 0515-425453 Mail: [email protected]

15 Oost Noord Brabant R. Steenbakkers Dr. Boutkanstraat 1 5473 AK Heeswijk Dinther Tel. 0413-291117 Mail: [email protected]

55 Noord Nederland K. Hageman Grintweg 108 9674 GE Winschoten Tel. 0597-416241 Mail: [email protected]

20 Midden West Brabant P.A. Seymour Hengst 16 4341 MV Arnemuiden Tel. 0118-602494 Mail: [email protected]

65 Flevoland W. Smits De Kievit 22 8251 JL Dronten Tel. 0321-314019 Mail: [email protected]

25 Zeeuws Vlaanderen J. Dankaart Emmabaan 21 4576 EA Koewacht Tel: 0114-362203 Mail: [email protected]

75 PSC-ZON(Zuid Oost Nederland) W. Hunting De Dreef 41 7047AT Braamt Tel:0314-652449 Mail. [email protected]

30 Gelderland E.A. Koopman De Enk 7 6661 KK Elst (GLD) Tel. 0481-377226 Mail:[email protected]

85 Midden Zeeland D.A. Verburg Raadhuisstraat 12 4414 AJ Waarde Tel 0113-502676 Mail: [email protected]

40 Zuid Holland J.F.Bouwmeester Dahliaveld 1 2914 CA Nieuwerkerk a.d. IJssel Tel. 0180-317886 Mail: [email protected]

95 Catharina Studie Groep (CSG) A.F. Damen Oosterhoutseweg 81 4847 DA Teteringen Tel: 076-571207 Mail: [email protected]

45 Noord Holland C. Jonker Regthuisstraat 12 1724 SM Oud Karspel Tel 0226-315259 Mail: [email protected]

Neophema Studie Groep Frans Broeren Molenstraat 140 4731 HH Oudenbosch Tel:0165 31 41 79 Mail: [email protected] Voor Utrecht en Overijssel info bij: [email protected]

- 21 -

Statussen en Klassementen Naar aanleiding van vragen van enkele leden betreffende de statussen en klassementen zullen we proberen het een en ander duidelijk te maken. In de afgelopen jaren zijn inzake de statussen enkele wijzigingen gekomen als mede ook in de groepen. Laten we beginnen met de groepen. Tot voor een 3 jaar kenden we 3 kwekersgroepen, grasparkieten, agaporniden en grote parkieten. Deze zijn aangevuld met de Forpussen en de Catharina’s. We kennen dus nu 5 groepen. In elke groep is dus een kwekersstatus te behalen. Om voor een kwekersstatus in aanmerking te komen dient men een klassement van 5 vogels te draaien. Indien men 10 vogels instuurt 3 grasparkieten, 4 agaporniden, 2 forpussen en 1 catharina draait men geen klassement en kan men geen kwekersstatus behalen. We kennen binnen de P.S.C. 4 statussen, TOP, A, B, en C. Bij het behalen van een bepaalde status ontvangt men een oorkonde. Indien je in meerdere groepen deelneemt ontvang je voor elke groep een oorkonde. De eisen die aan de klassement gestelt zijn als volgt: Het klassement bestaat uit 5 vogels. Voor de Top status geld de 5e vogel dient minimaal 90 punten te behalen, voor A status 89, voor B 88 en voor C 87 om voor een oorkonde in aanmerking te komen Men promoveert naar de status waar men de punten voor heeft behaald. Men kan natuurlijk ook degraderen maar dan 1 status naar beneden. We zullen een voorbeeld geven: Men is C en draait het volgende klassement 90-90-89-89-89 =446 punten. Je promoveert dan naar de A status. Is men Top en men draait een klassement met de volgende punten: 90-90-89-88-86 = 443, dan wordt men A. Dit geldt voor alle statussen. Men promoveert/degradeert 1 keer per jaar. Men kan de status behalen op de Landelijke P.S.C. show of op de regio. Indien men bv op de landelijke degradeert en op de regio gelijk blijft dan houdt men de status welke op de regio heeft behaald.Men heeft dus 2 kansen om de status te behalen. Indien men gelijk blijft op zowel de landlijke als de regio ontvangt men een oorkonde van de landlijke. De status van de landelijk gaat in dit geval voor de regio.De nieuw behaalde status gaat administratief in op 1 januari van het op volgende jaar. De regiosecretaris draagt er zorg voor dat de statusadministratie de klassementen krijgt, wat ook in de statuten is vermeld, deze zorgt verder voor de oorkonde. De regiosecretaris doet dit direct na afloop van de regioshow. De oorkondes worden tijdens de landelijk AJV, welke eind maart wordt gehouden aan de regioafgevaardigden uitgereikt. Helaas gebeurt het regelmatig dat de regiosecretaris dit vergeet, dan krijgen de leden hun felbegeerde oorkonde niet op tijd. Afgelopen jaar , 2008, zijn verschillende regio’s in gebreke gebleven. De leden dienen dan ook hun regiosecretaris hier op aan te spreken. In het verleden heeft de statusadministratie de regio’s vaak benadert om aan hun verplichtingen te voldoen maar afgelopen jaar heeft hij gemeend het eens niet te doen. Dit kost hem ontzettend veel tijd en energie. Dus regiosecretarissen beter uw leven. Mocht n.a.v. het bovenstaande nog vragen hebben kunt mij altijd benaderen via mail of telefoon (na 20.00 uur of in het weekend) U allen een goed en gezellig TT seizoen 2009 toewenst en wat mij betreft tot ziens op de Landelijke P.S.C. show in Apeldoorn Statusadministratie Hans Veneman [email protected] Tel. 0546-823249 (na 20.00 uur)

Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel

1: 2: 3: 4: 5: 6:

Artikel 7: Artikel 8: Artikel 9:

Landelijke tentoonstelling Apeldoorn 2009 Van de Parkieten Speciaal Club van de Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers Tentoonstellingsreglement 2009 Duivensportcentrum, Pr.Beatrixlaan 240, 7313 AA Apeldoorn, tel. 055-3551222 Sluiting inschrijving: 12 september 2009 Inbrengen vogels 23 september 14.00 tot 21.00 uur Tentoonstelling open voor publiek: 25 september van 20.00 uur tot 22.00 uur 26 september van 10.00 uur tot 17.00 uur

M.V.K. Grote parkieten Australische parkieten: Valkparkieten: brons- en bleekfallow, geelwang, bleekmasker, witte zwartoog en albino’s, recessief pastel en dominant pastel en gevraagde bontvormen(getekend). Roodrugparkiet: alle mutaties m.u.v. pallid. Hooded en Goudschouder, alle Blue-bonnet’s, wildvorm en mutanten. Neophema’s: Bourksparkiet: alle ino’s en combinaties daarmee, Splendid: wildkleur en mutanten Turquoisine- en elegantparkiet: alle mutanten Blauwvleugelparkiet: wildkleur en mutanten. Rosella’s: Pracht- en Pennantrosella: alle mutanten Stanley, Browns, Adelaide, strogele, geelbuik, bleekkop, blauwwang: wildkleur en mutanten. Overige australische parkieten: Barnard, Twenty Eight, Port Lincoln en Cloncurry, Prinses of Wales, Berg- en Barraband-parkiet, Konings, Australische en Timor Roodvleugelparkiet, Swiftparkiet, Hoornparkiet: wildkleur en mutanten. Roodvoorhoofd-kakariki’s: alle mutanten, geelvoorhoofdkakariki: wildvorm en mutanten. Zuid-Amerikaanse soorten: Forpus: Xanthops, blauwvleugel, mexicaanse, sclateri + herkenbare ondersoorten: wildvorm en mutanten. Van de overige soorten alleen de mutanten behalve de blauwe grijsrug. Catharinaparkiet: DDgroen, DD turquoise, turquoise-ino, bont in alle kleurslagen, D turquoise violet, grijsvleugel in alle kleurslagen, DF misty’s plus nieuwe kleurslagen. Van alle overige Zuid-Amerikaanse soorten: wildkleur + mutanten Alle edelparkieten behalve de groene, blauwe, lutino en albino Indische halsbandparkiet. Alle papegaaien, kakatoes, ara’s en lories: wildkleur en mutanten.

Ieder jaar zal door de P.S.C. een landelijke tentoonstelling worden georganiseerd Het hoofdbestuur kan jaarlijks een tt-commissie benoemen. De tt-commissie staat onder leiding van het hoofdbestuur en is daar ook verantwoording aan verschuldigd. De tentoonstelling zal worden geopend en gesloten door de voorzitter van de P.S.C. of een door het hoofdbestuur aangezocht persoon. Het inschrijfgeld bedraagt € 2,00 per vogel. De catalogus € 2.50 en is voor inzenders verplicht. Er kan worden ingeschreven in de volgende hoofdgroepen: Hoofdgroep: Enkelingen: Stammen: 1 Grasparkieten 481 EK – OEK EK – OEK Grasparkieten 486,491 en 496 EK – OEK EK – OEK Grasparkieten 501 en 506 EK – OEK EK – OEK 2 Forpussen 511 en 521 EK – OEK EK – OEK 3 Agaporniden 531 en 534 EK – OEK EK – OEK 4 Agaporniden 551 en 561 EK – OEK EK – OEK 5 Agaporniden 571 EK – OEK EK – OEK 6 Agaporniden 572 EK – OEK EK – OEK 7 Catharinaparkieten 581 en 582 EK – OEK EK – OEK 8 Grote parkieten 591 t/m 684 EK – OEK EK – OEK 821 t/m 921 EK – OEK EK – OEK 9 Lori’s/ Papegaaien 931 t/m 971 EK – OEK EK – OEK EK vogels conform het vraagprogramma van de NBvV. OEK-vogels zijn vogels van eerdere broedjaren. OK vogels alleen in groep 8 en 9 voorzover gevraagd in NBvV-vraagprogramma OK VOGELS SPELEN NIET MEE VOOR DE STATUS KLASSEMENTEN. Vogels vallend onder de wet B.U.D. zullen alleen worden toegelaten als de vereiste papieren in orde zijn en bij het tentoonstellingssecretariaat worden afgegeven. De papieren als bedoeld in artikel 7 zullen tijdens de duur van de tentoonstelling onder beheer van de secretaris in de tt-ruimte aanwezig zijn. Inzage in de papieren als bedoeld in 7 en 8 van dit reglement is alleen toegestaan aan personen die zich kunnen legitimeren als opsporingsambtenaar van het Ministerie van landbouw en visserij. Op het moment, dat de vogels vallend onder de wet B.U.D. met de eigenaar de tt-ruimte verlaten zullen de papieren bedoeld in artikel 7 en 8 aan de eigenaar worden teruggeven daarmee vervalt de wettelijke aansprakelijkheid jegens de PSC. Het bestuur van de P.S.C. aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid jegens het niet in orde zijn van de papieren als bedoeld in artikel 7 en 8 van dit reglement.

M.V.K. Agaporniden: Roseicollies: alle dubbel donkerfactorige, violet(factorigen), pallids, overgoten, fallows, opalines, bonten, pastelgezoomden en de *blauw*serie. Personatus,Fischeri en Nigrigenis: alle dubbel donkerfactorigen, violet, pastel, overgoten, bonten, gezoomden, slaty, misty en lutino. Lilianae’s: Wildvorm, mutanten. Taranta’s: mutanten. Cana’s: Wildvorm, mutanten. Pullaria’s: Wildvorm, mutanten.

Artikel 10:

M.V.K. LIJST 2008 – 2010. TC PSC.

Artikel 11:

M.V.K.Grasparkieten Olijfgroen, mauve, violet, blankvleugels, fallow, albino’s, lacewings, zwartogen, hollands en recessief bont, grijsvleugels, clearbody’s, Australisch geelmasker, gekuifden, saddleback, slate, misty en alle overige nieuwe mutaties. Tevens alle combinaties in bovengenoemde kleurslagen.

- 23 - 22 -

Betaling op giro (P) 784284. t.n.v. Parkietenspeciaalclub inz. TT commissie De Emoe 5, Almelo Bij bankbetaling svp de P voor het gironummer vermelden, voorkomt terugsturen door de bank. Vermeld bij betaling svp aantal vogels.

2,50

Verzekerd Bedrag

Datum :

2009,

Handtekening:

Ondergetekende verklaart dat de hierboven vermelde vogels zijn eigendom zijn en dat hij inschrijft onder de voor deze tentoonstelling geldende bepalingen.

TT-secretariaat: Inschrijfformulier vóór 12 september zenden naar: TT-secretaris J.Boesveld Sneeuwbesstraat 13 2665 RS Bleiswijk Tel : 06-25462601 e-mail: [email protected]

Naam Aantal vogels: x 2,00 Adres Catalogus Postcode Ereprijs in geld Woonplaats Advertentie Telefoonnr Derby …..x 1,00 Kweeknr Te betalen: Ik betaal per giro O , ik betaal bij inbrengen O, svp aankruisen wat van toepassing is. Statusgegevens, svp invullen per soort: Top, A, B of C Grasparkieten Agaporniden Grote parkieten Forpussen Catharinaparkieten Voor info mbt uw statusgegevens: [email protected]

* Uitsluitend voor Grasparkieten.

Voor de klassenummers, zie Onze Vogels julinummer. Bij twijfel neem even kontakt op. Omschrijving man pop* man pop * Stam Stam Derby klasse Soort/kleur EK EK OEK OEK EK OEK

Inschrijfformulier P.S.C. 2009, Landelijke show, Apeldoorn

- 24 - 25 -

- 27 -

1d 1e 1f 1g

Algemeen kampioen Grasparkieten + Algemeen Kampioen Tegengeslacht Kampioen EK + Kampioen tegengeslacht EK Kampioen OEK + Kampioen tegengeslacht OEK Per kwekersstatus (top,a,b,c) wordt bij de grasparkieten over de groepen 481, 486,491,496, 501en 506 een Kampioen aangewezen. 29 Kleurkampioen in EK + OEK Kampioen Stam. Kampioen MVK. Kampioen jeugd. 2 2a 2b 2c 2d 2e 2f

Algemeen kampioen Forpussen. Kampioen EK + Kampioen OEK Per kwekersstatus (top,a,b,c) wordt over de groepen 511 + 521 een Kampioen aangewezen. 7 Kleurkampioenen in EK + OEK. Kampioen MVK. Kampioen Stam. Kampioen Jeugd, tesamen met de andere groepen grote parkieten 3 3a 3b 3c 3d 3e 3f

Algemeen kampioen agaporniden in de groepen 571 + 572. Kampioen EK + Kampioen OEK Per kwekersstatus (top,a,b,c) wordt over de groepen 571 + 572 een Kampioen aangewezen. 13 Kleurkampioenen in EK + OEK. Kampioen MVK, tesamen met Agaporniden 2. Kampioen Stam. Kampioen Jeugd, tesamen met agaporniden 2. 4 4a 4b 4c 4d 4e 4f

Algemeen kampioen agaporniden in de groepen 531 + 534 + 551 + 561. Kampioen EK + Kampioen OEK Per kwekersstatus (top,a,b,c) wordt over de groepen 531 + 534 + 551 + 561 een Kampioen aangewezen. 10 Kleurkampioenen in EK + OEK. Kampioen MVK, tesamen met Agaporniden 1. Kampioen Stam. Kampioen Jeugd, tesamen met agaporniden 1. 5 5a 5b 5c 5d 5e 5f

Algemeen kampioen Catharina’s in de groepen 581 + 582. Kampioen EK + Kampioen OEK Per kwekersstatus (top,a,b,c) wordt over de groepen 581 + 582 een Kampioen aangewezen. 4 Kleurkampioenen in EK + OEK. Kampioen MVK. Kampioen Stam. Kampioen Jeugd, tesamen met de andere groepen grote parkieten. 6 6a 6b 6c 6d 6e 6f 6g

Algemeen kampioen Grote Parkieten & Papagaaien in de groepen 631 tm 971. Kampioen EK + Kampioen OEK Per kwekersstatus (top,a,b,c) wordt over de groepen 631 tm 971 een Kampioen aangewezen. 8 Kleurkampioenen in EK + OEK. Kampioen MVK. Kampioen Stam. Kampioen Jeugd, tesamen met de andere groepen grote parkieten. Kampioen OK.

Artikel 14: Artikel 15: Artikel 16: Artikel 17: Artikel 18: Artikel 19: Artikel 20: Artikel 21: Artikel 22: Artikel 23: Artikel 24: Artikel 25: Artikel 26: Artikel 27: Artikel 28: Artikel 29: Artikel 30: Artikel 31: Artikel 32: Artikel 33: Artikel 34: Artikel 35: Artikel 36: Artikel 37: Artikel 38: Artikel 39: Artikel 40: Artikel 41: Artikel 42:

Klassementsprijzen: De PSC medailles en de kwekers statussen worden bepaald over de klassementen.

Voor de kleurkampioenen is het bekende PSC-certificaat (met tekening) beschikbaar. Ze worden toegekend volgens de lijst kleurcertificaten zoals vastgesteld door de TC. Niet voor elke kleurslag wordt een certificaat toegekend, bij minder voorkomende kleurslagen zijn kleuren samengevoegd tot een groep. Ook de tweede en derde vogel zal worden aangewezen. Hiervoor zal geen prijs worden gegeven. Om voor een prijs in aanmerking te komen moet de vogel min. 90 punten behalen. Een stam bestaat uit EK vogels, al of niet uit verschillende broedjaren.

Om in aanmerking te komen voor een eigen prijzen groep, dient zo een groep uit +/- 100 vogels te bestaan. Mochten er bij een bepaalde groep meer dan 100 inzendingen zijn, dan wordt deze groep het jaar erop als aparte groep gevraagd. Prijzen welke bij de sluiting van de tentoonstelling niet zijn afgehaald vervallen aan de PSC.

# 7 Grote kistkooi # 10 Grote klapkooi of volière # 12 Kleine kistkooi of grote klapkooi # 15 Volière (1x1x2) Kooien in deze volgorde: # 2 Universeelkooi # 6 Kleine kistkooi # 9 Grote klapkooi # 11 Kleine kistkooi of kleine klapkooi # 13 Grote kistkooi of grote klapkooi

Voor het inzenden op de tentoonstelling moet gebruik worden gemaakt van een inschrijfformulier dat door de tentoonstellingssecretaris is verstrekt. Het inschrijfformulier moet volledig en ondertekend bij de tentoonstellings-secretaris worden ingeleverd. Gelijktijdig moet het voor de inzending verschuldigde bedrag bij de TTpenningmeester worden voldaan. Zie inschrijfformulier. Op het inschrijfformulier moet worden aangegeven, welke status de inzender in het promotie/degradatie systeem van de P.S.C. heeft. Info: [email protected] Iedere inzender ontvangt ruim voor de tentoonstelling een inbreng/afhaal brief en kooinummers. De vogels moeten worden ingezonden in door de NBvV voorgeschreven of aanbevolen kooien, met minstens 96 uur voeding voor de vogel in de kooi. De kooien dienen voorzien te zijn van witte drinkflesjes. Kooien zonder voeding en drinkflesjes worden geweigerd. Vogels uit groep 821 en hoger zullen in klapkooien worden ondergebracht. Kooien afwijkend in kleur en vorm als bedoeld in artikel 16 worden geweigerd. De ingezonden vogels kunnen na afloop van de tentoonstelling op vertoon van de afhaalbrief worden afgehaald. Na aftekening door de inzender dat hij de inzending in goede staat heeft terug ontvangen, wordt de afhaalbrief eigendom van de P.S.C. en vervalt iedere aansprakelijkheid. Niet afgehaalde vogels worden op kosten en voor risico van de eigenaar teruggezonden. De voeding van de vogels gedurende de tentoonstelling geschiedt door daarmee belaste personen. Voor vogels anders dan zaadeters, moet door de eigenaar voedsel worden bijgeleverd, dit zal in overleg worden verstrekt. SVP kooinummers opgeven. De P.S.C. stelt zich niet verantwoordelijk voor schade aan een inzending gedurende de tentoonstelling. Er zal echter op de meest deskundige wijze met Uw inzending worden omgegaan. Gedurende de tentoonstelling mogen vogels of voorwerpen niet zonder toestemming van het bestuur worden verplaatst of uit de tt-ruimte worden verwijderd. Zieke, gebrekkige of beschadigde vogels zullen niet in de tentoonstellingsruimte worden toegelaten. Vogels, die tijdens de tentoonstelling gebreken gaan vertonen als bedoeld in artikel 23 zullen van de tentoonstelling worden verwijderd en met de eigenaar worden meegegeven. Als kenmerk van EK en OEK gelden alleen de door de P.S.C. toegestane ringen, waarvan jaartal en kweeknummer leesbaar moeten zijn. (vogels welke niet zijn voorzien van een N.B.v.V.-ring, daarvoor dient de eigenaar een bewijs van inschrijving met kweeknummer van andere organisaties te overleggen aan de tt-secretaris). Ringen, die bij volwassen vogels aan en uit kunnen worden gedaan, niet gesloten zijn of waarvan jaartal en/of kweeknummer niet te lezen zijn, zullen worden uitgesloten van verdere deelname. Dit ter beoordeling van de ringencontroleur die door het bestuur is aangesteld. Vogels met andere dan goed gekeurde ringen worden niet voorgedragen. Op de beoordeling van de vogels is geen beroep mogelijk. Bij foutieve optelling van de keurbriefjes is het door de keurmeester ingevulde eindtotaal bindend. Het bestuur verantwoordelijk tijdens de keuring, verplicht zich op geen enkele wijze een keurbriefje te veranderen of op andere wijze de uitslagen te beïnvloeden. De keuring geschiedt door erkende keurmeesters van de N.B.v.V. volgens een keursysteem wat van tevoren bekend is. Het tentoonstellingsbestuur ziet er op toe dat de keuring strikt geheim geschiedt. De beslechting van geschillen op of door een tentoonstelling ontstaan welke niet door de tentoonstellingscommissie kunnen worden opgelost, worden opgedragen het landelijk bestuur, wiens uitspraak bindend is. Vervallen Alle ingezonden vogels zijn verzekerd volgens de bepalingen van de N.B.v.V. Prijswinnaars zullen zonder uitzondering door de keurmeesters worden aangewezen. De P.S.C. kent V.K. (verkeerde klasse) vogels. Bij het uitvallen van een ingeschreven vogel, kan deze worden vervangen door een zelfde soort vogel van hetzelfde broedjaar en uit dezelfde groep als de ingeschreven vogel, waarbij de kleur van geen belang is. Vogels uit een andere groep als ingeschreven doen niet mee voor de prijzen, echter wel voor de statusklassementen. LET OP, EEN EK MOET EEN EK BLIJVEN, EN EEN OEK EEN OEK . Een EK stam bestaat uit vier vogels van dezelfde kleur en geslacht. Deze vogels mogen wel zijn uit verschillende broedjaren zijn. Bij het niet compleet zijn van een stam zullen deze vogels als enkelingen worden gekeurd, maar niet als enkelingen meespelen voor de prijzen, echter wel voor de statusklassementen. In geval van aantoonbare fraude zal deze vogel worden gediskwalificeerd. Hiervan zal melding gemaakt worden in de catalogus. Promotie en degradatie: zie artikel 11 van het huishoudelijk reglement. Jeugdklasse: de jeugd inzendingen zullen geplaatst worden tussen de andere vogels, maar worden apart vermeld. In alle gevallen, waarin dit reglement niet voorziet beslist het bestuur.

1 1a 1b 1c

Artikel 12: Artikel 13:

Prijzenschema 2009 P.S.C.

- 26 -

- 28 -

- 29 -

DE STANDAARD NADER TOEGELICHT

PAPEGAAIEN

In deze rubriek wordt ingegaan op de standaard van parkieten. Dit kan in de vorm van vragen maar ook aan de hand van foto’s waar goede en foute onderdelen van de betreffende vogel worden toegelicht.

Grijze roodstaartpapegaaien - Psittacus

STANDAARD ROSELLA’S 1. Wat houdt de cinnamon mutatie in? a. De kleur van de zwarte kleurstof is veranderd b. De kleur van de zwarte- en de overige kleurstoffen zijn veranderd c. De kleur van de zwarte kleurstof is gereduceerd tot ca. 50%. 2.

De standaard schrijft voor dat bij de bont mutatie het gewenste bontpercentage: a. 30% moet zijn b. 40 – 60% moet zijn c. Maximaal 70% mag zijn.

3.

De grootste rosella soort is de: a. Geelbuikrosella b. Pennantrosella c. Adelaiderosella

4.

Een Pennantrosella met groene veren in de rode lichaamsbevedering is of heeft : a. Een voedingstekort b. Een jonge vogel c. Een bastaard

5.

Een opgebleekte, vlekkerige cinnamon pennantrosella is het gevolg van: a. Onvoldoende doorgekweekte of onvolledige cinnamon mutatie b. Onjuiste voeding c. Te veel direct zonlicht

STANDAARD GRASPARKIETEN 6. De violetfactor wordt zichtbaar: a. Bij een vogel met de blauwfactor en de violetfactor b. Bij een vogel met een donkerfactor en de violetfactor c. Bij een vogel met een donkerfactor, blauwfactor en een violetfactor. 7.

De oogkleur van de Engelse fallow en Duits fallow zijn respectievelijk: a. Donkerrood en zwart b. Donkerrood en bruin c. Zwart en bruin.

8.

De kuiffactor kent een (sub)letale werking bij de kuifparkiet en komt tot uiting bij: a. Enkelfactorige gekuifde embryo’s b. Dubbelfactorige gekuifde embryo’s c. Zowel bij A als B.

9.

Schaal 1 van het keurbriefje van de grasparkiet is bedoeld voor: a. Grasparkieten met een duidelijke tekening b. Grasparkieten met nagenoeg geen tekening c. Minder Voorkomende Kleurslagen (MVK vogels).

10. Het minimum aantal te geven punten in rubriek 2 (grootte en vorm van de kop) is: a. 12 punten b. 13 punten c. 14 punten. De juiste antwoorden staan onder het artikel van de witvleugelparkiet.

Wie kent deze prachtige papegaai met zijn geweldig spreektalent niet. Juist vanwege dit laatste is de grijze roodstaart de meest gehouden papegaai in Europa. In de literatuur komen meldingen voor dat hij al in de 16e eeuw in Europa in gevangenschap werd gehouden. De eerste kweekresultaten werden in Parijs behaald in het jaar 1774. Veel later, in 1844, werd de ondersoort P. e. timneh door Fraser ontdekt en beschreven. Voeding De dagelijkse voeding voor grijze roodstaartpapegaaien dient grofweg uit drie (gelijke) delen te bestaan en zou er als volgt uit kunnen zien: 1. een goed zaadmengsel voor papegaaien. Bij voorkeur zitten er in een dergelijk mengsel ook palmnoten; 2. een mengsel van kiemzaad, eivoer en universeelvoer. Geef dit in een verhouding van twee delen kiemzaad, twee delen eivoer en twee delen universeelvoer. Nadat het kiemzaad is geweekt kunnen hier het eivoer en het universeelvoer door gemengd worden. Zolang er geen opgroeiende jongen zijn kan hier twee keer per week, ondanks dat de vogels er ook vrij over moeten kunnen beschikken, scherpe maagkiezel en oesterschelpengrit aan toegevoegd worden (een afgestreken theelepel per twee vogels); 3. een mengsel van fruit (appel, peer, sinaasappel) en groenvoer (o.a. wortel, tomaat en witlof). Ook kan bijvoorbeeld twee keer per week een nat gemaakt en uitgekneed snee bruinbrood gegeven worden. Vooral als er jongen zijn wordt hier graag van gegeten. Verder dienen de vogels dagelijks vers drinkwater aangeboden te krijgen waaraan eenmaal per week een multivitamine kan worden toegevoegd. Huisvesting Een goed onderkomen voor een kweekkoppel grijze roodstaartpapegaaien is een binnenvolière van 2,5 x 2 x 2 m (lxbxh) met daarin een nestkast, een klimboom en wat (knaag)takken. Bij voorkeur heeft de binnenvolière aansluitend nog een buitenvolière met een afmeting van bijvoorbeeld 4 x 2 x 2 m. Vanwege de sterke snavels van de vogels is een metalen volière (bijvoorbeeld van ijzer of aluminium) omspannen met een zware kwaliteit gaas (bijvoorbeeld gaas met een dikte van 2.45 mm en een maaswijdte van 25.4 x 25.4 mm) een vereiste. Ook de eet- en drinkbakken dienen van metaal te zijn en zodanig geplaatst te worden dat de vogels ze niet kunnen omgooien. Kweek Als nestgelegenheid kan een van dik hout gemaakte nestkast of een uitgeholde natuurstam gegeven worden. Deze dient een bodemoppervlak te hebben van 30 x 30 cm en een hoogte van 50 cm. Het invlieggat dient een doorsnede te hebben van ongeveer 12 cm. Ook nestblokken met andere afmetingen, bijvoorbeeld 80 x 40 x 40 cm, worden wel door de vogels geaccepteerd. Over het algemeen zijn ze hier niet al te kieskeurig in. Om hen te helpen bij het in- en uitgaan van het blok is het aan te raden de binnenzijde onder het invlieggat te voorzien van een strookje gaas of krammen. Als nestmateriaal kan een mengsel van boshumus en houtspaanders in het blok worden aangebracht. Ook kan een dik stuk vermolmd hout gegeven worden. Dit wordt dan door de vogels geheel stukgeknaagd waardoor een prima bodembedekking ontstaat. In het algemeen zal het niet eenvoudig zijn om een bestaand (goed) kweekkoppel te

- 30 -

- 31 -

bemachtigen. In de meeste gevallen zal de kweker dan ook zelf een paar samen moeten stellen. Alleen al dit aspect zal de nodige moeilijkheden kunnen opleveren omdat je immers niet zomaar even vier tot zes grijze roodstaartpapegaaien koopt om te kijken welke vogels goed bij elkaar passen! Om zeker te zijn van een paartje is het belangrijk dat de vogels gesekst zijn. Ook voor later, als mocht blijken dat de vogels niet bij elkaar passen, zal dit bij het ruilen van één van de vogels de minste problemen opleveren. Grijze roodstaartpapegaaien zijn op een leeftijd van vier tot vijf jaar geslachtsrijp, een belangrijk gegeven waarmee rekening gehouden moet worden bij het kweken met deze vogels. Bij een goed harmoniërend koppel mogen goede kweekresultaten verwacht worden. De pop legt gemiddeld twee tot vier witte eieren, die met tussenpozen van twee tot drie dagen worden gelegd. Deze worden alleen door de pop bebroed. Na ca. 29-30 dagen komt het eerste ei uit, de overige volgen in het algemeen met tussenpozen van steeds twee dagen. Gedurende de tijd dat de pop zit te broeden wordt ze, veelal via het invlieggat, door de man gevoerd. De jongen zijn bij de geboorte bedekt met een heel dun laagje witgrijs dons. De rozerode huidskleur is dan ook gemakkelijk door dit dunne dons waar te nemen. Tot ongeveer de tiende dag worden ze door de pop gevoerd, daarna helpt ook de man mee. De ogen van de jongen gaan tussen de tiende en de veertiende dag open. Na ongeveer twintig dagen komen de eerste grijze veren aan de vleugels door. Rond dit tijdstip moeten de jongen ook geringd worden. Het duurt ca. 40 dagen voordat de rode staartveren zichtbaar worden. Na ruim negen weken zitten ze volledig in de veren. Na ca. 90 - 100 dagen verlaten ze het nest. Na ongeveer een maand kunnen ze dan bij de oudervogels worden weggehaald. De pop wil dan nog wel eens weer met een nieuw legsel zijn begonnen.

Anderen geven aan dat deze soort niet als ondersoort erkend moet worden omdat maar 50% van de vogels van Macias Nguema en Principé het kenmerkende donkerder verenkleed hebben. De kleurenvariatie zou daarmee nog ruim binnen die van de nominaatvorm liggen.

Wat de kweek met grijze roodstaartpapegaaien betreft wijs ik graag op een uit 1993 stammend kweekverslag van de heer M. de Ruiter van vogelpark Gettorf (Duitsland). Hij meldt in dit verslag dat in het park een koppel grijze roodstaartpapegaaien in een binnenvolière (2 m lang, 1 m diep, 2 m hoog) was gehuisvest dat het, wat de kweek betreft, liet afweten. Als voeding kregen de vogels een gewoon zaadmengsel voor papegaaien (zonnebloempitten, pinda’s en andere zaden) en af en toe een halve appel of ander stuk fruit. Hoewel ze het prima met elkaar konden vinden toonden ze tot op dat moment geen enkele interesse in het nestblok (30 cm doorsnede, 60 cm hoog en een invlieggat met een doorsnede van 10 cm) dat in de volière was opgehangen. Toen echter het zaadmengsel van de vogels tot een kwart werd teruggebracht en werd vervangen door een kwart, in kleine blokjes gesneden brood (rozijnenbrood en witbrood), een kwart hondenbrokken (‘Happy Dog’) en een kwart, in kleine blokjes gesneden, fruit en groente (appel, peer, druif, tomaat, komkommer, meloen e.d.) bleek ineens vanaf dat moment de interesse voor het nestblok bij de vogels gewekt. Drie maanden nadat de voeding was gewijzigd werden er vier eieren gelegd die alle vier bevrucht bleken. Alle eieren kwamen uit en de jongen groeiden voorspoedig op. Opgemerkt dient nog te worden dat de voeding van de jongen, naast het ‘zaad-broodhondevlokken-fruitmengsel’ nog werd aangevuld met eivoer. Psittacus erithacus erithacus - grijze roodstaartpapegaai Ondersoorten Psittacus erithacus erithacus - Grijze roodstaartpapegaai Psittacus erithacus timneh - Timneh-roodstaartpapegaai Door sommige deskundigen wordt nog een derde ondersoort onderscheiden, namelijk P. e. princeps die voorkomt op de eilanden Macias Nguema (voormalig Fernando Poo) en Principé.

Psittacus erithacus erithacus - grijze roodstaartpapegaai Formaat: 33 - 35 cm. Ringmaat: 12 mm. Geslachtsonderscheid: tussen beide geslachten bestaat is enig verschil. Man en pop: de algemene lichaamskleur is bleek- tot donkergrijs. Rond het oog is de huid witachtig en niet bevederd. De stuit is grijswit. De boven- en onderstaartveren hebben de voor deze soort zo kenmerkende rode kleur. De ogen zijn licht- tot felgeel, de snavel is zwart en de poten zijn donkergrijs. In het algemeen zijn de mannen duidelijk donkerder van kleur dan de poppen. Ook is de snavel van de pop vaak iets kleiner dan die van de man. Verder zou de kop van de pop minder rond zijn en de onbevederde plek rond het oog spitser toelopen dan bij de man. Psittacus erithacus timneh - Timneh roodstaartpapegaai Formaat: 30 cm. Ringmaat: 10 mm. Geslachtsonderscheid: tussen beide geslachten is weinig verschil. Man en pop: de Timneh-roodstaartpapegaai is in zijn geheel wat donkerder grijs van kleur dan de nominaatvorm. Verder is de kleur van de boven- en onderstaartveren donkerbruin en de kleur van de bovensnavel is lichter. De vogel is duidelijk kleiner van formaat. Herkomst en leefwijze Psittacus erithacus erithacus heeft zijn verspreidingsgebied in Afrika, van Ivoorkust tot Angola en Centraal-Kongo. P. e. timneh komt voor in Guinea, Sierra Leone, Liberië en Ivoorkust. In hun natuurlijk leefmilieu leven grijze roodstaartpapegaaien in het oerwoud, waarbij hun voorkeur uitgaat naar hoge bomen aan de randen van de wouden. Buiten de broedtijd leven ze in grote groepen bij elkaar. ’s Avonds keren de vogels, veelal onder luidt gekrijs, terug naar hun slaapbomen. Hun voeding bestaat overwegend uit vruchten en zaden. Onder de inlandse bevolking zijn ze niet altijd even populair omdat ze in grote groepen nog wel eens grote schade willen aanrichten aan de maisvelden van de plaatselijke bevolking. In de broedtijd leven ze paarsgewijs in hoge bomen. Deze varieert enigszins: in Oeganda van juli tot september, in Kongo vanaf begin augustus en in Liberia zo rond april. Grijze roodstaart-mannen in broedconditie vertonen een duidelijk baltsgedrag. Hierbij lopen ze met afhangende vleugels rond de pop en voeren haar. Als broedgelegenheid maken ze gebruik van holten in hoge bomen. Deze hebben ongeveer een diepte van 60 cm. Bijzonderheden Grijze roodstaartpapegaaien hebben een geweldig imitatietalent en zijn over het algemeen vriendelijk tegenover hun verzorger. Ze zijn daarom ook geschikt als huisdier. Indien besloten wordt deze papegaai hiervoor aan te schaffen moet de vogel buiten zijn (ruime) kooi wel voldoende bewegingsruimte hebben en zich gedurende langere tijd vrij door het huis kunnen bewegen. Hij moet vanwege zijn knaaglust wel goed in de gaten worden gehouden. Bij schrikken, onraad of te weinig aandacht kunnen ze zeer hard schreeuwen. Dagelijkse regelmaat en voldoende aandacht is erg belangrijk. Net als vele andere

- 32 -

- 33 -

papegaaiensoorten kunnen grijze roodstaartpapegaaien erg oud worden. Natuurlijk is dit van vele factoren afhankelijk zoals voeding, leefomgeving en algehele conditie. Indien al deze factoren echter, in de goede zin van het woord, aanwezig zijn, kan een grijze roodstaartpapegaai 70 jaar of ouder worden. Het komt regelmatig voor dat ze een duidelijke voorkeur (of hekel!!) vertonen voor een bepaald mannelijk of vrouwelijk gezinslid. Hoewel de meningen hierover verschillen speelt, naar mijn mening, bij die voorkeur het geslacht van de vogel geen rol. Redactie Literatuur: Papegaaien en parkieten, Handboek en naslagwerk – Adri van Kooten

Grijze roodstaartpapegaai – foto Piet Onderdelinden

Onze specialiteit is... Topkwaliteit! Hermsen Volièrebouw Nederland Wijk bij Duurstede Nieuwe Tielseweg 57-22 4001 JT Tiel Telefoon: +31 (0)344-752140 Fax: +31 (0)344-752141 Mobiel: +31 (0)643-111280 Website: www.volierebouw.com E-mail: [email protected]

Beste materiaalgebruik Door gebruik te maken van een geanodiseerd en uniek aluminium profiel is oxidatie, en dientengevolge een langzame vergiftiging van de vogels, onmogelijk

Schitterende afwerking Door nergens popnagels te gebruiken kunnen de vogels zich niet aan de popnagels of gaaspunten beschadigen. Ook, bij gebruik van polycarbonaatplaten, geen verkleuringen, barsten, algenvorming of stuk vriezen Duurzame afwerking Perfekte 45 graden hoekverbindingen zonder giftige plastic koppelstukken te gebruiken. Zelfs scharnieren, sloten en dergelijke zijn op zijn minst geanodiseerd

Kleuren Profielen zijn standaard geanodiseerd of RAL 6009 groen, alle andere RAL-kleuren zijn op bestelling leverbaar Gaas Wij gebruiken een Ara-bestendig stalen gaas, daarna verzinkt en vervolgens voorzien van een laag aluminium met desgewenst zelfs een zwarte poedercoating.

Grijze roodstaartpapegaai – foto Piet Onderdelinden

Timneh grijze roodstaartpapegaai – foto Piet Onderdelinden

- 34 -

- 35 -

ZIEKTEN EN BROEDPROBLEMEN BIJ KROMSNAVELS Broedproblemen bij grasparkieten - deel 2 Door A. van Kooten

Aluminium volières op maat gemaakt.

Ontwerp uw eigen volière.

Standaard volières of kooien

NU G TIS ! A A A N VR E GR AA 6 E Z 7 7 T: R ON CHU -281 RNE E 22 O BR .: 05 P INT O.NL L V TE JK O ALU KI .W OF WW W

Ds. A.C. van Raalteweg 23 7946 AG Wanneperveen - Holland Tel: 0522-281776 Fax: 0522-282055

WALUVO

WANNEPERVEEN - HOLLAND

De fabrikant voor dieren èn hun liefhebbers !

4.0 Afsterven van de kiemcel/embryo in het ei De volgende oorzaken kunnen ten grondslag liggen aan het afsterven van de kiemcel/embryo in het ei: 4.1 Te lage luchtvochtigheid Een veel voorkomende oorzaak is naar mijn mening een te lage vochtigheid van de lucht in de broedruimte. De vochtigheid van de lucht in de broedruimte is namelijk erg belangrijk. Deze mag eigenlijk niet beneden de 50% liggen. Te droge lucht leidt tot samentrekking van het binnenste eivlies, dat zich zo vast om het embryo kan leggen, dat deze later niet in staat is zich te bevrijden uit het ei. Als een ei min of meer dreigt uit te drogen, is dit vast te stellen aan de grootte van de luchtkamer. Tijdens het broeden wordt deze namelijk groter. Ze mag echter niet meer bedragen dan eenderde van het totale eivolume. Vooral bij de vroege kweek, waar we geconfronteerd kunnen worden met droog, vriezend weer, wil een lage luchtvochtigheid (< 50%) nog weleens voorkomen. Door een hygrometer (een meter waarop de luchtvochtigheid is af te lezen) aan te schaffen kunt u de luchtvochtigheid in uw vogelverblijf controleren. Ingeval van een te lage luchtvochtigheid kunt u over gaan tot het regelmatig natspuiten van de eieren met een bloemenspuit of tot het goed vochtig houden van de nestblokken. Een andere methode die u kunt toepassen is de volgende: Span een (was)lijn op niet te grote afstand van de verwarming en hang hier een kletsnatte deken over. De deken dient u zo hoog mogelijk op te hangen. Het spreekt voor zich dat de deken goed nat gehouden moet worden. Hoe warmer het vogelverblijf hoe meer water er zal verdampen. Zelf gebruik ik in dergelijke gevallen ook wel een zogenaamde hogedrukspuit. U weet wel, dat is zo’n spuit die in de tuinbouw worden gebruikt om bestrijdingsmiddelen mee te vernevelen. Met zo’n spuit kun je ca. 5 liter (lauw) water per keer vernevelen. Door 2 tot 3 keer per dag een volle spuit te vernevelen weet ik de luchtvochtigheid in mijn vogelverblijf boven de 50% te houden (controle m.b.v. de hygrometer). Ingeval u tijdens het broedproces geconfronteerd bent geweest met “droog weer” is het verstandig de eitjes 1-2 dagen voor het uitkomen korte tijd in een bakje met lauwwarm water te leggen. Op deze manier wordt via het door de poriën dringende vocht het ietwat droog geworden eivlies geweekt en zal het uitkomen van de jongen worden vergemakkelijkt. U hoeft geen angst te hebben dat het embryo verdrinkt. Lang bebroede eitjes drijven namelijk op het water en blijven daardoor ten dele door lucht omgeven. De eitjes dienen niet langer dan 1 minuut in het lauwwarme water te worden gelegd. 4.2 Te hoge luchtvochtigheid in het vogelverblijf Een te hoge luchtvochtigheid (>75%) in het vogelverblijf kan er ook toe leiden dat het embryo in het ei sterft. Door een te hoge luchtvochtigheid zal de luchtkamer in het ei zich onvoldoende kunnen ontwikkelen waardoor het embryo als het ware “verdrinkt” in het ei. Als de luchtvochtigheid in het vogelverblijf te hoog is dan moet u meer ventileren en zo nodig verwarmen.

- 36 -

- 37 -

4.3 Het embryo is door bacteriën geinfecteerd Het is mogelijk dat bacteriën via de handen van de kweker worden overgebracht op de eieren. Uit onderzoek is namelijk komen vast te staan dat de eitjes waarin de embryo’s in een vroeg stadium (voor de zevende of achtste dag) gestorven zijn, vaak geinfecteerd zijn met bacteriën die, via de poriën in de eierschaal, het ei zijn binnengedrongen. Door de eitjes niet in de handen te nemen kan één en ander zoveel mogelijk worden voorkomen.

plex er de oorzaak van zijn, dat de kiemcel\embryo afsterft in het ei. Indien het voedsel het gehele jaar door voldoende vitaminen van het B- complex (met name vitamine B2) heeft bevat, hoeft u hier echter niet bang voor te zijn. Voorkomen kunt u het vitaminegebrek door groenvoer en gekiemd zaad te verstrekken en of een multi-vitaminepreparaat door het drinkwater te mengen. Een eenmaal aanwezig tekort kunt u o.a. opheffen door verstrekking van in de handel verkrijgbare vitamine B druppels, die in water oplosbaar zijn. Ook kunt u de druppels, volgens gebruiksaanwijzing, verstrekken op voedsel wat graag opgenomen wordt door de vogels.

4.4 Het embryo is afgestorven t.g.v. onderkoeling Het kan voor komen dat de pop zich, om wat voor reden dan ook, niet op haar gemak voelde en gedurende langere tijd het nest heeft verlaten. Misschien stoorde het mannetje haar te veel of bracht hij haar niet voldoende voedsel. Door de broedparen in de broedkooien goed te observeren kan snel ingegrepen worden bij eventuele storingen (onrust t.g.v. bijvoorbeeld muizen, veder-, bloedmijt e.d.), onvoldoende voeden van de pop door de man e.d.). Tijdig overleggen van eitjes kan dan noodzakelijk zijn.

4.7 Verontreinigde eitjes t.g.v. uitwerpselen van de jongen In een aantal gevallen kan het voorkomen dat de eitjes verontreinigd raken door de uitwerpselen van de jongen. Bij grote legsels zijn het vaak de laatste eitjes die verontreinigd raken door de eerste jongen. Maar ook komt het vaak voor dat pas gelegde eitjes door de uitwerpselen van de jongen van het voorafgaande broed worden verontreinigd. Door de uitwerpselen raken de poriën van de eischaal verstopt, waardoor het embryo stikt of bij een pas gelegd eitje zelfs helemaal niet tot ontwikkeling komt. In het algemeen moeten sterk met uitwerpselen verontreinigde eitjes als verloren worden beschouwd. Het enige wat u nog zou kunnen proberen is de eitjes voorzichtig met een (nat) watje met lauwwarm water schoon deppen (goed laten weken en niet te ongeduldig worden!). Bedenk dat dit zeer voorzichtig moet gebeuren!!!! Indien de jonge vogels reeds goed in de veren zitten zou u kunnen besluiten deze onder in een (open) kistje in de broedkooi te zetten. De jongen kunnen de eitjes dan niet meer verontreinigen en de man zal, zo is mijn ervaring, de jongen wel blijven voeden.

4.5 Gebrek aan levensvatbaarheid (letaliteit) van de kiemcel Het kan zijn, dat de kiemcel door gebrek aan levensvatbaarheid of door gebrek aan bepaalde stoffen niet volledig tot ontwikkeling kon komen. Soms sterft de kiemcel al enkele uren nadat het ei de broedtemperatuur heeft aangenomen. In een dergelijk geval is niet waar te nemen of het ei onbevrucht is of al in een vroeg stadium afgestorven is. Sterft het embryo pas na enkele dagen af, dan zien we bij het doorlichten van zo’n ei, een los grijs vlokje in het ei drijven. Jongen, die we geheel volgroeid ‘dood in de dop’ aantreffen, hebben te maken gehad met een tekort. Bij het openmaken van dergelijke eitjes, zal meestal blijken, dat het jong op het inzuigen van de dooierresten na, volgroeid was. Zoals gezegd wijst dit altijd op een tekort. Vooral in de laatste uren, voordat het ei uitkomt, wordt er veel van het jong gevergd. Het jong moet het overgebleven deel van de dooier inzuigen, het moet zich geheel in het ei ronddraaien, om met behulp van het eitand, het vlies en de eischaal te doorbreken. Deze krachtsinspanning blijkt dan te groot met als gevolg dat het jong sterft. Bij vogels, die niet in (broed) conditie zijn en toch worden ingezet voor de kweek, zien we bovenstaande problematiek nogal eens optreden. Vogels die niet in conditie zijn dienen dan ook nooit ingezet te worden voor de kweek. Rust geven is veelal de enige oplossing. En natuurlijk dient u uit te zoeken waaraan het “uit conditie zijn” te wijten is. 4.6 Vitaminegebrek Aangenomen wordt dat in veel gevallen een gebrek aan de vitaminen van het B-com-

Mooiste vogelmarkt van Europa, met meer dan 1 kilometer standruimte!

Zaterdag 10 oktober 2009 Met alles voor uw vogelhobby: van papegaai tot volières, van kanaries tot alle vogelvoeders van parkieten tot tropen, info door deskundigen kortom:

alles voor de echte vogelliefhebber !! Plaats: Markthallen aan de Marktstraat te Meppel Open: 10.00 tot 15.00 uur

Entree: € 3,00

Kinderen tot 14 jaar gratis

Voor parkeren volg de borden langs de A28 en de A32 Voor meer info: marktmeester A. Smit 06-57632211 bgg 06-57623883 e-mail:[email protected] Plaatsreservering bij voorkeur via e-mail!!

- 38 -

- 39 -

www.bigscore.nl

P.S.C. Infostand

Bekijk onze website niet in vogelvlucht, maar met de aandacht zoals u naar uw vogels kijkt bij het selecteren voor de kweek of de PSC- show.

Boeken: Agaporniden,Forpussen. Diverse Grote Parkieten en Papagaaien. Zowel in Nederlands,Duits en Engels. Het gehele van Keulen Poster Programma. T-shirts,mini-shirts. Bodywarmers bedrukt met Parkieten en Papagaaien. Eventueel met Uw favoriete vogel. Pins en Stickers. Prijzen zijn exclusief verzend-en verpakkingskosten. Voor info bellen of mailen met Hans Veneman,tel:(0546) – 823249 e-mail : [email protected] Aanwezig op de Vogelbeursen Zwolle en Meppel Bondshow Apeldoorn PSC-show in Apeldoorn.

SCHERPE MAAGKIEZEL 1 .Voor kanaries,tropen,kleine parkieten,Europese cultuurvogels 2. Voor grote parkieten,patrijzen,kwartels,fazanten enz….. 3. Voor postduiven.

Uw vogels hebben geen tanden.Wel een spiermaag. Zorg dat er SCHERPE MAAGKIEZEL in zit !!!!!!! Verkrijgbaar in alle dierenspeciaalzaken.

Ons assortiment bestaat uit: Sportprijzen, medailles, standaards, beelden etc… Vaantjes, boekenleggers, erelintjes en diversen modellen vanen. Delftsblauwe borden, vazen, asbakken etc… Houtenborden met uw eigen afbeelding erop in full color bedrukking. Posters op sportgebied maar ook algemeen een enorme keus. Relatiegeschenken van klein tot groot en simpel tot exclusief. Kleding, T-shirt’s, poloshirts, bodywarmers, fleeceshirts, caps, etc… Diverse mogelijkheden met buttons en naambadge, consumptiemunten. Babybeeldjes, Abraham & Sarah en Paardenbeeldjes, Sculpturen. Kerstpakketten, maar liefst keuze uit meer dan 80 pakketten.

OOK OESTERSCHELPENGRIT voor vogels PUUR - ZUIVER – ZONDER TOEVOEGINGEN Vraag een gratis monster en folder aan bij:

F. THIJSSEN C.V., MILL Postbus 29, 5450 AA Mill (Nederland) Tel: 0485 – 45 17 37

Wij zijn u graag van dienst om u te helpen bij het maken van de juiste keuze.

Vraag naar onze speciale korting voor vogelverenigingen!! Big Score Sportprijzen & Relatiegeschenken Drachme 17 8253 EW Dronten Telefoon: 0321 – 33 36 39 Fax.: 0321 – 31 19 56 E-mail: [email protected]

Grasparkieten

- 40 -

Vogeldiscussie tussen twee vrienden (Jan Bouwmeester en Arie Hoek) Hallo Jan, Deze vogel ligt in een van mijn blokken, wat moet ik er mee. Het is geboren op 7 mrt. dus ongeveer 3,5 weken. Graag je reactie. Groeten, Arie. Hoi Arie, Een schepbek? Lekker uit laten groeien. Ik vind het veel minder erg dan een staartloze of flecky. Jammer dat er geen ring van mij omzit. Want de vogel is nog knapper dan wij tweeën samen en dat wil wat zeggen! Bij mij staat de kweek bijna stil, 1 koppel legde 1 ei, 1koppel legde 2 eieren en 1 koppel legde vijf eieren en alles was onbevrucht. Morgen ring ik Jonge grasparkiet – overigens wel nummer 45. Ik heb ook nog een foto Jan Bouwmeester koppel met vijf bevruchte eieren. Overigens gaat de kweek tot nu toe goed want mijn vijftig ringen zijn bijna op. Ik heb nog maar gauw twintig ringen nabesteld. Groetjes, Jan Hoi Jan, Nee geen schepbek, zoals het zich nu laat aanzien. Als vogel van 31 dagen lijkt dit voor mij een super vogel te worden, kijk maar hoe de pennen groeien, als een ster staan ze alle kanten uit, zelfs naast de snavel naar beneden. Dit heb ik een keer eerder gezien bij een kweker in Duitsland, hij wees mij hier op en had er diverse zo met dit verschil dat de pennen bij zijn vogels nog een eind langer waren dan bij mijn vogel. Als ik dit jong in Ridderkerk kan brengen en dat zit er in, gezien de leeftijd van dit jong, dan ben ik bijna niet eens meer benieuwd naar de uitslag, die weet ik dan al (geintje). Bij mij zijn de laatste week toch nog een aantal eieren uitgekomen en tot nu toe heb ik er 91 geringd. Nogal wat poppen zijn van de eieren en jongen afgelopen door de bouw aan het eind van de straat. Men is al twee a drie weken bezig met het uittrillen van damwandplaten van 15 meter lang. Zelfs in huis voel je het trillen hiervan en bij de vogels is het nog erger. Het lijkt wel te echoën, een constante dreun. Hopelijk gaat het volgend jaar beter. Groeten en tot horens, Arie. Fijn Arie, dat het geen schepbek is. Maar het moet je nu wel duidelijk zijn dat ik het ook een heel goede vogel vind. Hoe heb je hem gekweekt? Groet, Jan. Hallo Jan, De vogels die ik gekocht had, heb ik eerst gekruist met mijn eigen vogels. De jongen hieruit heb ik gekoppeld met vogels die ik eerder uit de lijn van die kweker had gek-

- 41 weekt. Dit jong komt uit zo’n koppel en is dus uit lijnenteelt ontstaan. Wat ik dan ga kweken weet ik niet, misschien echt goede vogels of troep, we zien wel. Voorlopig heb ik nog veel tijd nodig om daar te komen waar ik wil zijn. Hoofdzaak is dat je plezier hebt in je hobby. Elke keer denk ik, is dit dan die super vogel waar ik op zit te wachten? Jan, ik geniet van het kweken en van de vogels, daar gaat het toch om. Trouwens, dit vogeltje heeft ook nog een zus die 6 dagen jonger is en er ook goed uit ziet en dat had enorm veel dons boven en achter de ogen. Groeten, Arie. Hallo Arie, Leuk verslag hoe jij de kweek doet. Ik zou het precies ook zo doen, eerst kruisen en daarna de lijn weer in gaan. Immers zowat heel Europa heeft vogels van Mannes of afstammelingen daarvan en gaat vervolgens direct inteelt doen met als gevolg dat heel Europa met hetzelfde bloed zit te kweken. Dit ligt volgens mij mogelijk aan de basis van verminderde vruchtbaarheid en misschien ook wel aan de basis van al de veerproblemen die we nu hebben . Deze discussie is trouwens een leuk kweekverslag geworden. Met wat aanvullingen zou je het zo in Psittaci kunnen laten plaatsen. Daar hebben andere kwekers ook wat aan. Je laat immers zien dat kruisen wel degelijk nut heeft! Groeten, Jan.

- 42 -

HIMBERGEN® VOGELZADEN, EEN BEGRIP IN DE VOGELWERELD!

- 43 -

AGAPORNIDEN

- 44 -

Oranjemasker opaline groen Door: André van de Voorn

- 45 je zo het kweken van vogels die split oranjemasker zijn,deze zullen door het bezit van de oranje zweem in het masker niet voor een hoge puntenwaardering in aanmerking komen. Vanzelfsprekend kunnen dit nog wel geschikte kweekvogels zijn.

De bovenstaande benaming geeft de twee mutaties aan die we in één vogel moeten zien te kweken. Zoals gebruikelijk bepalen we eerst het doel waarvoor we kweken. Eerste doel moet zijn om vitale goedkwekende vogels te kweken. Gelijktijdig proberen we een vogel te kweken die ook nog eens showkwaliteiten bezit. Om dit te bereiken zullen we met kwalitatief goede,onverwante vogels moeten starten. Oranjemasker groen wordt al in goede kwaliteit gekweekt,laten we eerst hier een keus uitmaken,zoek vogels met goede kweekeigenschappen met zekere kwaliteiten. Denk hierbij aan goed doorgekleurde maskers,goede fysieke eigenschappen zoals goed formaat,goede breedte,goede wigvorm enz..Ook de kopvorm is van belang evenals de goedgevulde nekpartij. Benut deze kwaliteiten om met twee,drie generaties oranjemasker opaline groene vogels in ST kwaliteit te bezitten. Deze eigenschappen hoeven zeker niet allemaal in e e n kweekvogel te zitten,als ze uiteindelijk maar wel in de jonge showvogels zitten. Kweken is immers niets anders dan alle gewenste eigenschappen in één vogel verzamelen.

We kunnen starten met oranjemasker opaline groen X oranjemasker groen,geeft oranjemasker opaline groene poppen en oranjemasker groen/opaline mannen. Dit is een zeer goede combinatie omdat we gelijk het geslacht kennen van de jonge vogels.

Opaline vererft geslachtsgebonden recessief,geslachtsgebonden wil zeggen dat deze mutatie op het Z chromosoom gelegen is. Recessief wil zeggen dat deze factor in enkelvoud niet tot uiting komt. Hier is het homologe ongemuteerde allel dat als corrigerende factor optreedt. Bij de pop,die maar één Z chromosoom heeft (& W chromsoom) is er dus geen correctiemogelijkheid.Doordat de pop dus één Z chromosoom heeft kan ze dus ofwel opaline zijn ofwel normaal groen. Een pop kan dus nooit split opaline zijn! Tegenwoordig gebruiken we de Z en W om het geslachtschromosoom aan te duiden,voorheen gebruikten we hiervoor de X en de Y. De X en de Y zijn voorbehouden aan de zoogdieren,de Z en de W worden door de wetenschap gebruikt bij o.a. vogels en insecten. Het verschil zit ‘m hier in,bij de zoogdieren heeft de man twee verschillende geslachtschromosomen( X en Y),bij de vogels is het de pop die twee verschillende geslachtschromosomen ( Z en W) heeft. Oranjemasker beschouwen we als autosomaal recessief,hier kan zowel de man als de pop split voor zijn. Laten we het ons makkelijk maken en starten met oudervogels die beide oranjemasker zijn. dit heeft als voordeel dat alle jongen dan ook alti- Opaline oranjemasker lutino – jd oranjemasker zijn. Tevens vermijd foto Piet Onderdelinden

Oranjemasker groen/opaline X oranjemasker groen kan ook gekweekt worden,hier kan al gelijk oranjemasker opaline groene poppen uitgekweekt worden. Tevens kunnen hier normaal oranjemasker groene poppen en oranjemasker groene mannen uitgekweekt worden,van deze mannen is dan de helft split opaline. Dit is echter niet te zien welke dat zijn en dus zullen al deze mannen een testkweek moeten doen. Vanwege de tijd en de ruimte kan dit op den duur een nadeel zijn.

Oranjemasker groen/opaline X oranjemasker opaline groen is ook een aan te raden combinatie. Uit deze combinatie kunnen zowel oranjemasker opaline groene mannen en poppen gekweekt worden,evenals oranjemasker groen/opaline mannen en oranjemasker groene poppen. Deze oranjemasker groene mannen zijn dus gegarandeerd split opaline. Oranjemasker groen X oranjemasker opaline groen is ook een goede combinatie,alle mannen hieruit gekweekt zijn immers gegarandeerd split opaline,nadeel is dat we niet direct opaline vogels terugkweken.

Bij de selectie voor de show moeten we sterk letten op de kleur van het masker,deze moet egaal oranje zijn. Juist bij opalines in de oranjemaskerserie zien we veel vogels die een grauwe waas over het masker hebben,dit oogt niet fraai. Mannen hebben over het algemeen een wat schoner masker,ook kan de kleurdiepte zelf nog wat intensiever zijn. Vergeet niet bij elke volgende generatie sterke vitale vogels in te kweken.

Opaline oranjemasker lutino – foto Piet Onderdelinden

- 46 -

- 47 -

IJsselhal Zwolle ADRES: RIETEWEG 4 8011 AB ZWOLLE . DENK AAN ANDERE TOEGANGS TIJDEN

ZATERDAG 19 SEPTEMBER 2009 VROEGE VOGELS VERVALT HELEMAAL MET 10000M2 VERKOOPRUIMTE DE ALLERGROOTSTE GEEN TOCHT EN KOU DOOR UNIEK SLUIZENSYSTEEM RUIME PARKEERGELEGENHEID KWARTELS EN UILEN VERBODEN N.A.V. FAUNAWET NIET ZELFSTANDIGE VOGELS VERBODEN OPENINGSTIJDEN PUBLIEK VAN 8.30 TOT 15.00 UUR HOOFDINGANG IJSSELHAL OOK NIET GERESERVEERD ♦ HANDELAREN VOOR 8.30 UUR BINNEN ♦ ALLEEN MET RESERVERINGS NUMMER ♦ PLAATSRESERVERING VERPLICHT, TOT 10 DAGEN VOOR DE MARKT ALLEEN NOG VANAF 2 METER ♦ 10 MINUTEN LOOPAFSTAND VAN HET NS-STATION ♦ I.V.M. NIEUWE WETGEVING IJSSELHAL ROOKVRIJ ♦ LAATSTE NIEUWS OVER DE VOGELMARKT OP WWW.VOLIEREVRIEND.NL ORGANISATIE “DE VOLIEREVRIEND” ZWOLLE HOLLAND INLICHTINGEN: P.H.POLMAN W.SPRUYT 038-4651834 06-55756037 l [email protected] [email protected] ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ ♦

DE VOLGENDE MARKT IS OP ZATERDAG 20 FEBRUARI 2010 LET OP!! IJSSELHALLEN ZWOLLE Gewijzigde opzet Zwolse vogelmarkt per eerstvolgende markt d.d. 19-09-2009 Vanwege de steeds toenemende drukte en in verband met de veiligheid van bezoekers en medewerkers heeft de organisatie in nauw overleg met de directie van “de ijsselhallen” besloten om m.i.v. de eerstvolgende markt de opzet enigszins te wijzigen. 1. Toegang handelaren vanaf 6:30 deur D11, het streven is om 8:30 de hal auto vrij te hebben en dat alle handelaren op hun plaats hebben uitgepakt. (Uitsluitend handelaren die gereserveerd hebben vanaf 2 meter !!!) 2. Publiek en particuliere lief hebbers met vogels vanaf 8:30 via de hoofdingang, daar zijn dan 5 kassa’s beschikbaren gedurende de gehele markt blijft deze ingang geopend. Dus tijdens het inrijden van de handel en het uitpakken op de door hun gereserveerde plaatsen is er geen publiek meer in de hal aanwezig. 3. Reserveringen vanaf 2 meter en worden op nr. verwerkt, dus als u reserveert krijgt u een reserveringnummer van ons, dat noemt u met uw naam en plaats als u zich op de dag van de markt meld bij de hal. (Zonder reserveringsnummer geen toegang tot de hal) 4. Ook voor de vrijkaarten geldt dat men vanaf 8:30 via de hoofdingang naar binnen kan en dus niet vroeger! Wij hopen op uw begrip voor deze maatregelen en hopelijk tot ziens op 19 september op onze eerstvolgende markt. Marktcommissie De volièrevriend.

Topkwekers uit diversen landen in Europa, Canada en de Verenigde Staten, zweren al jaren bij deze producten, die behalve voor kanaries ook met uitstekende resultaten worden gebruikt bij de kweek van tropische vogels, kromsnavels en Europese cultuurvogels!

Kracht-tevens opfokvoer Opfokvoer zonder kunstmatige kleur-, geur- en smaakstoffen voor een snelle groei.

Opfokvoerkorrel Bevordert opname van het krachtvoer, doordat vochtigheidsgraad op peil blijft.

Bianco-Fino Zeer fijn opfokvoer, tevens te gebruiken als conditievoer.

Maxi-Rood Rood stimulerend product, bestaat uitsluitend uit actieve stoffen

Multivitaminen

Natuuralgen

Vruchtbaarheidsvitaminen

Zee-Algen

Vogelkruiden

PEARL-WHITE Waspoeder

Nieuw : Stalen broed – en stapelkooien ”SUKSES” VOGELVOEDERS BV HOLLAND Buitenwatersloot 123 2613 TC Delft 015-214 29 01

WWW.SUKSES.TV

- 48 -