HOE BEOORDEELT ACM DE TARIEVEN VAN EXPERIMENTEN? Inleiding Op 1 mei 2015 gaat het Besluit Experimenten Decentrale Duurzame Elektriciteitsopwekking in. Coöperaties en verenigingen van eigenaren kunnen dan een aanvraag doen om een ontheffing te krijgen van onderdelen van de Elektriciteitswet. De Minister wil maximaal tien grote en tien projectexperimenten toestaan: grote experimenten zijn experimenten met maximaal 10.000 afnemers waarbij de netbeheerder het netwerk beheert; •
een projectexperiment is een experiment met maximaal 500 aansluitingen die met één aansluiting op het netwerk van een regionale netbeheerder is aangesloten en waarbij die netbeheerder verder geen rol heeft.
In dit document kunt u lezen hoe ACM berekent of de kosten voor experimenten redelijk zijn en hoe een aanvrager van een experiment goedkeuring kan krijgen voor de berekening van de tarieven. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland begeleidt de procedure. Een coöperatie of vereniging van eigenaren kan bij RVO een experiment aanmelden. Meer informatie hierover is te vinden op de website van RVO: http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/aanvragen-experimenten-elektriciteitswet. ACM heeft een beperkte rol bij het beoordelen van de aanvragen van de experimenten. De coöperatie of vereniging die het experiment uitvoert, moet vooraf bedenken hoe de deelnemers de kosten van het experiment betalen. ACM toetst vervolgens of deze manier van berekenen redelijk is. Het gaat daarbij om de tarieven die deelnemers binnen het experiment betalen voor het aansluiten, transporteren en meten van elektriciteit. een voorbeeld ZonneFlat heeft 500 huishoudens binnen het appartementencomplex. De vereniging van eigenaren wil met een experiment met zonnepanelen, zonneboilers en elektrische auto’s de totale energiekosten voor de 500 huishoudens verlagen. Er zijn twee varianten op dit voorbeeld: ZonneFlat1 kiest ervoor om de netbeheerder het netwerk te laten beheren en valt in de categorie ‘groot experiment’. ZonneFlat2 kiest ervoor om zelf het netwerk te beheren en valt in de categorie ‘projectnet’. Natuurlijk is dit slechts een voorbeeld en zal ACM elk geval afzonderlijk beoordelen door te kijken naar de kenmerken van het experiment. Ook voor ACM is dit een nieuwe regeling. Het kan zo zijn dat ACM op basis van de aanvragen nog extra informatie nodig heeft of aanvullende vragen stelt. Als dat nodig is, dan zal ACM dit document, op basis van de ervaringen, in een later stadium aanpassen.
Pagina 1/5
•
Wanneer moet u de methode om tarieven te berekenen laten toetsen? Het experiment kan pas van start gaan als ACM de methodiek goedgekeurd heeft. Formeel is de methode geen onderdeel van de ontheffingsaanvraag. U hoeft dus bij de aanvraag voor de ontheffing de methodiek nog niet aan te leveren. Om tijd te besparen, kunt u er voor kiezen om dit wel te doen, zodat ACM en RVO tegelijkertijd de tarieven en de ontheffingsaanvraag beoordelen. Op welke manier moet u de methode indienen? U kunt een aanvraag doen door een e-mail te sturen naar
[email protected]. In deze e-mail omschrijft u om welk experiment het gaat en of u hiervoor al een ontheffingsaanvraag heeft ingediend bij RVO. Hierna lichten we toe welke informatie u mee moet sturen als bijlage bij de e-mail. Wat heeft ACM nodig en hoe toetst ACM of de manier van berekenen redelijk is? Het gaat om: A. een overzicht: welke kostensoorten verrekent u in de tarieven; B. een beschrijving: hoe komt u van deze kosten naar tarieven per deelnemer; C. een beschrijving: volgens welke procedure zorgt u ervoor dat de kosten doelmatig zijn; D. een beschrijving: volgens welke procedure zorgt u ervoor dat de leden van de vereniging of coöperatie instemmen met de manier waarop de tarieven berekend worden. Deze vier zaken leggen we hierna verder uit. A. Een lijst met kostensoorten die de aanvrager verrekent in de tarieven Wat is het? De aanvrager geeft een beschrijving van alle verschillende kostensoorten en hoe deze kosten te maken hebben met het uitvoeren van het experiment. Het gaat dan niet om de bedragen van de kosten, maar om de verschillende soorten kosten. Dus niet: het kost totaal EUR 100.000. Maar wel: we hebben kosten voor de aanschaf van slimme meters, aanleg van een netwerk, beheer van het netwerk, financiering, et cetera. Het gaat in principe alleen om de kostensoorten die te maken hebben met het netwerk (denk aan: aanleg, onderhoud, aansluitingen) en het meten van het verbruik. Soms is het lastig om dit onderscheid te maken. U mag er voor kiezen om alle kostensoorten te vermelden. ACM zal dan alsnog bij het toetsen vooral kijken naar de kostensoorten die in haar ogen horen bij het netwerk en/of het meten. Waar we het in de rest van dit document hebben over ‘kostensoorten’, bedoelen we dus elke keer ‘kostensoorten die te maken hebben met het netwerk of met het meten van het verbruik’. Als het gaat om kosten voor kapitaal, dan beschrijft de aanvrager op welke manier hij deze kosten berekent. Denk hierbij aan: welk percentage wordt gerekend als vergoeding voor het beschikbaar gestelde vermogen, over welke periode wordt de investering afgeschreven en wat was de prijs die betaald is (historische kostprijs)?
2/5
ACM heeft vier zaken nodig om te kunnen toetsen of het redelijk is hoe u de tarieven berekent.
Vooraf is de hoogte van kosten vaak niet bekend. Voor ACM is dit niet erg. Wel wil ACM weten op welke manier u eventuele verschillen later verrekend. Als de kosten later hoger uitvallen: op welke manier wordt deze tegenvaller dan verrekend over de deelnemers aan het experiment? Hoe toetst ACM dit? ACM kijkt hier naar om te zorgen dat deelnemers aan een experiment alleen betalen voor kosten die ook echt nodig zijn voor het experiment. ACM kijkt of de kostenposten logisch verklaarbaar zijn en kijkt hierbij dus specifiek naar de kosten die te maken hebben met het netwerk en het meten van het verbruik. Bij het schatten van kosten, of de keuze om pas achteraf bepaalde kosten te verrekenen, zal ACM toetsen of er garantie is dat de kosten ook daadwerkelijk betaald kunnen worden (bijvoorbeeld door een borgsom te vragen van deelnemers). Voorbeeld Groot experiment Zonneflat1 tarieven van alle deelnemers in rekening bij de VVE, in totaal gaat dit jaarlijks om X duizend Euro. Daarnaast heeft Zonneflat1 eenmalig Y duizend Euro betaald voor de aansluitingen voor de oplaadpunten van de elektrische auto’s. Zonneflat gaat er vanuit dat deze aansluitingen 10 jaar meegaan en heeft een lening afgesloten om dit te betalen. De rente is Z % per jaar. Voorbeeld Projectnet Zonneflat2 Het experiment Zonneflat maakt gebruik van één aansluiting op het netwerk van netbeheerder Liander en betaalt hiervoor X1 honderd Euro per jaar voor het transport, het meten en het aansluiten. Voor het beheer van het netwerk heeft Zonneflat2 een bedrijf ingeschakeld voor X2 duizend Euro per jaar. Daarnaast heeft Zonneflat eenmalig Y duizend Euro betaald voor de aansluitingen voor de oplaadpunten van de elektrische auto’s. Zonneflat gaat er vanuit dat deze aansluitingen 10 jaar meegaan en heeft een lening afgesloten om dit te betalen. De rente is Z % per jaar. B. De berekening om van de totale kosten tot individuele tarieven te komen Wat is het? De aanvrager moet uitleggen hoe de totale kosten (onderdeel A) verdeeld worden over de deelnemers aan het experiment. Dit bestaat uit een aantal stappen: 1.
Tariefsoorten: op welke manier betalen deelnemers?
2.
Verdeelsleutels: op welke manier worden de totale kosten verdeeld over de afnemers?
Tariefsoorten De aanvrager moet toelichten welke tariefsoorten gehanteerd worden. Tariefsoorten zijn manieren waarop afnemers meebetalen aan het experiment. Er kan bijvoorbeeld gekozen worden om één tarief in rekening te brengen bij de deelnemers van het experiment, maar er kan ook gekozen worden om bijvoorbeeld een vast tarief in rekening te brengen en een variabel tarief.
3/5
Bij het experiment Zonneflat1 beheert de netbeheerder het netwerk. De netbeheerder brengt de
Als u ontheffing heeft van de ‘Tarievenbepalingen’ (Art.26b Elektriciteitswet 1998), dan heeft u de vrijheid om zelf tariefsoorten op te stellen. Als u geen ontheffing heeft van de Tarievenbepalingen, dan betekent dat waarschijnlijk dat de netbeheerder gewoon het netwerk beheert en de door ACM vastgestelde tarieven in rekening brengt. In dat geval volstaat als berekeningsmethodiek een toelichting dat dit het geval is en dat deze tarieven in rekening gebracht worden. Verdeelsleutels De aanvrager moet uitleggen hoe de totale kosten verdeeld worden over de deelnemers, door uit te leggen welke verdeelsleutels gebruikt worden en hoe deze verdeelsleutels gekozen zijn. Een verdeelsleutel is een manier die beschrijft hoe kosten verdeeld worden. Een verdeelsleutel kan bijvoorbeeld de oppervlakte van een woning zijn, of het elektriciteitsverbruik van een bewoner. Hoe toetst ACM dit? -
transparant zijn (dus: voor iedereen binnen het experiment inzichtelijk en na te rekenen);
-
objectief zijn (dus: op basis van objectieve criteria, zoals de oppervlakte van de woning);
en en -
niet discriminerend zijn (dus: bewoners in gelijke situaties betalen dezelfde tarieven).
Een aanvrager kan voldoen aan de voorwaarde ‘transparant’ door bijvoorbeeld de kosten (onderdeel A) en de berekening (onderdeel B) jaarlijks in een Excelbestand te verspreiden onder de leden van de vereniging of coöperatie. Voorbeeld Zonneflat (vanaf hier geen verschil meer tussen ZonneFlat1 en ZonneFlat2) Zonneflat kiest er voor om de kosten zoals opgesomd bij A te verdelen in een vast tarief dat jaarlijks betaald wordt. Zonneflat bestaat uit 500 identieke appartementen. Daarom heeft Zonneflat een eenvoudige verdeelsleutel: alle totale kosten (zie A) worden verdeeld over de 500 bewoners. Zonneflat heeft een interne website met o.a. een Excelbestand met de totale kosten en de berekening van de tarieven. C. Een beschrijving van de procedure om te zorgen dat de kosten doelmatig zijn; Wat is het? De aanvrager moet uitleggen op welke manier hij er voor zorgt dat de kosten doelmatig zijn, dus dat er geen goedkopere manier was om hetzelfde te bereiken. U kunt dit onderbouwen door bijvoorbeeld te beschrijven welke procedures u volgt, denk aan: -
meerdere offertes aanvragen en dat de goedkoopste offerte is gekozen (voor zowel het laten uitvoeren van werkzaamheden of het aangaan van leningen);
-
uurtarieven van eigen personeel zijn niet hoger dan uurtarieven die andere bedrijven hanteren voor soortgelijke werkzaamheden;
-
de hoogte van de vergoeding van kapitaal voor eigen vermogen is goedgekeurd door (een meerderheid van) de leden van de vereniging of eigen coöperatie.
4/5
ACM kijkt of de gekozen tariefsoorten en verdeelsleutels:
Hoe toetst ACM dit? ACM zal de beschrijving van de procedure bekijken om te bepalen of de aanvrager voldoende geregeld heeft dat de kosten niet hoger zijn dan nodig. Voorbeeld Zonneflat Zonneflat heeft een procedure opgesteld waarin is opgenomen dat voor alle uitgaven boven Xduizend Euro minstens drie offertes worden opgevraagd en dat de goedkoopste oplossing gekozen wordt. Op ledenbijeenkomsten en door de kascontrolecommissie wordt gecontroleerd of dit in de praktijk ook gebeurt. D. Een beschrijving van de procedure die de aanvrager gevolgd heeft. Wat is het? hebben om te reageren op de kosten en de berekening van het experiment. Een aanvrager kan bijvoorbeeld notulen van vergaderingen laten zien. Als u de methode geconsulteerd heeft, kunt u een samenvatting geven van de reacties van de leden en wat u heeft gedaan met deze reacties. Hoe toetst ACM dit? ACM zal de procedure bekijken om te beoordelen of er voldoende mogelijkheden zijn geweest voor deelnemers om invloed uit te oefenen op de kosten en de berekening van het experiment. Voorbeeld Zonneflat Zonneflat heeft in een tweetal vergaderingen van de Vereniging van Eigenaren toegelicht op welke manier de tarieven worden berekend en heeft de verslagen van deze vergaderingen bij de aanvraag meegestuurd. Hieruit blijkt dat een ruime meerderheid akkoord was met de voorgestelde methode.
5/5
De aanvrager moet uitleggen welke mogelijkheden de leden van de vereniging of coöperatie