GGD Amsterdam
Hoe gezond zijn jongeren in Amstelveen? Factsheet Jeugdgezondheidsmonitor E-MOVO 2013-2014
Om goed gemeentelijk jeugdgezondheidsbeleid te maken is inzicht nodig in de gezondheid, het welzijn en de leefstijl van jongeren. De GGD Amsterdam verzamelt en presenteert deze gegevens elke vier jaar met de Jeugdgezondheidsmonitor E-MOVO. Wat blijkt? Jongeren uit Amstelveen zijn over het algemeen tevreden met hun gezondheid. Ook het schoolklimaat is goed: pesten en spijbelen komen weinig voor. Opvallend is dat jongeren uit Amstelveen vaker problemen hebben met één (of meerdere) ingrijpende gebeurtenis(sen) en zich vaker onveilig voelen dan jongeren uit de rest van de regio. Gunstig: in Amstelveen wordt meer fruit en groente gegeten. De resultaten voor psychosociale gezondheid, genotmiddelengebruik, gamen en sociale media gebruik, en veilig vrijen zijn in Amstelveen vergelijkbaar met de rest van de regio. Voor het eerst worden de resultaten van de Jeugdmonitor ook gepresenteerd op wijkniveau. In deze factsheet kunt u zien op welke thema’s de wijken in Amstelveen van elkaar verschillen. De gemeente Amstelveen kan samen met de GGD Amsterdam en andere partijen werken aan een betere gezondheid van jongeren, bijvoorbeeld door te blijven inzetten op het verbeteren van de leefgewoonten.
1
Inleiding Wat is E-MOVO? E-MOVO1 is een digitale vragenlijst die in de regio Amstelland op alle scholen voor regulier voortgezet onderwijs (VO) wordt afgenomen. Leerlingen uit klas twee en vier beantwoorden via internet vragen over hun gezondheid, welzijn en leefstijl. Met E-MOVO wordt een betrouwbaar beeld verkregen van de gezondheidssituatie van jongeren. Informatie uit E-MOVO wordt geanonimiseerd gebruikt voor epidemiologisch onderzoek. De Jeugdgezondheidszorg gebruikt de gegevens ter ondersteuning van het consult. Wat levert E-MOVO op? E-MOVO levert een schat aan gegevens. Met de uitkomsten van E-MOVO kunnen gemeenten, scholen en de GGD het jeugdgezondheidsbeleid formuleren en collectieve maatregelen opzetten en uitvoeren om de gezondheid van jongeren te verbeteren.
Specifieke gegevens over de gezondheidssituatie van jongeren zijn nodig om gezondheidsbeleid goed te onderbouwen. De GGD Amsterdam verzamelt deze gegevens voor de gemeenten in haar werkgebied middels de Jeugdgezondheidsmonitor E-MOVO.
E-MOVO levert ook iets op voor de individuele leerling. Op basis van de verzamelde informatie ontvangt de leerling een terugkoppeling met een persoonlijk gezondheidsprofiel en voorlichting op maat.
Tabel 1 Achtergrondkenmerken van jongeren uit Amstelveen en de regio (%)
E-MOVO 2013-2014: wie deden er mee? In schooljaar 2013-2014 deden 1511 jongeren uit Amstelveen mee aan E-MOVO; uit de hele regio Amstelland en Diemen (hierna ‘regio’) waren dat 3414 jongeren. De kenmerken van de onderzoeksgroep uit Amstelveen en van de hele onderzoeksgroep uit de regio worden gepresenteerd in tabel 1. Leeftijdsverdeling van de jongeren uit Amstelveen naar klas: klas 2:
klas 4:
12 jaar
1%
14 jaar
1%
13 jaar
60%
15 jaar
47%
14 jaar
34%
16 jaar
43%
15 jaar of ouder
5%
17 jaar of ouder
9%
‘Hoe’, ‘wat’ en ‘waarom’ in drie vragen. 1 Hoe is de onderzoeksgroep samengesteld? Schooljaar 2013-2014 is E-MOVO op alle acht VO scholen in de regio Amstelland en op 61 VO scholen in Amsterdam afgenomen. De onderzoeksgroep bestaat uit leerlingen van scholen in de regio Amstelland (N=2624) of van scholen in Amsterdam (N=790) die wonen in de regio Amstelland (Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel, Uithoorn) en Diemen. 2 Wat betekent een gevonden verschil tussen groepen? Met statistische toetsen worden de resultaten van Amstelveen vergeleken met de resultaten van de andere vier regiogemeenten samen. Let op: in de tabellen worden steeds de cijfers voor de hele regio Amstelland/Diemen gepresenteerd. Significante verschillen tussen groepen worden met een (*) aangegeven. Significant betekent dat de kans klein is (maximaal 5%) dat een gevonden verschil op toeval berust. In de tabellen worden voor Amstelveen ook significante verschillen aangegeven tussen jongens en meisjes, tussen leerlingen uit klas twee en klas vier, tussen vmbo- en havo/vwo-leerlingen, tussen jongeren van Nederlandse en niet-Nederlandse herkomst en tussen jongeren die wel of niet bij beide ouders wonen. Ook worden de resultaten van één wijk vergeleken met de resultaten voor de andere wijken samen. 3 Waarom wordt deze monitor uitgevoerd? Gemeenten hebben volgens de Wet publieke gezondheid (Wpg) de taak om de gezondheid van hun inwoners in kaart te brengen. De GGD voert die taak voor de gemeente uit met een gezondheidsmonitor. De Inspectie voor de Gezondheidszorg houdt toezicht mede op basis van de gezondheidsmonitor.
Amstelveen N= 1511
regio N=3414
jongens
49
50
meisjes
51
50
klas 2
52
52
klas 4
48
48
vmbo
32
36
havo/vwo
68
64
Nederlands
68
73
niet-Nederlands
32
27
bij beide ouders
80
83
niet bij beide ouders
20
17
* * *
* significant verschil tussen Amstelveen en de rest van de regio; p<0,05
In de Amstelveense onderzoeksgroep zitten meer havo/ vwo-leerlingen, meer jongeren van niet-Nederlandse herkomst en meer kinderen die niet bij beide ouders wonen in vergelijking met de rest van de regio. Leeswijzer De factsheet is opgebouwd uit tien hoofdstukken: 1 gezondheid, 2 psychosociale gezondheid, 3 voeding, 4 bewegen, 5 gamen, sociale media en muziek luisteren, 6 genotmiddelen, 7 seksualiteit, 8 schoolklimaat en 9 fysieke omgeving. De factsheet focust op prevalenties en risicogroepen. Daarnaast worden de jongeren uit Amstelveen vergeleken met jongeren uit de rest van de regio. Tot slot worden verschillen tussen de wijken in Amstelveen gepresenteerd in hoofdstuk 10.
1
De vragenlijst is te vinden op onze website Gezondheid in Beeld.
2
1 Gezondheid
In Nederland is het met de gezondheid van jongeren over het algemeen goed gesteld. Hoe een jongere de eigen gezondheid ervaart, geeft een goed beeld van de huidige gezondheid en voorspelt de gezondheid in de toekomst.
Ervaren gezondheid Jongeren uit Amstelveen zijn over het algemeen tevreden met hun gezondheid; 81% noemt de eigen gezondheid ‘(heel) goed’, 16% vindt dat het met de eigen gezondheid in het algemeen ‘wel gaat’ en 3% vindt de eigen gezondheid ‘niet zo best’ of ‘slecht’. Meisjes, vierdeklassers, jongeren van niet-Nederlandse herkomst en jongeren die niet bij beide ouders wonen hebben minder vaak een (heel) goede ervaren gezondheid. Risicogroepen zijn meisjes in klas 4, jongeren in klas 4 van niet-Nederlandse herkomst en jongeren in klas 4 die niet bij beide ouders wonen; respectievelijk 29%, 28% en 31% is minder tevreden over hun gezondheid. Jongeren uit Amstelveen verschillen niet van jongeren uit de rest van de regio.
Top 4 chronische ziekten/aandoeningen astma of bronchitis eczeem ADHD migraine of ernstige hoofdpijn
7% 6% 4% 4%
één ziekte of aandoening. Ook heeft 22% van de jongeren minimaal één allergie. Allergieën komen vaker voor op het vmbo en bij jongeren van niet-Nederlandse herkomst. Allergieën komen in Amstelveen vaker voor dan in de andere regiogemeenten. Mondgezondheid Bijna alle jongeren gaan minstens één keer per jaar naar de tandarts (98%); 10% gaat één keer en 88% gaat twee keer per jaar. Jongeren van niet-Nederlandse herkomst gaan het minst vaak naar de tandarts. De meerderheid van de jongeren (85%) poets twee keer per dag, 14% poetst één keer per dag, 1% poetst niet elke dag. Jongeren uit Amstelveen poetsen vaker tweemaal daags hun tanden dan jongeren in de rest van de regio. Jongens, vmbo-leerlingen
Chronische aandoeningen en allergieën Van de jongeren heeft 22% één of meerdere chronische ziekten of aandoeningen (door een arts vastgesteld) of heeft deze in het afgelopen jaar gehad. Astma/bronchitis komt het vaakst voor (7%) (zie kader). Chronische aandoeningen komen vaker voor bij meisjes en in klas 4; 33% van de meisjes in klas 4 heeft tenminste
en jongeren die niet bij beide ouders wonen poetsen minder vaak. Jongeren op het vmbo die niet bij beide ouders wonen, poetsen het minst vaak; 75% poetst twee keer per dag.
Tabel 2 Gezondheid naar sociaal-demografische kenmerken (%)
a
regio
Amstelveen
geslacht
klas
opleidingsniveau
Nederlandse herkomst
woont bij beide ouders ja
nee
82
74
22
21
21
24
totaal
totaal
j
m
2
4
vmbo
havo/vwo
ja
nee
ervaren gezondheid ‘(heel) goed’
80
81
85
77
*
84
78
*
79
81
83
77
tenminste één chronische ziekte of aandoeninga
21
22
19
24
*
20
24
*
22
22
22
21
tenminste één allergieb
20
22
*
21
23
20
24
25
21
20
27
*
97
99
*
*
82
87
tandartsbezoek minimaal één keer per jaar
98
98
tandenpoetsen twee keer per dag
83
85
*
*
98
98
97
98
*
99
96
84
85
81
86
*
86
83
chronische ziekten en aandoeningen nu of in het afgelopen jaar, door een arts vastgesteld: astma of bronchitis, chronische vermoeidheid, diabetes mellitus, eczeem, buikklachten (> 3 maanden), migraine of regelmatige ernstige hoofdpijn, aangeboren hartaandoening, ADHD, anorexia of boulimia nervosa, kanker b allergieën door een arts vastgesteld: pollen of stuifmeel (hooikoorts), bepaalde huisdieren huisstof/huisstofmijt, bepaalde medicijnen, bepaald voedsel
*
98
98
86
81
*
*
* significant verschil tussen groepen; p < 0,05
3
2 Psychosociale gezondheid
Een goede gezondheid is meer dan ‘niet ziek zijn’. Het gaat ook over goed in je vel zitten en gelukkig en tevreden zijn over jezelf en je leven.
Relatie met ouders Zeven op de tien jongeren voelen zich begrepen door hun ouders (71%). Het merendeel van de jongeren geeft aan het gevoel te hebben dat hun ouders van hen houden (94%). Amstelveen verschilt hierin niet van de rest van de regio. Meisjes en jongeren in klas 4 voelen zich minder vaak begrepen door hun ouders. Jongeren van niet-Nederlandse herkomst en jongeren die niet bij beide ouders wonen, voelen zich minder vaak begrepen en hebben daarnaast minder vaak het gevoel dat hun ouders van hen houden.
dan havo/vwo-leerlingen. Het zijn met name emotionele problemen die bij meisjes vaker voorkomen. Bij jongens komen gedragsproblemen juist weer vaker voor. Gedragsproblemen komen ook vaker voor in klas 2, op het vmbo en bij jongeren van niet-Nederlandse herkomst. Problemen met leeftijdgenoten komen vaker voor op het vmbo en bij jongeren van niet-Nederlandse herkomst. Risicogroepen: van de meisjes op het vmbo heeft 17% sociaal-emotionele problemen en van de jongens op het vmbo heeft 17% gedragsproblemen.
Wanneer jongeren sociaal-emotionele problemen hebben, kan dit negatieve gevolgen hebben voor het dagelijks functioneren thuis én op school.
Het percentage jongeren met sociaal-emotionele problemen wordt in figuur 1 weergegeven naar wijken in de regio. De wijken Keizer Karelpark/Groenelaan (13%) en Waardhuizen/Middenhoven (12%) behoren tot de wijken met een relatief hoog percentage jongeren met sociaalemotionele problemen.
Sociaal-emotionele gezondheid Eén op de tien jongeren (10%) heeft sociaal-emotionele problemen (verhoogde SDQ-totaalscore). Dit is vergelijkbaar met de rest van de regio. Meisjes hebben vaker sociaal-emotionele problemen dan jongens. Vmboleerlingen hebben vaker sociaal-emotionele problemen
Figuur 1 Sociaal-emotionele problemen (SDQ-totaalscore) naar wijken in de regio (%) Aalsmeer a Aalsmeer, b Oosteinde, c Kudelstaart Amstelveen d Noord-West, e Noord-Oost, f Keizer Karelpark/ Groenelaan, g Waardhuizen/Middenhoven, h Zuid-West Diemen i Diemen Zuid, j Diemen Centrum, k Diemen Noord Ouder-Amstel l Ouderkerk a/d Amstel, m Duivendrecht Uithoorn n Dorpscentrum/Thamerdal, o Zijdelwaard/Bedrijven- terrein/ Europarei, p Legmeer, q Meerwijk/De Kwakel
Tabel 3 Psychosociale gezondheid naar sociaal-demografische kenmerken (%) regio
Amstelveen
geslacht
klas
totaal
totaal
j
m
2
4
begrepen door ouders
73
71
76
67
74
68
van gehouden door ouders
94
94
95
93
95
94
sociaal-emotionele problemen (SDQ-totaalscore)a
10
10
9
12
*
10
- emotionele problemen
9
9
3
16
*
- gedragsproblemen
10
9
12
6
*
- hyperactiviteit/aandachtstekort
27
26
27
26
- problemen met leeftijdgenoten
7
7
7
7
87
89
84
93
b
- prosociaal gedrag a
*
*
opleidingsniveau
Nederlandse herkomst
woont bij beide ouders
vmbo
havo/vwo
ja
nee
ja
nee
71
71
74
64
*
73
65
*
93
95
95
92
*
95
92
*
10
14
9
9
12
10
11
9
10
8
10
9
10
10
9
11
7
14
7
8
11
9
11
24
28
29
25
27
24
26
25
8
6
11
5
*
6
10
6
9
88
89
82
91
*
89
89
89
87
*
*
verhoogde SDQ-totaalscore. SDQ: Strenghts and Difficulties Questionnaire is een vragenlijst die bestaat uit 25 vragen en geeft een totaalscore en resultaten voor vijf subschalen. b prosociaal gedrag betekent dat je rekening houdt met gevoelens van anderen, vriendelijk bent en vrijwillig hulp aanbiedt
* *
*
*
* significant verschil tussen groepen; p < 0,05
4
Mishandeling Aan de jongeren is gevraagd of zij weleens geestelijk (vaak getreiterd, gekleineerd of uitgescholden) en/of lichamelijk (bijvoorbeeld geschopt, geslagen vastgebonden) mishandeld worden. We zien dat geestelijke mishandeling bijna vier keer vaker voorkomt dan lichamelijk mishandeling (15% versus 4%). Amstelveen verschilt hierin niet van de rest van de regio. De dader is meestal een andere jongere op school (zie kader). Geestelijke mishandeling komt vaker voor bij meisjes. Lichamelijke mishandeling komt vaker voor bij jongeren op het vmbo, bij jongeren van nietNederlandse herkomst en bij jongeren die niet bij beide ouders wonen.
Top 3 ingrijpende gebeurtenissen mee te maken (gehad) (nog) problemen mee ziek/gehandicapt gezinslid 36% 11% regelmatig ruzies tussen ouders onderling 31% 9% echtscheiding van de ouders 22% 7%
Gedachten over zelfdoding komen relatief vaak voor onder jongeren. Ook doen enkele jongeren een poging tot zelfdoding. Dat een jongere overlijdt door zelfdoding komt zelden voor.
74% 12% 8%
Top 4 dader lichamelijke mishandeling onder jongeren die aangeven lichamelijk mishandeld te zijn (N=53): een jongere op school een volwassene thuis een jongere in de buurt een jongere ‘ergens anders’
Ingrijpende gebeurtenissen Jongeren uit Amstelveen hebben vaker dan andere jongeren in de rest van de regio één (of meerdere) ingrijpende gebeurtenis(sen) meegemaakt. Opgroeien met een ziek of gehandicapt gezinslid komt het vaakst voor (zie kader). Jongeren uit Amstelveen geven ook vaker dan jongeren in de andere regiogemeenten aan dat zij (nog) problemen hebben met deze gebeurtenis(sen). Vmbo-leerlingen en jongeren van niet-Nederlandse herkomst hebben vaker één (of meerdere) ingrijpende gebeurtenis(sen) meegemaakt. Jongeren die niet bij beide ouders wonen, hebben bijna allemaal een ingrijpende gebeurtenis meegemaakt. Problemen met één (of meerdere) ingrijpende gebeurtenis(sen) komen vaker voor bij meisjes, vmbo-leerlingen, bij jongeren van nietNederlandse herkomst en bij jongeren die niet bij beide ouders wonen.
Zelfdoding Van de jongeren zegt 14% in de voorgaande twaalf maanden er weleens serieus over te hebben gedacht een einde aan het leven te maken. Jongeren uit Amstelveen verschillen niet van jongeren uit de rest van de regio. Meisjes, tweedeklassers, vmbo-leerlingen en jongeren van niet-Nederlandse herkomst geven vaker aan weleens serieus na te denken over zelfdoding. Meisjes op het vmbo en tweedeklassers van niet-Nederlandse herkomst het vaakst (beide 23%). Van de jongeren uit Amstelveen zegt 1,6% in de voorgaande twaalf maanden een poging tot zelfdoding te hebben ondernomen (regiocijfer: 1,7%).
Top 3 dader geestelijke mishandeling onder jongeren die aangeven geestelijk mishandeld te zijn (N=223) een jongere op school een jongere in de buurt een jongere ‘ergens anders’
achterlaten en van invloed zijn op het (latere) functioneren van de jongere. Ook een echtscheiding van de ouders of discriminatie kan diepe sporen achterlaten.
49% 23% 13% 13%
Soms krijgen jongeren te maken met een ingrijpende gebeurtenis. Denk aan de dood of ziekte van een familielid. Deze gebeurtenissen kunnen een diepe indruk
Tabel 4 Psychosociale gezondheid naar sociaal-demografische kenmerken (%)
a
regio
Amstelveen
geslacht
klas
opleidingsniveau
Nederlandse herkomst
woont bij beide ouders
totaal
totaal
j
m
2
4
vmbo
havo/vwo
ja
nee
ja
nee
geestelijk mishandeld (ooit)
16
15
13
17
15
15
17
14
14
16
14
17
lichamelijk mishandeld (ooit)
4
4
4
3
3
4
5
3
*
3
6
*
3
7
gedachten aan zelfdodinga
14
14
11
17
16
11
18
12
*
12
17
*
13
17
één (of meer) ingrijpende gebeurtenis(sen) meegemaakt
62
65
*
63
66
65
64
72
61
*
62
69
*
58
93
*
problemen met de gebeurtenis(sen)
21
24
*
19
30
24
25
32
21
*
22
29
*
20
41
*
in de afgelopen twaalf maanden
*
*
*
*
*
* significant verschil tussen groepen; p < 0,05
5
3 Voeding
Een gezond voedingspatroon is belangrijk voor een gezond gewicht en het voorkómen van ziekten. Eetgewoonten worden vaak al in de jeugd gevormd.
Figuur 2 Ontbijten, fruit- en groenteconsumptie, dagen van de week (%)
Ontbijten bevordert de concentratie en daarmee de leerprestaties op school. Bovendien gaan leerlingen minder snel snoepen of snacken later in de ochtend. Ontbijten Van de jongeren ontbijt 86% op vijf of meer dagen per week. Dit betekent dat één op de zeven leerlingen (14%) minstens één dag in de week zonder ontbijt naar school gaat. Jongeren uit Amstelveen ontbijten even vaak als jongeren in de rest van de regio. Figuur 2 geeft weer op hoeveel dagen van de week jongeren ontbijten. Het merendeel van de jongeren geeft aan dagelijks te ontbijten (75%). Meisjes, jongeren op het vmbo, jongeren van nietNederlandse herkomst en jongeren die niet bij beide ouders wonen, ontbijten minder vaak. De grootste risicogroep zijn vmbo-leerlingen van niet-Nederlandse herkomst; 39% van hen gaat tenminste één dag in de week zonder ontbijt naar school.
ontbijten 0-4 dagen /week
fruitconsumptie
5-6 dagen /week 7 dagen /week
groenteconsumptie 0
20
40
60
80
100
‘fruitnorm’) voldoet 21% van de Amstelveense jongeren. Jongens en vmbo-leerlingen eten minder vaak fruit. Jongeren die niet bij beide ouders wonen eten op minder dagen van de week fruit. Risicogroep: van de jongens op het vmbo voldoet slechts 11% aan de fruitnorm. In figuur 3 is te zien dat, behalve in Keizer Karelpark/ Groenelaan, in Amstelveen het percentage jongeren dat op vijf of meer dagen per week fruit eet relatief hoog is.
Het landelijk advies van het Voedingscentrum: twee stuks fruit en 200 gram groente per dag.
Figuur 3 Fruitconsumptie op minimaal vijf dagen per week naar wijken in de regio (%)
In totaal eet 87% van de jongeren op tenminste vijf dagen in de week groente (zie ook figuur 2). Ook hier zien we dat jongens en vmbo-leerlingen minder goede eetgewoonten hebben. Daarnaast eten jongeren van niet-Nederlandse herkomst minder groente. In Amstelveen wordt vaker groente gegeten dan in de rest van de regio.
Fruit- en groenteconsumptie In Amstelveen wordt meer fruit gegeten dan gemiddeld in de rest van de regio. Van de jongeren eet 63% op tenminste vijf dagen per week fruit (zie ook figuur 2). Aan het advies om elke dag twee stuks fruit te eten (de
Amstelveen d Noord-West, e Noord-Oost, f Keizer Karelpark/Groenelaan, g Waardhuizen/Middenhoven, h Zuid-West Legenda voor de overige wijken zie pagina 4
Tabel 5 Voeding naar sociaal-demografische kenmerken (%) Amstelveen
geslacht
klas
opleidingsniveau
Nederlandse herkomst
woont bij beide ouders ja
nee
87
78
* *
totaal
totaal
j
m
2
4
vmbo
havo/vwo
ja
nee
ontbijten ≥ 5 dagen per week
86
86
90
82
*
86
86
75
90
*
91
75
fruit eten ≥ 5 dagen per week
58
63
*
58
67
*
65
61
52
68
*
64
60
64
56
voldoet aan fruitnorm
17
21
*
18
23
*
20
22
12
24
*
22
18
21
20
groente eten ≥ 5 dagen per week
84
87
*
85
89
*
88
85
82
89
*
89
87
88
a
a
regio
twee stuks fruit per dag
81
*
*
* significant verschil tussen groepen; p < 0,05
6
4 Bewegen
Lichamelijke beweging heeft een positief effect op de conditie, het welzijn en het lichaamsgewicht. Het verkleint de kans op gezondheidsproblemen die vooral later in het leven kunnen ontstaan zoals hart- en vaatziekten en diabetes.
Het advies van het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) aan jongeren van 12-18 jaar is om elke dag minstens één uur matig intensief te bewegen. Dit noemen we de ‘Nederlandse Norm Gezond Bewegen’.
één uur per dag lichamelijk actief. Dit is minder vaak dan gemiddeld in de rest van de regio. In figuur 4 zien we de verdeling in vier categorieën van het totaal aantal uren dat jongeren per week actief zijn. Eén op de elf jongeren (9%) is inactief; deze groep is minder dan drie uur per week actief. Meisjes, leerlingen op het vmbo, jongeren van niet-Nederlandse herkomst en jongeren die niet bij beide ouders wonen, bewegen het minst vaak. De grootste risicogroepen zijn meisjes van niet-Nederlandse herkomst en jongeren van niet-Nederlandse herkomst die niet bij beide ouders wonen; respectievelijk 46% en 45% is gemiddeld tenminste één uur per dag lichamelijk actief. Zoals te zien in figuur 5 verschillen de wijken in Amstelveen in het aandeel jongeren dat lichamelijk actief is.
Bewegen Eén op de vijf jongeren (20%) uit Amstelveen voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen en is op alle dagen van de week minimaal één uur actief. Dit is even vaak als in de rest van de regio. Een grotere groep jongeren (67%) is gemiddeld tenminste
9% 11% 13% 67%
Lidmaatschap van een sportvereniging Het merendeel van de jongeren (78%) is lid van een sportclub. Dit is vergelijkbaar met de rest van de regio. Wie zijn het minst vaak lid van een sportvereniging? Dat zijn meisjes, vmbo-leerlingen, jongeren van niet-Nederlandse herkomst en jongeren die niet bij beide ouders wonen.
inactief (< 3 uur) semi-inactief (3 - 5 uur) semi-actief (5 - 7 uur) normactief (≥ 7 uur)
Figuur 5 Lichamelijk actief (gemiddeld tenminste één uur per dag) naar wijken in de regio (%)
Tv/computeren De helft van de jongeren besteedt gemiddeld twee uur per dag of meer aan tv-kijken of computeren (niet voor school of huiswerk). Dit is in Amstelveen minder vaak dan in de rest van de regio. Jongens en vmbo-leerlingen zitten het vaakst achter een beeldscherm.
Figuur 4 Lichamelijk actief, uren per week (%)
Amstelveen d Noord-West, e Noord-Oost, f Keizer Karelpark/Groenelaan, g Waardhuizen/Middenhoven, h Zuid-West Legenda voor de overige wijken zie pagina 4
Tabel 6 Bewegen naar sociaal-demografische kenmerken (%) regio
Amstelveen
geslacht
totaal
totaal
j
m
2
4
vmbo
havo/vwo
ja
nee
ja
nee
voldoet aan Nederlandse Norm Gezond Bewegen
20
20
23
17
*
19
21
16
22
*
22
17
*
21
17
lichamelijke actief gemiddeld ≥ 1 uur per dag
70
67
73
61
*
68
66
61
70
*
74
53
*
70
56
*
lid van één (of meerdere) sportverenigingenb
77
78
83
74
*
80
77
70
82
*
83
67
*
81
66
*
tv-kijken/computeren gemiddeld ≥ 2 uur per dag
52
50
56
44
*
48
52
58
46
*
49
53
49
52
a
a b
*
*
in de afgelopen week elke dag ≥ 1 uur matig intensieve lichamelijke activiteit sporten zoals zwemmen, voetballen, dansen, ballet, paardrijden etc
klas
opleidingsniveau
Nederlandse herkomst
woont bij beide ouders
* significant verschil tussen groepen; p < 0,05
7
5 Gamen, sociale media en muziek luisteren
Het gebruik van internet en sociale media is niet meer weg te denken uit het dagelijkse leven van jongeren. Ook spelen veel jongeren (online) games. Positieve aspecten zijn het opdoen van kennis en het onderhouden van vriendschappen. Risicovol sociale media gebruik of gamen kan leiden tot schoolproblemen, slaapproblemen en problemen in de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Internet ervaringen Van de jongeren is 5% in de afgelopen zes maanden gepest via internet. Eén op de elf jongeren (9%) geeft aan in de afgelopen zes maanden via internet een ongewenst seksueel voorstel te hebben gekregen. Meisjes en leerlingen op het vmbo krijgen vaker een ongewenst seksueel voorstel; meisjes op het vmbo het vaakst (18%). Van de jongeren heeft 9% meegemaakt dat iemand weleens tegen zijn of haar zin vervelende foto’s of filmpjes heeft verspreid (bijvoorbeeld op internet gezet of via de mobiele telefoon naar anderen gestuurd). Dit gebeurt in Amstelveen iets vaker dan in de rest van de regio. Van de jongeren zegt 1,3% dat hij of zij weleens voor de webcam borsten, geslachtsdelen of billen heeft laten zien of iets anders seksueels heeft gedaan (regiocijfer: 1,6%).
Van problematisch gamen of sociale media gebruik is sprake als: (1) iemand zich onrustig en gestrest voelt als hij/ zij niet kan gamen of op sociale media kan én (2) hij/zij het moeilijk vindt om te stoppen én (3) hij/zij gamen of sociale media gebruikt als hij/zij zich rot voelt. Een verslaving komt zelden voor (<1%). Gamen en sociale media Van de jongeren vertoont 5% problematisch gamegedrag. Bij 7% is sprake van problematisch gebruik van sociale media. Amstelveen verschilt hierin niet van de rest van de regio. Jongens en meisjes verschillen sterk; jongens hebben een groter risico op problematisch gamen, meisjes hebben een groter risico op problematisch sociale media gebruik. Ook zijn vmbo-leerlingen een risicogroep voor problematisch gebruik van sociale media. Problematisch gebruik van sociale media zien we het vaakst bij meisjes op het vmbo (16%).
Muziek luisteren Van de jongeren uit Amstelveen zet 17% het volume van de muziekspeler meestal op ‘hard’. Dit verschilt niet van de rest van de regio. Jongens, vierdeklassers, vmbo-leerlingen, jongeren van niet-Nederlandse herkomst en jongeren die niet bij beide ouders wonen lopen het grootste risico op gehoorschade.
Veel jongeren luisteren met oordopjes of koptelefoon naar muziek op bijvoorbeeld een mp3-speler, iPod of mobiele telefoon. Te lang luisteren naar te harde muziek kan ervoor zorgen dat iemand minder goed gaat horen of altijd een piep hoort, dat geluiden vervormen of dat overgevoeligheid voor geluid ontstaat.
Cyberpesten kan de hele dag doorgaan, ook bij het slachtoffer thuis, terwijl traditioneel pesten vaak gebonden is aan school.
Tabel 7 Gamen, sociale media en muziek luisteren naar sociaal-demografische kenmerken (%) geslacht
klas
totaal
totaal
j
2
m
4
opleidingsniveau
Nederlandse herkomst
woont bij beide ouders
vmbo
ja
ja
havo/vwo
nee
nee
problematisch gamen
5
5
9
1
*
5
5
6
5
5
6
5
6
7
7
4
10
*
7
7
10
6
*
6
8
7
7
6
5
5
5
6
4
9
3
*
4
6
5
6
ongewenst seksueel voorstel gekregen via internet
10
9
5
12
7
10
13
7
*
9
9
9
9
foto’s of filmpjes zijn tegen de zin verspreid via internet
8
9
9
9
10
7
*
7
9
8
10
9
8
volume muziekspeler met koptelefoon meestal ‘hard’b
18
17
19
15
13
22
*
25
14
16
20
15
26
a
b
Amstelveen
problematisch gebruik sociale media
door iemand gepest op interneta
a
regio
in het afgelopen half jaar 75% - 100%
*
*
*
*
*
*
*
* significant verschil tussen groepen; p < 0,05
8
6 Genotmiddelen
Tieners bevinden zich in een levensfase waarin ze experimenteren met diverse genotmiddelen zoals tabak, alcohol en drugs.
Waterpijp roken Drie op de tien jongeren geeft aan weleens waterpijp te hebben gerookt (30%). Jongens proberen vaker waterpijp uit dan meisjes. Recent gebruik (in de afgelopen 4 weken) zien we bij 10% van de jongeren. Net als voor roken zien we meer waterpijpgebruik onder vierdeklassers en vmboleerlingen. In figuur 6 zien we dat recent waterpijp roken het laagst is onder tweedeklassers op het havo/vwo (3%) en het hoogst onder vierdeklassers op het vmbo (21%).
Nicotine is al na enkele sigaretten verslavend. De meeste jongeren beginnen met roken tussen 12 en 15 jaar. Roken is de belangrijkste oorzaak van ziekte en sterfte in Nederland. Roken Van alle tweedeklasleerlingen heeft 16% roken weleens uitgeprobeerd, onder vierdeklassers is dat 41%. Van de tweedeklassers zegt 2% tenminste wekelijks te roken, van de vierdeklassers is dat 12%. Er is naast leeftijd ook een verband met opleidingsniveau. Zoals te zien in figuur 6 lopen de percentages wekelijkse rokers van 1% onder tweedeklassers van het havo/vwo tot 15% onder vierdeklassers van het vmbo. Van alle jongeren uit Amstelveen zegt 17% dat er in de afgelopen week bij hen in huis is gerookt waar de jongere bij was (regiocijfer: 17%).
roken wekelijks klas 2
havo/vwo roken wekelijks klas 4
waterpijp recent klas 2
6 Genotmiddelen
Cannabisgebruik vermindert het korte termijngeheugen en het reactie- en concentratievermogen. Dit kan onder meer leiden tot slechtere schoolprestaties.
waterpijp recent klas 4 0%
5%
10%
15%
20%
25%
Figuur 6 Roken en waterpijp roken, naar klas en opleidingsniveau (%)
Blowen Ook voor blowen zien we een verband met leeftijd. Van de tweedeklassers heeft 4% weleens en 2% recent geblowd. Van de vierdeklassers heeft 19% weleens en 9% recent hasj of wiet gebruikt. Door jongens wordt meer geblowd dan door meisjes. Een kwart van de jongeren (26%) zegt weleens hasj of wiet aangeboden te hebben gekregen (regiocijfer: 25%).
Het gebruik van de waterpijp komt het meest voor onder jongeren van 15 tot en met 24 jaar. Het roken van een waterpijp is schadelijk voor de gezondheid. De hoeveelheid rook is groot en bevat schadelijke stoffen.
vmbo
Harddrugs In totaal zegt 1,9% van de jongeren uit Amstelveen weleens harddrugs te hebben gebruikt (XTC, cocaïne, paddo’s, amfetaminen, heroïne, LSD of GHB) (regiocijfer: 1,7%). Van de jongeren heeft 6% weleens harddrugs aangeboden gekregen (regiocijfer: 6%).
Tabel 8 Genotmiddelen (roken, waterpijp roken, blowen) naar sociaal-demografische kenmerken (%) regio
Amstelveen
geslacht
klas
totaal
totaal
j
m
2
4
roken weleens
28
28
27
29
16
41
roken minstens één keer per week
7
7
7
6
2
12
roken dagelijks
4
4
4
3
1
waterpijp roken weleens
29
30
33
26
waterpijp roken recenta
10
10
12
9
blowen weleens
10
11
13
10
5
6
7
4
a
blowen recent a
in de afgelopen vier weken
opleidingsniveau
Nederlandse herkomst
woont bij beide ouders
vmbo
havo/vwo
ja
nee
ja
nee
*
33
26
*
27
29
27
30
*
9
6
*
7
6
7
7
7
*
5
4
4
3
4
5
17
43
*
36
27
*
28
33
29
30
6
15
*
15
8
*
10
11
10
10
*
4
19
*
12
11
12
11
11
12
*
2
9
*
5
6
6
5
6
6
*
* significant verschil tussen groepen; p < 0,05
9
Binge drinken, recent
Schadelijke gevolgen van overmatig alcoholgebruik voor jongeren zijn onder meer alcoholvergiftiging, risicovol seksueel gedrag en ongevallen. In Nederland is het alcoholgebruik onder jongeren onder de 16 jaar in het afgelopen decennium flink gedaald. Met ingang van 1 januari 2014 is de leeftijd waarop jongeren alcohol mogen kopen verhoogd van 16 naar 18 jaar.
Voor alle in dit hoofdstuk beschreven genotmiddelen (tabak roken, waterpijp roken, drugs- en alcoholgebruik) verschillen de jongeren uit Amstelveen niet van de jongeren uit de rest van de regio.
klas 2
vmbo
Alcoholgebruik Van de tweedeklassers heeft 21% weleens alcohol gedronken en 10% dronk recent. Twee derde van de vierdeklassers heeft weleens alcohol gedronken (67%) en 53% dronk recent. Net als bij roken vinden we ook voor alcoholgebruik naast leeftijd een verband met opleidingsniveau. In figuur 7 is dat goed te zien voor binge drinken. Daarnaast zien we dat jongeren van Nederlandse herkomst vaker drinken dan jongeren van niet-Nederlands herkomst. Figuur 8 brengt de percentages jongeren die recent binge hebben gedronken op wijkniveau in beeld.
havo/vwo klas 4
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Figuur 7 Binge drinken, recent (%) Wat vinden je ouders ervan dat je drinkt? In totaal heeft 28% van de jongeren weleens samen met (één van) de ouders gedronken; 1% zegt dat ‘vaak’ te doen, 14% zegt ‘soms’ en 13% zegt dat dat ‘één keer gebeurd’ is. Het zijn vooral vierdeklassers die wel eens samen met hun ouders drinken. Daarnaast hebben jongeren van Nederlandse herkomst vaker weleens samen met hun ouders gedronken. Aan de jongeren die weleens alcohol drinken is gevraagd wat hun ouders/verzorgers ervan vinden dat ze drinken. Volgens deze jongeren vindt 31% van de ouders het goed, 3% zegt dat de ouders vinden dat de jongere minder moet drinken, 31% van de ouders raadt het af, 6% verbiedt het, 19% van de ouders weet niet dat de jongere drinkt en 10% van de jongeren geeft aan dat de ouders er niets van zeggen.
Opmerkelijk: de meerderheid van alle binge drinkers (91%) vindt zelf niet dat hij/zij te veel drinkt. Jongeren drinken het vaakst (bij anderen) thuis en in een discotheek. Drinken onder de 16 Driekwart van de Amstelveense jongeren in de onderzoeksgroep is jonger dan 16 jaar (75%). Van deze jongeren heeft een derde (33%) ooit alcohol gedronken, dronk 20% in de afgelopen vier weken alcohol en deed 11% in diezelfde periode aan binge drinken. Bijna één op de vijf jongeren onder de 16 jaar (18%) zegt weleens samen met de ouders gedronken te hebben.
Figuur 8 Binge drinken recent naar wijken in de regio (%).
Amstelveen d Noord-West, e Noord-Oost, f Keizer Karelpark/Groenelaan, g Waardhuizen/Middenhoven, h Zuid-West Legenda voor de overige wijken zie pagina 4
Tabel 9 Genotmiddelen (alcoholgebruik) naar sociaal-demografische kenmerken (%) regio
Amstelveen
geslacht
klas
totaal
totaal
j
m
2
4
43
43
44
42
21
67
31
31
31
31
10
binge drinken recent
19
18
20
17
6
drinkt weleens samen met ouders
28
28
30
26
10
alcohol weleens a
alcohol recent
b
a b
a
in de afgelopen vier weken > 5 drankjes bij één gelegenheid
opleidingsniveau
Nederlandse herkomst
woont bij beide ouders
vmbo
havo/vwo
ja
nee
ja
nee
*
47
41
*
45
39
*
42
47
53
*
32
30
33
26
*
30
32
32
*
23
16
*
19
17
18
19
47
*
29
27
30
24
28
29
*
* significant verschil tussen groepen; p < 0,05
10
7 Seksualiteit
In de puberteit hebben veel jongeren hun eerste ervaringen met de liefde. Het is dan ook belangrijk dat jongeren tijdig leren over veilig vrijen om een ongewenste zwangerschap en seksueel overdraagbare aandoeningen (soa) te voorkomen. Weerbaarheid is hierbij ook een belangrijk thema.
Het condoom is het meest gebruikte anticonceptiemiddel bij ‘de eerste keer’.
leerlingen hebben vaker een ongewenste seksuele ervaring gehad dan havo/vwo-leerlingen.
Veilig vrijen In Amstelveen heeft 12% van de jongeren weleens geslachtsgemeenschap gehad. Ongeveer de helft van deze jongeren gebruikt niet altijd een condoom (5%). In de vierdeklas is het percentage jongeren dat weleens geslachtsgemeenschap heeft gehad vijf keer zo groot als in de tweedeklas. Wie vrijen het vaakst zonder condoom? Dat zijn vierdeklassers; één op de tien vrijt weleens onveilig.
Jongens staan gemiddeld negatiever tegenover homoseksualiteit dan meisjes. Jongeren hebben een negatieve houding als ze in de vragenlijst hebben aangegeven dat ze: (1) geen vriendschap willen sluiten met een homoseksuele jongere én (2) een homoseksuele jongere laten merken dat hij/zij van hen af moet blijven én (3) liever naast iemand anders gaan zitten in de pauze. Houding ten opzichte van homoseksualiteit In totaal heeft 7% van de jongeren een negatieve houding ten opzichte van homoseksualiteit. Jongens ruim twee keer zo vaak als meisjes. Ook jongeren op het vmbo en van niet-Nederlandse herkomst hebben vaker een negatieve houding dan jongeren op het havo/vwo en van Nederlandse herkomst. Welke jongeren zijn het minst tolerant? Dat zijn jongens op het vmbo; 19% van hen heeft een negatieve houding ten aanzien van homoseksualiteit. Van de jongeren denkt 58% dat op hun school een homoseksuele jongere eerlijk uit kan komen voor zijn/haar seksuele geaardheid. Onder jongeren op het vmbo vinden we hiervoor het laagste percentage.
Er is vaker sprake van ongewenste seksuele handelingen wanneer partners elkaar maar een week kennen. Ongewenste seksuele ervaring Jongeren is gevraagd of zij weleens zonder dat zelf te willen een seksuele ervaring met iemand hebben gehad. Onder een ongewenste seksuele ervaring wordt verstaan: ‘alles van zoenen, intiem betasten tot naar bed gaan’. Van de jongeren heeft 3% ooit een ongewenst seksuele ervaring gehad; 3% wil geen antwoord geven op deze vraag. Vmbo-
Voor alle in dit hoofdstuk beschreven onderwerpen (veilig vrijen, ongewenste seksuele ervaring en houding ten opzichte van homoseksualiteit) zijn de resultaten voor jongeren uit Amstelveen vergelijkbaar met die van de rest van de regio.
Tabel 10 Seksualiteit naar sociaal-demografische kenmerken (%)
a
regio
Amstelveen
geslacht
klas
totaal
totaal
j
m
2
4
weleens geslachtsgemeenschap gehad
12
12
13
11
4
21
niet altijd een condoom gebruikt
6
5
6
5
1
10
weleens een ongewenste seksuele ervaring gehada
3
3
3
4
3
negatieve houding ten opzichte van homoseksualiteit
7
7
10
4
*
positief homoklimaat op school
57
58
54
62
*
alles van zoenen, intiem betasten tot naar bed gaan
opleidingsniveau
Nederlandse herkomst
woont bij beide ouders
vmbo
havo/vwo
ja
nee
ja
nee
*
15
11
11
13
12
14
*
6
5
5
6
5
7
4
5
2
*
3
4
3
4
7
7
13
4
*
6
9
*
6
8
53
64
46
64
*
61
51
*
58
57
*
*
* significant verschil tussen groepen; p < 0,05
11
8 Schoolklimaat
Plezier op school is belangrijk voor het psychisch en sociaal welbevinden van jongeren en komt de schoolprestaties ten goede.
Schoolbeleving De helft van de jongeren (51%) vindt het (hartstikke) leuk op school; 41% zegt ‘gaat wel’ en 8% geeft aan het ‘niet leuk’ of ‘vreselijk’ te vinden op school. Jongeren uit Amstelveen zijn even positief over hun school als jongeren uit de rest van de regio. Meisjes, havo/vwo-leerlingen en jongeren die bij beide ouders wonen hebben het meer naar hun zin op school. Jongeren die het minder naar hun zin hebben op school vinden vooral dat ‘de meeste vakken niet leuk zijn’ of dat ‘de manier van lesgeven niet leuk is’. Van de jongeren zegt de meerderheid (82%) met een docent op school te kunnen praten als hij/zij ergens mee zit. Ook dit verschilt niet met de regio.
per maand) en 93% wordt nooit gepest. Het hoogste percentage regelmatig gepeste jongeren vinden we onder tweedeklassers op het vmbo (6%). Van de jongeren pest 2% zelf regelmatig. Pesten komt in Amstelveen net zo vaak voor als in de rest van de regio, het percentage dat regelmatig zelf pest is iets lager. Veel schoolverzuim (door ziekte of spijbelen) kan leiden tot voortijdig schoolverlaten. Frequent spijbelen verhoogt daarnaast de kans op vandalisme, diefstal en geweld. Verzuim Frequent spijbelen (drie uur of meer in de voorgaande maand) komt onder jongeren in Amstelveen (4%) even vaak voor als in de rest van de regio. Vierdeklassers spijbelen vaker dan tweedeklassers. De belangrijkste reden om te spijbelen is ‘geen zin in school’. Eén op de negen jongeren (11%) is in de voorgaande maand drie dagen of meer ziek thuis gebleven. Ook dit is vergelijkbaar met de rest van de regio. Meisjes en tweedeklassers verzuimen vaker vanwege ziekte dan jongens en vierdeklassers.
Leerlingen die regelmatig gepest worden, hebben vaker gezondheidsklachten en minder zelfvertrouwen. Een deel van de gepeste jongeren is zelf ook dader. Pesten Van de jongeren wordt 3% regelmatig op school gepest, 4% wordt incidenteel gepest (minder dan twee keer
Tabel 11 Schoolklimaat naar sociaal-demografische kenmerken (%)
b
Amstelveen
geslacht
klas
totaal
totaal
j
2
m
Nederlandse herkomst
woont bij beide ouders
vmbo
havo/vwo
ja
ja
nee
52
51
53
45
83
81
83
80
2
3
2
3
51
51
48
55
53
49
42
56
84
82
82
82
83
82
81
83
regelmatiga gepest worden op school
3
3
2
3
3
2
4
2
regelmatig pesten op school
3
2
2
1
2
1
2
1
2
2
1
2
spijbelen ≥ 3 uurb
4
4
5
3
3
5
*
3
4
4
4
4
3
verzuim door ziekte ≥ 3 dagenb
10
11
8
13
12
9
*
12
10
10
11
10
13
≥ 2 keer per maand in de afgelopen 3 maanden in de afgelopen vier weken
*
*
*
nee
school ‘(hartstikke) leuk’
*
*
4
opleidingsniveau
kunnen praten met docent
a
a
regio
*
*
* significant verschil tussen groepen; p < 0,05
12
9 Fysieke omgeving Slachtoffer van criminaliteit Drie op de tien jongeren (30%) in Amstelveen zijn in het afgelopen jaar slachtoffer geweest van één of meer strafbare feiten zoals diefstal, vernieling of geweld. Dit is vergelijkbaar met de rest van de regio. Jongeren zijn het vaakst geconfronteerd met diefstal (23%) en vernielde spullen (12%). Bedreiging (4%), chantage (2%) en lichamelijk geweld (1%) komen minder vaak voor. Vmbo-leerlingen, jongeren van niet-Nederlandse herkomst en jongeren die niet bij beide ouders wonen, zijn vaker slachtoffer van een strafbaar feit. Risicogroep: van de leerlingen op het vmbo die niet bij beide ouders wonen is 45% slachtoffer geweest van een strafbaar feit.
Fysiek geweld, vandalisme en diefstal zijn factoren die een school, buurt of uitgaansgelegenheid onveilig maken en een negatieve invloed hebben op het veiligheidsgevoel.
Top 3 locatie onveiligheidsgevoelens in de trein, tram, bus, metro op het station (trein, bus, metro) op straat buiten de eigen woonbuurt
16% 13% 12%
Het percentage jongeren dat zich weleens onveilig voelt wordt in figuur 9 weergegeven naar wijken. Noord-West (40%) en Keizer Karelpark/Groenelaan (43%) behoren tot de wijken met de hoogste percentages jongeren die zich weleens onveilig voelen.
Onveiligheidsgevoelens Aan de jongeren is gevraagd op welke plekken zij zich weleens onveilig voelen (zie kader). In totaal geven vier op tien jongeren (39%) aan zich weleens onveilig te voelen. Jongeren uit Amstelveen voelen zich vaker onveilig dan leeftijdgenoten in de rest van de regio. Meisjes voelen zich ruim twee keer zo vaak onveilig als jongens. Leerlingen op het vmbo voelen zich vaker onveilig dan leerlingen op het havo/vwo.
Figuur 9 Gevoelens van onveiligheid naar wijken in de regio (%).
Amstelveen d Noord-West, e Noord-Oost, f Keizer Karelpark/Groenelaan, g Waardhuizen/Middenhoven, h Zuid-West Legenda voor de overige wijken zie pagina 4
Tabel 12 Fysieke omgeving naar sociaal-demografische kenmerken (%)
slachtoffer geweest van een strafbaar feit (totaal)
regio
Amstelveen
geslacht
klas
totaal
totaal
j
2
m
30
30
32
29
- slachtoffer bestolen/spullen vernield
28
28
31
26
- slachtoffer bedreiging/lichamelijk geweld/chantage
6
6
7
5
36
39
24
53
voelt zich weleens onveilig
*
*
*
4
opleidingsniveau
Nederlandse herkomst
woont bij beide ouders
vmbo
ja
nee
ja
nee
28
39
*
27
36
*
5
10
*
38
41
havo/vwo
30
31
37
27
*
28
34
27
30
36
25
*
27
32
7
5
9
5
*
5
9
40
38
43
37
*
39
39
* *
* significant verschil tussen groepen; p < 0,05
13
Tabel 13 Achtergrondkenmerken en gezondheid naar wijken in Amstelveen (%)
10 Wijken Sinds 1 januari 2015 heeft de gemeente er nieuwe taken bij gekregen in het sociaal domein. Met de Jeugdwet, de nieuwe Wmo en de Participatiewet is de gemeente nu verantwoordelijk voor bijna het hele stelsel van maatschappelijke ondersteuning en zorg voor kinderen, volwassenen en ouderen. Met deze nieuwe verantwoordelijkheid is de behoefte aan cijfers op wijkniveau toegenomen. Als problemen en behoeften per wijk verschillen, is in het beleid maatwerk vereist.
Zijn er verschillen tussen de wijken in Amstelveen? Jazeker. In tabel 13 worden de achtergrondkenmerken en de resultaten voor een aantal gezondheidsthema’s gepresenteerd naar wijken in Amstelveen. Het algemene beeld is dat in Noord-West jongeren beter scoren dan in de andere wijken, met name voor voeding en bewegen. In Noord-West wordt echter het vaakst geblowd. Jongeren uit Keizer Karelpark/ Groenelaan wijken juist vaker negatief af van de andere wijken; in deze wijk hebben jongeren vaker gedachten aan zelfdoding en hebben ook vaker ingrijpende gebeurtenissen meegemaakt. Ook hebben jongeren in deze wijk minder goede eetgewoonten voor ontbijten en fruitconsumptie, wordt er minder bewogen, wordt er vaker onveilig gevreeën en hebben jongeren vaker een ongewenst seksuele ervaring meegemaakt. In Waardhuizen/Middenhoven komt geestelijke mishandeling het vaakst voor. Noord-Oost scoort het laagst voor ontbijten en ook is het aantal jongeren dat slachtoffer is geweest van een strafbaar feit hier het hoogst. In Zuid-West komen onder jongeren geestelijke mishandeling en gedachten aan zelfdoding relatief weinig voor. Daarnaast wordt in deze wijk het vaakst ontbeten, maar is de fruitconsumptie juist aan de lage kant.
Amstelveen
(N=1511)
totaal
Noord-Oost (N=206)
Noord-West (N=429)
Zuid-West (N=420)
Keizer Karelpark/ Waardhuizen/ Groenelaan Middenhoven (N=239) (N=206)
geslacht: jongens / meisjes
49/51
52/48
51/49
51/49
37/63
50/50
klas: klas 2 / klas 4
52/48
53/47
54/46
48/52
54/46
54/46
onderwijstype: vmbo / havo-vwo
32/68
32/68
18/82
39/61
39/61
36/64
herkomst: Nederlands / niet-Nederlands
68/32
51/49
76/24
79/21
55/45
63/37
82
79
83
81
79
79
sociaal-emotionele problemen
10
11
9
9
13
12
lichamelijk mishandeling, ooit
4
4
2
3
3
5
geestelijk mishandeling, ooit
15
14
14
12
19
20
gedachten aan zelfdoding, afgelopen jaar
14
18
11
11
19
17
- meegemaakt
65
63
61
62
73
68
- problemen met deze gebeurtenis(sen)
24
26
20
23
28
29
ontbijten ≥ 5 dagen per week
86
81
89
90
77
86
fruit eten ≥ 5 dagen per week
633
60
74
58
55
61
achtergrondkenmerken
gezondheid ervaren gezondheid (heel) goed a
één (of meer) ingrijpende gebeurtenis(sen)
groente eten ≥ 5 dagen per week
87
86
92
84
84
85
voldoet aan beweegnorm
20
21
27
20
12
15
lichamelijke actief gemiddeld ≥ 1 uur p/d
677
61
76
73
52
61
roken, minstens 1 keer per week
7
10
7
5
8
5
b
31
32
32
33
26
27
18
20
19
18
18
16
6
4
7
4
6
5
waterpijp roken, recent
10
11
11
12
8
8
geslachtsgemeenschap zonder condoom
5
5
5
4
8
4
ongewenste seksuele ervaring, weleens
3
4
2
3
6
2
negatieve houding tov homoseksualiteit
7
7
6
6
9
6
slachtoffer van een strafbaar feit
30
36
29
28
32
30
voelt zich weleens onveilig
39
37
40
38
43
37
c
alcohol drinken, recent c
binge drinken, recent blowen, recentc
c
Groen kader: de wijk scoort significant beter dan de overige vier wijken samen, p < 0,05 Rood kader: de wijk scoort significant slechter dan de overige vier wijken samen, p < 0,05 a verhoogde SDQ-totaalscore b NNGB: in de afgelopen week elke dag ≥1 uur matig intensieve lichamelijke activiteit c in de afgelopen vier weken
14
Tot slot
Deze factsheet beschrijft de lokale cijfers voor de gemeente Amstelveen en geeft inzicht in de risicogroepen voor een groot aantal gezondheidsthema’s ten behoeve van het Jeugdgezondheidsbeleid.
Gemeenterapportages en tabellenboek Voor elke gemeente in de regio verschijnt een eigen factsheet. De vijf factsheets kunt u vinden op de website van de GGD; http://www.ggd.amsterdam.nl/beleidonderzoek/gezondheidsmonitors/amstelland/. Naast deze gemeenterapportages verschijnt er ook een tabellenboek. In dit tabellenboek vindt u enerzijds nog extra resultaten voor de gemeente Amstelveen, anderzijds vindt u hier de regiocijfers gepresenteerd naar achtergrondkenmerken (leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, herkomst en gezinssamenstelling). Ook wordt in het tabellenboek de onderzoeksmethode beschreven. Dit tabellenboek is eind 2015 gereed en via de website op te vragen.
Een gesprek? De GGD gaat graag in gesprek over de gepresenteerde resultaten. Voor vragen of informatie kunt u contact opnemen met de afdeling Epidemiologie en Gezondheidsbevordering (zie colofon).
Landelijke cijfers Een beperking van deze monitor is dat een directe vergelijking met landelijke cijfers op dit moment niet mogelijk is. Beschikbare landelijke gegevens hebben meestal betrekking op (een) andere onderzoekspopulatie(s) en/of gebruiken andere onderzoeksmethode(s). E-MOVO is schooljaar 2013-2014 met identieke vragen uitgevoerd door alle GGD-en in de provincie NoordHolland. Via de website van andere GGD-en in NoordHolland kunt u de resultaten voor E-MOVO 2013-2014 voor deze regio’s vinden. Op dit moment werken GGD-GHOR Nederland en het RIVM, in samenwerking met het Trimbos Instituut, aan de landelijke harmonisatie van de jeugdmonitor. Het doel van deze samenwerking is om vanaf 2016 de beschikking te hebben over een landelijk cijfer voor een groot aantal gezondheidsthema’s.
Colofon Uitgave Auteurs
GGD Amsterdam, afdeling E&G / JGZ C.E. Verhagen, C.L. van Vuuren, M.F. van der Wal
Website www.ggd.amsterdam.nl Fotografie Fotobank Amsterdam, gemeente Amstelveen, gemeente Uithoorn Vormgeving S. Mos Onderzoeker Claudia Verhagen (afdeling E&G) 020 555 5495
[email protected]
Colof
juni 2015
Colofon
15
16