MAGAZINE
Magazine over de Nederlandse nationale parken
BRABANT EN LIMBURG OMARMEN kwaliteitsimpuls NATIONALE PARKEN
UITBREIDING Weerribben-Wieden: nr 1
“Hoe opener de communicatie, hoe beter de samenwerking”
september 2009
Natuurgerichte recreatie verkoopt, ontdekken 239 gastheren
COLOFON
VOORWOORD
Nieuwe kansen uitgever Stichting Samenwerkingsverband Nationale Parken
redactieraad Coby Adema (IVN), Imke Boerma (Staatsbosbeheer), Hugo Eekhof (Nationale parken De Alde Feanen en Schiermonnikoog), Sven Guther de Geus (De12Landschappen), Joke Kersten (Nationaal Park De Meinweg), Gerrit van Ommering (Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), Carolien Vader (De Bladendokter)
hoofdredacteur Jan-Willem Sneep
bladmanager Bart Borsje
redactie Susan Claessens, Ellen Farwick, Lianne van der Made (eindredactie), Gerrit van Ommering, Bart Siebelink, Lars Soerink, Nicoline van Tiggelen, Ellen Zoetmulder (eindredactie)
fotografie Lars Soerink (tenzij anders vermeld)
coverfoto
Precies honderd jaar geleden werden de eerste nationale parken in Europa opgericht. Kent u ze? Ongetwijfeld kent u internationaal bekend staande parken als Yellowstone, Serengeti en Krugerpark. En hebt u enkele van onze twintig Nederlandse nationale parken bezocht, wandelend, op de fiets of te paard. Samen vormen zij het visitekaartje van de Nederlandse natuur en spelen zij een vitale rol in natuurbescherming, onderzoek, educatie en recreatie in ons land. Voor u ligt de eerste aflevering van het NP-magazine, het relatieblad van het Samenwerkingsverband Nationale Parken (SNP). In het SNP werken de twintig nationale parken samen met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De12Landschappen, de Federatie Particulier Grondbezit en het IVN. Samen willen wij de nationale parken laten uitgroeien tot aantrekkelijke natuurgebieden, met ruimte voor natuurgerichte recreatie, onderzoek, voorlichting en educatie. Het nieuwe NP-magazine vertelt het verhaal van de Nederlandse natuur en de mensen daarachter. Het belicht kansen en mogelijkheden van onze nationale parken vanuit het perspectief van politici, bestuurders en beleidsadviseurs op landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau. Daarnaast informeert het NP-magazine medewerkers, vrijwilligers, leden van overlegorganen en iedereen die anderszins betrokken is bij de nationale parken of bij één van de partnerorganisaties. Wist u trouwens dat we verantwoordelijkheid dragen voor één van de soortenrijkste gebieden op aarde, de Nederlandse Antillen? Die verantwoordelijkheid voor natuur en landschap loopt als een rode draad door dit tijdschrift. Zo organiseren we bijvoorbeeld, met succes, cursussen ‘Gastheerschap’ voor recreatieondernemers in de directe omgeving van een nationaal park. We zien geslaagde voorbeelden van natuurgerichte recreatie in De Groote Peel, dat tweemaal zoveel bezoekers als de Efteling trekt. En in De Alde Feanen, waar het bezoekerscentrum is uitgegroeid tot een sociaal en cultureel trefpunt voor de hele regio.
Nationaal Park Weerribben-Wieden
redactieadres Samenwerkingsverband Nationale Parken Willem Witsenplein 6, 2596 BK Den Haag
[email protected] / www.nationaalpark.nl
distributie
Via dit magazine willen we u viermaal per jaar met visies, resultaten en concrete voorbeelden inspireren om onze verantwoordelijkheid voor natuur en landschap vorm te geven en de kansen te pakken die in het verschiet liggen. Er valt veel bij te winnen. frieda van diepen-oost voorzitter stichting samenwerkingsverband nationale parken
Het NP-magazine wordt gratis verspreid onder politici, bestuurders, beleidsadviseurs en partners van het Samenwerkingsverband Nationale Parken. Meer informatie op www.nationaalpark.nl
drukwerk / vormgeving Drukkerij Aktief, Den Haag
oplage copyright 2009 Overname van artikelen is onder bronvermelding toegestaan
Het NP-magazine is financieel mogelijk gemaakt door:
Foto Bart siebelink
Dit magazine is gedrukt op FSC-gecertificeerd papier
2000 exemplaren
INHOUD
Topparken vragen om kwaliteitsimpuls
4
Om de ‘parels van de Ecologische Hoofdstructuur’ in stand te kunnen houden, is een kwaliteitsimpuls nodig. In Limburg en Noord-Brabant beloofden twee tot ‘zandgraaf’ benoemde gedeputeerden zich in te zetten voor het vergroten van de natuurkwaliteit in hun provincies.
Ondernemers in de rij voor groen gastheershap
8
“Omdat ik de mooiste plekjes ken en de juiste contacten heb, kan ik mijn gasten een onvergetelijke ervaring bezorgen.” Natuur is een kernwaarde voor recreatie- en horecaondernemers in de nationale parken.
Succesfactoren van Weerribben-Wieden Na jarenlange intensieve samenwerking zijn natuurgebied De Wieden en Nationaal Park De Weerribben samengevoegd tot Nederlands jongste Nationaal Park Weerribben-Wieden. Het grootste laagveenmoeras van West-Europa krijgt hierdoor nieuwe kansen.
10
Wie waarborgt de natuur op de Antillen? De grootste biodiversiteit van het Koninkrijk der Nederlanden loopt de internationale geldstroom voor natuurbescherming mis.
12
Bezoekerscentrum De Alde Feanen Door samenvoeging van onder meer landbouwkennis, horeca en theater, groeide het Friese bezoekerscentrum uit tot veel meer dan alleen een informatiepunt.
16
& VERDER Voorwoord 2, Proeftuinen voor de wetenschap 7, Nieuws uit de nationale parken 14, Nieuws van het Samenwerkingsverband Nationale Parken 19, Landgoedeigenaren betrokken bij nationale parken 20
np magazine 3
KWALITEITSIMPULS
Topparken vragen om kwaliteitsimpuls TEKST Nicoline van Tiggelen
Vorig jaar verscheen onder de titel ‘Nationale Parken verdienen meer’ een manifest voor een natuurkwaliteitsimpuls. Het manifest bevat een wensenpakket ter grootte van zo’n 120 miljoen euro. In Limburg en Noord-Brabant zetten twee tot ‘zandgraaf’ benoemde gedeputeerden zich in voor het versterken van de natuurkwaliteit van de nationale parken in hun provincies.
G
edeputeerde en ‘zandgraaf’ Ger Driessen van de provincie Limburg heeft naar aanleiding van het manifest de Limburgse nationale parken uitgedaagd om een investeringsprogramma op te stellen. Op basis hiervan wil hij meerjarige afspraken met hen maken. Driessen stelt wel als voorwaarde dat ook de eigenaren en beheerders, zoals gemeenten, Limburgs Landschap en Staatsbosbeheer, meebetalen. De regio zal zelf substantieel moeten bijdragen. Want voor de meeste projecten geldt een provinciale bijdrage van 50% tot 75%. Afhankelijk van het project kan de provinciale bijdrage echter oplopen tot 100%. Inmiddels zijn twee van de drie investeringsprogramma’s zo goed als klaar. Ze moeten nog wel vastgesteld worden door de overlegorganen van de parken. Jac Pouw, secretaris van de Limburgse nationale parken De Maasduinen en De Meinweg, is optimistisch en verwacht dat de plannen komend najaar aan de gedeputeerde worden aangeboden. Inclusief financieringsplan. In het bestuurlijk overleg merkt hij een positieve houding tegenover de kwaliteitsimpuls. “Maar,” voegt hij eraan toe, “naarmate het concreter wordt, gaat het ook moeilijker. Het heeft daarom langer geduurd dan verwacht. Een goed plan heeft natuurlijk draagvlak nodig.”
“Als we niet ingrijpen, zal het helemaal verdwijnen” Driessen kijkt vol verwachting uit naar de programma’s: “Ik ben ervan overtuigd dat ook de gemeenten en beheerders een duit in het zakje zullen doen. Zij zien het belang van topnatuur in de regio. Voor kleine gemeenten kan het wel een belasting zijn. Daar moeten de provincies en het Rijk dan ook bijspringen, bijvoorbeeld voor infrastructurele maatregelen of handhaving. Om die reden ben ik blij dat we kunnen bijdragen aan het realiseren van een bezoekerscentrum in Nationaal Park De Maasduinen. Per slot van rekening is zo’n centrum voor de toeristischrecreatieve ontwikkeling van de regio van grote waarde.”
adder
Herstel van de ‘Brabantse Sahara’ Nationaal Park De Meinweg
4 np magazine
In Noord-Brabant worden diverse kwaliteitsprojecten voortvarend opgepakt. Eén daarvan is het stuifzandherstel in Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen. Een majeur project waarvan de uitvoering dit jaar van start is gegaan. Projectleider Lex Querelle van Natuurmonumenten vertelt: “Door invloeden van buitenaf is de oppervlakte aan stuifzand
Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen
in anderhalve eeuw afgenomen van 1400 naar 270 hectare. Jaarlijks groeit het open stuifzand verder dicht. Als we niet ingrijpen, zal het helemaal verdwijnen. We gaan in drie fasen bossen kappen en hopen dat het actieve stuifzand over zes jaar weer zo’n 400 hectare beslaat. De Loonse en Drunense Duinen is een geliefde plek voor bezoekers. Zij komen niet voor de bossen, maar voor het unieke stuifzand en het uitzicht. Daarom proberen we naast het vergroten van het stuifzandgebied de recreatiedruk verder te sturen door toegangspoorten, digitale zuilen, een nieuw uitkijkpunt en een nieuwe schaapskooi. Zo komt er meer rust in het gebied en dat is goed voor de natuur. Tijdens gesprekken en informatieavonden hebben we gemerkt dat gemeenten, inwoners en ondernemers positief tegenover het plan staan. Hoewel het kappen van bos maatschappelijk gevoelig ligt, hebben we nauwelijks weerstand ondervonden. Dat komt omdat we sterk hebben ingezet op communicatie in het voortraject.” Gedeputeerde Onno Hoes is vol lof: “Het Stuifzandproject is een van de mooiste projecten waar we mee bezig zijn. Ik vind het knap dat Natuurmonumenten in staat geweest is het publiek mee te nemen in de gedachtevorming dat het belangrijk is om een stuk natuur weg te halen en zo andere natuur weer de ruimte te geven.”
Lastige trajecten voor gemeenten
Naast natuurherstel zijn ecologische verbindingen en ontsnippering van belang voor het versterken van de natuurkwaliteit. Voor gemeenten zijn de infrastructurele maatregelen, zoals het inrichten van een weg tot 60 kilometerzone of het realiseren van een wildpassage, nog een hele opgave. “Het is niet alleen kostbaar, maar het vergt
“Hoewel het kappen van bos maatschappelijk gevoelig ligt, hebben we nauwelijks weerstand ondervonden” ook wat van een gemeente om tegen de inwoners te zeggen dat ze voortaan moeten omrijden,” erkent Hoes. “Dat is een lastig traject, maar ook hierbij geldt dat een zorgvuldige communicatie van groot belang is. Alleen stap voor stap is het mogelijk om tot verbetering te komen. Gemeenten moeten de belangen van bewoners en ondernemers zorgvuldig afwegen. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid.”
Meer investeren
Hoes: “De provincie Noord-Brabant betaalt de aanleg van ecologische verbindingszones volledig. Dan vind ik het logisch dat gemeenten zelf het beheer betalen. Daar wordt wel eens tegen gesputterd, maar zij moeten echt investeren in de natuur. Zij profiteren ervan en het is goed voor de gezondheid van de inwoners. Alleen is het politiek nog weinig interessant om natuur prioriteit te geven boven een speelterrein. Ik hoop dat het onderwerp in de gemeenteraadsverkiezingen en bestuursakkoorden wel prioriteit krijgt.”
Waarom een kwaliteitsimpuls? Volgens directeur Jan-Willem Sneep van de Stichting Samenwerkingsverband Nationale Parken zijn er al veel successen geboekt, maar zijn nog grote inspanningen nodig om de kwaliteit van de parken te versterken en veilig te stellen. “Internationale afspraken over duurzaam behoud van biodiversiteit vraagt om grotere natuurgebieden, ontsnippering en nieuwe ecologische verbindingen.”
np magazine 5
KWALITEITSIMPULS
Bezoekerscentrum “Mijl op Zeven” van Staatsbosbeheer in Nationaal Park De Groote Peel
Volgens Peter Groenestein, voormalig wethouder van Heusden, is het manifest nodig om aandacht en geld te krijgen van Den Haag voor toekomstige projecten. “Daarnaast verwachten wij van de gedeputeerde dat hij de gemeenten fors ondersteunt, want het gaat om gemeenteoverstijgende belangen. Topkwaliteit zit bij iedereen wel tussen de oren, maar de realisatie en het geld nog niet.”
“Nationaal Park De Groote Peel trekt tweemaal zo veel bezoekers als de Efteling” Heeft natuur economische waarde?
Een nationaal park kost niet alleen geld, maar heeft ook een belangrijke economische waarde. Het levert de regio veel bekendheid op. Zo trekt bijvoorbeeld Nationaal Park De Groote Peel tweemaal zo veel bezoekers als de Efteling. Uit een studie van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit blijkt dat ongeveer 30% van de omzet van ondernemers in en rond natuurgebieden direct te herleiden is tot de aanwezigheid van het nationaal park. Veel burgers en bedrijven zien een natuurrijke omgeving als een ideaal en gezond leef- en werkklimaat.
6 np magazine
Woningen naast een natuurgebied zijn zo’n 10 tot 30% procent duurder dan elders, dus incasseren deze gemeenten meer onroerendezaakbelasting. Kortom, de regio’s profiteren flink van de mooie natuur. (Bron: ‘Natuur en Landschap op waarde geschat.’ Ministerie van LNV, 2006)
Gedeputeerde Onno Hoes: “Na mijn benoeming als ‘zandgraaf’ heb ik een extra verantwoordelijkheid. Ik vind het belangrijk om draagvlak voor de plannen te krijgen en stap voor stap tot verbetering te komen. Zo proberen we bij het opstellen van het beheerplan voor De Loonse en Drunense Duinen in het kader van Natura 2000 een grote kwaliteitsslag te maken.”
ONDERZOEK
Proeftuinen voor de wetenschap TEKST BART SIEBELINK
H
“Wil je in Nederland natuur herstellen of “ et Nederlandse platteland is nog altijd sterk aangetast door verdroging, vermesting en ontwikkelen? Dan kun je niet zonder de versnippering. De meeste mensen zien dat nationale parken. Zij zijn het voorbeeld niet, omdat het groen is en er bloemen bloeien. ecologisch gezien is de toestand armoedig. van grotere, goed functionerende Maar Een handjevol soorten bepaalt het beeld. De meeste natuurgebieden.” Aan het woord is soorten die er van oorsprong thuishoren zijn allang Waar zie je nog stevige aantallen vlinders bioloog Emiel Brouwer van universitair verdwenen. of grote insecten? Naast de agrarische buitengebieden onderzoekcentrum B-Ware, over het zijn bovendien veel natuurgebieden behoorlijk belang van onderzoek in de aangetast.” nationale parken. Voorbeeldgebieden Wie de natuurkwaliteit wil verbeteren, bijvoorbeeld in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur of Natura 2000, moet weten welke maatregelen nodig zijn om verschil te maken. Brouwer: “Vaak gaat het om ingrepen in de waterhuishouding, maar welke? Daar kom je alleen achter door onderzoek te doen in voorbeeldgebieden, zoals die in de parken voorhanden zijn. Zo vinden we intacte laagveenmoerassen in de Weerribben-Wieden. Voor heidevelden en vennen zijn het Dwingelderveld en De Maasduinen een goede referentie, voor stuifzanden De Loonse en Drunense Duinen, het Drents-Friese Wold, De Hoge Veluwe en de Veluwezoom.
FOTO Emiel Brouwer / B-Ware
Internationaal aanzien
We hebben in bijna alle parken wel metingen verricht of anderszins onderzoek gedaan. Dit heeft baanbrekende inzichten opgeleverd, die inmiddels worden toegepast om natuurgebieden te herstellen of te ontwikkelen. Bij het omvormen van agrarisch gebied tot natuur kunnen we nu vrij nauwkeurig bepalen tot welke diepte de bemeste bovengrond moet worden geplagd. Dat is van belang om voldoende fosfaten kwijt te raken. Ga je niet diep genoeg, dan blijft de ontwikkeling van de bijzondere plantensoorten uit. Onderzoeksopstelling in laagveenplas. Het onderzoek meet Door de metingen en het onderzoek in de nationale de invloed van weersomstandigheden en de afwezigheid parken geniet Nederland internationaal aanzien als van vis op de waterkwaliteit. het gaat om het doorgronden van ecosystemen.”
np magazine 7
RECREATIE
Ondernemers in de rij voor cursus groen gastheerschap TEKST ELLEN ZOETMULDER
“Omdat ik nu de mooiste plekjes ken en de juiste contacten heb, kan ik mijn gasten een onvergetelijke ervaring bezorgen,” vertelt Eric Moerman, eigenaar van een hotel-restaurant aan de Oosterschelde. De cursus ‘gastheerschap voor ondernemers’ leert recreatieondernemers over de natuur- en cultuurhistorische waarde van ‘hun’ nationaal park en is bovendien een enorme stimulans voor de ontwikkeling van natuurgerichte recreatie.
H
“
Foto IVN
et begon in Drenthe,” vertelt Margriet Moerenhout, projectleider ‘Gastheerschap in nationale parken’, van het IVN. “Bij de Drentse parken en recreatieondernemers was behoefte aan meer onderling contact. Ze wilden meer weten van elkaars activiteiten, samenwerken waar mogelijk en gebruik maken van elkaars kennis. Met als gezamenlijk doel het stimuleren van natuurgerichte recreatie in het nationaal park.” Ook Martin Maassen van RECRON, vereniging van recreatieondernemers Nederland, was bij het initiatief betrokken. “Natuur is een kernwaarde voor recreatieondernemers,” stelt hij. “Zij hebben belang bij goed onderhouden natuurgebieden die rust en ruimte bieden. Dat is een belangrijk selling point.” Moerenhout en Maassen ontwikkelden samen het concept ‘gastheerschap’. “Een ondernemer die de cursus gastheerschap heeft gevolgd, mag zich gastheer van het nationaal park noemen en blijft ook na afloop bij het park betrokken,” vertelt Moerenhout. “Gastheren krijgen een certificaat van deelname, een gevelbord en informatiemateriaal. Met dit
8 np magazine
materiaal kunnen ze zich onderscheiden van andere ondernemers en laten ze aan recreanten zien dat ze het nationaal park en de natuur een warm hart toedragen.”
Bruinvissen op de boeggolf
De cursus bleek een groot succes. Maassen: “Ondernemers willen graag meer weten over de natuurwaarden van hun gebied. Meer kennis leidt tot een intensere natuurbeleving, merken zij, ook bij hun gasten. Zij genieten meer van de omgeving en halen meer uit hun verblijf.”
“Kan ik bijboeken? Ik heb nog lang niet alles gezien!” Johan Elsenaar, eigenaar van vijfsterren groepsaccommodatie De Vrije Vogel, kan dat beamen. Drie jaar geleden behoorde hij tot de eerste deelnemers aan de cursus in het Drents-Friese Wold. “Het gastheerschap heeft mij veel opgeleverd. Ik word op de hoogte gehouden van activiteiten in het park. En ik merk dat mijn gasten langer en vaker komen nu ik ze beter kan informeren. Kan ik bijboeken? vragen ze. Ik heb nog lang niet alles gezien!”
FOTO nationaal park de sallandse heuvelrug
Foto C. van Klinken / het fotoburo
Eric Moerland geeft uitleg mosselteelt
Geslaagden van De Sallandse Heuvelrug
Eric Moerland
Eric Moerland is eigenaar van hotel Oosterschelde en restaurant ’t Veerhuis en sinds kort ook uitbater van het veerpontje Anna Jacobapolder – Bruinisse. Ook hij geniet ervan zijn kennis over te dragen op zijn gasten, die hij op zijn veerbootje meeneemt. “Fantastisch hoe enthousiast ze zijn als ze de bruinvissen op de boeggolf zien en ik uitleg geef over de mosselteelt.”
Productontwikkeling als spin-off
In Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa boekte de cursus een tweede succes. Het park, dat geen apart bezoekerscentrum heeft, kon na afloop rekenen op een nieuw netwerk van gastheren die hun bezoekers uitvoerig kunnen informeren over de omgeving. De ondernemers ontwikkelden daarvoor ook een boekje met cultuurhistorische verhalen over het park. Deze spin-off wordt ook gezien in Nationaal Park Oosterschelde. In dit park, met het water als het blauwe hart, zitten ondernemers geïsoleerd van elkaar. “Zo’n netwerk is voor ons daarom extra belangrijk,” vertelt recreatieondernemer Moerland. “Het ontwikkelen van natuurgerichte arrangementen was onderdeel van de cursus. Samen met collegaondernemers bedacht ik een dagje Nationaal Park Oosterschelde. Een arrangement met busvervoer, boottocht, natuurgids, lunch en diner. In de toekomst gaan we vaker samenwerken. Met natuurgerichte arrangementen spreken we nieuwe groepen bezoekers aan en kunnen we het seizoen verlengen.” “Economische en ecologische belangen gaan op deze manier hand in hand,” stelt projectleider Moerenhout. “De nationale parken ontwikkelen nieuwe producten, zoals een placemat met natuurinformatie of een kaart met fietsroutes langs de mooiste natuur én verschillende gastheren. De contacten zijn versterkt en de lijnen korter. Daardoor stap je makkelijker op elkaar af en komen nieuwe initiatieven sneller van de grond.”
Parken én ondernemers koesteren de nieuwe netwerken voor natuurgerichte recreatie. Met vervolgcursussen, terugkomdagen, ondernemersdagen en nieuwsbrieven worden de contacten versterkt. Maassen besluit: “De cursus gastheerschap heeft een belangrijke impuls gegeven aan recreatie die rekening houdt met ondernemersbelangen, natuurwaarden en de behoefte van mensen om te genieten van rust, natuur en ruimte.”
Recreati
ebedrijf:
Naam m
Gasthe er/ een Na vrouw van tionaal Park Certific aat
edewerk
er:
werkzaa m bij ge noemd gasthee bedrijf, rschap he waarbij • kennis de volge eft met goed ge va nde punt volg do • vaardig n het Nationa orlopen en posit al Park; heden; de cursu ief zijn historie inz icht in be denken be s , cultuur en hand ho - en natu oordeeld: eft en elen; go gebruik urwaarde ede servi en wensen van making n de be ceverlenin van uitingen g door on zoeker, klant van de Na informatiemate gericht der ande riaal zo tionale als film re Parken. s, brochu Appelsc res en an ha, dere Voorzit ter Overl egorgaan Nationa al M.J.J. Jag Park Dr ents-Fri er- Woltg ese Wo ens ld Coördin ator Voor lichting en Educ atie Na M.Y. Moe tio na renhout al Park DrentsFriese Wo ld, IVN
Ondernemersnetwerken in nationale parken In 2008 volgden 239 ondernemers van in totaal 165 bedrijven de cursus ‘Gastheerschap voor recreatieondernemers’. Eind 2009 zullen in zestien van de twintig parken ondernemersnetwerken zijn opgestart. Van de overige vier parken is de verwachting dat zij in 2010 zullen volgen. Om de contacten in de nieuwe netwerken te versterken organiseren de verschillende parken in 2009 ook terugkombijeenkomsten, ondernemersdagen en andere activiteiten. Voor meer informatie over het gastheerschap: Margriet Moerenhout, projectleider en IVN Consulent Drenthe, 050-3135933 of 0592-371740.
np magazine 9
FOTO R. Messemaker / Natuurmonumenten
NATIONAAL PARK IN BEELD
Succesfactoren van TEKST Lars Soerink
Sinds januari 2009 vormt het grootste laagveenmoeras van Europa één nationaal park in de kop van Overijssel. Natuurgebied De Wieden en Nationaal Park De Weerribben werden samengevoegd na een lang en intensief overleg tussen natuurbeheerders, overheden en andere belanghebbenden. Het nieuwe Nationaal Park Weerribben-Wieden biedt niet alleen kansen om de natuurlijke rijkdom van het unieke gebied veilig te stellen, maar belooft nog veel meer ontwikkelingsmogelijkheden.
D
e natuurgebieden De Weerribben en De Wieden liggen dicht bij elkaar en vertellen samen het verhaal van verveningen en veenontginningen in de streek. Het was tien jaar geleden dan ook een logische gedachte om toe te gaan werken naar een gezamenlijk nationaal park. Maar wel onder voorwaarde dat er genoeg draagvlak zou zijn. De startsessie van twee dagen leverde een ‘aarzelend positief’ geluid op. Tijdens de nadere verkenningen volgde uiteindelijk de doorbraak.
Flink na middernacht
“We hebben de afgelopen tien jaar veel mensen nader tot elkaar weten te brengen,” blikt Riet Vosjan, scheidend voorzitter van het Nationaal Park, terug op die periode. “Hoe opener wij ons opstelden, hoe beter de samenwerking verliep. Daar waren wel wat avondjes voor nodig,” lacht zij hartelijk. “Nog afgezien van al het andere overleg, waren we welgeteld drieëntwintig avonden kwijt, soms tot flink na middernacht. Maar het heeft wel geleid tot een goede samenwerking tussen alle betrokkenen”. Die samenwerking wordt gewaarborgd doordat vanaf het begin van alle belanghebbende partijen twee afgevaardigden in de ‘klankbordgroep’ vertegenwoordigd zijn. Alle mensen die wonen, werken of recreëren in het laagveengebied hebben een stem in de ontwikkeling van Weerribben-Wieden. “Op zoek gaan naar de gedeelde belangen en elkaar daarin vinden,” zo omschrijft Vosjan de succesfactor van de meest recente uitbreiding van het stelsel van nationale parken.
10 np magazine
Weerribben-Wieden Kansen benutten
“We zitten in nu in een doorgroeifase,” vertelt Paul Niens, secretaris van Weerribben-Wieden. “De aandacht voor een goede overlegstructuur waarin alle belanghebbenden vertegenwoordigd zijn, is een uitstekende basis geweest voor verdere samenwerking. Op dit moment bespreken we met elkaar hoe we om kunnen gaan met de mogelijkheden en problemen in het park. En vooral hoe we nieuwe kansen kunnen benutten. Een goed voorbeeld is de toekenning van het predicaat ‘European Charter Parc’, een kwaliteitskeurmerk voor Europese nationale parken.” [zie pagina 14, Nieuws uit de Nationale Parken, red.] Daarnaast werd, via een amendement in de Tweede Kamer en een motie bij Provinciale Staten, onlangs 4 miljoen euro beschikbaar gesteld om in de komende twee jaar de rietcultuur in Weerribben-Wieden veilig te stellen. Het tegengaan van
“Op zoek gaan naar de gedeelde belangen en elkaar daarin vinden” verlanding – een natuurlijk proces waarbij moeras langzaam overgaat in bos – door de traditionele rietteelt is een cruciale factor in het natuurbeheer. Vosjan is dan ook positief over de financiële injectie: “De knowhow van de rietsnijders is ook in de toekomst van onmisbaar belang voor dit fantastische gebied.”
Weerribben-Wieden in een notendop
Schiermonnikoog
Lauwersmeer
De Alde Feanen Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa
Duinen van Texel
In de kop van Overijssel ligt Nationaal Park WeerribbenWieden, met ruim 10.000 hectare laagveengebied het grootste laagveenmoeras van Noordwest-Europa. Plant- en diersoorten als de otter, de grote vuurvlinder en de rijke kranswierflora, leven hier dankzij de traditionele rietcultuur. Die cultuur vormt anno 2009 nog steeds de basis van het natuurbeheer, dat wordt uitgevoerd door Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en particulieren. Weerribben-Wieden wordt jaarlijks bezocht door meer dan een miljoen mensen die er komen fietsen en wandelen en varen in kano’s of fluisterboten. In de winter is het gebied populair bij schaatsers. Drents-Friese Wold
Dwingelderveld
Weerribben-Wieden
ZuidKennemerland
De Sallandse Heuvelrug
De Hoge Veluwe
Veluwezoom
Utrechtse Heuvelrug
De Biesbosch
De Loonse en Drunense Duinen
De Maasduinen
Oosterschelde
Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide
De Groote Peel
De Meinweg
www.np-weerribbenwieden.nl
np magazine 11
INTERNATIONAAL
Wie waarborgt de natuur op de Antillen? tekst Bart Siebelink
Bijna niemand staat erbij stil, maar de grootste biodiversiteit van het Koninkrijk der Nederlanden bevindt zich op de Antillen. Samen hebben de zes eilanden tien nationale parken, waarvan de drie marine parken grote aantallen duiktoeristen trekken vanwege de rijke koraalriffen. De plaatselijke economieën van de kleinere eilanden drijven erop. Hoe lang nog?
H FOTO M. Lopes Cardozo / DCNA
arde garanties op een duurzame natuurbescherming zijn er op dit moment niet. Dat baart directeur Willem Ferwerda van de Nederlandse afdeling van de International Union for Conservation of Nature (IUCN) al lange tijd zorgen. Hij signaleert een disbalans tussen biologische rijkdom en aandacht voor bescherming. In Nederland zijn de meeste natuurbeschermingsorganisaties gericht op eigen land, terwijl we ook verantwoordelijkheid dragen voor de Dutch Caribbean. Deze eilandengroep maakt met zo’n 10.000 plant- en diersoorten, waarvan 200 endemisch, deel uit van een internationaal erkende global biodiversity hotspot. “Een structureel knelpunt,” stelt Ferwerda, “is dat de Antillen geen toegang hebben tot de grote internationale geldstromen. Als nietontwikkelingsland blijven ze buiten het vizier van de Verenigde Naties. Ook in Brussel vallen de eilanden buiten de boot. Het geld voor natuurbescherming zal uit Nederland moeten komen.”
12 np magazine
Trust Fund
Om een lobby te kunnen vormen voor het natuurbelang, moest eerst de organisatiegraad van natuurbescherming op de Antillen zelf op peil worden gebracht. Dit leidde tot de oprichting van de Dutch Caribbean Nature Alliance (DCNA) in 2005. Deze koepel van voorheen afzonderlijk opererende Antilliaanse parkbesturen onderhoudt structureel contact met de Nederlandse natuurorganisaties en heeft koningin Beatrix als beschermvrouwe. “Ons doel is een Trust Fund van 25 miljoen euro aan te leggen, zodat we de parkorganisaties en projecten kunnen financieren van het rendement op dit bedrag,” zegt vicevoorzitter en financieel specialist Leendert
“Een gezond ecosysteem zorgt voor betere bestaansvoorwaarden” van Driel van de DCNA. Na een eerste donatie van de Nationale Postcode Loterij van 2,4 miljoen euro, volgde het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties met 11 miljoen euro, uitgestreken over de periode van 2006 tot 2016.
FOTO Kalli de Meyer/DCNA
FOTO B.S. en R.D. Kirby / dnca
Stapels leeggegeten reuzenzeeslakken op Bonaire. Deze soort, die pas na vijf jaar volwassen is, wordt ernstig bedreigd door consumptie. Dat is een verarming van het ecosysteem op de koraalriffen. Een kweek- en herstelprogramma op Bonaire kan dat veranderen.
“Maar daarmee zijn we er niet,” waarschuwt Ferwerda. “Op dit moment worden er nog steeds bouwvergunningen afgegeven, waarvan ik me afvraag hoe dat mogelijk is. Gelukkig sneuvelde vorig jaar nog bij de Raad van State een bouwvergunning voor de aanleg van een bungalowpark in de bufferzone van Lac, het enige mangrovepark op Bonaire. Er bleek geen deugdelijke milieueffectrapportage te zijn uitgevoerd. En dat is in strijd met het internationaal Ramsar-verdrag ter bescherming van waterrijke
“De Antillen hebben geen toegang tot internationale geldstromen voor natuurbescherming” natuurgebieden waar dit park onder viel.” Ferwerda: “Nodig is een samenwerkingsovereenkomst met bindende afspraken over natuurbescherming. Daar is het nu een goed moment voor. De staatkundige vernieuwing van de Antillen is in volle gang.” Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES-eilanden) komen bij
Nederland als openbare lichamen, vergelijkbaar met gemeenten. Curaçao en Sint Maarten volgen het voorbeeld van Aruba en worden autonome landen binnen het koninkrijk. “De betrokken bestuurders zien natuur nog teveel als een kostenpost en niet als een economische productiefactor,” stelt Ferwerda. “Dan praat ik niet enkel over het toerisme of alle Nederlanders die er, juist vanwege die natuur, een tweede huis hebben. Maar ook over het koesteren van de vegetatie ter voorkoming van bodemerosie of over het winnen van zoet water uit regen. Een gezond ecosysteem draagt bij tot betere bestaansvoorwaarden en drukt de prikkel voor mensen om naar Nederland te migreren. Ik ben dan ook blij dat op vrijdag 3 juli de Raad voor het Landelijk Gebied (RLG) de regering adviseerde om het natuurbelang op de Antillen te waarborgen in een samenwerkingsovereenkomst en om een taskforce BES-natuur in te stellen.” www.rlg.nl/adviezen/094/094.html
FOTO B.S. en R.D. Kirby / dnca
Economische productiefactor
np magazine 13
NIEUWS UIT DE NATIONALE PARKEN TEKST LIANNE VAN DER MADE, ELLEN ZOETMULDER
De Hoge Veluwe
Schiermonnikoog
BIP+ in aantocht Nationaal Park Schiermonnikoog werkt op dit moment aan het eerste beheer- en inrichtingplan plus (BIP+). De plus staat voor het Natura 2000-beheerplan dat in het BIP is geïntegreerd. Wanneer het plan is afgerond, naar verwachting in het voorjaar van 2010, geldt er voor Nationaal Park Schiermonnikoog dus nog maar één beheerplan. Hugo Eekhof, medewerker van het nationaal park, licht toe: “Het oude BIP voor Schiermonnikoog liep in 2007 af. Door de komst van Natura 2000 heeft het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit besloten uitstel te verlenen voor het nieuwe BIP. Dat geeft ons de mogelijkheid om beide plannen samen te voegen tot één compleet plan, dat ook nog eens is afgestemd op de beheerplannen voor de andere Natura 2000-gebieden rond de Waddenzee. Door deze aanpak voeren we de discussie in één keer goed. Dat is een groot voordeel.”
Natuuronderwijs is spannend Sinds het voorjaar van 2008 biedt Nationaal Park De Hoge Veluwe het schoolbrede educatieve programma ‘Van Luchtkasteel tot Dassenburcht’ aan. Het programma speelt zich af op een landgoed en gaat over de historie, de bewoners, de natuur, de cultuur en de toekomst van het landgoed en de Hoge Veluwe. In binnen- en buitenlessen leren de kinderen de waarde van bijzondere elementen in hun leefomgeving kennen. Ze bekijken de spannende dramaserie ‘Het geheim van de Lindenborch’ en maken een tijdreis door het park. Ook steken zij de handen uit de mouwen en helpen met het bosonderhoud. Voor de deelnemende scholen biedt het programma een uitstekende invulling van de kerndoelen van natuur en cultuur, dichtbij school. Van ‘Luchtkasteel tot Dassenburcht’ wordt op meer dan 65 landgoederen in Nederland aangeboden. www.vanluchtkasteeltotdassenburcht.nl
Weerribben-Wieden
Eerste Charter Park in Nederland Vanaf 12 september mag Nationaal Park WeerribbenWieden zich ‘European Charter Parc’ noemen. Dit predicaat staat garant voor duurzaam toerisme in de Europese nationale parken en werd eerder toegekend aan 58 nationale parken in zeven verschillenden landen in Europa. Oud-parksecretaris Hans Schiphorst nam het initiatief. “Na de nodige voorbereidingen werd de aanvraag in december 2008 ingediend en zijn we aan de slag gegaan met het managementsysteem voor duurzaam toerisme. De samenwerking met alle bij het park betrokken partijen is verstevigd en we besteden meer aandacht aan kennisuitwisseling met andere parken. In april 2009 zijn de auditors op bezoek geweest en die hebben na gesprekken en eigen waarnemingen een advies opgesteld voor de Evaluation Committee. Op basis van dit advies heeft de Evaluation Committee vastgesteld dat Nationaal Park Weerribben-Wieden aan alle eisen voldoet. Ik ben trots dat wij onszelf als eerste park in Nederland ‘European Charter Parc’ mogen noemen en ik hoop dat wij andere parken inspireren om ook hiermee aan de slag te gaan.” www.europarc.org
14 np magazine
FOTO grenspark de zoom-kalmthoutse heide
Lauwersmeer, Schiermonnikoog, Duinen van Texel, Zuid-Kennemerland en Oosterschelde
Kustparken reageren op Ontwerp Nationaal Waterplan Stel een onderzoeksprogramma op om vast te stellen of en waar dynamisch kustbeheer de natuurlijke rijkdom van Nederland kan optimaliseren. Dat is de belangrijkste aanbeveling die vijf waterrijke nationale parken hebben meegegeven aan staatssecretaris Tineke Huizinga van Verkeer en Waterstaat in een reactie op het Ontwerp Nationaal Waterplan. De nationale parken onderschrijven het streven naar duurzaam en klimaatbestendig waterbeheer en onderstrepen het belang om de huidige kust te garanderen en te streven naar meer natuurwinst bij zandsuppleties. Ook beschrijven zij enkele maatregelen die nodig zijn om de ambities van het nieuwe Waterplan te kunnen waarmaken. Dit zijn onder meer de inwerkingstelling van een gemaal op Lauwersoog, de beïnvloeding van de verstuivingsgebieden op Schiermonnikoog en Texel, een onderzoek naar het effect van zandsuppleties op de Witte Duinen van Zuid-Kennemerland en het herstel van de vroegere relaties met de rivieren in de Oosterschelde. www.inspraakvenw.nl
Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide
Kunstwerk voor herwonnen natuurparel Met de plaatsing van een kunstwerk aan het Brabantse Akkerenven werd het succesvolle herstelproject van het verdroogde gebied afgerond. Door de bovenste laag grasland van het dichtgegroeide ven af te graven, vult het zich langzamerhand weer met gebiedseigen water. Daarmee krijgt het gebied zijn oorspronkelijke karakter terug van half open bos, vennen en droge en natte heide. Waterschapbestuurder Huub Hieltjes, Albert Goorden van Staatsbosbeheer en gedeputeerde Onno Hoes onthulden dit voorjaar het kunstwerk van Jac van Nes, dat symbool staat voor natuur die haar oorspronkelijk kracht hervindt.
De Meinweg
Limburgs natuurfeest Ondanks het slechte weer trok Festa Natura begin deze zomer ruim 3.000 bezoekers. De eerste natuurmanifestatie in Nationaal Park De Meinweg was daarmee een groot succes. Het doel van het initiatief was om burgers en bestuurders samen de natuur te laten beleven en de bekendheid van de Limburgse nationale parken te vergroten. Diverse natuur-, milieuen beheersorganisaties werkten mee aan de promotie van de manifestatie. Ook de speciale bijlagen van het Limburgs Dagblad en de Limburger bleken een uitstekende zet om mensen over de Limburgse natuur en Festa Natura te informeren. Bezoekers konden tijdens deze dag deelnemen aan natuurexcursies en workshops of rondkijken op de natuurmarkt. Daarnaast waren er lezingen en theater rond het thema natuur en konden kinderen aan verschillende activiteiten meedoen. Robbert Ouwerkerk van Staatsbosbeheer: “De opzet om samen een echt feest voor de natuur in Limburg te organiseren is naar mijn idee zeer geslaagd.”
np magazine 15
EDUCATIE & VOORLICHTING
Bezoekerscentrum De Alde Feanen en Frysk Lândbou Museum: “een mooi span” tekst ELLEN FARWICK
In het hart van Friesland komen landbouw, natuur en recreatie bij elkaar. De Wiidpleats biedt niet alleen onderdak aan het bezoekerscentrum van Nationaal Park De Alde Feanen, ook het Fries landbouwmuseum, een restaurant met terras aan het Earnewâldster Wiid, een zalencentrum en een theater zijn in dit centrum gevestigd. Pé Miedema, voorzitter van het nationaal park, vertelt: “Het bezoekerscentrum is nu veel meer dan een informatiepunt voor natuurliefhebbers.”
T
oen in 2006 het activiteitencentrum op Buitenplaats It Wiid te koop werd aangeboden, was het Friese Landschap (It Fryske Gea) al enige tijd op zoek naar een geschikte locatie voor het nieuwe bezoekerscentrum in De Alde Feanen. De 3,5 hectare oppervlakte met gebouw, erf, aanlegoever, parkeerplaatsen en toegangsweg voldeed aan de hoge eisen van It Fryske Gea, en bood zelfs veel meer kansen. De locatie was goed bereikbaar, lag centraal in het park en bood zoveel ruimte en mogelijkheden, dat ideeën voor meer dan alleen een informatief centrum al gauw opborrelden.
Natuur en landbouw onder één dak
FOTO’s Anton Heidema
Toevalligerwijs was ook het Fries Landbouwmuseum op zoek naar een nieuwe locatie. De vaste tentoonstelling was te groot geworden voor het oude landbouwmuseum in het dorpje Exmorra. De Wiidplaets in De Alde Feanen kwam beter tegemoet aan de nieuwe eisen en ambities. De twee organisaties vonden niet alleen gezamenlijk onderdak, maar ook elkaar. Beide organisaties zijn sterk met de streek verbonden. Beiden hebben ook een geheel eigen gezichtspunt op de ontstaansgeschiedenis van het laagveengebied De Alde Feanen. “Een mooi span,” stelt Miedema. “Het nieuwe centrum kon plaats bieden aan tentoonstellingen vanuit verschillende invalshoeken. En daarmee was het idee voor De Wiidpleats als multifunctioneel centrum geboren.”
Creatieve oplossingen
Ideeën over de inrichting waren er in overvloed. De Wiidpleats moest een aantrekkelijk, interactief centrum worden voor jong en oud. Met de mogelijkheid om de ontspannende werking van de Alde Feanen te ervaren onder het genot van een hapje en een drankje. Daarvoor was budget beschikbaar van ruim 5 miljoen euro.
16 np magazine
Onverwachts dreigden toch financiële tekorten. De brandveilig heidseisen waren verscherpt en dwongen tot de aanschaf van een dure sprinklerinstallatie. “Dat was een grote tegenvaller,” vertelt Jörgen de Bruin, coördinator Voorlichting & Educatie van De Alde Feanen. “We zagen ons budget voor de inrichting van het centrum ineens flink krimpen. Daardoor werden we gedwongen om creatief te werk te gaan. We wilden absoluut aan onze hoge eisen voor nieuwe tentoonstellingen voldoen. Dus moesten we terug naar de tekentafel om kritisch te kijken wat wel en wat niet gerealiseerd kon worden.
“De twee organisaties vonden niet alleen gezamenlijk onderdak, maar ook elkaar” Door te kiezen voor goedkopere materialen konden veel ideeën alsnog een plekje krijgen in het bezoekerscentrum. Andere onderdelen hebben we in eerste instantie moeten schrappen. We hebben ervoor gekozen prioriteit te geven aan de basiselementen met beelden en informatie. Zo kan de bezoeker via een grote interactieve kaart op de vloer kennis maken met verschillende plekken in het nationaal park.”
Natuur beleven
“Na de opening in 2008 zijn we verder gegaan met de ontwikkeling van het centrum,” licht de beheerder Sébastiaan Laarman toe. “Voornamelijk om het nog interactiever te maken. Met het extra budget dat het nationaal park daarvoor ter beschikking heeft gesteld, kunnen we diverse onderdelen uit de eerste ontwerpen nu alsnog realiseren. Zoals verrassingselementen met bomen, riet, wind en regen, waardoor bezoekers hierbinnen de natuur al kunnen ervaren. Zo worden zij
uitgenodigd om naar buiten te gaan en het gebied te verkennen en te beleven. Wij willen, zoals ons motto luidt, mensen binnen halen om naar buiten te gaan.”
Nationaal Park De Alde Feanen Beheerder: Friese Landschap (It Fryske Gea) Ingesteld: April 2006 Oppervlakte: Ruim 4000 hectare Bezoekers: 750.000 bezoekers per jaar
Bezoekerscentrum
Waar: De Wiidplaets in Earnewâld Samenwerkende partners: It Fryske Gea, Nationaal Park De Alde Feanen, Fries Landbouwmuseum en restaurant ‘De Buitenplaats’ Beheerder: Sébastiaan Laarman, 0511-539837,
[email protected] Officieel geopend: 2 april 2008 Bezoekers: 10.000 in het eerste half jaar van 2009, met een stijgende tendens. www.np-aldefeanen.nl
np magazine 17
NIEUWS UIT DE NATIONALE PARKEN
Grenspark De Zoom Kalmthoutse Heide
Monitoringsprogramma succesvol
Lauwersmeer
Onvervangbaar kapitaalgoed Nationaal Park Lauwersmeer vierde vrijdag 19 juni het vijfjarig bestaan met een succesvol lustrumfeest. De genodigden genoten die dag van een boottocht en fietstocht door het park en luisterden naar gesprekken en discussie tussen beheerders, bestuur en ondernemers, allen betrokken bij een nationaal park in Nederland. Na de lunch hielden bioloog Bram van de Klundert en econoom Arnold Heertje een betoog. Van de Klundert stelde dat de natuur in Nederland te veel wordt beheerd en veel meer moet worden losgelaten. Dit in tegenstelling tot alle Natura 2000-beheerplannen, waaraan nu wordt gewerkt. Heertje vergeleek het nationaal park, als onvervangbaar kapitaalgoed, met de Nachtwacht. De parken, betoogde hij, zijn van onschatbare waarden en zo dient daar ook mee om te worden gegaan. Over de betogen van beide heren werd die dag nog lang nagepraat en deze discussies zullen de komende vijf jaar zeker een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van Lauwersmeer.
18 np magazine
Met een monitoringsplan, een uitvoeringshandleiding en een hele schare enthousiaste vrijwilligers verzamelt Grenspark De Zoom – Kalmthoutse Heide gegevens van allerlei dier- en plantensoorten. Via een vast programma tellen de vrijwilligers op vaste tijden het aantal aanwezige exemplaren van de geselecteerde flora- en faunasoorten. Het monitoringsprogramma is zo’n vijf jaar geleden gestart om inzicht te krijgen in de evolutie van de natuur van het grenspark. Op basis van de tellingen worden voorstellen gedaan om het beheerplan aan te passen en inmiddels blijken de gegevens ook een goede basis te bieden voor het Natura 2000-beheerplan.
Utrechtse Heuvelrug
Uitbreiding dichterbij Het bos- en heidelandschap op de Utrechtse Heuvelrug krijgt een belangrijke impuls. In juni is een plan aangenomen om het nationaal park uit te breiden met 4.000 hectare, aan de noord-westrand van het park tussen de A12 en A28. De uitbreiding is nodig voor de instandhouding van de rijke flora en fauna van de Utrechtse Heuvelrug. Het plan voorziet onder meer in een ecoduct over de A12, nu een belangrijke barrière voor beschermde diersoorten als dassen en boommarters. Na de uitbreiding zal het park 10.000 hectare beslaan.
SchiermonnikooG, Lauwersmeer, De Alde Feanen, Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa, Drents-Friese Wold, Dwingelderveld en Weerribben-Wieden
Rondje Noordelijke Parken Wandelen of fietsen van park naar park in de noordelijke provincies en overnachten in kleinschalige accommodaties. Ofwel duurzaam recreëren in alle rust en dicht bij de natuur. Dat is het idee achter het Rondje Noordelijke Parken. Een projectidee dat mooi aansluit bij de slow-traveltrend in Europa. Het haalbaarheidsonderzoek voor dit projectidee is eind juli gestart en wordt door het IVN uitgevoerd. Uit het onderzoek moet duidelijk worden hoe het Rondje Noordelijke Parken er precies komt uit te zien. Zeker is al wel dat er met dit project geen nieuwe routes worden ontwikkeld of nieuwe fietspaden worden aangelegd. Het gaat er juist om de bestaande mogelijkheden beter op elkaar aan te sluiten en te promoten. Bijvoorbeeld door het aanbod aan natuurgerichte excursies te vergroten of nieuwe overnachtingsmogelijkheden te creëren.
NIEUWS VAN HET SAMENWERKINGSVERBAND NATIONALE PARKEN
Sterk merk met Herijking één huisstijl bestuurlijke organisatie Om de zichtbaarheid van de twintig nationale parken in Nederland te verbeteren is in 2008 een nieuwe huisstijl geïntroduceerd. Het kleurgebruik, het lijnenspel en de terugkerende gestileerde ‘NP’ maken zichtbaar dat het om één bijzondere familie gaat. Tegelijkertijd hebben de twintig nationale parken elk een duidelijk eigen identiteit. De gemeenschappelijke noemer ‘Nationaal Park’ staat voor waarden als hoogwaardige kwaliteit en voor een ‘A-status’. Zestien nationale parken hebben inmiddels een logo in de nieuwe huisstijl, de andere vier zijn nog in ontwikkeling. De parken zijn aan de slag gegaan met het inpassen van de nieuwe huisstijl in al hun voorlichtingsproducten. Voor de bewegwijzering in de parken ontwikkelt het Samenwerkingsverband Nationale Parken nog passende oplossingen.
De Stichting Samenwerkingsverband Nationale Parken (SNP) is in het leven geroepen om de samenwerking tussen de parken in Nederland te bevorderen en met betrokkenen de kwaliteit van de nationale parken verder te versterken. De gewenste kwaliteitsimpuls vraagt ook om nieuw bestuurlijk en organisatorisch elan. In opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit onderzoeken bureau Pro Facto en Rijksuniversiteit Groningen de meest geschikte organisatievorm en besluitvormingsstructuur voor de nationale parken. De resultaten van dit onderzoek zijn dit najaar beschikbaar.
Workshops Het bieden van recreatiemogelijkheden vormt één van de vier doelstellingen van de nationale parken, die nog steeds in betekenis toeneemt. Op 15 oktober van dit jaar verzorgt het Samenwerkingsverband Nationale Parken met Staatsbosbeheer de workshop ‘duurzame recreatie’ om deze doelstelling nader uit te werken. De uitkomsten van de workshop zullen worden opgenomen in een basispakket van duurzame recreatievoorzieningen in de nationale parken. Op 19 november a.s. staat de workshop ‘werving’ op het programma. Hierin komen mogelijkheden aan de orde om extra inkomsten te verwerven voor de nationale parken, onder meer door intensivering van de samenwerking met het bedrijfsleven. www.nationaalpark.nl
De 20 Nationale Parken vertellen het verhaal van de Nederlandse natuur
De twintig Nationale Parken zijn de visitekaartjes van de Nederlandse natuur. Elk Nationaal Park wordt gekenmerkt door eigen natuurlijke kwaliteiten en vertelt zijn eigen geschiedenis. Ze bieden u een gevarieerd aanbod van activiteiten, voorlichting, educatie, ontdekking en natuurbeleving van een hoog niveau. U bent van harte welkom om kennis te maken met de natuur in de Nationale Parken en er te ontspannen. Als u een bezoek brengt aan de parken dan krijgt u een goede indruk van het vele moois en spannends dat de Nederlandse natuur te bieden heeft. Elk park is beslist de moeite van het ontdekken waard! www.nationaalpark.nl
PARTNER IN BEELD
Landgoedeigenaren betrokken bij nationale parken
Jim van Notten: “Genieten van mijn landgoed is een voorrecht dat ik graag deel”
Tekst susan Claessens
In Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug is ongeveer 45% van de 6.000 hectare eigendom van particuliere landgoedeigenaren. Jim van Notten is één van de ruim twintig landgoedeigenaren in dit nationaal park. Hij is vanaf het eerste uur bij de Utrechtse Heuvelrug betrokken: “Ik werk graag mee aan het beheer en de ontwikkeling van het nationaal park. Belangrijke voorwaarde voor mij is dat samenwerking op basis van vrijwilligheid gebeurt en dat er een financiële stimulans is om doelen te bereiken.” Van Notten heeft een goede relatie met de partijen in het gebied. “Als oud-burgemeester ken ik de wereld van zowel bestuurders als landgoedeigenaren. De provincie Utrecht is zich ervan bewust dat de landgoedeigenaren van grote betekenis zijn voor het nationaal park. En dat is belangrijk, want een goede samenwerking komt van beide kanten. We moeten elkaar kunnen aanspreken om verder te komen. Een mooi voorbeeld is de nieuwe structuurvisie van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. In eerste instantie sloot die visie niet aan bij het Beheer- en Inrichtingsplan voor het nationaal park. Maar gezamenlijke inspanningen hebben geleid tot wijziging van de structuurvisie op enkele punten. De nadruk ligt nu meer op natuur en minder op recreatie. Alleen had ik dit nooit kunnen bereiken. Door de kracht van de samenwerking blijft natuurbescherming van de Utrechtse Heuvelrug een belangrijk aandachtsgebied.”
Toch zijn er ook wel eens meningsverschillen. Van Notten: “Bijvoorbeeld over het provinciale subsidiekader waarbinnen 50% medefinanciering wordt gevraagd. Voor mij absoluut een belemmering. Ik wil graag meewerken om een deel van het bos om te vormen tot heide. Maar dat doe ik niet als er van mij een hoge financiële bijdrage wordt verwacht. Het kost al geld; heide levert geen inkomsten op. Jammer, want heide zorgt voor afwisseling in het landschap en open plekken in het bos waar veel recreanten van genieten.” Van Notten concentreert zich voorlopig op andere initiatieven. “Zo werk ik mee aan het project ‘Van Luchtkasteel tot Dassenburcht’ dat een initiatief is van onder andere de Federatie Particulier Grondbezit. Het is een educatief programma waarbij basisschoolleerlingen les krijgen over de bijzondere natuur en cultuur van het landgoed. Regelmatig ontvang ik schoolklassen. Door kinderen het landgoed te laten zien, krijgen ze meer respect en raken ze betrokken bij de natuur en het nationaal park. Ook natuurgerichte recreanten zijn van harte welkom. Het is een voorrecht dat ik in dit drukke land in alle rust kan genieten van deze prachtige locatie en dat voorrecht deel ik graag.”