Historische ontwikkeling van Tuindorp en de ruimtelijke structuur ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tuindorp is vanaf ongeveer 1930 gebouwd op het grondgebied van de gemeente Maartensdijk, maar wel op de grens met de gemeente Utrecht. De Kardinaal de Jong-weg, die nu Tuinwijk en Tuindorp van elkaar scheidt, was tot 1954 de gemeentegrens.
Oorspronkelijke ruimtelijke structuur De gemeentegrens was van oudsher een dijk (met vaart) behorende bij de 12e eeuwse verkaveling van de veengronden rond Utrecht. Dit was de Hoofddijk met de Hoofddijkse Wetering, voorbij de kruising met Blauwkapelseweg ging de Hoofddijk over in de Ezelsdijk. Deze 12e eeuwse verkaveling van de veengronden vond plaats vanaf een ontginningsbasis: in dit geval de Hoofddijk en liep door tot aan een 2e ontginningsbasis (van waar uit dan weer ontgonnen werd): de Gageldijk. Dit betekent dat de oudste bebouwing (12e eeuws) gelegen was aan de Hoofddijk. In de loop der eeuwen is deze bebouwing gewijzigd en vernieuwd om tenslotte met de bouw van Tuindorp geheel te verdwijnen. Archeologisch kunnen er echter nog restanten in de grond aanwezig zijn. Dit maakt deze lijn (de rand van Tuindorp) archeologisch aandachtsgebied.
Het gebied (de polder) waar Tuindorp in ligt werd dus begrensd door de Hoofddijk en de Gageldijk. Ook in noord-zuid richting werd het gebied doorsneden door oude dijken (behorende bij de 12e eeuwse ontginning): de St. Anthoniedijk, de Kwakeldijk (Langedijk) en de Oostveensedijk. Deze zijn vandaag de dag in Tuindorp nog min of meer nog herkenbaar. De Kwakeldijk (Langedijk) volgt nog de loop van de Van der Mondestraat (in Tuinwijk) en de Mr. Trip kade. In Overvecht is de oorspronkelijke verkaveling echter opgespoten. De Oostveensedijk is nog herkenbaar in de Prof. Jordanlaan en vervolgt zijn weg in de Kapelweg door Fort Blauwkapel. Een andere oude structuur die nog in Tuindorp herkenbaar is, is de loop van het Zwarte Water, een in de 12e eeuw gegraven turfvaart. Dit water is in de tweede helft van de 20e eeuw gedeeltelijk gedempt in Tuinwijk (Zaagmolenkade en Willem Arntzkade), maar in Tuindorp nog herkenbaar in het water langs de Prof. Sprengerlaan-Reinwardlaan en verdwijnt dan in een duiker om weer uit te komen bij de gracht van Blauwkapel. Toen in 1930 het plan ontstond om een woonwijk te bouwen op deze plek aan de grens met Utrecht, was er al enige bebouwing, genaamd het Haverland. Deze bebouwing zal vooral gelegen hebben aan de Hoofddijk en langs het Zwarte Water. Het karakter van de bebouwing zal voornamelijk agrarisch zijn geweest en enige watergebonden bedrijfjes, zoals scheepswerfjes.
Tuindorp Dit nieuwe Tuindorp werd tegen de gemeentegrens met Utrecht en de zojuist daar gereed gekomen wijk Tuinwijk gebouwd. Slechts het inundatiekanaal
Tuindorp Inf o 2002 afdrukdat um: 17-02-2011 Pagina 1 van 13
scheidde de beide woonwijken. Dit inundatiekanaal is in feite de oude vaart langs de Oostveensedijk (de Wetering) die in de 19e eeuw vergraven is ten behoeve van de inundatiesystemen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (vandaar ook de naam Inundatiekanaal en Inundatiekade). De gemeente Maartensdijk poogde met deze nieuwbouw de beter gesitueerde inwoners van Utrecht aan te trekken. Tuindorp werd gebouwd op een stuk grond tussen de Oostveensedijk (Prof. Jordanlaan) en de Langedijk (Mr. Tripkade). In het noorden werd het gebied begrensd door de spoorlijn Utrecht-Amersfoort (1863) en in het zuiden door het inundatiekanaal/annex gemeentegrens. De verbinding tussen Tuindorp en Tuinwijk is lange tijd onvoldoende geweest. De gemeente Utrecht zag de 'parasitaire' bebouwing met leedwezen aan haar grenzen verschijnen en was niet bereid bruggen aan te leggen of laten leggen. Pas met grenswijziging in 1954, als Tuindorp bij Utrecht gaat horen, worden de verbindingen genormaliseerd.
Tuindorp Oost Tuindorp Oost is het naoorlogse deel van Tuindorp en heeft als belangrijkste kenmerk dat de wijk volgens specifieke naoorlogse stedenbouwkundige principes is opgezet. De wijk is gebouwd op grond tussen de voormalige Oostveensedijk (nu prof. Jordanlaan), het inundatiekanaal behorende bij de Hoofddijk/ Ezelsdijk en twee spoorlijnen: de Oosterspoorbaan en de spoorlijn Utrecht Amersfoort/Hilversum. Alleen het water achter de Huizingalaan en de oudere bebouwing langs de prof. Jordanlaan verwijzen nog naar deze oudere structuren.
De mogelijkheid voor de bouw van Tuindorp Oost heeft te maken met de grenswijziging van 1954 en de opheffing van de Kringenwet. De eerste gaf de gemeente Utrecht een deel van het grondgebied van de gemeente Maartensdijk, het tweede maakt het mogelijk om in de directe nabijheid van forten te bouwen. Direct na de annexatie van het grondgebied van de gemeente Maartensdijk heeft Utrecht een plan gemaakt voor de bouw van middenstandswoningen in dit gebied. Gemeentearchitect D. Janssen ontwierp een wijk in 2 delen: een noordelijke deel rond het Kouwerplantsoen, voltooid in 1959-60 en een zuidelijke deel, gerealiseerd rond 1965. Tuindorp Oost heeft een stedenbouwkundige opzet met een open verkaveling, grote verschillen in bouwhoogte en lusvormige straten. De wijk is opgezet volgens de zogenaamde CIAM-principes, met stroken verkaveling, gestapelde bouw in groene open ruimten en aandacht voor verkeer. De hoogste bebouwing is gesitueerd langs de hoofdwegen en voornamelijk gesitueerd in het groen. Aan de randen zijn scholen en recreatie gesitueerd. De wijk heeft één winkelcentrum (De Gaard) dat kenmerkend voor deze periode - de winkels aan de binnenzijde gesitueerd heeft en de expeditie aan de buitenzijde. Met de bouw van Voordorp is een verbinding gekomen met deze nieuwe wijk via één doorgang (de Kapteynlaan) over de Oosterspoorbaan. Recentelijk is ook een deel van het scholencomplex aan de noordwestzijde gesloopt en vervangen door een gesloten wandbebouwing langs de Eykmanlaan.
Tuindorp Inf o 2002 afdrukdat um: 17-02-2011 Pagina 2 van 13
Tuindorp West
Bebouwingskarakteristiek
De hoveniersgrond tussen de Mr. Tripkade en de spoorlijn is nog lange tijd onbebouwd gebleven. In 1963 zijn hier twee straten aangelegd: de Van Lieflandlaan en de Christiaan Krammlaan, ook bedoeld om een extra verbinding te maken tussen Tuindorp en de Kardinaal de Jongweg. Naast een enkel schoolgebouw bleef het echter leeg. Dit veranderde pas in 1972 met de bouw van drie hoge studentenflats (architect A. van Randen).
De woningbouwvereniging NV De Stadswoning van de broers Godijn realiseerde de woonwijk Tuindorp binnen één decennium. De opzet van de wijk vertoont een uniformiteit, waarbij ook de kerken en schoolgebouwen in dezelfde planmatige aanleg zijn opgenomen. De tuinstadgedachte is leidraad gewest bij de opzet van de wijk. De straten hebben een minimumbreedte van 20 meter (van gevel tot gevel). Er werd 15.000 m² grond bestemd voor groenaanleg en elke woning zou een totale tuindiepte krijgen van 24 meter. De straatwanden zijn door de gehele wijk identiek uitgevoerd en hebben accenten op de hoeken.
Groenstructuur Het gebied van het bestemmingsplan is omsloten door bermen die een verbindende functie hebben binnen de ecologische infrastructuur. Tevens zijn er midden in de wijk twee watergangen (het Zwarte water en de watergang langs de Eykmanlaan) te vinden die als groene verbindingszone door de wijk lopen. De spoordijk die langs de oostelijke kant van Tuindorp loopt dient als verbindingszone van fort Blauwkapel met het centrum van de stad. De spoordijk die langs de noordelijke kant van Tuindorp loopt dient als verbindingszone tussen het oostelijke buitengebied en het westen van de stad. De watergangen die door de wijk lopen verbinden het Griftpark met het Volkstuinencomplex en het fort Blauwkapel. De berm langs de Kardinaal de Jongweg en de watergang langs deze weg verbinden de Voorveldse polder en het daarachterliggende buitengebied met de Vecht. De volkstuinen maken deel uit van en grenzen aan een grondstructuur waarbij de oude verkaveling van de weilanden met sloten en begeleidende bomen nog zichtbaar is. Het complex is mooi aangelegd met respect voor deze structuur.
De stedenbouwkundige opzet volgt in grote lijnen de bestaande verkaveling van het gebied, en zo volgen de straten noordzuidrichting. Elementen als de spoorlijn Utrecht- Amersfoort, maar ook een klein spoorlijntje vanaf de gasfabriek (aansluitend op de spoorlijn UtrechtAmersfoort) bepaalden in even grote mate de aanleg van straten. Ook voor de bouw van de kerken en scholen is grond uitgegeven zonder een specifieke stedenbouwkundige opzet. Toch geldt voor het merendeel van deze bijzondere gebouwen, dat ze stedenbouwkundig wel een goede inpassing in hun omgeving hebben gekregen of zelfs een accent vormen in de wijk, zoals de voormalige Pauluskerk in de as van de Raiffeisenlaan en de Willem de Zwijgerkerk die opgenomen is in een park en een groene as, gevormd door het profiel van de Linaeuslaan. De uniformiteit van de huizen, kerken en scholen in bouwstijl (traditioneel) en materiaalgebruik (hout en baksteen) en bijvoorbeeld de kapvorm, zorgt dat de wijk een aantrekkelijke en verzorgde uitstraling heeft.
Tuindorp Inf o 2002 afdrukdat um: 17-02-2011 Pagina 3 van 13
Architecten In Tuindorp hebben diverse bekende architecten gewerkt, die ook in Utrecht vrij actief waren. Blijkbaar hebben ze allen binnen een vast concept gewerkt, want er zijn 3 typen woningen, die sterk op elkaar lijken. Een paar architecten heeft veel gebouwd: Ch.L. Queré en M.H. de Jong. Daarnaast is er echter nog een tiental architecten actief geweest.
De school aan de Van Bemmelenlaan krijgt een forumconcept, waarbij sloop en nieuwbouw een rol kan spelen. Door de sloop van de Tuindorpkerk, de toegevoegde nieuwbouw en de ingrepen in de woningen zelf wordt het uniforme karakter van de wijk meer en meer aangetast.
Verkeer Wijzingen Sedert de bouw van Tuindorp is de wijk voor een groot deel in haar opzet intact gebleven. Pas in het laatste decennium van de 20e eeuw is onder druk van allerlei factoren (druk op de woningmarkt, ontkerkelijking, verkeerstoename, et cetera) een aantal meer ingrijpende wijzigingen geschiedt. De Pauluskerk (a) is afgebroken in 1994 en de plek is opgevuld met woningbouw. Een binnenterrein (b) met garages achter de Prof. Sprengerlaan is opgevuld met nieuwbouw. Er is nieuwbouw gekomen aan de (c) oostzijde van het Zwarte Water. Verder zijn enkele bruggetjes toegevoegd. De verjonging van de bevolking die in Tuindorp heeft plaatsgevonden vanaf de jaren '80 heeft de druk op de woningen doen toenemen. Dit heeft een constante reeks uitbreidingen van de woningen met dakkapellen en uitbouwen tot gevolg. Enkele hoekwinkels zijn gewijzigd in woningen of kleine kantoortjes. Momenteel speelt de uitbreiding van de bestaande scholen.
Als verkeersmaatregel is in de jaren '90 de doorgaande Linnaeuslaan 'geknipt'. Grotere ingrepen hebben zich net buiten de grens van Tuindorp voorgedaan: een verkeerstunnel onder het spoor ter verbinding met Overvecht. Deze tunnel bevindt zich als een grote bak in de Mr. Tripkade en heeft een fysieke uitstraling die de Mr. Tripkade niet ten goede komt. De vergroting van het station Overvecht heeft ook gevolgen voor de rand van Tuindorp. Momenteel wordt een groot kantoor- annex appartementencomplex (d) gebouwd aan de Overvechtse kant van het spoor, met in ieder geval visuele gevolgen voor de rand van Tuindorp.
Tuindorp Inf o 2002 afdrukdat um: 17-02-2011 Pagina 4 van 13
Functionele structuur
Woningvoorraad Het beeld van de buurt 39: Tuindorp / Tuindorp West (Van Lieflandlaan) wordt bepaald door de ruime huizen uit de jaren dertig met hun karakteristieke erkers en dakoverstekken. Driekwart van het woningbestand in deze wijk behoort tot de categorie ééngezinswoningen. In de eigendomsverhoudingen is de categorie eigenaar/bewoners met 68% overheersend. Bijzondere bebouwing in de buurt is het SSH-complex voor (studerende) jongeren met 1200 kamers deels in hoogbouw. Seniorenhuisvesting (55+) is er in de vorm van verzorgingshuis De Lichtkring (104 bewoners) aan de Eykmanlaan en de daarnaast gelegen 50 aanleunwoningen. Tuindorp Oost (buurt 40) gelegen tussen de Eykmanlaan en de Oosterspoorbaan is voornamelijk gebouwd in de periode na 1960. Veertig procent van het woningbestand in deze wijk behoort tot de categorie ééngezinswoningen. In de eigendomsverhoudingen is de categorie eigenaar/bewoners met 54% overheersend. Bijzondere bebouwing in de buurt is het zorgcentrum Tuindorp Oost (145 bewoners) aan de Winklerlaan.
Bevolking De wijk Tuindorp is een redelijk grote woonwijk binnen Utrecht, met ruim 9000 inwoners vertegenwoordigt de wijk nog zo'n 4% van de bevolking. De voornaamste bevolkingsgegevens zijn opgenomen in de tabel. Voor de analyse van de bevolkingsopbouw is de verdeling naar brede leeftijdsgroep per buurt weergegeven. Door vergelijking van de cijfers van 1995 en 2000 wordt de ontwikkeling in de bevolkingsopbouw zichtbaar gemaakt. Daarbij zijn ook de
cijfers voor de wijk Noord-Oost en de gehele stad gegeven. Een analyse van de gegevens levert het volgend beeld op. In Tuindorp / Tuindorp West is een behoorlijke verjonging zichtbaar. De vergelijking met cijfers voor de Wijk Noord-Oost en de gehele stad laat zien dat het aandeel senioren sinds 1995 is gedaald en nu gemiddeld is, inclusief de 104 bewoners van zorgcentrum De Lichtkring: leeftijdsgroep 45 - 54 is gelijk aan wijkgemiddelde; leeftijdsgroep 30 - 44 blijft sterk achter bij wijkgemiddelde; leeftijdsgroep 15 - 29 betreft ook de 1200 studenten in het SSH complex Van Lieflandlaan. Ondanks de aanwezigheid van het studentencomplex heeft de leeftijdscategorie 15 - 29 geen aandeel hoger dan het stedelijk gemiddelde. Deze leeftijdscategorie zal de komende jaren toenemen gezien de aanwas in de jongste leeftijdscategorie. Kinderen van 0 - 14 hebben een hoger aandeel, de verjonging die in 1995 al voorzichtig bleek, zet zich nu door, met nu ruim 150 jonge kinderen meer. In een wijk met vooral eengezinswoningen zou het aandeel van gezinnen met kinderen groter kunnen zijn bij een ruimere doorstroming in de woningvoorraad. De lange woonduur van de zittende bevolking, waardoor veel senioren in de eengezinswoningen wonen, is hiervoor een verklaring. De binding aan de buurt bij deze groep is groot. De aanwezige seniorenhuisvesting is niet voldoende voor de doorstroming, waardoor de verjonging van de wijk enigszins wordt afgeremd. De analyse voor Tuindorp Oost levert een merkwaardig beeld op betreffende de
Tuindorp Inf o 2002 afdrukdat um: 17-02-2011 Pagina 5 van 13
seniorenhuisvesting (doelgroep 55+). Vergelijking met cijfers Wijk Noord-Oost laat zien dat: aandeel senioren is met 45% bijna 30 % hoger dan het gemiddelde van de wijk. Oorzaak hiervan is het grote aandeel zeer honkvaste bewoners in complexen met duurdere particuliere verhuur en zorgcentrum Tuindorp Oost aan de Winklerlaan; leeftijdsgroep 45 - 54 is gelijk aan wijkgemiddelde; leeftijdsgroep 30 - 44 vertoont licht stijgende trend, doch blijft sterk achter bij het wijkgemiddelde; leeftijdsgroep 15 - 29 (jongeren) blijft sterk in omvang achter bij wijkgemiddelde; kinderen van 0 - 14 vertoont een licht stijgende trend, doch blijft sterk achter bij wijkgemiddelde. Tuindorp Oost kent een bijzonder hoog aandeel senioren. De vergelijking met 1995 laat een dalende trend zien. Evenals in Tuindorp / Tuindrop West zal hier op langere termijn de verjonging doorzetten. De groep gezinnen met kinderen is nu ondervertegenwoordigd, doch zal als gevolg van doorstroming toenemen. Doorstroming in het segment eengezinswoningen kan worden bevorderd door toevoeging van meer seniorenhuisvesting
Winkels In het plangebied bevindt zich winkelcentrum De Gaard. De kerngegevens hiervan zijn opgenomen in de tabel. Een overig kenmerk van het aanbod is dat de branchering in het overdekte gedeelte hoofdzakelijk bestaat uit dienstverlenend aanbod. Winkelcentrum de Gaard heeft zijn positie versterkt door:
toename inwonertal in het marktgebied
(nieuwbouw van Voordorp); uitbreiding en verruiming van de openstellingstijden in de avond van de supermarkt. Dit heeft aantoonbaar een positieve invloed op de positie van De Gaard. De hierdoor ontstane aantrekkingskracht overstijgt het huidige, i.c. oorspronkelijk beoogde functieniveau, waardoor knelpunten in sfeer van parkeren en aanen afvoer optreden. In Tuindorp komen enkele buurtwinkels voor. Deze zijn vooral in hoekpanden gevestigd, die van oorsprong reeds als woon/winkelpand gebouwd zijn. Op enkele plaatsen is de winkelfunctie verloren gegaan. Een deel van de panden is verbouwd tot woning. In een deel van de panden hebben zich andere publieksgerichte functies gevestigd. Ook bij de studentenflats aan de Willem Schuylenburglaan is één winkel gevestigd.
Bedrijven en kantoren Eén van de kenmerken van de wijk is dat er zich nogal wat verspreide bedrijvigheid bevindt (vrije beroepsbeoefenaren, adviesbureaus aan huis). In de meeste gevallen gaat het om activiteiten die als nevenfunctie van het wonen worden verricht. Ze vallen daardoor in de regeling voor de 'aan huis verbonden beroepen'. Uit de gegevens van Bestuursinformatie blijkt dat het in totaal om een kleine 400 vestigingen gaat! Daarvan bevinden zich er
Tuindorp Inf o 2002 afdrukdat um: 17-02-2011 Pagina 6 van 13
ongeveer 300 in Tuindorp en 100 in Tuindorp Oost. Daarnaast bevinden zich, verspreid over het plangebied, nog enkele grotere kantoren en bedrijven. De meeste bevinden zich in de overgangszones tussen de wijken, langs de hoofdwegenstructuur.
Onderwijs
wegen hebben hierdoor een belangrijke doorgaande functie en er is geen andere mogelijkheid om van de noordzijde het plangebied binnen te komen. Alle wegen aan de grens van het plangebied hebben een belangrijke verkeersfunctie: de Kardinaal de Jongweg en de Brailledreef behoren tot de stedelijke rondweg.
Het plangebied wordt geheel omgeven door grote infrastructuur. Aan de noordzijde ligt de spoorlijn Utrecht Amersfoort/Hilversum en aan de westzijde het Salvador Allendeplein met aansluitend de Brailledreef. Aan de zuidzijde wordt het gebied begrensd door de Kardinaal de Jongweg. Tenslotte wordt het plangebied aan de oostzijde begrensd door de Oosterspoorbaan. Het gebied wordt doorsneden door de Eykmanlaan in het oosten en door de Mr. Tripkade aan de westzijde. De laatste vormt een verbinding tussen de Kardinaal de Jongweg en de wijk Overvecht en station Overvecht. De Kardinaal Alfrinkweg heeft (buiten het plangebied) aan de oostzijde een rechtstreekse aansluiting op de rijksweg A27 (Breda - Utrecht - Hilversum - Almere).
Voor de ontsluiting van Tuindorp bieden alleen de aansluitingen van de zijstraten op de Eykmanlaan en de Kardinaal de Jongweg (zuidzijde), de spoorwegovergang via de Kapteynlaan richting Sartreweg en de Mr. Tripkade de mogelijkheden om het gebied op het stedelijk hoofdwegennet aan te takken. Voor de Kardinaal de Jongweg vindt aansluiting vooral plaats op de ventweg (Sickeszlaan, H.F. van Riellaan) of bij de met verkeerslichten geregelde kruispunten (Van Lieflandlaan, Mr. Tripkade, Raiffeisenlaan, Prof. Fuchslaan en Van Everdingenlaan). De aansluitingen op de Eykmanlaan zijn niet geregeld met verkeerslichten. Binnen Tuindorp zijn door verkeercirculatiemaatregelen (éénrichtingsmaatregelen) de doorgaande verkeersbewegingen voor autoverkeer zoveel mogelijk beperkt en is een bussluis aangebracht op de Troosterlaan nabij winkelcentrum De Gaard. Naast de Mr. Tripkade heeft de (bus-)route Prof. Fuchslaan - Prof. Treublaan nog een verkeersfunctie als ontsluitingsweg; de overige wegen binnen het plangebied zijn of worden ingericht als onderdeel van het 30 km/u-gebied.
Door de ligging van de spoorlijn aan de noordzijde van de wijk Tuindorp is het aantal verbindingen met Overvecht beperkt tot drie: de Brailledreef, Mr. Tripkade (beide ongelijkvloers) en de Eykmanlaan (2 sporen ongelijkvloers + 2 sporen met spoorwegovergang). Deze drie
Het verkeer in het gebied heeft met name betrekking op de aanwezige woonfunctie
In het plangebied bevinden zich verschillende onderwijsinstellingen, zoals de basisscholen aan de prof. van Bemmelenlaan en de Regentesselaan en het Gerrit Rietveld College (voormalig college Blaucapel) aan de Winklerlaan. Verkeersstructuur
Tuindorp Inf o 2002 afdrukdat um: 17-02-2011 Pagina 7 van 13
of de onderwijsvoorzieningen; er zijn, naast het winkelcentrum De Gaard, geen belangrijke verkeersaantrekkende voorzieningen in het plangebied aanwezig. In het plangebied is een aantal fietsverbindingen gelegen, met name langs de hoofdwegen. Hier zijn vrijliggende fietspaden aanwezig of wordt gebruik gemaakt van ventwegen. Binnen het plangebied wordt overwegend door fietsers gebruik gemaakt van de woonstraten, meerijdend met het gewone autoverkeer. Op enkele punten zijn doorsteekjes en aparte fietsstroken aanwezig. Het station Overvecht vormt voor fietsers een belangrijk attractiepunt; hier zijn aan de zuidzijde onbewaakte stallingsplaatsen aanwezig (deels afsluitbaar). In het plangebied is gedeeltelijk een betaald parkeerregime van kracht. Het gebied ligt ook aan de rand van ander betaald parkeergebied: de grens loopt tot aan de zuidzijde van de Kardinaal De Jongweg. Hierdoor is de parkeerdruk in het plangebied hoog. Het openbaar vervoer vindt voornamelijk plaats via de omliggende hoofdontsluitingswegen, de Mr. Tripkade en station Overvecht. De stadslijnen 1, 17, 18 maken allemaal gebruik van de Talmalaan, Salvador Allendeplein, Mr. Tripkade en bieden een verbinding tussen het Utrechtse centrum, naar Overvecht NS en verder. Stadslijn 5 (Kanaleneiland - Oog in Al - Utrecht centrum - Tuindorp Voordorp) kruist de Kardinaal de Jongweg en rijdt via de Fuchslaan, Prof. Treublaan, de Eykmanlaan en de Kapteynlaan door een gedeelte van het plangebied. Stadslijn 8 (Lunetten - Centrum Wittevrouwen - Overvecht NS) maakt gebruik van de Eykmanlaan, Kapteynlaan, Troosterlaan en Van Everdingenlaan. De stadslijnen 10/20 (ringlijn) en 30 rijden via
de Eykmanlaan, de Kardinaal de Jongweg, de Mr. Tripkade door het plangebied en bieden een rechtstreekse verbinding tussen o.m. Overvecht NS, bedrijventerrein Rijnsweerd en De Uithof. Naast deze stadslijnen rijden enkele streekbusdiensten langs het plangebied, waarbij de lijn 135 (Utrecht Centraal Hilversum) via de Eykmanlaan de belangrijkste is. De lijn 123 (Utrecht Centraal - Hilversum) rijdt via Westbroek en Nieuw Loosdrecht en heeft nauwelijks een functie binnen Utrecht. Tot slot vormt het station Overvecht NS een belangrijk opstappunt voor reizigers richting Utrecht Centraal, Hilversum, Baarn en Amersfoort. De frequentie van deze stop- en sneltreinen is afhankelijk van de richting en bedraagt minimaal 2x per uur tot 8x per uur (richting Utrecht Centraal). Milieuaspecten
Bodem en water Het voormalig gebruik is sterk bepaald door de drassige en kleiige bovengrond. Waarschijnlijk is het gebied reeds in de vroege middeleeuwen ontgonnen en in gebruik genomen voor agrarische doeleinden. Het kenmerkende kavelpatroon van de zogenaamde cope ontginningen (smalle diepe percelen) is tot begin vorige eeuw nog overal aanwezig. In de eerste helft van de vorige eeuw heeft het gebied zijn huidige woonbestemming gekregen. Bij de aanleg is er tot maximaal zo'n 0,5 meter opgehoogd. De oorspronkelijke bodem bestond meestal uit een bouwvoor van 20 cm klei op een veenpakket met een variabele dikte (gemiddeld 80 cm). Daaronder lag het fijne heuvelrugzand of een meer heterogeen zand afkomstig van riviertjes.
Tuindorp Inf o 2002 afdrukdat um: 17-02-2011 Pagina 8 van 13
Het plangebied maakt onderdeel uit van een samenhangend grondwatersysteem dat een groot deel van de provincie Utrecht beslaat. Op de Utrechtse Heuvelrug infiltreert regenwater dat over een grote afstand, en derhalve na zeer lange tijd, weer opkwelt in het veenweidegebied tussen Hilversum en Utrecht. Het plangebied vormt hier het meest westelijk gedeelte van.
Uit feitelijke metingen die in de loop van de jaren zijn verricht in het kader van de bodemkwaliteit, kan worden vastgesteld dat de kwaliteit van de bovengrond kenmerkend is voor wijken van de vorige eeuw. De gemeten gehalten liggen over het algemeen rond de streefwaarde (norm uit de Wet Bodembescherming, die het verschil tussen schone en licht verontreinigde grond markeert). Plaatselijk komen matige verontreinigingen met zware metalen in de bovengrond voor. Op basis van historische gegevens (luchtfoto's, Hinderwet, milieuvergunningen etc.) is bekend dat er in het plangebied enige verontreinigde locaties aanwezig zijn. Deze locaties worden de komende jaren gesaneerd. In het plangebied bevinden zich ook ondergrondse tanks en gedempte sloten met bekende en onbekende plaats van ligging. De tanks en het dempingmateriaal van de sloten kunnen een verontreiniging veroorzaakt hebben in de bodem. De gemeente voert momenteel een uitgebreid onderzoek uit om inzicht te verkrijgen in
alle verontreinigde locaties binnen de gehele gemeente.
Natuur en ecologie Het gebied van het bestemmingsplan is omsloten door bermen die een verbindende functie hebben binnen de ecologische infrastructuur. Midden in de wijk bevinden zich twee watergangen (het Zwarte water en de watergang langs de Eykmanlaan) die als groene verbindingszone door de wijk lopen. De spoordijk die langs de oostelijke kant van Tuindorp loopt dient als verbindingszone van fort Blauwkapel met het centrum van de stad. De spoordijk die langs de noordelijke kant van Tuindorp loopt dient als verbindingszone tussen het oostelijke buitengebied en het westen van de stad. De watergangen die door de wijk lopen verbinden het Griftpark met het Volkstuinencomplex en het fort Blauwkapel. De berm langs de Kardinaal de Jongweg en de watergang langs deze weg verbinden de Voorveldse polder en het daarachterliggende buitengebied met de Vecht. In Tuindorp bevinden zich niet veel plekken waar de natuur haar gang kan gaan. Dit is het geval langs het spoor, in smalle (vergeten) randen langs de watergangen en in de grasvelden waar zeer weinig gemaaid wordt (1 à 2 keer per jaar). Het spoor wordt uit het zicht onttrokken door een dichte struiklaag met veel bomen. Het betreft hier deels door de gemeente aangeplante uitheemse soorten.
Tuindorp Inf o 2002 afdrukdat um: 17-02-2011 Pagina 9 van 13
Maar er zijn ook enkele inheemse plantensoorten te vinden. In de stuik/boomlaag bevinden zich onder andere de gewone vlier, wilg, hulst en kornoelje. Opvallende soorten langs de Albert Thaerlaan zijn gele rozen, een kerstboom, een conifeer (allen zeer waarschijnlijk aangeplant door bewoners) en de reuzenbalsemien. Deze laatste soort breidt zich spontaan uit langs de spoorsloot. De spoorbermen zijn waardevol voor de flora en fauna van de stad. Dit komt omdat het grasland op de spoordijk (niet in eigendom van de Gemeente) in vergelijking met andere grasvelden in de stad relatief ongestoord is. De structuur van de struik- en boomlaag langs de spoorsloot is relatief dicht, dit biedt voor vogels beschutte broedgelegenheid. Tevens zijn de struiken en bomen een voedselbron voor veel dieren. De watergangen in Tuindorp zijn allen voorzien van een harde beschoeiing. Dit heeft tot gevolg dat zich geen duidelijke oevervegetatie kan ontwikkelen. Door het niet maaien van het gazon dicht langs de waterkant ontstaat er een hogere vegetatie die toch enigszins onder invloed staat van de watergang. Over het algemeen zijn in deze verruigde randen soorten te vinden als braam, harig wilgenroosje, riet, akkerwinde, distels, brandnetel en reuzenbereklauw. Deze verruigde randen dienen vooral als schuilplaats en voedselbron voor insecten en vogels. Voor de waterdieren is deze vegetatie minder belangrijk. Langs de Prof. Jordanlaan wordt veel moerasandoorn gevonden. Langs de Prof. Reinwardtlaan is een blauwe reiger waargenomen. Het grootste gedeelte van de watergang wordt hier overschaduwd
door bomen. Op het eind van deze laan is het echter wat lichter en hier is de ondergroei onder de bomen dan ook meteen 1 à 1,5 meter hoog. Kamille, harig wilgenroosje en distel zijn de voornaamste soorten op dit lichtere stuk. Door de harde oeverbeschoeiing dragen de watergangen in Tuindorp niet veel bij aan een verhoging van de natuurwaarde. In de watergang zelf zijn op sommige plaatsen enkele onderwaterplanten te vinden. Langs de Kardinaal de Jongweg is een groot gedeelte van de watergang geheel bedekt met kroos. Op verschillende plekken is gele plomp in de watergang aanwezig. De watergangen in het volkstuinencomplex hebben een duidelijk hogere (water)kwaliteit. Ten tijde van deze globale inventarisatie waren de grasvelden allemaal net gemaaid. De lijst van plantensoorten in de grasvelden zal dus groter zijn dan hieronder beschreven. Dit zal vooral het geval zijn voor de grasvelden waar het maaien 1 à 2 keer per jaar plaatsvindt. In deze grasvelden is naast gras alleen fluitekruid waargenomen. In de grasvelden die vaker worden gemaaid zijn madelief, rode klaver, boterbloem, paardebloem en muur te herkennen. Bijzonder was dat er op drie verschillende plekken paddenstoelen zijn waargenomen. Dit houdt in dat de bodem op deze plekken al een tijd met rust is gelaten. Een ongeroerde bodem biedt goede kansen om natuur te ontwikkelen met een hoge natuurwaarde. Voorkomen van graafwerkzaamheden zou vanuit natuur oogpunt dan ook zeer waardevol zijn. De weilanden naast de volkstuinen bevatten een grote soortenrijkdom.
Tuindorp Inf o 2002 afdrukdat um: 17-02-2011 Pagina 10 van 13
De volkstuinen maken deel uit van en grenzen aan een groenstructuur waarbij de oude verkaveling van de weilanden met sloten en begeleidende bomen nog zichtbaar is. Het complex is mooi aangelegd met respect voor deze structuur Het water in de watergangen is helder en er zijn bijzondere soorten te vinden als zwanebloem, moerasvergeet-me-nietje en pijlkruid. De waterkwaliteit is hier goed. Het volkstuinen terrein is een zeer waardevol gebied voor vogels. Zowel als broedplek als ook als jachtterrein voor roofvogels.
Geluid Het plangebied wordt omsloten door de Oosterspoorbaan, de spoorlijn Utrecht Amersfoort/Hilversum en de Kardinaal de Jongweg. Binnen het plangebied zijn de Mr. Tripkade en de Eykmanlaan aanwezig, die van belang zijn in verband met de geluidsaspecten. Langs de spoorlijn Utrecht Amersfoort/Hilversum heeft grotendeels, vooruitlopend op de uitgevoerde spoorwegverbreding, geluidssanering plaatsgevonden. Het betreft hier met name de woningen langs de Albrecht Thaerlaan en de flats aan de Van Lieflandlaan e.o. Langs de Kardinaal de Jongweg zijn de woningen die op de A-lijst stonden (Kernkamp-, Fruin- en Molengraafplantsoen) gesaneerd. In het bestemmingsplangebied komen derhalve geen urgente saneringssituaties meer voor.
Lucht Bij een goede woonomgeving en een goed woonklimaat hoort ook een goede luchtkwaliteit. Volgens de Besluiten luchtkwaliteit (Wet milieubeheer) moeten gemeenten situaties met normoverschrijding oplossen en voorkomen. Het gaat hierbij om de buitenluchtkwaliteit in 'verblijfsgebieden', zoals trottoirs, tuinen, balkons en recreatiegebieden en ter plaatse van ventilatie-openingen in gevels. Deze normen zijn niet van toepassing op bedrijfsterreinen, waar de wetgeving inzake arbeidsbescherming geldt. Ook fietspaden vallen niet onder de verblijfsgebieden, omdat fietsers maar kort op één plek aanwezig zijn. Omdat ze echter wel lang onderweg kunnen zijn, verdient de voorkeur om ook de plek van fietspaden te optimaliseren. De luchtkwaliteit wordt voor een (groot) deel bepaald door de uitstoot van verkeer en de optredende verdunning door verspreiding. De uitstoot is afhankelijk van de verkeersintensiteit, (mvt/etm), de hoeveelheid zwaar verkeer, de gemiddelde snelheid en voor benzeen ook het aantal parkeerbewegingen. De verdunning is afhankelijk van de afstand tussen de weg en het verblijfsgebied (meestal stoeprand). Ook van invloed zijn de bebouwing (gesloten, hoogte, gevellijn) en de bomen (houden verontreinigde lucht gedeeltelijk vast onder het bladerdek). Normoverschrijding treedt doorgaans op langs drukke wegen, in de directe omgeving van parkeergarages en binnen de invloedszone van snelwegen (500 m). Het gehele plangebied ligt overigens buiten de invloedszone van snelwegen.
Tuindorp Inf o 2002 afdrukdat um: 17-02-2011 Pagina 11 van 13
De berekende concentraties nu (model 1997) moeten lager zijn dan de tijdelijk (tot 2000) verhoogde grenswaarden. Vanaf 2000 moeten de concentraties lager zijn dan de (niet verhoogde) grenswaarden. Daarnaast zijn er doelstellingen geformuleerd in de vorm van richtwaarden. Voor een verdergaande beoordeling van de luchtkwaliteit en de vergelijking tussen wegen speelt de mate van overschrijding van de richtwaarde voor benzeen een rol. Op basis van de huidige verkeersintensiteiten (1998) zijn de concentraties benzeen, NO2 en CO berekend langs de Kardinaal de Jongweg, de Eykmanlaan en de Mr. Tripkade. In de huidige situatie (model 1997) is geen sprake van overschrijding van de grenswaarden (ter plaatse van verblijfsgebieden). Bij 38% (5.260 meter) van de stoeplengte waarvoor berekeningen zijn gemaakt, zijn de concentraties benzeen hoger dan de richtwaarde (5 g /m3). Voor deze stoeplengte is de gemiddelde concentratie 6,7 g /m3. De hoogste concentratie is 8,9 g /m3.
Externe veiligheid De bestaande bebouwing rond de LPGtankstations aan de Eykmanlaan en de Pieter Nieuwlandstraat (net buiten het plangebied) voldoet aan de huidige afstandscriteria (d.d. maart 2001) die gelden voor bestaande situaties genoemd in het Besluit LPG-tankstations Hinderwet, van 11 maart 1988. De afstand tussen enerzijds het vulpunt en/of de tank en anderzijds de woningen en vergelijkbare bebouwing dient minimaal 20 meter te bedragen1. De LPG aan de Pieter Nieuwlandstraat is door de ligging aan de 1
Volgens het nieuw e NMP4 heeft het minist erie van VROM het voornemen om de norm voor bestaande sit uaties te vergroten tot 80 meter. Wat de consequenties hiervan zullen zijn is nu nog niet te overzien.
overzijde van de Kardinaal de Jongweg geen probleem. Ook bij de LPG aan de Eykmanlaan is de afstand van het vulpunt en de tank tot de woonbebouwing meer dan 20 meter. Het laatstgenoemde benzinestation heeft dan ook een actuele milieuvergunning.
Milieuhinderlijke bedrijvigheid Het plangebied Tuindorp is overwegend een woongebied. Ongeveer in het centrum van het plangebied bevindt zich het winkelcentrum 'De Gaard', waar de meeste activiteiten in de sfeer van de detailhandel plaatsvinden. Hier bevinden zich 21 bedrijven, waarvan negen onder de werkingssfeer van de Wet Milieubeheer vallen. Omwonenden van 'De Gaard' ondervinden met name overlast van de aldaar gevestigde supermarkt. De late openingstijden, het laden en lossen van vrachtwagens, de winkelwagentjes en geluiden vanuit de supermarkt zelf (omroepinstallatie, schoonmaakmachine) geven klachten over geluidsoverlast. De supermarkt is in overleg met de gemeente bezig om tot een oplossing te komen. Buiten 'De Gaard' bevinden zich nog een fietsenmaker, een apotheek en een groenteboer. Verder zijn in het plangebied de volgende activiteiten te onderscheiden: twee verzorgingstehuizen. Deze tehuizen zullen generlei bijdragen aan overlast voor de omgeving; een aantal studentenflats. Het gebied waarbinnen deze flats staan is redelijk afgebakend ten opzichte van de overige woonbebouwing. De fietsoverlast is sterk
Tuindorp Inf o 2002 afdrukdat um: 17-02-2011 Pagina 12 van 13
gereduceerd door de recente bouw van enkele fietsenstallingen. Op het terrein is een kleine horeca gelegenheid aanwezig; twee scholengemeenschappen en zes basisscholen. Deze scholen staan verspreid over de hele wijk en geven met name overdag overlast door het komen en gaan van scholieren, studenten en het in de openlucht verblijven tijdens pauzes. Ook het verspreiden van zwerfafval kan tot overlast leiden; twee garagebedrijven. Deze bedrijven zitten tussen de woonbebouwing en kunnen met name geurhinder en geluidsoverlast geven. Hierover zijn echter geen recente klachten ontvangen; een tankstation met LPG aan de Eykmanlaan (zie ook onder 'externe veiligheid'); een leegstaande lerarenopleiding die nu in gebruik is bij de stichting Sophia ten behoeve van atelierruimte voor kunstenaars; een kantoorgebouw. Hierin worden met name administratieve werkzaamheden verricht. In dit gebouw is recent een postdistributiecentrum gekomen. Deze geeft overlast in de ochtend- en avonduren. Door handhaving wordt aan dit oplosbare probleem gewerkt; een aannemersbedrijf. Dit bedrijf had een milieuvergunning uit 1990 en valt sinds 1 december 2000 onder het Besluit bouwbedrijven en houtbewerkingsbedrijven. Een geluidsrapport uit 1989 geeft aan dat de geluidsnormen niet worden overschreden. Een bodemrapport uit 1992 geeft aan dat ter plaatse van een aantal verwijderde ondergrondse tanks in het grondwater vervuiling is aangetroffen. Er wordt aanbevolen een beperkte grondwatersanering uit te
voeren. Het bedrijf heeft verder opslag van tien propaanflessen. Verder worden er diverse werkzaamheden aan huis verricht die geen hinder voor de omgeving kunnen veroorzaken. De opvallendste activiteiten zijn een aantal tandartsen en een opleidingenbureau, die allen onder de werkingssfeer van de Wet milieubeheer vallen.
Afval Er zijn vier typen inzamelsystemen te onderscheiden voor huishoudelijk afval: haalsystemen, brengsystemen, clusterplaatsen en inpandige opslag. Wanneer de burger zijn afval in een vuilniszak of minicontainer aan de perceelgrens kan aanbieden, dan spreken we over een haalsysteem. Wanneer de burger zijn afval naar een verzamelcontainer moet brengen, spreken we over een brengsysteem. Verder onderscheiden we clusterplaatsen als een apart systeem. Bij clusterplaatsen dient de burger zijn minicontainer of vuilniszak op daarvoor aangewezen plekken aan te bieden. Zowel voor brengsystemen als voor clusterplaatsen geldt dat de burger zijn afval niet verder dan 75 meter2 van zijn perceelgrens hoeft te brengen. Een laatste systeem tenslotte is inpandige opslag. Bij inpandige opslag gaat het om afvalcontainers voor meerdere huishoudens die op privéterrein of binnen het gebouw staan opgesteld.
2
Deze maximale loopafstand is vastgesteld in een ministeriële regeling. In bijzondere gevallen mag de gemeenteraad onder voorw aarden een maximale loopaf stand van 125 meter hanteren.
Tuindorp Inf o 2002 afdrukdat um: 17-02-2011 Pagina 13 van 13